september 2007 Vanuit het Albeda College een korte toelichting op de producten CCB en de deelnemers aan de opleiding Jeugdopbouwwerker
In 2007 is door ons bij de projectleiding CCB een CD aangeleverd met daarop het product “Opleiding Jeugdopbouwwerker.” (zie bijlage ‘fact sheet’ , zoals deze op de website van het Albeda College is vormgegeven)
Beschrijving van de opleiding: Het is het resultaat van onderzoek op basis van de in 2005 voorbereide en in dat jaar als BBL gestarte opleiding Jeugdopbouwwerker . Duidelijk werd in 2006 dat een BBL traject niet echt levensvatbaar was en daarom is er vanaf dat jaar verder voortgezet in een BOL traject. Dit betekent concreet dat er momenteel een 3e jaars groep BBL en een 1e en 2e jaars groep BOL aanwezig zijn.Er is een keuze gemaakt voor een opleiding op niveau 3, omdat de opleiding Assistent Jongerenwerker niveau 2 al enkele jaren op het Albeda College wordt aangeboden en er een lacune blijkt te zijn voor diegenen die willen overstappen naar een hoger niveau, in dit geval het niveau van Sociaal Cultureel Werker/ Jongerenwerker op niveau 4. Gebleken is in de afgelopen jaren dat het een enkeling lukte om via de route niveau 2 -> niveau 4 zelfs op het HBO terecht te komen, maar algemeen werd geconstateerd dat een tussenstap tussen niveau 4 en niveau 2 aan veel deelnemers de mogelijkheid zou kunnen bieden om door te stromen. Het ontbreken van deze tussenstap veroorzaakte een veel te grote uitval. Er bestaat geen erkend kwalificatiedossier voor een SCWer/Jongerenwerker op niveau 3, dus is in 2005 vooral onderzoek gedaan in de mogelijkheid om aan te sluiten bij een bestaand kwalificatiedossier. Gekozen is voor de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk uitstroom kinderopvang als eerste uitgangspunt. Vanuit het Albeda College hechten wij aan uitstroom van deelnemers met een erkende kwalificatie, dit betekent dat de deelnemers aan de BBL dit jaar zullen uitstromen met het diploma SPW niveau 3. Ook de deelnemers die in 2006 en 2007 gestart zijn zullen nog met een zelfde diploma uitstromen. In de opleiding is voldaan aan de vereisten die bij dit diploma horen, maar er is doorgeschoold op de taken- en functieinhouden van de jongerenwerkers/ sociaal cultureel werkers. Dit om het mogelijk te maken dat gediplomeerden in een zeer verkort traject het diploma op niveau 4 zouden kunnen halen.
In 2006 is op het Albeda College gestart met uitvoering geven aan experimentele opleidingen in het kader van Competentie Gericht Onderwijs (CGO). Er is een projectplan invoering CGO opgesteld en voor de nieuw te ontwikkelen opleiding Jeugdopbouwwerk lag het voor de hand dat met de ontwikkelingen ‘meegelift’ werd op dit projectplan. Dat betekende wel dat er erg veel werk moest worden verzet om niet alleen de inhoud van de opleiding Jeugdopbouwwerk op papier te zetten, maar voor de schrijvers ook om mee te denken in het proces naar CGO. terwijl dus in de dagelijkse praktijk vooral wordt gewerkt in de kaders van de “eindtermendossiers”(1999) met gebruikmaking van opdrachten die passen in het CGO wordt geschreven aan de nieuwe opleiding die in 2008 als experiment van start zal gaan. Het uiteindelijke product is dan ook een uitwerking van het kwalificatiedossier Pedagogisch Werker in combinatie met kerntaken uit het dossier Sociaal Cultureel Werker. Dit product is dus gebaseerd op de resultaten van het eerste jaar projectplan CGO voor de branche Welzij & Onderwijs van het Albeda College en op ervaringen met de deelnemersgroep zoals boven beschreven. Een belangrijk onderliggend document is de beschrijving van gemaakte keuze voor vormgeving aan examinering in het document “Uitgangspunten examinering bij Competentiegericht Onderwijs” (zie bijlage). Kort gezegd komt de beschrijving van de nieuwe opleiding neer op een indeling van kerntaken en de daarbij behorende werkprocessen die uitmonden in een matrix waarin de competenties beschreven zijn die behoren bij de “Jeugdopbouwwerker”. Uit deze matrix blijkt wel dat er sprake is van competenties behorende bij het kwalificatiedossier Pedagogisch Werker (niveau 3) en Sociaal Cultureel Werker. Uitgaande van de eindresultaten zoals deze in de kwalificatiedossiers beschreven zijn is er een uitwerking gemaakt op basis waarvan opdrachten geformuleerd kunnen worden. Er is in dit verband sprake van een niveau A (enkelvoudige context) tot een niveau D (meervoudige context), vervolgens zijn de daarbij behorende prestatieindicatoren beschreven, zodat het voor assessoren mogelijk is om door deelnemers geleverd bewijsmateriaal volgens vaste criteria te beoordelen. Een deelnemer doorloopt de opleiding door voortdurend bezig te zijn met de uitvoering van contextrijke opdrachten zoals in de beschrijving opgenomen. Door de branche Welzijn & Onderwijs zijn een aantal kaders aangegeven die ook voor de ontwikkeling van deze opleiding als uitgangspunt zullen moeten dienen. Het gaat hier om de volgende zaken: Onderwijsmodel: In het onderwijsmodel gaan we uit van drie leerlijnen: de integrale leerlijn, de leerlijn kennis en vaardigheden (voorheen conceptuele leerlijn) en de studieloopbaan leerlijn. De integrale opdrachten/ beroepssituaties sturen het leren. Dit wil zeggen dat vanuit de integrale leerlijn de overige twee leerlijnen worden vorm gegeven. Dit in tegenstelling tot de situatie in het huidige onderwijs waarbij de leerstof leidend is en dus niet de integrale opdrachten/ beroepssituaties. De integrale opdracht/
beroepssituatie is gerelateerd aan de beroepscontext en heeft tot doel te komen tot een of meerdere beroepsproducten. De integrale opdracht/ beroepssituatie is afgeleid van de kerntaken/ competenties en heeft minimaal betrekking op een of meerdere werkprocessen. De zelfsturing van de deelnemer neemt in de loop van de opleiding toe en de complexiteit van opdrachten bouwt zich op, waarbij er evenwicht is tussen structuur en zelfverantwoordelijkheid van de deelnemer. De integrale leerlijn zal gedurende de opleiding geleidelijk in omvang toenemen en de leerlijn kennis en vaardigheden zal afnemen. In het leren zit een cyclische beweging in de vorm van een spiraal (volgens het model van Celbe) waarbij leren voortbouwt op eerdere leerervaringen. De werkgroep onderwijsmodel heeft een format ontwikkeld voor het beschrijven van de leerlijnen (curriculum) en een format voor de integrale opdrachten/ beroepssituaties. Daarnaast heeft de werkgroep een begrippenlijst opgesteld. Studieloopbaanbegeleiding: De opleiding bestaat uit vijf fases: intakefase oriëntatiefase ontwikkelingsfase afrondingsfase vervolgfase De oriëntatiefase beslaat tien weken. In deze fase staat centraal: sociale en methodische vaardigheden, leren studeren, start POP en portfolio, oriëntatie op opleiding en op beroep. Het doel van de fase is dat de deelnemer opleidingsgeschikt wordt. De mogelijkheid bestaat dat een deelnemer gedurende deze fase overstapt naar een andere opleiding. De oriëntatiefase wordt afgesloten met een rapportage. Het model van de studieloopbaanbegeleiding is gebaseerd op onder andere KOLB, eigen visie op leren leren. Iedere opleiding binnen de branche Welzijn en Onderwijs werkt met een oriëntatiefase van tien weken met een vaste set aan opdrachten. Examinering: Er is gekozen voor een examenportfolio waarin een deelnemer bewijsstukken verzamelt die aantonen dat hij een werkproces beheerst. De integrale opdrachten/ beroepssituaties kennen een opbouw in complexiteit en opbouw in zelfsturing (niveau A t/m D). Door het werken aan deze opdrachten, kan een deelnemer bewijzen verzamelen. De opdrachten integreren zo veel mogelijk meerdere werkprocessen. Aan het eind van de opleiding vindt een afsluitend gesprek plaats.
Leren, Loopbaan en Burgerschap: Gedurende de experimenteerperiode 2007-2008 kan op twee verschillende manieren geëxperimenteerd worden met de kerntaken uit het dossier leren, loopbaan en burgerschap. In het OER wordt vastgelegd welke keuze een experimententeam maakt uit onderstaande opties: de kerntaken worden afgesloten in het eerste jaar de kerntaken komen gedurende de gehele opleiding aan bod en worden aan het eind afgesloten. Verder is er t.b.v. de betrokken docenten een
Korte beschrijving van de deelnemers: 1 groep 1e leerjaar BOL : 28 deelnemers die momenteel vooral praktijkervaring opdoen in een BSO project gekoppeld aan een basisschool. 1 groep 2e leerjaar BOL : 15 deelnemers die hun Beroepspraktijk Vorming doorbrengen in diverse instellingen zoals: het speeltuin werk, het jongerenwerk, het kinderwerk, de BSO, het meidenwerk e.d. 1 groep 3e leerjaar BBL: 10 deelnemers die veelal werkzaam zijn in het speeltuinwerk
Gerard Nieuwenhuizen
Bijlagen: • • •
‘fact sheet’ , zoals deze op de website van het Albeda College is vormgegeven Uitgangspunten examinering bij Competentiegericht Onderwijs Projectwijzer Sociaal Cultureel Werk N3 docentenhandleiding