Vastgoedsector en 6de Staatshervorming Verdeling van de bevoegdheden tussen de Federale Staat en de deelstaten en vastgoedfiscaliteit
Juli 2014
Staatshervorming en regionalisering 3 luiken • Institutionele organisatie -
• •
Bevoegdheden van de Senaat, het Grondwettelijk Hof, de Raad Van State, de hoven en rechtbanken, en de « intra Brusselse » vereenvoudiging
Materiële bevoegdheden Financiering → fiscaliteit
3 uitvoeringsniveaus • Overdracht van de wetgevende bevoegdheid → 1 juli 2014 en 1 januari 2014 (aanslagjaar 2015) inzake personenbelasting (PB) -
PB: De wet is reeds « suppletief » ingevoerd, met name in de hypothese waarbij de Gewesten hun bevoegdheden niet onmiddellijk zouden aanwenden na 1 juli 2014
•
Tenuitvoerlegging, effectieve uitoefening van de overgedragen wetgevende bevoegdheid → reeds gebeurd door de “Wet Ikea” in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest → “Afbakening” van de regionalisering : bevoegdheid toegekend aan het Grondwettelijk Hof om het eerbiedigen van de federale loyauteit te verifiëren 2
Materiële bevoegdheden (I) Toerisme → Bevoegdheid van de Gemeenschappen (art. 4 Bijzondere Wet tot hervorming der instellingen)
Gezondheidszorg en hulp aan personen → Bevoegdheid van de Gemeenschappen (art. 5 Bijzondere Wet tot hervorming der instellingen)
→ Overdracht van de bevoegdheid aan de Gewesten (inbegrepen de wetgevende bevoegdheid inzake toeristische infrastructuur) met behoud van de mogelijkheid voor de Gemeenschappen om subsidies toe te kennen voor de toeristische infrastructuur → Overdracht van de wetgevende bevoegdheid inzake de erkenning van ziekenhuizen (met voorbehoud), en inzake bouw- en renovatiewerken en groot onderhoud van de ziekenhuisinfrastructuur → Overdracht van het geheel van de bevoegdheden, met inbegrip van prijsvaststelling (uitsluiting tussenkomst RIZIV) betreffende rusthuizen, rusten verzorgingstehuizen en andere centra
3
Materiële bevoegdheden (II) Huisvesting → Bevoegdheid van de Gewesten (art. 6, § 1, IV Bijzondere Wet tot hervorming der instellingen)
→ Overdracht van de wetgevende bevoegheid inzake de specifieke regels betreffende de verhuring van voor bewoning bestemde goederen of delen ervan (woninghuur) • • •
• •
Landbouwbeleid → Bevoegdheid van de Gewesten (art. 6, § 1, V Bijzondere Wet tot hervorming der instellingen)
« Bewoning »: hoofdverblijfplaats, tweede woning, vakantiewoningen, studentenkamers,… Geen onderscheid roerende goederen / onroerende goederen (bv. gemeubelde verhuring) « Specifieke regels »: de Federale Staat blijft bevoegd inzake het algemeen verbintenissen- en contractenrecht (bv. interpretatieregels), behalve een door de gewestelijke wetgever genomen specifieke regel Met inbegrip van het prijsbeleid (huurprijs) MAAR, niet inzake registratierechten op huurovereenkomsten (zie hierna, Financiering)
→ Overdracht van de wetgevende bevoegdheid inzake de specifieke regels betreffende de pacht en de veepacht 4
Materiële bevoegdheden (III) Economie → Bevoegdheid van de Gewesten (art. 6, § 1, VI Bijzondere Wet tot hervorming der instellingen)
→ Overdracht van de wetgevende bevoegdheid inzake de regelgeving betreffende de vergunning van handelsvestigingen • Vestiging in een grensgebied van een nettohandelsoppervlakte > 20.000 m² op een afstand van – 20 km van een of meerdere andere gewesten • Verplichte notificatie aan het/de betrokken Gewest(en) • Verplicht overleg indien gevraagd door het/de betrokkene Gewest(en) • Substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereisten
→ Overdracht van de wetgevende bevoegdheid inzake de specifieke regels betreffende de handelshuur • « Specifieke regels »: de Federale Staat blijft bevoegd inzake het algemene verbintenissen- en contractenrecht (bv. interpretatieregels), behalve een door de gewestelijke wetgever genomen specifieke regel • Met inbegrip van het prijsbeleid (huurprijs) • MAAR, niet inzake registratierechten op huurovereenkomsten (zie hierna, Financiering)
5
Materiële bevoegdheden (IV) Onteigeningen → Bevoegdheid van de Gewesten (nieuw art. 6quater Bijzondere Wet tot hervorming der instellingen)
→ Overdracht aan de Gewesten van de wetgevende bevoegdheid inzake de gerechtelijke procedure bij onteigening ten algemenen nutte van een in het Gewest gelegen onroerend goed •
Authentificatie van handelingen met een onroerend karakter → Bevoegdheid van de Gemeenschappen en van de Gewesten (nieuw art. 6quinquies Bijzondere Wet tot hervorming der instellingen)
Behoud van de bevoegdheid van de Federale Staat voor wat betreft de door de staat of diens gemachtigde rechtspersonen verrichte onteigeningen
→ Overdracht aan de Gemeenschappen en aan de Gewesten (elk binnen de grenzen van hun materiële bevoegdheden) van de macht om te bepalen wie bevoegd is om handelingen met een onroerend karakter te authentificeren waarbij een Gemeenschap, een Gewest, een ondergeschikt bestuur, een OCMW, een aan de controle of toezicht onderworpen entiteit partij is (Aankoopcomités)
6
Financiering (I) « Eigen » fiscale autonomie → Art. 170, § 2 van de Grondwet (I) • Principe: « Geen belasting ten behoeve van de gemeenschap of het gewest kan worden ingevoerd dan door een decreet of een in artikel 134 bedoelde regel. » • •
Het legaliteitsbeginsel van de belasting Fiscale autonomie van de deelstaten, zodoende dat zij hun eigen belastingen kunnen opleggen -
•
•
Brusselse gewestbelasting, belasting op de lozing van afvalwater, op afvalstoffen…
Niet uitvoerbaar door de Franse en de Vlaamse Gemeenschappen (geen grondgebied) maar met nuance (belastingheffing op de instellingen)
Uitzondering: « De wet bepaalt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde belastingen, de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt. » • •
De gewone federale wet beperkt / kan de fiscale autonomie van de deelstaten beperken, door middel van verwijzing naar de materies of de belastingplichtigen (bv. de intercommunales) met een noodzakelijkheidsvoorwaarde Algemene federale regel non bis in idem: geen gewestelijke belasting op reeds federaal belaste materies (met inbegrip van de gewestelijke belastingen), maar voorrang van de Gewesten voor wat betreft de materies water en afvalstoffen → de conformiteit van de Waalse belasting op onroerende meerwaarden ingevoerd door de CoDT doet vragen rijzen
7
Financiering (II) « Eigen » fiscale autonomie → Art. 170, § 2 van de Grondwet (II) • Procedure: Bevoegdheid van de deelstaten BEHALVE voor gerechtelijke geschillen • Vennootschapsbelasting: niet-aftrekbaarheid van gewestelijke taksen aan Venn.B. (art. 198, 5° WIB) •
Uitzondering « Viapass » maar buiten 6de Staatshervorming
GEEN WIJZIGING MET DE 6de STAATSHERVORMING, maar de bevoegdheden van de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap zijn a priori sterk gelimiteerd door de regel non bis in idem • Grondwettelijk Hof, arrest n° 119/2007
Brusselse gewestbelasting ten laste van houders van zakelijke rechten op onroerende goederen niet bestemd voor bewoning (bedrag per m² met een maximum van 14% op het kadastraal inkomen) Argument van de belastingplichtige : houder zijn van een zakelijk recht is een belastbare materie die reeds het voorwerp uitmaakt van een belastingheffing. o Onroerende voorheffing (art. 251 WIB): de eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker Beslissing van het Grondwettelijk Hof o
Geen schending van de bevoegdheid verdelende regels → belastbare materie van de onroerende voorheffing is het inkomen van het een in België gelegen onroerend goed en de belasting wordt geheven op het kadastraal inkomen als heffingsgrondslag.
8
Financiering (III) « Afgeleide » fiscale autonomie → Art. 175, 176 en 177 van de Grondwet (I) •
Gewestelijke belastingen (art. 3 tot 5 van de Bijzondere Financieringswet) •
• •
« Nationale » belastingen waarvan de opbrengst EN de wetgevende bevoegdheid voor de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen zijn overgedragen aan de Gewesten. De Federale Staat blijft bevoegd om de belastbare materie te wijzigen door middel van een bijzondere wet, voor de administratieve procedure (zolang hij de dienst/invordering van deze belastingen verzekert) en voor de gerechtelijke procedure Onroerende voorheffing Registratierechten op overdrachten ten bezwarende titel van onroerende goederen gelegen in België, op de vestiging van een hypotheek op een onroerend goed gelegen in België, op verdeling van onroerende goederen gelegen in België (criterium: plaats waar het onroerend goed gelegen is) -
•
Inbreng van onroerend goed in vennootschap: alleen indien voor bewoning bestemd en ngebracht door natuurlijke persoon Lokalisatie criterium: quid off-shore ?
Vennootschapsbelasting: Aftrekbaarheid van gewestelijke belastingen aan Venn. B. (art. 198, 5° WIB)
GEEN WIJZIGING MET DE 6DE STAATSHERVORMING terwijl bepaalde wetgevende bevoegdheden inzake huurrecht geregionaliseerd zullen worden zonder overeenkomstige overdracht van bevoegdheden inzake registratierechten.
9
Financiering (IV) « Afgeleide » fiscale autonomie → Art. 175, 176 en 177 van de Grondwet (II) • Personenbelasting (art. 6 - 9bis van de Bijzondere Financieringswet) • Binnen de door de wet vastgestelde grenzen, bevoegdheid voor de Gewesten voor het heffen van (i) algemene opcentiemen of belastingverminderingen en (ii) algemene belastingverminderingen en – vermeerderingen verbonden aan hun bevoegdheden • De vraag naar de « usurperende bevoegdheden »: « inmenging » van de Federale Staat in de gewestelijke bevoegdheden? • Conformiteit van de gewestelijke belastingverminderingen met het Europees recht ? WIJZIGING MET DE 6DE STAATSHERVORMING → « regionalisering » van de personenbelasting door de gewestelijke opcentiemen → exclusieve bevoegdheid van de Gewesten voor bepaalde fiscale uitgaven (belastingaftrekken) verbonden aan hun materiële bevoegdheden
10
Financiering (V) « Regionalisering » van de personenbelasting → bevoegdheid van de Gewesten om • • • •
Opcentiemen te heffen op een deel van de personenbelasting Belastingkortingen toe te staan Belastingverminderingen en –vermeerderingen toe te passen verbonden aan hun materiële bevoegdheden Terugbetaalbare belastingkredieten toe te staan verbonden aan hun materiële bevoegdheden
Exclusieve bevoegdheden van de Federale Staat • De belastbare basis (definitie van de belastbare inkomsten, aftrekken op de bruto-belastbare inkomsten), de aanslagvoet • De Gewesten kunnen geen belangenconflict inroepen in geval van wijziging door de Federale Staat • De Federale Staat mag geen belastingvoordelen meer invoeren of behouden onder de vorm van een “aftrek van het geheel van netto-inkomsten” -
Uitzondering: onderhoudsgelden
• De belasting op dividenden, interesten, royalty’s, meerwaarden op roerende waarden en titels, loten van effecten van leningen • De roerende voorheffing en de bedrijfsvoorheffing • De dienst van de personenbelasting, alsmede het administratief en gerechtelijk geschil • De belasting der niet-rijksinwoners
11
Financiering (VI) Potentieel verdeelde bevoegdheden • Behoudens exclusieve gewestelijke bevoegdheid, het toestaan van belastingverminderingen (bv. uitgaven voor bewoning, andere dan de eigen woning)
Lokalisatiecriterium → de fiscale woonplaats op 1 januari van het aanslagjaar • Één enkele fiscale woonplaats per aanslagjaar • Toepassing mutatis mutandis van het begrip ‘rijksinwoner’ (art. 2 WIB) zoals gewijzigd • De woonplaats is gevestigd in België • Bij gebrek aan woonplaats, de zetel van fortuin is gevestigd in België
Begrenzing • • • • •
Het grondwettelijk beginsel van federale loyauteit Het algemeen normatief kader van de economische unie en de monetaire eenheid De uitsluiting van elke deloyale fiscale concurrentie De vermijding van dubbele belasting Het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal
12
Financiering (VII) Procedure (1) Stap 1: Vaststelling van de “belasting Staat” • Belasting op de afzonderlijk belaste inkomsten + belasting op de gezamenlijk belaste inkomsten • Na toepassing van, voor wat betreft de belasting op de gezamenlijk belaste inkomsten, (i) de belastingvrije som, (ii) de belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten en (iii) de belastingvermindering voor inkomsten in het buitenland • Wordt dan in mindering gebracht: de belasting op dividenden, interesten, royalty’s, meerwaarden op roerende waarden en titels, loten van effecten van leningen • Mogelijks per belastingschijf (zie slide 16)
Stap 2: Toepassing van de autonomiefactor • Factor van 25,990% voor de aanslagjaren 2015, 2016 en 2017 → stemt overeen met een gewestelijke opcentieme van 35,117%, fiscale situatie ongewijzigd voor de belastingplichtige Illustratie van de stappen 1 en 2 op volgende slide rekening houdend met een belastingplichtige die alleen van de belastingvrije som geniet, alleen beroepsinkomsten ontvangt, en het bevoegde Gewest heeft beslist geen gedifferentiëerde opcentiemen per belastingschijf toe te passen (zie slide 16).
13
Financiering (VIII)
Voor een belastbaar inkomen van 60.000 € bedraagt de federale basisbelasting 25.413 € (AJ 2015)
Illustratie van de stappen 1 en 2
Federale basisbelasting
1ste stap: Berekening van de personenbelasting overeenkomstig de bepalingen van het WIB, rekening houdend met de belastingvrije som en met sommige federale belastingverminderingen → Geen co-beheer van de personenbelasting, geen bevoegdheid van de Gewesten wat betreft de belastbare basis → Uitsluiting van de belasting op dividenden, interesten, royalty’s, meerwaarden op roerende waarden en titels, loten van effecten van leningen
Belastingvrije som 7.350 €
2de stap: Vermindering van de federale personenbelasting ten belope van 25,990% en toepassing van gewestelijke opcentieme ten belope van 35,117% (fiscale situatie ongewijzigd voor de belastingplichtige)
25.413 <1.838>
Federale belasting na belastingvrije som (Belasting Staat) Vermindering van 25,990% die overeenstemt met de gewestelijke fiscale autonomie
23.575 <6.127>
Federale fiscale ontvangsten (minder federale belastingverminderingen = Federale PB)
17.448
Gewestelijke opcentiemen van 35,117% (status quo) = gewestelijke fiscale ontvangsten (meer belastingvermeerderingen en minder gewestelijke belastingverminderingen en –verlagingen = Gewestelijke PB)
6.127
14
Financiering (IX) Procedure (2) Stap 3: Toepassing van de belastingverminderingen en -kortingen • •
Federale PB → toepassing van de federale belastingverminderingen • Indien > federale PB, verrekening op gewestelijke PB mogelijk, maar ten laste van het federale budget Gewestelijke PB → toepassing van de gewestelijke belastingverminderingen en -kortingen • Indien > gewestelijke PB, verrekening op federale PB mogelijk, maar ten laste van het gewestelijk budget
De som van de federale personenbelasting en de gewestelijke personenbelasting na stap 3 = totale belasting Stap 4: Toepassing van de federale belastingvermeerderingen (bv. belastingverhoging in geval van ontoereikende voorafbetalingen) en van de federaal verrekenbare en niet-terugbetaalbare elementen (bv. FBB) Stap 5: Toepassing van de federale en gewestelijke belastingkredieten Stap 6: Toepassing van de federaal verrekenbare en terugbetaalbare elementen (bv. voorheffingen) Stap 7: Toepassing van de gemeentelijke (en agglomeratie-) opcentiemen Belasting te betalen of terug te krijgen
15
Financiering (X) Gewestelijke opcentiemen •
Enkel proportioneel, nooit forfaitair → status quo: 35,117%
•
Ofwel uniform, ofwel gedifferentiëerd per belastingschijf, rekening houden met het principe van progressiviteit → aanpassing van stap 1 van de belastingberekening (bv. drie schijven van gewestelijke opcentiemen: 34%, 36% et 38%) • • • •
In mindering brengen van de belasting in verband met de belastingvrije som en de vermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten te beginnen met de laagste belastingschijf Vervolgens, in mindering brengen van de belastingvermindering voor buitenlandse inkomsten proportioneel op alle belastingschijven Uiteindelijk, in mindering brengen van de de belasting op dividenden, interesten, royalty’s, meerwaarden op roerende waarden en titels, loten van effecten van leningen te beginnen met de hoogste belastingschijf Specieke regels voor wat betreft de afzonderlijk belaste inkomsten Het deel dat toekomt aan de personenbelasting wordt in mindering gebracht van de belastingschijf die de meeste inkomsten bevat, dan wel van een hogere bealstingschijf
16
Financiering (XI) Gewestelijke vermeerderingen, belastingverminderingen en –kortingen en belastingkredieten • • • •
Altijd rekening houden met het principe van de progressiviteit van de belasting Forfaitaire belastingkortingen en van toepassing op alle belastingplichtigen Forfaitaire of proportionele belastingverminderingen verbonden aan de materiële bevoegdheden van de Gewesten Forfaitaire belastingvermeerderingen verbonden aan de materiële bevoegdheden van de Gewesten •
•
Bv. een bonus/malus systeem in verband met milieufiscaliteit
Forfaitaire of proportioneel verrekenbare en terugbetaalbare belastingkredieten verbonden aan de materiële bevoegdheden van de Gewesten
Exclusieve bevoegdheid van de Gewesten om belastingverminderingen of belastingkredieten toe te kennen in verband met de volgende uitgaven • Het verwerven of behouden van de eigen woning, de beveiliging van woningen tegen inbraak of brand, het onderhouden en renoveren van beschermde monumenten en landschappen, prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen en dienstencheques, energiebesparende uitgaven in een woning (met uitzondering van interesten op « groene leningen »), renovatie van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid, renovatie van tegen een redelijke huurprijs in huur gegeven woningen
17
Financiering (XII) Vermindering voor eigen woning • Exclusieve bevoegdheid van de Gewesten inzake de belastingverminderingen en belastingkredieten in verband met de uitgaven met het oog op het verwerven of behouden van de eigen woning van de belastingplichtige • Begrip eigen woning • De woning die de belastingplichtige als eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker zelf betrekt of die niet persoonlijk wordt betrokken omwille van een van de redenen opgesomd in de wet - De professionele delen en de delen bezet door personen die geen deel uitmaken van het gezin zijn uitgesloten • Indien meerdere woningen, rekening houden met de fiscale woonplaats • Indien meerdere woningen die de belastingplichtige niet zelf betrekt, naar keuze van de belastingplichtige tot het ogenblik van persoonlijke bewoning • Gehuwde belastingplichtigen en wettelijk samenwonenden worden aanzien als één belastingplichtige voor de toepassing van deze bepalingen • Niet beperkt tot de in het Gewest gelegen eigen woning • Beoordeling van dag tot dag in geval van wijziging gedurende de belastbare periode
Andere woning(en): parallele bevoegdheden van de Federale Staat en de Gewesten
18
Financiering (XIII) Belasting der niet-rijksinwoners (BNI) en Europees recht •
Situatie van een niet-rijksinwoner die inkomsten ontvangt van Belgische oorsprong • BNI blijft enkele bevoegdheid van de Federale Staat, met aanpassing, in voorkomend geval, aan de gewestelijke bepalingen en verrekening op het budget van de Gewesten
•
Situatie van een inwoner van een Gewest in vergelijking met een inwoner van een ander Gewest • HvJ, 1 april 2008, zaak C-212/06 (Zorgverzekering): bescherming « van de onderdanen van andere Lidstaten of van nationale onderdanen gebruik makend van hun recht van vrij verkeer binnen de [Europese Unie] »
19
Vastgoedfiscaliteit (I) Rechtsgebied
6de Staatshervorming
Situatie vóór Hervorming
Registratierechten op verkopen (met inbegrip van bepaalde inbrengen), verdelingen en hypotheekvestigingen
Bevoegdheid van de Gewestelijke wetgever
Geen wijziging
Registratierechten op de vestigen van erfpachten opstalrechten
Bevoegdheid van de Federale wetgever
Geen wijziging
Registratierechten op huurovereenkomsten
Bevoegdheid van de Federale wetgever
Geen wijziging Terwijl een deel van de wetgevende bevoegdheid inzake huurrecht wordt geregionaliseerd
Vennootschapsbelasting
Bevoegdheid van de Federale wetgever Tussenkomst van de Gewesten inzake investeringsaftrek
Geen wijziging
Rechtspersonenbelasting
Bevoegdheid van de Federale wetgever
Geen wijziging
Belasting der niet-rijksinwoners
Bevoegdheid van de Federale wetgever
Geen wijziging Met voorbehoud van het in aanmerking nemen van de Gewestelijke wetgeving inzake natuurlijke personen
BTW
Bevoegdheid van de Federale wetgever
Geen wijziging
20
Vastgoedfiscaliteit (II) Rechtsgebied
6de Staatshervorming
Situatie vóór Hervorming
Kadastraal inkomen
Bevoegdheid van de Federale wetgever
Geen wijziging
Onroerende voorheffing
Bevoegdheid van de Gewestelijke wetgever
Geen wijziging
Personenbelasting – roerende inkomsten (dividenden, interesten, meerwaarden)
Bevoegdheid van de Federale wetgever
Geen wijziging
Personenbelasting
Bevoegdheid van de Federale wetgever met beperkte mogelijkheden om de Federale bepalingen te moduleren in overeenstemming van de Gewestelijke wetgeving
Exclusieve bevoegdheid van de Federale wetgever om de belastbare basis en de aanslagvoet vast te stellen Verdeling van de Belasting Staat door een vermindering ten belope van 25,990% van de Federale belasting en de toepassing van Gewestelijke opcentiemen Exclusieve bevoegdheid van de Gewestelijke wetgever voor bepaalde belastingverminderingen, in het bijzonder de woonbonus
Gewestelijke taksen
Bevoegdheid van de Gewestelijke wetgever mits respect voor het non bis in idem beginsel
Geen wijziging
21
Onroerende inkomsten van natuurlijke personen (I) Soort inkomen Inkomsten uit niet verhuurde onroerende goederen
Vaststelling van het belastbaar inkomen Kadastraal inkomen (onbebouwd onroerend goed, materieel en outillage) Kadastraal inkomen + 40% VRIJGESTELD: eigen woning
Inkomsten uit onroerende goederen verhuurd aan natuurlijke persoon of aan een rechtspersoon buiten vennootschapsverband (bv. VZW) en zonder beroepsbestemming
Kadastraal inkomen (onbebouwd onroerend goed, materieel en outillage, pacht met landbouw- of tuinbouwbestemming) Kadastraal inkomen + 40%
Inkomsten uit verhuurde onroerende goederen, andere dan hierboven vermeld
Huurgelden en huurvoordelen die niet minder dan het kadastraal inkomen (indien onbebouwd of materieel en outillage) of het kadastraal inkomen + 40% mogen bedragen VERMINDERD MET forfaitaire onderhoudskosten
Inkomsten verkregen op het ogenblik van de vestiging of de overdracht van een erfpacht-, opstal- of gelijkaardig recht
Royalties en andere door de overdrager ontvangen voordelen, zoals bepaald voor de registratierechten, belastbaar in het jaar van de betaling of toewijzing MAAR ROERENDE INKOMSTEN op voorwaarde van wedersamenstelling en aankoopoptie (zie hierna)
Belastingheffing en bevoegde overheden Enkel bevoegd om de belastbare basis vast te stellen: de Federale Staat Afgetrokken van de onroerende inkomsten om het belastbaar inkomen te bepalen (per soort van inkomsten en pro rata temporis): • Interesten van schulden (behalve eigen woning) • Royalties uit een toegekend erfpacht-, opstal- of gelijkaardig recht (behalve eigen woning) → Omslag tussen de Federale PB en de Gewestelijke PB, m.a.w. de gezamenlijke fiscale last zal afhangen van: • een wijziging van de belastbare basis op federaal niveau (bv. voorstel om de werkelijke huurgelden te belasten) • een wijziging van de aanslagvoeten van de Gewestelijke opcentiemen • het behoud of de wijziging, op gelijk welk niveau (federaal/gewestelijk), van verminderingen in verband met die soort van inkomsten Opgelet: lokale en gewestelijke fiscaliteit in aanmerking te nemen om de gezamenlijke fiscale last te bepalen (bv. lokale belastingen op onbebouwde percelen) 22
Onroerende inkomsten van natuurlijke personen (II) Soort inkomsten
Vaststelling van het belastbaar inkomen
Belastingheffing en bevoegde overheden
Meerwaarde ingevolge overdracht van een onbebouwd onroerend goed
Overdrachtsprijs of venale waarde voor de registratierechten VERMINDERD MET • Kosten gedragen in het kader van de verkoop • Prijs waartegen het goed werd verworven door de belastingplichtige of de schenker, of de venale waarde voor de registratierechten, vermeerderd met de kosten en onderhoudskosten (25%) en gewaardeerd tegen 5% per jaar, en verminderd met de eventuele vergoeding zoals voorzien in de stedenbouwwetgeving VRIJGESTELD: • Overdracht meer dan 8 jaar na de verwerving • Overdracht meer dan 3 jaar na de schenking en 8 jaar na de verwerving door de schenker
Enkel bevoegd om de belastbare basis vast te stellen: de Federale Staat
Meerwaarde ingevolgde overdracht van een bebouwd onroerend goed
Overdrachtsprijs of venale waarde voor de registratierechten of de BTW VERMINDERD MET • Aankoopprijs verhoogd met 25% (of werkelijke kosten) • Aankoopprijs van de grond verhoogd met de constructiekosten, gewaardeerd tegen 5% per jaar sinds de verwerving wat betreft de grond, en sinds de eerste ingebruikname of de verhuring voor wat betreft de constructies VRIJGESTELD: • Overdracht meer dan 5 jaar na verwerving • Overdracht meer dan 3 jaar na de schenking en 5 jaar na de verwerving door de schenker • Overdracht meer dan 5 jaar na ingebruikname of verhuring indien onbebouwd verworven
Afzonderlijke belasting aan 16,5% of 33% → Omslag tussen de Federale PB en de Gewestelijke PB, m.a.w. de gezamenlijke fiscale last zal afhangen van: • een wijziging van de belastbare basis op federaal niveau • een wijziging van de aanslagvoeten van de Gewestelijke opcentiemen Opgelet: Gewestelijke fiscaliteit in aanmerking te nemen om de gezamenlijke fiscale last te bepalen → verkrijging van meerwaarden ingevolge bestemmingswijziging door middel van een lokale belasting vs. het non bis in idem beginsel
23
Onroerende inkomsten van natuurlijke personen (III) Soort inkomsten
Belastingheffing
Bevoegde overheid
Inkomsten verkregen op het ogenblik van de vestiging of de overdracht van een erfpacht-, opstalof gelijkaardig recht zijn interesten OP VOORWAARDE van (i) wedersamenstelling van het belegde kapitaal vermeerderd met kosten en interesten of van het venale waarde en (ii) overdracht van het eigendom op termijn aan de gebruiker of aankoopoptie BELASTBARE GRONDSLAG: wat overschrijdt het aan de wedersamenstelling bestemde deel
25%
Exclusieve bevoegdheid van de Federale wetgever, en buiten het systeem van de Gewestelijke opcentiemen
Dividenden van residentiële Vastgoedbevak
15%
Dividenden van Vastgoedbevak
25%
Andere dividenden Meerwaarde op deze aandelen gerealiseerd naar aanleiding van een verrichting dat kadert binnen het normaal beheer van het vermogen Meerwaarde op deze aandelen (>25% van de rechten) ingevolge overdracht buiten EER Andere meerwaarde op deze aandelen
15% of 25% / 16,5% 33%
24
Onroerende inkomsten van vennootschappen Principes • • • •
Voorrang van het boekhoudrecht op het fiscaal recht Operationele (bv. huurgelden) of uitzonderlijke (bv. meerwaarden) inkomsten ontvangen door een vennootschap zijn belastbare inkomsten aan Venn. B. Ontvangen dividenden genieten van het DBI-regime (95% vrijstelling) op voorwaarde Gerealiseerde meerwaarden zijn belast op 33,99% (indien kwalitatieve DBI-voorwaarden niet vervuld), op 25,75% (indien kwalitatieve DBI-voorwaarden vervuld en verkoop binnen het jaar), op 0,412% (indien kwalitatieve DBI-voorwaarden vervuld en verkoop na één jaar – 0% voor KMO’s)
Exclusieve bevoegdheid van de federale wetgever OPGELET: Gewestelijke belastingen zijn verworpen uitgaven • • •
Verkrijging van onroerende meerwaarden ingevolge bestemmingswijziging door middel van een Gewestelijke belasting, nietaftrekbaar van de vennootschapsbelasting Dubbele belasting van de gerealiseerde meerwaarde (via de lokale belasting niet-aftrekbaar van de vennootschapsbelasting) Verenigbaarheid met het non bis in idem-beginsel?
25
Contactpersoon Ariane Brohez Counsel T: + 32 2 743 43 21 E:
[email protected]
26
Amsterdam Arnhem Aruba Brussels Curaçao Dubai Eindhoven Geneva Hong Kong London Luxembourg New York Paris Rotterdam Singapore Tokyo Zurich
www.loyensloeff.com