Belasting over de toegevoegde waarde Wijzigingen betreffende de plaats van diensten en samenhangende verplichtingen vanaf 1 januari 2010 Landbouwondernemingen die onder de bijzondere regeling voor landbouwondernemingen vallen Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek1. Door het nieuwe stelsel dat van toepassing zal zijn op diensten, zal de belastingplichtige die onder de bijzondere regeling voor landbouwondernemingen2 (ook forfaitaire landbouwonderneming genoemd) valt, vanaf 1 januari 2010 onderworpen zijn aan nieuwe verplichtingen op het vlak van de btw. Het doel van deze uiteenzetting is om op eenvoudige wijze de nieuwe verplichtingen die relevant kunnen zijn voor forfaitaire landbouwondernemingen uiteen te zetten. Het is evenwel niet mogelijk om hier een volledig overzicht te geven van de nieuwe regelgeving. I. Handelingen waarvoor een forfaitaire landbouwonderneming schuldenaar is van de Belgische btw A. Diensten Vanaf 1 januari 2010 bepalen de nieuwe regels inzake btw dat een dienst (behoudens uitzonderingen) geacht wordt plaats te vinden daar waar de ontvanger van de dienst de zetel van zijn economische activiteit heeft gevestigd, in de mate dat hij handelt in de hoedanigheid van belastingplichtige3. De ontvanger van de dienst moet de btw voldoen aan de Schatkist wanneer de dienstverrichter niet in België is gevestigd4. Dit heeft tot gevolg dat een forfaitaire landbouwonderneming vanaf 1 januari 2010 voor het merendeel van de diensten die voor haar worden verricht door belastingplichtigen die niet in België zijn gevestigd, schuldenaar zal zijn tegenover de Schatkist van de Belgische btw die moet worden aangegeven via een bijzondere aangifte. Voorbeelden van deze diensten zijn de diensten van veeartsen, verhuur op lange termijn van vervoermiddelen (verhuur die 30 dagen overschrijdt), goederenvervoer, materieel werk m.b.t. roerende goederen, intellectuele diensten zoals die van boekhouders of consultants. B. intracommunautaire verwervingen van goederen Er wordt aan herinnerd dat een forfaitaire landbouwonderneming eveneens schuldenaar is van de btw over de intracommunautaire verwervingen5 van: -
nieuwe vervoermiddelen;
1
Deze wijzigingen vloeien voort uit Richtlijn 2008/8/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG 2 Zie artikel 57 van het Btw-Wetboek en koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970. 3 Zie gewijzigd artikel 44 van Richtlijn 2006/112/EG 4 Zie gewijzigd artikel 196 van Richtlijn 2006/112/EG 5 Onder de “intracommunautaire verwerving van een goed” wordt de aankoop van een goed in een andere lidstaat van de Europese Unie begrepen, waarbij dat goed vanuit die lidstaat naar België wordt vervoerd of verzonden door de leverancier, de koper of voor hun rekening.
1
-
accijnsproducten (minerale oliën, alcohol en alcoholhoudende dranken en tabaksfabrikaten);
-
andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten wanneer de forfaitaire landbouwonderneming een aankoopdrempel van 11.200 EUR heeft overschreden gedurende het lopende of het vorige kalenderjaar of zij geopteerd heeft om de Belgische btw te voldoen over al haar intracommunautaire verwervingen van goederen.
Wanneer een forfaitaire landbouwonderneming de drempel van 11.200 EUR aan intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten overschrijdt, of ervoor opteert om al haar intracommunautaire verwervingen van goederen aan de btw te onderwerpen, moet zij het btw-controlekantoor waaronder zij ressorteert hiervan op de hoogte stellen. Zij is dan verplicht de Belgische btw over alle belastbare intracommunautaire verwervingen van goederen die zij verricht (inclusief de intracommunautaire verwervingen van nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten) te voldoen via een bijzondere btwaangifte. II. Handelingen waarvoor een forfaitaire landbouwonderneming in principe geen schuldenaar is van de Belgische btw A. Diensten In uitzondering op de nieuwe regels die hiervoor zijn vermeld (de dienst vindt plaats daar waar de afnemer van de dienst de zetel van zijn economische activiteit heeft gevestigd) zijn er voor een limitatieve lijst diensten, die worden verricht voor belastingplichtigen, afzonderlijke regels vastgesteld die de plaats van de dienst bepalen. Deze diensten waarbij de plaats van de dienst volgens aangepaste regels wordt bepaald, worden hieronder opgesomd: -
de diensten die verband houden met een uit zijn aard onroerend goed (zoals onroerende werken, onroerende verhuur, …) die steeds geacht worden plaats te vinden op de plaats waar het onroerend goed is gelegen;
-
de personenvervoerdiensten die geacht worden plaats te vinden op de plaats waar het vervoer wordt verricht, zulks naar verhouding van de afgelegde afstanden;
-
de diensten die verband houden met culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve, vermakelijkheids- of soortgelijke evenementen, zoals beurzen en tentoonstellingen, met inbegrip van de diensten van de organisatoren van dergelijke activiteiten en alsmede van de daarmee samenhangende diensten evenals het verlenen van toegang tot dergelijke activiteiten, die geacht worden plaats te vinden op de plaats waar deze evenementen of activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden;
-
de restaurant- en cateringdiensten die geacht worden plaats te vinden op de plaats waar de dienst materieel wordt verricht; wanneer het diensten betreft die materieel verricht worden aan boord van een schip, vliegtuig of trein tijdens het in de Gemeenschap verrichte gedeelte van een passagiersvervoer, worden ze geacht plaats te vinden op de plaats van het vertrek van het passagiersvervoer;
-
de korte termijn verhuren van vervoermiddelen (het ononderbroken bezit of gebruik van het vervoermiddel gedurende een periode van ten hoogste 30 dagen en voor schepen ten
2
hoogste 90 dagen) die geacht worden plaats te vinden op de plaats waar het vervoermiddel daadwerkelijk ter beschikking van de ontvanger wordt gesteld. Dus uitsluitend voor de hierboven vernoemde diensten die in België plaatsvinden en die worden verricht voor een forfaitaire landbouwonderneming door een belastingplichtige die niet in België is gevestigd, moet deze laatste zich in principe in België laten identificeren voor btw-doeleinden en Belgische btw aanrekenen aan de forfaitaire landbouwonderneming. Indien de dienstverrichter echter geen Belgische btw aanrekent, zal de forfaitaire landbouwonderneming de btw moeten voldoen via haar bijzondere btw-aangifte (tenzij de handeling zou vrijgesteld zijn) omdat zij samen met de dienstverrichter solidair gehouden is tot de voldoening van de Belgische btw6. B. intracommunautaire verwervingen van goederen Er wordt aan herinnerd dat een forfaitaire landbouwonderneming niet gehouden is haar intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten, aan de Belgische btw te onderwerpen, wanneer zij een aankoopdrempel van 11.200 EUR gedurende het lopende of het vorige kalenderjaar niet heeft overschreden en zij niet geopteerd heeft om de Belgische btw over al haar intracommunautaire verwervingen van goederen te voldoen. Een forfaitaire landbouwonderneming wordt automatisch (uit kracht van wet) verondersteld te hebben geopteerd om al haar intracommunautaire verwervingen van goederen aan de Belgische btw te onderwerpen, vanaf het ogenblik dat zij haar btw-identificatienummer meedeelt aan haar leverancier. III. Verplichtingen die voortvloeien uit de nieuwe regels die vanaf 1 januari 2010 van toepassing zijn A. Meedelen van uw btw-identificatienummer Een forfaitaire landbouwonderneming is verplicht systematisch haar btw-identificatienummer (met landencode BE) mee te delen aan haar leveranciers, dienstverrichters en klanten. Wat echter de intracommunautaire verwervingen van goederen betreft, is een forfaitaire landbouwonderneming enkel gehouden haar btw-identificatienummer (met landencode BE) mee te delen aan haar leveranciers van goederen, voor zover zij de drempel van 11.200 EUR aan intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten heeft overschreden gedurende het lopende of het vorige kalenderjaar of wanneer zij heeft geopteerd om al haar intracommunautaire verwervingen van goederen aan de Belgische btw te onderwerpen. B. Indienen van een bijzondere btw-aangifte Indien een forfaitaire landbouwonderneming gedurende een bepaald kalenderkwartaal een dienst heeft ontvangen waarvoor zij schuldenaar is van de Belgische btw (zie punt I, A hiervoor), is zij verplicht een bijzondere btw-aangifte (aangifte nr. 629) in te dienen bij het btw-controlekantoor waaronder zij ressorteert, ten laatste de 20ste dag van de maand volgend op dat kwartaal. Er wordt aan herinnerd dat als een forfaitaire landbouwonderneming een intracommunautaire verwerving van goederen heeft verricht waarvoor zij schuldenaar is van de Belgische btw (zie punt I, B hiervoor), zij eveneens verplicht is deze handeling op te nemen in haar bijzondere aangifte. 6
Zie artikel 5 van koninklijk besluit nr. 31 van 2 april 2002
3
Wanneer een forfaitaire landbouwonderneming gedurende een bepaald kwartaal geen enkele handeling heeft verricht waarvoor zij schuldenaar is van de btw, moet zij geen bijzondere aangifte indienen voor dat kwartaal. Als een forfaitaire landbouwonderneming de drempel van 11.200 EUR aan intracommunautaire verwervingen van andere goederen dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten niet heeft overschreden en niet geopteerd heeft om al haar intracommunautaire verwervingen van goederen aan de Belgische btw te onderwerpen, moet zij voor de intracommunautaire verwerving van nieuwe vervoermiddelen een speciale aangifte (aangifte nr. 446) indienen op een douanekantoor naar keuze en voor de intracommunautaire verwerving van accijnsproducten zich tot de ontvanger van de accijnzen wenden voor het voldoen van de btw. IV. Voorbeelden betreffende de nieuwe plaatsbepalingsregels inzake diensten A. Voorbeeld nr. 1 Een forfaitaire landbouwonderneming doet beroep op een veearts die in Duitsland is gevestigd om 5 drachtige koeien te onderzoeken. Het onderzoek vindt plaats op 25 januari 2010. De veearts rekent 350,00 EUR aan (exclusief btw) voor zijn diensten. Volgens de nieuwe regels brengt de Duitse dienstverrichter geen btw in rekening aan de forfaitaire landbouwonderneming, omdat zijn dienst geacht wordt in België plaats te vinden (de lidstaat waar de ontvanger van de dienst is gevestigd). Bijgevolg is de Belgische btw opeisbaar. De forfaitaire landbouwonderneming dient haar btw-identificatienummer mee te delen aan de veearts. Gegeven het feit dat de dienstverrichter niet in België is gevestigd, moet de forfaitaire landbouwonderneming de verschuldigde Belgische btw over de dienst opnemen in de bijzondere btw-aangifte van het 1ste kwartaal van 2010 en deze btw voldoen aan de Belgische Schatkist. B. Voorbeeld nr. 2 Een forfaitaire landbouwonderneming huurt vanaf 1 juli 2010 een tractor voor een periode van 3 jaar bij een verhuurbedrijf dat in het Groothertogdom Luxemburg is gevestigd. De maandelijkse huur bedraagt 400 EUR excl. btw en is betaalbaar bij het verstrijken van elke kalendermaand. Volgens de nieuwe regels brengt het Luxemburgs verhuurbedrijf geen btw in rekening aan de forfaitaire landbouwonderneming, omdat haar dienst geacht wordt in België plaats te vinden (lidstaat waar de ontvanger van de dienst is gevestigd). Bijgevolg is de Belgische btw opeisbaar. De forfaitaire landbouwonderneming dient haar btw-identificatienummer mee te delen aan het verhuurbedrijf. Gegeven het feit dat de dienstverrichter niet in België is gevestigd, moet een forfaitaire landbouwonderneming de verschuldigde Belgische btw over de huur van juli, augustus en september opnemen in de bijzondere btw-aangifte van het 3de kwartaal van 2010 en deze btw voldoen aan de Belgische Schatkist. V. Het verrichten van een dienst door een forfaitaire landbouwonderneming aan een in een andere lidstaat gevestigde belastingplichtige Het kan voorkomen dat een forfaitaire landbouwonderneming, een dienst verricht aan een in een andere lidstaat gevestigde belastingplichtige. Overeenkomstig de nieuwe regels inzake btw vindt dienst in principe (behoudens uitzonderingen) plaats in de lidstaat waar de ontvanger van de dienst de zetel van zijn economische activiteit heeft gevestigd, in de mate dat hij handelt in de
4
hoedanigheid van belastingplichtige (zie hiervoor in I A en II A). De dienst die de Belgische landbouwonderneming verricht zal dan geacht worden in de lidstaat van zijn klant plaats te vinden. In dat geval zal de forfaitaire landbouwonderneming het totale bedrag van dergelijke diensten die effectief worden belast in de lidstaat van de ontvanger, moeten opnemen in zijn jaarlijkse btwopgave van de intracommunautaire handelingen (Tot voor 2010 moeten enkel de vrijgestelde intracommunautaire leveringen van goederen in deze opgave worden opgenomen)7. De opgave kan op papier of elektronisch worden ingediend.
7
Zie artikel 53sexies, § 1 van het Btw-Wetboek
5