1
Heemschool 1 en 2 BA. 2038 Koning Albertlaan 181 1120 Neder-Over-Heembeek
ONTHAALBROCHURE
VEILIGHEID GEZONDHEID HYGIËNE MILIEU Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
2
INHOUD
Voorwoord
pag. 4
Waarden en doelstellingen
pag. 5
Risico’s
pag.6
Orde en netheid
pag. 7
Roken
pag. 8
Drankgebruik
pag. 9
Hygiëne – EHBO – Ongevallen
pag. 10
Enkele tips
pag. 11
Brand
pag. 12
Wat te doen bij brand
pag. 13
Ontruimingsprocedure
pag. 14
Gevaarlijke stoffen
pag. 15
Nuttige adressen en nummers
pag. 16
Bijlagen
pag. 17
Nuttige telefoonnummers
pag. 18
Te volgen richtlijnen
pag. 19
Bij noodgeval op het internaat/OC
pag. 20
Algemene richtlijnen internaat/OC
pag. 21
Algemene richtlijnen school
pag. 22
Beleidsverklaring inzake geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
pag. 23
Bekendmaking procedure pesten op het werk
pag. 24
Alcohol- en drugsbeleid
pag. 25
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
3
Eén minuut is nodig om een veiligheidsregel te schrijven. Eén uur is nodig om een veiligheidsvergadering te houden. Eén week om een veiligheidsprogramma op te stellen. Eén maand om dat programma uit te voeren. Eén jaar om hiervan resultaat te bekomen. Eén mensenleven om een veilig persoon te worden
En
Slechts één seconde …….. om alles te vernietigen.
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
4
VOORWOORD
Deze bundel werd speciaal voor u opgesteld, om u te helpen bij uw integratie in het nieuwe werkmilieu, bij de uitvoering van uw werk.
Als nieuweling zal u in onze school een reeks regels moeten leren die heersen binnen een gemeenschap, regels waarmee de leden van die gemeenschap zo vertrouwd zijn dat ze zich nauwelijks nog bewust zijn van het bestaan ervan.
Eén van die aspecten van uw werk zal veiligheid zijn. In deze brochure komen ze samengesteld aan bod. Samengevat omdat we wel degelijk beseffen dat de hoeveelheid informatie die u de eerste dagen moet slikken, enorm is.
Toch vinden wij die algemene veiligheidsregels belangrijk. Ze zijn er voor uw en onze veiligheid. Door het volgen ervan probeert men ongevallen te vermijden.
Veiligheidsregels zijn een noodzaak, maar veiligheid gaat verder dan regels alleen. Beschouw veiligheid als iets dat u persoonlijk aangaat, als iets waar u recht op hebt.
Denk zelf bewust na over de veiligheidsaspecten van iedere taak en neem de juiste voorzorgsmaatregelen. Doe dat in de eerste plaats voor uzelf, uw familie, de uw toevertrouwde leerlingen, uw collega’s en uw omgeving.
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
5
WAARDEN EN DOELSTELLINGEN In onze westerse beschaving is het leven van een persoon primordiaal. Het voorkomen van arbeidsongevallen en ziekten hebben dan ook een absoluut humanitair karakter.
Toch gebeuren er ieder jaar in België nog enkele honderdduizend arbeidsongevallen, tienduizend houden er blijvende letsels of verminkingen aan over, ongeveer tweehonderd overlijden. In deze cijfers zijn de wegongevallen niet begrepen.
Ondanks dit alles nemen toch nog veel personen op een zorgeloze en nalatige wijze onverantwoorde risico’s. Meestal kennen ze wel de voorkomingmaatregelen om die risico’s uit te schakelen of te verminderen, maar voelen zij niet de plicht om hun zo belangrijke lichamelijke integriteit ongeschonden te houden.
De gevolgen van een ongeval of een ziekte blijven niet beperkt tot het slachtoffer alleen, maar hebben tevens een weerslag op familieleden, nabestaanden en collega’s.
Vrienden en kennissen zullen in de toekomst nooit dezelfde vriend of collega terugzien.
Tegenover onze leerlingen Voor onze leerlingen wensen wij dat ze gedurende hun schooltijd geen supplementaire belasting, beslommeringen en zorgen krijgen als gevolg van ongevallen. Het menselijke leed tengevolge van ongevallen is vaak onbeschrijflijk. Een goede positieve instelling, een tijdig onderkennen van risico’s, het uitbannen van roekeloosheid en zogenaamde nonchalance zal een gunstig gevolg hebben.
VEILIGHEID = LEVENSHOUDING Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
6
RISICO’S
In de school doet men heel wat inspanning om gevaarlijke situaties te vermijden. Totaal risicovrij maken zal een utopie blijven. Regelmatig zullen nieuwe risico’s opduiken. Om deze tot een minimum te beperken volgt men in grote lijnen onderstaande strategie. In principe wordt zoveel mogelijk gestreefd om in de school geen risico’s binnen te brengen. Dit wil zeggen dat vooraleer iets aangekocht wordt, nagegaan wordt of het om een veilig concept gaat. Veiligheid is evenzeer als kwaliteit en kostprijs een belangrijk argument. In een aantal gevallen vertoont het meest veilige toestel of de meest veilige situatie nog een aantal risico’s. Dan zal men het risico afschermen, neutraliseren of de gebruiker uit de invloedsfeer van het gevaar verwijderen.
Als personeelslid van de school hebben wij, naar onze leerlingen toe, ook een voorbeeldfunctie te vervullen.
Draag uw steentje bij om de risico’s tot een minimum te herleiden. Signaleer gevaarlijke situaties zo vlug mogelijk aan de bevoegde personen. Als er dringende maatregelen vereist zijn, meldt dit dan ook onmiddellijk aan deze personen met de vereiste meldingsformulieren.
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
7
ORDE en NETHEID HET NUT VAN ORDE EN NETHEID Een opgeruimd klaslokaal, internaat en een nette speelplaats hebben een gunstige invloed op het werkmilieu
minder gevaren, minder ongevallen
prettiger werken, betere sfeer
efficiënter werk, minder tijdverlies, betere concentratie met het werk waarmee men bezig is
minder fouten, betere kwaliteit
Hierin ligt een opvoedende taak voor de leerkracht, het opvoedend personeel : Wanneer u het juiste voorbeeld geeft, kan men ook meer eisen stellen aan uw leerlingen.
Zorg ervoor dat het u ter beschikking gestelde lokaal netjes achterlaat.
Durf opruiming en zorg eisen van uw leerlingen.
Schakel bewust de momenten uit waarbij er kans op wanorde ontstaat.
Ruim gemorste producten dadelijk op.
Verwijder struikelgevaar en vermijd uitglijden.
Houd doorgangen, trappen, vluchtwegen, afsluiters, blustoestellen, waterhaspels, toegangen tot bedieningsapparatuur en schakelkasten steeds vrij.
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
8
ROKEN
Wederzijdse verdraagzaamheid, respect voor de individuele vrijheid en hoffelijkheid zijn basisregels uit het Algemeen Reglement Arbeidsbescherming (ARAB).
Sinds 1 januari 2005 geldt er een absoluut rookverbod in onze school.
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
9
DRANKGEBRUIK
Het is VERBODEN alcoholische en sterke dranken te gebruiken op school. (alcohol- en drugsbeleid zie bijlage)
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
10
HYGIËNE –EHBO – ONGEVALLEN
Hygiëne Schadelijke en gevaarlijke stoffen dienen buiten het bereik van leerlingen te staan. Zorg ervoor dat wasplaatsen en toiletten zuiver blijven, maak hiervoor indien mogelijk duidelijke afspraken met de leerlingen. Hou toezicht op de hygiëne en de netheid van de leerlingen. Besteed aandacht aan de persoonlijke hygiëne van de leerlingen door bvb. het wassen van de handen e.d. Denk in verband hiermede ook aan uw persoonlijke hygiëne.
EHBO Wees bewust dat zelfs het kleinste letsels, hoe onbeduidend het ook schijnt, onmiddellijk moet verzorgd en gemeld worden. Het niet verzorgen van kleine verwondingen kan leiden tot ernstige verwikkelingen. Het toedienen van de eerste zorgen mag enkel gebeuren door een nijverheidshelper. Deze persoon heeft een opleiding genoten waardoor hij hulp kan bieden in geval van levensbedreiging. Het is dus van levensbelang dat u weet wie deze persoon is, waar en hoe hij/zij te bereiken is. Bij een ernstig ongeval op school moet je onmiddellijk de verpleegster en het secretariaat verwittigen. Zij zullen dan de medische dienst of ambulance oproepen.
Ongevallen Wat te doen ? Onschuldige verwondingen mag een personeelslid verzorgen, de eerste zorgen toedienen enkel door een verpleegster of een nijverheidshelper. Bij ernstige verwondingen,…zal er zo snel mogelijk medische hulp ingeroepen worden. Dit kan u door de verpleegster en het secretariaat te verwittigen. Belangrijk is dus zeker te weten waar zich in de onmiddellijke omgeving een telefoontoestel bevindt. Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
11
Enkele tips samengevat :
Bij een ongeval hulp bieden en indien nodig hulp inroepen van de nijverheidshelper. Vergeet ook niet te verwittigen, de verpleegster en het secretariaat indien de dienst 100 dient opgeroepen te worden.
Niets ondernemen dat het slachtoffer in gevaar kan brengen (een ondoordachte handeling kan catastrofale gevolgen hebben).
Een tweede ongeval voorkomen
Toegangswegen vrijhouden
De gekwetste geruststellen.
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
12
BRAND Brand is zowel voor een school als voor thuis een permanent aanwezig risico. Niet alleen installaties, machines, gebouwen kunnen vernietigd worden, maar ook belangrijke documenten en gegevens. De materiële verliezen zijn echter te verzekeren, te vervangen of te herstellen. Hetgeen mensen bij brand kan overkomen is met geld niet te vergoeden. Het meest efficiënte is niet brand te blussen, maar deze dagelijks te voorkomen. Aan de basis van elke brand ligt de mens met zijn : onwetendheid – onvoorzichtigheid – onverschilligheid – opzettelijkheid. Brand is een bestendige bedreiging, een latent gevaar, dat met alle middelen moet bestreden worden. Perfecte brandpreventiemaatregelen en bestendig nazicht zijn de beste middelen om brand te weren. U bent allen aangewezen om deze verantwoordelijkheid op u te nemen en om deze taak tot een goed einde te brengen. Dat het doeltreffend moet gebeuren is vanzelfsprekend. Eens de brand ontstaat, ontwikkelt hij zich en plant zich razend snel voort.
Enkele aandachtspunten en tips :
rook niet op plaatsen waar dat verboden is
hou steeds de brandbestrijdingsmiddelen en alarmeringsinrichtingen vrij
stel u op de hoogte van de plaats en het gebruik van blustoestellen
zorg dat ontvlambare stoffen en licht brandbaar materialen voldoende verwijderd zijn van iedere warmtebron
vermijd het opstapelen van papier, karton,… op daartoe niet voorziene plaatsen in de school
schakel elektrische apparaten en machines na gebruik uit en zeker op het einde van de schooldag
defecte of beschadigde snoeren, machines of toestellen onmiddellijk uitschakelen en de bevoegde personen verwittigen. Plaats nooit zonder enige maatregel of actie de defecte toestellen terug in de kasten
gebruik nooit water voor het blussen van elektrische branden
zorg dat de hoofdschakelaar voor elektriciteit en gas steeds goed bereikbaar zijn
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
13 WAT TE DOEN BIJ BRAND ? De meeste branden beginnen klein. Door een snel en accuraat optreden kan de brand wellicht in de kiem gesmoord worden. Het is zeer belangrijk dat u de instructies bij brand goed kent. Vermijd paniek, handel kordaat en correct !
Eerste belangrijke stap : het melden van een brand Aan het secretariaat MPI : toestelnummer 121 of 122 of 171 Aan het secretariaat Buso : toestelnummer 134 Aan de directeur MPI : toestelnummer 129 Aan de directeur Buso : toestelnummer 133 Aan de beheerder/contactpersoon : toestelnummer 160 VERMELD brand plaats ernst van de brand – vlammen – zichtbaar eventuele gekwetsten je naam Indien de brand snel bestreden kan worden voorkomt men veel schade maar misschien ook wel veel leed. Op heel wat plaatsen in de school zijn haspels en blusapparaten aanwezig. Deze zijn echter nutteloos als men ze niet doeltreffend kan gebruiken. Iedereen zou dan ook moeten weten waar de dichtstbijzijnde snelblusser of muurhaspel te vinden is en hoe ze werken. Opgelet : tracht alleen maar de brand te blussen indien je zelf niet in gevaar komt ! Indien er echter gevaar dreigt, is het noodzakelijk dat iedereen het gebouw verlaat. Een vlotte evacuatie kan van levensbelang zijn. Mensen die geïnformeerd en getraind zijn, zullen minder snel in paniek geraken. Daarom zijn er jaarlijks evacuatieoefeningen. Zorg dat u de mogelijke vluchtwegen kent. Ze zijn aangeduid met officiële pictogrammen of waarschuwingstekens. Lees regelmatig de instructies richtlijnen bij brand of onheil, kennis noodzakelijk voor een snelle evacuatie (aanwezig in ieder lokaal). Wat moet je zeker NIET doen ?
een lokaal betreden dat vol rook zit nooit vensters en/of deuren laten openstaan nooit naar de plaats van de brand teruggaan vooraleer deze is vrijgegeven door brandweer of preventiedienst blussen met water op elektrische installaties bezittingen verzamelen en meenemen
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
14
ONTRUIMINGSPROCEDURE Wat te doen ?
bij het horen van het alarmsignaal onderbreek dan onmiddellijk de les, schakel machines en apparatuur uit, sluit vensters en beveel de leerlingen om het klaslokaal in stilte te verlaten, boekentassen of jassen worden niet meegenomen, controleer of alle leerlingen uit de klas zijn (leerlingenlijst meenemen)
dan trek je de deur dicht en plaats je vooraan de leerlingen
de evacuatieweg is de gekende vluchtweg indien de veiligheid dit toelaat
u begeeft zich met de aan uw toezicht toevertrouwde leerlingen naar de verzamelplaats van de klas
controleer nogmaals de aanwezige leerlingen en meld ontbrekende leerlingen (niet de afwezige) aan de evacuatieverantwoordelijke of aan het crisisteam
de evacuatieverantwoordelijke beslist over de noodzaak van het verlaten van het schooldomein. U verplaatst zich dan samen met de uw toevertrouwde leerlingen naar een veiligere plaats, daar blijft u wachten tot nadere instructies
niemand keert terug naar het schooldomein of de klas zonder uitdrukkelijke toelating !
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
15
Gevaarlijke stoffen Zowel thuis als op school kan men wel eens gebruik maken van gevaarlijke producten. Wie heeft er thuis geen benzine, white-spirit of een ontstoppingsmiddel staan ? Bij het werken met gevaarlijke producten dient men steeds een aantal regels in acht te nemen.
lees aandachtig de etiketten aangebracht op de verpakking en volg de veiligheidsinstructies op, maak gebruik van de technische fiches MSDS (Material Safety Data Sheet)
indien je bespat werd door één of ander product, trek dan steeds de aangetaste kledij uit en spoel de huid overvloedig met water
verwijder nooit etiketten van een verpakking en zorg dat deze steeds goed leesbaar blijven
hou je steeds aan de instructies wat betreft voorraad, manier van opslaan en transport van gevaarlijke producten
meng nooit producten waarvan je niet met zekerheid weet of menging toegelaten is
gebruik steeds de voorziene recipiënten : melk-, bier- en limonadeflessen zijn verboden voor gevaarlijke producten
controleer nooit onbekende producten door eraan te ruiken of te voelen
gebruik indien nodig de geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen
rook niet tijdens het werken met producten en was steeds je handen na gebruik
laat geen recipiënten open staan, maar sluit degelijk af
Etikettering Op elk etiket staat vermeld : R – zinnen : risico’s van dit product vb. R1O = ontvlambaar S-zinnen : safety (welke voorzorgen te nemen) vb. S5 = onder water bewaren
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
16
Onthaalbrochure Preventie en Welzijn
Nuttige adressen en nummers
Algemeen directeur (werkgever) Adres Scholengroep
School
Directeur Heemschool 1 Directeur Heemschool 2 en domeinver. Gemeenschappelijke Preventiedienst Gemeenschapsonderwijs Preventie adviseur Contactpersoon preventiedienst Arbeidsgeneesheer Verpleegsters
EHBO Nijverheidshelpers
Dhr. Jacky GORIS Scholengroep 8 Oudstrijderslaan 200 – 1140 Evere Tel. : 02/702.30.61 HEEMSCHOOL 1 en 2 Koning Albertlaan 181 – 1120 Brussel Tel. : 02/262.02.60 Fax : 02/268.84.40 Mevr. Weyn Vanessa Dhr. Gastemans Peter J. De Lalaingstraat 28 – 1040 Brussel Tel. : 02/790.96.45 Fax : 02/790.96.94 Mevr. Elsie Van Rossem Mevr. Nadia Vandenbosch - beheerder Oproepnummer : 160 Dr. Cornelis Nico Mevr. Daisy Cortebeeck – oproepnr. : 137 Mevr. Martine Groffils – oproepnr.: 137/163 Mevr. Christine Dekindt – opr. : 137/163 Mevr. An Vermeulen – oproepnr. : 139 Mevr. Ellen Marcelis (internaat) Mevr. Nancy Van Kerckhove (internaat) Mevr. Caroline Moyaert (dagschool – 126) Mevr. Sonia De Lombaert (secr. – 134) Dhr. Patrick Persyn (kine – 132) Dhr. Bart Pauwels (dagschool – 135)
Attest brandbestrijding en gebruik van kleine Mevr. Sonia De Lombaert (secr. – 134) blusmiddelen Dhr. Danny Van Ossel (lkr. BUSO)
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
17
BIJLAGEN
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
18
NUTTIGE TELEFOONNUMMERS SOS-NUMMERS
Medische spoeddienst :
100 of 112 (GSM)
Brandweer :
100 of 112 (GSM)
Politie :
101
Ongeval/agressie :
112
Tele-onthaal :
106
Zelfmoordpreventie :
02/649.95.55
Child focus :
1160000
BELANGRIJKE HULPDIENSTEN Rode Kruis-Vlaanderen :
105
Het Vlaamse Kruis :
0474 62 62 62
Antigifcentrum :
070 245 245
Brandwondencentrum :
02/ 268 62 00 // 09/240 34 90 03/217 71 11
Apothekers (wachtdienst info) :
0900 10 500
Huisartsen (wachtdienst)
02/479 18 18
INLICHTINGEN België :
1207
Buitenland :
1024
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
19
Te volgen richtlijnen in geval van: brand en/of alarm Bij Brand: Waarschuwen Verwittig: 121of 122 of 129 of 134 of 133 of 160 (tijdens school). Sluit ramen en deuren Schakel energiebronnen uit
Bij Alarm: Evacueren Laat alles liggen Gebruik geen liften Volg de vluchtweg: “Uitgang”
“Nooduitgang”
Verzamelen Begeef u naar de verzamelplaats. Controleer of iedereen er is Keer nooit terug
Nuttige telefoonnummers Verantwoordelijke waarschuwing: zie hierboven Brandweer: 100 of 112 (GSM) Ziekenwagen: idem Rijkswacht / Politie: idem
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
20
BIJ NOODGEVAL op het internaat en O.C. MELDING tijdens avonden, weekends en vakanties Bij noodgeval : 100 Doorgeven van adres :
MPIGO heemschool Beizegemstraat 132 (achterkant school) 1120 Brussel
Na het oproepen van de 100 opent een personeelslid de poort achteraan (kant internaat) en blijft de 100 opwachten.
(Zoals iedereen weet : sleutel van poort achterkant school aan roze kipling sleutelhanger)
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
21
ALGEMENE EVACUATIERICHTLIJNEN internaat/OC 1. Blijf kalm ! 2. Laat alles liggen. Geen boekentassen/zakken meenemen. 3. Schakel alle apparaten, gas en drijfkracht uit. 4. Onderbreek alle telefoongesprekken, hou de buitenlijnen vrij. 5. Sluit de vensters. 6. Laat het licht aan. 7. Verlaat het lokaal/slaapzaal en doe de deur dicht (niet afsluiten). 8. Volg de normale weg naar de speelplaats/verzamelplaats. 9. Loop niet. 10. Neem nooit de lift. 11. Indien de weg versperd is, neem een andere vluchtweg (vb. nooduitgang). 12. Ga naar de verzamelplaats (speelplaats) en keer nooit terug (aanwezigheidsregister meenemen). 13. Stel je internen op en kijk of er geen afwezigen zijn door naamafroeping. 14. Deel je bevindingen mee aan de directeur/beheerder of zijn afgevaardigde. 15. Geef de naam van je leefgroep, het nummer van het ontruimde lokaal en het aantal aanwezige internen (+ afwezigen + vermisten) 16. Na controle verzamelen met je leefgroep op een veiligere plaats. 17. Blijf bij je internen en wacht bevelen af van de hulpdiensten / brandweer of evacuatieleiding.
BIJ BRAND WAARSCHUWEN VERWITTIG : 100 en 0477/77.76.34 (beheerder) of 0474/40.18.97 (hoofdopvoedster OC)
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
22
ALGEMENE EVACUATIERICHTLIJNEN (school) 1. Blijf kalm ! 2. Laat alles liggen. Geen boekentassen meenemen. 3. Schakel alle apparaten, gas en drijfkracht uit. 4. Onderbreek alle telefoongesprekken, hou de buitenlijnen vrij. 5. Sluit de vensters. 6. Laat het licht aan. 7. Verlaat het lokaal en doe de deur dicht (niet afsluiten). 8. Volg de normale weg naar de speelplaats. 9. Loop niet. 10. Neem nooit de lift. 11. Indien de weg versperd is, neem een andere vluchtweg (vb. nooduitgang). 12. Ga naar de verzamelplaats (speelplaats) en keer nooit terug (leerlingenlijst meenemen). 13. Stel je leerlingen op en kijk of er geen afwezigen zijn door naamafroeping. 14. Deel je bevindingen mee aan de directeur of zijn afgevaardigde. 15. Geef de naam van je klas, het nummer van het ontruimde lokaal en het aantal aanwezige leerlingen (+ afwezigen + vermisten) 16. Na controle verzamelen met je klas op een veiligere plaats. 17. Blijf bij je leerlingen en wacht bevelen af van de hulpdiensten / brandweer of evacuatieleiding.
BIJ BRAND WAARSCHUWEN VERWITTIG : 121 of 122 of 171 of 134 of 160 of 129 of 133
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
23
Scholengroep BRUSSEL BELEIDSVERKLARING INZAKE GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK De scholengroep Brussel streeft naar een werkklimaat waar geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag geen deel van uitmaken. Doel is dat iedereen gevrijwaard blijft van ervaringen met dergelijke – zowel interne als externe – ongewenste omgangsvormen op de werkplek. Om dit doel te bereiken opteren we voor een strategie gekenmerkt door : -
de aanpak van de mogelijke oorzaken van dergelijk gedrag de opvang van de slachtoffers het beperken van eventueel ontstane schade.
De ontwikkeling van dit beleid wordt toevertrouwd aan het basiscomité en het tussencomité op het niveau van de scholengroep, die bestaan uit vertegenwoordigers van de werknemers en werkgever, en die rechtstreeks verantwoording afleggen aan de inrichtende macht. Het basiscomité en het tussencomité hebben de bevoegdheid problemen te identificeren, maatregelen voor te stellen en deze te laten uitvoeren. Elke werknemers wordt betrokken bij de ontwikkeling van dit beleid en heeft dus ook het recht suggesties hieromtrent te doen. Al wie meent het slachtoffer te zijn van feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, kan zich richten tot de preventieadviseur voor deze materie of de vertrouwenspersoon die hem bijstaat. Deze probeert in eerste instantie beide partijen met elkaar te verzoenen. Dergelijke informele procedure is het minst ingrijpend voor alle partijen.
Brussel, 13 maart 2003
Jacky Goris Algemeen directeur
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
24
Aan de instellingshoofden van de Scholengroep
UW REFERTE :
ONZE REFERTE:
SGR8/JG/mc/DB.AD/03137 VRAGEN NAAR:
TELEFOONNUMMER / E-MAIL :
Herman Van Rossem
02/727 06 80
[email protected]
BETREFT
BIJLAGE(N):
2 DATUM:
13 .03.2003
: Bekendmaking procedure pesten op het werk
Geachte collega Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op de werkvloer zijn geen nieuwe fenomenen. De beleidsverklaring die terzake door de scholengroep werd opgesteld (bijlage 1) en die ertoe strekt een werkklimaat te creëren waar deze fenomenen afwezig blijven, dient te worden opgenomen in het schoolwerkplan en het schoolreglement van elke instelling. Uiteraard sluit deze beleidsverklaring nauw aan bij het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs. Een personeelslid dat het slachtoffer meent te zijn van dergelijk gedrag, kan zich met zijn klacht wenden tot zijn hiërarchische overste of tot een collega, die fungeert als informele contactpersoon binnen de school. Indien het probleem echter niet kan opgelost worden binnen de school of de instelling, kan de hierna beschreven procedure, die door de wetgever verplicht aan alle werkgevers werd opgelegd met ingang van 1 januari 2003, een oplossing bieden. Het Koninklijk Besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (zie bijlage 2), bepaalt dat elke werkgever een preventieadviseur, bevoegd voor deze problematiek, dient aan te stellen. Deze preventieadviseur kan zich laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. In uitvoering van dit KB besliste de Raad van Bestuur op 18 december 2002 de heer Herman Van Rossem aan te stellen als preventieadviseur bevoegd voor deze problematiek. Hij zal zich hierbij laten bijstaan door mevrouw Jo Pâques, mandaathouder CLB, psychologe, die als vertrouwenspersoon zal fungeren. Bijgevolg kan voortaan elk personeelslid dat meent het slachtoffer te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, zoals gedefinieerd in artikel 2 van het KB van 11 juli 2002, zich met zijn klacht wenden tot de heer Herman Van Rossem, preventieadviseur, of tot mevrouw Jo Pâques, mandaathouder CLB. Deze procedure is toegankelijk voor alle personeelsleden, ongeacht hun statutaire toestand : m.a.w. zowel voor statutaire, contractuele als voor geco-personeelsleden. De klacht dient m.a.w. niet via hiërarchische weg geleid te worden. De heer Van Rossem kan worden bereikt op het telefoonnummer 02/727 06 80, of schriftelijk, met de vermelding “strikt vertrouwelijk” op volgend adres : De heer Herman Van Rossem - Preventieadviseur Oudstrijderslaan 200 1140 Evere.
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
25
Alcohol- en drugsbeleid1 in het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Beleidsverklaring Algemene doelstelling Met onderstaande beleidsverklaring wensen de scholengroepen van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap te anticiperen op toekomstige regelgeving, m.n. de mogelijke uitbreiding van CAO nr. 100 over een ‘preventief alcohol- en drugsbeleid in de onderneming’ naar de openbare sector. Deze CAO nr. 100 verplicht elke organisatie uit de private sector om uiterlijk 1 april 2010 over een preventief alcohol- en drugsbeleid te beschikken. Deze beleidsverklaring is in principe algemeen geldend. De verdere uitwerking van maatregelen en procedures gebeurt op basis van goede praktijken van de projectgroep en moet geconcretiseerd worden op het niveau van elke scholengroep. In dat verband moet rekening worden gehouden met de cultuur en de specifieke arbeidsinhoud en arbeidsomstandigheden. Specifieke doelstelling Het voeren van een beleid om het welzijn en de veiligheid van onze personeelsleden bij de uitvoering van hun werk te bevorderen, is een geïntegreerd onderdeel van het algemeen beleid van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Het gebruik van alcohol of andere drugs op het werk is één van de factoren die de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van het personeel en zijn omgeving negatief kunnen beïnvloeden. Bovendien kan het gebruik ook een negatieve impact hebben op de productiviteit en de kwaliteit van het werk en kan het imago van ons net en van “Scholengroep 8” erdoor geschaad worden. Het uitwerken van een alcohol- en ander drugsbeleid binnen het GO! heeft als doel het welzijn en de veiligheid van de personeelsleden te bevorderen. Onze personeelsleden behartigen het belang van het onderwijs, van de leerlingen, de cursisten en van de consultanten. Vanuit onze pedagogische en didactische werkomgeving en de specifieke risico’s die het gebruik van alcohol of drugs hierdoor voor de veiligheid van de leerlingen, cursisten, consultanten, collega’s, ouders, voordrachthouders, bezoekers inhoudt, is een expliciet preventief alcohol- en ander drugsbeleid met een nultolerantie inzake gebruik als uitgangspunt noodzakelijk. Hiermee wordt een voorbeeldfunctie gesteld voor leerlingen, cursisten, ouders, voordrachthouders, bezoekers, klanten en personeelsleden van aannemers binnen onze instelling.
1
Het beleid heeft betrekking op alle middelen ( o.a. (il)legale drugs en medicatie) die een gedragsverandering met zich mee kunnen brengen en/of die een risico op afhankelijkheid van het product met zich mee dragen.
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
26
De nadruk wordt gelegd op een preventieve aanpak. Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en “Scholengroep 8” willen met dit beleid het disfunctioneren op het werk tengevolge van alcohol- of drugsgebruik bespreekbaar maken, het voorkomen en verhelpen. Er worden duidelijke regels over beschikbaarheid en gebruik van alcohol- en andere drugs op het werk uitgewerkt. In de verdere ontwikkeling van het beleid wordt tevens aandacht besteed aan voorlichtingactiviteiten en vormingsinitiatieven met als doel alle personeelsleden te sensibiliseren en op de hoogte te brengen van het alcohol- en drugsbeleid. Er zullen praktische procedures uitgewerkt worden om te ageren als er zich toch problemen voordoen ten gevolge van alcohol- of ander drugsgebruik. Hierbij zullen de hulpverleningsmogelijkheden nader omschreven worden. Het alcohol- en ander drugsbeleid binnen het GO! steunt op onderstaande uitgangspunten en doelstellingen:
Het beleid geldt voor iedereen.
Het beleid houdt een verbod in op het gebruik van alcohol of andere drugs tijdens het werk en voorkomt dat medewerkers zich aanbieden op het werk onder invloed van alcohol of drugs.
Na het goedkeuren van deze beleidsverklaring zal in een tweede fase de omstandigheden en de voorwaarden afgesproken worden waaronder afwijkingen op dit principieel verbod mogelijk zijn (denk aan school- of personeelsfeest, scholen met horeca-opleidingen, hotelscholen, volwassenenonderwijs, …).
Voor veiligheidsfuncties of functies met verhoogde waakzaamheid zijn geen uitzonderingen mogelijk. Voor deze functies geldt een absolute nultolerantie.
Het beleid wil voorkomen dat sociaal gebruik (in de privésfeer) overgaat in probleemgebruik. Daarom zal er bijzondere aandacht gaan naar een zo vroeg mogelijke herkenning van probleemsituaties, met bijzondere aandacht voor de bepalende rol van de “hiërarchische lijn” hierin.
In het beleid staan het functioneren, de werkomgeving en de werkrelaties centraal. Dit betekent dat de “hiërarchische lijn” het personeelslid niet confronteert met het (vermoedelijk) gebruik zelf, maar wel met de mogelijke gevolgen ervan in de werksituatie. Deze gevolgen kunnen zowel betrekking hebben op de prestaties als op de werkomgeving van het personeelslid.
Het beleid sluit aan bij de bestaande structuren en instrumenten om het functioneren te bespreken zoals opgenomen in het arbeidsreglement, de functiebeschrijving, de orde- en tuchtprocedure en het ontslag.
Het beleid heeft betrekking op alle middelen die een gedragsverandering met zich mee kunnen brengen en/of die een risico op afhankelijkheid van het product met zich mee dragen. Het gaat dus meer bepaald over alcohol, drugs en medicatie die het functioneren negatief beïnvloeden.
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)
27
Het beleid wil een aanpak uitschrijven voor zowel acuut als chronisch overmatig gebruik. De aandacht wordt dus niet enkel op de afhankelijkheidsproblematiek gericht maar ook op eenmalig of incidenteel overmatig gebruik. Er zullen hiertoe ook een werkwijze en een procedure vastgelegd worden die bij vaststelling van alcohol- of ander druggebruik van een personeelslid moeten gevolgd worden met betrekking tot het vervoer van de betrokkene naar huis, zijn begeleiding en de kostenregeling;
Behandeling van personeelsleden met een afhankelijkheidsproblematiek berust op vrijwillige basis. Het verbeteren van het eigen functioneren blijft een plicht van de werknemer zelf.
Er wordt een aanpak uitgewerkt voor een adequate opvang en begeleiding van probleemgebruikers, in overleg met de preventiedienst(en) en de curatieve sector. Een informeel onderhoud met de vertrouwenspersoon is te allen tijde mogelijk op dezelfde wijze als bepaald in het arbeidsreglement in geval van grensoverschrijdend gedrag.
Het beleid is een meerkansenbeleid (graduele aanpak). Als de werkprestaties niet verbeteren en eventuele begeleiding niet werkt, kunnen er sancties genomen worden zoals bepaald in het arbeidsreglement.
De hierboven opgesomde doelstellingen en acties gelden voor alle personeelsleden, stagiairs en vrijwilligers van de “Scholengroep 8”. “Scholengroep 8” is van mening dat de uitvoering van dit alcohol- en drugsbeleid een gedeelde verantwoordelijkheid is van alle personeelsleden. Van iedereen wordt dan ook verwacht, binnen de hem of haar toebedeelde taken en verantwoordelijkheden, mee te werken aan de realisatie van deze doelstellingen en acties. Iedereen zal dan ook de nodige informatie, opleiding en middelen krijgen om deze taken en verantwoordelijkheden aan te kunnen. Het gebruik van testen, zoals ademtesten en psychomotorische testen, kan door elke scholengroep worden toegepast onder bepaalde voorwaarden en in overleg met de vakorganisaties. Hiertoe zullen, samen met de vakorganisaties, de beperkende voorwaarden, de procedures en de werkwijze moeten worden bepaald.
Onthaalbrochure (versie 26/11/2012)