VEILIGHEIDSREGLEMENT TEN BEHOEVE VAN SCHIETSPORTVERENIGING BEILEN
INHOUDSOPGAVE Pagina
1.
Algemeen
3
2.
Functionarissen
3
3.
Veiligheidsregels
4
4.
Baanreglement
5
BIJLAGEN
I
Belangrijke telefoonnummers (accommodatiegebonden)
II
Calamiteiten- en ontruimingsplan (accommodatiegebonden)
III
Bestuursreglement conform Drank- en Horecavergunning (*)
IV
Uitvoeringsvoorschrift Veiligheidsfunctionaris/Baancommandant
V
Begrippenlijst
*
: conform het KNSA-model Bestuursreglement
1.
Algemeen
1.1
Het bestuur van de Schietvereniging Beilen verplicht zich de veiligheid in en om de schietsportaccommodatie te allen tijde te waarborgen. Ter handhaving van de veiligheid heeft één van de bestuursleden Veiligheid in portefeuille. Het bestuurslid Veiligheid is belast met de volgende zaken: a. In overleg met de plaatselijke brandweer, opstellen en beheren van een calamiteitenplan, inclusief vluchtroutes, meldingen, enzovoorts. b. Aansturen en op de hoogte brengen en houden van de Verenigings Veiligheidsfunctionarissen. c. Houden van toezicht op de correcte naleving van het Veiligheidsreglement.
1.2 1.3
2.
Functionarissen
2.1
Tijdens oefen- en trainingavonden kent de vereniging de volgende functionarissen: a. Dienstdoend bestuurslid b. Verenigings Veiligheidsfunctionaris c. Baancommandant/griffier d. Barbeheerder e. BHV’er of EHBO’er
2.2 Verantwoordelijkheden functionarissen 2.2.1 Het dienstdoend bestuurslid is namens het bestuur verantwoordelijk voor het correct en veilig verlopen van de oefen- c.q. trainingsavond en neemt, indien nodig, de uiteindelijke beslissing bij voorliggende vragen, problemen of situaties. Alle functionarissen zijn aan hem/haar verantwoording verschuldigd. Bovendien is dit bestuurslid gemachtigd om personen de toegang tot de accommodatie te ontzeggen, dan wel te (laten) verwijderen. 2.2.2 De Baancommandant/Griffier is verantwoordelijk voor de uitgifte van munitie, verenigingswapens en schietkaarten. Bovendien deelt hij/zij de bezetting van de schietpunten in. Het dienstdoende bestuurslid is als verenigingsverlofhouder eindverantwoordelijk 2.2.3 De Verenigings Veiligheidsfunctionaris en/of Baancommandant/griffier is verantwoordelijk voor de handhaving van de veiligheid op de schietbaan en op de schietpunten. De Verenigings Veiligheidsfunctionaris is een door het bestuur aangewezen persoon, en deze is als zodanig herkenbaar door middel van een VVF badge. 2.2.4 De Barbeheerder is verantwoordelijk voor de hygiëne in de kantine. 2.2.5 De BHV’er dan wel EHBO’er past bij een ongeval eerste hulp toe en assisteert het dienstdoend bestuurslid bij calamiteiten of bij het uitvoeren van het ontruimingsplan.
3.
Veiligheidsregels
3.1
Bij afwezigheid van zowel de dienstdoend bestuurslid als de Verenigings Veiligheidsfunctionaris mag er niet geschoten worden. De attitude van een sportschutter dient voorbeeldig te zijn en mag geen aanleiding geven tot verwijdering dan wel schorsing. Iedere schutter (lid van de vereniging) dient de door hem of haar meegenomen introducé, te melden en zich te laten identificeren bij het dienstdoende bestuurslid. De introducé moet daarbij een geldig identificatiebewijs overleggen en daarvan moet aantekening worden gemaakt in het introducéregister. Een schutter dient een door hem of haar meegebrachte introducé tijdens het gehele verblijf in de verenigingslocatie te begeleiden en is voor deze introducé verantwoordelijk. Iedere schutter dient alle elementaire en noodzakelijke vaardigheden zelfstandig te kunnen uitvoeren. Dit wil zeggen het kunnen nemen van de veiligheidsmaatregelen, de storingsreactie kunnen uitvoeren en de handelingen volgend op het commando “Start” en “Stop, Stop, Stop” kunnen verrichten. Een wapen dient altijd zodanig behandeld te worden alsof het geladen is. De veiligheid van medeschutters, baanofficials, toeschouwers en van de schutter zelf vereist een voortdurende en zorgvuldige aandacht in de omgang met het wapen en voorzichtigheid bij het zich verplaatsen daarmee over de schietbaan. Zelfdiscipline van iedereen is hierbij onontbeerlijk. Wapens dienen, indien transport noodzakelijk is, geopend vervoerd te worden en extra, voor geweren, met de loop omhoog. Verenigingswapens worden door de Baancommandant geopend, gecontroleerd aangeboden aan de schutter. De schutter levert het wapen idem in. Iedere schutter is verantwoordelijk voor de deugdelijkheid van zijn/haar wapen. Wapens die niet in gebruik zijn, dienen te zijn opgeborgen in een daarvoor bestemde wapenruimte. Dit kan een kast(je), een geweerrek of een kluis zijn. Niemand mag het wapen van een ander aanraken; dit mag uitsluitend worden opgepakt na uitdrukkelijke toestemming hiertoe van de eigenaar. Beginnende schutters mogen uitsluitend schieten onder begeleiding van een daartoe bevoegde persoon (dit is minimaal een door de KNSA opgeleide Basistrainer met een geldige kaderlicentie). Het gebruik van alcohol/drugs door een schutter en functionaris, vóór en tijdens het schieten, is verboden. Na het schieten moet het wapen en magazijn(en) worden ontladen en opgeborgen. Onverpakte wapens zijn slechts toegestaan op het schietpunt en op de daartoe door de diensdoend Bestuurslid, Baancommandant/griffier of Verenigings Veiligheidsfunctionaris, aangegeven plaats. Demonstraties van of met vuur-, respectievelijk luchtdrukwapens, mogen uitsluitend op de schietpunten plaatsvinden. Gebruikers van medicijnen en stoffen die de schietveiligheid kunnen beïnvloeden mogen niet aan schietoefeningen deelnemen. Men dient zich te onthouden van elke handeling die de veiligheid in gevaar kan brengen.
3.2 3.3
3.4
3.5
3.6 3.7
3.8
3.9 3.10 3.11 3.12
3.13 3.14 3.15
3.16 3.17 3.18
3.19 Iedereen die een overtreding van bovengenoemde punten of eventueel ander onveilig gedrag constateert, is verplicht de Baancommandant/griffier of Verenigings Veiligheidsfunctionaris hiervan in kennis te stellen. 3.20 Het richten van een wapen op personen is ten strengste verboden. 3.21 Overtreding van één of meer der bovengenoemde punten kan leiden tot ontzegging van de toegang tot de schietbanen en/of de accommodatie. 3.22 In gevallen waarin dit “Veiligheidsreglement” niet voorziet, beslist het dienstdoend bestuurlid of de Verenigings Veiligheidsfunctionaris bij diens afwezigheid namens het bestuur. 4.
Baanreglement
4.1
Schietbanen zijn overwegend gelijk qua gebruik. Daar waar er aanvullende, dan wel afwijkende bepalingen zijn, moet dit zijn verwoord in een apart voorschrift. Behoudens tijdens internationale wedstrijden, dient iedereen die zich op de schietbaan bevindt, de Nederlandse taal in woord en geschrift machtig te zijn. Toezicht Op iedere schietbaan moet tijdens de uitvoering van schietoefeningen Verenigings Veiligheidsfunctionaris of Baancommandant/griffier aanwezig zijn. Betreden van de baanzool Het betreden van de (schiet)baanzool of delen daarvan mag alleen via de daarvoor bestemde ingang en aanwezige paden geschieden. Het is verboden om zonder toestemming van de Verenigings Veiligheidsfunctionaris of baancommandant/griffer het terrein dat zich bevindt vóór de schietpunten te betreden. Het commando “Stop-Stop-Stop” Op een schietbaan is iedereen die constateert dat de veiligheid in gevaar komt verplicht het NOODcommando “Stop-Stop-Stop” te roepen. Het NOODcommando kan door iedereen gegeven worden en moet als zodanig direct worden opgevolgd Het vuren dient onmiddellijk gestaakt te worden. De schutters dienen dan alleen die handelingen uit te voeren zoals die zijn vastgelegd in de gebruiksaanwijzing voor het wapen waarmee wordt geschoten. Wanneer het commando “Stop, Stop, Stop” is gegeven, mag er geen combinatie van schutters en wapens op de schietpunten aanwezig zijn en moeten alle wapens zijn ontladen! De schutter neemt tenminste 1 meter afstand van het schietpunt en wacht op verdere instructies van de Verenigings Veiligheidsfunctionaris of baancommandant/griffier. Uitsluitend op bevel van de Verenigings Veiligheidsfunctionaris of Baancommandant/griffier mag het vuren worden hervat. Gehoor- en oogbescherming Op schietbanen moet elke daar aanwezige schutter tijdens de schietoefeningen gehoorbeschermende middelen dragen. Afhankelijk van de discipline (in het bijzonder bij de dynamische disciplines) dienen oogbeschermende middelen te worden gedragen door de schutters.
4.2 4.3 4.4 4.5 4.5.1 4.5.2
4.6 4.6.1
4.6.2
4.6.3
4.6.4 4.7 4.7.1 4.7.2
4.8 Munitie 4.8.1 Alleen die munitie mag worden gebruikt die is toegestaan in enige, door de KNSA gereglementeerde of erkende discipline. Bovendien is het slechts toegestaan herladen munitie te gebruiken, indien is herladen volgens de bijbehorende geldende herlaadtabellen en indien de minimale en maximale kruit-ladingen niet zijn overschreden. 4.9 Roken 4.9.1 Het is verboden om op de schietbaan en de schietpunten te roken en/of open vuur voorhanden te hebben. (behoudens bij de verschillende zwartkruit disciplines, mits dit de veiligheid niet in het gedrang brengt). 4.10 Een wapen moet altijd zodanig behandeld worden alsof het geladen is. 4.11 De loop van het wapen (monding) moet altijd in de veilige richting (namelijk van de kogelvanger) gehouden worden. 4.12 Niemand mag het wapen van een ander aanraken; dit mag uitsluitend worden opgepakt na uitdrukkelijke toestemming hiertoe van de eigenaar. 4.13 Een wapen oppakken ten behoeve van schietoefeningen (training) achter de schutters is altijd verboden. 4.14 Tijdens het schieten mag een schutter, met uitzondering van de Verenigings Veilidheidsfunctionaris of Baancommandant/griffier, niet worden gestoord. 4.15 Beginnende schutters mogen uitsluitend schieten onder begeleiding van een daartoe bevoegde persoon. 4.16 Na het schieten moet het wapen en magazijn(en) worden ontladen en opgeborgen. 4.17 Indien van toepassing dient vóór aanvang van het schieten, de zandkogelvanger stofvrij te zijn gemaakt en gecontroleerd te zijn op ricochet. 4.18 Er mag uitsluitend geschoten worden vanuit de schietpunten voor de desbetreffende discipline. 4.19 Op het schietpunt mag zich alleen de schutter bevinden; een uitzondering daarop kan worden gemaakt voor toezicht door een daartoe bevoegd persoon. 4.20 Bij weigering van een schot moet het wapen 30 seconden met de loop (monding) in de richting van de kogelvanger worden gehouden. 4.21 Zodra het signaal “STOP VUREN” hetzij mondeling, hetzij door middel van een geluidssignaal (fluit) of door middel van een lichtsignaal is gegeven, dienen de schutters onmiddellijk het vuren te stoppen en bij het commando “ONTLADEN” onmiddellijk hun wapens volgens de procedures voor luchtwapens en voor vuurwapens, te ontladen. 4.22 Het ontladen van wapens mag uitsluitend geschieden met de loop in de richting van de kogelvanger. 4.23 Het is verboden zich van het schietpunt te verwijderen wanneer het wapen nog geladen is. 4.24 Het is niet toegestaan met een onverpakt eigen wapen de schietbaan te verlaten. (Dit met uitzondering voor de zwartkruit disciplines) 4.25 Het is verboden wapens onbeheerd op de schietpunt achter te laten. 4.26 Instructies van de Verenigings Veiligheidsfunctionaris en/of Baancommandant/griffier dienen onvoorwaardelijk te worden opgevolgd.
BIJLAGEN I
Belangrijke telefoonnummers
II
Calamiteiten- en ontruimingsplan
III
Bestuursreglement conform Drank- en Horecavergunning
IV
Uitvoeringsvoorschrift Veiligheidsfunctionaris/Baancommandant
V
Begrippenlijst
Bijlage I Belangrijke telefoonnummers: Algemeen noodnummer Huisartsenpost
112 0900-1120112
BIJLAGE II CALAMITEITENPLAN
VOOR S.V. Beilen……………………….
Gezien en goedgekeurd door: BRANDWEER: Naam : Adres : Plaats : Afdeling :
Hierbij verklaar ik het ontruimingsplan volgens de geldende eisen en voorschriften getoetst te hebben, en teken ik voor akkoord: Naam:
Datum:
Stempel en paraaf :
Beheerder ontruimingsplan Naam: R.F. Bos Telefoonnummer: 06-54927087 Hierbij verklaar ik op de hoogte te zijn met de inhoud van het calamiteitenplan en de daarbij behorende instructies en teken ik voor akkoord, Naam:
Datum:
Stempel en paraaf :
Van dit calamiteitenplan dient jaarlijks een nieuwe versie bij de brandweer aangeboden te worden.
Inhoudsopgave 1
Algemene gegevens
1.1 1.2 2
11
De vereniging Alarmnummers vereniging Het ontruimingsplan
2.1 2.2 2.3 2.4
11 11 13
Ontruimingsinstructies Taken Veiligheidsfunctionaris Wijze van ontruiming Vluchtwegen
13 13 13 14
3
Maatregelen bij ongelukken
15
4
Maatregelen bij brand
16
4.1 4.2 5
Hoe te handelen bij ontdekking van brand Ontruimen Maatregelen bij incidenten van buitenaf
5.1 5.2 5.3 Bijlage A
16 16 17
Melding Maatregelen Ontruimen
17 17 17 18
Algemene gegevens In dit hoofdstuk zijn de gegevens te vinden van de sportaccommodatie. Ook is aangegeven wie in welke situatie verantwoordelijk is. De vereniging Naam: Schietsportvereniging Beilen Straat: Noordveen 23 Telefoonnummer secretariaat: 0591-372529 Telefoonnummer kantine: 0593-522252 Medewerkers Aantal medewerkers van 07.30 uur tot 17.00 uur : Aantal medewerkers van 17.00 uur tot 23.00 uur : 4 Bezoekers Gemiddeld aantal bezoekers bij training : 35 Gemiddeld aantal bezoekers bij evenementen : Alarmnummers vereniging Hoofd bedrijfshulpverlener1 Functie : Bestuurslid Tel. Privé : Mobiel : Voorzitter Naam : J Kiers Tel. Privé:0593-540805 Mobiel : 06-53292578
Secretaris Naam : A. J. de Vries Tel. Privé: 0591-372529 Mobiel :
Personen met kennis van bedrijfshulpverlening Naam : W Slendebroek Naam : Arthur Andeweg Tel : 0593-541180 Tel : 06-83162801 Naam : Napoleon Bollemeijer Naam : Johan Oosting Tel : Tel : Naam : Victor Jongman Naam : Ad de Munter Tel : 0593-540268 Mobiel: 06-46531347
Tel : 0592-405281
Calamiteitenplan aanwezig op volgende locaties : 1. Bestuurskamer 2. 1
Bij de meeste sportverenigingen verschilt deze hoofd bedrijfshulpverlener per dag. Zorg er daarom voor dat hier een duidelijke omschrijving van is hoe dit geregeld wordt. Let op: wanneer er geen vaste hoofd bedrijfshulpverlener aanwezig is, is het gebruik van een naam niet handig. In plaats van met namen te werken, is het handiger om met functies te werken. De voorkeur dient om ten alle tijden met functies te werken.
3. Alarmnummers hulpverleningsdiensten Algemeen Alarmnummer : 112 Bij geen gehoor politie : 0900-8844 brandweer : 0900-8844 ambulancedienst : 0900-8844 Huisarts : 0593-522333 Spoedgevallen indien geen ambulance nodig: 0900-1120112 Arbeidsinspectie Regio : Adres : Postbus 820 Postcode + Plaats: 3500 AV Utrecht Tel : 0800-5151 Fax : Gasbedrijf Regio : Enexis Adres : Postcode + Plaats: Tel : 0800-9009 Fax : Waterleidingbedrijf : Regio : WMD Adres : Postcode + Plaats: Tel : 0592-854550 Fax : Elektriciteitsbedrijf : Regio : Enexis Adres : Postcode + Plaats: Tel : 0800-9009 Fax :
Het ontruimingsplan Ontruimingsinstructies De ontruiming geschiedt onder verantwoordelijkheid van Verenigings Veiligheidsfunctionars s volgens het vastgestelde ontruimingplan. Het signaal tot ontruiming wordt na opdracht van Verenigings Veiligheidsfunctionaris persoonlijk gegeven. Volg de instructies op en begeef u naar de aangewezen verzamelplaats (zie hoofdstuk 2.5). Bij ontruiming na een bommelding moet iedereen zijn eigen spullen (tassen, jassen enz. meenemen!) Taken Hoofd bedrijfshulpverlener Wanneer een brand uit breekt ontstaan er voor verschillende personen verschillende taken. Hieronder de taken van de Hoofd bedrijfshulpverlener (BHV’er). U wordt gewaarschuwd. Informeer waar de brandmelding vandaan komt, de aard en grootte van de brand en of er eventuele slachtoffers zijn; Bel de brandweer (112) Geef bij de melding door: o Naam vereniging: o Adres: o Telefoon: o Aard van de brand: o Evt. slachtoffers : ja/nee Begeef u naar de brandlocatie ( Deel aan de BHV’ers oranje veiligheidshesjes uit, dit i.v.m. de herkenbaarheid; Geef leiding aan de ontruiming; Laat geen personen meer tot het gebouw toe en houd de hal vrij; Begin indien van toepassing en mogelijk met brandbestrijding; Controleer op 112 gebeld is. Bij arriveren van de brandweer Geef de bevelvoerder van de brandweer korte en duidelijke informatie; Overhandig de plattegrond van het ontruimingsplan; Informeer de voorzitter b.g.g. de secretaris. Let op: ontruiming gaat vóór brandbestrijding. Verloren materiaal kan vervangen worden, levens niet. Wijze van ontruiming De ontruiming van het pand kan overgelaten worden aan de BHV’er. Als Hoofd BHV’er kan je deze taken uitbesteden. Wanneer een gebouw geheel ontruimd moet worden, handel dan volgens de volgende instructies: 1. 2. 3. 4.
Eerst de ruimte waar de brand begonnen is; Vervolgens de ruimte tegenover ruimte met de brandhaard; Hier de ruimtes naast de ruimte met de brandhaar; Hierna de ruimtes tegenover de ruimtes naast de brandhaard;
5. Op deze manier wordt de gehele etage ontruimd. Vluchtwegen Maak gebruik van de vluchtwegen die zijn vastgesteld (zie bijlage A). Bij geheel ontruimen is het verzamelpunt: naam verzamelpunt (zie figuur 3.1) De afstand naar het verzamelpunt bedraagt circa .40. meter. Op de verzamelplaats wordt door de leidinggevenden appél gehouden. Vermissing van personen wordt doorgegeven aan Hoofd BHV’er/brandweer/politie. Let op: dat er geen mensen weg gaan. De brandweer gaat anders opzoek naar mensen in het gebouw die er al niet meer zijn.
Figuur 3.1 : Verzamelpunt
De parkeerplaats naast het gebouw van de muziekvereniging AMDG
Maatregelen bij ongelukken Eerste Hulp Bij Ongelukken (EHBO), tegenwoordig Eerste Hulp Verlening (EHV), is hulp die door leken geboden kan worden in afwachting van meer gespecialiseerde medische hulp. EHBO kan worden verleend in elke situatie die onmiddellijk medisch ingrijpen vereist, maar ook kleinere letsels kunnen door EHBO'ers worden behandeld. Houdt bij het verlenen van EHBO altijd rekening met deze vijf belangrijke punten: 1. Let op gevaar Zorg ervoor dat jezelf, omstanders en het slachtoffer geen gevaar lopen 2. Ga na wat er gebeurd is en daarna wat iemand mankeert Vraag aan het slachtoffer of de omstanders wat er is gebeurd of kijk wat er is op te maken uit de situatie ter plaatse 3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting Een slachtoffer is vaak geschrokken en heeft iemand nodig die hem opvangt en geruststelt; wees rustig en zorgzaam maar ook kordaat. Laat hem/haar zeker niet alleen. 4. Zorg voor professionele hulp Laat een omstander 1-1-2 bellen en laat doorgeven: welke hulpdienst nodig is (ambulance); plaats waarheen de hulp moet komen; wat er gebeurd is; aantal slachtoffers; wat het slachtoffer mankeert. Vermeld ook expliciet of er een reanimatie plaatsvindt. 5. Help het slachtoffer op de plaats waar deze is aangetroffen Door een slachtoffer onnodig te verplaatsen, kan zijn toestand verslechteren.
Maatregelen bij brand Hoe te handelen bij ontdekking van brand 1. Meld de brand! Bel brandweer via 112 Bij de melding vermeldt u: het juiste adres met de plaatsnaam wat er brand of er slachtoffers zijn. 2. Waarschuw personen in de omgeving: door roepen en kloppen door telefoneren via omroepinstallatie 3. Doe deuren achter u dicht om verspreiding van rook en hitte te voorkomen 4. Breng personen die gevaar lopen in veiligheid achter rook- en brandwerende deuren bij grote branden via de dichtstbijzijnde nooduitgang het pand verlaten 5. Blus indien mogelijk met de aanwezige kleine blusmiddelen lees de gebruiksaanwijzing blus op afstand 6. Zorg voor eigen veiligheid (vermijd blootstelling aan rook en hitte) Indien u bent ingesloten: maak kenbaar waar u bent (telefoon, roepen, kloppen) blijf laag bij de grond dicht deuren af met natte doeken. 7. Zorg voor opvang brandweer/politie Geef informatie over: Wat brandt er? Waar brandt het? Is er ontruimd? Zijn er vermisten? Zijn er speciale gevaren, bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen? Zijn er bouwkundige gegevens over het pand beschikbaar? Ontruimen Indien er ontruimd dient te worden neemt de Hoofd BHV’er de leiding op zich en handelt volgens de ontruimingsinstructies (hoofdstuk 2).
Maatregelen bij incidenten van buitenaf Melding Telefonische melding Over het algemeen komt deze ruim voor de te noemen ontploffingstijd. Blijf rustig en probeer zoveel mogelijk te weten te komen. Noteer zoveel mogelijk van deze informatie. Bij ontruiming van pand altijd deze informatie meenemen Schriftelijke melding Brief en/of kaart zo min mogelijk aanraken en, indien mogelijk, verpakken in een plastic hoes, zodanig dat de tekst door het plastic te lezen is. Dit dient ook te geschieden met de enveloppe. Noteren wie de brief en/of kaart hebben aangeraakt. Dit i.v.m. de vingerafdrukken. Maatregelen Degene die het bovenbedoelde telefoontje en/of brief met een bommelding heeft ontvangen, moet direct de politie en de Hoofd BHV’er inschakelen. Verder met niemand over de melding spreken. De Hoofd BHV’ervalarmeert de directie. De Hoofd BHV’er en politie dienen te overleggen hoe ernstig de situatie is en of er ontruimd moet worden. Indien naar aanleiding van het bovengenoemde telefoontje een vreemd voorwerp/tas zonder eigenaar wordt aangetroffen: Blijf er dan vanaf! Ontruimen Indien er ontruimd dient te worden neemt de Hoofd BHV’er de leiding op zich en handelt volgens de ontruimingsinstructies (hoofdstuk 2). Bij ontruimingen van een bommelding dient extra aandacht te worden besteed aan aanvullende instructie voor de medewerkers: De personeelsleden verlaten als laatste de afdelingen nadat zij gecontroleerd hebben of de afdeling daadwerkelijk ontruimd is. Meldt u wel af bij de Hoofd BHV’er; De Hoofd BHV’er verlaat als laatste het gebouw en blijft beschikbaar voor contact met de politie; Verzamelplaats wordt in overleg met de brandweer en de politie bepaald; Indien er een vreemd voorwerp is gezien, probeer dan de juiste plaats te onthouden. Dit geldt voor iedere medewerker, maar in het bijzonder voor degene die als laatste de zaak controleert; Letten op en onthouden van afwijkende dingen die gebeuren zoals het open staan van de nooduitgang, langdurig afgesloten zijn van een toiletruimte e.d. (opschrijven). Altijd de aanwijzingen van politie, brandweer of andere gegeven diensten op te volgen
Bijlage A (Plattegronden met vluchtwegen)
Bijlage III Bestuursreglement conform Drank- en Horecavergunning
Bijlage IV Uitvoeringsvoorschrift Verenigings Veiligheidsfunctionaris/Baancommandant
1.
Algemeen
1.1
De Verenigings Veiligheidsfunctionaris (VVF) en de Baancommandant/griffier(BC) zijn belast met en verantwoordelijk voor de veiligheid en het naleven van het Baanreglement. 1.2 Aangekomen op de baan controleren de VVF en BC meteen op orde, netheid en technische bruikbaarheid en geeft eventuele bijzonderheden door aan het dienstdoende bestuurslid. 1.3 De VVF is duidelijk als zodanig herkenbaar door middel van een bodywarmer met VVF Badge 1.4 Om redenen van efficiëntie kan de functie van VVF worden gecombineerd met die van Baancommandantgriffier. Het dragen van uiterlijke kenmerken wordt in dat geval gehandhaafd. 1.5 Indien de VVF of BC dit wenselijk achten, kan hij/zij zich laten assisteren, om zo de veiligheid te garanderen. 1.6 De VVF of /BC dienen vrij zicht te hebben op alle schietpunten. 1.7 Op elke schietbaan dient een VVF of BC aanwezig te zijn. 1.8 De VVF dient kennis te hebben van het Calamiteitenplan. 1.9 De VVF moet de veiligheidsmiddelen en eventuele andere middelen kunnen hanteren, zoals een brandblusser en schakelingen in de electriciteitsvoorziening. 1.10 De VVF moet de EHBO-kist tot zijn beschikking hebben en tevens in staat zijn deze te gebruiken. 2.
Voorbereidingen
2.1
De VVF en BC dienen op de hoogte te zijn van de algemeen geldende veiligheidsregels, het Veiligheidsreglement en het Baanreglement. De VVF en BC moeten uitleg kunnen geven over de inrichting van de schietbaan en/of de werking en de bediening van de daar opgestelde apparatuur. De VVF en BC dienen op de hoogte te zijn van de bijzonderheden van de schietbaan. De VVF en BC zijn op de hoogte van de te voeren commando’s ten aanzien van veiligheid en de daaraan gekoppelde acties. De VVF en BC dienen technische kennis te hebben van de verenigingswapens. De VVF en BC dienen kennis te hebben van de veiligheidshandelingen ten aanzien van de verenigingswapens. De VVF en BC moeten adequaat kunnen optreden bij wapen- en munitiestoringen.
2.2
2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
2.8
De VVF en BC dienen kennis te hebben van de universele commandovoering op de schietbaan.
3.
Veiligheidsinstructie
3.1
De VVF of BC dient er, vóór aanvang van het schieten, voor te zorgen dat iedere aanwezige op de baan bekend is met de voor die schietbaan geldende veiligheidsbepalingen. Het betreden van de baanzool vóór de schietpunten is alleen toegestaan met toestemming van de VVF of BC. Iedereen die de schietbaan betreedt, dient zich te melden bij de VVF of BC. De VVF of BC moeten in staat zijn adequaat te handelen bij storingen aan elk wapen dat op de desbetreffende baan wordt gebruikt. De VVF of BC dienen, indien de accommodatie daarin niet voorziet, een plaats aan te wijzen waar niet gebruikte wapens en uitrusting kunnen worden neergelegd.
3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4
4.
Coördinatie en activiteiten gedurende de schietactiviteiten
4.1
De VVF of BC is gedurende de activiteiten op de schietbaan aanwezig, houdt toezicht op het naleven van de veiligheidsregels en handhaaft de voorschriften en reglementen. Bij overtreding van de reglementen, corrigeert hij/zij en heeft hij/zij, indien nodig, de bevoegdheid om overtreders te laten verwijderen. Wanneer een schutter handelingen verricht die in strijd zijn met de veiligheid, moet de VVF of BC het schieten onderbreken! De VVF of BC zijn belast met het in goede banen leiden van de bezetting van de schietpunten. De VVF of BC dienen te zorgen voor orde en discipline op de baan. De VVF of BC zien er op toe dat elk wapen dat het schietpunt verlaat, gecontroleerd wordt op “ontladen”.
4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
5
Einde schieten
5.1
Tijdens het opruimen van de schietbaan houdt de VVF of BC toezicht op het naleven van de veiligheidsregels. Na afloop controleert de VVF of BC de baan en rapporteert hij/zij eventuele bijzonderheden aan het dienstdoend bestuurslid. Nadat de VVF of BC de schietbaan in orde hebben bevonden, meldt hij/zij dat bij het dienstdoend bestuurslid, onder vermelding van eventuele bijzonderheden. De VVF of BC verlaten als laatste de baan. De VVF of BC dienen steeds bedachtzaam te zijn op de “3 – O‘s”:
5.2 5.3
5.4 5.5
Onoplettendheid Onvoorzichtigheid Ondeskundigheid
Bijlage V Begrippenlijst Dienstdoend bestuurslid
Eén van de aanwezige bestuursleden
Verenigings Veiligheidsfunctionaris (VVF) en Baancommandant/griffier
Functionarissen, aangesteld door het bestuur van de schietsportvereniging, belast met en verantwoordelijk voor de handhaving van de veiligheid op de schietbaan tijdens oefenen/of trainingsactiviteiten. De VVF is bevoegd om namens het bestuur beslissingen te nemen waarin dit “Veiligheidsreglement niet voorziet”
Baancommandant
-
Functionaris, benoemd door de wedstrijdcommissie van een wedstrijdevenement, verantwoordelijk voor het correct, volgens het KNSA Schiet- en Wedstrijdreglement, dan wel de ISSF-reglementen, laten verlopen van een schietsportdiscipline door het geven van de juiste commando’s
Barbeheerder
-
Door het bestuur van de schietsportvereniging benoemde persoon die bardiensten verricht conform de Drank- en Horecavergunning
Calamiteitenplan/ ontruimingsplan
-
Door het bestuur, in samenwerking met de brandweer opgesteld plan dat in werking treedt bij calamiteiten. De aanwijzingen uit dit plan dienen gevolgd te worden. Dit plan dient regelmatig te worden geoefend
Baanzool
-
De baanzool wordt gevormd door het terrein tussen de zijwallen of zijwanden, gerekend vanaf de nullijn tot aan de kogelvanger.