“Van oude, naar nieuwe Mens, de centrale Boodschap van het Evangelie”
1) In Jezus Christus is God een Nieuwe Schepping begonnen, een Nieuwe <jd (eeuw) is aangebroken, Jezus is de “Eerstgeborene van velen”:
2 Korin<ërs 5:16-‐17
16 Zo kennen wij dan van nu aan niemand naar het vlees. Indien wij al Christus naar het vlees gekend hebben, thans niet meer. 17 Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen.
Galaten 6:15
Want besneden zijn of niet besneden zijn betekent niets, maar of men een nieuwe schepping is.
1 Korin<ërs 15:44-‐49
44 Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt. Is er een natuurlijk lichaam, dan bestaat er ook een geestelijk lichaam. 45 Aldus staat er ook geschreven: de eerste mens, Adam, werd een levende ziel; de laatste Adam een levendmakende geest. 46 Doch het geestelijke komt niet eerst, maar het natuurlijke, en daarna het geestelijke.
47 De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk, de tweede mens is uit de hemel. 48 Gelijk de stoffelijke is, zijn ook de stoffelijken, en zoals de hemelse is, zijn ook de hemelsen. 49 En gelijk wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij het beeld van de hemelse dragen.
1 Korin<ërs 7:29-‐31
29 Dit bedoel ik, broeders: de <jd is kort. Ten slo[e, laten zij, die een vrouw hebben, zijn als zonder vrouw; 30 die wenen, als weenden zij niet; die blijde zijn, als waren zij niet blijde; die kopen, als zouden zij er niets van behouden; 31 die van de wereld gebruik maken, als zouden zij haar niet ten einde toe gebruiken. Want het uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnen.
Psalmen 89:25-‐30
25 Maar mijn trouw en mijn goeder<erenheid zullen met hem zijn,en door mijn naam zal zijn hoorn verhoogd worden;26 ook zal Ik zijn hand leggen op de zee,en zijn rechterhand op de stromen.27 Hij zal tot Mij zeggen: Gij zijt mijn Vader,mijn God en de rots van mijn heil. 28 Ja, Ik zal hem tot een eerstgeborene stellen, tot de hoogste van de koningen der aarde. 29 Voor altoos zal Ik jegens hem mijn goeder<erenheid bewaren en mijn verbond zal voor hem vast blijven; 30 zijn nakroost zal Ik voor immer doen voortbestaan,en zijn troon als de dagen des hemels.
Romeinen 8:29
Want die Hij tevoren gekend heeb, heeb Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen;
Hebreeën 1:6
En wanneer Hij wederom de eerstgeborene in de wereld brengt, spreekt Hij: En Hem moeten alle engelen Gods huldigen.
Hebreeën 12:23
En tot een feestelijke en plech
2) Het “ zaad” (DNA) van Christus in ons:
1 Korin<ërs 15:38
Maar God geeb er een lichaam aan, gelijk Hij dat gewild heeb, en wel aan elk zaad zijn eigen lichaam.
1 Petrus 1:22-‐23
22 Nu gij uw zielen door gehoorzaamheid aan de waarheid gereinigd hebt tot ongeveinsde broederliefde, hebt dan elkander van harte en bestendig lief, 23 als wedergeborenen niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God.
1 Johannes 3:9
Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde; want het zaad (Gods) blijb in hem en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren.
3) Oude en Nieuwe Mens (Christus.Mens): -‐ defini<e: De oude mens (sarx, vlees): de persoon, die wij geworden zijn, door onze genen, opvoeding en het leven. De Nieuwe Mens: de persoon, die wij in Christus kunnen worden, aan het worden zijn, en, reeds zijn.
-‐ Onze oude mens; noodzakelijkerwijs gegroeid vanuit vijandigheid, onveiligheid en overleving. -‐ Onze Nieuwe (Christus) Mens: groeit vanuit geloof, veiligheid en Liefde
-‐ Onze oude mens “sterb”, door radicale verandering in ons denken, ziende op Christus. Wij zien zijn zinloze en ouderwetse bestaansrecht. Wij leven niet meer in vijandig Egypte, maar in het Beloofde Land, niet meer in het gevaarlijk koninkrijk dezer wereld, doch, in het Koninkrijk Gods.
Aap >>>…..>>> Neanderthal >>> Cro Magnon >>> Nieuwe Christus Mens ?
Romeinen 6:3-‐8
3 Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? 4 Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen. 5 Want indien wij samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan zijn dood, zullen wij het ook zijn (met hetgeen gelijk is) aan zijn opstanding;
6 dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn; 7 want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. 8 Indien wij dan met Christus gestorven zijn, geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven,
Romeinen 6:11-‐14
11 Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wèl dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus. 12 Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen, 13 en stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerech
Galaten 4:18-‐19
18 Nu is het goed, dat er ijver getoond wordt in het goede, mits te allen <jde en niet alleen, wanneer ik bij u ben, 19 mijn kinderen, ter wille van wie ik opnieuw weeën doorsta, totdat Christus in u gestalte verkregen heeb;
Galaten 5:24
Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.
Galaten 6:7-‐9
7 Dwaalt niet, God laat niet met Zich spo[en. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. 8 Want wie op (de akker van) zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie op (de akker van) de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten. 9 Laten wij niet moede worden goed te doen, want, wanneer het eenmaal <jd is, zullen wij oogsten, als wij niet verslappen.
Efeziërs 4:20-‐25
20 Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen. 21 Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen, gelijk dit de waarheid is in Jezus, 22 dat gij, wat uw vroegere wandel betreb, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten, 23 dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken, 24 en de nieuwe mens aandoet, die naar (de wil van) God geschapen is in waarach
Efeziërs 5:8-‐10
8 Want gij waart vroeger duisternis, maar thans zijt gij licht in de Here; wandelt als kinderen des lichts, 9 – want de vrucht des lichts bestaat in louter goedheid en gerech
Kolossenzen 2:6-‐7
6 Nu gij Christus Jezus, de Here, aanvaard hebt, wandelt in Hem, 7 geworteld en dan opgebouwd wordend in Hem, beves
Kolossenzen 2:9-‐13
9 want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk; 10 en gij hebt de volheid verkregen in Hem, die het hoofd is van alle overheid en macht. 11 In Hem zijt gij ook met een besnijdenis, die geen werk van mensenhanden is, besneden door het afleggen van het lichaam des vlezes, in de besnijdenis van Christus, 12 daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook mede opgewekt door het geloof aan de werking Gods, die Hem uit de doden heeb opgewekt. 13 Ook u heeb Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold,
Kolossenzen 3:1-‐4
1 Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. 2 Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. 3 Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God. 4 Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid.
Kolossenzen 3:9-‐14
9 Liegt niet meer tegen elkander, daar gij de oude mens met zijn prak<jken afgelegd, 10 en de nieuwe aangedaan hebt, die vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn Schepper, 11 waarbij geen onderscheid is tussen Griek en Jood, besneden of onbesneden, barbaar en Skyth, slaaf en vrije, maar alles en in allen is Christus. 12 Doet dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke onmerming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld. 13 Verdraagt elkander en vergeeb elkander, indien de een tegen de ander een grief heeb; gelijk ook de Here u vergeven heeb, doet ook gij evenzo. 14 En doet bij dit alles de liefde aan, als de band der volmaaktheid.
Hebreeën 6:4-‐5
4 Want het is onmogelijk, degenen, die eens verlicht zijn geweest, van de hemelse gave genoten hebben en deel gekregen hebben aan de heilige Geest, 5 en het goede woord Gods en de krachten der toekomende eeuw gesmaakt hebben,
1 Johannes 3:1-‐3
1 Ziet, welk een liefde ons de Vader heeb gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het (ook). Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. 2 Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; (maar) wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is. 3 En een ieder, die deze hoop op Hem heeb, reinigt zich, gelijk Hij rein is.
Romeinen 8:19
Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods.