Zintuigen
Auteur
Iris Kikkert
Laatst gewijzigd
11 March 2015
Licentie
CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Webadres
http://maken.wikiwijs.nl/58369
Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt. Stel zo voor iedere onderwijssituatie de optimale leermiddelenmix samen.
Inhoudsopgave Inleiding Zintuigen
Opdracht / Taak Aan de slag: De proefjes. Horen Ruiken / Proeven Zien Voelen
Beoordeling Afsluiting Voor de leerkracht Over dit lesmateriaal
Pagina 1
Zintuigen
Inleiding Zintuigen Wat zijn zintuigen eigenlijk? Een zintuig helpt je om de wereld om je heen waar te nemen. Je hebt vijf zintuigen .Je kunt horen, zien, voelen, ruiken en proeven. Raad eens welke zintuigen wij bedoelen. Ja, wij bedoelen je oren, ogen, huid, neus en tong Het is handig om wat belangrijke woorden op te schrijven, je kunt het namelijk nodig hebben!
http://www.schooltv.nl/no_cache/video/crid/20031204_voelen03/ kn.nu/ww.44d46c0 (schooltv.nl)
Pagina 2
Zintuigen
Opdracht / Taak
ZINTUIGEN 1. Ruiken 2. Proeven 3. Horen 4. Zien 5. Voelen
Hallo allemaal!!! Vandaag gaan jullie allerlei dingen doen die te maken hebben met de woorden die hierboven staan. Zoals je misschien wel weet zijn dit de vijf zintuigen van een mens. Die zintuigen heb je zodat je de wereld om je heen kunt waarnemen. Je ziet met je ogen: andere mensen, de natuur, de computer, een film op televisie. Met je oren luister je naar wat de juf of meester zegt, naar muziek of regendruppels op het dak. Je kunt ruiken wat er gekookt wordt of dat er poep aan je schoenen zit. Je voelt de zon op je huid of pijn als je valt. En je proeft de smaak van je lievelingseten als je het in je mond stopt. Dat bij de meeste mensen de zintuigen goed werken, betekent niet dat iedereen precies hetzelfde ziet, hoort, ruikt, voelt en proeft. Heb jij dezelfde lievelingskleur als iedereen in je klas? Vind jij dezelfde muziek mooi, hetzelfde eten lekker? Ik denk het niet. Die verschillen is juist wat het onderzoeken van je zintuigen leuk maakt. Je zult de komende les vaak merken dat er een heleboel verschillen zijn tussen wat jij en je klasgenoten zien, horen, ruiken, voelen en proeven. We gaan allerlei proefjes doen tijdens deze les in tweetallen, super leuk toch! Daarbij hebben jullie een werkboekje gekregen waar je allerlei vragen in kan beantwoorden! Aan het einde van de les kun je je vragen controleren en krijg je een prachtig cijfer. Wat zijn je doelen? - Aan het einde van deze les kun je de vijf zintuigen benoemen en uitleggen wat het inhoudt. - Aan het einde van deze les weet je dat de zintuigen veel met elkaar te maken hebben. - Aan het einde van deze les weet je dat sommige zintuigen je voor de gek houden. Wat heb je nodig? - Je eigen werkboekje (zet je naam hier op!) - Bij elk proefje staat wat je nodig hebt, dit staat klaar voor je, als je daarbij hulp nodig hebt vraag de juf even.
Pagina 3
Zintuigen
Aan de slag: De proefjes. Horen kriebelend geluid Als je in de bioscoop zit voel je het monster echt stampen, of in de kerk zit kun je de orgelmuziek door je lichaam heen voelen gaan. Wat is geluid nu eigenlijk? En waarom kun je het soms voelen? nodig ballon vriend 10 minuten
stappen blaas de ballon op
4
knoop de ballon dicht laat 1 persoon zijn handen zachtjes tegen de ballon leggen vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als de ander tegen de ballon praat? laat de andere persoon met zijn lippen tegen de ballon praten vraag 2: Wat voel je aan de ballon? vraag 3: Hoe denk je dat dit komt?
Ruiken / Proeven Ruik en proef smakelijk Bij deze opdracht zijn twee belangrijke afspraken:
- NIET KIJKEN IN HET GLAS - Je schrijft je antwoorden pas op als je alles hebt geproefd. Ook is het belangrijk dat je niet zegt wat je proeft, pas als jullie beide het hebben geproefd. Anders is het niet leuk voor de ander. In je mond kun je dingen proeven met je tong, je kunt een heleboel smaken uit elkaar houden. Met deze proef ga je uit testen hoe goed je de dingen eigenlijk uit elkaar kunt houden. Nodig blinddoek 3 dezelfde glazen Glas 1 Glas 2 Glas 3 vriend 15 minuten
Pagina 4
Zintuigen
Stappen doe de blinddoek om bij de proefpersoon laat de proefpersoon zijn neus dichtknijpen en zorg ervoor dat hij dat tijdens het hele proefje blijft doen geef je proefpersoon het glas 1 en laat hem een slokje nemen zonder dat hij weet wat er in het glas zit vraag 4: Wat proef je? geef je proefpersoon het glas 2 en laat hem een slokje nemen zonder dat hij weet wat er in het glas zit vraag 4:Wat proef je? geef je proefpersoon glas 3 en laat hem een slokje nemen zonder dat hij weet wat er in het glas zit vraag 4: Wat proef je? En nu draaien jullie de rollen om.
Zien Ik zie ik zie, wat jij niet ziet Zien! Bestaat uit twee verschillende proeven! Lees maar gauw door. Proef 1: Je hebt allebeide ogen open. Steek je vinger recht op voor je met een gestrekte arm. Raak nu met die vinger je neus aan. Nu nog een keer, maar nu bedek je 1 oog met je andere hand. Je hebt nu maar 1 oog om mee te kijken. Nodig
Je hand 5 minuten Vraag 5: Wat ging makkelijker met 1 of twee ogen open? Vraag 6: Hoe kan dat? Proef 2:
Als het heel donker is dan zie niks. Als je ‘s avonds naar bed gaat, doe je het licht uit. In het begin zie je niks, maar na een tijdje ga je kun je weer een beetje zien. Hoe kan dat? Waarom kun je soms wel zien in het donker en soms niet? nodig lichte kamer vriend 10 minuten
Pagina 5
Zintuigen
stappen
zorg dat de proefpersoon zijn ogen goed dicht houdt zorg dat de proefpersoon ook zijn handen voor zijn dichte ogen houdt tel tot 60 je pupil is het zwarte rondje in je oog, daar moet je straks naar kijken laat de proefpersoon zijn ogen open doen kijk naar de pupil van het oog van de proefpersoon vraag 7: Wat zie je? vraag 8: Wat is het verschil tussen een pupil in het donker en een pupil in het licht? vraag 9: Hoe denk je dat dit komt? Draai de rollen maar om!
Voelen Kriebel Kan je tegen kietelen? In dit proefje kun je kijken hoe goed je kriebelen kan voelen. nodig blinddoek tafel vriend 10 minuten
stappen doe de blinddoek om bij je proefpersoon laat de proefpersoon zijn arm op tafel leggen, met de elleboog naar beneden kriebel met je wijsvinger en middelvinger zachtjes over de hand van je proefpersoon vraag 10: Voelt de proefpersoon waar op zijn hand je kriebelt? zeg tegen de proefpersoon dat hij "Stop!" moet zeggen als je in de holte van zijn elleboog kriebelt kriebel bij je proefpersoon vanaf zijn hand langzaam naar zijn elleboog vraag 11: Zegt de proefpersoon op het juiste moment stop? vraag 12: Hoe denk je dat dit komt? Draai de rollen om! (:
Pagina 6
Zintuigen
Beoordeling Zo, dit waren de proefjes. Vonden jullie het leuk? Hebben jullie er iets van geleerd? Dit wil ik natuurlijk graag weten. Controleer nog even voor de zekerheid of je alles hebt ingevuld, zo niet, vul het dan alsnof even in! Hieronder staan de antwoorden op de vragen van je werkblad. Kijk het goed na en lees de uitleg goed, zodat je weet waarom iets zo is.
Horen Vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als de ander tegen de ballon praat? Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven wat je dacht dat er ging gebeuren Vraag 2: Wat voel je aan de ballon? Je voelt dat de ballon trilt als iemand tegen de ballon praat. Vraag 3: Hoe denk je dat dit komt? Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven hoe je denkt dat het komt. Uitleg: Geluid bestaat uit trillingen. Als je praat gaan die trillingen door de lucht. De trillingen kunnen ook door andere dingen gaan zoals de ballon. Dit kun je in dit proefje dus goed voelen. Als het geluid heel hard kan het zelfs door je lichaam heen trillen. Ruiken en proeven Vraag 4: Wat proef je? Glas 1: Er zat rode limonade in, MAAR je kan met je neus dicht niet goed proeven en je weet niet welke kleur limonade er in het glas zat. Glas 2: Er zat oranje limonade in, MAAR je kan met je neus dicht niet goed proeven en e weet niet welke kleur limomnade er in het glas zit. Glas 3: Appelsap. De proefpersoon kan met zijn neus dicht nog wel het verschil tussen zoet en zuur proeven Uitleg: Doordat appelsap een beetje zuur en limonade zoet is, kan de proefpersoon wel het verschil tussen limonade en appelsap proeven. Met je tong kun je eigenlijk maar 4 smaken onderscheiden: zoet, zuur, zout en bitter. De rest van wat je proeft doe je met je neus. Als je iemand dus twee verschillende smaken limonade laat proeven met zijn neus dicht, zal de proefpersoon niet kunnen zeggen wat wat is. Allebei de smaken limonade zijn zoet. Normaal helpt je neus mee met het proeven, maar die houd je nu dicht. Je proeft nu alleen het zoete van de limonade. Appelsap is best zuur, dus dat herken je wel met je neus dicht. Je proeft dus eigenlijk met je neus. Denk ook maar aan de keren dat je verkouden bent, je proeft het eten dan een stuk minder goed. Zien Vraag 5: Wat ging makkelijker met 1 of twee ogen open? Met twee ogen open Vraag 6: Hoe kan dat? Met 2 ogen kun je diepte zien en met 1 oog niet. Vraag 7: Wat zie je? De pupil wordt kleiner Vraag 8: Wat is het verschil tussen een pupil in het donker en een pupil in het licht? Een pupil in het donker is groter dan een pupil in het licht. Vraag 9: Hoe denk je dat dit komt? Alle antwoorden zijn goed, als jij hebt opgeschreven hoe je denkt dat dit komt.
Pagina 7
Zintuigen
Uitleg: Als je vanuit het donker komt, moeten je ogen wennen aan het licht. Je pupillen worden dan kleiner. Je pupil is een soort gaatje in je ogen, waardoor licht binnenkomt. Als het gaatje groot is, dan kan er veel licht doorheen. In het donker is dat handig, want dan is er niet zoveel licht. Wanneer je met de zaklamp schijnt is er opeens wel veel licht. Om je ogen te beschermen wordt je pupil dan kleiner, zodat er niet teveel licht door het gaatje komt. In het proefje heb je kunnen hoe snel het kleiner worden gaat. Voelen Vraag 10: Voelt de proefpersoon waar op zijn hand je kriebelt? Je maatje kan voelen waar je op zijn of haar hand kriebelt. Vraag 11: Zegt de proefpersoon op het juiste moment stop? De proefpersoon zal veel te vroeg stop zeggen! Vraag 12: Hoe denk je dat dit komt? Alle antwoorden zijn goed, als je maar opschrijft hoe jij denkt dat dit kan. Uitleg: Voelen doe je met met heel kleine knopjes in je huid die we zenuwen noemen. In je hand zitten heel veel kleine knopjes en je arm zitten maar een paar grote knoppen. Denk maar aan het verschil tussen de spatiebalk en de lettertoetsen op een toetsenbord van een computer. De grote knoppen in je arm zijn soms wel meer dan 3 cm groot. Als je over iemands arm kriebelt, kan hij het verschil niet voelen tussen 'vlakbij je elleboog' en 'in je elleboog', omdat je daar maar één knopje voor hebt. In je hand heb je heel veel knopjes, dus daar kan je prima voelen waar je gekriebeld wordt Dit waren de antwoorden van je werkblad. Heb je er nou 10 goed, dan heb je een 10. Heb je er 9 goed dan heb je een 9. Heb je er 8 goed dan heb je een .... En ga zo maar door. Onderaan je werkblad bij Vraag 13 moet je jezelf een cijfer geven van hoe je hebt gewerkt. Ik wil ook graag weten waarom je dat cijfer geeft. Ik wil graag bij Vraag 14 weten of je doelen zijn behaald. Zorg dat je de uitleg goed gelezen hebt, dit ga je nog nodig hebben!
Pagina 8
Zintuigen
Afsluiting Vandaag zijn jullie bezig geweest met jullie zintuigen. Jullie hebben geleerd dat er vijf verschillende zintuigen zijn namelijk: ruiken, zien, voelen, horen en proeven. Ook weten jullie welk lichaamsdeel daarbij hoort en waar je ze voor kunt gebruiken. Ruiken - Neus Zien - Ogen Voelen - Huid Horen - Oren Proeven - Tong Ook heb je gemerkt dat zintuigen je voor de gek kunnen houden door middel van de proefjes die je gedaan hebt. Als laatste nog even een filmpje DANK JULLIE WEL!
https://www.youtube.com/watch?v=NEHvLuecu4s kn.nu/ww.0360f54 (youtube.com)
Pagina 9
Zintuigen
Voor de leerkracht Voor wie bedoeld? Deze WebQuest kun je gebruiken voor de groepen 4 t/m 8. Welke vakken? De WebQuest gaat over de zintuigen. Dit hoort bij het vak Natuur en Techniek, ook het vak Taal komt hier bij voor. Je woordenschat wordt namelijk uitgebreid en als leerling moet je bepaalde dingen kunnen uitleggen. Materialen? De materialen die je nodig hebt staat eigenlijk bij elk proefje beschreven.
Pagina 10
Zintuigen
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur
Iris Kikkert
Laatst gewijzigd
11 March 2015 om 20:19
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting
0 uur en 50 minuten
Bronnen Bron
Type
http://www.schooltv.nl/no...o/crid/20031204_voelen03/ http://www.schooltv.nl/no_cache/video/crid/20031204_voelen03/
Link
https://www.youtube.com/watch?v=NEHvLuecu4s https://www.youtube.com/watch?v=NEHvLuecu4s
Link
Pagina 11
Zintuigen