VAN PEDAALRIDDER TOT BROODFIETSER De wielersport in België tijdens de Tweede Wereldoorlog
Mores
4 [2003] 1
[ Patrieck Geldhof]
24
Wielrennen is een harde sport. In weer en wind trotseren de renners de onmenselijke hindernissen op het parcours. Met de romp over het stuur gebogen, bonkend over kasseien, door slijk en modder. Ze bijten zich stuk aan het achterwiel van hun voorganger. Je hoort ze bij het langsrijden kuchen en puffen. Op rustpauzes moeten ze niet rekenen. Een lekke band leren ze vliegensvlug stoppen om zo snel mogelijk de achtervolging in te zetten. Het is een nerveuze strijd, een gevecht tegen weer en vijand. En op 10 mei 1940 dook een nieuwe tegenstander op.
DUITSE DREIGING De Duitse inval in Polen in september 1939 overschaduwde naast het dagelijks, ook het wielerleven in Europa. Op 25 augustus 1939 kende de Omloop van het Westen een abrupt einde. Briek Schotte werd met de gele trui naar huis gestuurd omdat Frankrijk manschappen had gemobiliseerd. Gedurende het Wereldkampioenschap op de weg te Varèse hadden de renners, organisatoren, ploegleiders, verzorgers, toeschouwers… alleen oog voor de ontwikkelingen op het Europese strijdtoneel. De organisatoren beslisten het Wereldkampioenschap naar een nader te bepalen datum te verplaatsen. Marcel Kint reed - wegens omstandigheden De renners zochten steeds opnieuw het beste stukje van de weg op. Dit was niet altijd zoals hier in - acht jaar lang met de wereldkampioenen- Antwerpen-Gent-Antwerpen (30 maart 1942) het fietspad. trui. Intussen mobiliseerde ook België zijn strijdkrachten. Voor veel renners golden bood immers de secretarissen-generaal, de toenmalige hoogste geen uitzonderingen. De Belgische wielerkalender voor de Belgische gezagsdragers in het land, de gelegenheid de plaats van beroepsrenners van de Ligue Vélocipédique Belge (LVB) of de de afwezige ministers in te nemen. Van 31 mei tot 10 juni 1940 Belgische Wielrijdersbond (BWB) getuigde evenwel van weinig heerste bij het comité van de secretarissen-generaal evenwel wat internationale politieke spanningen: Milaan-Turijn, Milaan-San juridische argwaan ten opzichte van de draagwijdte van artikel 5. Remo, Criterium van de Ronde van Frankrijk, … hielden de deur Verleende het desbetreffende artikel de secretarissen-generaal met de wielerlanden Frankrijk en Italië op een kier. De start van een wetgevende bevoegdheid? Of reikte het niet verder dan het een klassieker betekende een ‘vrije’ dag voor de gemobiliseerde opmaken van de ministeriële besluiten ter uitvoering van de soldaten. Zo wemelde het van Belgische kaki’s bij het vertrek van bestaande Belgische wetten? Uiteindelijk kwam het comité van de de Ronde van Vlaanderen. De renners lieten zich met een brede secretarissen-generaal tot een vergelijk met het Duits Militair glimlach fotograferen en filmen bij de soldaten aan het SintBestuur. Artikel 5 werd in de ruime zin, verlening van een wetgePietersstation te Gent. vende bevoegdheid, geïnterpreteerd. Zo hoefde de bezetter de Belgische administratie enkel te controleren. DUITSE MILITAIR BESTUUR Ruim een maand later, op 8 juli 1940, leidde voorzitter graaf Henri Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de wielersport in België wel de Baillet-Latour van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) en degelijk beoefend. Het Duits Militair Bestuur, aangevoerd door van het Comité National d’Education Physique et Comité generaal von Falkenhausen, maakte haar handen niet vuil aan de Olympique Belge (CN/COB) of het Nationaal Comité voor sport. Dat was een zaak van de Belgische sportfederaties en de Lichamelijke Opvoeding en Belgische Olympisch Comité (NC/BOC) secretaris-generaal Gerard Romsée van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid. Artikel 5 van de besluitwet van 10 mei 1940 de vergadering van het CN/COB. Bijna alle sportfederaties verbonden
WIELERSPORT aan het CN/COB waren aanwezig om de voor de hand liggende vraag te beantwoorden. Kunnen we het sportleven hernemen? De leden van het CN/COB waren het vlug met elkaar eens. De sportfederaties zouden hun taken en activiteiten onmiddellijk hervatten. Von Falkenhausen ging akkoord. De Verwaltungsstab van Eggert Reeder zou zich niet moeien met het sportleven. De Belgische sportbonden hadden het domein van de sport voor zich alleen. De sportfederaties moesten (voor de bezetter) wel orde en rust onder de mensen brengen. Pas op 12 september 1940 ontving het CN/COB een schriftelijke bevestiging van dit onderhoud. In navolging van de 8 juli-vergadering kwam het sportcomité van de LVB samen. De voorzitter van dit sportcomité, de Franstalige Hubert Baudot, deelde dezelfde visie als de voorzitter van het CN/COB: “La L.V.B. continuera donc à gérer officiellement le sport cycliste en Belgique, à délivrer les licences des coureurs, les licences d’organisation, à appliquer ses règlements, etc.” Diezelfde maand waarschuwde Karel Steyaert alias Karel van Wijnendaele de algemene voorzitter Alfred Martougin van de LVB voor de latente spanning tussen de Belgische unitaristen en de Vlaamse federalisten.
Wallonne. En de Vlaamse Wielerbond ging volledig op in de Vlaamse Wieler Unie. COMMISSARIAAT GENERAAL VOOR LICHAMELIJKE OPVOEDING (1942 - 1944) De rust keerde schijnbaar terug binnen de gelederen van de LVB totdat in 1943 het Commissariaat Generaal voor Lichamelijke Opvoeding en Sport (CGLOS) of Commissariat Général à l’Éducation Physique et aux Sports werd opgericht. Een nieuw sportorgaan, dat de Belgische sportfederaties wou overkoepelen, stond op til. De LVB had samen met het CN/COB haar handen vol met het pareren van de aanvallen van het CGLOS. Secretaris-generaal Romsée van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid en zijn rechterhand, de rexist Maurice Mauquoi – de twee drijvende krachten achter het CGLOS – werden door het comité van secretarissen-generaal op vrijdag 29 oktober 1943 teruggefloten. Het CGLOS zou zich in de toekomst uitsluitend met het ‘bestuderen’ van de Lichamelijke Opvoeding bezig houden en in ruil daarvoor zou de Belgische ‘overheid’ zich over de financiële noden van het CGLOS ontfermen. Op 14 maart 1944 werd het compromis tussen het CN/COB, het comité van secretarissen-generaal en het CGLOS officieel. Ruim een maand later deelde algemeen secretaris Tabel 1: Overzicht van de sportbedrijvigheid van de Vlaamse Wielerbond vanaf de stichting tot 1940 Jaartal Aantal koersen
Aantal renners
Prijzengeld
(juniores en beginnelingen)
(Belgische frank)
1935
8
96
6.500
1936
19
126
15.000
1937
32
186
26.500
1938
48
280
36.700
1939
182
692
88.500
Mores 4 [2003] 1
VLAAMSE WIELERKWESTIE (1940 - 1942) Het Vlaams-nationaal bewustzijn liet de Belgische wielersport niet onaangeroerd. Vanaf de stichting van de LVB hadden zich taalproblemen voorgedaan. Eind 19e eeuw zorgden nochtans de Walen voor de eerste valse noot. Tien jaar na de oprichting van de LVB hield men in 1892 te Namen de Union Vélocipédique Wallone boven de doopvont. Meteen gingen in Vlaanderen stemmen op om ook een eigen federatie uit de grond te stampen, maar de LVB antwoordde hetzelfde jaar met de oprichting van provinciale afdelingen. Alleen de provincie Limburg moest wachten tot 24 februari 1935. Limburg telde in 1892 nog geen 50 LVB-leden, het toenmalige criterium om een zelfstandig comité te hebben. Bij de eeuwwisseling werd in het Franstalige bondsblad Revue Vélocipédique Belge, na twee kleine aanvaringen over een Nederlandse vertaling, een Nederlandstalige rubriek van vijf bladzijden en de ondertitel Belgisch Wielrijdersblad ingesteld. Dertig jaar later vond de taalkwestie haar tweede adem. Sommige Vlamingen waren tijdens het interbellum nog steeds niet spreken over de houding van het Brussels-Belgisch establishment en in 1935 bonden ze met de oprichting van de Vlaamse Wielerbond (VWB) (zie tabel 1) de strijd aan met de overheersend Franstalige LVB. Het begon te rommelen op de Martelarenplaats te Brussel. De Antwerpse afdeling van de LVB drong meteen aan op splitsing in een Vlaamse en Waalse vleugel. Het Antwerpse initiatief bekoorde in januari 1941 maar weinig LVB-leden. De Vlaamse wielerkwestie was evenwel niet opgelost. Gesteund door de Flamenpolitik en de Vlaamse burgemeesters maakte de Antwerpse afdeling de LVB het leven zuur. Het einde leek voor de LVB in de tweede helft van 1941 nabij, maar nèt een Franstalige, voorzitter Hubert Baudot van het sportcomité, gaf het voorbeeld. Enkele maanden later, op 18 februari 1942 was de federalisering van de LVB een feit. De LVB splitste zich op in de Vlaamse Wieler Unie en de Union Cycliste
André Pieters is op trainingspad met enkele kompanen. Toen trotseerde men het winterweer met golfbroek, sjaal en een dikke wollen trui.
25
Van pedaalridder tot broodfietser
Mores
4 [2003] 1
De Tweede WereldMauquoi een dienstoorlog vormde de renorder uit dat de ners om van pedaalherstructurering en de ridders tot broodfietorganisatorische uitsers. Voor de Duitse bouw van het ‘nieuwe’ inval van mei 1940 CGLOS inhield: “Het primeerden de sportie[CGLOS] heeft tot ve prestaties boven het opdracht zijn medefinanciële, terwijl de werking te verlenen bij rollen tijdens de oorlog de ordening van de werden omgekeerd. lichamelijke opvoeHet peloton graaide ding en de sportbeoemee wat er te rapen fening in de voorOok renners waagden soms hun spaargeld. Zo organiseerde Jozef Vandeweghe een criterium te Emelgem (8 september 1941) voor beroepsrenners A en gewestelijke B. Zijn ouders vonden het viel. De (Waalse) waarden zooals voorvooraf een riskante onderneming, maar achteraf bleek hij een aardige stuiver aan het hele klassiekers werden zien bij besluit van 15 gebeuren te hebben overgehouden. genekt door de hoge juni 1942, evenals in verplaatsingskosten en door de kleine kans op het bereiken van de de uitvoeringsbesluiten uitgaande van het Hoofd van het eindmeet. Tegelijkertijd werd het fietsmateriaal naar het einde van Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Volksgezondheid.” de oorlog schaarser en duurder. De prijs-kwaliteitsverhouding was uit balans, zodat velen hun fiets van dichterbij leerden kennen. Ze VAN PEDAALRIDDER TOT BROODFIETSER waren aangewezen op hun eigen handen en na de oorlog droeVoor de renners zelf liep het ook niet van een leien dakje. Op 10 gen ze hiervan de vruchten. Een groot aantal renners opende een mei 1940 doorprikte het Duitse leger de Belgische mentaliteitseigen fietszaak. politiek. De achttiendaagse veldtocht had het peloton uiteengeslagen. Ook de kwaliteit (en kwantiteit) van het voedsel kon het aanbod Vele renners ontvluchtten de reservekampen in Frankrijk en van de wegwedstrijden niet bijbenen. Het lichaam werd niet met keerden met mondjesmaat naar huis. Andere coureurs moesten de nodige zorgen omringd. De renners hadden met rantsoende Duitse troepen helpen met de bevoorrading van hun leger. En bonnetjes te weinig om ruim 200 kilometers af te malen. Ze reden sommige renners verloren het leven. Velen vroegen zich af of het toen al aan een gemiddelde van ongeveer veertig kilometer per de moeite loonde opnieuw te koersen. uur. Gelukkig konden ze rekenen op hun supporters. Zij stopten De splitsingsperikelen zaaiden vervolgens in de eerste helft van de hun idolen voedsel of bonnetjes toe. oorlog verwarring. Bij wie sloten de renners zich aan: de LVB of de Toch tilden de voormalige renners hier niet zo zwaar aan. Alles Vlaamse Wielerbond? Daarna hield de verplichte arbeid de stond in het teken van overleven. Ze waren tevreden met wat ze meeste arbeiders van de baan of piste weg. De Duitse overheid kregen en hadden. Achteraf beklaagden ze zich wel het magere verplichtte mannen tussen de 18 en 50 jaar in Duitsland te gaan gamma van internationale wedstrijden. Voor renners als Briek werken. Gelukkig kwam de Directie voor Lichamelijke Opvoeding Schotte, Marcel Kint, Emile Masson, François Neuville en vele en Sport (DLOS), geleid door Maurice Mauquoi, op voor de belangen anderen hield de oorlog hen uit de wielerannalen. Dit ligt hen nog van de Belgische sportmannen. De DLOS wist vrijstellingen los te steeds op de lever. weken voor de eliterenners.
26
Belgisch kampioen André Defoort bij de beroepsrenners en Briek Schotte bieden zich aan om hun handtekening op het wedstrijdblad van AntwerpenGent-Antwerpen (30 maart 1942) te plaatsen.
CRITERIA EN LANDENWEDSTRIJDEN Voor de organisatoren van wedstrijden stond hun patrimonium op het spel. Een wedstrijd inrichten volgens de normen van de LVB kostte een aardige som geld die ze via de talrijke opkomst hoopten terug te winnen. Daarom was de eerste zorg van de organisatoren een mooie stek weten te veroveren op de wielerkalender. Ook de goedkeuring van de overheid was een voorwaarde opdat het publiek van een prachtige wedstrijd kon genieten. De bewuste zondag was een hoogdag voor de organisatoren. Vooral criteria lagen in de smaak van de oorlogsrenners. De gesloten omloop van minstens 2,5 kilometer, de beperkte afstand (100 à 150 kilometer) en de aantrekkelijke prijzenpot verzekerden de organisatoren van een oogstrelende affiche. Deze wedstrijden rond de kerktoren kenden een enorm succes. De renners verschenen
WIELERSPORT
massaal aan de start. Ze verkleedden zich in een café dicht bij de startplaats en aten daar tegelijkertijd hun biefstuk met een snee brood op. Daardoor hadden de klassiekers het hard te verduren en moesten ze soms de duimen leggen. Ook de herindeling van de categorie beroepsrenners kon weinig aan deze situatie verhelpen. Dit werd echter door vele sportjournalisten na de bevrijding als dé oorzaak voor de mindere prestaties van de Belgische renners op internationaal vlak aangewezen. Hadden de initiatiefvolle inrichters beter een landenwedstrijd of klassieker georganiseerd? De klassiekers alsook de formule van een confrontatie tussen de Belgische provincies of tussen twee landen onderling waren een alternatief. Vooral deze laatste waren tijdens het interbellum en de Tweede Wereldoorlog in. Deze duels deden de plaag van criteria even vergeten. De eer van de natie, het ‘ras’ stond op het spel. Een kind van zijn tijd die zijn hoogtepunt bereikte te Antwerpen op 26 september 1943 met de overwinning van – nomen est omen! – Lucien Vlaemynck. Hij was de Franse ploeg van Jacques Goddet en Léon Véron te vlug af tot groot jolijt van Karel van Wijnendaele. Één West-Vlaming had de eer van de natie gered, want op het escadron du Sud – de Waalse renners – en de Limburgers verwedde je tijdens de oorlog geen geld. Zij kenden een dipje dat door de oorlog werd bespoedigd.
Mores 4 [2003] 1
‘GROTE KUIS’ Na de bevrijding kwam de oorlogswrevel naar boven. Niettegenstaande de naweeën van de oorlog verhinderden dat alle leden van het comité bijeen kwamen, doekte Hubert Baudot eind september op eigen initiatief de Vlaamse Wieler Unie en de Union Cycliste Wallonne op. Hij werd opnieuw voorzitter van het sportcomité van de LVB. Tegelijkertijd schortte hij alle wegwedstrijden op totdat er ‘grote kuis’ was gehouden. Alleen de wedstrijden op de piste en sportpleinen werden geduld op voorwaarde dat de inrichters de deelnemers een lijst lieten tekenen waarin ze getuigden NIET in Duitsland te hebben gefietst. Alle renners die Duitse Reichsmark hadden opgestreken, moesten hun fiets voorlopig aan de kant zetten. Ook leden van het sportcomité, sportafgevaardigden en -journalisten werden geschorst totdat de Algemene Raad van de LVB volgens het besluit van het CN/COB de dato 17 september 1944 de dossiers had doorgenomen en beoordeeld. De epuratie door de Algemene Raad stelde in vergelijking met de zuivering in heel het land weinig voor. De voormalige leden van de Vlaamse Wielerbond bleven verder op de Martelarenplaats werken. Alleen Louis Roothooft en Karel Van Wijnendaele schenen volgens Koen Mortelmans in Vlaanderen op twee wielen de sigaar te zijn geweest. Roothooft zorgde tijdens de oorlog ervoor dat Belgische renners aan Duitse wedstrijden deelnamen. Ook had hij een goede verstandhouding met de Duitse wielerbond. Van Wijnendaele werd zijn voorzitterschap van het sportcomité van de Vlaamse Wieler Unie kwalijk genomen. Of was het eerder zijn omzetting van de Veltmantheorie die hem de das omdeed? Hij had het boek van zijn Nederlandse schoonzoon Jaak Veltman Land van wielrenners (1941), uitgegeven te
De renners zijn net van start gegaan in de Omloop der Vlaamse Gewesten (20 april 1942).
27
Van pedaalridder tot broodfietser
Antwerpen, in één ruk uitgelezen. Hij vond het een pracht van een boek, dat de ‘ware aard’ van de Vlaamse renner naar buiten bracht. Wielrennen was een Vlaamse verworvenheid en vooral een kenmerk van de rasechte West-Vlaming. Alle andere renners van het peloton hoopten in het diepste van hun hart ooit de Vlaming te kunnen benaderen: “een meedogenloze hardheid van spier en zenuw, een schier fysieke gevoelloosheid voor vermoeienis, een onuitputtelijk doorzettingsvermogen en een soort van sombere verbetenheid onder de tegenspoed.” Eveneens werd Van Wijnendaele zijn journalistieke pen ontnomen. Voor beide aantijgingen werd Van Wijnendaele later vrijgesproken. De commissie die over zijn journalistieke oorlogsverleden moest oordelen, zette hij voor schut met een bedankbrief van veldmaarschalk Montgomery. Daaruit bleek dat Van Wijnendaele Engelse piloten in zijn woning verborgen had en ze op eigen kosten liet repatriëren. De Antwerpse afdeling van de LVB organiseerde meteen na de schorsing in september 1944 een vergadering die volledig in het teken stond van Van Wijnendaele. Hij werd daar met open armen ontvangen. Edward Vaernewyck, Egide Schoeters
en Arnold Standaert beloofden hem door dik en dun te steunen totdat de schorsing zou worden opgeheven. Pas op 14 november 1948 was hij opnieuw bij de LVB welkom. Van de voorzitter Egide Schoeters kreeg hij een eremedaille voor zijn 25 jaar trouwe dienst bij de Belgische wielerfederatie. Intussen had Van Wijnendaele leren vergeten en vergeven, maar toch hield hij aan deze schorsing een wrange nasmaak over. EPILOOG De wielersport heeft een belangrijke rol vervuld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het wielermilieu gaf de Belgische bevolking hoop; de dagelijkse zorgen werden even opzij gezet. Het ontbrak de leden van de wielerfederaties, de organisatoren en de renners niet aan optimisme en goede hoop. Dit concludeerde de toenmalige Franstalige sportkrant Les Sports al in januari 1943: “Le sport cycliste aura prouvé, grâce à ses dirigeants et organisateurs, comme grâce à ses pratiquants que ce n’est pas chez lui que l’optimisme et de bonne volonté auront été pris en défaut!” ■
Mores
4 [2003] 1
“Een flandrien is een coureur die op de pedalen duwt tot hij niet meer weet van welke parochie hij komt” 2 Op 28 februari opende het Centrum Ronde van Vlaanderen, een multifunctioneel toeristisch project rond het Belevingsmuseum Ronde van Vlaanderen, officieel zijn deuren,. Bij de realisatie werd gekozen voor een dynamische evocatie van het Rondegevoel, eerder dan een statische presentatie van fietsen, medailles of truien. In een nietchronologisch, virtueel parcours dat alle typische Rondeingrediënten bevat, wordt de bezoeker als het ware overstelpt met indrukken rond dit Vlaamse wielergebeuren. Een must voor liefhebbers, een aanrader voor anderen. Markt 43, 9700 Oudenaarde | T 055-33 99 33 | www.crvv.be | open van 10.00 tot 17.00 uur, donderdag en vrijdag tot 22.00 uur, maandag gesloten
28
Sport-Patrimonium Wie meer wil weten over de wielersport en andere volkssporten kan ook terecht bij het Sportimonium, een samenwerkingsverband van Sportmuseum Vlaanderen en de Vlaamse Volkssport Centrale. Het Sportimonium richt zich vooral op de sport in Vlaanderen, en dit in zijn nationale en internationale context. Het kadert tevens de hedendaagse sportscène in zijn historische en culturele ontwikkeling en besteedt bijzondere aandacht aan de traditionele sport- en spelvormen. De waardevolle en uitgebreide collectie wordt vanaf volgend jaar ondergebracht en publiek toegankelijk gesteld in het strandgebouw van het Bloso-recreatiedomein te Hofstade. Tervuursevest 62,3001 Leuven | T 016-22 54 38 | F 016-20 15 95 | E
[email protected] | www.sportimonium.be
Het criterium van Waregem was tijdens de Tweede Wereldoorlog dé formule voor een succesvolle zondag. De organisatoren konden rekenen op een rijke opkomst van renners en immense hagen volk. Op deze foto won Jozef Vandeweghe onder grote publieke belangstelling het Criterium van Waregem (1942).
1
Wie meer wil lezen over het wielrennen in België tijdens de Tweede Wereldoorlog, kan terecht bij: GELDHOF, Patrieck, Van pedaalridder tot broodfietser. De Wielersport in België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, dept. Geschiedenis, 2002.
2
Briek Schotte in: Koen Sonck, Een museum voor een monument, De Standaard, zaterdag 22 februari 2003