Informatie voor de praktijk.
Veilig werken met stoffen voor parketleggers
2013
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. Veiligheids- en gezondheidsrisico’s van het werken met stoffen 2.1. Irritatie aan huid en luchtwegen 2.2. Kankerrisico’s van houtstof 2.3. OPS van oplosmiddelen
4 4 5 5
3. Veilig en gezond werken met stoffen 3.1. Informatie over het product 3.2. Bescherming tegen houtstof en kwartsstof 3.3. Opslag gevaarlijke stoffen 3.4. Vervangingsplicht oplosmiddelen
7 7 8 9 9
4. Persoonlijke beschermingsmiddelen 4.1. Handschoenen 4.2. Veiligheidsbril 4.3. Ademhalingsbescherming
1.
Inleiding Parketleggers hebben te maken met lijmen, lakken, voegenkit, olie, was en houtstof. Al die stoffen kunnen gezondheidsrisico’s met zich mee brengen. Ze kunnen tot irritatie of allergische reacties leiden. Oplosmiddelhoudende stoffen kunnen leiden tot beschadiging van het zenuwstelsel (OPS). Houtstof kan risico’s op kanker met zich mee brengen.
10 10 11 11
5. Vaktechnische tips bij het werken met lijmen, lakken, olie en was 5.1. Algemene aanbevelingen 5.2. Voorbereiding 5.3. Lijmen 5.4. Bevestiging van plinten 5.5. Voegen van parket 5.6. Lakken 5.7. Olie en was 5.8. Opruimen en schoonmaken 5.9. Nazorg voor de klant
13 13 13 14 15 15 16 17 17 17
6. Meer informatie 6.1. Andere onderdelen Arbocatalogus 6.2. Websites
18 18 18
Voor parketleggers is het van belang dat ze veilig met lijmen, lakken en houtstof werken en gezondheidsrisico’s zoveel mogelijk vermijden. Deze arbocatalogus geeft een aantal praktische tips voor het werken met stoffen. De arbocatalogus komt voort uit de afspraken die werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers hebben gemaakt in de wonenbranche over gezond en veilig werken. Hoofdstuk 2 geeft nadere informatie over de veiligheids- en gezondheidsrisico’s van het werken met lijmen, lakken en houtstof: huid- en longirritatie, huideczeem, OPS en kanker. Hoofdstuk 3 bevat voorschriften en tips voor veilig en gezond werken met stoffen. Hoofdstuk 4 gaat over het gebruik van persoonlijke beschermingsmaatregelen: handschoenen, veiligheidsbril en ademhalingsbescherming. Hoofdstuk 5 geeft praktische, vaktechnische tips over het werken met oplosmiddelvrije producten zoals lijmen, lakken, olie en was. Hoofdstuk 6 bevat verwijzingen naar meer informatie over de onderwerpen die in deze arbocatalogus aan de orde komen. De tips die in een kader staan vermeld, zijn bedoeld als optimalisatiemaatregelen waarmee de arbeidsomstandigheden nog verder kunnen worden verbeterd.
2
3
2.
Veiligheids- en gezondheidsrisico’s van het werken met stoffen Wie veelvuldig werkt met lijmen, lakken en houtstof loopt gezondheidsrisico’s.
2.1. Irritatie aan huid en luchtwegen Parketleggers werken met verschillende stoffen die irriterend zijn of tot allergische reacties kunnen leiden, zoals schoonmaakmiddelen, lijmen, lakken, voegmiddelen en houtstof. Dit geldt voor zowel oplosmiddelhoudende als watergedragen producten. Contact van de huid met irriterende stoffen kan tot een allergische reactie leiden. Dat noemen we huideczeem. Eczeem is een ontsteking van de huid die meestal gepaard gaat met een droge huid, jeuk, roodheid en bultjes, blaasjes of kloven. Soms hebben mensen een aangeboren overgevoeligheid die tot een allergie leidt. Maar veel vaker is de allergie een reactie van het lichaam op een veelvuldig contact met irriterende stoffen. Na korte of lange tijd wordt iemand dan allergisch voor zo’n stof. De meeste allergieën bouwen zich dus in de loop van de tijd op. Het ontstaan van huideczeem wordt vaak versterkt door het werken met natte handen en sterke ontvettingsmiddelen. Voor een aantal stoffen geldt dat als je eenmaal allergisch bent voor die stof, je dat blijft voor de rest van je leven. Als de huid de tijd krijgt om te herstellen, verdwijnt het eczeem. Maar bij ieder nieuw contact met de allergische stof, ontstaat het eczeem opnieuw. Op een zelfde manier kunnen mensen irritatie en astma-achtige klachten ontwikkelen aan de luchtwegen en irritatie aan de ogen. De volgende stoffen waarmee parketleggers werken, kunnen leiden tot irritatieen allergieverschijnselen: • egaliseermiddelen; • waterafstotende middelen (vochtscherm, vooral op epoxy-basis); • parketlijmen (vooral polyurethaan-lijmen); • voegmiddelen (zoals epoxyharsen); • parketlakken (met name polyurethaan-lakken; 2k-lakken hebben een hoger risico dan 1k-lakken); • primers voor parketlak; • parketoliën en -wassen: boenwas, vernis/verglazer, beits en lijmolie; • reinigingsmiddelen (voor handen en gereedschap); • ontvettingsmiddelen (vooral terpentine en thinner).
4
tabel 1 Gezondheidsklachten Houtsoort
Huidontsteking
Oogbindvliesontsteking
Neusverkoudheid
Kortademigheid (astma)
Overgevoeligheid van de longblaasjes
Vuren
X
X
X
X
X
Meranti
X
Grenen
X
X
X
X
Eiken
X
X
X
X
Azobé
X
Merbau
X
X
X
X
Beuken
X
X
X
X
Balau
X
Iroko
X
X
X
X
X
Ramin
X
X
X
X
X
Western red cedar
X
X
X
X
Jeuk
X
Ook de houtsoorten waarmee gewerkt wordt, kunnen een irriterend effect op huid en luchtwegen hebben. De irriterende gezondheidseffecten van diverse houtsoorten (de belangrijkste vetgedrukt) staan in bovenstaande tabel genoemd.
2.2. Kankerrisico’s van houtstof Blootstelling aan houtstof kan in het ergste geval leiden tot neuskanker. Het gaat dan om houtstof van bedektzadigen of loofbomen, zoals eiken, beuken, essen of kastanje. Ook tropisch hardhout valt hieronder: balsa, ebbe, iroko, mahonie, meranti en teak. Daarom heeft de overheid werkzaamheden waarbij men wordt blootgesteld aan stof van hardhout op de lijst van kankerverwekkende stoffen geplaatst. Hoe u blootstelling aan houtstof kunt voorkomen, staat in hoofdstuk 3.
2.3. OPS van oplosmiddelen Het Organisch Psychosyndroom (OPS) wordt ook wel Chronische Toxische Encephalopathie (CTE) genoemd. OPS of CTE is een sluimerende en ernstige vorm van schade aan het zenuwstelsel die kan ontstaan door langdurige blootstelling aan oplosmiddelen, in bijvoorbeeld lijmen, lakken en kitten. Het beroepsmatige gebruik van oplosmiddelhoudende producten is wettelijk niet toegestaan. Gelukkig worden producten met veel oplosmiddelen bijna niet meer gebruikt door parketleggers.
5
Wie veel oplosmiddeldamp inademt, kan zich tijdens of vlak na het werk misselijk of duizelig voelen, hoofdpijn of een ‘high gevoel’ hebben. Als u daarna in de frisse lucht komt, verdwijnen deze verschijnselen meestal. Jarenlange blootstelling aan veel oplosmiddel kan leiden tot ernstige vermoeidheidsklachten, concentratieproblemen, vergeetachtigheid en psychische klachten, die wijzen op OPS. Wie OPS eenmaal heeft, kan daarvan niet genezen en is vooral aangewezen op psychische begeleiding,
3.
Vanwege de veiligheids- en gezondheidsrisico’s van bepaalde stoffen, zijn er voorschriften die van belang zijn om veilig en gezond te werken. Die voorschriften en hoe u daar op een praktische manier mee om kunt gaan, worden in dit hoofdstuk uiteengezet.
Vanwege de ernst en de onomkeerbaarheid van de ziekte, is het van het grootste belang om de blootstelling aan oplosmiddelen te voorkomen. Bovendien heeft het werken met oplosmiddelhoudende producten nog andere gezondheidsrisico’s: • irritatie van huid, ogen en luchtwegen (zie paragraaf 2.1.); • aantasting van organen zoals lever, nieren en hart; • mogelijk schadelijk voor de voortplanting (van mannen én vrouwen). Die schadelijkheid is bijvoorbeeld aangetoond voor de oplosmiddelen xyleen en tolueen.
3.1. Informatie over het product Lees de informatie op de verpakking van producten over: • de veiligheids- en gezondheidsrisico’s; • de te nemen voorzorgsmaatregelen om veilig en gezond te werken; • te gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen.
Zorg dat u per product de veiligheidsinstructies altijd bij u hebt. Het beste kan dit in de vorm van een werkplekinstructiekaart, met de belangrijkste veiligheids- en gezondheidsinformatie uit het veiligheidsinformatieblad, te nemen voorzorgsmaatregelen en te gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen.
6
Veilig en gezond werken met stoffen
Iedere parketlegger moet weten waarmee hij werkt. Niet alleen om een mooie parketvloer te kunnen leggen en afwerken, maar ook om veilig en gezond te kunnen werken. De volgende informatie is hiervoor van belang: • veiligheids- en gezondheidsrisico’s van het product; • voorzorgsmaatregelen om veilig en gezond met het product te werken; • te gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen; • eerste hulpmaatregelen bij contact met huid, ogen, inademing of inslikken; • aandachtspunten bij opslag en gebruik, met name ter voorkoming van ongevallen of brand; • maatregelen bij morsen; • hoe het product als afval moet worden behandeld. Al deze informatie is te vinden op het etiket op de verpakking en in het veiligheidsinformatieblad dat de leverancier bij het product hoort mee te leveren. Vraag er anders naar bij de leverancier. Op de volgende pagina worden de veiligheidsmarkering op verpakkingen kort uitgelegd, voor zover relevant voor parketleggers. Overigens verandert de markering met pictogrammen de komende jaren. De vierkante oranje schilden worden vervangen door een witte ruit met rode rand en er komen een aantal nieuwe symbolen bij. Zowel de oude als de nieuwe markeringen staan in de tabel. Ook staan er op de verpakking genummerde waarschuwings- of gevaarszinnen (R- of in de toekomst H-zinnen) en veiligheidsaanbevelingen of voorzorgsmaatregelen (S- of in de toekomst P-zinnen).
7
Oude etikettering
Kwartsstof
Nieuwe (GHS-)etikettering
Gevaarsclassificatie
Symbool
Classificatie
Symbool
• Bijtend voor de huid • Ernstig oogletsel bij oogcontact
Bijtend of corrosief (C)
Licht ontvlambaar (F) Zeer licht ontvlambaar (F+)
Milieugevaarlijk (N)
Schadelijk (Xn) Irriterend (Xi)
• Ontvlambare stoffen
• Giftig voor het milieu
• Irriterend voor huid, ogen of luchtwegen • Allergisch voor de huid • Een beetje giftig • Gassen onder druk (gasflessen, spuitbussen)
Voorkom stofvorming door: • het gebruik van scherp gereedschap; • het gebruik van een lager toerental voor draaiende werktuigen; • het bevochtigen van stof alvorens het op te ruimen.
3.3. Opslag gevaarlijke stoffen
In verband met veiligheids- en milieurisico’s dienen gevaarlijke stoffen veilig te worden opgeslagen. Neem hierbij de voorschriften uit het veiligheidsinformatieblad (rubriek 7) in acht.
Gevaren op lange termijn, zoals: • Kankerverwekkend • Giftig voor de voortplanting • Giftig voor bepaalde organen • Gevaarlijk bij inademing
Blootstelling aan kwartsstof kan schadelijk zijn voor de gezondheid. De wettelijke grenswaarde voor kwartsstof is 0,075 mg/m3 bij een 8-urige werkdag. Bij het bewerken van kwartshoudend materiaal, zoals infrezen van leidingwerk en bij het op maat maken van (stenen) aanrechtbladen kan kwartsstof vrijkomen. Houd daarbij de onderstaande volgorde van maatregelen aan: • kies het minst schadelijke materiaal; • kies de minst schadelijke werkmethode; • gebruik gereedschap met afzuiging en/of watertoevoer; • zorg voor voldoende ventilatie en een schone werkruimte; • voer werkzaamheden waarbij kwartsstof vrijkomt uit in een aparte ruimte en zorg voor taakroulatie; • deel persoonlijke beschermingmiddelen uit.
Houd producten zoveel mogelijk in de originele verpakking, met de juiste etikettering (zie par. 3.1).
Bescherm verpakkingen tegen lekkage naar de bodem en ruim lekkage en morsingen zo snel mogelijk op.
Sla brandgevaarlijke producten op, zo ver mogelijk verwijderd van warmtebronnen, zoals vuur, radiatoren en zon.
3.4. Vervangingsplicht oplosmiddelen 3.2. Bescherming tegen houtstof en kwartsstof Houtstof Maak zuigmachines regelmatig schoon en stofvrij.
Vervang filters van zuigmachines regelmatig en controleer ze op beschadigingen en lekkages.
8
Vanwege het risico op kanker moet de blootstelling aan stof van hardhout zoveel mogelijk worden voorkomen. Om aan die eis te voldoen, dient een parketschuurmachine goedgekeurd te zijn in de zogenaamde ‘Prestatietoets TNO’. De machines die voldoen, zijn te vinden via www.stofvrijwerken.tno.nl. Aanvullend (maar nooit als vervanging) mag gebruik gemaakt worden van ademhalingsbescherming (zie hoofdstuk 4). Stofvorming kan worden voorkomen door het op te zuigen in plaats van op te vegen.
Werk alleen met producten die oplosmiddelvrij of -arm zijn.
Sinds 2000 is het werken met vluchtige organische stoffen (VOS) of oplosmiddelen aan banden gelegd. Lijmen voor vloerbedekking en parket mogen niet meer dan 5 gram oplosmiddel per kilogram gebruiksklaar product (0,05%) bevatten. Lakken en andere producten om de vloer af te werken mogen hoogstens 100 gram oplosmiddel per liter product (10%) bevatten. Er bestaan alleen enkele uitzonderingen bij renovaties in gebouwen met een monumentenstatus.
Kijk in de Arbocatalogus Wonen voor leveranciers en detaillisten die zich hebben aangesloten bij het zogenaamde ‘VOS-vrij-initiatief’ en alleen oplosmiddelvrije producten verkopen.
9
4.
Persoonlijke beschermingsmiddelen Voor de meeste producten is het onvermijdelijk dat er persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt. Het gaat met name om handschoenen, een veiligheidsbril en soms ook ademhalingsbescherming. In het veiligheidsinformatieblad van producten (rubriek 8) staat aanbevolen welke persoonlijke beschermingsmiddelen aanbevolen worden bij het gebruik van het betreffende product. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de aandachtspunten bij het kopen en gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Draag chemiebestendige handschoenen nooit te lang: • Handschoenen mogen nooit langer gedragen worden dan de opgegeven doorbraaktijd. • Wissel handschoenen altijd na maximaal 1 uur om te voorkomen dat u zweterige, klamme handen krijgt.
doorbraaktijd van 24 uur, dan kunt u die handschoenen 24 uur later niet opnieuw gebruiken.
Pasvorm Een handschoen moet goed passen. Probeer daarom handschoenen uit van verschillende maten. Voor de meeste mannen is Large de juiste maat, voor de meeste vrouwen Medium.
Raak bij het uittrekken de buitenkant van de handschoen zo min mogelijk aan. Trek ze bij voorkeur ‘binnenste buiten’ uit en gooi ze weg.
Was uw handen na afloop en verzorg uw handen zo nodig met een handcrème.
4.1. Handschoenen Gebruik de handschoenen die worden aanbevolen in het veiligheidsinformatieblad. Als daarin geen duidelijk advies wordt gegeven, kan het beste worden gekozen voor handschoenen van nitril(rubber).
Gebruik bij voorkeur disposable (wegwerp) handschoenen in de goede maat en gooi die weg nadat ze eenmaal gebruikt zijn.
Zorg dat u uw handen hebt gewassen en goed afgedroogd voordat u handschoenen aantrekt.
Handschoenen beschermen de huid tegen beschadiging, irritatie en het risico op huideczeem. In het veiligheidsinformatieblad staat vaak summiere informatie over geschikte handschoenen. Bij de keuze van handschoenen moet gelet worden op: • het materiaal dat voldoende bescherming biedt, in verband met de doorlaat- baarheid en de aantasting door de stoffen waarmee wordt gewerkt; • de sterkte (slijtvastheid) van het materiaal; • pasvorm; • vingergevoeligheid.
Materiaalkeuze Het materiaal waarvan de handschoenen gemaakt is moet bestand zijn tegen de stoffen die worden gebruikt en voldoende bescherming bieden. Dat is te vinden in rubriek 8 van het veiligheidsinformatieblad. Als het veiligheidsinformatieblad onvoldoende informatie geeft over de te gebruiken handschoenen, is over het algemeen het gebruik van nitril(rubber) handschoenen aan te bevelen. Latex handschoenen kunnen beter niet gebruikt worden, omdat latex van zichzelf allergisch kan zijn voor de huid.
Doorlaatbaarheid Handschoenen die beschermen tegen stoffen, geven altijd een bescherming voor een bepaalde tijd. De meeste stoffen dringen na verloop van tijd door de handschoen heen, ook al hoeft dat niet zichtbaar of voelbaar te zijn aan de handschoen zelf. Dit heet de doorbraaktijd, doorlaatbaarheid of permeabiliteit van handschoenen. De doorbraaktijd van handschoenen kan variëren van 5 minuten tot 24 uur, afhankelijk van het materiaal, de dikte en de eigenschappen van het product. Die doorbraaktijd gaat lopen vanaf het eerste moment dat de betreffende stof met de handschoen in aanraking komt. Als u bijvoorbeeld eenmalig 5 minuten met een lijm werkt en daarvoor handschoenen gebruikt met een
10
4.2. Veiligheidsbril Gebruik een veiligheidsbril die goed aansluit op het gezicht.
Een veiligheidsbril beschermt tegen spatten van producten waarmee gewerkt wordt. Een veiligheidsbril biedt ook bescherming tegen houtstof, maar houtstof dient vooral te worden bestreden door een goede afzuiging met stofzak.
Gebruik een veiligheidsbril met een zijscherm, tegen spatten van opzij.
Als u normaal een bril met correctie draagt: gebruik een overzetbril die over uw eigen bril past.
Let op: uw eigen, normale bril met correctie is geen veiligheidsbril!
4.3. Ademhalingsbescherming Gebruik stofkapjes of een halfgelaatsmasker met een goede pasvorm en een goede afdichtingsrand.
Ademhalingsbescherming mag nooit de enige of belangrijkste maatregel zijn om de blootstelling aan oplosmiddelen of houtstof tegen te gaan. Producten met een hoog gehalte aan oplosmiddelen mogen niet gebruikt worden en blootstelling aan houtstof moet worden voorkomen door gebruik van een afzuiging die voldoet aan de TNO Prestatietoets (zie par. 3.3.). Het voorkomen van blootstelling heeft altijd prioriteit. Ademhalingsbescherming kan wel een aanvullende bescherming geven tegen de blootstelling aan bijvoorbeeld houtstof, oplosmiddelarme producten of producten met het risico op irritatie of allergie aan de ademhalingswegen.
Gebruik ter bescherming van stof een stofkap of halfgelaatsmasker met P2-filter.
Ademhalingsbescherming kan bestaan uit een stofkap of een halfgelaatsmasker: • een stofkapje is een (hygiënisch) wegwerpproduct dat beschermt tegen stof en uitdrukkelijk niet tegen oplosmiddelen; • een halfgelaatsmasker is voor meermalig gebruik en beschermt tegen stof of dampen, afhankelijk van het filter dat wordt toegepast.
11
stofkap Gebruik ter bescherming van dampen zoals oplosmiddelen een halfgelaatsmasker met een A2-filter.
Reinig gelaatsmaskers dagelijks met water en zeep.
Controleer gelaatsmaskers dagelijks op beschadigingen.
Een stofkapje is een wegwerpproduct dat beschermt tegen stof en uitdrukkelijk niet tegen oplosmiddelen. Om voldoende te beschermen moet de stofkap een filter hebben van P2 (of FPP2). Een P1-filter beschermt onvoldoende. Een P3filter mag niet in een stofkapje worden gebruikt. Een P2-filter houdt 95% van het stof tegen bij inademing. Omdat wegwerpkapjes nog weleens lekken langs de randen is het feitelijke rendement zo’n 80%. Wegwerpkapjes zijn hygiënisch. Aandachtspunten bij de aanschaf van stofkapjes zijn: • een goede pasvorm met een afdichtingsrand die goed afsluit; • een geringe ademweerstand.
5.
Vaktechnische tips bij het werken met lijmen, lakken, olie en was In dit hoofdstuk vindt u aanbevelingen voor het werken met oplosmiddelvrije lijmen, lakken, was en olie bij het leggen van parket. Na algemene aanbevelingen wordt het hele proces van parket leggen langsgelopen, van voorbereiding tot afwerking.
5.1. Algemene aanbevelingen Enkele algemene richtlijnen: • Lees de gebruiksaanwijzing van producten altijd goed en volg ze strikt op. • Vraag bij twijfel een technisch advies van de leverancier. Wanneer er iets mis gaat, kan men hierop terugvallen. • Als de consument nog mocht vragen om het gebruik van oplosmiddelhoudende lijmen of lakken, leg dan uit dat parketleggers wettelijk niet meer met oplosmiddelhoudende producten mogen werken. Vertel duidelijk dat in principe oplosmiddelvrije producten minstens zo goed zijn, vaak zelfs beter dan de oude, oplosmiddelhoudende varianten! • Vermijd het contact met producten, door het dragen van handschoenen en het schoonhouden van gereedschap en materialen. • Werk hygiënisch. Eet, drink en rook niet in de buurt van de werkplek. Was de handen regelmatig en zeker voordat u gaat eten of drinken.
5.2. voorbereiding Temperatuur en vochtigheid van de ondervloer en relatieve luchtvochtigheid (RLV) zijn erg belangrijk bij het leggen van parket. Temperatuur, restvochtigheid van de ondervloer en RLV van de lucht dienen altijd van tevoren gemeten te worden. Meet altijd de vochtigheid van de dekvloer (bijvoorbeeld zand cement of anhydriet) U kunt daarvoor een digitale meter gebruiken als indicatie. Voor een nauwkeurige vochtmeting is het gebruik van een wettelijk erkende CM meter, met materiaal uit de ondervloer (minimaal 1 cm diep) het meest betrouwbaar. De maximale restvochtigheid van een zandcement vloer is 2,0%, van een anhydriet vloer 0,5%. In geval van vloerverwarming bedragen beide percentage 1,8 resp. 1,3%. Gebruik bij een te hoog restvochtpercentage een vochtscherm of voorstrijken, conform de richtlijnen van de leverancier. Ideaal is een RLV tussen de 45 en 65% (ook tegen werken van parket). De ideale temperatuur van de ondervloer ligt tussen 18°C en 21°C. Bij een afwijkende temperatuur of RLV zal de droogtijd korter of langer zijn. Is de temperatuur lager
12
13
dan 15°C, dan kan condensvorming ontstaan en heeft u te maken met een trage droging. Voordat u gaat lijmen, moet de vloer altijd droog, schoon, vet- en stofvrij zijn. Anders ontstaat onvoldoende hechting. Bij gebruik van dispersielijmen op anhydriet ondervloeren: eerst schuren, goed stofzuigen, voorstrijken en verlijmen met MS Polymeer of (1K of 2K) PU. Als egalisatie nodig is, worden egalisatiemiddelen altijd aangebracht ná het aanbrengen van het voorstrijkmiddel. Het is aan te bevelen om het parket, samen met lijmen en lakken die gebruikt gaan worden, te laten acclimatiseren in de woning, voordat begonnen wordt met leggen.
5.3. Lijmen Productkeuze Kies de juiste lijm voor de juiste toepassing. Vraag advies bij de leverancier. Enkele (ruwe) richtlijnen voor de productkeuze van oplosmiddelvrije lijmen zijn: • Dispersielijmen zijn het meest geschikt voor smalle stroken, niet-massief parket, niet-vochtgevoelig hout en tussenvloeren (bijv. spaanplaat). • PU-lijm (1K of 2K) of MS Polymeerlijm zijn geschikt voor massief parket, brede stroken en 2- of 3-laags lamelparket. • PU-lijm of MS Polymeerlijm zijn geschikt voor zeer vochtgevoelige houttypen (bijv. beuken, maple). • PU-lijm(1K of 2K) of MS Polymeerlijm zijn geschikt voor calciumsulfaat (anhydriet) vloeren. • 2K-PU-lijmen kunnen het best gebruikt worden bij vettige houtsoorten, zoals Kambala, Yathoba en Teak. • Wanneer voorgelakte vloeren (lamelparket of voorbewerkte houten vloer) worden gelegd op een vochtscherm, kunnen geen MS Polymeerlijmen worden gebruikt; u kunt wel 2K PU-lijm gebruiken, maar let op vlekken in het hout. De meeste lijmen zijn blijvend flexibel en kunnen de ‘werking’ van het parket enigszins opvangen. Als het om de verwerking gaat, hebben de lijmen de volgende voor- en nadelen: • De resten van MS Polymeer lijmen zijn gemakkelijker te verwijderen dan van PU-lijmen. • PU lijmen moeten met handschoenen worden verwerkt vanwege het risico op huidallergie, maar ook omdat lijmresten leiden tot zwarte vlekken op de handen, die moeilijk te verwijderen zijn. • MS Polymeer lijmen zijn soms wat zwaarder in de verwerking.
Verwerking lijm • Gebruik de juiste lijmkam. Raadpleeg daarvoor de fabrikant. • Vooral bij het toepassen van PU-lijmen wordt het gebruik van handschoenen aanbevolen. Vraag advies aan uw leverancier. Vaak zijn nitrilrubber handschoenen afdoende.
14
• Bij gebruik van 2K PU-lijm: - Houd strikt de geadviseerde mengverhouding aan! - Bij gecombineerde verpakkingen: steek de verpakking van de verharder goed door, en laat deze volledig uitdruipen in de hoofdcomponent. - Meng zorgvuldig: meng met behulp van een mixer op een boortol, minimaal 5 minuten. - Gebruik altijd handschoenen. • Als u de lijm even niet gebruikt, dient u altijd de bus te sluiten, om velvorming of condensvorming te voorkomen. Wacht bij alle type lijmen minimaal 24 uur voordat wordt geschuurd en gevoegd. Houd de aanbevelingen van de leverancier strikt aan. Let op verlengde droogtijden bij een hogere RLV of een lagere temperatuur. Let op de benodigde tijd voordat de lijm voldoende (chemisch) bestendig is, om de vloer te kunnen lakken. Bij PU (1K) lijm kan dit oplopen tot 7 dagen.
5.4. Bevestiging van plinten Het verdient aanbeveling om de plinten mechanisch te bevestigen, door middel van spijkeren, het gebruik van plintnagels of door het vastschroeven in voorgeboorde gaten met pluggen. U kunt eventueel een MS Polymeerlijm of montagekit gebruiken, maar ondersteun de lijmverbinding dan enkele minuten.
5.5. Voegen van parket • Voor een goede hechting moet u de vloer goed geschuurd, stofvrij en vetvrij gemaakt worden, voordat voegenkit wordt aangebracht. Voorkitten vóór het schuren van de vloer is aan te raden. • Zorg voor een goede temperatuur, RLV en voldoende ventilatie, om zeer lange droogtijd van voegenkit te voorkomen. • Bij kleine spijkergaatjes en smalle voegen in visgraatparket kan vaak al na 30 - 60 min. worden doorgewerkt. Bij iets grotere voegen nog wel dezelfde dag. • Onderschat droogtijden bij grote voegen en/of knoesten niet (meestal langer dan een dag). Volg de aanwijzingen voor de droogtijden bij de voegenkit goed op. • Gebruik voor (zeer) grote knoesten een 2K epoxy-vulmiddel. Er kan ook gebruik gemaakt worden van parket waarin de grote knoesten al in de fabriek zijn gestopt. • Breng voegenkit tweemaal aan in verband met krimp; duw de kit stevig aan. • Voeg niet te weinig schuurstof toe (teveel krimp), maar ook niet teveel (kans op onthechting tijdens de laatste schuurgang). Houd de geadviseerde mengverhouding aan. • Gebruik fijn houtstof van de vloer waarmee u aan het werk bent, schuur met korrel 120, daarna nazeven. Dit helpt krimp, onthechting en kleurverschil te voorkomen. Gebruik wel ademhalingsbescherming, tegen de inademing van houtstof (zie paragraaf 4.3). • Laat de voegenkit volledig uitharden alvorens de eindbewerking met olie, was of lak uit te voeren.
15
5.6. Lakken
rookspray gebruikt. Dat gaat niet altijd samen met een goede droging van de lak. Maak eerst een proefpaneel in de werkplaats.
Productkeuze • Wees voorzichtig met de combinatie van watergedragen beits en -lak. Neem eerst een proef. Er zijn beitsen die na een paar uur al watervast en overlakbaar zijn. Andere niet. • Over het algemeen hebben alle lakken een hoge kras- en slijtvastheid. Geen enkele lak is echter volledig krasvast. Een hogere krasvastheid kan worden bereikt door in overleg met de leverancier voor een flexibelere/zachtere lak te kiezen. Deze buigt beter mee, zodat minder snel een witte kras ontstaat. De lak moet dik genoeg worden opgebracht. • Gebruik een flexibele lak voor zachtere houtsoorten en kurk. • Voor bepaalde moeilijke (bijvoorbeeld doorbloedende) houtsoorten bestaan speciale producten. • Als een hoge water- en chemicaliënbestendigheid van belang is, gebruik dan een 2-componenten product (watergedragen PUR-dispersies).
Verwerking: • Breng de lak aan met een roller of met een wisser (voor grote oppervlakten). • Let met name op ‘aanzetten’ bij te warm en/of te droog weer. • Verwijder uit V-groeven of facetten de overmaat aan lak met behulp van een kwast. • Draag nitril(rubber)handschoenen om contact van de handen met lak te voorkomen.
Droogtijden en planning: • Vertel de consument dat temperatuur en ventilatie noodzakelijk is voor een goed resultaat. In de winter is stoken noodzakelijk. • Meet vooraf de relatieve luchtvochtigheid (RLV) van de omgevingslucht en de vloer: - De ideale relatieve vochtigheid is 55 - 65% (maximaal 70%). - Het ideale vochtgehalte van de vloer: 9 - 11%. • Grondlakken zijn over het algemeen sneldrogend (d.w.z. binnen enkele uren). • De ideale temperatuur ligt tussen de 18 - 22°C (minimum is 15°C). • Zorg voor voldoende ventilatie. De lucht moet in beweging blijven. Gebruik een langzaam draaiende ventilator in ‘dode hoeken’. Kijk uit met open deuren, want dan kan zand en stof binnen waaien. • Bij bijzondere weersomstandigheden (kou, hitte, vocht, fel zonlicht) moet de planning worden aangepast. - Scherm zonnestraling zoveel mogelijk af om te snelle droging te voorkomen. - Bij temperaturen boven 25°C of een lage RLV treedt een te snelle ‘aandroging’ op. Dit kan leiden tot ‘aanzetting’. Er zijn additieven op de markt om de droogtijd te vertragen. - Bij koude, een hoge RLV of onvoldoende ventilatie droogt de lak langzamer. • Breng op de eerste dag de grondlak en de eerste laklaag aan, de volgende laklaag volgt een dag later. • In geval van ‘roken’ van hout met ammoniak: wacht met het lakken tot alle ammoniak uit het hout is getrokken. Er wordt ook wel een (zure of alkalische)
16
5.7. Olie en was • Volg te allen tijde de aanwijzingen van de leverancier op. • Fabrieksgeolied parket bevat vaak te weinig olie, zodat na-oliën wordt aanbevolen. • Schuur de vloer niet te fijn, waardoor de poriën van het hout worden dicht geschuurd. Gebruik korrel 120 op een eenschijfsmachine of korrel 80 of meer op een multischijfsmachine. • Men kan vaak volstaan met één behandeling: aanbrengen en inboenen. • Oliën moeten met een boenmachine worden aangebracht. Daarna dient de vloer nog te worden nagewreven met een katoenen doek of eventueel een lichtschurende pad. • Wanneer poetsdoeken of ‘pads’ van boenmachines die drogende olie bevatten in halfafgesloten zakken of vaten worden bewaard, kan met de lucht zo veel warmte ontstaan dat zelfontbranding optreedt. Sla de poetsdoeken luchtdicht op of spreidt ze geheel uit.
5.8. Opruimen en schoonmaken • Gebruik water voor het direct verwijderen van lijm- of lakvlekken en het reinigen van materiaal. • Gebruik geschikte reinigingdoekjes voor het reinigen van materialen en het verwijderen van lijmvlekken e.d. van de handen. Voorkom uitdroging van de handen door ze daarna in te vetten met een eenvoudige handcrème. • Het bewaren van rollers e.d. in luchtdicht afgesloten cilinders; hergebruik de volgende dag (uiteraard met uitzondering van 2K-PU-lijmen). • Probeer lijm- en kitresten zoveel mogelijk af te steken in plaats van gebruik te maken van een lijmverwijderaar. • Alle vloeibare lijmen, lakken, e.d. moeten worden afgevoerd als chemisch of gevaarlijk afval. Alle producten die volledig uitgehard zijn, kunnen als huishoudelijk afval worden afgevoerd. • Bewaar voor uw veiligheid poetsdoeken die ‘drogende’ olie bevatten in een luchtdicht afgesloten vat óf geheel uitgespreid. Er bestaat immers gevaar voor zelfontbranding! Maak gebruikte poetsdoeken doorweekt nat voordat u ze bij het chemisch afval gooit.
5.9. Nazorg voor de klant • Geef de consument na afloop een opstookprotocol. • Verstrek een mondeling en schriftelijk onderhoudsadvies aan de consument. In geval van klachten, kan ook hierop zo nodig worden teruggevallen.
17
6.
meer informatie
Beroepsziekten www.bbzfnv.nl: De website van het Bureau Beroepsziekten van de FNV. Dit bureau ondersteunt mensen die een beroepsziekte hebben opgelopen (zoals OPS of huideczeem) en overwegen hun werkgever daarvoor aansprakelijk te stellen.
6.1. Andere onderdelen Arbocatalogus In het kader van de voorlichting aan werkgevers en werknemers in de wonenbranche zijn drie onderdelen verschenen: • Met beleid werken met stoffen - over gevaarlijke stoffenbeleid in de wonenbranche, bedoeld voor werkgevers en preventiemedewerkers • Veilig werken voor woningstoffeerders - voorlichting aan werknemers
Arbeidsomstandigheden in de bouw
Deze onderdelen zijn in te zien en te bestellen op de website van de arbocatalogus wonen: www.werkeninwonen.nl/arbo-wonen/arbocatalogus/ lijmen-lakken-en-schuren.
www.arbouw.nl: Deze website geeft heel veel informatie over arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid. Ook veel informatie over het werken met stoffen, de arbeidsomstandigheden van vloerenleggers en informatie over persoonlijke beschermingsmiddelen.
arbeidsomstandigheden
6.2. Websites
www.arboportaal.nl: Website van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met informatie over tal van onderwerpen die te maken hebben met veilig en gezond werken.
Arbocatalogus wonen www.werkeninwonen.nl/arbo-wonen/arbocatalogus: De digitale versie van de arbocatalogus van de wonenbranche, met aanwijzingen en tips om te komen tot een veilige en gezonde werkplek in de wonenbranche, met aandacht voor diverse arbeidsrisico’s zoals werkdruk, fysieke belasting en het werken met stoffen. De inhoud hiervan maakt integraal onderdeel uit van deze arbocatalogus, voor het onderdeel ‘werken met stoffen’.
Nederland VOS-vrij www.werkeninwonen.nl/arbo-wonen/arbocatalogus/lijmen-lakken-enschuren/vosvrij. Een initiatief van leveranciers en detaillisten om alleen oplosmiddelen vrije producten te verkopen.
Handeczeem www.hebikhandeczeem.nl: Een online-zelftest ontwikkeld door het Nederlands Centrum van Beroepsziekten (NCvB) en de SKB, om zelf te bepalen of u last hebt van handeczeem.
OPS www.verenigingops.nl: De website van de vereniging OPS. Deze vereniging behartigt de belangen van slachtoffers van het werken met oplosmiddelen. De vereniging geeft voorlichting en begeleidt OPSslachtoffers. Op de website van de vereniging OPS vindt u ook meer informatie over de Solvent teams. Dit zijn een aantal medisch specialisten in Nederland die kunnen beoordelen of iemand OPS heeft.
18
19
www.cnvdienstenbond.nl
www.fnvbondgenoten.nl
www.inretail.nl
www.werkeninwonen.nl
Colofon Uitgave: Arbo Wonen T. (030) 60 20 170 www.arbowonen.nl
Helpdesk (030) 60 20 170