Veiligheidshuizen
Achtergronden, doelstellingen, borging en verdere ontwikkeling
Veiligheidshuizen
Achtergronden, doelstellingen, borging en verdere
ontwikkelingg
3
4
Inhoud 1.
Voorwoord, door E.M.H. Hirsch Ballin, Minister van Justitie Inleiding
9
1.1 Beleidsprogramma Samen werken, samen leven 1.2 Korte geschiedenis Justitie in de buurt 1.3 Waarom een Veiligheidshuis?
9 9 9
2. 3.
Meerwaarde Veiligheidshuizen Uitgangspunten
11 13
3.1 3.2 3.3 3.4
13 14 15 15
4.
Informatie-uitwisseling in en over Veiligheidshuizen
16
4.1 Informatie-uitwisseling 4.2 Kennisdeling 4.3 Evaluatie
16 16 17
Flexibel netwerk Integreren methodiek in werkprocessen Welke partners doen er mee? Rollen en verantwoordelijkheden
7
5. Aansluiting op Jeugd en Gezin / Zorg- en adviesteams 6. Draagvlak bestuurlijke partners
19 21
6.1 Rol van gemeenten, VNG en G31 6.2 Rol van de provincies
21 21
7.
Regie op de Veiligheidshuizen
22
7.1 Regie 7.2 Sturing
22 22
8. Eerste resultaten
23
Bijlage: adressen en tel. nrs. Veiligheidshuizen
25
5
6
Voorwoord Misdaad is van alle tijden, zegt men wel eens. Hetzelfde geldt voor misdaadbestrijding. Steeds opnieuw moeten we op zoek naar manieren om criminaliteit en overlast tegen te gaan. Daarbij moeten we gebruik maken van alle mogelijke (technologische) middelen en ons baseren op feiten en onderzoek. We kunnen hardnekkige criminaliteit en overlast alleen terugdringen met een brede aanpak. Van preventie tot nazorg, over de hele linie moeten we actief zijn én samenwerken. Het Veiligheidshuis is hier de belichaming van: een netwerk waar verschillende organisaties samenwerken om jongeren en veelplegers op het rechte pad te houden. Hier worden verbindingen gemaakt tussen preventie, repressie, nazorg en zorg. En deze aanpak werkt. Het kabinet heeft daarom de totstandkoming van een landelijk dekkend netwerk van Veiligheidshuizen tot prioriteit verheven. Dit landelijk dekkend netwerk is eind 2009 gerealiseerd. Vanaf 2010 wordt het geborgd en verder ontwikkeld. Deze brochure geeft inzicht in de doelstellingen en achtergronden van de Veiligheidshuizen. Ook wordt aandacht besteed aan de verhouding tussen Veiligheidshuizen, Centra voor Jeugd & Gezin en Zorg- en adviesteams. Sinds maart 2009 is er een landelijke website beschikbaar, die ingaat op de opzet en het functioneren van Veiligheidshuizen. De brochure is bedoeld voor alle betrokkenen: gemeenten, provincies, opsporings- en vervolgingsorganisaties, Bureaus Jeugdzorg, Raad voor de Kinderbescherming, HALT Nederland, Slachtofferhulp, Maatschappelijk Werk, Geestelijke Gezondheidszorg en alle andere organisaties die betrokken zijn bij het werken aan een veiliger samenleving. Al deze organisaties hebben we hard nodig. Alleen samen kunnen we criminaliteit en overlast effectief bestrijden. Veiligheidshuizen bieden een mogelijkheid tot samenwerken waar wij vroeger alleen van konden dromen. Laten we er daarom optimaal gebruik van maken en samen bouwen aan een veilige toekomst. De Minister van Justitie, E.M.H. Hirsch Ballin 7
8
Veiligheidshuizen 1. Inleiding 1.1 Beleidsprogramma Samen werken, samen leven In het beleidsprogramma Samen werken, samen leven (2007) is opgenomen dat in de grotere steden Veiligheidshuizen komen, waarin gemeenten, jeugd- en zorginstellingen, politie en justitie samenwerken bij de aanpak van criminaliteit en overlast. Preventie en repressie worden hierin effectief op elkaar afgestemd. In de brief Veiligheid begint bij Voorkomen, die op 6 november 2007 naar de Tweede Kamer is gestuurd (Kamerstukken II 2007/08, 28 684, nr. 119), werd aangekondigd dat in 2008 en 2009 het aantal Veiligheidshuizen zou worden uitgebreid, zodat uiterlijk in 2009 sprake zou zijn van een landelijk dekkend netwerk. Met de oplevering van het 45ste Veiligheidshuis in december 2009 is dit landelijk dekkend netwerk inmiddels gerealiseerd. De Veiligheidshuizen moeten een bijdrage leveren aan de doelstelling om de criminaliteit en overlast met 25 procent te reduceren en de recidive terug te dringen.
1.2 Korte geschiedenis Justitie in de buurt In 1997 is gestart met Justitie in de buurt (Jib). Uitgangspunt van het Jib-concept was het snel, doelgericht en in nauwe samenwerking met politie en andere (Justitie) organisaties interveniëren bij de criminaliteits- en veiligheidsproblematiek in een specifieke wijk of buurt.In 2004 heeft een ombouw plaatsgevonden naar ‘Jib nieuwe stijl’. De nadruk in het ‘Jib nieuwe stijl’-beleid bleef liggen op de deelname van Justitie aan de wijkgerichte en/of probleemgerichte aanpak, door middel van breed samengestelde veiligheidssamenwerkingsverbanden. Zo’n samenwerkingsverband kan worden ingezet voor een specifiek probleem, maar richt zich niet noodzakelijkerwijs op een afgebakende wijk. Hierdoor werd het mogelijk Jib flexibeler in te zetten. Het Ministerie van Justitie bood een bijdrage in de justitiekosten voor maximaal drie jaar. Als voorwaarde hierbij werd gesteld dat er sprake was van cofinanciering door niet-justitiële organisaties. Op deze wijze kwamen in feite de eerste Veiligheidshuizen tot stand.
1.3 Waarom een Veiligheidshuis? De Veiligheidshuizen die in het kader van ‘Jib nieuwe stijl’ tot stand zijn gekomen, voorzien in een behoefte om gezamenlijk criminaliteitsproblemen aan te pakken door middel van een integrale, persoonsgerichte en/of gebiedsgerichte aanpak. Steeds meer instanties hebben ervaren niet zelfstandig het maximale resultaat uit hun inspanningen te kunnen 9
halen. Samenwerking brengt realisatie van de eigen doelstellingen dichterbij. Het gaat in het Veiligheidshuis dan ook met name om het meer samenhangend en beter afgestemd uitvoeren van reeds bestaande taken. Behalve een duidelijke afstemming in de strafrechtsketen, betekent dit dat er in toenemende mate een verbinding wordt gelegd met de bestuurlijke trajecten (preventie en nazorg) en de zorgtrajecten (met name in de geestelijke gezondheidszorg). Daarnaast bieden de Veiligheidshuizen de mogelijkheid om in te spelen op specifieke lokale problemen en lokale bestuursculturen. Naar aanleiding van deze ontwikkelingen heeft de Minister van Justitie in de zomer van 2007 groen licht gegeven om de methodiek die is ontwikkeld binnen de Veiligheidshuizen vanaf 2008 te borgen en verder te intensiveren door structurele financiering. Daarom is in het project Veiligheid begint bij Voorkomen (VbbV) de uitbreiding van het aantal Veiligheidshuizen opgenomen. Om te komen tot een landelijke dekking, werden de volgende uitgangspunten gehanteerd: • Veiligheidshuizen dienden vooral daar te worden opgezet waar de lokale criminaliteitsen overlastproblematiek zich leende voor een integrale, persoonsgerichte aanpak, waarbij zorg, preventie, repressie en nazorg op elkaar worden afgestemd. Leidende thema’s daarbij zijn: huiselijk geweld, veelplegers en jeugd. Omdat dergelijke problematiek zich veelal in de grote steden manifesteert, werd in eerste instantie aansluiting gezocht bij de grote steden. • De Veiligheidshuizen moesten een regionale functie vervullen en een afgebakend gebied beslaan. In meerdere Veiligheidshuizen gebeurt dit al. Voorbeelden hiervan zijn de Veiligheidshuizen in Noord-Brabant, Zuid-Limburg, Groningen, Friesland en Drenthe en de ketenunits in Amsterdam. In 2010 en 2011 wordt deze regionale functie ook bevorderd in gebieden waar ze momenteel nog niet is gerealiseerd. Zo kunnen uiteindelijk alle gemeenten gebruik maken van de diensten van een Veiligheidshuis. In december 2009 was het landelijk dekkend netwerk van 45 Veiligheidshuizen een feit. Dit heuglijke feit werd op 14 december tijdens een landelijke bijeenkomst in Den Haag gevierd. De Veiligheidshuizen bevinden zich in: Alkmaar, Almelo, Almere, Amersfoort, Amsterdam (5 ketenunits), Arnhem, Bergen op Zoom, Breda, Den Haag, Den Helder, Drenthe (Assen, Emmen, Hoogeveen), Dordrecht, Eindhoven, Enschede, Gooi- en Vechtstreek, Gouda, Groningen, Heerlen, Helmond, Hengelo, ’s Hertogenbosch, Kennemerland, Kerkrade, Leeuwarden, Leiden, Maas en Leijgraaf (Oss e.o.), Maastricht, Noord-Oost Gelderland (Apeldoorn, Doetinchem. Harderwijk, Zutphen), Nijmegen, Rivierenland (Tiel e.o.), Roermond, Rotterdam, Schiedam, Sittard-Geleen, Tilburg, Utrecht, Venlo, Vlissingen, West Veluwe Vallei (Ede e.o.), IJsselland (Zwolle/Deventer), Zaanstreek-Waterland.
10
2. Meerwaarde Veiligheidshuizen Sinds de start van de eerste Veiligheidshuizen is in de praktijk gebleken dat deze een aantal belangrijke voordelen bieden: • Veiligheidshuizen functioneren als een informatieknooppunt waar ketendossiers worden opgebouwd: preventie, repressie en (na)zorg worden met elkaar verbonden. Dit is mogelijk voor individuele gevallen (casusoverleg), groepen (bijvoorbeeld overlastgevende of criminele jeugdgroepen) en voor gebieden. Ketenpartners kunnen gemakkelijker informatie met elkaar delen en bij elkaar binnenlopen om ‘zaken’ te doen rondom een cliënt. • Ketenpartners zijn in een fysieke omgeving eerder geneigd elkaar aan te spreken op gemaakte werkafspraken en toezeggingen. Afspraken over te nemen maatregelen verzanden hierdoor minder snel in de reguliere uitvoeringspraktijk. Voor zover dat wel (structureel) het geval mocht zijn, spreken partners elkaar hier op aan. Dit om te zorgen dat de reguliere uitvoeringspraktijk zich aanpast aan de specifieke aanpak in het kader van het Veiligheidshuis. • Het onderlinge vertrouwen wordt bevorderd, doordat men elkaar en elkaars organisaties beter leert kennen. Dit onderlinge vertrouwen leidt tot betere samenwerking en er ontstaat meer zicht op wat er wel en niet gebeurt. De betrokken organisaties spreken elkaar hierop aan. • De integraliteit en daarmee de kwaliteit van de persoonsgerichte aanpak wordt verhoogd, omdat de partners beter bekend zijn met elkaars mogelijkheden tot interventie en het gebruik dat daarvan wordt gemaakt. • De partners maken gezamenlijk risicoanalyses. • Snelheid en efficiency nemen toe door de gezamenlijke aanpak in het Veiligheidshuis. • Doelgroepen worden benoemd en voor alle fasen in de levensloop worden afspraken gemaakt. Dit geeft de mogelijkheid om al van te voren trajecten af te spreken, die snel uitgevoerd kunnen worden als tegen de betrokken persoon proces-verbaal is opgemaakt. • In een vroeg stadium kan de keuze worden gemaakt tussen dwang en drang.
11
12
3 Uitgangspunten 3.1 Flexibel netwerk In Veiligheidshuizen is sprake van een netwerkstructuur. Verschillende partners uit de sectoren bestuur, strafrecht en zorg werken samen in de aanpak van criminaliteit en overlast. Een netwerkstructuur vraagt om flexibiliteit, want netwerken kunnen per soort probleem verschillen. In de brief Veiligheid begint bij Voorkomen is aangegeven dat extra wordt geïnvesteerd in de samenwerking tussen gemeenten, jeugd- en zorginstellingen, politie en justitie bij de aanpak van criminaliteit en overlast. Het kabinet stimuleert verder dat op lokaal niveau afspraken worden gemaakt over de aansluiting tussen de Centra voor Jeugd en Gezin, Zorg- en adviesteams op scholen en de Veiligheidshuizen. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling geweest om de totstandkoming van een landelijk dekkend netwerk vergezeld te laten gaan van een uniforme blauwdruk voor de wijze waarop de Veiligheidshuizen zouden moeten worden opgezet en wat ze zouden moeten doen. De kracht van de Veiligheidshuizen is immers dat deze op lokaal niveau van de grond zijn gekomen en daardoor zijn toegesneden op de specifieke lokale situatie. Dit blijft het uitgangspunt bij de borging en doorontwikkeling van de Veiligheidshuizen. Wel is bij de opzet van nieuwe Veiligheidshuizen zoveel mogelijk voortgebouwd op reeds bestaande samenwerkingsverbanden en praktijkvoorbeelden. Deze hebben in de bestaande Veiligheidshuizen de afgelopen periode geleid tot een succesvolle samenwerking tussen de verschillende partners. Uitgaande van de bestaande samenwerkingsverbanden en praktijkvoorbeelden, gelden onderstaande uitgangspunten voor de Veiligheidshuizen. • De verbinding tussen lokaal bestuur, zorg- en strafrechtketen, inclusief slachtofferzorg staat centraal. • Om te komen tot een goede afstemming op casusniveau tussen preventie, repressie en nazorg vindt casusoverleg plaats op ten minste de volgende thema’s: jeugd, veelplegers en huiselijk geweld. Daarnaast is in de Veiligheidshuizen voldoende aandacht voor slachtoffers. • In het casusoverleg wordt een persoonsgerichte aanpak besproken. • De persoonsgerichte aanpak houdt ook in dat de omgeving waarin de betreffende persoon leeft (gezin, groep e.d.) erbij wordt betrokken. Dit maakt het mogelijk de aanpak te verbreden en effectiever te maken. Het betekent echter dat er ook voldoende informatie beschikbaar moet zijn over deze omgeving. • Behalve via de persoonsgerichte aanpak kunnen problemen ook gebieds- en/of probleemgericht worden aangepakt. 13
• Er vindt ontwikkeling en borging plaats van gezamenlijke werkprocessen in de deelnemende organisaties. Medewerkers in het Veiligheidshuis hebben voldoende mandaat. • Justitiële partners investeren in de Veiligheidshuizen en dragen zorg voor continuïteit in personele bezetting. Dat betekent dat de formatieve en financiële consequenties van participatie in het Veiligheidshuis door de partners in de bedrijfsvoering geborgd dienen te worden. • Gemeenten dragen bij aan de Veiligheidshuizen, door middel van financiële en materiële inzet, regie op de gemeentelijke en zorginstellingen en het opzetten van preventieve en nazorgtrajecten. In de uitwerking van het Bestuursakkoord tussen Rijk en gemeenten is afgesproken dat gemeenten vanaf 2009 participeren in (constructies als) Veiligheidshuizen, van waaruit de persoonsgerichte aanpak van probleemjongeren wordt vormgegeven. • Partijen maken duidelijke afspraken over ieders inbreng in de Veiligheidshuizen (personeel, financieel en procedureel). In het kader van de doorontwikkeling wordt gewerkt aan een systematiek voor de verdeling van de financiële bijdrage vanuit het ministerie van justitie en de financiering vanuit andere partners. • Daarnaast maken ze concrete afspraken over de te bereiken gezamenlijke resultaten. • De inzet van de justitiepartners wordt afgestemd in het Arrondissementaal Justitieel Beraad (AJB). • Er wordt een verbinding gelegd tussen de Veiligheidshuizen en de (nog niet in alle gemeenten beschikbare) Centra voor Jeugd en Gezin (zie verder in hoofdstuk 6) en de Zorg- en adviesteams (ZAT) op de scholen. • Het Veiligheidshuis zal, gelet op de eerder genoemde voordelen, enige vorm van fysieke samenwerking faciliteren.
3.2 Integreren methodiek in werkprocessen Om de persoonsgerichte aanpak via de casusoverleggen en de integrale maatwerkaanpak te laten slagen, is het van belang deze te integreren in de reguliere werkprocessen van de Veiligheidshuizen. In het kader van de doorontwikkeling wordt onderzocht hoe de werkprocessen vorm hebben gekregen en wat de mogelijkheden zijn om een professionele standaard voor Veiligheidshuizen te ontwikkelen.
14
Daarnaast dienen in het Veiligheidshuis en het casusoverleg medewerkers te zitten met voldoende mandaat, zodat de gemaakte afspraken ook in de backoffice nagekomen worden. Hiervoor is nodig: • landelijke overeenstemming op het niveau van beleidsdirecties en hoofdkantoren; • voldoende betrokkenheid van het middenmanagement op de werkvloer van het Veiligheidshuis. Met de beleidsdirecties en hoofdkantoren van Justitie zijn afspraken gemaakt over deze ketenbrede werkwijze. Bekeken wordt hoe ook met niet-justitiële organisaties hierover afspraken gemaakt kunnen worden.
3.3 Welke partners doen er mee? Welke partners precies in het Veiligheidshuis participeren, kan variëren. Met name de deelname van gemeentelijke organisaties kan verschillen, maar ook die van de justitiepartners. Een aantal organisaties participeert in alle Veiligheidshuizen: gemeente, OM, politie, Raad voor de Kinderbescherming en (jeugd)reclassering. Sommige organisaties zijn (nog) niet in alle Veiligheidshuizen vertegenwoordigd: Halt, bureau Slachtofferhulp en DJI. Verder geven enkele Veiligheidshuizen aan dat partners als Algemeen Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg en GGZ - ‘de zorgpartners’ c.q. hulpverleningsinstellingen - (nog) ontbreken. Over bovenstaande punten maakt het Ministerie van Justitie duidelijke afspraken met het OM, de andere betrokken justitieorganisaties en met gemeenten en zorginstellingen.
3.4 Rollen en verantwoordelijkheden Organisaties en instellingen leveren vanuit hun eigen taken en verantwoordelijkheden een bijdrage aan het Veiligheidshuis. In de samenwerking in het Veiligheidshuis kunnen bij bepaalde partners specifieke problemen in uitvoering of wet- en regelgeving zichtbaar worden. Het blijft de verantwoordelijkheid van de betreffende partner(s) om daar de noodzakelijke maatregelen voor te nemen. Knelpunten in de justitieketen worden behandeld in de Arrondissementale Justitiële Beraden (AJB). Als benodigde maatregelen niet op dit niveau te treffen zijn, vindt opschaling plaats naar de hoofdkantoren of naar het Ministerie van Justitie. Om deze problemen in beeld te krijgen is een duidelijke structuur nodig. Daarvoor zal worden aangesloten bij het landelijke kennisnetwerk (zie hierover meer in par. 5.2).
15
4 Informatie-uitwisseling in en over Veiligheidshuizen 4.1 Informatie-uitwisseling In Veiligheidshuizen vindt overdracht plaats van persoonsgebonden informatie tussen de verschillende betrokken organisaties. In het casusoverleg wisselen de partners informatie uit over verdachten en andere personen die besproken worden. In de meeste Veiligheidshuizen hebben de partners een gezamenlijk registratiesysteem ontwikkeld waarin informatie over deze personen wordt vastgelegd. Meestal betreft dit afspraken die de organisaties maken over individuele trajecten. De binnen de Veiligheidshuizen ontwikkelde registratiesystemen zijn nogal divers van opzet. Er wordt momenteel gewerkt aan een Generiek Casusondersteunend Systeem (GCOS). Dit systeem geeft informatie over het proces en kan verbindingen leggen met andere bronsystemen om relevante informatie in het casusoverleg beschikbaar te hebben. Verder wordt uitgegaan van de lokale behoefte en gekeken hoe de relatie tot de ontwikkeling van bestaande systemen is. Afspraken over het uitwisselen van informatie worden vastgelegd in een protocol. Op basis van de ervaringen binnen Veiligheidshuizen, heeft het Ministerie van Justitie, een privacyhandreiking voor Veiligheidshuizen ontwikkeld, inclusief een modelprotocol. Het modelprotocol is verkrijgbaar via de Helpdesk Privacy (
[email protected]) en is ook geplaatst op de landelijke website www.veiligheidshuizen.nl.
4.2 Kennisdeling Met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) zijn afspraken gemaakt over het bevorderen van kennisdeling. Zo is er inmiddels een landelijke website operationeel (www.veiligheidshuizen.nl), waar alle betrokkenen hun informatie kunnen delen. Op deze site is relevante informatie te vinden, zoals nieuws over de Veiligheidshuizen, voorbeelddocumenten en ‘best practices’. Daarnaast is er ook een fysieke manier van kennisdeling via kenniskringen. Doel van deze kenniskringen is dat een aantal thema’s ten aanzien van Veiligheidshuizen nader wordt uitgewerkt en best practices worden uitgewisseld.
16
De kenniskringen worden op verschillende manieren georganiseerd: • Er worden landelijke bijeenkomsten voor Veiligheidshuizen georganiseerd, aan de hand van concrete thema’s. Veiligheidshuizen zullen hier zelf het initiatief toe nemen. • Bevorderd wordt dat de Veiligheidshuizen in hun eigen regio een gestructureerd overleg voeren. Goede voorbeelden van overleg tussen de coördinatoren van Veiligheidshuizen, samen met gemeenten en provincies, zijn al te vinden in Noord-Brabant en Zuid-Limburg. • Via de website worden de Veiligheidshuizen geïnformeerd over landelijke bijeenkomsten die ook voor hen interessant kunnen zijn (studiedagen, bijeenkomsten VNG, themabijeenkomsten, congressen, etc.). • Landelijke werkgroepen zullen op specifieke thema’s kennis uitwisselen die is opgedaan in de Veiligheidshuizen. Deze kennis kan worden gebruikt bij de landelijke beleidsontwikkeling en bij het benoemen van best practices.
4.3 Evaluatie In 2008 heeft een evaluatie plaatsgevonden van het ‘Jib nieuwe stijl’-beleid. Deze evaluatie functioneert als een nulmeting, waaruit criteria worden ontwikkeld voor een evaluatie van de Veiligheidshuizen in de komende jaren. Aansluiting vindt plaats bij de evaluaties die de afzonderlijke Veiligheidshuizen zelf hebben opgezet. Zo laten meerdere Veiligheidshuizen onderzoek verrichten door een universiteit. In 2010 wordt een vervolgevaluatie uitgevoerd. Het WODC meet jaarlijks de recidivecijfers. Nagegaan wordt of deze meting kan inzoomen op de gebieden die door de Veiligheidshuizen worden bediend. Ten aanzien van de thema’s aanpak jeugdcriminaliteit, veelplegers en huiselijk geweld vinden de komende jaren eveneens evaluaties plaats. De werking van Veiligheidshuizen zal als één van de onderdelen bij deze evaluaties worden betrokken.
17
18
5 Aansluiting op Jeugd en Gezin / Zorg- en adviesteams In 2008 zijn de eerste Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) geopend: laagdrempelige, fysieke inlooppunten waar (aanstaande) ouders, kinderen en jongeren terecht kunnen voor alles aangaande opgroeien en opvoeden. In 2011 moet er een landelijk dekkend netwerk van CJG’s zijn. Elke gemeente heeft straks minimaal één centrum; de grote steden krijgen er meer. De CJG’s moeten zorgdragen voor vroegtijdige signalering van problemen en goed en gecoördineerd advies en hulp op maat. Ze hebben als doelgroep kinderen en jongeren van -9 maanden tot 23 jaar en hun ouders. Alle CJG’s hebben een aantal basisfuncties; daarnaast zijn er meerdere functies die op basis van lokaal maatwerk aan het CJG kunnen worden gekoppeld. Hieronder vallen de Veiligheidshuizen en de Zorg- en adviesteams. Voor een effectieve aanpak van problemen is het noodzakelijk dat de CJG’s en de Veiligheidshuizen verbinding hebben en informatie kunnen uitwisselen. Een CJG opereert preventief en signalerend en doet dit op het terrein van de jeugdzorg. Het Veiligheidshuis opereert signalerend, preventief, bestuursrechtelijk en strafrechtelijk. Voorkomen moet worden dat op basis van de genoemde functionaliteiten onnodige overlap ontstaat tussen het CJG en het Veiligheidshuis. De zorgketen maakt al in belangrijke mate deel uit van het Veiligheidshuis. Daarnaast is de scheidslijn tussen de zorgfuncties van het CJG en het Veiligheidshuis niet scherp te trekken. Belangrijk verschil is evenwel dat het CJG in tegenstelling tot het Veiligheidshuis een ‘inloopfunctie’ vervult waar burgers terecht moeten kunnen. Het is op grond van het voorgaande van groot belang om duidelijkheid te hebben over de verschillende rollen en verantwoordelijkheden, zowel tussen organisaties onderling als richting burgers. Daarbij wordt het een uitdaging om een naadloze aansluiting van de CJG’s en de Veiligheidshuizen te bewerkstelligen. In opdracht van het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het ministerie van Justitie wordt een handreiking ontwikkeld.
19
20
6 Draagvlak bestuurlijke partners 6.1 Rol van gemeenten, VNG en G31 Gemeenten spelen een belangrijke rol in de Veiligheidshuizen. Vooral vanwege hun regie ten aanzien van taken die onder hun verantwoordelijkheid vallen. Gemeenten pakken deze rol steeds meer op en geven deze vorm. Hierbij zijn de volgende elementen van belang: • De wijze van regie: hoe faciliteert de gemeente de Veiligheidshuizen en hoe draagt zij zorg voor de verbinding tussen de verschillende ketens? • Een structurele bijdrage vanuit de gemeente: hoe draagt de gemeente financieel bij, welke personele inzet pleegt de gemeente? • Het Wetsvoorstel regierol gemeenten brengt onder meer met zich mee dat gemeenten een integraal veiligheidsplan (gaan) opstellen, waarin zij richting geven aan de bestuurlijke afstemming en de aansluiting van zorg. Ook de ontwikkeling van Veiligheidshuizen kan deel uitmaken van de veiligheidsplannen. In dit verband is het wenselijk om de veiligheidsplannen in een vroeg stadium af te stemmen met de betrokken ketenpartners, waaronder Justitie. Onder andere door bespreking in het Arrondissementaal Justitieel Beraad. In de uitwerking van het bestuursakkoord Rijk-gemeenten is afgesproken dat de gemeenten met ingang van 2009 participeren in (constructies als) de Veiligheidshuizen, van waaruit de persoonsgerichte aanpak van probleemjongeren vorm krijgt.
6.2 Rol van de provincies Een aantal provincies levert een bijdrage aan de Veiligheidshuizen. Dit gebeurt op verschillende manieren. Zo zijn er tijdelijke subsidiestromen vanuit provincies om gemeenten een extra steun in de rug te geven bij de exploitatie van het Veiligheidshuis. Ook wordt in een aantal provincies gestimuleerd dat gemeenten regionaal samenwerken op het gebied van veiligheid. Dat kan bijvoorbeeld door de opzet van regionale Veiligheidshuizen. De provincie is in een aantal gevallen ondersteunend betrokken bij het tot stand komen van effectmetingen en managementsystemen. Een andere belangrijke rol van de provincie betreft haar wettelijke taak ten aanzien van jeugd en de provinciale aansturing van de Bureaus Jeugdzorg. Gezien de ondersteunende rol die de provincie richting gemeenten heeft en de verantwoordelijkheid van de provincie voor jeugdzorg worden met de provincies afspraken gemaakt over hun rol.
21
7 Regie op de Veiligheidshuizen Alle partners in het Veiligheidshuis leveren, ieder met hun eigen taken en verantwoordelijkheden, een bijdrage. Bij de vorming van het landelijk dekkend netwerk van Veiligheidshuizen en de afspraken over de uitgangspunten die daarbij gelden, is ook de vraag gerezen wie verantwoordelijk is voor het goed functioneren van het Veiligheidshuis als geheel. In de huidige fase van ontwikkeling wordt uitgegaan van twee trekkers, die nevengeschikt zijn: het gemeentebestuur en het Openbaar Ministerie.
7.1 Regie De manier waarop invulling wordt gegeven aan de regie op het Veiligheidshuis is niet landelijk van bovenaf opgelegd, maar wordt zoveel mogelijk overgelaten aan de deelnemende partners op lokaal niveau. Op de landelijke website www.veiligheidshuizen.nl zal het punt van regie nader worden uitgewerkt. Ook wordt in een aantal ‘leertuinen’ onderzoek gedaan naar de interface tussen lokaal bestuur, de strafrechtketen en de zorgketen,
7.2 Sturing In het driehoeksoverleg vindt afstemming plaats tussen het gemeentebestuur (in de persoon van de burgemeester), de strafrechtketen (in de persoon van de (hoofd)-officier van justitie) en de politie. Er worden afspraken gemaakt over de verbinding tussen preventie en repressie. In het Arrondissementaal Justitieel Beraad (AJB) vindt afstemming plaats tussen de justitieorganisaties. In de praktijk werken de meeste Veiligheidshuizen met een stuurgroep, waarin Justitie, gemeente en politie zijn vertegenwoordigd. Deze structuur wordt over het algemeen positief gewaardeerd. Besloten is om deze structuur te handhaven. Vanuit de stuurgroep vindt terugkoppeling plaats naar het driehoeksoverleg. Het AJB blijft het orgaan waar de justitieorganisaties afspraken maken over hun inzet in het Veiligheidshuis.
22
8 Eerste resultaten Vooral de Veiligheidshuizen die al wat langer draaien, kunnen al bogen op goede resultaten: • Zo is in Tilburg (het eerste Veiligheidshuis in Nederland, dat al ruim zes jaar draait) het aantal jongeren dat vóór hun achttiende jaar recidiveert met 50 procent teruggedrongen; ook starten steeds minder Tilburgse jongeren een criminale carrière. • Noord-Limburg (Venlo) boekt goede resultaten met de meersporenaanpak bij huiselijk geweld. Sinds 2007 werd aan 225 gezinnen volgens deze methode hulp aangeboden. In 85 procent escaleerde de situatie sindsdien niet meer tot het niveau van de oorspronkelijke melding. • Dank zij de goede aansluiting tussen de justitieketen en de (opnieuw ingerichte) zorgketen ‘staat’ er in Enschede nu een effectieve veelplegeraanpak. In drie jaar tijd is het aantal zeer actieve veelplegers gereduceerd met circa 33 procent. Het aantal geregistreerde delicten door veelplegers uit deze groep gepleegd nam in deze periode met bijna de helft af (van bijna 600 tot 300). • Ook Maastricht boekt succes met de aanpak van zeer actieve veelplegers. Van de groep die in 2008 instroomde in het ‘geprioriteerde personen traject’, was eind 2009 ruim de helft (56 procent) sindsdien niet meer met politie of justite in aanraking geweest. • Het regionaal Veiligheidshuis Maas & Leijgraaf bereikte een scherpe reductie van de detentierecidive door het goed op poten zetten van de nazorg aan ex-gedetineerden. Van de 198 ex-gedetineerden die tussen 1 januari 2008 en medio september 2009 een nazorgtraject doorliepen, belandden er slechts 16 (circa 8 procent) opnieuw in de gevangenis. • Het Veiligheidshuis Rotterdam timmert hard aan de weg met de aanpak van hardnekkige overlastplegers. Door zaken te ‘stapelen’, kan op speciale kantonveelplegerszittingen een stevige interventie op maat – met elementen van straf én zorg – worden opgelegd. Resultaat: het straatbeeld in het centrum is wezenlijk veranderd. Bij deze cijfers past de kanttekening dat het hier gaat om lokaal gemeten resultaten, waarbij de gehanteerde definities en meetmethoden niet altijd (geheel) overeenstemmen met de wetenschappelijke standaarden, zoals gehanteerd door het Wetenschappelijk Onderzoeken Documentatie Centrum (WODC) van het ministerie van Justitie. Een van de doelstellingen bij de doorontwikkeling van de Veiligheidshuizen is het ontwikkelen van een monitorsysteem, dat de mogelijkheid biedt om op een praktische en eenvoudige manier de resultaten te meten.
23
24
Bijlage: adressen en tel. nrs. Veiligheidshuizen Veiligheidshuis Alkmaar
Mallegatsplein 10 1815 AG Alkmaar 072 5488131 Veiligheidshuis Almelo
Het Baken 1 7600 AA Almelo 053 4556350 Veiligheidshuis Almere
Stationsplein 8 1315 KS Almere 036 5484102 www.veiligheidshuisalmere.nl Veiligheidshuis Amersfoort
Stationsplein 14 3818 LE Amersfoort 030 2234850 www.veiligheidshuisamersfoort.nl Veiligheidshuis Amsterdam
Ketenunit Centrum Beursstraat 33 1012 JV Amsterdam 020 559 6305 Ketenunit Noord Rode Kruisstraat 79 1025 KM Amsterdam 020 559 3870
25
Ketenunit Zuid Gerard Doulaan 2 1181 WS Amstelveen 020 559 3323 Ketenunit Oost Flierbosdreef 15 1102 BV Amsterdam 020 559 2990 Ketenunit West Postjesweg 179 1062 JN Amsterdam 020 559 6445 www.eenveiligamsterdam.nl Veiligheidshuis Arnhem
Eusebius Buitensingel 51 6828 HZ Arnhem 06- 52375268 Veiligheidshuis Bergen op Zoom
Peter Vineloolaan 12-16 4611 AN Bergen op Zoom 0164 272000 www.veiligheidshuis.org Veiligheidshuis Breda
Fellenoordstraat 62 4811 TJ Breda 076 887 2213 www.veiligheidshuis.org Veiligheidshuis Den Bosch
Leeghwaterlaan 2 5223 BA ’s-Hertogenbosch 073 620 77 33 www.samenvoorveilig.nl 26
Veiligheidshuis Den Haag
Johanna Westerdijkplein 109 2521 EN Den Haag 070 3917048 Veiligheidshuis Den Helder
Bastiondreef 4 1784 MR Den Helder 0223 750800 Veiligheidshuis Dordrecht
Burgemeester de Raadtsingel 93c 3311 JG Dordrecht 078 888 23 45 Veiligheidshuis Drenthe
Vestiging Assen Balkengracht 3 9405 CH Assen 06 51338051 www.veiligheidshuisdrenthe.nl Vestiging Emmen Waanderweg 200 7812 HZ Emmen 06 51338051 www.veiligheidshuisdrenthe.nl Vestiging Hoogeveen Raadhuisplein 24 7901 BW Hoogeveen 06 51338051 www.veiligheidshuisdrenthe.nl
27
Veiligheidshuis Eindhoven
Begijnenhof 27 5611 EK Eindhoven 040 238 8100 www.veiligheidshuiseindhoven.nl Veiligheidshuis district Enschede
Gronausestraat 300 7533 BM Enschede 053 48 18 462 www.veiligheidshuizen.nl Veiligheidshuis Fryslân
Zaailand 102 8911 BN Leeuwarden 058 23 41 714 www.veiligheidshuizen.nl Veiligheidshuis Gouda
Middenmolenlaan 1 2807 DL Gouda 0182 58 74 01 www.veiligheidshuizen.nl Veiligheidshuis Groningen
Paterswoldseweg 814 9728 BM Groningen 050 750 40 82 www.veiligheidshuizen.nl Veiligheidshuis district Heerlen
Raadhuisplein 18 6411 HK Heerlen 045 5605200 www.veiligheidshuisheerlen.nl
28
Veiligheidshuis Helmond
Smalstraat 2 5701 NX Helmond 0492 587 987 Veiligheidshuis Hengelo
Willemstraat 74 7551 DN Hengelo 053 4556049 Veiligheidshuis Hilversum
Prins Bernhardstraat 7A 1211 GJ Hilversum 06 20395080 Veiligheidshuis IJsselland
Postbus 611 8000 AP Zwolle 038 496 34 95 Veiligheidshuis Kennemerland
Diakenhuisweg 19 2033 AP Haarlem 088 777 87 50 Veiligheidshuis district Kerkrade
Hoofdstraat 77 6461 CN Kerkrade 045 5436400 www.veiligheidshuiskerkrade.nl Veiligheidshuis Leiden
3e Binnenvestgracht 23 2312 NR Leiden 071 5165231
29
Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf
Raadhuishof 25 5341 HR Oss 0412 668777 www.rvm.nl Veiligheidshuis district Maastricht
Brusselsestraat 84 6211 PH Maastricht 043 3505431 www.veiligheidshuismaastricht.nl Veiligheidshuis Midden Limburg
Buitenop 8 6041 LA Roermond 0475 388 480 www.veiligheidshuismiddenlimburg.nl Veiligheidshuis Nijmegen
Molenveldlaan 59 6523 RJ Nijmegen 024 3299270 NOG Veiligerhuis
Ketenkamers: Harderwijk, Doetinchem, Zutphen, Apeldoorn Postbus 9033 7300 ES Apeldoorn 055 5802053 www.nogveiligerhuis.nl Veiligheidshuis Noord Limburg
Straelseweg 81 5911 CM Venlo 077 3558888 www.veiligheidshuisnoordlimburg.nl
30
Veiligheidshuis Rotterdam
Coolsingel 6 3011 AD Rotterdam 010 2673355 Veiligheidshuis Waterweg Noord
Stadserf 62 3112 DX Schiedam 010 219 1417 Veiligheidshuis district Sittard-Geleen
Groenseykerstraat 23 6161 SC Sittard-Geleen 046 4235560 www.veiligheidshuissittard.nl Veiligheidshuis Rivierenland
Kwelkade 2 4001 RM Tiel 06 51361240 Veiligheidshuis Tilburg
Spoorlaan 448 5038 CH Tilburg 013 5498430 www.veiligheidshuis.org Veiligheidshuis Utrecht
Vrouwe Justitiaplein 1 3511 EX Utrecht 030 2235201 www.veiligheidshuizen.nl Veiligheidshuis Zeeland
Stadhuisplein 12 4382 LG Vlissingen 0118 420410 31
Veiligheidshuis West Veluwe Vallei
Oude Arnhemseweg 2 6711 DV Ede 031 8680112 Veiligheidshuis Zaanstreek Waterland
Gedempte Singelgracht 18 1440 AP Purmerend 06 57546054
32
33
Colofon
Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Justitie I Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Projectdirectie Veiligheid begint bij Voorkomen Postbus 20301 I 2500 EH Den Haag © Rijksoverheid I Maart 2010 34
Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Justitie I Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Projectdirectie Veiligheid begint bij Voorkomen Postbus 20301 I 2500 EH Den Haag © Rijksoverheid I Maart 2010 I B-946