Besluit van de raad Gemeenteblad 2015, nummer
Onderwerp
Datum
3 november 2015
Parkeerverordening Venray
Pagina
1 van 5
De raad van Venray, gelezen het advies van het college van burgemeester en wethouders, gelezen het advies van de commissie Werken en Besturen, gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994, besluit: vast te stellen de volgende verordening:
Parkeerverordening Venray 2016
AFDELING I.
DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a.
wet:
de Wegenverkeerswet 1994;
b.
motorvoertuig:
hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;
c.
motorrijtuig:
d.
parkeren:
hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder c, van de wet; het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
e.
houder:
degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de wet aangehouden register van opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
f.
centrale computer:
computer van het bedrijf, dan wel de bedrijven waarmee de gemeente Venray een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor
Besluit van de raad Gemeenteblad 2015, nummer
Pagina
2 van 5
de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruikmaking van een telefoon en/of internet; g.
parkeerapparatuur:
parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
h.
parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;
i.
belanghebbendenplaats:
een parkeerplaats die is aangeduid met E9 uit bijlage 1 behorende bij het RVV 1990 of die is gelegen binnen een zone aangeduid met E9 (Zone) uit bijlage 1 behorende bij het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
j.
vergunning:
een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaatsen;
k.
vergunninghouder:
de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend.
AFDELING II.
PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN
Artikel 2 1.
Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders. Het college kan hierbij onderscheid maken in de categorieën als bedoeld in artikel 3, derde lid.
2.
Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.
Artikel 3 1.
Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen.
2.
Het college kan regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.
3.
Een vergunning kan worden verleend aan: a.
een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie I);
b.
een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie II).
Parkeerverordening Venray
Besluit van de raad Gemeenteblad 2015, nummer
Pagina
4.
3 van 5
Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet voldoet aan één van de in het derde lid genoemde vereisten.
5.
Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximum aantal uit te geven vergunningen per aaneengesloten gebied en per categorie vaststellen.
6.
Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.
Artikel 4 1.
Een vergunning wordt voor onbepaalde tijd verleend.
2.
De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens: a.
de periode waarvoor de vergunning geldt;
b.
het gebied waarvoor de vergunning geldt;
c.
de naam van de vergunninghouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.
3.
Bij gebruikmaking van de vergunning dient het vergunningsbewijs in de vorm van een door het college te verstrekken parkeerkaart duidelijk zichtbaar en volledig leesbaar achter de voorruit van het motorvoertuig te zijn geplaatst.
Artikel 5 1.
Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen: a.
op verzoek van de vergunninghouder;
b.
wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning is verleend;
c.
wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;
d.
wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;
e.
wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn vergunning heeft voldaan;
f.
wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;
g.
wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;
h.
om redenen van openbaar belang.
Parkeerverordening Venray
Besluit van de raad Gemeenteblad 2015, nummer
Pagina
4 van 5
AFDELING III.
VERBODSBEPALINGEN
Artikel 6 1.
Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden: a.
zonder vergunning;
b.
zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de voor dat motorvoertuig afgegeven vergunning;
c. 2.
in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.
Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.
Artikel 7 Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen. Artikel 8 1.
Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan:
2.
a.
op een parkeerapparatuurplaats;
b.
op een belanghebbendenplaats.
Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.
3.
Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.
AFDELING IV.
STRAFBEPALING
Artikel 9 Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.
AFDELING V.
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 10 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen.
Parkeerverordening Venray
Besluit van de raad Gemeenteblad 2015, nummer
Pagina
5 van 5
Artikel 11 Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening Venray 2016. Artikel 12 1.
Deze verordening treedt in werking op 15 november 2015.
2.
Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Parkeerverordening Venray, zoals vastgesteld bij besluit van de raad, d.d. 14 december 2010.
3.
Vergunningen die zijn verleend krachtens de Parkeerverordening Venray 2010 worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 3 november 2015,
, voorzitter
Parkeerverordening Venray
, raadsgriffier
Besluit van de raad Gemeenteblad 2015, nummer
Onderwerp
Datum
3 november 2015
Parkeerbelastingverordening Venray 2015, 1e wijziging
Pagina
1 van 6
De raad van Venray, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 27 oktober 2015 (Gemeenteblad 2015, nr. ); gelet op artikel 225 van de Gemeentewet; mede gezien het advies van de commissie Werken en Besturen; besluit: vast te stellen de volgende verordening: PARKEERBELASTINGVERORDENING VENRAY 2015, 1e wijziging (Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2015, 1e wijziging) Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: de Wegenverkeerswet 1994; b. motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990; c. motorrijtuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder c, van de wet; d. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden; e. houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de wet aangehouden register van opgegeven kentekens ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven; f. centrale computer: computer van het bedrijf, dan wel de bedrijven waarmee de gemeente Venray een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruikmaking van een telefoon en/of internet; g. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
Besluit van de raad Gemeenteblad 2015, nummer
Pagina
2 van 6
h. parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur; i. vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaatsen; j. vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend. Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven: a. een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze; b. een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning of abonnement voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning of abonnement aangegeven plaats en wijze. Artikel 3 Belastingplicht 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd. 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt: a.
degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
b.
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat 1. indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd; 2. indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen. 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd. Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
Besluit van de raad Gemeenteblad 2015, nummer
Pagina
3 van 6
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende Tarieventabel. Artikel 5 Wijze van heffing 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften. 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren. 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend. Artikel 7 Termijnen van betaling 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren. 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend. 3. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald. 4. In afwijking van het bepaalde in lid 1 en 2 moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon en/of internet inloggen op de centrale computer. Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit. Artikel 9 Vrijstelling van parkeerbelasting voor gehandicapten
Besluit van de raad Gemeenteblad 2015, nummer
Pagina
4 van 6
Houders van een geldig Europese Gehandicaptenparkeerkaart zijn vrijgesteld van parkeerbelasting bij het gebruik van een gehandicaptenparkeerplaats, mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare plaats direct achter de voorruit van het voertuig is geplaatst. Indien dit niet mogelijk is, dient de kaart op een van buitenaf zichtbare plaats duidelijk leesbaar te worden aangebracht. Artikel 10 Kosten Voor de kosten van de belastingen bedoeld in artikel 2 wordt verwezen naar de tarieventabel. Artikel 11 Kwijtschelding Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting. Artikel 13 Overgangsrecht De 'Parkeerbelastingverordening Venray 2015’ vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Artikel 14 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 15 november 2015. Artikel 15 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als 'Parkeerbelastingverordening Venray 2015, 1e wijziging'. Aldus besloten in de openbare vergadering van 3 november 2015.
, voorzitter Bijlage: Tarieventabel
, raadsgriffier
Besluit van de raad Gemeenteblad 2015, nummer
Pagina
5 van 6
TARIEVENTABEL behorende bij de Parkeerbelastingverordening Venray 2015, 1e wijziging I. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a bedraagt: Parkeer duur per €1,00
Tarief per uur Tarief per dag
Tariefgebied 1
€ 1,00 per uur
Vanaf 3e uur: 40 minuten Tariefgebied 2 voor 1 euro (geen maximumtarief)
€ 0,10 voor de eerste 2 uur
€ 3,00 per dag
II. Een gedeelte van een in het vorige lid genoemde eenheid van tijd wordt voor een gehele eenheid gerekend. III. 1. De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 59,00. 2. Tarief van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt: a. voor de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die woont in het betaald parkeer- of vergunninghoudersgebied en aan wie geen gereserveerde invalidenparkeerplaats op kenteken is toegewezen (zgn. bewonersvergunning en abonnement): per kalenderjaar € 60,00. Het tarief geldt per jaar en is geldig voor de/het op de vergunning vermelde straat of parkeerterrein binnen het centrum; bij aanvang of beëindiging van de vergunning wordt per kalendermaand een evenredig deel van het jaar berekend; b. voor de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die woont in het betaald parkeer- en/of vergunninghoudersgebied en aan wie een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken is toegewezen: €60,00. Het tarief geldt per jaar; bij aanvang of beëindiging van de vergunning wordt per kalendermaand een evenredig deel van het jaar berekend; c. voor de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die in het betaald parkeren-gebied een bedrijf of beroep uitoefent: per kalenderjaar - 00.00 - 24.00 uur, 7 dagen per week
€ 150,00
- 07.00 – 22.00 uur, maandag t/m vrijdag
€ 100,00
- Parttime vergunning, 00.00 – 24.00 uur
€ 20,00 per gewenste weekdag
Het tarief geldt per jaar en de vergunning of abonnement kan voor één of meerdere parkeerlocaties worden uitgegeven behalve parkeergarage Gouden Leeuw. Voor de parkeergarage Gouden Leeuw geldt: per kalenderjaar - 00.00 - 24.00 uur, 7 dagen per week
€ 175,00
- 07.00 – 22.00 uur, maandag t/m vrijdag
€ 125,00
Besluit van de raad Gemeenteblad 2015, nummer
Pagina
6 van 6
Bij aanvang of beëindiging van de vergunning en/of abonnement wordt per kalendermaand een evenredig deel van het jaar berekend; d. voor de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die niet in het betaald parkeren-gebied een bedrijf gevestigd heeft maar dit wel aantoonbaar als werkgebied heeft: per kalenderjaar: € 100,00; e. Voor een uitrijkaart van parkeergarage Gouden Leeuw, parkeerterrein Blekersveld en parkeerterrein Raadhuisplein €1,50, bij een minimumafname van 250 uitrijkaarten en een geldigheidsduur van 1 jaar; f. Voor de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die tijdelijk in het centrumgebied werkzaamheden dient te verrichten: per dag € 2,50 (tijdelijke vergunning); g. Voor de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die tijdelijk in het centrumgebied werkzaamheden dient te verrichten: per week € 10,00 (tijdelijke vergunning); h. Administratiekosten bij verlies/diefstal van abonnement: €10,00. Deze tabel behoort bij de Parkeerbelastingverordening Venray 2015 van de gemeente Venray, vastgesteld bij raadsbesluit van 3 november 2015.
, voorzitter
, raadsgriffier