Vegetatierelaties
Auteur
Ontwikkelcentrum Stichting
Laatst gewijzigd
04 September 2012
Licentie
CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Webadres
http://maken.wikiwijs.nl/38869
Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt. Stel zo voor iedere onderwijssituatie de optimale leermiddelenmix samen.
Inhoudsopgave Omgevingswijzer groen Inleiding Wat ga je doen? Wat lever je in? Wat heb je nodig? Tips
Omgevingswijzer niet-groen Inleiding Wat ga je doen? Wat lever je in? Wat heb je nodig? Tips
Docenteninformatie Toelichting arrangement Toelichting Stadteland Downloads Over dit lesmateriaal
Pagina 1
Vegetatierelaties
Omgevingswijzer groen
Foto: Arie Joosse
Inleiding In deze opdracht begeleid je middelbare scholieren in het veld die onderzoeken welke vegetatie er voorkomt in een bepaald gebied. Ze moeten verklaren waarom juiste deze soorten in deze deelgebieden voorkomen. Daarbij wordt gekeken naar de samenhang tussen de vegetatie en naar de temperatuur, grondsoort, grondgebruik en vochtigheid. Jij gaat ze in het veld begeleiden bij het praktisch onderzoek dat ze zelf opzetten en uitvoeren. Hun onderzoeksvraag is: Hoe zorgen verschillende factoren voor verschillen in vegetatie? Help ze met het determineren en analyseren van wat ze tegenkomen in het veld.
Wat ga je doen? A. Voorafgaand aan het veldwerk: 1. Bezoek het gebied voorafgaand aan de veldwerkdag en bestudeer/neem kennis van: - Type vegetatie. - Kenmerken vegetatie. - Grondsoort(en) (ontstaan en kenmerken). - Bodemsoort(en) (ontstaan en kenmerken). - Grondgebruik (kenmerken en reden). - Hoogteprofiel (ontstaan). - Grondwaterloop / waterkringloop.
B. Tijdens het veldwerk (praktisch onderzoek): Zorg ervoor dat de leerlingen hun onderzoek grondig uitvoeren. Begeleid ze bij: - Grondboring. - Observatie van grondgebruik. - Diversiteit met behulp van een kwadrant en/of transect. - Kenmerken van vegetatie. - (a)Biotische factoren (bijvoorbeeld hoogte, temperatuur, beschutting)
Pagina 2
Vegetatierelaties
Wat lever je in? Je maakt een verslag dat je kunt inleveren bij je mentor voor ICO-punten (Individuele Competentie Ontwikkeling). Het verslag is minstens twee A4 lang en bevat minstens vier afbeeldingen/foto’s. Competenties die je gebruikt zijn onder andere: - Leidinggeven. - Presenteren. Vraag aan de docent van de middelbare school een beoordeling van jouw begeleiding van de groep. Voeg deze beoordeling bij je verslag. Houd nauwkeurig een logboek bij met werkzaamheden en uren. Illustreer je verslag met foto’s van het veldwerk
Wat heb je nodig? Opgedane kennis van bodem en vegetatie. Neem een bodemkaart en een boek over flora mee, of andere dingen die je denkt te kunnen gebruiken bij de begeleiding van de scholieren.
Tips - Neem van tevoren contact op met de docent om een beeld te krijgen van de scholieren die je in je groepje krijgt. Vraag een fotolijst met namen, zodat je de leerlingen bij naam kunt noemen. - Verplaats je in de scholieren waar je mee te maken krijgt. Sluit aan bij hun belevingswereld. - Via http://www.nme.nl/ en http://www.anmec.nl/ kun je veel informatie vinden zoals werkbladen en materialen die je kunt gebruiken bij veldwerk. Je kunt hiervoor ook contact opnemen met een NMEcentrum in de regio.
Pagina 3
Vegetatierelaties
Omgevingswijzer niet-groen
Foto: Arie Joosse
Inleiding In deze opdracht ga je veldonderzoek doen. Je gaat onderzoeken welke vegetatie er voorkomt in een bepaald gebied. Dit gebied bekijk je op drie plekken (deelgebieden). Je gaat verklaren waarom juiste deze soorten in deze drie deelgebieden voorkomen. Je onderzoekt hierbij de samenhang tussen de vegetatie en de temperatuur, grondsoort, grondgebruik en vochtigheid. Je leert hoe je een praktisch onderzoek opzet en uitvoert. Je leert observeren, analyseren en verklaren van ecologische en geografische verschijnselen in een bepaald gebied. Leerlingen van een groene opleiding begeleiden je in het veld. De onderzoeksvraag is: ‘Hoe zorgen verschillende factoren voor verschillen in vegetatie?’
Wat ga je doen? A. Voorafgaand aan het veldwerk doe je brononderzoek: 1. Verzamel de volgende informatie over de drie deelgebieden: - Type vegetatie per deelgebied. - Kenmerken vegetatie per deelgebied. - Grondsoort(en) per deelgebied (ontstaan en kenmerken). - Bodemsoort(en) per deelgebied (ontstaan en kenmerken). - Grondgebruik per deelgebied (kenmerken en reden). - Hoogteprofiel (ontstaan). - Grondwaterloop / waterkringloop. 2. Vergelijk de deelgebieden en benoem de overeenkomsten en verschillen. 3. Formuleer de hypothese voor de hoofdvraag. B. Tijdens het veldwerk (praktisch onderzoek): Je voert de onderstaande onderzoeken uit per deelgebied. Noteer de gegevens en zoek verklaringen. - Grondboring.
Pagina 4
Vegetatierelaties
- Observatie van grondgebruik. - Diversiteit in planten en/of dieren met behulp van een kwadrant en/of transect. - Kenmerken van vegetatie. - (a)Biotische factoren (bijvoorbeeld hoogte, temperatuur, beschutting). C. Na het veldwerk: Vergelijk de bevindingen van het veldwerk met de gegevens van het bronnenonderzoek en met de hypothese. Verwerk dit tot een verslag.
Wat lever je in? Je maakt in je groepje een verslag. Dit verslag bevat de volgende onderdelen: - Inleiding met onderzoeksvraag. - Resultaten uit bronnenonderzoek. - Hypothese. - Resultaten veldwerk. - Vergelijking bronnenonderzoek en veldwerk. - Conclusie (antwoord op hoofdvraag, vergelijking met hypothese). - Evaluatie. Illustreer je verslag met foto’s van het veldwerk.
Wat heb je nodig? - Kaartmateriaal. - Computer met internetverbinding. - Biologieboek, hoofdstuk ‘Ecologie’. - Aardrijkskundeboek, hoofdstuk ‘Waterkringloop’ en ‘Grondsoorten Nederland’.
Tips - Maak foto’s tijdens het veldwerk voor in het verslag. - Neem regenkleding en wat drinken mee
Pagina 5
Vegetatierelaties
Docenteninformatie Thema Landschap, flora en fauna, milieu. Niveau HAVO, VWO Domein Mens en Natuur Vak Biologie, Aardrijkskunde Leerdoelen De leerling leert een onderzoeksopzet maken en uitvoeren. Hij leert de samenhang tussen vegetatie en abiotische omgevingsfactoren (her)kennen Tijdsduur - Brononderzoek: 2 lesuren - Praktisch onderzoek: 1 dagdeel - Verwerking: 2 lesuren Grootte groep Twee tot vier leerlingen. Periode van uitvoering Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
x
x
x
x
x
x
Okt
Tips voor docent 1. Zoek een boer die de leerlingen wil toelaten op zijn land en eventueel ook uitleg kan geven over de vegetatie. 2. Nodig: Kaartmateriaal; computer met internet; Biologieboek, hoofdstuk ‘Ecologie’; Aardrijkskundeboek, hoofdstukken ‘Waterkringloop’ en ‘Grondsoorten Nederland’. 2. Begeleiding in het veld door leerlingen van een groene school. 3. Voorafgaand aan het veldwerk moet al wel de kennis van bodemsoorten en dergelijke bij de leerlingen bekend zijn. 4. Niet-groene scholen kunnen terecht bij het NME-centrum in hun regio voor: a. Veldwerkmateriaal (zoekkaarten, binoculairs, boeken, verrekijkers, schepnetten). b. Informatie over geschikte veldwerklocaties (in samenwerking met de stadsecoloog). c. Experts in de klas vanuit de gemeente (beleidsadviseurs op het gebied van ruimtelijke ordening, verkeer, inkoop, landschap, energie, enzovoort).
Pagina 6
Vegetatierelaties
Nov
Dec
d. Tuinmateriaal waarmee een grote groep tegelijk kan werken (schoppen, harken, schepjes, enzovoort). Dit kan ook gratis worden geleend door groepen. 5. Voor werkbladen, zie: http://www.anmec.nl/.
Pagina 7
Vegetatierelaties
Toelichting arrangement Het arrangement bestaat uit de volgende onderdelen: de Omgevingswijzer, de Docenteninformatie, een Draaiboek (optioneel), Materialen Eemland / Gelderse valei en Ondersteuningsmateriaal (optioneel). Omgevingswijzer De Omgevingswijzer bevat de opdracht voor de leerlingen van respectievelijk de groene en nietgroene scholen. De Omgevingswijzer bevat een beschrijving van wat de leerling gaat doen, wat er van hem verwacht wordt, wat hij nodig heeft aan materialen, hoeveel tijd de opdracht hem kost en hoe hij het arrangement moet afronden. Docenteninformatie De Docenteninformatie bevat informatie voor de docent voor zowel groene als niet-groene scholen. De docent leest onder meer voor welk niveau het arrangement geschikt is, aan welke leer- en kerndoelen er gewerkt wordt, voor welke vakken het arrangement ingezet kan worden, welke materialen er nodig zijn, in welke periode het arrangement het best uitgevoerd kan worden en hoeveel tijd de voorbereiding, uitvoering en afronding van het arrangement kost. Draaiboek Het Draaiboek (optioneel) bevat de volledige uitwerking van een regiospecifieke opdracht. Het Draaiboek is vooral bedoeld om te laten zien hoe het arrangement in de praktijk ingezet kan worden. Het Draaiboek is geen keurslijf; wees creatief bij de uitvoering van de opdracht op de eigen school. Ondersteuningsmateriaal Bij Ondersteuingsmateriaal (optioneel) vindt u extra materialen die u kunt gebruiken bij de uitvoering van het arrangement. Het betreft materialen die zijn ontdaan van regiospecifieke informatie. Materialen Eemland / Gelderse vallei Hier vindt u materialen die zijn ontwikkeld in / zijn gebruikt in de regio's Eemland of Gelderse vallei. De materialen laten zien hoe de Stadtelandersarrangementen kunnen worden ingezet. Vanzelfsprekend kunnen materialen worden bewerkt. Toelichting arrangement Hier krijgt u uitleg over de opbouw van de Stadteland-arrangementen en de functie per onderdeel. Toelichting Stadteland In dit onderdeel krijgt u uitleg over het project Stadteland. Wat was het doel van dit project en wat heeft het opgeleverd? Downloads Alle Stadteland-materialen mogen worden bewerkt en aangepast aan de eigen situatie. Om dit makkelijker te maken, nemen we omgevingswijzers, docentenhandleidingen, draaiboeken (optioneel) en ondersteuningsmaterialen (optioneel) hier op als Word-bestand. Tip voor niet-groene scholen! U kunt als niet-groene school natuurlijk rechtstreeks contact leggen met een groene opleiding. Het is echter handiger om dit te doen via de Kenniswerkplaats in uw regio. De werkplaatscoördinator kent de groene opleidingen in uw regio goed en weet precies welke opleiding en welke contactpersonen u het beste kunt benaderen. Ga naar: http://www.kenniswerkplaats.eu/.
Pagina 8
Vegetatierelaties
Toelichting Stadteland De kennis van de natuur, het platteland en van voedselproductie neemt in rap tempo af. Niet alleen in de Randstad, maar ook in het oosten van het land. Agrariërs en andere ‘plattelanders’ zien hoe belangrijk het is dat burgers, en met name stedelingen, reële kennis krijgen van en over het platteland. Met die kennismaking kan niet vroeg genoeg begonnen worden. Lesmateriaal Om ervoor te zorgen dat jongeren een relatie opbouwen met de natuur en met voeding hebben een aantal groene en niet-groene scholen en agrariërs in de regio's Eemland en de Gelderse Vallei de handen ineengeslagen. Samen met het Centrum voor Natuur- en Milieu Educatie (CNME) Landgoed Schothorst uit Amersfoort, het Instituut voor Natuureducatie & duurzaamheid (IVN) en Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) hebben zij vanaf eind 2010 het project ‘Stadteland’ uitgevoerd. ‘Stadteland’ brengt de werelden van groen en niet-groen, platteland en stad bij elkaar aan de hand van lesmateriaal met concrete opdrachten in en over de natuur. Leerlingen en docenten leren elkaars belevingswereld kennen door te proeven, te voelen, te ruiken en vooral door zelf te doen. Doordat groene en niet-groene leerlingen en docenten samenwerken aan een gemeenschappelijke opdracht ontstaat wederzijds begrip voor elkaars leefwereld. Bovendien wordt er op een leuke manier groene kennis overgedragen. Arrangementen Het eindresultaat van het project ‘Stadteland’ bestaat uit een negental doe-arrangementen. Elk arrangement bevat: - Omgevingswijzers met een opdracht voor respectievelijk groene en niet-groene leerlingen; - Docenteninformatie voor zowel groene als niet-groene scholen; - Draaiboek (optioneel) met de volledige uitwerking van een regiospecifieke opdracht; - Ondersteuningsmateriaal (optioneel) met extra achtergrondinformatie voor docenten en/of leerlingen plus eventuele bijlagen. Gelderse Vallei ‘Stadteland’ bestaat in totaal uit negen arrangementen. Scholen in de Gelderse Vallei namen drie arrangementen voor hun rekening: - Patatje oorlog - Koema - Plattelandseducatie Eemland Eemlandse scholen ontwikkelden zes arrangementen: - Bewust in natuur - De groene ondernemer - Leesbaar landschap - Groen doen - Melk en melken - Vegetatierelaties De negen arrangementen zijn te vinden via http://www.groengelinkt.nl/, via het Ontwikkelcentrum, http://www.groenkennisnet.nl/
Pagina 9
Vegetatierelaties
, en via de centra voor natuur- en milieueducatie. De arrangementen zijn bedoeld voor groene en niet-groene scholen. KIGO Het project ‘Stadteland' is een KIGO-project en werd ontwikkeld binnen het GKC-programma ‘Groene Kennis voor Burgers’. KIGO staat voor ‘Regeling Kennisverspreiding en Innovatie Groen Onderwijs’. Meer informatie Voor meer informatie over het project ‘Stadteland’ kunt u contact opnemen met: Rob Merkelijn, docent Dier & Management Groenhorst College Barneveld Wesselseweg 32 / Postbus 331 3771 PC / 3770 AH Barneveld T: 0342-455508 E:
[email protected] I: www.groenhorstbarneveld.nl
Tot slot Wij wensen u veel plezier met dit lesmateriaal!
Pagina 10
Vegetatierelaties
Downloads
Omgevingswijzer Vegetatierelaties - groen kn.nu/ww9648250 (doc, maken.wikiwijs.nl)
Omgevingswijzer Vegetatierelaties - niet-groen kn.nu/ww42ab61f (doc, maken.wikiwijs.nl)
Docenteninformatie Vegetatierelaties - Groen en Niet groen kn.nu/wwb7a9214 (doc, maken.wikiwijs.nl)
Pagina 11
Vegetatierelaties
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur
Ontwikkelcentrum Stichting
Laatst gewijzigd
04 September 2012 om 08:45
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau
VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VWO 2; VO; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; HAVO 4; HAVO 1; VMBO theoretische leerweg, 4; VWO 6; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 5; Praktijkonderwijs; VWO 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; HAVO 2; VMBO gemengde leerweg, 4; VWO 5; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
Eindgebruiker
leraar
Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting
0 uur en 50 minuten
Trefwoorden
bodemsoorten, docenteninformatie, grondsoorten, hoogteprofiel, leerlingopdracht, temperatuur, vegetatie, veldonderzoek, vochtigheid, waterkringloop
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen Stichting, Ontwikkelcentrum. (2012). Melk en melken. http://maken.wikiwijs.nl/38868/Melk_en_melken
Pagina 12
Vegetatierelaties