06
jaargang 5 juni 2008 3 • Crossmediale uitdagingen • Meer uit de klant halen 4 • Werken in teams 6 • Schoonmaakbedrijven onder de loep 7 • Groen denken • Innovatie in de zorg 8 • Trends in b2b-marketing • Fusies en overnames in de telecomsector 10 • Snacks en zoetwaren in cijfers • Kentering in de catering 11 • Reclame voor allochtonen 12 • Waardering voor ict 13 • Financieel (wan)gedrag van jongeren • I Amsterdam? 14 • Web 2.0 en de overheid 15 • Krantenmarkt in kaart
ResearchBase
Dé onderzoekdatabase van Tijdschrift voor Marketing
Relaties versterken met magazines titel Onderzoek Relatiemagazines auteur Cendris uitgave download (45 pagina’s/1 mb) datum april 2008 prijs gratis bestelcode 2199300 Lezers van relatiemagazines hebben niet alleen een sterkere band met de bedrijven achter het tijdschrift, ze gaan ook vaker tot actie over na het lezen van het blad. Zo wordt vooral in de retailsector veelvuldig ingegaan op aanbiedingen en uitnodigingen in het sponsored magazine.
Het relatiemagazine lijkt dan ook een sterke marketingtool te zijn. Dit blijkt uit onderzoek van Cendris naar het effect van Nederlandse relatiemagazines onder ruim .500 lezers en nietlezers van negen relatiemagazines uit drie verschillende sectoren: automotive, financieel en retail. Op de markt
Het relatiemagazine, ook wel customer of sponsored magazine genoemd, geniet steeds meer populariteit en de markt voor deze tijdschriften groeit sterk. In Groot-Brittannië geeft 79 procent van de bevolking aan een relatiemagazine te lezen. In Nederland zijn zulke cijfers niet bekend, wel weten we dat er zo’n 5.500 op externe doelgroepen gerichte en ruim 6.000 op interne doelgroepen gerichte customer media op de markt zijn. Bedrijven willen op deze manier de relatie met klanten, werknemers of leden versterken, de naamsbekendheid vergroten en het merkbeeld verbeteren, informeren over bijvoorbeeld nieuwe producten en stimuleren tot reageren en
kopen. In een oplage van zo’n 2, miljoen exemplaren probeert Albert Heijn via het magazine Allerhande bijvoorbeeld zijn klanten tot herhaalaankopen te bewegen. Vijftig spotjes
De relatiemediabranche is na internet de snelst groeiende markt – in Groot-Brittannië plust die markt jaarlijks zelfs met 0 procent. Een belangrijke reden daarvoor is de technologische ontwikkeling. Daardoor is het steeds eenvoudiger, sneller en goedkoper geworden om voor verschillende, ook kleinere, doelgroepen of klantsegmenten een gedifferentieerde inhoud aan te bieden. Zo biedt het magazine Dichterbij van de Rabobank een combinatie van landelijke en regionale informatie. Een andere reden voor de sterke groei is dat een relatiemagazine in een behoorlijk gedifferentieerd en vluchtig medialandschap een van de beste mogelijkheden lijkt te bieden om de aandacht van de ontvanger langdurig vast te houden. Zo blijkt uit onderzoek van het Britse onderzoeksbureau Millward Brown dat de gemiddelde leesduur van een magazine 25 minuten bedraagt, wat overeenkomt met vijftig spotjes van dertig seconden. Relevante communicatie-uiting
Uit Brits onderzoek naar de effecten van relatiemagazines komt naar voren dat relatiemagazines in vergelijking tot diverse andere Y
Hoe vaak maakt een lezer van een relatiemagazine gebruik van de aanbiedingen in het blad? (in procenten)
Meer dan 3.575 onderzoeken op www.marketing-online.nl/researchbase
MRB 06-08 (3).indd 1
Altijd Vaak Herhaaldelijk Incidenteel Nooit
Automotive 0 2 5 55 37
Financieel 0 2 6 68 24
Retail 2 17 29 48 5
28-05-2008 12:51:34
2 Y vormen van direct mail of publiekstijdschriften hoog scoren wat betreft de houding van en/of het gebruik door consumenten. Zo worden relatiemagazines vaak niet gezien als direct mail (veelal toch nog geassocieerd met junk mail), maar als een relevante communicatie-uiting. Uit het Cendris-onderzoek blijkt dat de resultaten in Nederland behoorlijk overeenkomen. De lezers van het betreffende magazine vinden het bedrijf achter het tijdschrift aanmerkelijk aantrekkelijker dan de niet-lezers. Lezers zijn tevredener, hebben meer vertrouwen, ervaren een sterkere emotionele band, zijn meer bereid de relatie voort te zetten, staan minder open voor alternatieve aanbieders, zijn minder gevoelig voor prijs en zijn meer bereid het bedrijf bij anderen aan te bevelen. Kortom, lezers zijn meer vertrouwd met en hebben meer gemeen met de verspreider dan niet-lezers.
Lezers van relatiemagazines zijn meer bereid het bedrijf bij anderen aan te bevelen
Ook zijn de lezers van relatiemagazines een stuk positiever over het imago van de betreffende bedrijven dan niet-lezers. Lezers vinden dat de verspreider bij de tijd, dynamisch, betrouwbaar, klantgericht, modern, populair en klantvriendelijk is. Daarnaast zijn ze van mening dat het bedrijf bij hen past, een breed assortiment en kwaliteit biedt en vooruitstrevend is. Klantbehoud
Magazines bevatten vaak aanbiedingen en uitnodigingen om de lezer tot actie te bewegen. Opvallend is dat in de retailsector (supermarkten), waarin sprake is van fast moving consumer goods, veelvuldiger op deze aanbiedingen en uitnodigingen wordt ingegaan dan in de sectoren waar sprake is van duurzame consumentengoederen (auto’s) of van (financiële) diensten. In het algemeen kan gesteld worden dat relatiemagazines erin slagen lezers incidenteel dan wel herhaaldelijk tot (re)actie te bewegen. Vanuit het oogpunt van werving, ontwikkeling en behoud heeft het relatiemagazine duidelijk toegevoegde waarde. Het heeft een significant positief effect op de door de klant ervaren binding met de verspreider van het magazine. Daardoor leidt het magazine ook (indirect) tot klantbehoud, omdat lezers meer bereid zijn de relatie voort te zetten. Met betrekking tot het werven van nieuwe klanten laat het magazine ook zijn sporen na. Lezers zijn meer bereid het bedrijf bij anderen aan te bevelen. Daarmee is het magazine meer dan een ‘extended shopwindow’. Het magazine is definitief richting strategisch communicatiemiddel opgeschoven en eist terecht zijn plaats, rol en budgetallocatie op in de media- en marketingcommunicatiemix. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: relatiemagazine
ResearchBase 06 juni 2008
18 juni 2008
23 en 24 juni 2008
Google Analytics Training Media Plaza, Jaarbeurs Utrecht Veel bedrijven hebben nog steeds weinig inzicht in het rendement van hun website. Hierdoor worden veel campagnes niet goed gemeten en beslissingen nog te vaak op het onderbuikgevoel genomen. Tot voor kort was aan een webstatistiekenpakket een stevig prijskaartje verbonden. Met de komst van Google Analytics veranderde dit echter. Maar hoe werkt dit nou in de praktijk? Wat moet ik meten en hoe haal ik het maximale uit Google Analytics? Met de ‘Google Analytics Training’ leert u het in een dag. Meer informatie: www.mediaplaza.nl
Master of Online Marketing wtc, Rotterdam Niet langer is het credo ‘verkopen’. De rollen zijn omgedraaid: het gaat om ‘kopen’. Waarom kopen klanten online? En belangrijker, waarom kopen klanten bij u? Het congres ‘Master of Online Marketing’ biedt een eersteklas kennisupdate en topsprekers uit de online marketingpraktijk verzorgen zeven boeiende presentaties. Daarnaast kunt u kiezen voor een tweede dag met aanvullende workshops en zelf aan de slag gaan met de opgedane kennis. Meer informatie: www.euroforum.nl
19 juni 2008 Mobile Marketing Update Rosarium, Amsterdam Mobile marketing is een onderwerp waar marketeers niet over uitgesproken raken. In de praktijk blijkt dat nog te veel marketing- en communicatiespecialisten koudwatervrees hebben of niet precies weten hoe mobiel kan worden geïntegreerd in hun huidige marketingcampagnes. Tijdens de ‘Mobile Marketing Update’ komen theorie en praktijk samen en illustreren diverse cases het Mobile Marketing Framework. Doel van het evenement is om professionals te helpen met het toevoegen van mobile marketing aan hun marketing (communicatie)mix. Meer informatie: www.mobilemarketingupdate.nl
Marketing ResearchBase is een dienst die bestaat uit een site en een magazine. De site geeft de abonnee een doorzoekbaar overzicht en samenvattingen van marktonderzoeken die relevant zijn voor de marketeer, communicatiemanager en marketingcommunicatieadviseur. Het magazine biedt maandelijks een samenvatting van de meest relevante marktonderzoeken. Rapporten bestellen Bent u bij ons geregistreerd als abonnee dan kunt u het integrale marktonderzoek bestellen. Bestellingen van rapporten die via de antwoordcoupon in dit magazine of via de site binnenkomen, worden per e-mail automatisch doorgestuurd naar de auteur(s) van de rapporten. De auteur(s) zijn verantwoordelijk voor de verzending en facturering. De genoemde bedragen in Marketing ResearchBase zijn exclusief btw. Marketing ResearchBase biedt een platform waarop aanbieders en vragers elkaar kunnen bereiken. Voor vragen en/of opmerkingen over het rapport, de bestelling en de verzending kunt u contact opnemen met de auteur van het rapport. De contactgegevens van iedere auteur vindt u onder aan de titelpagina van het rapport op de site. Redactie Laura Vogels, Liones Publishing Services bv Laan van Hoornwijck 3, 2289 dg Rijswijk telefoon (070) 319 19 23 e-mail
[email protected] Uitgever Rogier Mulder
26 en 27 augustus 2008 Adforesult Summerschool Bloemendaal aan Zee Vakkennis effectief bijspijkeren terwijl de concurrentie met vakantie is? Dat kan! Adforesult organiseert deze zomer in twee dagen op het strand achttien interactieve workshops. De onderwerpen variëren van zoekmachinemarketing, e-mailmarketing, brand activation en mobile marketing tot viral marketing en meer. Het aantal workshops kan door uzelf gekozen worden: hoe meer, hoe voordeliger. Meer informatie: www.adforesult.nl/summerschool
Abonnementen Kluwer bv, klantenservice business media Postbus 23, 7400 ga Deventer telefoon (0570) 67 33 58 fax (0570) 69 15 55 e-mail
[email protected] Abonnementsprijs B 175 per jaar voor toegang tot de site en het magazine dat 10 keer per jaar verschijnt. Abonnementen dienen schriftelijk te worden opgezegd uiterlijk drie maanden voor het nieuwe abonnementsjaar begint. Voor België Kluwer Uitgevers Ragheno Business Park Motstraat 30, b-2800 Mechelen telefoon (0800) 30143 fax (0800) 17529 Basisvormgeving Studio Bassa, Culemborg Opmaak Artnic, Deventer Druk Drukkerij Thieme Deventer Voor meer informatie www.marketing-online.nl Inloggegevens kwijt? Bel Kluwer klantenservice (0570) 67 33 58
Kluwer BV legt de gegevens van abonnees vast voor de uitvoering van de (abonnements-)overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen. Op al onze aanbiedingen en overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden van Kluwer B.V., gedeponeerd ter griffie van de Rechtbank te Amsterdam op 6 januari 2003 onder depotnummer 3/2003. Een exemplaar van deze voorwaarden zal op eerste verzoek gratis worden toegezonden. U kunt de voorwaarden ook vinden op: www.adformatie.nl/algemenevoorwaarden.html.
www.marketing-online.nl/researchbase
MRB 06-08 (3).indd 2
© Auteursrecht voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd. issn 1572-3569
28-05-2008 12:51:36
Crossmediale uitdagingen
ResearchBase 06 juni 2008
Dit is een van de conclusies uit de Cross Media Study van Roland Berger Strategy Consultants. Terwijl cbs, Time Warner en Walt Disney in de Verenigde Staten vooroplopen, heeft in Nederland alleen de fd Mediagroep een duidelijke keuze gemaakt.
punten verzamelen om te sparen voor gratis mp3’s. Verder kun je via evenementen, je mobiele telefoon, internet of tv in contact komen met ‘The Coke Side of Life’. Beide uitstekende koppelingen van verschillende kanalen. axe maakt gebruik van waargebeurde verhalen die consumenten achterlaten op hun site en creëert zodoende live entertainment en een actieve merkervaring. Dove heeft een debat opgezet over ‘echte schoonheid’ en dit gepost op YouTube om aanvullende reacties binnen te halen. Door deze interactie hebben zij nu onbetaalbare inzichten over de behoeften en gedachten van hun doelgroep.
Informatie filteren
Platforms en feedbackkanalen
De nieuwe generatie consumenten is opgegroeid in het digitale tijdperk. De vroege aanwezigheid van communicatiemiddelen als internet heeft een sterke invloed gehad op de behoeften en het gedrag van de nieuwe consument. De digitale generatie is feilloos in staat om relevante informatie te filteren uit de stortvloed die dagelijks via internet, rtv en mobiele telefonie op hen afkomt. Vaak zie je dat de nieuwe consument consumentenproducten proactief uitzoekt en vergelijkt, waarbij door het gebruik van verschillende kanalen, sterk wordt ingespeeld op persoonlijke behoeften. Dit maakt dat adverteerders in hun activiteiten gedwongen worden tot een persoonlijkere en crossmediale aanpak.
De noodzaak van een crossmediale benadering heeft in Nederland de grootste impact op mediabedrijven. Het is aan hen om de verschillende kanalen te integreren en combineren, alsook om communicatieplatforms en feedbackkanalen te ontwikkelen. Dit betekent dat zij de huidige strategie moeten evalueren en de inrichting van de organisatie mogelijk moeten herzien. Grote Nederlandse bedrijven als de Telegraaf Media Groep, Sanoma Magazines, ad Nieuwsmedia en de fd Mediagroep hebben op basis van hun brede kanaalportfolio en consumentenbereik de meeste potentie om een crossmediale aanpak te ontplooien, maar tot op heden is alleen de laatstgenoemde echt op weg.
Live entertainment
Maximale impact
Een crossmediale benadering is volgens Roland Berger voor adverteerders vrijwel de enige manier om ook in de toekomst succesvol te zijn. Veel jongeren willen zichzelf uitdrukken, zoeken persoonlijke content en willen een actieve rol spelen in de merkervaring. Live entertainment, een sociale omgeving en veel interactie zijn daarom cruciaal. Het draait erom dat de aandacht wordt getrokken, vervolgens door interactie de interesse wordt gewekt, om uiteindelijk dankzij een gepersonaliseerde boodschap te appelleren aan de behoefte en koopimpuls. Omdat de technologie een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt, ligt er een kans om samen met consumenten content te ontwikkelen. Echte schoonheid
Het rapport laat zien dat internationale merken als Coca-Cola, axe en Dove al succesvol crossmediaal adverteren. Bij Coca-Cola kun je
Meer uit de klant halen titel Staat er voldoende spanning op uw onderneming? auteur Berenschot uitgave download (12 pagina’s/55 kb) datum april 2008 prijs gratis bestelcode 2203880
titel Cross Media Study auteur Roland Berger Strategy Consultants uitgave download (16 pagina’s/449 kb) datum april 2008 prijs gratis bestelcode 2199030 De nieuwe generatie consumenten vereist een omslag in de benadering door marketingprofessionals. Zowel technologische ontwikkelingen als de communicatieve veelzijdigheid van de digitale consument dwingen adverteerders en mediabedrijven tot een crossmediale aanpak.
3
Door deze nieuwe wijze van adverteren ontstaan drie nieuwe typen spelers: de kanaalspecialist, de koppelaar van consumentengroepen en de crossmediale oplossingenbieder. De kanaalspecialist heeft veel expertise op het gebied van een bepaald medium en houdt dit medium veelal gescheiden van andere kanalen. De meeste Nederlandse mediabedrijven kunnen hieronder worden geschaard. De koppelaar focust op een consumentgroep waarvoor verschillende kanalen ter beschikking staan. De laatste groep bestaat uit bedrijven die uiteenlopende kanalen combineren tot een maximale impact. espn, Time Warner, Disney en cbs zijn hier voorbeelden van. Zij lopen voorop. De transitie voor Nederlandse mediabedrijven vergt veel veranderingen, maar het lijkt onvermijdelijk. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: crossmedia
Ondernemingen concurreren in 39 procent van de gevallen op klantrelatie, maar gaan voorbij aan de rol die de klant kan spelen bij innovatie en waardecreatie. Daarmee laten ze de kans liggen om samen met de klant concurrentievoordeel te creëren.
Dat is de uitkomst van een onderzoek naar strategieformulering dat Berenschot hield tijdens seminars van C.K. Prahalad en Robert Kaplan op Business Universiteit Nyenrode onder 73 ceo’s en managers van gerenommeerde bedrijven. Ondernemingen blijken hun concurrentievoordeel te baseren op beste product (42 procent), beste klantrelatie (39 procent) en kwaliteit van personeel (36 procent). Waarde creëren
Ondanks het feit dat klantrelatie op nummer twee staat, wordt co-design en co-makership slechts door 8 procent genoemd als belangrijk middel in het streven naar concurrentievoordeel. Ondernemingen betrekken de klant dus nog niet bij waardecreatie. Ze proberen nog steeds het beste product voor de klant te maken en dat door middel van hun goede relatie aan de man te brengen. Met andere woorden, in die relatie speelt het product of de dienst zelf geen rol. In deze traditionele opvatting gaan ondernemingen er vanuit dat zij waarde creëren en dat consumenten de vraag naar het aanbod van de onderneming vertegenwoordigen. Maar de meerwaarde van een product of dienst ligt in de ervaring van de consument en die is voor iedere consument uniek. Ook b2b-ondernemers moeten zich daarom meer gaan verdiepen in de eindconsument. Het erbij betrekken van klanten is essentieel voor het creëren van waarde.
Bedrijven nemen onvoldoende de tijd voor het formuleren van de strategie Strategische issues
Op de vraag naar de drie belangrijkste strategische issues noemt 52 procent human capital en talent, een bijna gelijk deel innovatie (5 procent), op de voet gevolgd door klantrelatie (47 Y procent). www.marketing-online.nl/researchbase
MRB 06-08 (3).indd 3
28-05-2008 12:51:37
4 Y Innovatie is daarmee een minder belangrijk issue dan in 2007 toen de score bijna 70 procent bedroeg. Bovendien scoren ondernemingen veel lager op innovatie (26 procent) bij de vraag naar concurrentievoordeel. Dat betekent dat ondernemingen er minder in slagen zich te onderscheiden van concurrenten door innovatie dan dat zij het een strategisch issue vinden. Een andere opvallende uitkomst is dat duurzaamheid slechts door 7 procent wordt gezien als aspect om op te concurreren en door een magere 4 procent als strategisch issue. Prahalad signaleert dat de spelregels voor innovatie sterk veranderen onder invloed van globalisering. Veel opkomende markten hebben grotere prikkels om te innoveren dan de gevestigde westerse economieën. Als gevolg hiervan ontstaan nieuwe technologieën en nieuwe kostenniveaus en deze verspreiden zich snel. Dat betekent bijvoorbeeld dat voor nieuwe innovaties de prijs voor de eindgebruiker een ontwerpcriterium wordt en niet langer het resultaat is van kostprijs plus winstmarge.
Wat zijn de zaken waarop u concurreert? (in procenten) Beste product (kwaliteit) Beste klantrelatie Kwaliteit van personeel Service Innovatie
42 39 36 30 27
Onvoldoende tijd
Het grootste knelpunt in het strategieproces is dat ondernemingen onvoldoende tijd nemen voor het daadwerkelijk bepalen en formuleren van de strategie (48 procent). Van de respondenten geeft 47 procent aan keuzen niet naar acties te vertalen, in 2007 was dit nog slechts 30 procent. Een nieuw knelpunt vormen de onduidelijke besluitvormingsprocedures, die door 23 procent van de respondenten genoemd wordt. Bedrijven lijken al wel de tucht van de (internationale) markt te voelen, wat ze ertoe brengt betere producten te willen maken, te willen innoveren en hun klantrelaties te koesteren. Maar men komt niet echt tot nieuwe benaderingen. Enerzijds doordat ze zich de tijd niet gunnen, anderzijds doordat ze bij de besluitvorming onvoldoende nieuwe zaken benoemen of onvoldoende tot actie overgaan. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: klant
ResearchBase 06 juni 2008
Werken in teams titel Randstad Werkmonitor april 2008 auteur Randstad uitgave download (27 pagina’s/221 kb) datum april 2008 prijs gratis bestelcode 2135830 Er moet harder worden gewerkt aan een goede mix van leeftijden en opleidingsniveaus op de werkvloer. Ongeveer de helft van de werknemers in Nederland vindt het belangrijk dat de werkgever hiervoor zorgt. Kennisoverdracht moet meer gestimuleerd worden, aldus de werknemers
Werkenden vinden dat collega’s van jongere, middelbare en oudere leeftijd elk hun specifieke kwaliteiten hebben. Spreiding naar leeftijd kan ervoor zorgen dat deze kwaliteiten optimaal vertegenwoordigd zijn op het werk. Al deze conclusies en aanbevelingen zijn te vinden in de Randstad Werkmonitor april 2008: Samenwerking (tussen generaties) in Nederland en Duitsland. De rapportage vindt zeven keer per jaar plaats. Goede teamspelers
De meeste werkenden in Nederland functioneren in teamverband. Opvallend is dat wij onszelf goede teamspelers vinden. In Nederland is bijna niemand (6 procent) ontevreden over de samenwerking op het werk, terwijl maar liefst 22 procent van de Duitsers de samenwerking onder de maat vindt. Mannen werken voornamelijk met mannen en vrouwen met vrouwen. Opvallend is echter het verschil in voorkeur tussen mannen en vrouwen hierin. Onder vrouwen werkt een derde liever met mannen (onder mannen is dit een kwart). Vrouwen werken zelden bij voorkeur met voornamelijk vrouwen. Toch blijkt dat teams met meer vrouwen beter samenwerken. Eigen prestaties
Bijna de helft van de Nederlandse werknemers en 60 procent van de Duitse werkt het liefst in teamverband. Als het in de teams niet botert dan kan dat onmogelijk aan de eigen bijdrage liggen, zo denken Nederlandse werkenden. De eigen prestatie krijgt gemiddeld een 8. Een vijfde van hen (en bijna de helft van de Duitsers) is zo overtuigd van zichzelf dat men een 9 of 0 geeft voor de eigen bijdrage aan het werk. Jong of oud, laag of hoog opgeleid, man of vrouw: driekwart van de werkenden in Nederland vindt dat hij behoort tot de 25 procent meest waardevolle werknemers voor de werkgever. Ouderen over jongeren
Een groot deel van de werkenden ziet de kennisoverdracht door ouderen als een cruciaal onder-
deel van de samenwerking. Zes op de tien Nederlandse werkenden vindt dat ouderen onmisbaar zijn voor de groei van jongeren. Werkgevers zouden deze kennisoverdracht meer moeten stimuleren, vinden werknemers. Oudere werknemers vinden dat jongere werknemers niet genoeg openstaan voor kennisoverdracht (zegt 40 procent), dat ze ook geen initiatief nemen (50 procent) en dat ze te weinig vragen stellen (43 procent). In Duitsland zijn de oudere werkenden nog veel kritischer op deze punten. 49 Procent van de ouderen heeft het gevoel dat jongeren zich vaak te groot voelen voor sommige werkzaamheden. Dit terwijl ze toch minder goed opgeleid zijn voor de praktijk, vindt eveneens de helft van de ouderen.
Bijna de helft van de Nederlandse werknemers werkt het liefst in teamverband Jongeren over ouderen
Jongeren zijn op hun beurt kritisch over oudere werknemers. Ouderen moeten meer aannemen van jongeren, aldus een op de drie Nederlandse en maar liefst zes op de tien Duitse jongere werknemers. Daarbij klinkt harde kritiek op de ict-vaardigheden van ouderen. Bijna een kwart van de werknemers in Nederland en 48 procent in Duitsland denkt dat oudere werknemers de technologische ontwikkelingen vaak niet bij kunnen houden. Oudere werknemers zelf onderkennen dat zij hun ict-kennis moeten bijspijkeren. In Nederland geeft de helft van de oudere werknemers dit aan en in Duitsland maar liefst 70 procent. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: werkmonitor
Beoordeling eigen prestatie (in procenten) 6 of lager 7 8 9
Nederland 3 22 53 21
Duitsland 9 11 35 45
www.marketing-online.nl/researchbase
MRB 06-08 (3).indd 4
28-05-2008 12:51:38
ResearchBase 06 juni 2008
5
Door de bomen het bos zien www.marketing-online.nl/researchbase
Het magazine Marketing ResearchBase biedt maandelijks een selectie van zeventien onderzoeken. De database wordt echter elke maand met gemiddeld honderd nieuwe rapporten aangevuld. In deze
E
rubriek bieden wij u een voorproefje van mrb online.
en gemakkelijke manier om een interessant rapport uit dit blad terug te vinden, is het gebruik van de bestelcode. Bij elke uitgebreide samenvatting vermelden we, naast de titel, auteur, uitgave, datum en prijs, ook een bestelcode. Op www.marketing-online.nl/researchbase kunt u vervolgens deze bestelcode invullen in het zoekveld in de linkerkolom en met het aanvinken van de zoekmogelijkheid ‘Bestelcode’ het rapport direct opvragen. Hierna volgt alvast een korte greep uit de recent online gepubliceerde rapporten, weliswaar zonder bestelcode maar uiteraard ook gemakkelijk terug te vinden op titel. Vacatures vullen
Wereldwijd heeft 3 procent van de werkgevers problemen met het vinden van geschikte kandidaten voor vacatures. Vorig jaar was dat nog 4 procent. Vooral in Roemenië (73 procent), Japan (63 procent) en Hong Kong (6 procent) geven werkgevers aan veel moeilijk vervulbare vacatures te hebben. Nederland behoort tot de groep waar het tekort aan geschikte kandidaten geen groot probleem is, net als in India, Engeland, Ierland en China. Dit blijkt uit de Talent Shortage Survey van Manpower. De vraag naar it’ers neemt toe. Deze beroepsgroep staat nu op plaats tien van de meest gevraagde werknemers. Vorig jaar stond deze groep nog niet in de Top 0. Er is tevens meer vraag naar administratieve medewerkers. In Nederland geeft slechts 5 procent van de werkgevers aan problemen te hebben met het vinden van geschikte kandidaten. Vorig jaar was dat nog 7 procent. De Top 0 van meest gewilde werknemers wordt in Nederland aangevoerd door technici, gevold door mechanici en chauffeurs. Hiermee wijkt Nederland iets af van de rest van Europa, daar zijn vooral vaklieden gewild. Amerika liet echter de grootste veranderingen zien. Daar bestaat de Top 3 nu uit technici, engineers en vaklieden.
Uitgaven in webwinkels
Nederlandse consumenten shoppen steeds vaker online. De gemiddelde consument geeft jaarlijks 53 euro uit in webwinkels; dit is een stijging van 20 procent ten opzichte van vorig jaar. Dit blijkt uit de Thuiswinkel Markt Monitor 2007-2, het halfjaarlijkse onderzoek naar online consumentenbestedingen door Blauw Research in samenwerking met Thuiswinkel.org. In 2007 groeide de markt voor online consumentenbestedingen ten opzichte van 2006 met 38 procent verder door naar een omzet van 3,9 miljard euro. In de laatste zes maanden van 2007 bedroeg de omzet 2,06 miljard. De huidige groei van de online thuiswinkelmarkt kent verschillende oorzaken. Nog steeds is er sprake van een forse toename van het aantal nieuwe online kopers. In 2007 hebben 7,3 miljoen online kopers een online bestelling gedaan, waarvan ruim ,5 miljoen kopers voor het eerst een online aankoop deden. Vooral het gemak van thuis bestellen is voor online shoppers een groot voordeel. Dit aspect wordt voor online kopers steeds relevanter, terwijl bijvoorbeeld een lagere prijs minder belangrijk wordt. Nederland fietsland
Nederland is het fietsland bij uitstek. De verkoop van nieuwe fietsen steeg in 2007 met 6 pro-
cent tot ,4 miljoen stuks. Ook de elektrische fiets, de zogenaamd e-bike, wordt steeds populairder. Hiervan werden in 2007 in totaal 90.000 stuks verkocht. In 2006 waren dat er nog maar 45.000. Al jaren wordt ongeveer 70 procent van de fietsen nieuw gekocht en 30 procent tweedehands. Dit blijkt uit het rapport Fietsverkoop 2007 van de rai-vereniging en Bovag. Nog steeds is de toer- of stadsfiets het meest verkochte type fiets (6 procent). Kinder- of jeugdfietsen staan met 7 procent op de tweede plek, gevolgd door hybride fietsen (0 procent), de elektrische fiets (6 procent) en de mountainbike (3 procent). De overige fietsen, zoals racefietsen en vouwfietsen, zijn goed voor nog eens 4 procent. Suggesties
De redactie van Marketing ResearchBase verneemt suggesties ter verbetering van de website of het magazine graag. Hebt u ideeën voor een nieuwe rubriek of mist u een bepaalde feature op de site? Laat het de redactie weten, wij gaan graag met uw opmerkingen aan de slag. Redactie Marketing ResearchBase e-mail:
[email protected] telefoon: (070) 3191923
Download Top 10 van mei 2008 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Allochtone jongeren 2007 Internal Market Scoreboard 16 Nationaal Vrijheidsonderzoek 2008 Toerisme in perspectief Kinderen in tel 2008 Faillissementen: oorzaken en schulden in 2006 Industrie: Verpakkingsmiddelenindustrie Consumentenbehoeften mobiele communicatie Wonen in Amsterdam 2007 Monitor Bibliotheekvernieuwing 2007
Qrius Europese Commissie Nationaal Comité 4 en 5 mei nbtc Verwey-Jonker Instituut cbs abn Amro Ministerie van Economische Zaken Gemeente Amsterdam Procesbureau Bibliotheekvernieuwing
www.marketing-online.nl/researchbase
MRB 06-08 (3).indd 5
28-05-2008 12:51:39
6 Omzet mobile advertising laat flinke stijging zien Rich media advertising op de mobiel stijgt naar ,77 miljard euro in 202. Deze voorspelling komt uit een onderzoek van Screen Digest dat kijkt naar de markt van mobile advertising via mobiele televisie, video, games, user generated content (ugc) en muziek. Vooral wereldwijde mobiele televisie zorgt voor de groei en neemt ,55 miljard euro van het totaal in beslag. Tegen het jaar 202 neemt de mobiele televisieopbrengst 20 procent van alle advertentieomzet in beslag. De markt voor de mobile advertising zal het grootst zijn in landen als Japan en ZuidKorea waar geen betaalde abonnementen gelden en minder winstgevend zijn in Europa en de Verenigde Staten. Tegenover het succes van de mobiele televisie, staan games, ugc en muziek die volgens Screen Digest minder geld opleveren. Meer informatie: www.screendigest.com
Nederland telt ongeveer een miljoen zelfstandigen De Nederlandse beroepsbevolking telt 8,4 miljoen mensen, waarvan circa miljoen opereert als zelfstandige. Dat blijkt als cijfers van het cbs worden opgeteld bij die van de Belastingdienst. De gemiddelde zelfstandige zonder personeel (zzp`er) is een veertiger met een redelijk inkomen die werkzaam is in de zakelijke dienstverlening, it of financiële wereld. 74 Procent van de zelfstandigen is man en 26 procent is vrouw. In 2005 was 84,5 procent van alle starters een zzp`er en in 2007 was 88 procent een zzp`er. De bijdrage van de zzp`ers aan de Nederlandse economie is 75 miljard euro, ofwel 4 procent van het totaal. 58,3 Procent van die 75 miljard wordt gerealiseerd via zakelijke dienstverlening, 7 procent in de bouw, ,8 procent via overige dienstverlening en 7,5 procent in de industrie. Meer informatie: www.cbs.nl
Gamen niet schadelijk voor kinderen, integendeel Het spelen van games is helemaal niet slecht voor kinderen. Dat concluderen twee Amerikaanse onderzoekers na een studie die vier jaar duurde. Het onderzoek richtte zich, in tegenstelling tot eerdere onderzoeken, op echte kinderen in gezinssituaties. Zo blijkt dat jongeren die niet gamen meer kans hebben gewelddadig gedrag te vertonen dan kinderen die wél gamen. Tenzij ze dat meer dan vijftien uur per week doen, dan zijn de cijfers gelijk. Ook blijkt uit het onderzoek dat meisjes gewelddadige games net zo leuk vinden als jongens. In het algemeen concluderen de onderzoekers dat kinderen die gamen niet slechter opgroeien dan kinderen die dat wel doen. Juist het sociale aspect van veel games, vooral als die online worden gespeeld, zou goed zijn voor de kinderen. Meer informatie: www.grandtheftchildhood.com
ResearchBase 06 juni 2008
Schoonmaakbedrijven onder de loep titel Diensten: Schoonmaakbedrijven 2008 auteur abn Amro uitgave download (2 pagina’s/667 kb) datum maart 2008 prijs gratis bestelcode 2199050 Binnen de facilitaire markt in Nederland zijn de grenzen in rap tempo aan het vervagen. Schoonmaak, beveiliging en gebouwenbeheer worden steeds vaker door één bedrijf aangeboden. Veel middelgrote en de meeste grote bedrijven zijn omgevormd tot ‘integrated services providers’, die meerdere facilitaire diensten uit eigen beheer aanbieden.
De kleine bedrijven blijven vaak ‘singleservice providers’, met veelal een specialistische focus. Ook kent de branche ‘main contractors’. Deze bedrijven hebben een aantal diensten niet in eigen beheer en werken met subcontractors. Dat is een van de conclusies die abn Amro trekt in het brancherapport Diensten: Schoonmaakbedrijven 2008. Op zoek naar nieuwe activiteiten
De branchevervaging vindt plaats onder invloed van verzadigde markten binnen de afzonderlijke sectoren met betrekking tot facilitaire diensten. De concurrentie onder bedrijven in de schoonmaakbranche is moordend en bedrijven hebben weinig mogelijkheden om zich te onderscheiden. Hierdoor zijn de marges laag en bevinden de bedrijven zich in een verdringingsmarkt. Deze moeilijke marktomstandigheden dwingen bedrijven om op zoek te gaan naar nieuwe activiteiten, waarbij het aanbieden van een breder servicepakket voor volledig gebouwenbeheer een opening kan zijn voor nieuwe groei. Bedrijven kunnen strategisch gaan samenwerken of fuseren met bijvoorbeeld beveiligings- of cateringbedrijven. Bedrijven creëren op deze manier schaalgrootte en slagkracht en kunnen de markt beter bedienen. De kostenbesparingen die zodoende worden gecreëerd, brengen verlichting voor de margedruk. Ruimte voor overnames
Onder invloed van een verwachte economische groei van bijna 2 procent in 2008 zal de investeringsbereidheid van bedrijven in 2008 licht toenemen. Dit impliceert dat voor bedrijven in de schoonmaakbranche weliswaar autonome groei mogelijk is, aangezien opdrachtgevers investeren in (nieuwe) bedrijfsvloeroppervlakte, maar dat dit beperkt zal blijven. Voor verdere groei zijn schoonmaakbedrijven aangewezen op schaalvergroting door joint ventures, fusies of overnames (zowel nationaal als internationaal). Op nationaal niveau is binnen de schoonmaakbranche nog voldoende ruimte voor overnames, aangezien de markt erg versnipperd is.
De vraag is echter of verdere specialisatie in schoonmaakdiensten door middel van een fusie of overname op termijn winstgevend zal zijn. De middelgrote en grote schoonmaakbedrijven zonder diversificatie in taken zijn genoodzaakt om hun huidige dienstenpakket uit te breiden met andere facilitaire diensten. Voor opdrachtgevers zal dit niet alleen mogelijke financiële voordelen bieden (bijvoorbeeld in de vorm van kortingen), maar ook is het facilitaire contract beter beheersbaar. Kleinere bedrijven zullen (veelal noodgedwongen) de rol van regionale specialist op zich nemen, aangezien zij minder in staat zijn een breder dienstenpakket aan te bieden. Omzetgroei verwacht
De omzetontwikkeling in de schoonmaakbranche is cyclisch van aard: zodra het goed gaat met de economie, zijn bedrijven eerder geneigd te investeren in facilitaire diensten. In 2006 maakte de omzet een sterke groei door in praktisch elk kwartaal. In 2007 vlakte de groei weer enigszins af, met uitzondering van het eerste kwartaal. Voor 2008 wordt een geringe groei van de omzet verwacht in elk kwartaal, onder invloed van een lichte groei van de investeringsbudgetten. Het grootste deel van de omzet (70 procent) is te herleiden naar de schoonmaak van het interieur van gebouwen, gevolgd door het glazenwassen (met 0 procent). In vergelijking met 2006 is de getoonde verhouding van herkomst van de omzet nauwelijks gewijzigd. Het aandeel in de totale omzet van de andere segmenten blijft op een laag niveau. Verbreding van het takenpakket naar andere facilitaire diensten is tot dusver vooral een ontwikkeling bij middelgrote en grote bedrijven. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: schoonmaakbranche
Herkomst omzet schoonmaakbedrijven (in procenten)
Gevelreiniging 2 Overig 6 Reiniging vervoermiddelen 2 Reiniging industrieel 3 Schoonmaak gezondheidszorg 3 Brand- en roetreiniging 4 Glazenwassen 10
Schoonmaak interieur van bedrijven 70
www.marketing-online.nl/researchbase
MRB 06-08 (3).indd 6
28-05-2008 12:51:42
Groen denken titel Opiniepeiling Duurzaamheid auteur Wegener Nieuwsmedia uitgave download (28 pagina’s/449 kb) datum april 2008 prijs gratis bestelcode 2192060
Vrouwen denken en leven ‘groener’ dan mannen. Vrouwen laten de auto vaker staan, douchen naar eigen zeggen korter en draaien de kraan eerder dicht tijdens het tandenpoetsen.
Ook trekken vrouwen eerder dan mannen een trui aan als ze het koud hebben in huis, laten ze apparaten en lampen minder vaak standby staan en scheiden ze vaker en beter afval. Dit blijkt uit een opiniepeiling over duurzaamheid door Newcom Research in opdracht van Wegener Nieuwsmedia. Aan de peiling deden .370 mensen mee. Afval scheiden
Van de vrouwen vindt bijna 59 procent dat de politiek te weinig doet op het gebied van milieu. Slechts 45 procent van de mannen is ook deze mening toegedaan. De helft van alle Nederlan-
Innovatie in de zorg titel Doorpakken! auteur Deloitte uitgave download (51 pagina’s/540 kb) datum april 2008 prijs gratis bestelcode 2204030
Ziekenhuizen, maar ook zorgverzekeraars, willen meer vaart maken als het gaat om de vrije prijsvorming in hun zorgverlening. De introductie van de vrije prijsvorming voor 20 procent van de behandelingen stimuleert ziekenhuizen om knelpunten innovatief op te lossen, waardoor zorgaanbieders meer patiënten sneller kunnen helpen met hetzelfde budget.
Het is dankzij deze nieuwe werkwijze dat de wachtlijsten voor die behandelingen zijn verdwenen. Dat blijkt uit een onderzoek van accountants- en adviesorganisatie Deloitte in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het grootste knelpunt is nog de veelheid aan in-
ResearchBase 06 juni 2008
ders zegt zich bewust zorgen te maken over het milieu. Dit percentage is overigens voor mannen en vrouwen gelijk. Opvallend is ook het verschil tussen ouderen en jongeren: ruim 58 procent van de 55-plussers zegt afval te scheiden en korter te douchen. Van de jongeren tussen de 8 en 35 jaar bevestigt slechts 45 procent dat regelmatig te doen. Ook kopen jongeren sneller nieuwe huishoudelijke apparaten omdat de oude spullen niet mooi of modern genoeg meer zijn.
Slechts 3 procent van de Nederlanders doet wel eens aan carpoolen Van alle ondervraagden zegt 45 procent meer te willen betalen voor producten die het milieu minder belasten of voor een energiezuinige woning. Bijna driekwart van alle Nederlanders zegt vaker biologisch te gaan eten als dat net zo duur zou zijn als ‘normaal’ voedsel. Zelf tijden bepalen
Carpoolen blijft in Nederland een onpopulair verschijnsel. Slechts 3 procent doet er aan. Ruim 44 procent van de forensen zit alleen in de auto naar het werk, ruim 26 procent fietst, 7 procent gaat met het openbaar vervoer. Bijna 5 procent werkt vanuit huis. Voor bijna 54 procent van werknemers die met de auto naar het werk gaat, dicatoren voor allerlei behandelingen, waardoor het voor zowel verzekeraars als patiënten lastig is om behandelingen van verschillende zorgaanbieders te kunnen vergelijken om een bewuste keuze voor prijs-kwaliteit te kunnen maken. Hogere kwaliteit
Met de invoering van een deels (20 procent) vrije prijsvorming voor ziekenhuisbehandelingen, neemt het kwaliteitsdenken in ziekenhuizen zichtbaar toe. De onderzoekers constateren dat de kwaliteit van de zorg is toegenomen en niet alleen van de behandelingen waarvoor die vrije prijsvorming geldt (het zogenaamde B-segment). De nieuwe werkwijze leidt ook tot een betere zorgkwaliteit bij de overige behandelingen. Het kwaliteitsdenken en -werken van ziekenhuizen wordt nauwelijks gesegmenteerd; ziekenhuizen kiezen ervoor de kwaliteitsverbetering uniform voor alle zorgbehandelingen te realiseren. De ervaring leert ook dat hogere kwaliteit wel degelijk wordt beloond. Ziekenhuizen zijn in staat om voor bewezen hogere zorgkwaliteit met de verzekeraar een hoger tarief voor vergoeding overeen te komen. Niet altijd inzichtelijk
De kwaliteitsverbetering is voor patiënten en zorgverzekeraars nog lang niet altijd inzichtelijk. De veelheid aan indicatoren voor de behandelingen en het gebrek aan uniformiteit maken dat een vergelijking van kosten en kwaliteit van
7 Vvd’ers laten het minst vaak milieubewust de auto staan
is het gebrek aan kandidaten die in de buurt wonen de reden niet te carpoolen. 38 Procent hecht eraan zelf vertrek- en aankomsttijden te bepalen. In de peiling is ook gekeken naar het verschil in politieke voorkeur. vvd’ers laten het minst vaak de auto staan (36,4 procent) om milieubewust per fiets, te voet of met het ov te reizen. Zoals wellicht verwacht doen aanhangers van Groen Links dit het vaakst (7,4 procent). Opvallend is echter dat pvda’ers hier teleurstellende cijfers laten zien en na vvd’ers het minst milieubewust met de auto omgaan (48,8 procent). www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: duurzaamheid
Ik laat de auto vaker staan (in procenten) Groen Links D66 SP Christen Unie CDA PvdA VVD
71,4 58,3 54,9 51,4 50,9 48,8 36,4
bijvoorbeeld een knieoperatie in het ene of andere ziekenhuis moeilijk is te maken. Het programma Zorgbrede Transparantie vormt, zo meent de zorgsector, een goede basis om te komen tot een uniforme set van kwaliteitscriteria. De onderzoekers adviseren om een uniform programma van kwaliteitsindicatoren ook te voorzien van afspraken over registratie en rapportage van die indicatoren. Een verplichte externe audit kan toezien op de naleving van de afspraken en werkt bevorderlijk voor een eerlijke onderlinge concurrentie. Innovatief imago
Innovaties die de zorgkosten verlagen zijn sneller te realiseren dan innovaties die de zorg aangenamer maken. Ook blijken ziekenhuizen met een innovatief imago meer te profiteren van medische innovaties dan ziekenhuizen die dat van huis uit minder hebben. Waar er bij zorgverzekeraars scepsis is als het gaat om het nut van zorgvernieuwingsgelden, zien de ziekenhuizen de zorgvernieuwingsgelden wel degelijk als belangrijke motor voor innovatie. Voor de lange termijn zal echter een structurele oplossing gezocht moeten worden, waardoor ziekenhuizen in staat zijn om innovatie te financieren vanuit hun eigen uitkomsten, zo luidt de aanbeveling in het rapport. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: zorg
www.marketing-online.nl/researchbase
MRB 06-08 (3).indd 7
28-05-2008 12:51:43
D
kw
8
Trends in b2bmarketing
ResearchBase 06 juni 2008
Hoger, breder en dieper
Een tweede belangrijke trend is dat b2b-marketeers proberen hoger, dieper en breder in organisaties te komen. Ze proberen meer verschillende afdelingen van een organisatie te bereiken. Verder komt er steeds meer aandacht voor kleinere bedrijven. Die hebben immers nog de mogelijkheid om te groeien en het is belangrijk dat er dan al een goede relatie met het bedrijf ontwikkeld is.
titel 10 Megatrends in B2B Marketing 2008 auteur Economist Intelligence Unit uitgave download (20 pagina’s/3 mb) datum april 2008 prijs gratis bestelcode 2168180
Er is een revolutie gaande binnen business-tobusiness (b2b-)marketing. De traditionele manieren van marketing, onder andere adverteren, maken steeds meer plaats voor het zogenaamde ‘thought leadership’. Een herkenbaar bedrijf wordt gevormd door betrokken, innovatieve leiders.
Met behulp van veel verschillende kanalen kan een bedrijf laten zien wat het kan. Thought leadership is bezig het meest effectieve marketinginstrument te worden. Dit is de eerste van tien ontwikkelingen die genoemd worden in het rapport 0 Megatrends in B2B Marketing 2008 van de Economist Intelligence Unit (eiu). Het onderzoek is gehouden onder 40 executives die actief zijn in de b2b-sector. Ook zijn 800 gebruikers van b2b-diensten ondervraagd.
Fusies en overnames in de telecomsector titel Telecoms Sector: M&A Insights auteur PricewaterhouseCoopers uitgave download (16 pagina’s/561 kb) datum april 2008 prijs gratis bestelcode 2135870
Het aantal fusies en overnames in de telecomsector daalde in 2007 wereldwijd fors. De transactiewaarde daalde van 332 miljard euro in 2006 naar 185 miljard euro in 2007. Het aantal transacties nam af van 1.260 naar 1.190 deals. De kredietcrisis raakt met name privateequitypartijen.
Dit blijkt uit het jaarlijkse rapport Telecoms Sector: M&A Insights van PricewaterhouseCoopers (PwC). PwC verwacht het komende jaar een verdere stagnatie van het aantal door private equity gefinancierde telecomdeals. De rol van staatsfondsen uit het Midden-Oosten en Azië wordt naar verwachting dominanter.
B2b-marketeers proberen hoger, dieper en breder in organisaties te komen Een derde trend wordt ‘360˚ marketing’ genoemd. Volgens eiu wordt dit de norm om een breed publiek zo goed mogelijk te bereiken. Bedoeld wordt dat de marketing via veel verschillende kanalen tegelijk moet lopen. Op dit moment werkt 60 procent van de bedrijven al op deze manier en dit zal in de komende jaren oplopen tot 75 procent. Ten vierde is er de aandacht voor opkomende markten. Deze markten mogen niet onderschat worden. Uit het onderzoek blijkt dat veel b2baanbieders dit begrepen hebben: 6 procent geeft aan in de komende jaren de aandacht te richten op Azië. Van kennismanagement tot Web 2.0
Veel bedrijven zijn bezig om business intelligenMegadeals
Een belangrijke reden voor de daling was volgens de onderzoekers de afwezigheid van megadeals. De enige megadeal die zich in 2007 voordeed betrof de fusie ter waarde van 23 miljard euro tussen America Telecom en America Movil in Latijns-Amerika. Deze transactie valt in het niet bij de recordtransactie uit 2006 die voortvloeide uit de overname van Bell South door at&t voor 58 miljard euro.
De enige megadeal was de fusie tussen America Telecom en America Movil De verkoop van Essent Kabelcom aan de beleggingsmaatschappijen Cinven en Warburg Pincus (tevens eigenaar van Casema en Multikabel) vormde in 2007 met 2,5 miljard euro de grootste transactie met Nederlandse inbreng. Orange Nederland ging voor ,3 miljard euro op in TMobile en Belgacom wil met de koop van Scarlet Telecom de Nederlandse markt op. kpn voert een strategische heroriëntatie en wil groeien tot een totaalaanbieder van ict-diensten. De overname van Getronics is een stap in deze richting. Big 4
Er was wereldwijd verrassend weinig bedrijvigheid vanuit de grote operators, met uitzondering
cesystemen in hun bedrijf te implementeren. Deze trend zet zich nog even door: van de respondenten verwacht 65 procent zulke systemen in de komende jaren meer te gebruiken. Ook de interesse in Web 2.0 zal nog groeien. Door middel van bijvoorbeeld weblogs is het voor b2b- marketeers mogelijk een zeer breed publiek te bereiken tegen relatief lage kosten. Nummer zeven in de rij is het veranderen van benaderingen die organisaties gebruiken voor marketing. Bijeenkomsten zijn nog steeds het belangrijkst maar er worden steeds meer flexibele benaderingen gebruikt, zoals een samenwerkingsverband met media. Verder is er een steeds grotere rol weggelegd voor advertentiebureaus en pr-bedrijven. Daarnaast is het steeds complexer worden van beslisprocessen door ingewikkelde structuren binnen bedrijven een trend. Megatrend nummer tien ten slotte is de groeiende aandacht van organisaties voor het monitoren van return on investment (roi). www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: b2b
Op welke markten richt het bedrijf zich de komende drie tot vijf jaar? (in procenten) Azië Centraal- en Oost-Europa Amerika West-Europa Midden-Oosten Afrika
61 56 55 51 44 30
van Vodafone. Daarentegen liep het aandeel van de transacties op de opkomende markten van Midden- en Oost-Europa, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten en Afrika, fors op. De consolidatie in de West-Europese markt is nagenoeg afgerond en laat een daling zien in zowel de gemiddelde omvang per transactie (33 miljoen euro in 2007 tegen 502 miljoen euro in 2006) als in de totale waarde (52 miljard euro in 2007 tegen 82 miljard euro in 2006). Aan het begin van het jaar waren de kapitaalmarkten nog van mening dat veel van de Europese operators buiten de Big 4 (Telefonica, Vodafone, France Telecom and Deutsche Telecom) ten prooi zouden vallen aan financiële partijen. Het feit dat dit zich vóór de kredietcrisis niet voordeed, geeft aan dat de eventuele rendementen op vermogen niet konden worden ondersteund, ofschoon er schuldfinanciering aanwezig was. Krachtige nieuwkomers
Het rapport stelt verder dat infrastructuurdeals interessanter worden omdat operators op zoek zijn naar waardecreatie door middel van de loskoppeling van hun netwerken. Daarnaast wordt de strijd om waarde te creëren uit de groei van mobiel internet heftiger: verkopers van traditionele mobiele telefoons concurreren met nieuwe en krachtige nieuwkomers zoals Apple en Google. De onderzoekers verwachten tevens meer contentdeals, waarvan de overname van Navtech door Nokia een goed voorbeeld is. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: telecom
www.marketing-online.nl/researchbase
MRB 06-08 (3).indd 8
28-05-2008 12:51:44
ResearchBase 06 juni 2008
Economie
Nederland derde exportland van Europa Nederland was in 2007, na Duitsland en Frankrijk, het derde exportland in de eu. Een verklaring voor deze hoge positie is dat ons land een belangrijke distributiefunctie voor het Europese achterland vervult. Ook is de Nederlandse uitvoer in 2007 sterk toegenomen. Als de huidige trend zich voortzet, zal Nederland in 2008 naar de tweede plaats stijgen. In 2007 had Duitsland met 968 miljard euro verreweg de hoogste uitvoer van de eu. Nederland voerde dat jaar voor ongeveer 400 miljard euro aan goederen uit. Dat is meer dan alle nieuwe eu-lidstaten die in 2004 of 2007 toetraden, samen. In vergelijking met andere landen voerde Nederland relatief veel voedingsmiddelen, gasolie en aardgas uit. In 2007 was de uitvoer per inwoner in Neder-
9
De rubriek mrb wijzer bevat recente ontwikkelingen op het gebied van ‘economie’, ‘mens en maatschappij’ en ‘arbeid en inkomen’. De rubriek komt tot stand in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (cbs Infoservice, tel 088-5707070, www.cbs.nl ).
land bijna 25 duizend euro. Dat is drie keer zo hoog als voor een gemiddeld land in de eu-5, en zes keer zo hoog als voor de gemiddelde nieuwe eu-lidstaat. Veel landen voeren vooral binnenlandse producten uit, maar Nederland voert ook veel goe-
deren uit die eerder zijn ingevoerd. Nederlandse handelaren voeren bijvoorbeeld Chinese computers in, om deze daarna door te verkopen aan andere Europese landen. De Nederlandse uitvoer bestaat voor bijna de helft uit deze wederuitvoer.
Begin 2008 gaf 25 procent van de bevolking aan slachtoffer te zijn geweest van veel voorkomende criminaliteit. Dit is vrijwel hetzelfde als in 2007. Vooral het aandeel slachtoffers van vermogens-
delicten, zoals fietsdiefstallen en inbraken, daalde in deze periode. Het percentage dat naar eigen zeggen slachtoffer werd van geweld of vandalisme veranderde niet of nauwelijks.
Mens en maatschappij
Veiligheidsgevoel stijgt, criminaliteit daalt Begin 2008 voelde een op de vijf Nederlanders zich wel eens onveilig. Sinds 2005 is dit aandeel jaarlijks duidelijk gedaald. In dat jaar voelde nog 27 procent zich wel eens onveilig. 3 Procent gaf nu aan zich vaak onveilig te voelen. Dit aandeel is hetzelfde als vorig jaar maar ligt wel lager dan in de twee jaren daarvoor. Onveiligheidsgevoelens komen het meest voor onder inwoners van zeer sterk en sterk stedelijke gebieden. In politieregio’s zoals AmsterdamAmstelland, Rotterdam-Rijnmond en Haaglanden voelde ruim een op de vier mensen zich wel eens onveilig. Het verschil met niet-stedelijke gebieden, vooral in het Noord-Oosten van Nederland, is groot.
Onveiligheidsgevoelens naar stedelijkheid (in procenten) Nederland Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk Matig stedelijk Weinig stedelijk Niet stedelijk
2005 27,0 33,9 32,0 27,6 19,4 18,5
2006 23,7 31,7 27,4 23,1 17,7 15,2
2007 21,8 28,4 24,9 20,8 17,1 15,1
2008 20,3 27,3 23,4 19,4 15,7 12,6
Arbeid en inkomen
Kinderopvang zelden belemmering Een van de vijf moeders die niet werkt of een deeltijdbaan heeft, wil meer uren per week werken. De reden dat zij dit nog niet doen, heeft naar eigen zeggen zelden te maken met een tekort aan geschikte kinderopvang. Een belangrijker reden is dat zij nog geen baan van de gewenste omvang hebben kunnen vinden. In 2007 waren er ,5 miljoen moeders met kinderen jonger dan 3 jaar. Ruim de helft van hen werkte in deeltijd, bijna 0 procent had een voltijdbaan. Een op de drie moeders werkte niet. Van deze moeders zou ruim een derde wel betaald werk willen hebben. Verder wil ruim 0
procent van de in deeltijd werkende moeders meer uren per week werken. Voor een groot deel van de moeders is de wens om meer te werken nog niet vervuld doordat zij (nog) geen werk van de gewenste omvang hebben kunnen vinden. Dit aandeel lag in 2007 op 30 procent. In 2005 was dat nog 40 procent. Voor bijna 0 procent van de moeders is een tekort aan opvang of een tekort aan geschikte, dat wil zeggen betaalbare, of kwalitatief goede, kinderopvang een belangrijke belemmering om (meer uren) te werken.
Redenen om niet (meer) te werken (x 1.000) Tekort aan kinderopvang Kinderopvang is te duur Onvoldoende kwaliteit kinderopvang Combinatie zorg en werk legt te grote druk Schooltijden sluiten niet aan Kan niet meer uren krijgen of vinden
6 17 3 37 13 83
www.marketing-online.nl/researchbase
MRB 06-08 (3).indd 9
28-05-2008 12:51:45
10
Snacks en zoetwaren in cijfers
titel De markt van snacks en zoetwaren in Nederland 2005-2007 auteur ssz uitgave download (26 pagina’s/1 mb) datum maart 2008 prijs gratis bestelcode 2192440
De totale consumptie van snacks en zoetwaren steeg in 2007 met 4,7 procent in waarde en met 2,6 procent in volume. De matige zomer stimuleerde de groei van de markt. In het supermarktkanaal nam de omzet toe met 4,6 procent terwijl de omzet bij de overige verkooppunten groeide met 5,0 procent.
Dit blijkt uit het rapport De markt voor snacks en zoetwaren in Nederland 2005-2007 dat door het Studiecentrum Snacks en Zoetwaren Benelux (ssz) jaarlijks wordt uitgebracht. Onder snacks en zoetwaren worden verstaan zoete en hartige versnaperingen ofwel alle zoete en hartige etenswaren, industrieel vervaardigd, die overwegend buiten de maaltijden om worden genuttigd. Totale consumptie
In de Nederlandse snack- en zoetwarenindustrie
Kentering in de catering titel Horeca en recreatie: Catering 2008 auteur abn Amro uitgave download (2 pagina’s/599 kb) datum maart 2008 prijs gratis bestelcode 2203910
Na jaren van laagconjunctuur (2002-2005) herstelde de cateringbranche zich vanaf 2006 met flinke omzetstijgingen krachtig. In 2007 is de omzetontwikkeling van de cateringbranche voor de eerste keer sinds 2004 weer groter dan voor de gehele horeca, wat het gevolg is van de sterke diversificering van diensten en producten.
Zakelijke klanten die 85 procent van de omzet voor de cateringbranche genereren, zijn als onderdeel van secundaire arbeidsvoorwaarden aan het investeren in de voedselvoorziening van hun werknemers, met groeiende verkopen van de cateringbranche tot gevolg. Die conclusie trekt abn Amro in het brancherapport Horeca en recreatie: catering.
ResearchBase 06 juni 2008
zijn 5.000 mensen werkzaam. De verkrijgbaarheid van snacks en zoetwaren is zeer breed gespreid: naar schatting zijn de meest gangbare producten op meer dan 75.000 verkooppunten
Nederlanders eten gemiddeld ruim 33 kilo snacks en zoetwaren per jaar verkrijgbaar. De levensmiddelendetailhandel is veruit het belangrijkste distributiekanaal voor snacks en zoetwaren. De omzet van snacks en zoetwaren uitgedrukt in een percentage van de totale consumentenbestedingen aan voedings- en genotmiddelen bedraagt ongeveer 8,5 procent. In totaal bedroeg de omzet van de snack- en zoetwarenmarkt (inclusief btw) in 2007 bijna 3, miljard euro. Dit is een flinke groei van 4,8 procent ten opzichte van 2006 toen de omzet 2,9 miljard euro bedroeg. Van 2005 naar 2006 liet de markt nog maar een groei van ,2 procent zien. De totale consumptie van snacks en zoetwaren (exclusief ambachtelijk geproduceerd biscuit, banket en koek) wordt geschat op 546 miljoen kilogram. Dit is ruim 33 kilo per hoofd van de bevolking.
dat biscuits en dergelijke veruit favoriet zijn. Consumeerde Nederland in 2006 nog 224,9 miljoen kilo biscuits, in 2007 knabbelde men maar liefst 236,3 miljoen kilo weg. Hartig staat op de tweede plek van favoriete snacks hoewel deze categorie een kleine daling in gebruik laat zien: van 24,6 miljoen kilo in 2006 naar 23,7 miljoen kilo in 2007. Daarna volgen suikerwerk (05,6 miljoen kilo in 2007) en chocolade (80,3 miljoen kilo in 2007). Het aandelenpercentage van de artikelgroepen in de totale omzet is als volgt verdeeld: biscuit, banket en snijkoek 32,5 procent, suikerwerk 25,05 procent, hartig 22,6 procent en chocolade 9,9 procent. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: snack
Aandelen artikelengroepen (in procenten) Chocolade 19,9
Biscuit, banket en snijkoek 32,5
Hartig 22,6
Favoriete snacks
Wanneer de totale consumptie van snacks en zoetwaren per categorie bekeken wordt, blijkt Flexibiliteit van contracten
De wens naar maatwerk bij vele opdrachtgevers wordt weerspiegeld in een toename van flexibiliteit van cateringcontracten. Vormen tussen het klassieke openboekcontract (mandaatcontract) en forfaitcontract (vaste aanneemsomcontract) verdienen daarbij de voorkeur. De zoektocht naar maatwerk en groeimarkten heeft ook tot gevolg dat vernieuwingen van producten en diensten dagelijks plaatsvinden. Het cateringconcept wordt steeds meer gebruikt als onderdeel van het stimuleren van de gezondheid en de beleving van de werknemer. Cateringbedrijven nemen steeds meer eigenschappen over van horecagelegenheden als het gaat om sfeer, aankleding en manier van werken. Daarnaast keert de catering door prijsconcurrentie met EasyJet-achtige formules terug naar de basis, waarbij lage kosten en basisproducten centraal staan. Ten slotte is catering in toenemende mate een onderdeel van facilitymanagement, waarbij andere diensten zoals het schoonmaken en de beveiliging in één servicecontract plaats hebben. Gespreide risico’s
De diversificering van producten en diensten heeft tot gevolg dat de cateringbranche robuuster wordt en risico’s meer gespreid kunnen worden. De branche kan hierdoor de potentiële waarde van de contractcateringmarkt steeds beter benutten. Er zijn genoeg groeimogelijkheden voor de Nederlandse catering: slechts 33 procent van de po-
Suikerwerk 25
tentiële waarde van de Nederlandse cateringmarkt is uitbesteed. Waar contractcatering (bedrijfscatering) enigszins verzadigd is (87 procent uitbesteed), zijn vooral onderwijs (5 procent uitbesteed) en de gezondheidszorg (0 procent uitbesteed) groeimarkten. Ook de vergrijzing zal het potentieel voor cateraars in de zorgsector vergroten. abn Amro is van mening dat de omzetgroei van de cateringbranche door de Nederlandse economische groei net als in 2007 zal groeien. De omzetgroei van 4,5 procent in 2008 is minder dan in 2007, maar significant beter dan in de periode 20022005. Goede werknemers zijn schaars, duur en moeilijk vast te houden, waardoor de arbeidskosten voor de branche in 2008 blijven stijgen. Daarnaast is het carrièreperspectief binnen de catering beperkt. Het is dan ook de vraag of de sector op de lange termijn haar groeipotentieel kan verzilveren. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: catering
Omzetaandeel contractcateraars naar segment (in procenten) Bedrijfscatering Institutionele catering Inflightcatering Onderwijscatering
80 8 7 5
www.marketing-online.nl/researchbase
MRB 06-08 (3).indd 10
28-05-2008 12:51:46
Reclame voor allochtonen
ResearchBase 06 juni 2008
Advertenties zullen digitale content domineren
titel De niet-westerse allochtone consument in de Nederlandse supermarkt auteur Accent Grave uitgave download (63 pagina’s/1 mb) datum april 2008 prijs gratis bestelcode 2194200 Supermarkten bieden steeds meer etnische producten aan. Toch vergeten ze reclame te maken gericht op de niet-westerse allochtoon. Daarmee lopen ze miljarden euro’s aan omzet mis.
Dit concludeert Melissa Kamstra in haar scriptie in opdracht van Accent Grave. Alleen supermarktconcerns die deel uitmaken van een keten van minimaal zeven vestigingen zijn onderzocht. Het onderzoek is afgebakend naar printmedia en point of salemateriaal. Etnische producten
Nederland telt anno 2008 6,4 miljoen inwoners. Hiervan zijn ,7 miljoen inwoners van nietwesterse allochtone afkomst en dit aantal zal tot 2050 met miljoen toenemen. De vier grootste groepen niet-westerse allochtonen in Nederland zijn de Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen/Arubanen. Gezamenlijk worden deze groepen aangeduid als de tmsa-groep. Vrijwel de gehele tmsa-groep koopt dagelijkse boodschappen in de supermarkt en besteedt hieraan 25 tot 35 procent van hun gemiddeld besteedbaar inkomen. In Nederland is de totale markt van etnische producten goed voor zo’n drie miljard euro en de verwachting is dat dit over tien jaar het dubbele zal zijn. Slechts een zesde deel van deze omzet komt bij de Nederlandse supermarkt terecht. De gemiddelde marge op het etnische assortiment ligt tussen de 30 en 35 procent tegenover 5 tot 20 procent op kruidenierswaren. Dubbele loyaliteit
Marketeers zullen de verschillen in culturen moeten realiseren en begrijpen om communicatie met niet-westerse allochtonen succesvol te laten verlopen. Bij het communiceren met etnische doelgroepen moeten marketeers ook rekening houden met een ‘dubbele loyaliteit’. Een loyaliteit naar (de cultuur uit) het land van herkomst, of het land van herkomst van de (voor)ouders én een loyaliteit naar Nederland. De beste manier om de verschillende allochtone
bevolkingsgroepen te bereiken is inclusion, zij moeten zich kunnen herkennen in de reclameuiting zonder dat deze stigmatiserend werkt. De resultaten van het onderzoek laten zien dat de niet-westerse allochtone consument door middel van reclame op het gebied van print en point of sale niet of nauwelijks wordt benaderd door de Nederlandse supermarktconcerns. Dit heeft verschillende oorzaken. De spreiding van niet-westerse allochtonen speelt een rol, maar ook de vestigingsplaats van de supermarkten en de concurrentie van buitenlandse levensmiddelenzaken. Ook willen de supermarktconcerns geen groepen uitsluiten en daarom maken zij geen specifieke reclame voor de etnische doelgroep. De wijze waarop supermarktconcerns moeten communiceren met niet-westerse allochtonen vormt een groot probleem. Tot slot vinden de supermarktconcerns de groep niet-westerse allochtonen te klein om reclame voor te maken. Miljardenmarkt
Het onderzoek sluit af met een aantal aanbevelingen voor Nederlandse supermarkten. Zo is het benutten van niet-westerse allochtone feestdagen in de communicatie een goede manier om zowel niet-westerse allochtone consumenten in te sluiten als respect en waardering te tonen voor deze groep. Met het winnen van de niet-westerse allochtone consument ligt er voor de Nederlandse supermarktconcerns een miljardenmarkt met een enorm groeipotentieel in het verschiet. Want niet alleen ligt de gemiddelde marge op het etnische assortiment tussen de 30 en 35 procent, is de totale markt van etnische producten goed voor zo’n drie miljard euro en zal dit aantal de komende tien jaar verdubbelen, maar zal het aantal niet-westerse allochtonen de komende jaren ook nog eens met een miljoen toenemen en besteden zij 25 tot 35 procent van hun gemiddeld besteedbaar inkomen aan dagelijkse boodschappen. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: allochtoon
Totale bevolking naar afkomst, januari 2007 Autochtonen Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen
1e generatie 1.014.476 586.718
2e generatie 723.976 845.236
11
Totaal 13.187.586 1.738.452 1.431.954
De markt voor digitale content wordt binnen vijf jaar gedomineerd door advertenties. Dat voorspelt consultancybureau Accenture in een onderzoek dat uitgevoerd is onder honderd bestuurders in de media en entertainmentindustrie. Deze bevindingen zijn onderdeel van de jaarlijkse Global Media Content Survey. De meerderheid van de ondervraagden (62 procent) denkt dat tegen 203 advertenties de toekomst van digitale content vormen. Abonnementsdiensten zijn volgens een kwart juist leidend in de toekomst, terwijl procent zegt tegen die tijd modellen worden gebruikt waarbij de consument betaalt voor iedere keer dat een nummer wordt afgespeeld. Het merendeel van de respondenten is het er over eens dat het aandeel digitale advertenties binnen vijf jaar groter zal zijn dan de traditionele advertentiemarkt. Eén advertentiemodel heeft daarbij niet de voorkeur. Meer informatie: www.accenture.com
Populariteit van internetsparen neemt af Het tegoed van Nederlandse huishoudens op internetspaarrekeningen bedroeg eind 2007 ruim 66 miljard. Dit is bijna 8 miljard minder dan eind 2006. Het is voor het eerst in vijf jaar dat het tegoed op deze rekeningen daalt. Dit blijkt uit cijfers van het cbs. Huishoudens hadden het afgelopen jaar gemiddeld meer dan 9.000 euro aan spaargeld op een internetrekening staan. Eind 2006 was dit spaartegoed nog ruim 0 000 euro. Een mogelijke oorzaak van de verminderde belangstelling voor het internetsparen is dat banken bij spaarvormen met een vaste looptijd een hogere rente bieden. Voor spaarders is het daardoor aantrekkelijk geworden om een deel van het spaartegoed op hun internetrekening over te boeken naar een spaarrekening met een vaste looptijd. Meer informatie: www.cbs.nl
Positieve invloed duurzaamheidsverslag op het imago Duurzaamheidsverslagen doen het imago van een onderneming goed. In 85 procent van de gevallen krijgt de lezer een positiever beeld van een bedrijf wanneer het aangeeft wat het gepresteerd heeft op sociaal en milieugebied. Dit blijkt uit internationaal onderzoek van kpmg Sustainability en Sustainability Ltd. in opdracht van gri onder ruim 2.000 gebruikers van duurzaamheidverslagen. Hoewel de gemiddelde lezer ook punten van kritiek heeft op het duurzaamheidsverslag, zoals de geringe rol van stakeholders in het verslag en de soms gebrekkige verslaglegging over de missers en problemen, heeft 85 procent van de lezers een positief beeld gekregen als gevolg van het door het bedrijf uitgebrachte duurzaamheidverslag. De lezers zijn in het algemeen tevreden over de informatie die bedrijven in hun verslagen opnemen. Meer informatie: www.kpmg.nl
www.marketing-online.nl/researchbase
MRB 06-08 (3).indd 11
28-05-2008 12:51:48
12 Consumenten gebruiken social media om te klagen Consumenten die vaak iets kopen op internet, maken vervolgens ook vaak gebruik van een social network om over hun ervaringen te praten, en te leren van de ervaringen van anderen. Zo blijkt uit onderzoek. De Amerikaanse Society for New Communications Research wilde weten hoe klantenservice van invloed kan zijn op merkreputatie, in relatie tot in het groeiende gebruik van social media. De onderzoekers ondervroegen voor het rapport ‘Exploring the Link Between Customer Care and Brand Reputation in the Age of Social Media’ 300 mensen die actief gebruik maken van het internet. Bijna 59 procent van alle respondenten antwoordde dat ze een social network opzoeken om te klagen over slechte ervaringen met de klantenservice. Meer informatie: www.sncr.org
Huiseigenaren storen zich aan geluidsoverlast Geluidsoverlast is de grootste woonirritatie. Twee op de tien Nederlanders (20 procent) ergert zich hieraan. Dat blijkt uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis. Hiermee lijkt de roep voor de invoering van een geluidslabel, om toekomstige bewoners te waarschuwen, van toegevoegde waarde. Op de tweede plaats staat het gebrek aan bergruimte (7 procent). Dit is opvallend aangezien er in Nederland nog steeds woningen worden gebouwd zonder bergruimte, omdat dit in het Bouwbesluit niet verplicht is gesteld. Opmerkelijk is tot slot dat met name aspecten die te maken hebben met energiebesparing veel ergernis in de woning opleveren: tocht (4 procent), vocht (2 procent), slechte isolatie (0 procent) en enkel glas (0 procent). Een kwart van de Nederlanders (25 procent) ergert zich nergens aan in de huidige woning. Meer informatie: www.eigenhuis.nl
E-mail is een last maar wel onmisbaar Consumenten zullen eerder tijdschriften, kranten en andere informatiebronnen schrappen dan e-mail. Dat blijkt uit een onderzoek van Ruigrok | NetPanel in opdracht van het trendmagazine Second Sight. Tweederde van de Nederlanders heeft last of erg veel last (5 procent) van te veel informatie. Enkele andere uitkomsten bevestigen volgens de onderzoekers het beeld dat men te veel informatie te verstouwen krijgt. Bijna driekwart van de mensen omschrijft de hoeveelheid informatie die ze ontvangen als ‘veel’ of ‘veel te veel’. 39 Procent van de mensen worden zelfs ‘gek’ van de dagelijkse informatie die ze tot zich zouden moeten nemen. Internet, en dan met name e-mail is de grootste boosdoener, zegt 69 procent van de mensen. Toch blijkt uit het onderzoek dat men e-mail minder graag zou missen dan andere, als prettiger ervaren informatiebronnen zoals mobiele telefoon, betaalde kranten en tijdschriften. Meer informatie: www.secondsight.nl
ResearchBase 06 juni 2008
Waardering voor ict titel ict Barometer april 2008 auteur Ernst & Young uitgave download (17 pagina’s/131 kb) datum april 2008 prijs gratis bestelcode 2193590 De tevredenheid over de kwaliteit van ict binnen het bedrijfsleven en de overheid nam na vele jaren eindelijk toe. Het gemiddelde rapportcijfer voor alle sectoren blijft echter wel steken op een 6,7. Het Nederlandse topmanagement is onvoldoende in staat om ict in goede banen te leiden.
Dit blijkt uit de ict Barometer april 2008, van Ernst & Young. Het onderzoek wordt tweemaandelijks uitgevoerd onder een representatieve groep van ruim 600 managers en leidinggevenden bij de overheid en in het Nederlandse bedrijfsleven.
dit onafhankelijk toetsen. Daarnaast zijn er nog andere verbetermogelijkheden: de strategie voor de bedrijfsvoering en de ict-functie wordt lang niet altijd gecommuniceerd door het topmanagement en het management is ook niet altijd op de hoogte van de laatste ict-ontwikkelingen. Verder is de ict-functie soms meer gericht op het blussen van ict-brandjes dan op het daadwerkelijk verbeteren van de bedrijfsvoering. Ten slotte komt het te vaak voor dat eindgebruikers niet tevreden zijn over de kwaliteit van de ictdienstverlening. Zeker onder grote bedrijven is dit het geval, hier is 46 procent niet tevreden.
ict is waardevol
Kwaliteit binnen organisatie
ict wordt als erg waardevol gezien: vrijwel alle managers en professionals vinden dat investeringen in ict bijdragen aan de kwaliteit van de ict-dienstverlening en de bedrijfsvoering.
Slechts een kwart van de bedrijven laat de ict-risico’s onafhankelijk toetsen De meeste organisaties zorgen er dan ook voor dat de ict-functie goed wordt ingevuld en aangestuurd. ict vormt een integraal onderdeel van de strategie en staat hoog op de agenda. Er wordt gezorgd voor voldoende ict-capaciteit en ict-risico’s worden zoveel mogelijk afgedekt. Daarnaast leren de meeste organisaties ook van fouten en successen op ict-vlak. De mate waarin projecten worden opgezet volgens een bepaalde organisatie en werkwijze varieert. Ongeveer zes op de tien organisaties heeft een standaardmethodiek voor het uitvoeren van projecten. Daarbij heeft elk project een formele opdrachtgever, een projectorganisatie, een projectplan en een voortgangsrapportage met beslispunten voor het management. Daarnaast worden eisen en wensen voor het ict-systeem vooraf gedefinieerd en is er zogenaamde ‘slack’ ingebouwd voor ‘rework’. Doelstellingen
Maar in hoeverre worden de ict-doelstellingen werkelijk gehaald en de ict-risico’s echt beheerst? Slechts een kwart van de bedrijven laat
De overall kwaliteit van ict binnen organisaties is volgens de onderzoekers redelijk te noemen. Gemiddeld geven managers en professionals het rapportcijfer 6,7. Binnen de dienstensector is dit met 7,0 hoger en binnen de overheid juist lager met 6,3. Ten opzichte van vorig jaar is de kwaliteit van ict licht verbeterd. ict-toepassingen die relatief goed scoren zijn de virusbescherming (7,5), email (7,3), vaste telefoon, hardware en office (alle 7,2). De laagste score wordt gegeven aan de informatie en uitleg van ict door het management: 6,0. De gevolgen van ict-storingen zijn aanzienlijk. Gemiddeld heeft men het afgelopen jaar 2 uur niet (goed) kunnen werken vanwege ict-problemen. Binnen de productie/industrie is dit zelfs 29 uur. In de meeste gevallen gaat het daarbij om problemen met het netwerk. Daarnaast zijn er ook vaak problemen met bedrijfsspecifieke software, e-mail en hardware. In twee van de drie gevallen kan men het probleem niet zelf oplossen. Het oplossen van een probleem duurt gemiddeld ,6 uur, een lichte stijging ten opzichte van vorig jaar. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: ict
Hoeveel uren hebt u het afgelopen jaar uw werk niet of moeilijk kunnen uitvoeren door ict-problemen? (in procenten) 0 1-9 10-24 25 of meer
5 34 37 24
www.marketing-online.nl/researchbase
MRB 06-08 (3).indd 12
28-05-2008 12:51:49
ResearchBase 06 juni 2008
13
Financieel (wan)gedrag I Amsterdam? van jongeren titel Financieel gedrag van jongeren 2008 auteur nibud uitgave download (41 pagina’s/658 kb) datum april 2008 prijs gratis bestelcode 2177650 Veel jongeren kunnen de financiële verantwoordelijkheid die ze hebben niet aan. De hoofdoorzaak is een gebrek aan financiële kennis. Ze lenen geld zonder te weten of ze de aflossing kunnen betalen, hebben vaak geen inboedelverzekering en ook geen spaargeld.
Een betere financiële opvoeding thuis en op school kan ervoor zorgen dat minder jongeren financiële problemen krijgen. Dit stelt het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (nibud) naar aanleiding van de publicatie Financieel gedrag van jongeren 2008, achtergronden & invloeden. Het onderzoek is uitgevoerd onder Nederlandse jongeren in de leeftijd van 5 tot en met 25 jaar. Rood staan en lenen
Scholieren en studenten hebben gemiddeld 40 euro te besteden. Voor werkende of werkloze jongeren ligt dit besteedbaar inkomen op .076 euro. Gemiddeld betalen jongeren zelf tussen 00 en 500 euro aan vaste lasten. Een kwart van de jongeren van 5 tot en met 25 jaar heeft moeite met rondkomen. Van de jongeren staat 40 procent wel eens rood en 20 procent zelfs regelmatig. Hoe ouder en hoe meer verantwoordelijkheid de jongere heeft, hoe meer moeite het hem kost om zijn financiën in balans te houden. Meer dan een derde van de jongeren ouder dan 2 jaar leent dan ook wel eens geld. De helft van deze groep leent bij de bank. Van deze groep heeft 30 procent geen idee hoe hoog de rente van die lening is en hoe lang ze moeten aflossen. Creditcard
Van de jongeren tussen de 8 en 2 jaar heeft 7 procent een creditcard. Van de jongeren tussen de 22 en 25 jaar is dit 24 procent. Gemiddeld heeft 5 procent van de jongeren boven de 8 jaar een creditcard. Wanneer wordt gevraagd naar het gebruik blijkt dat deze voornamelijk wordt gebruikt op vakantie (54 procent) en voor internetbetalingen (48 procent). Sparen is bij jongeren eerder uitzondering dan regel. Een groot deel (85 procent) heeft wel een spaarrekening maar de meesten (55 procent) sparen daar alleen op als er geld overblijft. Wanneer jongeren aan het eind van de maand geld overhouden maakt ruim de helft (52 procent) dit over naar de spaarrekening of houdt dit apart. Een kwart laat het op de betaalrekening staan of maakt het daar naar over en procent laat het gewoon in zijn portemonnee zitten. In totaal zegt dus 89 procent dat zij aan het eind van de
titel Amsterdam bezoekersprofiel 2008 auteur atcb uitgave download (24 pagina’s/2 mb) datum april 2008 prijs gratis bestelcode 2169080
maand geld overhouden, de overige procent doet dit niet. Opvallend is dat vooral mbo’ers en jongeren zonder baan weinig sparen. Respectievelijk 77 procent en 55 procent van die groep heeft een spaarrekening. Ruim 30 procent van deze jongeren geeft aan helemaal niet te sparen.
Scholieren en studenten hebben gemiddeld 401 euro te besteden per maand
Bezoekers van Amsterdam zijn zeer tevreden over de stad. Gemiddeld geven zij de hoofdstad een 8,1. De belangrijkste redenen voor een bezoek aan Amsterdam zijn de cultuurhistorie en de grachten (38 procent), de sfeer (26 procent) en de musea (24 procent).
Er zijn echter ook punten waarop Amsterdam slecht scoort. Vooral de grote drukte ergert steeds meer mensen. Dit blijkt uit het rapport Amsterdam bezoekersprofiel 2008 van Amsterdam Toerisme & Congres Bureau (atcb). Het onderzoek is onder andere gebaseerd op enquêtes onder meer dan 6.000 bezoekers uit de hele wereld aan Amsterdam. Belangrijk voor de economie
Taak voor opvoeders
Volgens het nibud is de relatie tussen kennis en verantwoordelijkheid een knelpunt in het financiële gedrag van jongeren. Als jongeren op zichzelf gaan wonen en de financiële verantwoordelijkheid toeneemt, staan zij vaker rood, komen zij vaker geld tekort en gaan zij ook meer lenen. Daarom bepleiten de onderzoekers dat er energie wordt gestopt in het vergroten van de kennis van jongeren. Het gaat dan bijvoorbeeld om kennis op het gebied van studieschulden, rentepercentages van leningen en noodzakelijke verzekeringen. Thuiswonende jongeren zouden door hun ouders en op school veel beter voorbereid moeten worden, nu beseffen zij pas op latere leeftijd welke kennis zij eigenlijk missen.
De hoofdstad blijkt voornamelijk in trek bij bezoekers uit andere grootstedelijke gebieden in Europa, zoals Londen, Parijs, Madrid en Barcelona. Een ander criterium is de koopkracht. Dat verklaart het relatief grote aantal bezoekers uit Zuid-Duitsland en Noord-Italië. Van de bezoekers uit de Verenigde Staten blijkt meer dan 25 procent afkomstig uit slechts twee gebieden: Californië en New York en wijde omgeving.
Bezoekers vinden Amsterdam druk, vies en duur, maar zijn toch tevreden
www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: jongeren
Gemiddeld besteedbaar inkomen per maand (in euro’s) Man Vrouw
Student 416 385
Werkend 1165 1004
15-17 jaar 18-21 jaar 22-25 jaar
189 452 731
930 1145
Thuiswonend Uitwonend
316 719
940 1185
Gemiddeld
401
1076
De bezoekers aan Amsterdam zijn belangrijk voor de economie. In totaal zijn zij goed voor een omzet van vijf miljard euro en 48.000 fulltime banen. Vooral Amerikanen geven veel uit: gemiddeld 53 euro per dag. Ze worden op de voet gevolgd door de Britten met 43 euro. Het minst besteden de Duitsers per dag (02 euro) en de Italianen (06 euro). Zakenbezoekers besteden 24 procent meer dan toeristische bezoekers. Druk en vies
Aspecten in de stad die door bezoekers als vervelend worden ervaren zijn de drukte, het straatvuil en het prijsniveau. Toch zijn de bezoekers heel tevreden, ze geven gemiddeld een 8,. De Amerikanen en Britten zijn het meest tevreden: zij geven een 8,5 en 8,3. Nederlanders Y
www.marketing-online.nl/researchbase
MRB 06-08 (3).indd 13
28-05-2008 12:51:50
14 Y en Belgische bezoekers zijn het minst tevreden met en 7,6 en 7,8. Het meest onder de indruk zijn bezoekers van de architectuur, de sfeer en de Amsterdammers. De populairste activiteit bij bezoekers is rondwandelen en sightseeing (85 procent), gevolgd door museumbezoek (73 procent), eten in een restaurant (69 procent), winkelen (6 procent), cafébezoek (59 procent), een rondvaart door de grachten (42 procent), rondlopen op de Wallen (26 procent) en een bezoek aan een coffeeshop waar softdrugs verkrijgbaar zijn (23 procent).
Algemene tevredenheid per nationaliteit Amerikaans Brits Duits Spaans Italiaans Frans Belgisch Nederlands
8,53 8,33 8,10 8,09 8,05 8,00 7,78 7,64
Ook de regio is populair
Uit het onderzoek blijkt dat van alle bezoekers in Amsterdam 4 procent een bezoek heeft gebracht aan de regio. Het meest populair is een bezoek aan de Zuiderzeestadjes (27 procent), gevolgd door Haarlem (9 procent) en het strand (6 procent). Andersom komen ook veel buitenlandse bezoekers die elders verblijven een dagje naar Amsterdam. Zij hebben hun accommodatie in een wijde kring rond Amsterdam. Internet, reisgidsen, vrienden en familie zijn de belangrijkste door bezoekers gebruikte informatiebronnen. Meer dan de helft van de bezoekers gebruikt internet ter voorbereiding op de reis. Bijna een op de vijf gebruikt een reisgids en een op de zes gebruikt informatie afkomstig van vrienden en familie. Overnachten
Hotels zijn verreweg de belangrijkste vorm van accommodatie voor verblijfsbezoekers (64 procent), gevolgd door hostels en jeugdherbergen (8 procent). Bij een zakenreis verblijven bijna alle bezoekers in hotels (92 procent), bij voorkeur in vier- of vijfsterrenhotels (49 procent) of driesterrenhotels (40 procent). Toeristische verblijfsbezoekers vertonen een meer divers profiel: 60 procent verblijft in hotels (47 procent daarvan in driesterrenhotels) en 20 procent in hostels en jeugdherbergen. In totaal verblijft slechts 6 procent van de bezoekers in een niet-commerciële vorm van accommodatie. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: Amsterdam
ResearchBase 06 juni 2008
Web 2.0 en de overheid titel Naar een User Generated State? auteur tno uitgave download (74 pagina’s/2 mb) datum maart 2008 prijs gratis bestelcode 2191640 De afgelopen jaren heeft een nieuwe generatie van internettoepassingen het licht gezien die niet alleen op grote schaal wordt gebruikt, maar ook opmerkelijk veel ruimte biedt voor actieve gebruikersparticipatie. De tweede fase van internet kenmerkt zich dan ook door wat aangeduid kan worden als de ‘radicale emancipatie van de gebruiker’.
Juist dat aspect van web 2.0 roept allerlei vragen op over de mogelijke implicaties voor de relatie van overheid en burger en over het functioneren van de overheid en het openbaar bestuur. De gezamenlijke verkenning Naar een User Generated State? van het ministerie van bzk en tno probeert antwoord te geven op deze vragen. Web 2.0 maakt nieuwe vormen van communicatie en samenwerking tussen overheid en burgers mogelijk en geeft een nieuwe impuls aan burgerparticipatie.
teratuur over web 2.0 aangeduid als ‘crowdsourcing’. Dit zien we bijvoorbeeld al steeds meer als het gaat om handhaving van de openbare orde; burgers worden steeds meer aangesproken op hun verantwoordelijkheid om een actieve bijdrage te leveren aan de opsporing door actief mee te speuren en user generated content te leveren die bij de opsporing gebruikt kan worden. In dit geval zien we al een duidelijke verschuiving naar coproductie (‘co-handhaving’, horizontale handhaving).
Sociale netwerken van burgers leveren een rijke bron op aan informatie en creativiteit
User generated state
De onderzoekers Leadbeater en Cottam stellen dat we in de toekomst misschien wel toegroeien naar een ‘user generated state’. De mogelijkheden van web 2.0 leiden er wellicht toe dat de burger steeds meer zelf gaat voorzien in wat voorheen door de overheid verzorgde publieke taken waren. Dit biedt enerzijds kansen voor de verbetering van bijvoorbeeld de publieke dienstverlening of voor de versterking van de democratische participatie van burgers. Anderzijds zijn er echter ook risico’s verbonden aan de opkomst van web 2.0. Zo wordt in de literatuur gewaarschuwd voor trivialisering van het publieke belang, eigenrichting, cliëntelisme, versterking van de klaagcultuur en het gelijk van de ‘grote bek’. Grote kansen
De grootste kansen die web 2.0 biedt schuilen in de slimme benutting van sociale netwerken die web 2.0 drijven en van de ‘user contributed value’ die via deze netwerken gegenereerd kan worden. Sociale netwerken van burgers leveren een rijke bron op aan informatie, kennis en creativiteit, waarmee de overheid veel meer haar voordeel zou kunnen doen. De zogenaamde wisdom of the crowds kan bijvoorbeeld worden gebruikt ter verrijking van de traditionele publieke informatievoorziening, bijvoorbeeld bij inspectiediensten. In een wat verdergaande vorm bieden sociale netwerken ook een basis voor het delen of zelfs uitbesteden van verantwoordelijkheid, in de li-
Eenzijdige aandacht
Er zijn echter ook risico’s verbonden aan de opkomst van web 2.0. Er is bijvoorbeeld nog veel onduidelijkheid over wie nu precies gebruikmaakt van web 2.0 en vooral wie daaraan een actieve bijdrage levert. De kans dat bepaalde groepen minder of niet bereikt worden door web 2.0-initiatieven is op dit moment nog tamelijk groot. Een te eenzijdige aandacht voor dit fenomeen zou dan ook ten koste kunnen gaan van bepaalde groepen in de samenleving. Ook kan web 2.0 ertoe leiden dat vooral de ‘grootste schreeuwers’ de meeste aandacht krijgen of dat er een onduidelijke en onevenredige behartiging van belangen tot stand komt. Een ander risico is dat het steeds moeilijker wordt om vast te stellen wat de kwaliteit en betrouwbaarheid van content en informatie zijn die wordt gepubliceerd en verspreid via deze netwerken en in het verlengde daarvan hoe digitale eigendomsrechten en aansprakelijkheid geregeld zijn. De kans op misinformatie en misbruik van informatie neemt daardoor aanzienlijk toe. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: web 2.0
www.marketing-online.nl/researchbase
MRB 06-08 (3).indd 14
28-05-2008 12:51:51
ResearchBase 06 juni 2008
Krantenmarkt in kaart
De bekendheid van de kranten is bovendien hoog: negen van de dertien halen een geholpen bekendheid van 70 procent of meer. Drie kranten halen een bekendheid van ongeveer 80 procent (De Telegraaf, Metro en Spits). Dat blijkt uit onderzoek van Research International waarvoor 620 personen zijn ondervraagd in de leeftijd van 8 tot 65 jaar. De minst bekende krant is dag (40 procent), gevolgd door De Pers, nrc.Next en het Financieele Dagblad (fd). Conversie
De meeste kranten halen onder jongeren een wat hogere bekendheid dan onder ouderen, met uitzondering van de regionale krant die juist onder ouderen bekender is. Wanneer gekeken wordt naar de conversie van bekendheid naar lezen, wordt duidelijk hoe sterk de positie van de regionale krant is. Het is een van de meest bekende titels, maar scoort bovenal veruit het hoogst op ‘gelezen deze week’ en wordt ook het meest genoemd als de krant die het vaakst wordt gelezen.
De meeste kranten halen onder jongeren een hogere bekendheid dan onder ouderen De Pers heeft een bereiksprobleem: een behoorlijk deel van de mensen kent de krant wel van naam, maar heeft deze nog nooit gelezen. Van de consumenten die de krant ooit gelezen hebben, overweegt een opvallend grote groep deze krant. Maar slechts een klein deel daarvan heeft De Pers ook daadwerkelijk deze week gelezen. Emotionele status
Branding is emotie. En dat geldt zeker ook voor kranten. Hele volksstammen verafschuwen bijvoorbeeld De Telegraaf of het ad, of lopen ermee weg. Daarom hanteert Research International in een BrandAction™ brandingonderzoek ook een vraag over het gevoel dat men bij merken heeft:
In de rubriek Opmerkelijk vermeldt de redactie opvallende of uit hun context gehaalde onderzoeksresultaten. “Een op de drie werkenden heeft wel eens met een kater op kantoor gezeten en een op de tien is wel eens dronken aan het werk gegaan.” Brits onderzoek
titel Hoe uitgelezen is de krantenmarkt? auteur Research International uitgave download (3 pagina’s/108 kb) datum april 2008 prijs gratis bestelcode 2203820 Een van de meest dynamische markten is de krantenmarkt. Want in welke markt zijn er in de loop van slechts enkele jaren vijf nieuwe merken bijgekomen (vier gratis en een betaald), naast de acht bestaande merken?
15
uiteenlopend van ‘mijn beste vriend’, ‘een goede vriend’ tot ‘iemand met wie ik niet kan opschieten’. Dit noemen we de emotionele status. Tevens wordt in dit type onderzoek gekeken naar de functionele status. De status in zijn geheel geeft aan waar een merk op dit moment staat. Maar nog interessanter dan de status is het momentum, de dynamiek van een merk: waar gaat het merk naar toe? Status en momentum samen vormen de brand energy, die aangeeft wat de brand health is. Niet geheel verrassend heeft de regionale krant de hoogste brand health. Maar wie volgen daarna? Een paar gratis kranten, te weten Metro, Spits en dag. Pas daarna komen de betaalde kranten (ad, De Telegraaf, de Volkskrant en nrc. Next) en De Pers. Brand fans
Wanneer de consumenten ingedeeld worden op basis van hun binding met de merken, dan zijn vijf groepen mogelijk: unfamiliar, remote, on radar, committed en brand fan. Deze analyse van de krantenconsument is met name interessant voor het merkenbeleid: hoe trek ik nieuwe klanten aan (acquisitie) en hoe behoud ik bestaande (retentie)? Spits heeft niet alleen een kleinere groep brand fans dan de regionale krant, maar vooral ook een kleine groep committed, waardoor de groeimogelijkheden beperkt zijn. De Pers heeft weliswaar een heel kleine groep brand fans, maar de positieve kant is dat de committedgroep groot is. Kijken we naar de toekomst, de richting waarin de merken zich bewegen (momentum), dan zijn het de regionale kranten, Metro en Spits, samen met dag, die het beste perspectief hebben. Ten opzichte van de andere kranten heeft dag veel momentum, evenals trouwens nrc.Next. www.marketing-online.nl/researchbase Zoeken op: krant
Bekendheid Ooit gelezen Overwogen Deze week gelezen Meest gelezen
“Ongeveer 11 procent van de vrouwelijke zakenreizigers en 6 procent van hun mannelijke collega’s heeft last van heimwee tijdens hun verblijf in het buitenland.” Europeesche Verzekeringen “In Groot-Brittannië surft 1,7 procent van de telefoonbezitters wel eens met zijn mobieltje naar een sociaal netwerk.” Nielsen Mobile “Bijna alle Nederlanders (96 procent) hebben naast de basisverzekering een aanvullende verzekering afgesloten.” Nivel “Een derde van de 16- tot 35-jarige mannen en 23 procent van hun vrouwelijke leeftijdsgenoten drinkt alcohol om hun kansen op seks te vergroten.” Europees onderzoek “Werknemers die gebruik maken van gsm’s, Blackberry’s en andere mobiele communicatiemiddelen werken gemiddeld twintig dagen per jaar extra.” Office Angels “Eind 2007 waren er 240 duizend inwoners van Nederland van 18 jaar en ouder die wel verzekerd waren, maar minimaal zes maanden geen premie hadden betaald.” cbs
Spits
“Door de vele tussendoortjes die Nederlandse huisdieren voorgehouden krijgen, heeft ongeveer de helft last van overgewicht.” Stichting Platform Verantwoord Huisdierenbezit
81 70 46 25 11
Opmerkelijke berichten kunnen gestuurd worden naar
[email protected]
Awareness waterfall (in procenten) Regionale krant 79 70 64 40 31
“Met meer dan 4,3 miljard views, 38 procent van alle bekeken filmpjes in maart, wist Google zijn koppositie in de online videomarkt te behouden.” ComScore
www.marketing-online.nl/researchbase
MRB 06-08 (3).indd 15
28-05-2008 12:51:52
Ja, ik wil graag een jaarabonnement op Marketing ResearchBase. Ik ontvang als abonnee 10 keer per jaar de nieuwsbrief en een jaar lang toegang tot de database op www.marketing-online.nl/researchbase.
✃
Abonneerbon
Ik betaal het eerste jaar niet de normale abonnementsprijs van B 175, maar de introductieprijs van C 149 (beide prijzen zijn exclusief btw). Aanbod geldt tot 31 december 2008. Organisatie:
In 1946 en 1947 vroeg het Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie het Nederlandse publiek hoeveel geld een huishouden nodig heeft om rond te komen. Anno 2008 hebben scholieren en studenten al gemiddeld 401 euro per maand te besteden (zie het onderzoek Financieel gedrag van jongeren 2008).
Functie:
T.a.v.: dhr/mw Adres: Postcode:
Plaats:
Telefoon:
E-mail (verplicht):
Datum:
Handtekening U ontvangt als abonnee een persoonlijk wachtwoord waarmee u toegang krijgt tot de site van Marketing ResearchBase. Op deze site treft u een almaar groeiend overzicht van de publieke marktonderzoeken die in Nederland verschijnen. De samenvattingen in de database zijn doorzoekbaar en u kunt on-line de integrale rapporten bestellen en/of downloaden.
Stuur deze bon in een ongefrankeerde envelop naar: Marketing ResearchBase Antwoordnummer 47675 1070 vd Amsterdam Abonneren kan ook via: internet www.marketing-online.nl/shop e-mail
[email protected] telefoon (0570) 67 33 58
Kijk voor meer uitgaven op het gebied van marketing op: www.marketing-online.nl/shop
Geen zin in een abonnement? Ga dan voor de iDeal-optie: 24 uur toegang voor B 24. Zie www.marketing-online.nl/researchbase
Ja, ik bestel graag de volgende rapporten: ò 2099400 Marketingrapport Boekhandels 2008 Van Es Marketing Services B 495
Vul de bon in en stuur hem naar: Liones Publishing Services B.V. Antwoordnummer 10218 2280 wb Rijswijk Faxen kan ook naar: (070) 319 38 25 Bestelservice uitsluitend voor abonnees van Marketing ResearchBase. Genoemde prijzen zijn exclusief btw en verzendkosten. Uw bestelling wordt door de redactie van Marketing ResearchBase doorgegeven aan de aanbieders van het rapport. Kijk voor verdere leveringsvoorwaarden op: www.marketing-online.nl/researchbase
✃
Bestelservice Gratis downloaden kan ook! Van de onderstaande onderzoeken is het volledige rapport met eventuele achtergrondinformatie te downloaden op www.marketing-online.nl/researchbase
abn Amro Diensten: Schoonmaakbedrijven 2008 abn Amro Horeca en recreatie: Catering 2008 Accent Grave De niet-westerse allochtone consument in de Nederlandse supermarkt atcb Amsterdam bezoekersprofiel 2008 Berenschot Staat er voldoende spanning op uw onderneming? Cendris Onderzoek Relatiemagazines Deloitte Doorpakken! Economist Intelligence Unit 10 Megatrends in B2B Marketing 2008 Ernst & Young ict Barometer april 2008 nibud Financieel gedrag van jongeren 2008 PricewaterhouseCoopers Telecoms Sector: M&A Insights Randstad Randstad Werkmonitor april 2008 Research International Hoe uitgelezen is de krantenmarkt? Roland Berger Strategy Consultants Cross Media Study ssz De markt van snacks en zoetwaren in Nederland 20052007 tno Naar een User Generated State? Wegener Nieuwsmedia Opiniepeiling Duurzaamheid
Organisatie:
“Welk inkomen, dus hoeveel loon of salaris per week, heeft volgens U een gezin van man, vrouw en twee kinderen nodig om net aan rond te komen?”, vroeg het n.i.p.o. twee jaar lang aan een representatieve steekproef uit het hele volk. Het totaal-overzicht van alle antwoorden ziet er als volgt uit: Mrt ’46 Oct. ’46 Mrt ’47 Oct. ’47 2% % Tot 30,Tot 40,- 25% % 8% 5% Tot 50,- 72% 47% 42% 39% Tot 60,- 93% 78% 79% 75% Tot 70,- 99% 94% 94% 93% > 70,% 6% 6% 7% Middelste antwoord 42, 48, 50, 50,Ongeveer 50% van de gezinnen verdient echter een inkomen van 46,- en minder in de week. Dit bedrag ligt dus lager dan de 50,in de week, het inkomen, dat volgens het publiek een normaal gezin per week nodig heeft om net rond te komen. De spanning tussen lonen en prijzen wordt dan ook geïllustreerd door de resultaten op de vraag: “Is Uw eigen inkomen hoger of lager dan dit bedrag?” 44% 28% 20% 8%
lager hoger ongeveer hetzelfde geen antwoord
Van hen, die 50,- of minder opgeven als nodig voor een normaal gezin, blijkt 4% een inkomen te genieten dat lager ligt dan 50,-. Dat van sparen bij deze gezinnen weinig komt, hoeft geen betoog.
Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie (Amsterdam)
Functie: T.a.v.: dhr/mw Adres: Postcode:
Plaats:
Telefoon:
E-mail (verplicht):
MRB 06-08 (3).indd 16
28-05-2008 12:51:53