Van kaarten en automaten 25 jaar elektronisch betalen in België
Van kaarten en automaten
25 jaar elektronisch betalen in België
4
Van kaarten en automaten
INHOUDSTAFEL 11
Woord vooraf Inleiding. België, pionier in betaaltechnologieën. Hoofdtekst
17 18 18 20 21 22
Een geschiedenis van mensen, uitdagingen en successen. • Eén kaart, tal van mogelijkheden • Samen sterk • Een pioniersmentaliteit • Veiligheid, een obsessie die loont • Oplossingen voor consumenten en ondernemingen Kaderstukken
19 21 23 24
• Internationaal. België bij de wereldtop • Technologie. Vijf seconden om de hele financiële sector te mobiliseren • Product. België, een innovatief land • Samenleving. De Belgische consumenten over elektronisch betalen Interview
26
• Vindingrijkheid ten dienste van comfort en veiligheid
1976 en voorheen. Het startschot van het elektronische tijdperk Hoofdtekst
29 30 30 31 33 34 35
Van het metalen muntstuk tot de eerste geldautomaat • Het geld wordt lichter door de eeuwen heen • De cheque: volwaardig alternatief voor de contante betaling • De bankrekening: een onmisbaar goed • Automatisering wordt een noodzaak • De allereerste geldautomaten • Eerste resultaten van de interbancaire samenwerking Kaderstukken
31 32 35 36
• Product. De cheque: een eeuw om te komen en te gaan • Technologie. Bankomaat – licht op groen voor de automatische verdeling van biljetten • Internationaal. S.W.I.F.T. – automatisering van de telexberichten • Samenleving. Rekeningnummer 3-7-2 Interview
38
• België, een geval apart
5
6
Van kaarten en automaten
1977-1980. De eerste netwerken van automatische loketten
1986-1989. Naar één gemeenschappelijke infrastructuur
Hoofdtekst
41 42 43 44 46 47 47
Twee concurrerende systemen • De uitbouw van een nationaal netwerk • Met zijn drieën verder • De innovatierace • Bemoedigend commercieel succes • Op maat van het moderne leven • Kleine en grote banken sluiten zich aan bij het systeem Kaderstukken
42 43 45 49
• Product. De automatische loketten: een geschiedenis van partnerships • Internationaal. Geld afhalen, zelfs op vakantie • Technologie. Een verrekenkamer waar het steeds drukker wordt • Samenleving. Postomat: het derde netwerk Interview
50
Hoofdtekst
65 66 66 67 69 70 71
Compatibiliteit en fusie van de Mister Cashen Bancontact-netwerken • Snelle uitbreiding van de netwerken • Een zware factuur voor de banken • Een welgekomen compatibiliteit • Het congres van Wenen • De fusie krijgt vorm • De opbouw van een gemeenschappelijk netwerk Kaderstukken
67 68 70
• Een pragmatische interbancaire dynamiek 73
• Product. Het ontstaan van het gamma C-ZAM-terminals • Technologie. Van Baxnet naar Banknet – een netwerk dat steeds beter presteert • Samenleving. Banksys: cruciale dienstverlening voor de Belgische economie • Internationaal. BEST – een decennium van bilaterale verbindingen Interview
1981–1985. De ontwikkeling van kaartbetalingen
74
• De ‘coöpetitie’ tussen de Belgische banken
Hoofdtekst
53 54 55 56 56 57 58 59 60
Elektronische betalingen in winkels • Een nationaal elan • Een onuitgegeven technologie • De petroleumsector neemt het voortouw • Eerste betalingen met kaart in Shell-stations • De tankkaart volgt snel • Ook de grootdistributie wil betalingen met kaart • Wanneer concurrentie de technologische vooruitgang afremt • Meningsverschillen en compatibiliteit
1990–1993. De kredietkaart maakt deel uit van het dagelijkse leven Hoofdtekst
77 78 79 80 83 83
Kaderstukken
54 56 59 60
• Technologie. België on-line sinds eind jaren 70 • Product. De selfserviceterminal in de petroleumsector • Internationaal. Bancontact en de Europese netwerken • Samenleving. Zware onderhandelingen counteren onveiligheid
Kaderstukken
78 81 82 84
Interview
62
• Een standaard op wereldvlak
Van elitekaart tot gebruikelijk betaalmiddel • Van betaaluitstel tot krediet • Europa lanceert de Eurocard • De eerste kredietkaarten voor het grote publiek • De kredietkaart aan 800 frank • Op zoek naar synergieën tussen Visa en Eurocard • Samenleving. Eurocheque effent pad voor kredietkaarten • Product. ‘Strijkijzer’ weerstaat elektronisch tijdperk • Internationaal. EMV: de nieuwe beveiligingsnorm voor betaalkaarten • Technologie. Het krediet volgens verschillende formules Interview
86
• Belgen lopen niet warm voor revolving credit
7
8
Van kaarten en automaten
1994-1997. België lanceert de eerste multisectoriële elektronische portemonnee Hoofdtekst
89 90 90 92 93 94 95 95
De chipkaart, een klein product wordt groot • Een antwoord op de nood aan veilige transacties • Een wereldpremière • De hele betaalketen betrokken • De geboorte van Proton • Tot in de puntjes gepromoot • Een sprong over de grenzen van de banksector heen • Een trage inburgering Kaderstukken
90 91 92 94
• Product. Proton zorgt voor revolutionair terminalontwerp • Technologie. De chipkaart, een klein technologisch wonder • Internationaal. Proton-technologie gaat internationaal • Samenleving. De sociale identiteitskaart
2001-2002. De euro wordt een dagelijkse realiteit Hoofdtekst
111 112 113 113 116 116 116
Een voorbeeldige Belgische overgang • Een munt met een lange geschiedenis • Een nationaal opzet • Een stille revolutie tot 1999 • De eerste tekenen van de euro • Heldere en goed geoliede communicatiecampagne • Januari 2002: de geldautomaten verdelen de eerste euro’s Kaderstukken
112 114 117 119
• Technologie. De euro in twee versnellingen • Product. C-ZAM/SMASH trekt resoluut de kaart van de toekomst • Samenleving. Minutieuze planning sleutel tot succes • Internationaal. Goedkopere internationale betalingen Interview
120
• België, een goede leerling in de Europese klas
Interview
96
• Proton: uniek in meer dan één opzicht 2003 en later. Aan de vooravond van de betalingen van morgen Hoofdtekst
1998–2000. De hoge vlucht van de elektronische handel Hoofdtekst
99 100 101 101 102 104 104 106
Internet herdefinieert de betaling op afstand • Reële stijging van het virtuele • De bankwereld aanvankelijk buitenspel • Eerste beveiligingen op het internet • De Belgische bankwereld reageert • Een antwoord met 3D Secure • Automatische thuisloketten • Een unieke banksoftware voor de bedrijfswereld Kaderstukken
100 103 105 107
• Product. C-ZAM/PC opent de weg naar een beveiligd internet • Technologie. Belgische betalingen in alle veiligheid • Internationaal. België haalt achterstand op het vlak van eCommerce in • Samenleving. Isabel, bancair platform voor ondernemingen Interview
108
• Een vaste waarde voor grote en kleine Belgische ondernemingen
123 124 125 125 128 128 130
Mobiele en internationaal georiënteerde oplossingen • Internationalisering financiële stromen • Eén Europese betaalruimte • Nieuwe ‘mobiele’ niches op nationale markten • Draagbare en lichte oplossingen • Langetermijnrelaties • Nieuwkomers integreren Kaderstukken
124 126 127 129
• Internationaal. SiNSYS, de eerste joint venture tussen Europese operatoren • Product. C-ZAM/XENTA zet de standaard • Technologie. Mobile banxafe, de zakterminal • Samenleving. De verborgen kost van cash Interview
132 135 140
• Een toepassing voor elke nichemarkt Nawoord Bijlagen
9
10
Van kaarten en automaten
Woord vooraf 25 jaar betaalkaarten en automaten en 15 jaar Banksys: twee verjaardagen die de Belgische banken en hun gespecialiseerde dochtermaatschappij Banksys niet onopgemerkt kunnen laten voorbijgaan. Bij sommige verjaardagen past het terug te blikken op het verleden, op wat gepresteerd is en op wat bereikt is. Dat maakt bij mij twee gevoelens los: een gevoel van verwondering en één van trots. Een gevoel van verwondering, want wie op de voorbije periode van 25 jaar terugblikt, staat versteld hoe ingrijpend en hoe vlug het betaalgedrag van de consument is veranderd. Eind jaren 70 overheersten de betalingen met cash of cheque – meestal een gewaarborgde eurocheque – en de sterk ingeburgerde overschrijving. 25 jaar later is de cheque zo goed als verdwenen en is België goed op weg om een ‘chequeless society’ te worden. Wat het aantal verrichtingen betreft, blijft cash het meest gebruikte betaalmiddel, maar de evolutie naar een ‘less cash society’ zet zich jaar na jaar door. Toch is er nog een enorm potentieel voor elektronisch verkeer beschikbaar. De overschrijving in al haar vormen – van puur manueel tot volledig elektronisch – is het meest gebruikte niet-cash betaalinstrument gebleven. De afgelopen 25 jaren nam het succes van de betalingen met kaarten en via de automaat gestaag toe. Bijna elke Belg beschikt over een debetkaart om cash geld in binnen- en buitenland af te halen.
11
12
Van kaarten en automaten
Toch gebruikt de Belg de kaart vooral om tal van betalingen uit te voeren bij de aankoop van goederen en diensten. Eind 2004 zullen waarschijnlijk ongeveer 600 miljoen betalingen met de Bancontact/ Mister Cash-kaart geregistreerd worden in België. De service is uitgegroeid tot een zeer populaire en cruciale basisvoorziening van het land. Onze economie en samenleving zijn niet meer denkbaar zonder de debetkaart. Daarnaast werd halfweg de jaren 90 de elektronische portemonnee onder de naam Proton gelanceerd. Het betaalmiddel kent een vrij bescheiden succes, maar neemt voor bepaalde toepassingen toch een niet onbelangrijke plaats in. Nagenoeg overal op het Europese vasteland heeft de kredietkaart haar plaats opgeëist, vooral vanaf de jaren 90. De kaart kende succes bij het welstellende deel van de bevolking en werd meestal gebruikt voor minder alledaagse betalingen. Voortbouwend op een reeds in de jaren 70 zeer goed uitgebouwde traditie van samenwerking voor alles wat de technische standaardisering en de operationele verwerking van het betaalverkeer betreft, hebben de Belgische banken op het einde van de jaren 70 beslist België te voorzien van nieuwe en beloftevolle betaalmiddelen. Dat gebeurde via een doorgedreven technische en operationele samenwerking en met respect voor een volledige commerciële autonomie van iedere bank. De nieuwe vormen van betalen werden en zijn gebaseerd op het gebruik van de kaarttechnologie: eerst de kaart met magnetische sporen, en sinds de tweede helft van de jaren 90 steeds meer de chipkaart. In de jaren 80 hebben de Belgische banken bovendien de wijsheid gehad de inspanningen – die eerst in twee afzonderlijke maatschappijen, Mister Cash en Bancontact, werden gedaan – te bundelen in 1989 in één enkele maatschappij, Banksys. Zo konden ze het potentieel van positieve schaaleffecten en effectievere expertise beter benutten ten voordele van al hun cliënten, zowel de kaarthouders als de handelaars.
Het gevoel van trots op wat bereikt is, is zonder twijfel gerechtvaardigd. Weinig landen hebben de betalingen met de kaart met zoveel kwaliteit weten uit te werken. De uitbouw van een volledig on-line en real-time betaalsysteem met de debetkaart was aanvankelijk een gewaagde onderneming. Toch heeft het systeem ondertussen al ten volle zijn degelijkheid bewezen. Wanneer het aankomt op betrouwbaarheid, beschikbaarheid, veiligheid, gebruiksvriendelijkheid en kostenefficiëntie, behoort ons land zeker tot de koplopers in de wereld. België behoort ook tot één van de goedkoopste landen ter wereld wat betreft de tarifering van deze service naar kaarthouders en handelaars. Dat blijkt telkens weer uit internationale vergelijkingen. Banksys heeft met de volle steun van haar aandeelhouders/cliënten en nagenoeg alle Belgische retailbanken een sleutelrol gespeeld in deze evolutie en zal dat in de komende jaren ook blijven doen. Dit is dan ook het uitgelezen moment om mijn grote waardering uit te spreken voor de gedrevenheid en de expertise waarmee tal van medewerkers van Bancontact, Mister Cash en uiteindelijk Banksys in nauwe samenwerking met de Belgische banken dit alles mogelijk hebben gemaakt. In het bijzonder wens ik de hoofdrol van de heer Guy Alloin te onderstrepen. Hij was immers vele jaren gedelegeerd bestuurder van Bancontact en vervolgens Banksys, en vervulde zijn rol op energieke wijze tot aan zijn overlijden in 1998. De Belgische banken hebben het bovendien ook mogelijk gemaakt dat Banksys naast haar kerntaak van processor van kaartverrichtingen ook een belangrijke, internationaal erkende activiteit van hoogstaande technologische innovatie heeft ontplooid in de ontwikkeling en de verspreiding van nieuwe technologieën. Die houden verband met het betaalverkeer, in het bijzonder op het vlak van betaalterminals, verwerkingsschema’s, veiligheidsoplossingen en verwerkingsprotocols. De nu in tal van landen gebruikte Proton-kaarttechnologie is trouwens in de loop van de jaren 90 in de schoot van Banksys ontwikkeld, een
13
14
Van kaarten en automaten
opmerkelijke high-tech prestatie. De meerwaarde die deze complementaire technologische activiteit oplevert in tal van opzichten mag niet worden onderschat. Tevens moeten we onderstrepen dat de Belgische banken gedurende verschillende jaren aanzienlijke sommen investeerden zonder daar op korte termijn voordeel uit te halen. Het is pas in de jaren 90 dat Banksys positieve resultaten begon te boeken. Er zijn dus voldoende redenen om in het najaar van 2004 deze dubbele verjaardag via een aantal initiatieven zoals een symposium, thematische colloquia en een tentoonstelling te vieren zonder zelfgenoegzaamheid, maar ook zonder valse bescheidenheid. Een historisch naslagwerk dat een synthese biedt van deze boeiende evolutie - ingebed in de Belgische bancaire context - was in dit kader dan ook op zijn plaats. Ik wens Christophe Van Overstraeten en Marie Bryon, die als journalisten voor de redactie van deze tekst hebben ingestaan, van harte te danken voor de kwaliteit ervan. Mijn dank gaat ook uit naar de vele medewerkers van de Belgische banken en van Banksys, evenals naar tal van huidige en vroegere bestuurders van Banksys en andere interbancaire organisaties die zo bereidwillig waren hun herinneringen en inzichten mee te delen. Uiteraard is deze synthese onvolledig, maar wie bereid is dit verhaal van kaarten en automaten in België over de laatste 25 jaar te lezen, zal mijn gevoelens van verwondering en trots graag delen.
Jean Colaut Voorzitter Raad van Bestuur Banksys
15
16
Van kaarten en automaten
Inleiding
België, pionier in betaaltechnologieën Een geschiedenis van mensen, uitdagingen en successen De bankkaart is sterk verankerd in de gewoontes van de Belgische consument en verenigt alle specifieke kenmerken van ons elektronische betaalsysteem. De kaart is ontstaan uit een pragmatische interbancaire samenwerking en biedt een groot aantal functies tegen een kost die bij de laagste van de wereld hoort. Ons land scoort trouwens ook zeer goed op vlak van beveiliging. Dat geldt niet alleen voor betalingen met kaart, maar ook voor bankieren van op afstand voor bedrijven, handelszaken en consumenten. Deze expertise wordt al 25 jaar ondersteund door een aantal belangrijke economische spelers met een langetermijnvisie, die bereid zijn om de nodige fondsen vrij te maken.
17
18
Van kaarten en automaten
Eén kaart, tal van mogelijkheden Geld afhalen aan een geldautomaat, toegang tot self-banking, rekeninguittreksels afdrukken, een tankbeurt betalen, een kleine aankoop betalen aan een automaat, een voorafbetaalde telefoonkaart herladen, de elektronische portemonnee gebruiken: de Belgische bankkaart is heel veelzijdig. We staan misschien niet meer stil bij dit uitgebreide gamma van geïnformatiseerde producten en diensten, maar België is één van de meest vooruitstrevende landen op het gebied van debetkaarten. De Belgen kunnen namelijk gebruik maken van een zeer geavanceerde technologie die wordt aangeboden tegen één van de laagste tarieven ter wereld. Alleen Nederland kan tegen de Belgische tarieven concurreren. Belgen betalen, afhankelijk van de bank waarbij ze klant zijn, jaarlijks tussen 30 en 40 euro voor hun debetkaart. Dit bedrag dekt alle verrichtingen die verbonden zijn aan de kaart, ook de kosten voor de rekening zelf. Dat verklaart dan ook de hoge penetratiegraad van de Bancontact/Mister Cash-kaarten in ons land. Vandaag zijn er 10 miljoen van in omloop. Ook het gebruik ervan blijft stijgen:
van 379 miljoen transacties in 2000 (geldopnames en betalingen in verkooppunten) tot meer dan 620 miljoen in 2003. In 2003 steeg ook het totale aantal transacties met bankkaarten (debet-, krediet-, Proton- en bedrijfskaarten samengeteld) tot bijna 900 miljoen.
Samen sterk Sinds het begin van de automatisering van bancaire procedures houden de grootste nationale financiële instellingen er een specifieke strategie op na, die mee aan de basis ligt van het succes van de debetkaart in België. Ondanks de zware concurrentie in de sector beseffen de beslissingnemers van de Belgische banken al snel dat ze, door bepaalde middelen gemeenschappelijk te maken bij de ontwikkeling van nieuwe technologieën, veel meer kunnen bereiken. Door hun specifieke visie evolueert het Belgische systeem naar een ééngemaakte betaalruimte met vaste normen die worden gerespecteerd door alle betrokken partijen. Dat is nodig om uniforme middelen en procedures te creëren die op grote schaal ingang kunnen vinden en schaalvoordelen genereren voor alle spelers.
INTERNATIONAAL België bij de wereldtop Talloze studies hebben het over de Belgische voorsprong in elektronische transacties. Er zijn ook duidelijke verschillen tussen onze betaalsystemen en de systemen die elders in gebruik zijn. Zo wordt de debetkaart in ons land veel meer gebruikt dan bijvoorbeeld in de Verenigde Staten. Dit is een bewijs van de hoge beveiligingsgraad van de betalingen en de Belgische terughoudendheid voor kredieten. Ook zijn de cheques in België nagenoeg uit circulatie verdwenen (3,8 % van alle transacties). In de Verenigde Staten en Frankrijk nemen ze nog een belangrijk deel van de betalingen voor hun rekening (respectievelijk 53,5 % en 35,4 %). Dat zorgt voor heel wat administratie en extra verwerkingskosten. Bovendien missen de Amerikanen en de Fransen het gemak en de efficiëntie van uniforme rekeningnummers of gestandaardiseerde overschrijvingsformulieren. De gewoonte om elektronisch te betalen is het meest ingeburgerd in de Scandinavische landen. Daar betalen consumenten een drankje uit de automaat al met hun GSM. Bovendien toont het voorbeeld van Noorwegen aan dat België nog heel wat potentieel heeft voor kaartbetalingen. Er zijn evenveel elektronische transacties in Noorwegen als in België, maar het inwonersaantal ligt twee keer zo laag…
Gebruik van (non-cash) betaalmiddelen Internationale vergelijking voor 2002 (percentage van het totale aantal transacties) Land
België Duitsland Frankrijk Nederland Ver. Koninkrijk Ver. Staten Eurozone
Overschrij- Cheques & Debetkaarten, Elektronische Domiciliëring vingen & gelijkaardig kredietkaarten portemonnee (Direct Debit) gelijkaardig & private kaarten 46,9 1,7 34,6 7,0 9,8 45,0 1,2 16,6 0,3 36,9 18,7 34,2 30,6 0,1 16,3 37,0 neg 32,8 2,6 27,6 17,7 21,0 41,2 0 20,1 5,0 49,8 41,7 0 3,4 30,1 13,8 29,6 0,7 26,7
(Bron: Blue Book 04/2004 & Red Book 03/2004)
19
20
Van kaarten en automaten
Veiligheid, een obsessie die loont
Schatting gebruik betaalmiddelen in België Aantal transacties
1991
1998
2002
511,8 193,8 73,2 119,3
674,7 86,9 117,4 342,5
808,0 29,0 169,0 595,0
Relatief aandeel in 2002 (in %) 46,9 1,7 9,8 34,6
898,1
28,2 1.249,7
121,0 1.722,0
7,0 100,0
(in miljoenen)
Overschrijvingen en gelijkaardig Cheques en gelijkaardig Domiciliëringen Debetkaarten, kredietkaarten en private kaarten Elektronische portemonnee TOTAAL
(Bron: BVB, Blue Book 04/2004 & Red Book 03/2004)
Al sinds het begin schenken onze ingenieurs heel wat aandacht aan het beveiligen van getransfereerde gegevens. Beveiliging is steeds een conditio sine qua non geweest bij de ontwikkeling van nieuwe technologieën, van de eerste biljettenverdeler met geperforeerde kaart tot de laatste mobiele betaalterminal. Door te anticiperen op toekomstige standaarden maken de Belgische elektronische betaalsystemen steeds gebruik van pioniers-
technologieën op vlak van beveiliging. Het lezen van de kaart gekoppeld aan een pincode; het saldo van de aankoper in real time gecontroleerd; de nationale dienst Card Stop die kaarten onmiddellijk blokkeert bij verlies of diefstal; een elektronische handtekening die wordt gegenereerd door een chipkaart met een efficiënt encryptiesysteem… Het is maar een greep uit de toepassingen die hebben geleid tot een van de laagste fraudecijfers ter wereld.
TECHNOLOGIE De Belgische consument kan kiezen uit een uitgebreid gamma van betaalmiddelen.
In die context van afwisselende concurrentie en samenwerking is de inbreng van derden waardevol gebleken. Instellingen zoals de Nationale Bank van België (NBB) en de Belgische Vereniging van Banken (BVB) hebben daarin een belangrijke rol gespeeld. Zo stimuleerden ze de banken in verschillende periodes min of meer actief om projecten op te starten die bijdroegen tot het goede verloop van de betaalstromen.
Een pioniersmentaliteit Het is dit gemeenschappelijke dynamisme dat ons systeem een pioniersreputatie heeft bezorgd. Achter elk nieuw technologisch concept stonden immers mensen die bereid waren samen te werken en zich volledig in het project vast te bijten. De geschiedenis van Belgische geïnformatiseerde betalingen telt talloze voorbeelden van avant-gardistische
ideeën, die werden verdedigd door een ploeg competente ondernemers en ingenieurs. Dit gaf bijvoorbeeld aanleiding tot de eerste elektronische betaling aan een benzinepomp. Die vond in België meer dan 20 jaar geleden plaats, terwijl er nog steeds heel wat landen zijn waar automobilisten niet de mogelijkheid hebben om 24 uur op 24 hun tankbeurt onmiddellijk met hun kaart aan de pomp te betalen aan een volledig geautomatiseerd station. Minder spectaculair voor kaarthouders is de invoering van een uniforme structuur voor het bankrekeningnummer, dat samen met de invoering van een gestandaardiseerd overschrijvingsformulier begin jaren 70 een ware revolutie betekende voor de Belgische financiële wereld. Dankzij die standaardisering werd het in 1974 ook mogelijk om het Uitwisselingscentrum en Verrekening (UCV) op te richten.
Vijf seconden om de hele financiële sector te mobiliseren
Voor de Belgische consumenten is het gebruik van de Bancontact/Mister Cash-kaart een dagelijkse gewoonte geworden. Ze stellen zich dan ook geen vragen meer bij de technologie die erachter zit. Tussen het invoeren van de kaart in de terminal en de uiteindelijke goedkeuring van de transactie verlopen ongeveer vijf seconden. Binnen die tijdspanne wordt een optimale beveiliging gegarandeerd: De klant stopt de kaart in de terminal. De handelaar voert het bedrag van de transactie in. De klant voert de pincode in via het toetsenbord, waardoor er verbinding wordt gemaakt tussen de terminal en de centrale computer van de netwerkbeheerder. De netwerkbeheerder controleert onmiddellijk de status van de kaart (om de handelaar te verzekeren dat de kaart niet geblokkeerd of gestolen is) en de bijhorende pincode (om de opdrachtgever van de betaling te identificeren). Er wordt verbinding gemaakt tussen de centrale computer en de bank van de klant om het beschikbare saldo te controleren. Indien de transactie wordt goedgekeurd, wordt een signaal verstuurd naar de terminal om de betaling te laten doorgaan.
21
22
Van kaarten en automaten
Oplossingen voor consumenten en ondernemingen
Dankzij zijn technologische troeven en competente mensen is België kunnen opklimmen tot de kopgroep in eBankingtoepassingen. Isabel, dat een dergelijke toepassing voor bedrijven van alle formaten en sectoren ontwikkelde, is een bewijs van de Belgische kennis in deze materie. Dit multibancaire elektronische systeem is de eerste
in zijn soort in Europa en maakt het mogelijk alle rekeningtransacties, waaronder het raadplegen van saldo’s en betalingsopdrachten, via computer uit te voeren. De klanten van Isabel hebben het voordeel van STP (Straight Through Processing), waarbij de informatie volledig automatisch wordt verwerkt, van transactieopdracht tot regularisering van de betrokken bankrekeningen.
Eén kaart, tal van mogelijkheden
PRODUCT België, een innovatief land
Ons land onderscheidt zich al ruim 25 jaar door een opmerkelijke vernieuwingsdrang in betaaltechnologieën. Onze ingenieurs behoorden tot de eersten die de volgende vernieuwingen introduceerden: Geld afhalen met een bankkaart aan een automatische interbancaire geldautomaat, waarbij het saldo on-line wordt gecontroleerd. Elektronisch betalen aan een tankstation via een externe betaalterminal (Payment Terminal Outdoor). De (onmiddellijke) on-line controle van de rekeninggegevens van de kaarthouder. De DEP-beveiligingsmodule (Data Encryption Peripheral), die wordt geïnstalleerd op een server of een pc en verschillende performante beveiligingsvoorzieningen integreert. Het Rijndael-encryptiealgoritme, uitgevonden door twee Belgen: Vincent Rijmen (KUL) en Joan Daemen (ex-Banksys). Het algoritme maakt deel uit van de standaardbeveiliging voor on-line transacties. Het werd bovendien ook gekozen door de Amerikaanse overheid. De invoering van TRASEC (TRAnsaction SECurity), een beveiligingssysteem voor elektronische communicatie tussen bedrijven en hun banken, gebaseerd op het gebruik van een chipkaart en een elektronische handtekening. De oprichting van Isabel, een uniek interbancair platform voor Belgische ondernemingen, vervolledigt het dienstenpakket. Het STEPS-systeem (Standard European Payment System), een software die alle functies voor elektronische betalingen en geldafhalingen beheert, werd eveneens overgenomen door verschillende Europese landen. De herlaadbare elektronische portemonnee, in België gekend onder de naam Proton. De SIS-kaart, de elektronische socialezekerheidskaart.
23
24
Van kaarten en automaten
SAMENLEVING De Belgische consumenten over elektronisch betalen Naar aanleiding van haar 15-jarig bestaan liet Banksys in juli 2004 een grootschalige opiniepeiling uitvoeren om na te gaan hoe Belgische consumenten tegenover elektronische betaalmiddelen staan en welke verwachtingen ze koesteren. De enquête werd wetenschappelijk begeleid door de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en uitgevoerd door marktonderzoeksbureau Ipsos. Niet minder dan 1.008 respondenten van 15 jaar en ouder werden bevraagd. De resultaten geven duidelijk aan dat het gebruik van betaalkaarten bijzonder goed is ingeburgerd. In totaal heeft 98 % van de Belgen al gehoord van Bancontact/Mister Cash, 86 % gebruikt de kaart ook effectief. Voor het jongere Proton-broertje zijn de cijfers respectievelijk 89 % en 31 %. Het Proton-gebruik is het hoogst bij 15- tot 35-jarigen. Voor heel wat Belgen is de Bancontact/Mister Cash-kaart na al die jaren zo goed als onmisbaar geworden: 71 % van de respondenten kan zijn debetkaart hoogstens een week missen; voor 20 % is dit zelfs minder dan één dag. Opvallend is ook dat een derde van de respondenten gewoon zou stoppen met contante betalingen indien ze overal elektronisch zouden kunnen betalen. De Belgische consumenten vinden dat betaalmiddelen vooral veilig (54 % van de respondenten), handig (50 %) en betrouwbaar (39 %) moeten zijn. In dit opzicht is het opvallend dat zelfs niet-gebruikers toegeven dat Bancontact/Mister Cash en Proton goed tot zeer goed scoren op die punten. Als voornaamste minpunten van elektronische betaalmiddelen schuiven niet-gebruikers vooral de ontastbaarheid en het gebrek aan anonimiteit naar voor. Ze vinden elektronische betaalmiddelen te duur.
Kaartbetalingen door consumenten worden dan weer grotendeels verwerkt door Banksys, de onderneming die is ontstaan uit het samensmelten van de bankconsortia Mister Cash en Bancontact. Banksys beschikt over een eigen telecommunicatienetwerk, dat een foutloze communicatie verzekert tussen de verschillende elementen van de betaalketen, waaronder winkelterminals, terminals in tankstations, bankagentschappen en de centrale computer. Het systeem is opgebouwd uit 10 500 lijnen die bij Belgacom worden gehuurd. De infrastructuur voorziet redundantie waardoor er zich bij een panne geen communicatieonderbrekingen kunnen voordoen. De onderneming combineert twee types activiteiten: de kernactiviteit, namelijk de verwerking van elektronische betalingen, en een complementaire activiteit, de ontwikkeling van betaaltechnologieën (terminals, kaarttechnologieën, protocols en veiligheids-
Evolutie van het aantal betaalkaarten in omloop Aantal betaalkaarten
1970
1975
1980
1985 1990 1995
2000
2003
375 0 0 -
1.128 0 0 -
1.686 834 0 -
1.870 3.211 3.397 2.002 5.250 6.715 95 1.235 2.271 -
3.670 0 8.371 10.448 2.746 2.838 7.898 8.804 ** 8.327 9.786
(in duizendtallen)
Eurochequekaarten* Bancontact/Mister Cash-kaarten Kredietkaarten Kaarten met Proton-functie Kaarten met Maestro-functie
(Bron: berekeningen BVB op basis van gegevens van Banksys, Europay Belgium, Visa Belgium) * De eurochequegarantie werd opgeheven op 31/12/2001. In de loop van 2001 werden alle eurochequekaarten geleidelijk uit circulatie genomen. ** waarvan 2,1 miljoen geactiveerd Het aantal betaalkaarten in België blijft groeien.
Het nieuwste model uit het PTO-gamma (Payment Terminal Outdoor) voor tankstations symboliseert de vernieuwingsdrang van de Belgische banksector.
oplossingen). De combinatie van deze expertise is uniek in de wereld. De ervaring in beide domeinen ligt in lijn met de end-to-endvisie van de banken die een weerspiegeling is van hun wil om alle elementen van een elektronische betaling te beheersen, van het begin tot het einde, en helpt Banksys om in heel wat technologische domeinen een avant-gardistische rol te vertolken. Dit alles was niet mogelijk geweest zonder de steun van de banken die gedurende jaren tientallen miljoenen euro’s hebben geïnvesteerd zonder enige winst (achteraf een precies cijfer bepalen is zeer moeilijk) in de ontwikkeling van hoogtechnologische oplossingen en betaaltechnologieën. Deze ervaring geeft Banksys de mogelijkheid om in heel wat technologische domeinen een voorloper te zijn. Het succes van het Belgische elektronische betaalsysteem is het resultaat van 25 jaar inspanningen en komt vandaag tot uiting in elke kaarttransactie.
25
26
Van kaarten en automaten
INTERVIEW
Vindingrijkheid ten dienste van comfort en veiligheid Dirk Syx is sinds januari 2003 gedelegeerd
we maar aan de automatische betaling aan
de Europese voorlopers in de voorbereidin-
bestuurder van Banksys. Daarvoor was hij al
tankstations, 24 uur op 24. Deze dienstverle-
gen op de EMV-norm. Die moet bepaalde
jaren actief bij de Kredietbank, waar hij onder
ning was de echte motor achter de ontwik-
vormen van fraude met kredietkaarten,
meer verantwoordelijk was voor de betaal-
keling van kaartbetalingen in België.
waaronder namaak, aanzienlijk beperken
systemen. Hij heeft dan ook een klare kijk op
Daarnaast ontwikkelde Banksys ook de
en impliceert de aanpassing van alle termi-
de Belgische knowhow in deze materie.
technologie voor de Proton-kaart, die voor
nals en kredietkaarten. Vanaf eind 2004 zal
verschillende toepassingen kan worden
België daarmee grotendeels klaar zijn.”
gebruikt.”
Welke opmerkelijke innovaties in
Veiligheid stond altijd centraal bij de
elektronisch betalen werden in België
Belgische ingenieurs. Wat is het beveili-
ontwikkeld?
gingsniveau van ons netwerk vandaag?
Dirk Syx : “België was het allereerste land
Dirk Syx: “Volgens de statistieken is het
dat een systeem voor betalingen met debet-
Belgische elektronische betaalnetwerk één
kaart invoerde waarbij de gegevens van de
van de betrouwbaarste ter wereld. In het
kaarthouder in real time werden gecontro-
geval van Bancontact/Mister Cash en Proton
leerd. Bovendien konden we dankzij de
ligt het fraudecijfer lager dan 0,001 %.
visie van onze ingenieurs een efficiënte
Bovendien kunnen we met de dienst Card
infrastructuur opzetten die handelaars en
Stop elke gestolen en verloren kaart snel
consumenten weten te appreciëren. Denken
blokkeren. Ten slotte behoort ons land tot
27
Van kaarten en automaten
1976 en voorheen
<
76778081858689909394979800 0102 03>
Het startschot van het elektronische tijdperk Van het metalen muntstuk tot de eerste geldautomaat Contant geld was lange tijd hét betaalmiddel bij uitstek. In de twintigste
01
eeuw wint het girale geld hoe langer hoe meer aan belang. Eind jaren 60 schiet de populariteit van de cheque en nadien de overschrijving de hoogte in. De evolutie gaat gepaard met een explosieve groei van het aantal bankrekeningen en dwingt de banken te automatiseren. Een voorbeeldige interbancaire samenwerking leidt tot de ontwikkeling van gemeenschappelijke informaticasystemen die de grondslag leggen voor een Belgisch succesverhaal.
29
30
Van kaarten en automaten
De cheque: volwaardig alternatief voor de contante betaling
De bankrekening: een onmisbaar goed
In het begin van de twintigste eeuw wordt een alternatief voor geldstukken steeds meer in gebruik genomen: de cheque. Het betaalmiddel betekent een grote stap voorwaarts op het gebied van veiligheid en gebruiksvriendelijkheid. Voor de allereerste keer in de geschiedenis is het immers niet
De banken spelen in op de economische hoogconjunctuur. Ze stimuleren hun diensten bij de consument en vangen de exponentiële groei van het aantal bankrekeningen op door een netwerk van filialen uit te bouwen. Zo kan elke consument in zijn onmiddellijke woonomgeving
miljoen euro
vaak onhandig in gebruik, vooral bij grote hoeveelheden. Vanaf de 14e eeuw speelde de wisselbrief een belangrijke rol in de groei van de internationale handel1. In de Middeleeuwen werden dan de eerste biljetten ontwikkeld. De goede werking van dit systeem berustte volledig op het vertrouwen van de gebruiker. In tegenstelling tot de gouden of zilveren muntstukken bezit het biljet immers geen intrinsieke waarde.
meer nodig een welbepaalde som geld op zak te hebben om een betaaltransactie uit te voeren. Toch breekt de cheque niet onmiddellijk door bij het grote publiek. Het betaalmiddel blijft grotendeels voorbehouden aan specifieke bevolkingsgroepen, zoals de vrije beroepen. De nooit eerder geziene economische groei in de jaren 60 geeft de bankwereld een sterke impuls. Bankiers spelen handig in op de hoogconjunctuur en spitsen hun diensten in eerste instantie toe op de bedrijfswereld. Toch verandert de economische groei ook de betaalgewoontes van de consument. De stijging van de lonen van de actieve bevolking versterkt de koopkracht en de mogelijkheid tot sparen. Consumenten zijn op zoek naar praktische betaalmiddelen om hun salaris uit te geven en eenvoudige manieren om het overschot op te sparen. Het aantal bankrekeningen stijgt exponentieel en de bankdiensten worden beschikbaar voor de volledige bevolking. Een ware commerciële veldslag breekt los om elke Belg ervan te overtuigen een zichtrekening te openen.
50 40
16,4% >
30 31,7% >
83,6% >
20 42,6% >
giraal geld
10 cash geld
54,4% > 45,6% >
45,6% > 54,4% >
1965
1970
68,3% >
57,4% >
1980
1990
2000
(Bron: BVB)
Sinds het midden van de jaren 60 maakt giraal geld een steeds groter deel uit van de totale geldhoeveelheid.
Het geld wordt lichter door de eeuwen heen Lang geleden werden goederen en diensten geruild, maar al snel werd gezocht naar een praktischer betaalmiddel. In de oudheid verscheen het allereerste ‘moderne’ betaalmiddel: geld. Geld heeft heel wat vormen aangenomen in de loop van de geschiedenis. Muntstukken vervaardigd uit waardevolle materialen waren het eerste ruilmiddel dat we echt als geld kunnen bestempelen. Oud geldstuk Toch was dit betaalmiddel niet altijd even handig. De muntstukken waren zwaar en 1
Bron: ‘L’évolution de la lettre de change, 14e–17e siècles’ (Raymond De Roover)
PRODUCT De cheque: een eeuw om te komen en te gaan In het begin van de twintigste eeuw verschijnt de cheque, de voorloper van de bankkaart. In de beginjaren is het betaalmiddel vooral toegespitst op specifieke beroepssectoren, zoals de vrije beroepen, de industrie en de handelaars. Pas vanaf de jaren 60 breekt de cheque door bij het grote publiek. De groeiende populariteit van de bankrekening speelt een onmiskenbare rol in die ommekeer van de betaalgewoontes. De banken bieden de cheque aan als het allereerste alternatief voor cash. De cheque biedt heel wat voordelen ten opzichte van de contante betaling. Consumenten hoeven minder cash geld op zak te hebben, ze moeten niet meer naar de bank voor ze gaan winkelen en ze kunnen, net als de verkoper, rekenen op een verhoogde veiligheid. Dezelfde argumenten worden later ook gebruikt voor de promotie van de bankkaart. Tegen het einde van de eeuw vermindert het gebruik van de cheque echter. De tarifering van de cheque in het begin van de jaren 90 en het verdwijnen van de garantie op eurocheques in 2002 doen de populariteit van het betaalmiddel geen goed. In 2004 maken betalingen met cheques minder dan 1 % van alle transacties uit. In 2007 zou de cheque zelfs volledig uit het beeld moeten verdwijnen, behalve voor de bedrijfswereld.
31
32
Van kaarten en automaten
TECHNOLOGIE Bankomaat – licht op groen voor de automatische verdeling van biljetten Het eerste netwerk van biljettenverdelers wordt in 1968 opgezet door de Generale Bank onder de naam Paymatic. In 1969 lanceren de Bank van Brussel en de Krediet Bank gezamenlijk hun eigen netwerk van automatische verdelers van bankbiljetten. De zogeheten ‘Bankomaat-terminal’ wordt op 42 strategische locaties in België geïnstalleerd. Veelbezochte bankfilialen en grote ondernemingen zijn de uitverkoren locaties. Het apparaat was bijzonder revolutionair voor zijn tijd. De Bankomaat-terminal werd specifiek ontworpen voor het verdelen van biljetten van 1 000 BEF (24,79 EUR), en gaf toen al aan hoe de hedendaagse ATM-machines er zouden uitzien. De gebruiker krijgt immers een geperforeerde ‘bankkaart’ die hij in een horizontale gleuf moet inbrengen. Vervolgens wordt een deurtje geopend dat twee rijen drukknoppen verbergt. De bovenste rij maakt het mogelijk het aantal biljetten te bepalen, met een maximaal bedrag van 5 000 BEF (123,95 EUR). Op de onderste rij drukknoppen geeft de gebruiker zijn persoonlijke code in. Het apparaat controleert zelf de echtheid van de code. De biljetten worden vervolgens één voor één verdeeld, aangekondigd door een groen licht. Naar verluidt begaf de Bankomaat-terminal het tijdens één van de eerste persvoorstellingen. Een inventieve technicus verborg zich echter achter de machine en duwde de biljetten zelf door de gleuf… Meer een leuke anekdote dan een beschamend incident, want de Bankomaat-terminal onderscheidde zich tijdens zijn verdere loopbaan door zijn erg hoge betrouwbaarheid. Pas met de komst van de automatische loketten verdween de Bankomaat geleidelijk aan uit het straatbeeld.
een bank opzoeken. Tussen 1960 en 1970 stijgt het aantal bankagentschappen met maar liefst 72 %. Ook bedrijven dragen bij tot de groei van de bankdiensten en sporen werknemers aan hun loon op een zichtrekening te laten storten. Tot dan toe werden de salarissen wekelijks uitgedeeld in omslagen die persoonlijk werden overhandigd. De voorbereiding van die betalingen nam elke maand heel wat tijd in beslag en het geld moest telkens opnieuw worden getransporteerd van de bank naar het bedrijf, met alle bijhorende risico’s. De modernisering van het betaalverkeer speelde zeker in de kaart van de werkgever, maar niet iedereen was even enthousiast over de vooruitgang. Het overschrijven van de lonen riep immers ook een ‘echtelijke controle’ in het leven.
Tegelijk vergroten een aantal nieuwe, populaire diensten het succes van de bankrekening, zoals de gratis domiciliëring en de doorlopende opdracht. De inspanningen van de bankwereld blijven niet zonder resultaat en de bankrekening wordt een onmisbaar goed in het leven van de consument. Financiële transacties die voorheen uitzonderlijk waren, krijgen nu een alledaags karakter.
Automatisering wordt een noodzaak Aan het einde van de jaren 60 zijn de cheque en de overschrijving al goed ingeburgerd. De cheque wordt voor handelaars bovendien een steeds aantrekkelijker optie dankzij de introductie van een bankgarantiekaart (de internationale eurochequekaart en de nationale kaart van openbare kredietinstellingen). Die staat garant voor een betaling tot 7 000 BEF (173,53 EUR).
33
34
Van kaarten en automaten
De nooit geziene groei van het aantal bankverrichtingen dwingt de banken te automatiseren. De kosten voor de manuele behandeling en het geldtransport zijn immers heel moeilijk in te perken. Bovendien creëert de toename van het aantal bankrekeningen een exponentiële groei van het aantal medewerkers. Financiële instellingen doen daarom steeds vaker een beroep op informatica om hun processen te automatiseren. Zo beperken ze de papieren administratie en de personeelskosten die voor de banken steeds zwaarder doorwegen.
De allereerste geldautomaten
Geld afhalen aan geldautomaten raakt meer en meer ingeburgerd bij de Belgische consument.
De automatisering in de banksector is ook snel zichtbaar in het straatbeeld. In 1968 lanceert de Generale Bank haar eerste automatische geldverdeler Paymatic. Enkele maanden later starten ook de Bank van Brussel en de Krediet Bank met een eigen project, het Bankomaat-netwerk. De apparaten verdelen biljetten van 1 000 BEF (24,79 EUR) en maken gebruik van een geperforeerde kaart en een identificatiecode. In 1973 wordt de volgende belangrijke stap in het automatiseringsproces gezet. De Bank van Brussel, de Generale Bank en de Krediet Bank tekenen een akkoord voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijk netwerk van geldautomaten. De terminals worden in verschillende bedrijven geplaatst voor het personeel. Het netwerk bestaat uit 23 Bankomaat- en 3 Paymatic-apparaten en is de eerste stap naar een uniforme aanpak op nationaal niveau.
INTERNATIONAAL
S.W.I.F.T.: automatisering van de telexberichten Tot in 1973 was de telex het enige internationale communicatiemiddel tussen banken. Het veiligheidsniveau van de technologie was echter onvoldoende en elk bericht diende manueel behandeld te worden. De wereldwijde communicatie nam bovendien een hoge vlucht waardoor bepaalde banken enorme hoeveelheden telexen per dag te verwerken kregen. Om deze problemen op te lossen, wordt in 1973 S.W.I.F.T. opgericht (Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication). De 239 stichtende banken stellen zichzelf tot doel alle financiële instellingen over de hele wereld elektronisch met elkaar te verbinden. Het plan slaagt en maakt het mogelijk om tal van transacties tussen overzeese banken in slechts enkele minuten af te handelen, veilig en volledig geautomatiseerd. Daarvoor doen de banken een beroep op een aantal normen en gestandaardiseerde procedures, zoals de Bank Identification Code (of BIC-code). Vandaag maken wereldwijd zo’n 7 600 financiële instellingen in 200 landen gebruik van de elektronische berichtendienst van S.W.I.F.T.. De organisatie – gevestigd in België – behandelt jaarlijks zo’n twee miljard berichten.
Eerste resultaten van de interbancaire samenwerking Snel wordt echter duidelijk dat de automatisering zich niet spontaan kan doorzetten zonder afspraken rond de eenvormigheid van het systeem. Daarom worden tussen 1971 en 1974 enkele belangrijke initiatieven op touw gezet. Zo krijgt elke bank een identificatiecode toegewezen, worden de rekeningnummers en de lay-out van de cheques gelijkgeschakeld en wordt een gestructureerde mededeling voor overschrijvingen geïntroduceerd. Het trunkeren – of niet uitwisselen – van de cheques is een nieuwe stap voorwaarts in de samenwerking tussen de banken. Vanaf 1972 archiveren de banken van de handelaars zelf de meerderheid van de geïnde cheques en wisselen ze enkel nog de corresponderende informatie elektronisch uit met de andere banken. De standaardisering is mogelijk dankzij een intense en vruchtbare samenwerking tussen de Belgische banken onder toezicht van het Interbancaire Centrum voor Onderzoek in Informatica. Deze laatste groepeert de vertegenwoordigers van de drie belangrijkste banken in het land en van verschillende Belgische bankverenigingen. Zij kijken nauw toe op een gelijkwaardige behandeling voor alle banken, groot en klein. Zo stimuleren ze een snelle aanvaarding van het gestandaardiseerde rekeningnummer in de hele banksector.
35
36
Van kaarten en automaten
SAMENLEVING Rekeningnummer 3-7-2 De standaardisering van alle rekeningnummers is één van de sterkste punten van de samenwerking tussen de verschillende Belgische banken. De eenvormige structuur van het rekeningnummer wordt in 1971 op nationale schaal toegepast. Tot op vandaag is het systeem nog altijd bekend onder de naam ‘3-7-2’ die refereert aan de drie groepen van cijfers die samen het Belgische rekeningnummer vormen. De eerste drie cijfers identificeren de bank van de begunstigde en zorgen ervoor dat elke transactie bij de juiste financiële instelling terechtkomt. Hoewel het tweede groepje cijfers geen specifieke betekenis heeft, kunnen de banken het gebruiken om een klant, product of filiaal te identificeren. De laatste twee cijfers van het rekeningnummer worden gebruikt ter controle. Verschillende moderne toepassingen in de wereld van het elektronische betaalverkeer gebruiken nog altijd de unieke structuur van het rekeningnummer. Phone banking en Internet banking zijn daar een mooi voorbeeld van. De grote betrouwbaarheid van het 3-7-2-systeem is één van haar sterkste troeven. Telkens een rekeningnummer wordt ingegeven, gaat een eenvoudig algoritme – ‘check digit 97’ genaamd – de geldigheid van het nummer na. Het programma deelt de eerste tien cijfers door 97. De twee laatste cijfers vormen dan de rest van de deling. Dankzij deze berekening kan heel snel worden nagegaan of er geen fouten in de opeenvolging van de cijfers zijn geslopen. Dezelfde beveiliging ligt ook aan de basis van het succes van self-banking en verklaart ook de populariteit van het vertrouwde overschrijvingsformulier. Het formulier wordt gelanceerd net na de standaardisering van het rekeningnummer, en is nog steeds het meest populaire betaalmiddel in België.
In 1973 wordt het S.W.I.F.T.-netwerk opgericht voor de behandeling en overdracht van interbancaire berichten. Het systeem verhoogt de efficiëntie van de afhandeling van bankoperaties gevoelig. Een jaar later wordt het Uitwisselingscentrum en Verrekening (UCV) in het leven geroepen. Voor de eerste maal in de geschiedenis verlopen alle betaaloperaties tussen Belgische banken langs dezelfde automatische weg. In 1974 komt dan ook een einde aan de uitwisseling van bankpapieren en enkel specifieke types cheques worden nog manueel uitgewisseld. De basis is gelegd voor een nieuw elan in de wereld van het elektronische betaalverkeer.
37
38
Van kaarten en automaten
INTERVIEW
België, een geval apart Jozef Van den Nieuwenhof,
Hoe kunnen we de plotse vooruitgang
weg en rukte op naar de kop van het
directeur van het departement Organisatie
van het elektronische betaalverkeer in
Europese peloton.”
en Bancaire Informatica bij de Belgische
België verklaren?
Vereniging van Banken, volgde de evoluties
Jozef Van den Nieuwenhof : “Een wet uit
Zullen de Belgen blijven vasthouden
op het vlak van elektronische betalingen
1965 legde vast dat bij elke financiële
aan het contante geld?
op de voet.
transactie een rekeningnummer moest
Jozef Van den Nieuwenhof : “De toe-
worden vermeld. Twee jaar later werden de
komst zal het uitwijzen, maar ik denk dat
handelaars verplicht de cheque als wettelijk
contante betalingen gedoemd zijn te ver-
betaalmiddel te aanvaarden. Deze wet-
dwijnen. Cash geld brengt immers heel wat
gevingen stimuleerden het gebruik van de
kosten met zich mee, zoals het transport
cheque en het overschrijvingsformulier
onder politie-escorte of het tellen van het
Hoe kunnen we het betaalgedrag van
ons land heeft gekend. Dat maakte de Belg
uiteraard sterk. De administratieve papier-
geld. En dan heb ik het nog niet over de
de Belg omschrijven?
achterdochtig en hij verstopte zijn geld dan
berg nam daardoor echter kolossale propor-
gerechtskosten wanneer een bank wordt
Jozef Van den Nieuwenhof : “Enerzijds
ook uit vrees het ooit te moeten afstaan aan
ties aan en de manuele behandeling ervan
overvallen of een valsmunter wordt ont-
heeft België zich steeds onderscheiden door
de buitenlandse veroveraar. Tot op vandaag
kostte steeds meer tijd en geld. Dat zette de
maskerd. Het elektronische geld daarentegen
een groot vertrouwen in giraal geld. Anderzijds
betalen we veel contant. Enigszins paradoxaal
banken ertoe aan hun procedures zo
maakt een veel snellere geldoverdracht
kent iedereen ook het populaire beeld van de
als je ziet welke enorme vooruitgang we heb-
efficiënt mogelijk te automatiseren. De intro-
mogelijk, de behandeling is minder kostelijk
Belg die zijn geld thuis opspaart. Dat wordt
ben geboekt op het vlak van elektronisch
ductie van informatica was de volgende
en de beveiliging ongeëvenaard. Gecon-
vaak in verband gebracht met de jarenlange
betalen. Een typisch Belgische tegenstrijdig-
logische stap in dit proces. In slechts tien
fronteerd met een dergelijk contrast zullen
opeenvolging van buitenlandse bezetters die
heid, die ons uniek maakt in de wereld.”
jaar tijd werkte België zijn achterstand
gebruikers hun keuze snel maken.”
39
40
Van kaarten en automaten
1977–1980
<
76 778081858689909394979800 0102 03>
De eerste netwerken van automatische loketten Twee concurrerende systemen Aanvankelijk maakten de banken voornamelijk gebruik van informatica om
02
hun productiviteit te verhogen en hun kosten te drukken. Eind jaren 70 komt daar verandering in. De standaardisering van een aantal sleutelprocedures maakt het immers mogelijk om nieuwe diensten te ontwikkelen. Een nieuwe generatie geldautomaten biedt dan ook veel meer mogelijkheden dan enkel geld afhalen. De Belgische banken verenigen zich om een gemeenschappelijk systeem van automatische loketten uit te bouwen. Door commerciële meningsverschillen ontstaan echter twee concurrerende netwerken: Mister Cash en Bancontact.
41
42
Van kaarten en automaten
De uitbouw van een nationaal netwerk De standaardisering van een groot aantal bancaire procedures begin jaren 70 maakt de uitwisseling van informatie tussen banken gemakkelijker. Bovendien gaf het succes van de eerste geldautomaten een extra stimulans aan banken als Bank Brussel Lambert (BBL) en Kredietbank. De toestellen
bleken al snel de ideale oplossing voor hun klanten, die nu ook buiten de openingsuren toegang tot hun rekening hadden. Installatie, onderhoud en beheer van de eerste apparaten was echter duur. Bovendien waren nog talloze technische aspecten voor verbetering vatbaar. Enkele grote banken wilden dan ook de voordelen van een gemeenschappelijk net-
PRODUCT De automatische loketten: een geschiedenis van partnerships De eerste automatische loketten op de Belgische markt zijn die van Mister Cash, in 1979. De toestellen werden door IBM ontworpen en bieden kaarthouders een groot aantal nieuwe diensten. Ze zijn ook gebruiksvriendelijker en sneller dan de eerste bankbiljettenverdelers Bankomaat en Paymatic. Bovendien verhoogt de magneetstrip de veiligheid. Net als bij de andere toestellen moet het bankpersoneel de biljetten in de automaten aanvullen, vergelijkbaar met het invoeren van papier in een printer. De toestellen van IBM bieden wel plaats voor heel wat meer biljetten. Bovendien verwijdert een mechanisme automatisch elk geblokkeerd biljet. Ook de toestellen van Bancontact, die in juli 1979 op de markt verschijnen, werden ontwikkeld door een externe onderneming. De eerste automatische loketten van Bancontact zijn afkomstig van de Franse onderneming Transac, later overgenomen door Bull. De beveiligingstoepassingen op de toestellen worden ontwikkeld in samenwerking met Bancontact. Vandaag kopen Banksys en de Belgische banken gestandaardiseerde automatische loketten bij gespecialiseerde externe firma’s, zoals Diebold, NCR en Wincor-Nixdorf.
werk bestuderen, ondanks alle psychologische en commerciële obstakels. Een interbancaire aanpak zou hun investeringen immers rendabeler maken en mogelijkheden openen om betere toestellen te ontwikkelen. Ondertussen was de magneetstrip uitgegroeid tot de standaardtechnologie voor het lezen van kaarten. Bovendien werd de pincode algemeen ingevoerd om de kaarthouder te identificeren. Niets stond de ontwikkeling van een gemeenschappelijk systeem dus nog in de weg. De vier belangrijkste banken in België en de Belgische Vereniging van Banken begonnen dan ook de besprekingen om een gemeenschappelijk netwerk van automatische loketten te ontwikkelen.
Met zijn drieën verder Na de eerste contacten trekt de Generale Bank zich echter uit de werkgroep terug omwille van commerciële meningsverschillen. BBL, Algemene Spaar- en Lijfrentekas (ASLK), en Kredietbank beslissen de besprekingen met zijn drieën voort te zetten. Met succes, want op 24 maart 1977 tekenen ze het ‘Protocol betreffende de bankbiljettenautomaten’. De drie banken starten meteen een studie om de realisatie van een gemeenschappelijk netwerk voor te bereiden. Het project voorziet naast een netwerk van biljettenverdelers ook al de installatie van betaalterminals in winkels. Een jaar later, op 26 juni 1978, richten de drie banken de coöperatieve vennootschap Bancontact op. Het bedrijf, dat als dienstverlener door de Belgische banken is opgericht, heeft als doel
INTERNATIONAAL
Geld afhalen, zelfs op vakantie Het succes van de automatische loketten krijgt ook navolging in het buitenland. Geleidelijk aan openen de buitenlandse netwerken zich voor de Belgische kaarthouders. Geld afhalen in het buitenland wordt daardoor gemakkelijker voor toeristen. Zo verschijnt in juli 1981 de Franse Bancontact-kaart op de markt. Belgische vakantiegangers kunnen er geld mee afhalen aan meer dan 800 automatische loketten verspreid over heel Frankrijk. In tegenstelling tot de transacties in België gebeuren de opnames off-line. Het saldo wordt gecontroleerd op basis van een bestand dat het gebruikspatroon bijhoudt, de code op basis van de Franse procedures. Enkele jaren later opent ook het Spaanse netwerk Sistema 4B zich voor de Bancontact-kaarten. Gaandeweg volgen, dankzij de eurocheque, ook de andere favoriete Europese vakantiebestemmingen van Belgische toeristen. In 1989 stellen de automatische loketten in België zich open voor buitenlandse toeristen.
43
44
Van kaarten en automaten
‘de oprichting en de exploitatie van een gemeenschappelijk netwerk van automatische loketten en verkooppuntterminals’. De werkingskosten worden verdeeld onder de aandeelhouders, in verhouding met de diensten die ze afnemen. Guy Alloin, ingenieur bij Philips, wordt aangesteld als gedelegeerd bestuurder van Bancontact.
TECHNOLOGIE UCV Valideren en sorteren van verrichtingen
De innovatierace
Belgische kaarthouders hebben voor het eerst 24 uur op 24 toegang tot hun bankrekening.
De Generale Bank, de grootste financiële instelling van het land, blijft intussen niet bij de pakken zitten. Roger Dawans, toen directeur van de onderzoeksafdeling van de Generale Bank: “Toen ze de vooruitgang van het Bancontact-project zagen, begon onze commerciële afdeling zich ongerust te maken. Marketingverantwoordelijke Paul de Bellefroid vroeg me om snel een vergelijkbaar systeem op te zetten. De omvang van het project had geen belang. We wilden vooral als eerste de nieuwe service op de markt brengen.” De Generale Bank beschikte intern echter niet over voldoende middelen. Daarom deden ze een beroep op het informaticafiliaal van de groep, het Centrum voor Informatieverwerking van de Generale (CIG). Het centrum was voor 50 % het bezit van Union Minière en stelde enkele duizenden personen te werk, waaronder 200 ingenieurs. Om snel vooruitgang te boeken, maakte het centrum gebruik van bestaande IBM-technologie. In juni 1977 zag Mister Cash het levenslicht. Begin 1979 werden de eerste toestellen al geïnstalleerd. “Dankzij de hulp van IBM konden we het project uit-
TP
Banken bieden betalingen aan
Berekening van te vereffenen saldi
Banken ontvangen betalingen
TP
TP=Teleprocessing
Boeking op lopende rekening bij de Nationale Bank van België
(Bron : BVB)
Een verrekenkamer waar het steeds drukker wordt Door de sterke groei van het aantal bancaire verrichtingen – zowel in de agentschappen als aan de automatische loketten – krijgt het Uitwisselingscentrum en Verrekening (UCV) een steeds belangrijker rol. Veel betalingen gebeuren namelijk tussen klanten van verschillende banken. Om al deze interbancaire bewegingen tot een goed einde te brengen, wordt in 1974 het UCV opgericht, dat beschikt over een snel en betrouwbaar platform. De banken groeperen in eerste instantie alle gelijkaardige verrichtingen en geven die in pakketten door aan het UCV. De betalingen met cheque worden zo sinds 1974 gebundeld, de overschrijvingen sinds 1975, de transacties met Mister Cash sinds 1978, de Bancontact-transacties sinds 1979 en de domiciliëringen sinds 1980. Het UCV verdeelt de verrichtingen dan per financieel organisme. Sinds midden jaren 80 zenden de banken constant verrichtingen door, maar de effectieve verrekening gebeurt één keer per dag. Vandaag verlopen bijna alle interbancaire verrichtingen tot 125 000 euro via het UCV. Zo behandelde het centrum in 2003 gemiddeld vier miljoen verrichtingen per dag. Door de vele fusies in de bankwereld daalt het transactievolume.
45
46
Van kaarten en automaten
zonderlijk snel realiseren”, verduidelijkt Henri Franken, toen verantwoordelijk voor de afdeling Producten en Processen bij de Generale Bank. “IBM had al betrouwbare geldautomaten ontwikkeld en was heel sterk gemotiveerd om mee te werken aan ons innovatief project.” De Generale Bank financierde het project, maar het beheer van het Mister Cash-netwerk kwam in handen van CIG. In tegenstelling tot Bancontact werd dus geen nieuwe juridische entiteit in het leven geroepen.
Bemoedigend commercieel succes De verfijning van de twee systemen vorderde snel. Kort na de lancering van het Mister Cash-netwerk volgden al snel de
automatische loketten van Bancontact. Toch was de marketingafdeling van de Generale Bank nog niet helemaal overtuigd, zo zegt Roger Dawans: “We hadden niet de indruk dat het grote publiek rijp was voor het concept. We hadden ook geen idee hoe de nieuwe dienst zou worden onthaald. In tegenstelling tot onze gebruikelijke commerciële politiek noemden we het product niet ‘G-…’, maar kozen we een neutrale naam – Mister Cash. We beperkten de lancering ook met opzet tot Gent en Luik en niet in Brussel.” De nieuwe apparaten konden nochtans meteen op heel wat interesse rekenen. Er was niet meteen sprake van een overweldigend succes, maar de toestellen werden wel meer gebruikt dan de Generale Bank had verwacht. Bancontact toonde zich eveneens
tevreden over de populariteit van de dienst, ook al kreeg Mister Cash als eerste op de markt meer zichtbaarheid. Bancontact was ondertussen ook al volop bezig met de ontwikkeling van winkelterminals.
Op maat van het moderne leven
De netwerken van Mister Cash en Bancontact in 1983 Aantal financiële partners Aantal kaarten Aantal geldautomaten Aantal steden en dorpen aangesloten op het netwerk Gemiddeld aantal geldopnames per automaat per maand Gemiddeld bedrag per geldopname (BEF) Aantal terminals in tankstations, supermarkten, stations en metro’s
Mister Cash 22 630.000 250 150
Bancontact 23 750.000 240 144
3.200
4.000
3.520
3.500
165
510
Het arsenaal aan functies op de nieuwe biljettenverdelers (Bron: La Libre Belgique, 29 september 1983) breidde steeds verder uit. Kaarthouders konden In het begin van de jaren 80 zijn de Mister Cash- en er naast geld afhalen ook het saldo van hun Bancontact-netwerken ongeveer even groot. rekening controleren, geld overzetten van hun zichtrekening naar hun spaarrekening, geld storten op hun rekening, en cheques en Bovendien vroegen sommige elementaire overschrijvingsformulieren bestellen. De loketverrichtingen, zoals het aanvragen van nieuwe toestellen namen dus heel wat verbepaalde documenten of het opvragen van richtingen over waarvoor consumenten informatie over een bepaalde rekening, heel vroeger naar het bankloket moesten. wat routinewerk van het bankpersoneel. Vandaar hun naam ‘automatisch loket’. Dankzij de automatische loketten konden ze Consumenten waren meteen enthousiast meer tijd besteden aan hun functie als comover de komst van de nieuwe toestellen. mercieel adviseur. “Evoluties in het sociale leven en de werkuren maakten het voor veel klanten steeds Kleine en grote banken sluiten zich aan bij het systeem moeilijker om tijdens de openingsuren naar hun bankagentschap te gaan”, zegt Michel Dankzij het succes van de Mister Cash- en Geerts, toen informaticadirecteur bij de Bancontact-netwerken schaarden ook ASLK. “Ze maakten dan ook gretig gebruik de andere banken zich achter het initiatief. van de nieuwe diensten. Het was een flexibele De banken die aan de wieg stonden van het en beschikbare oplossing die perfect in lijn project maakten intussen bijkomende fondlag met hun moderne manier van leven.” sen vrij voor de verdere promotie van de
47
48
Van kaarten en automaten
nieuwe dienst. Kleinere financiële instellingen sloten zich één voor één aan bij één van de twee netwerken. Het Gemeentekrediet, de enige grote bank die niet had meegewerkt aan de oprichting van één van beide systemen, benaderde de Generale Bank. Die aanvaardde de komst van een nieuwe partner. Zo konden ze het Mister Cash-netwerk verder uitbreiden en tegelijk de ontwikkelingskosten delen. De besprekingen tussen de twee banken verliepen bovendien gemakkelijker omdat het systeem een neutrale naam had meegekregen. Daarnaast was het ondersteunende informaticasysteem ook compatibel met dat van het Gemeentekrediet.
In 1979 verscheen een derde netwerk, het Postomat-systeem van het Bestuur der Postcheques (BPC). Het BPC zag immers heel wat klanten overstappen naar andere financiële instellingen omdat ze gebruik wilden maken van de automatische loketten. Op korte tijd werd de Belgische consument dus geconfronteerd met een keuze tussen drie systemen. In het begin van de jaren 80 kenden de verrichtingen aan de automatische loketten nog een relatief trage groei. Iedereen zag echter het enorme potentieel van het elektronische betaalverkeer. Een potentieel dat pas echt openbloeide met de installatie van betaalterminals in tankstations en winkels.
SAMENLEVING Postomat: het derde netwerk Als antwoord op de initiatieven Mister Cash en Bancontact lanceert De Post in 1979 een eigen netwerk van biljettenverdelers, Postomat. De service is enkel toegankelijk voor klanten van De Post die beschikken over een chequerekening. Het Postomat-netwerk telde oorspronkelijk 16 toestellen, maar breidt geleidelijk aan uit. Midden jaren 80 bestaat het uit 75 biljettenverdelers. Het Postomat-netwerk is kleiner en ook minder ambitieus. Zo kunnen kaarthouders op de toestellen alleen maar geld afhalen. Bij elke afhaling krijgen Postomat-klanten automatisch een rekeningafschrift en het saldo van hun chequerekening. Daarnaast is het Postomatnetwerk compatibel met het Franse netwerk CCP 24/24. De Postomat-kaarthouders kunnen zo geld afhalen in ongeveer 500 biljettenverdelers in Frankrijk. De Postomat-biljettenverdelers werkten lange tijd onafhankelijk van de infrastructuur van Bancontact en Mister Cash. Pas in 2000 worden ze opgenomen in het Banksys-netwerk.
49
50
Van kaarten en automaten
INTERVIEW
Een pragmatische interbancaire dynamiek Als informaticaverantwoordelijke bij de BBL,
gezamenlijke wilskracht lag aan de basis van
tussen de interbancaire samenwerking
medestichter van Bancontact en eerste voor-
de talloze gemeenschappelijke initiatieven.”
in België tegenover het buitenland? Jean-François de le Court : “Het idee
zitter van de Raad van Bestuur van Banksys
Jean-François de le Court
De besprekingen rond de automatische
alleen van een diepgaande samenwerking
een cruciale rol in de ontwikkeling van het
loketten leidden evenwel tot twee
tussen grote banken was – en is nog steeds
elektronische betaalverkeer in België.
concurrerende systemen?
– ondenkbaar in landen als Duitsland,
Jean-François de le Court : “Dat klopt. Het
Frankrijk of het Verenigd Koninkrijk. De
speelde
betekende een tijdelijke onderbreking in de
aanpak van de Belgische banken was in de
consensus op nationaal niveau. Maar de inter-
eerste plaats pragmatisch. Het feit dat ze
bancaire samenwerking zette zich ondanks
concurrenten waren, weerhield hen er niet
U hebt de dynamiek van de Belgische
België, de Belgische Vereniging van Banken
de twee afgescheurde groepen toch onver-
van om samen bepaalde zaken te realiseren.
banken van dichtbij meegemaakt. Wat
en verschillende semi-overheidsinstellingen
minderd door. Bovendien was de samen-
Bovendien moedigden de Belgische
waren de belangrijkste kenmerken?
deze mening deelden. We steunden het
werking op zich al merkwaardig. Je mag niet
Vereniging van Banken en de Nationale
Jean-François de le Court : “In de jaren 70
samenbrengen van de budgetten en de
vergeten dat de klassieke banken en de open-
Bank alle banken aan om ideeën met elkaar
waren de ingenieurs van alle grote banken
harmonisering van de technologieën om het
bare kredietinstellingen toen niet bepaald op
te delen. Zo organiseerden ze regelmatig
voorstander van samenwerking op tech-
schaaleffect te krijgen dat nodig was om van
goede voet stonden met elkaar. Het voorstel
informele bijeenkomsten waar alle banken
nisch vlak. We kenden immers de omvang
de ondernomen projecten een succes te
van de ASLK om een gemeenschappelijk net-
elkaar konden ontmoeten. We kunnen
van de investeringen die nodig waren om
maken. De bankverenigingen versterkten in
werk van automatische loketten te ontwikke-
hier echt wel spreken van een unieke
bancaire verrichtingen te automatiseren. We
die tijd ook het vertrouwen van de hele
len, was dan ook zeer verrassend.”
dynamiek.”
hadden het geluk dat de Nationale Bank van
financiële wereld in dit proces. Deze
Wat zijn de voornaamste verschillen
51
Van kaarten en automaten
1981–1985
<
767780 81858689909394979800010203>
De ontwikkeling van kaartbetalingen Elektronische betalingen in winkels Na de inburgering van de kaart met magneetstrook in de bankwereld,
03
kan de automatisering zich ook doorzetten in andere sectoren. De petroleumsector is de eerste om de nieuwe technologie te verwelkomen, kort daarna gevolgd door de grootdistributie. De elektronische betaling profileert zich aan het tankstation al gauw als een unieke service die in staat is om nieuwe klanten aan te trekken. In de grootdistributie verloopt de intrede van het nieuwe betaalmiddel echter minder vlot. Toch nemen elektronische betalingen een hoge vlucht en nestelen ze zich definitief in de gewoontes van de Belgische consument.
53
54
Van kaarten en automaten
Een nationaal elan Begin jaren 80 behoort België tot een select groepje landen met een verrekenkamer tussen financiële instellingen. Ons land beschikt bovendien over een hoogwaardig telecommunicatienetwerk. Hoewel deze technologische elementen op zich een vereiste zijn, garanderen ze niet automatisch het succes van elektronische betalingen. Om
het project op lange termijn te doen slagen, is de steun van handelaars, consumenten en de bankwereld broodnodig. De banken deden heel wat ervaring op tijdens hun experimenten met de geldautomaten en geven de eerste aanzet. Guy Alloin, gedelegeerd bestuurder van Bancontact, zag weinig verschil tussen een elektronische betaling in een verkooppunt en een geld-
Guy Alloin, gedelegeerd bestuurder van Bancontact en later Banksys, ligt aan de basis van de on-line gevalideerde betaling in België. Een gewaagde onderneming die resulteert in een uitzonderlijk betrouwbaar elektronisch betaalsysteem.
TECHNOLOGIE België on-line sinds eind jaren 70 De on-line autorisatie van betalingen is één van de factoren die aan de basis liggen van het succes van elektronische betalingen in België. Handelaars tikken het bedrag in, consumenten hun pincode, en de terminal stuurt alle relevante gegevens door naar Bancontact (later naar Banksys). De betaling gaat pas door nadat het systeem de pincode heeft gevalideerd, het saldo op de rekening van de consument toereikend is en de kaart niet werd geblokkeerd. In 98 % van de gevallen duurt deze controle minder dan één seconde. Alle transacties worden bijgehouden door de centrale computer bij Banksys. Die stuurt vervolgens de opdracht naar de compensatiekamer en naar de banken om het juiste bedrag van de rekening van de consument naar die van de handelaar over te schrijven. Het systeem werd ontwikkeld door Guy Alloin, gedelegeerd bestuurder van Bancontact, en resulteert in één van de laagste fraudecijfers ter wereld. Het systeem wordt nog verder uitgebreid met het ‘on line to the bank’-principe (OLTB). De centrale computer van Banksys staat daarbij in rechtstreekse verbinding met alle Belgische banken. De on-line autorisatie door de bank is gebaseerd op de allerlaatste status van de bankrekening van de klant. Enkel als de informaticasystemen bij de bank onbeschikbaar zijn, wordt de autorisatie overgenomen door Banksys die zich baseert op specifiek gedefinieerde grenzen en voorwaarden van de bank. Wanneer de autorisatie door Banksys wordt uitgevoerd (voor banken die niet beschikken over het OLTB-systeem), is ze gebaseerd op een maximaal beschikbare som die dagelijks door de bank wordt gecommuniceerd.
opname aan de automaat. Er waren enkel nog een aantal – niet onoverkomelijke – technische obstakels. Elektronische betalingen in handelszaken kwamen dus stilaan dichterbij. Na de oliecrisis zijn tal van industriële sectoren op zoek naar competitieve voordelen en oplossingen die hun werkingskosten kunnen reduceren. De harde concurrentie dwingt de distributie- en petroleumsector om klanten meer diensten aan te bieden en tegelijkertijd de betalingen te vereenvoudigen. De elektronische betaling met kaart komt aan deze twee eisen tegemoet. Miljoenen Belgische consumenten zijn ondertussen overtuigd van de vele praktische voordelen van de bankkaart. Ze prijzen vooral de eenvoud en de brede waaier aan diensten en staan volledig achter de verdere automatisering van de betaling.
Een onuitgegeven technologie In de winkels verlopen de transacties echter niet meer bilateraal, maar triangulair. Naast het banknetwerk en de consument speelt immers ook de infrastructuur van de handelaar een grote rol. Veiligheid is daarbij van uitzonderlijk belang. Om zowel door de bevolking als door de industriële wereld te worden aanvaard, moeten betalingen met bankkaart een maximale bescherming bieden tegen fraude. Daarom ontwikkelt Bancontact de on-line autorisatie van de transacties. Het concept wordt al sinds 1979 gebruikt in de meeste geldautomaten en ligt aan de basis van het succes van elektronische betalingen in winkels. Bancontact en Mister Cash zijn zich bewust van het enorme potentieel van de betaalterminal in winkels en ontwikkelen elk afzonderlijk hun eigen POS-terminal (Point Of Sales).
55
56
Van kaarten en automaten
PRODUCT De selfserviceterminal in de petroleumsector De eerste betaalterminal in tankstations is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen Shell en Bancontact. Het concept en de plaatsing van het toestel in het station komt er na een uitgebreide studie. Shell analyseert het gedrag van klanten tijdens een tankbeurt, bestudeert de volgorde van hun handelingen en houdt tijdens de ontwerpfase van de terminal steeds een maximaal gebruiksgemak in het achterhoofd. Het resultaat is de Payment Terminal Outdoor (PTO), een toestel dat via een telefoonlijn in verbinding staat met een computer van het banknetwerk. De PTO is voorzien van een elektronische lezer, een modem en een veiligheidsmodule, en werkt uitsluitend on-line. De consument plaatst de kaart in het toestel, tikt de pincode in, duidt de pomp aan en neemt de kaart terug. Na de tankbeurt stuurt de terminal het te betalen bedrag door naar het Banksys-systeem. De ingebouwde printer levert een betaalbewijs af. De eerste PTO-modellen verschijnen in 1980. Ze worden geïnstalleerd op een sokkel in het midden van de tanksite en staan in verbinding met alle pompen. Het concept oogst heel wat succes en nieuwe toestellen worden in een mininetwerk met elkaar verbonden om de wachttijden aan de pomp te verminderen. Vandaag kunnen petroleumbedrijven zelfs in elke pomp afzonderlijk een terminal integreren.
De petroleumsector neemt het voortouw Na de banken is het de petroleumsector die het startschot geeft voor de automatisering in België. Ze rusten 1 500 tankstations uit met biljettenlezers waardoor klanten ook buiten de openingsuren hun wagen kunnen voltanken. Het geld wordt echter bewaard in een brandkast op de site zelf en vormt vaak het doelwit van vandalisme. Toch wordt het experiment positief onthaald, zowel door de consument aan de pomp als door de petroleumsector. Bovendien zien tankstations met biljettenlezers hun omzetcijfers stijgen. Geconfronteerd met de harde economische realiteit na de oliecrisis, onderzoeken petroleumbedrijven hoe ze de efficiëntie van het concept verder kunnen verhogen.
Eerste betalingen met kaart in Shell-stations Shell is de eerste petroleummaatschappij die haar benzinestations klaarstoomt voor de bankkaart, en dit in nauwe samenwerking met Bancontact. Luc de Potter, directeur van de automobielmarketing van Shell, legt uit:
“Het doel van de automatisering was tweeledig. Enerzijds wilden we de tankbeurt van onze klanten vereenvoudigen en vlotter laten verlopen. Zij moesten vrij kunnen tanken op ieder uur van de dag. Anderzijds moesten we het risico op vandalisme zoveel mogelijk inperken.” Het project is een enorme uitdaging en de inzet is groot. De investering voor 160 betaalterminals in de tankstations van Shell overschrijdt de kaap van honderd miljoen oude Belgische franken. Luc de Potter legt de strategie uit: “We wilden een zo groot mogelijk verrassingseffect creëren. We hadden immers een uitgelezen kans om voorsprong te nemen op onze concurrenten en van een enorme publiciteit te genieten. Daarom hiel-
den we het project geheim voor de buitenwereld. Zelfs de geulen voor de telefoonlijnen moesten onopgemerkt blijven…” Shell rondt het project succesvol af en slaagt erin om hun jaarlijkse groeicijfer te verdubbelen. De concurrentie doet er een jaar over om de achterstand in te halen. De stijging van het marktaandeel van Shell in een zo korte tijdspanne is ongezien in de sterk concurrentiële petroleumsector.
De tankkaart volgt snel Mister Cash rust ondertussen de tankstations van Esso en Fina uit met betaalterminals en haalt zo stap voor stap de achterstand in. Shell blijft echter niet op zijn lauweren rusten. De petroleumgigant maakt gebruik van zijn voorsprong om verder te innoveren. Zo brengt Shell samen met Bancontact de private tankkaart op de markt. De kaart krijgt de naam ‘S-kaart’ en komt tegemoet aan een gemeenschappelijke vraag van verschillende Belgische bedrijven. Ook Bancontact komt met een gelijkaardig betaalmiddel op de proppen. Hun tankkaart kan worden gebruikt in stations van verschillende maatschappijen. Beide tankkaarten kennen een onmiddellijk succes. De klant krijgt maandelijks een globaal overzicht van alle tankbeurten en bijhorende facturen. Daardoor wordt de administratie sterk vereenvoudigd en wint de klant tijd aan de pomp. Het concept zet de petroleumindustrie aan het denken en even later wordt de tankkaart overal geïntroduceerd.
57
58
Van kaarten en automaten
INTERNATIONAAL Ook de grootdistributie wil betalingen met kaart Ook de grote distributieketens willen de betalingen in hun winkels automatiseren. De onveiligheid van de contante betaling, de steeds duurder wordende behandelingskosten van cheques en de snelheid van de elektronische betaling overtuigen hen om te investeren in een dergelijk netwerk. Op dat moment zijn Bancontact en Mister Cash in een hevige strijd verwikkeld om de Belgische markt te veroveren. De grootwarenhuizen worden verplicht om een keuze te maken tussen de twee netwerken. Beide
concurrenten beschikken over gelijkwaardige technologieën en het is vaak de integratie in het systeem die de balans doet overhellen naar de ene of de andere partner. De eerste die de sprong waagt naar de grootdistributie is Mister Cash. Ze staan enkel in voor de centrale verwerking, de kassa’s en terminals worden geleverd door NCR, leverancier van elektronische kassa’s. Makro is de eerste die met Mister Cash in zee gaat, GB-INNO-BM volgt kort daarna. Delhaize kiest echter voor de end-to-endoplossing van Bancontact. Zij nemen de centrale verwerking, de betaalterminals en
alle telefoonlijnen voor hun rekening en volgen het beheer en het onderhoud van het systeem op.
Wanneer concurrentie de technologische vooruitgang afremt Het automatiseringsproject van Delhaize bleef lange tijd in een testfase. Michel Eeckhout, verantwoordelijke voor de informatica-afdeling van Delhaize: “We hadden niet de intentie om al onze filialen te automatiseren zolang de twee netwerken niet compatibel waren. Delhaize kon immers niet achter een aanzienlijke investering staan die maar een bepaald percentage van de klanten ten goede kwam.” Heel wat grootwarenhuizen volgden de redenering van Delhaize en twijfelden om te Prins Albert overhandigt de Oscar voor export investeren in een fragaan Guy Alloin, gedelementarisch en discrigeerd bestuurder van minerend systeem. Bancontact in 1991. Handelaars die de stap wel zetten, moesten kaarthouders van het concurrerende netwerk weigeren of zagen zich verplicht te investeren in twee systemen. Een patstelling die de expansie van elektronische betalingen gevoelig afremde.
Bancontact en de Europese netwerken Terwijl de eerste betaalterminals in Belgische verkooppunten opduiken, gooit het Bancontact-netwerk hoge ogen in het buitenland. Vanaf 1983 benadert de Bankgirocentrale (het latere Interpay) Bancontact voor de ontwikkeling van een beheersysteem van geldautomaten voor de Nederlandse markt. Een activiteit vergelijkbaar met die van Bancontact wordt later ook verkocht aan de ‘Association des Banques et Banquiers du Luxembourg’. Daar wordt de coöperatieve Cetrel opgericht voor het beheer van het nieuwe netwerk. Bancontact sluit gelijkaardige contracten af met verschillende Europese operatoren: de operator van de commerciële banken in Duitsland, Telekurs uit Zwitserland, het Oostenrijkse GABE (nu APSS), het Spaanse Sistema 4B, BBS uit Noorwegen, BORICA uit Bulgarije, MBU uit Kroatië en het Franse Crédit Agricole. Een aantal van die netwerken zijn een stuk groter dan de Belgische variant. Begin jaren 90 ontvangt Bancontact – ondertussen omgedoopt tot Banksys – hiervoor de Oscar voor export. In België boort het systeem ondertussen nieuwe markten aan. De technologie wordt geadopteerd door Eurocard Belux en de Crédit Européen Luxembourg (nu Bank Card Company) om transacties met kredietkaarten te verwerken.
59
60
Van kaarten en automaten
SAMENLEVING Zware onderhandelingen counteren onveiligheid De transactiekost voor het gebruik van de bankkaart in verkooppunten was vaak onderwerp van discussie met de banken. Nochtans waren zowel klanten als handelaars enthousiast over de elektronische betalingen. In het begin werd de kost vastgelegd op 1 BEF (0,025 EUR) per transactie. Het tarief was echter onvoldoende om alle kosten van de betaling te dekken. Daarom werd het bedrag enkele maanden later verdubbeld naar 2 BEF (0,05 EUR). Ook deze verhoging bleef ontoereikend voor de banken. Op dat moment beslisten de grootwarenhuizen om hun kosten door te rekenen aan de consument. De golf van overvallen in België confronteerde hen echter met het gevaar van de contante betaling. Vertegenwoordigers van de grootwarenhuizen, banken en consumentenorganisaties heropenden daarom de debatten. In 1991 werd een akkoord bereikt. Daarin stond een verhoging van de transactiekost van 2 naar 4 BEF (0,05 en 0,10 EUR) voor een betaling in grootwarenhuizen. De kost werd opnieuw doorgerekend aan de consument. In 1998 werd het bedrag vastgelegd op 2,12 BEF voor handelaars die hun klanten geen extra kosten aanrekenen voor het gebruik van de bankkaart. Deze daling was mogelijk doordat het aantal transacties per kaart sterk steeg en de banken de kost per transactie zagen verminderen.
Meningsverschillen en compatibiliteit De druk die distributeurs en consumenten uitoefenen op de beheerders van de concurrerende netwerken werpt uiteindelijk vruchten af. In 1985 besluiten Mister Cash en Bancontact hun netwerken compatibel te maken. De automatisering neemt daarna een hoge vlucht, onder andere bij Delhaize.
De service brengt echter ook exploitatiekosten met zich mee, zoals de aanschaf van nieuwe toestellen en het onderhoud van telefoonlijnen. Daarom rekenen de grote winkelketens een extra kost van 2 BEF (0,05 EUR) aan aan klanten die met kaart betalen. Dat beperkt dan weer het gebruik van de betaalkaart.
Op dat ogenblik kent Aantal bankagentschappen en transactiepunten België echter een golf van overvallen op grootwarenEinde Aantal Aantal Aantal ATM’s huizen. Ze bewaren immers jaar bankinwoners en POSnog steeds aanzienlijke hoeagentschappen per agentschap terminals veelheden contant geld op 1960 1.787 5.136 hun sites. De betaling met 1970 3.073 3.141 1975 3.525 2.784 de bankkaart profileert zich 1980 3.658 2.696 465 als een veilig alternatief. De 1981 3.648 2.701 711 grootdistributie neemt haar 1982 3.678 2.680 968 verantwoordelijkheid en 1983 3.680 2.678 1.330 verlaagt de kosten die ze 1984 3.656 2.695 1.934 aan klanten aanrekenen (bron: Belgische Vereniging van Banken) voor elektronische betalingen. Consumenten grijpen daardoor opnieuw naar de Begin jaren 80 stijgt het aantal geldautomaten en terminals in verkooppunten gevoelig. bankkaart om hun boodschappen te betalen. De kleinere winkels krijgen een aangepaste tariefstructuur. De betaalterminals verschijnen stilaan in de verkooppunten van alle Belgische distributieketens en Bancontact en Mister Cash groeien naar elkaar toe. Tegelijk beginnen financiële instellingen eigen netwerken van automatische loketten te installeren in hun kantoren.
61
62
Van kaarten en automaten
INTERVIEW
Een standaard op wereldvlak Luc de Potter speelde een hoofdrol in het
wereldwijde marketingdirecteur van de
met reclamespots en een tweehonderdtal
succes van elektronische betalingen in de
automobielafdeling was aanwezig bij de
affiches om de uitvinding te verspreiden in
Belgische petroleumsector. Als marketing-
eerste ingebruikname van de terminals.
alle geledingen van de maatschappij.
verantwoordelijke voor de automobiel-
Shell beschouwde het Belgische netwerk als
Zelfs het ontwerp en de plaatsing van de
afdeling van Shell in de jaren 80 leidde hij
het toonbeeld van kwaliteit en zelden
terminals gebeurde in onderling overleg.
de onderhandelingen met Bancontact.
geziene innovatie. Sindsdien zijn we een
Met succes, want de oude betaalautomaten
wereldwijde standaard voor elektronische
inspireren nog steeds de huidige
betalingen aan de pomp.”
terminals.”
Hoe werden elektronische betalingen ontvangen aan de pomp?
Wat was de sleutel tot het succes van
Luc de Potter: “Het succes heeft onze
dit project?
stoutste verwachtingen overtroffen. Amper
Luc de Potter: “De vruchtbare samenwer-
één jaar na de eerste terminal betaalde al 20 %
king met Bancontact kwam tot stand dankzij
van onze klanten met hun kaart. Iedereen
de gelijklopende visies van de projectver-
was verrast toen we onze samenwerking
antwoordelijken. We deelden dezelfde
met Bancontact bekendmaakten, maar de
standpunten en waren erop gebrand om de
Belg is ons meteen gevolgd. Het ging om een
markt te verrassen. We hadden de positieve
wereldpremière, waardoor we heel wat
schokgolf die het nieuwe betaalmiddel zou
mediabelangstelling kregen, zowel in het
veroorzaken al tijdens de beginfase voor
binnenland als in het buitenland. Zelfs de
ogen. De introductie werd dan ook begeleid
63
Van kaarten en automaten
65
1986–1989
<
76 778081858689909394979800010203>
Naar één gemeenschappelijke infrastructuur Compatibiliteit en fusie van de Mister Cash- en Bancontact-netwerken De commerciële veldslag tussen Mister Cash en Bancontact kwam hun
04
technologische vooruitgang zeker ten goede. Het gebrek aan compatibiliteit riep echter ongenoegen op bij handelaars en consumenten. De harmonisering van de twee systemen laat dan ook niet lang op zich wachten. De aandeelhoudende banken beginnen onder impuls van hun informaticaverantwoordelijken de onderhandelingen om de hoge exploitatiekosten van de twee netwerken te verdelen. De besprekingen leiden in 1989 tot de fusie van de twee systemen. De onderneming Banksys wordt in het leven geroepen om de nieuwe gemeenschappelijke infrastructuur te beheren.
66
Van kaarten en automaten
67
Snelle uitbreiding van de netwerken Door de onderlinge concurrentie tussen de netwerken Mister Cash en Bancontact in de jaren 80, neemt de ontwikkeling van hun systemen een hoge vlucht. De zoektocht naar een groter marktaandeel leidt tot aanzienlijke commerciële inspanningen naar steeds meer sectoren. In enkele jaren tijd beschikt België dan ook over een aanzienlijk terminalpark. Deze uitbreiding staat voor de Belgische consument echter niet altijd synoniem met meer betaalgemak. Het aantal handelszaken dat betalingen met kaart aanvaardt groeit gestaag, maar verschillende winkels weigeren te investeren in twee systemen. In bepaalde gevallen moeten Belgische consumenten een winkel selecteren op basis van de bank waarbij ze zijn aangesloten. Dat beïnvloedt de perceptie van de kaarthouders heel sterk.
Een zware factuur voor de banken De twee parallelle netwerken zijn ook niet ideaal voor de banksector. De concurrentie tussen de systemen brengt namelijk een dure prijzenoorlog met zich mee voor de grote banken, die aandeelhouders waren van Bancontact of Mister Cash. Van bij het begin zijn de ingenieurs van de twee netwerken ervan overtuigd dat het absurd is om te investeren in twee gelijkaardige systemen. En terecht: het naast elkaar bestaan van de systemen impliceert de installatie en het onderhoud van twee verwerkingscentra, twee netwerken van gehuurde lijnen en twee terminalparken. Stuk voor stuk dubbele investeringen die aanzienlijke budgetten opslorpen en schaaleffecten tegenhouden. Maar commerciële trots en gehechtheid aan hun eigen merk zet
PRODUCT Het ontstaan van het gamma C-ZAM-terminals De oprichting van Banksys in 1989 ging gepaard met de lancering van de eerste terminal uit de C-ZAM-familie. De C-ZAM/S betekende een aanzienlijke sprong voorwaarts op het vlak van veiligheid, gebruiksvriendelijkheid en antwoordtijd. Ook het principe van het ‘beveiligde toetsenbord’ deed toen zijn intrede. Het toetsenbord en de beveiligingsmodule zaten onafscheidelijk aan elkaar gekoppeld in éénzelfde behuizing. Het geheel werd nog eens ondergedompeld in een verstevigende hars. Dat verhoogde de fysieke veiligheid van het toestel aanzienlijk en maakte het quasi onmogelijk om de signalen tussen het toetsenbord en de beveiligingsmodule te onderscheppen. De C-ZAM/S was ook de eerste terminal waarbij het design heel wat aandacht kreeg. De toetsen van het klavier waren voortaan uit plastic en ze werden gemonteerd op een soepel siliconentapijt. Het invoeren van de pincode verliep daardoor een stuk gemakkelijker. De C-ZAM/S was vooral bestemd voor de kleinhandel. Als eerste terminal die zowel debetals kredietkaarten kon lezen, sloeg de C-ZAM/S meteen aan bij de handelaars.
de directies van de grote banken aan om kost wat kost hun eigen systeem te promoten.
Een welgekomen compatibiliteit Onder toenemende druk van consumenten en handelaars knopen de vijf grote financiële instellingen in België de bespre-
kingen aan om de twee netwerken te harmoniseren. Het protocolakkoord dat ze op 26 juni 1985 ondertekenen, bevestigt hun intentie om de systemen Bancontact en Mister Cash compatibel te maken. Een plan waar verschillende partijen hun voordeel mee zouden doen.
68
Van kaarten en automaten
69
TECHNOLOGIE Van Baxnet naar Banknet Een netwerk dat steeds beter presteert
Het congres van Wenen
System host X25 node (34) Concentrator (300) Terminal (up to 30 per concentrator) (Situation 1990)
Met de implementatie van het Baxnet-netwerk in 1989 verhoogt de beschikbaarheid van de infrastructuur voor elektronische betalingen aanzienlijk. Vanaf dat moment staat de centrale Banksys-computer in permanente verbinding met 34 lokale knooppunten, die op hun beurt verbonden zijn met 300 zogenaamde ‘concentratoren’. Elke ‘concentrator’ zorgt voor de informatiedoorstroming van en naar ten hoogste 30 betaalterminals. Twee redundantiemechanismen garanderen ononderbroken transacties. Als het netwerk uitvalt, kunnen de concentratoren via een gewone telefoonlijn communiceren met de centrale computer. Verder zijn er vanuit elk knooppunt meerdere communicatiewegen mogelijk. Als een lokale lijn uitvalt, nemen andere lijnen het over om
De koppeling van de concurrerende infrastructuren kan echter niet van de ene dag op de andere. Het vraagt om een lange voorbereiding en verloopt in verschillende fases: de petroleumsector en de kleinhandel in januari 1987, de automatische loketten in juni van datzelfde jaar, en de grootdistributie in november. Het wordt al snel duidelijk dat de banken de juiste beslissing hebben genomen. Kort na de harmonisering van de netwerken groeit het aantal betalingen met kaart snel. Tussen 1986 en 1989 stijgt het aantal transacties in de grootwarenhuizen van 0,4 naar 9,5 miljoen, en van 0,2 naar 9,8 miljoen in de kleinhandel.
te vermijden dat het netwerk vastloopt. De infrastructuur betekent niet alleen een hogere beschikbaarheid voor de kaarthouders. Voor de handelaars resulteert het systeem in lagere communicatiekosten, doordat hun terminal niet bij elke transactie naar Brussel moet ‘bellen’, maar gewoon de dichtstbijzijnde concentrator contacteert. In 2000 schakelt het Baxnet-netwerk over van het protocol X-25 naar TCP/IP, een wereldpremière voor een netwerk van betaalterminals. Deze evolutie naar een open standaard leidt tot een grotere snelheid en een betere beschikbaarheid. Het netwerk, omgedoopt tot ‘Banknet’, is meteen één van de grootste privé-netwerken in Europa.
De informatici van de betrokken banken willen het daar niet bij laten. Op conferenties en seminaries van informaticabedrijven wisselen ze regelmatig ideeën uit en denken ze na over manieren om hun systemen nog beter met elkaar te integreren. Roland Demol, informaticaverantwoordelijke bij de Generale Bank in de jaren 80, verklaart de
Aantal transacties in de grootdistributie Jaar 1986 1987 1988 1989 (bron: Banksys)
Transacties (in miljoen) 0,4 1,4 3,7 9,5* * na de fusie
contacten tussen de technici van de vijf grootste Belgische banken als volgt: “Doordat we elkaar regelmatig ontmoetten op professionele evenementen bouwden we een echte vertrouwensrelatie op. We deelden al een tijdje de mening dat het naast elkaar bestaan van de twee systemen een te grote handicap betekende. De financiële voordelen van een toenadering werden voor ons steeds duidelijker.” De definitieve doorbraak komt er in Wenen in juni 1987, tijdens een congres van het informaticabedrijf NCR. Marcel Cockaerts, toen verantwoordelijk voor de informatica bij de Kredietbank, herinnert zich: “Als aandeelhouders van Bancontact wilden we niets liever dan fusioneren. Het kwam er vooral op aan om onze collega’s van Mister Cash te overtuigen van de voordelen voor hen. In Wenen hebben we daar zelfs meer tijd aan gespendeerd dan aan het
Aantal transacties in de kleinhandel Jaar 1986 1987 1988 1989 (bron: Banksys)
Transacties (in miljoen) 0,2 0,8 2,0 9,8 * * na de fusie
Na de fusie neemt het aantal transacties aanzienlijk toe, zowel in de kleinhandel als in de grootdistributie.
70
Van kaarten en automaten
71
SAMENLEVING Banksys: cruciale dienstverlening voor de Belgische economie De basisactiviteit van Banksys bleef sinds de oprichting in 1989 onveranderd: de ontwikkeling en het beheer van elektronische betaalsystemen voor banken, handelaars en consumenten in België. Naast deze hoofdactiviteit legt de onderneming zich ook toe op het ontwikkelen van technologische oplossingen om elektronische transacties te vergemakkelijken en te beveiligen. Precies die combinatie van competenties maakt Banksys uniek in de wereld. Banksys is in handen van het merendeel van de retailbanken – zowel grote als kleine – die actief zijn op de Belgische markt. Het bedrijf groeide geleidelijk uit tot een belangrijke economische speler. De permanente beschikbaarheid van het netwerk werd dan ook al snel een absolute topprioriteit. De dagelijkse omzet van tienduizenden handelaars hangt er namelijk van af. Al sinds de start beschouwen de Belgische banken Banksys als een echt competentiecentrum, een strategie die het bedrijf zou toelaten om een unieke expertise uit te bouwen op het vlak van betaaltechnologie. De innovatiecultuur en de betrouwbaarheid van de technologieën bezorgde Banksys ook internationale faam. De onderneming, met hoofdzetel te Brussel, verwerkt vandaag om en bij 1 miljard transacties per jaar.
officiële programma. Met succes: na het congres keerden we naar België terug met de uitgesproken intentie om onze directies te overtuigen van de noodzaak van de fusie.”
De fusie krijgt vorm De directies overtuigen blijkt echter niet gemakkelijk. De interesse van het Gemeentekrediet in Bancontact groeide, maar de Generale Bank hield stevig vast aan zijn imago en zijn commerciële onafhankelijkheid. “De Generale Bank had, net als het Gemeentekrediet, nochtans het meest baat bij een samenwerking”, legt Louis Blanchart uit, toenmalig vertegenwoordiger van het Gemeentekrediet binnen Mister Cash. “Aangezien Mister Cash maar twee grote aandeelhouders had, moesten we zwaardere operationele kosten dragen. Bovendien haalde Mister Cash, in tegenstelling tot Bancontact, geen bijkomende inkomsten uit de verkoop en de verhuur van eigen terminals.” Met de voordelen van een commerciële en financiële samenwerking in het vooruitzicht vatten de verschillende partijen in oktober 1988 de officiële fusiebesprekingen aan. De fusie wordt uiteindelijk ondertekend op 22 mei 1989. Nog geen maand later, op 14 juni, wordt Banksys opgericht. Het akkoord kent ASLK, BBL, Gemeentekrediet, Generale Bank en Kredietbank elk 16 % van
de aandelen toe. De resterende 20 % wordt ter beschikking gesteld van andere financiële instellingen. De verdeling ervan moesten ze onderling overeenkomen. Banksys neemt alle activiteiten van de twee voorgangers over. De merken Bancontact en Mister Cash, die bij het publiek intussen al een grote naambekendheid hadden, blijven bewaard en de logo’s worden samengevoegd. De nieuwe onderneming wordt bestuurd door Guy Alloin, een figuur waarin alle aandeelhouders een technologische en ongeëvenaarde commerciële visie herkenden, naast een gewaardeerde diplomatieke aanpak. Guy Alloin ging verder op de weg die hij al bij Bancontact was ingeslagen.
De opbouw van een gemeenschappelijk netwerk Na de fusie komt het erop aan een gemeenschappelijk netwerk te kiezen. Roger Dawans, afgevaardigd bestuurder van de Belgische banken bij S.W.I.F.T., wordt aangeduid om met een voorstel te komen voor de technische integratie van de twee infrastructuren. Om de homogeniteit te bewaren en om zo veel mogelijk kennis in het bedrijf te bewaren blijkt de verdere ontwikkeling
Het congres van Wenen in juni 1987 is het startpunt voor de onderhandelingen om Mister Cash en Bancontact samen te smelten. (v.l.n.r. Marcel Cockaerts, Maurice Mahler, Jean-François de le Court, Michel Geerts, Roland Demol)
van de Bancontact-infrastructuur de beste keuze. Bancontact kon ook een veel minder zware kostenstructuur voorleggen en een ‘end-to-end’ controle over de volledige betaalketen. De meest dringende opdracht was de integratie van alle terminals van Mister Cash – voorheen verbonden met het CIG – met de centrale computer van Bancontact, die door Banksys was overgenomen. Luc Van de Veire, op dat moment verantwoordelijk voor de afdeling Field Services bij Bancontact, herinnert zich: “Alle terminals moesten worden geïntegreerd in één uniform systeem. Daarvoor moesten heel wat toestellen worden vervangen of worden voorzien van nieuwe software om alle kaarten te kunnen
72
Van kaarten en automaten
73
lezen.” Tijdens de aansluiting van een groot aantal bijkomende terminals werd het telecommunicatienetwerk Banconet, dat Bancontact sinds het begin gebruikte, vervangen. Het nieuwe netwerk Baxnet, dat nog beter presteerde, maakte gebruik van het communicatieprotocol X-25. “De migratie van terminals en netwerk werd voltooid op 28
augustus 1991, perfect volgens de initiële, ambitieuze planning die bij de ondertekening van het akkoord was vastgelegd”, aldus Philippe Kempeners, projectverantwoordelijke voor de migratie bij Bancontact. Na de technische aanpassingen neemt het elektronische betaalverkeer in België pas echt een hoge vlucht. De terminals verschij-
De vertegenwoordigers van de belangrijkste financiële instellingen van het land ondertekenen op 22 mei 1989 het akkoord voor de fusie van de twee netwerken. (v.l.n.r. Roland Demol, Roger Dawans, Pierre Coffé, Marcel Cockaerts, Michel Geerts, Jean-Pierre Cardinael, Louis Blanchart, Maurice Mahler, Bruno de Liedekerke, Jean-François de le Court, Godfried Willems)
INTERNATIONAAL BEST – een decennium van bilaterale verbindingen Na de eerste inspanningen in het midden van de jaren 80 om de biljettenverdelers compatibel te maken, werd aan het einde van datzelfde decennium een belangrijke stap gezet naar het verbinden van nationale betaalnetwerken. Samen met de Spaanse operator Sistema 4B en het Portugese SIBS, ontwikkelde Banksys de BEST-software of ‘Bilateral European Standard’. Die interface maakte communicatie in real time mogelijk tussen de centrale computers van de verschillende partijen. De verbinding gebeurde over een privé-netwerk, waardoor het systeem een hogere operationele beveiliging bood aan iedere Belgische kaarthouder die in het buitenland geld opnam. Niet lang na de lancering in 1990 leidde het BEST-concept tot nog meer bilaterale verbindingen. Zo namen ook Nexus (Verenigd Koninkrijk), SSB (Italië), GZS (Duitsland) en American Express al snel deel aan het initiatief. Allemaal brachten ze het logo van hun partners aan op hun biljettenverdelers. Zo herkenden toeristen ook in het buitenland het logo van hun kaart in een oogopslag en de geldopnames in het buitenland raakten al snel ingeburgerd. In 1998 vonden maar liefst 5 miljoen BEST-transacties plaats. Toch werd het systeem in 2000 opgegeven. Het werd toen immers geconfronteerd met een aantal noodzakelijke aanpassingen voor de overgang naar de euro en naar de EMV-norm, en die investering zagen de betrokken partijen niet zitten. Vandaag gebeuren alle internationale operaties via de netwerken van Visa en MasterCard.
nen in alle handelszaken, groot en klein. Bovendien merken de consumenten dat hun bankkaarten steeds gemakkelijker worden aanvaard. De banken besparen jaarlijks miljoenen Belgische franken, waardoor ze zich kunnen richten op het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten. Na vele jaren van investeringen zonder dividend wordt hun Banksys-aandeel in 1993 voor de eerste keer voordelig.
74
Van kaarten en automaten
75
INTERVIEW
De ‘coöpetitie’ tussen de Belgische banken Roger Dawans, in de bankwereld gekend
verrichtingen dan Mister Cash. Het had dan
Hoe waren de verhoudingen tussen
om zijn avant-gardistische ideeën, stond in
ook 60 % van de markt in handen.
de banken op dat moment?
de jaren 70 mee aan de wieg van de bewe-
Bovendien genereerde Bancontact ook
Roger Dawans: “Door de jaren heen
ging naar standaardisering. Hij leidde de
inkomsten uit de verkoop en de verhuur van
schommelden de machtsverhoudingen tus-
afdeling Onderzoek en nadien ook de afde-
eigen terminals. Ten slotte werkte hun cen-
sen twee afdelingen bij de banken. Nu eens
ling Ontwikkeling bij de Generale Bank. Hij
trale computer in real time en was er al spra-
helden ze over naar de informatica-afdelingen,
vertegenwoordigde ook de Belgische banken
ke van een back-upsysteem. Dat garandeer-
die voor integratie van de systemen kozen,
bij S.W.I.F.T. en is vandaag voorzitter van de
de een ononderbroken verwerking van alle
dan weer wonnen de marketingafdelingen
Raad van Bestuur van het EPCI1.
transacties.”
het pleit van de differentiatie. Periodes van technische samenwerking wisselden af met
Op het moment van de fusie moest u kiezen tussen één van beide infrastructu-
Was de fusie gemakkelijk?
jaren van commerciële concurrentie, soms
Roger Dawans: “Op technisch vlak stond
vielen ze ook samen. Toen is de term
niets de koppeling van de twee netwerken
‘coöpetitie’ geboren. Uiteindelijk haalde de
Roger Dawans: “Inderdaad, zeker omdat
in de weg. Beide systemen waren gebaseerd
technische samenwerking het tijdens de
ik zelf uit de Generale Bank kwam. Toch leek
op een gelijkaardig ontwerp, en ze steunden
fusieonderhandelingen dan toch van de
het me toen beter te kiezen voor de infra-
allebei op het gebruik van een pincode en
commerciële meningsverschillen.”
structuur van Bancontact, om de fusie snel
een gestandaardiseerde magneetkaart.
en efficiënt te laten verlopen. Bancontact
De moeilijkheden situeerden zich eerder op
beheerste het netwerk end-to-end, en ver-
commercieel vlak.”
ren. Een moeilijke positie?
werkte op dat moment 50 % meer 1
Electronic Payment Certification Institute
Van kaarten en automaten
77
1990–1993
<
76 778081858689909394979800010203>
De kredietkaart maakt deel uit van het dagelijkse leven Van elitekaart tot gebruikelijk betaalmiddel In de jaren 50 komt in de Verenigde Staten de eerste kredietkaart op de
05
markt. Lange tijd zou ze in hoofdzaak bij de hogere sociale klassen worden gebruikt. Zakenmensen en welgestelde reizigers maken enthousiast gebruik van Diners Club of American Express. Enige tijd later verschijnt de eerste Europese kredietkaart, de Eurocard, die zich eveneens voornamelijk richt op het segment Travel & Entertainment. Het is wachten tot eind jaren 80 en de lancering van Visa op de Belgische markt alvorens de banken de kredietkaart democratiseren. Het succes is meteen aanzienlijk: op enkele jaren tijd worden er meer dan twee miljoen kaarten uitgegeven. Bank Card Company wordt opgericht om het nieuwe volume aan transacties te verwerken.
78
Van kaarten en automaten
79
Van betaaluitstel tot krediet In de jaren 20 verschijnt in de Verenigde Staten de voorloper van de kredietkaart. Handelaars geven zogenaamde ‘bedrijfskaarten’ uit waarmee ze uitstel van betaling verlenen om op die manier klanten aan zich te binden. Dit type kaart werd in 1925 voor
het eerst in gebruik genomen door petroleumbedrijven, in de jaren 30 volgden grote winkelketens en postorderbedrijven. Twintig jaar later verschijnt de accreditiefkaart. Als Travel & Entertainment-kaart (T&E) mikt ze voornamelijk op zakenmensen en welgestelde reizigers. In tegenstelling tot de
SAMENLEVING
Omzet Visa en Eurocard-MasterCard Omzet
1991
1995
Groei
34.895.678 26.451.612 18.815.221 80.162.511
68.272.301 48.066.744 24.594.372 140.933.417
95,65% 81,72% 30,72% 75,81%
(x 1000 BEF)
Belgen in België Belgen in het buitenland Buitenlanders in België TOTAAL (Bron: Bank Card Company – BCC)
Begin jaren 90 stijgt het aantal transacties met kredietkaarten snel.
Eurocheque effent pad voor kredietkaarten De eurocheque verschijnt voor het eerst in 1968. Het is de eerste pan-Europese samenwerking op het vlak van betaalsystemen. Oorspronkelijk werd het betaalmiddel ontwikkeld voor het opnemen van geld in buitenlandse bankagentschappen. In 1972 komt er ook een garantiekaart bij. De kaart waarborgt oorspronkelijk een bedrag van 5 000 BEF (123,94 EUR) dat daarna wordt opgetrokken tot 7 000 BEF (173,53 EUR). Hierdoor kunnen Belgen ook in winkels betalen met de eurocheque. Vanaf dan kent het systeem een gestage groei: tien jaar na de introductie van de eurocheque beschikken meer dan 1,8 miljoen Belgen over een eurochequekaart. In 1984 wordt de eurochequekaart uitgerust met een magneetstrook. Kaarthouders kunnen voortaan ook geld opnemen aan automatische loketten in het buitenland. Daarmee stijgt het gebruik van de kaart verder. In 1986 worden de 2,6 miljoen eurochequekaarten die in België in omloop zijn, uitgebreid met de functies Bancontact en Mister Cash. Naarmate de kredietkaart steeds meer ingeburgerd raakt en de Maestro-functie voor debettransacties in het buitenland zijn intrede doet, wordt de eurocheque steeds minder populair. Het systeem vraagt bovendien een aanzienlijke manuele verwerking en verdwijnt uiteindelijk in 2002, met de overgang naar de euro.
bedrijfskaart werd de accreditiefkaart niet door de handelaars zelf uitgegeven maar door gespecialiseerde ondernemingen. Diners Club en American Express zijn de eersten. Ze bieden de verkopers een betaalgarantie en werken procedures uit om het geld te recupereren bij gebruikers. De T&Ekaart is oorspronkelijk niet ontworpen om krediet te verlenen. Het gaat eerder om uitstel van betaling, of anders gezegd om uitgesteld debet. De Bank of America introduceert in 1958 als eerste de terugbetaling in schijven voor uitgaven met kaart, tegen inning van interest. Als volwaardige kredietkaart gaat de Bankamericard (nu Visa) de concurrentie aan met de consumptiekredietkaarten van de grootwarenhuizen – het begin van een nieuwe betaaltrend in de Verenigde Staten.
Europa lanceert de Eurocard Diners Club en American Express introduceren hun T&E-kaart ook in Europa, met name in België. De kredietkaart doet er pas later zijn intrede. In de jaren 60 richten Zweedse financiers de groep Eurocard op en brengen een internationale betaalkaart op de markt voor hun welgestelde klanten. Al snel begrijpt de Europese banksector dat het beter is een gemeenschappelijk initiatief uit te werken om dit deel van de markt in elk land te bedienen. De Europese banken volgen daarmee het voorbeeld van hun geslaagde samenwerking rond de eurocheque. Ze kopiëren in heel wat landen de structuur van Eurocard en introduceren een kaart met dezelfde naam. Daarbij kiezen ze voor een prijzige, universele kaart, uitgegeven door plaatselijke financiële instellingen.
80
Van kaarten en automaten
81
In 1979 lanceren de grote Belgische en Luxemburgse banken Eurocard BelgiumLuxembourg. Op dat moment hebben een aantal banken een aandeel in het kapitaal van andere kredietkaarten. Zo heeft BBL 15 % van de aandelen van Diners Club Benelux in handen. De BBL verkoopt deze participatie echter snel en concentreert zich op de promotie van Eurocard.
in 1988”, verklaart Bruno de Liedekerke, toenmalig onderdirecteur bij de BBL. “De BBL nam in dat jaar Crédit Européen Luxembourg over en maakte een analyse van hun productportfolio. We raakten overtuigd van het potentieel van de Visa-kaart bij het grote publiek.”
PRODUCT ‘Strijkijzer’ weerstaat elektronisch tijdperk
De eerste kredietkaarten voor het grote publiek Eurocard groeit snel midden jaren 80 zijn er ongeveer 95 000 kaarten uitgegeven. In 1985 wordt Eurocard aanvaard in 12 000 winkels in België en 4,5 miljoen wereldwijd. Nochtans zijn niet alle aandeelhoudende banken overtuigd van de noodzaak om de kredietkaart aan de man te brengen. De positionering van het product beperkt het aantal potentiële klanten. Daarbij komt nog dat veel klanten in het buitenland liever met eurocheque betalen. Die voorkeur wordt alleen maar groter wanneer in 1984 de eurochequekaart wordt uitgerust met een magneetstrook. Met de kaart kan de houder geld opnemen aan bankautomaten in het buitenland. Ondertussen kent ook de Visa-groep een sterke groei in Europa. Banken in Frankrijk,
Op dat moment onderhandelen de Belgische financiële instellingen over de fusie van de netwerken van Bancontact en Mister Cash.
Als eerste Europese kredietkaart mikt Eurocard voornamelijk op welgestelde klanten.
Spanje en Engeland lanceren de Visa-kaart als betaalmiddel voor het grote publiek. Dat resulteert al snel in een toename van het aantal klanten. De Visa-kaart verschijnt ook in Luxemburg en België onder het exclusieve verdeelrecht van Crédit Européen. “De grote stap voorwaarts voor Visa in België kwam er
Tot eind jaren 80 zijn de elektronische winkelterminals niet in staat om kredietkaarten te lezen. Een speciaal toestel, het ‘strijkijzer’, neemt die taak op zich. Dit toestel bevat een vakje waar de kredietkaart precies in past. Om de betaling te aanvaarden moet de handelaar een voorbedrukt papier op de kaart leggen en er een gewicht over laten glijden. Met deze beweging worden de gegevens, die in reliëf op de kaart staan, gekopieerd naar een carbonpapier dat speciaal daarvoor werd ontwikkeld. Elke transactie wordt afgedrukt in drie exemplaren: één voor de klant, één voor de handelaar en één voor het acquiring-bedrijf waarbij de handelaar is aangesloten. De klant plaatst zijn handtekening onderaan het formulier om de betaling te autoriseren. Het ‘strijkijzer’ is relatief goedkoop voor de handelaar, maar zwaar en behoorlijk onhandig. Bovendien garandeert het toestel onvoldoende beveiliging, aangezien de solvabiliteit van de kaarthouder niet wordt gecontroleerd. In bepaalde gevallen moet de handelaar om goedkeuring bellen. Het ‘strijkijzer’ bewijst vandaag nog steeds zijn nut in landen waar de terminal nog weinig of niet wordt gebruikt. Vandaar dat de cijfers en letters op kredietkaarten nog steeds in reliëf staan.
82
Van kaarten en automaten
83
INTERNATIONAAL EMV: de nieuwe beveiligingsnorm voor betaalkaarten In 1996 ontwikkelen Europay, MasterCard en Visa de EMV-norm. De norm moet het frauduleus kopiëren van kredietkaarten tegengaan. Het introduceert een nieuwe technologische standaard en is er vooral op gericht om betalingen met kredietkaarten beter te beveiligen. Het impliceert dat kaarten met magneetstrook moeten worden vervangen door chipkaarten. In België moeten consumenten nu steeds een geheime code invoeren wanneer ze met hun kredietkaart betalen in winkels. Een handtekening hoeft niet langer. EMV definieert een universele interface waardoor eender welke terminal waar ook ter wereld de kredietkaart met chip kan lezen. Om aan de vereisten van EMV te voldoen, moeten alle handelaars, uitgevers van kaarten en acquirers van transacties tegen 2005 aanzienlijke aanpassingen uitvoeren op kaarten, terminals en centrale computers. In geval van fraude is de minst beveiligde partij verantwoordelijk. België ging als een van de eerste landen van start met een EMV-conversieprogramma. Eind 2004 zouden de meeste terminals en alle kredietkaarten conform moeten zijn.
Om deze besprekingen niet in het gedrang te brengen, nodigt de BBL ook de andere banken uit om Visa in België te lanceren. “Na rijp beraad stelden we een gemeenschappelijke aanpak voor om de Visa-kaart te commercialiseren”, herinnert Bruno de Liedekerke zich. “Daniel Cardon de Lichtbuer en ikzelf hebben de verantwoordelijken van alle grote financiële instellingen ontmoet om hen te overtuigen van het enorme potentieel van deze actie. Bepaalde partijen waren onmiddellijk gewonnen voor het idee, anderen waren iets terughoudender. Uiteindelijk wist ons positief business plan iedereen te overtuigen.”
De plotse doorbraak van de Visa-kaart begin jaren 90 is grotendeels toe te schrijven aan de democratische prijs. Maar ook de sterke merkbekendheid speelt een rol. De banken zijn doortastend in het commercialiseren van de kaart, wat niet altijd het geval was met de Eurocard. De Visa-kaart wordt bovendien op heel wat plaatsen aanvaard als betaalmiddel, vooral in Zuid-Europa. Het is dus een belangrijke troef voor de vele Belgische toeristen die jaarlijks naar het Middellandse-Zeegebied trekken. Als reactie op het succes van Visa gaat ook Eurocard zich op het grote publiek richten en de kaart op een gelijkaardige manier promoten.
De kredietkaart aan 800 frank Het akkoord resulteert in 1988 in de oprichting van een nieuwe onderneming, Bank Card Company (BCC). Het bedrijf verwerkt alle transacties en bouwt ook het netwerk uit om kredietkaartbetalingen te aanvaarden. De nieuwe onderneming houdt er van bij de start een actieve commerciële strategie op na. “Samen met de banken lanceerden we een grootse communicatiecampagne om de Visa-kaart aan 800 BEF (19,83 EUR) te promoten”, herinnert Willy Van Passel zich, toen gedelegeerd bestuurder van BCC. “Vergelijk dat met de klassieke kredietkaarten, die jaarlijks gemiddeld 1 800 BEF (44,62 EUR) kostten. De campagne oversteeg alle verwachtingen. In de jaren daarop hebben we ongeveer 2,5 miljoen kaarten uitgegeven.”
Op zoek naar synergieën tussen Visa en Eurocard In 1992 beslissen de aandeelhoudende banken om de activiteiten van Eurocard te integreren in BCC. De kaarten van Eurocard en Visa waren op commercieel vlak immers complementair en het bestaan van twee afzonderlijke structuren voor de verwerking van de transacties leek overbodig. De bankwereld verbetert met die operationele synergie de rendabiliteit van de twee betaalsystemen. Bovendien beantwoordt de productenportefeuille van BCC aan de behoeften van verschillende types handelaars. Voortaan hebben zij één enkele gesprekspartner voor twee verschillende merken.
84
Van kaarten en automaten
85
TECHNOLOGIE Het krediet volgens verschillende formules
Sinds begin jaren 90 kunnen Belgische consumenten de kredietkaart kiezen die het best is afgestemd op hun behoeften.
De meeste kredietkaarten die vandaag in België in omloop zijn, laten een uitgestelde betaling toe, maar zijn niet voorzien van een echte kredietlijn. Aan het eind van elke maand betaalt de kaarthouder zijn volledig saldo terug. In dat opzicht wordt dan ook vaak over ‘uitgesteld debet’ gesproken. De revolving-creditformules of permanente kredieten kennen onder invloed van de Angelsaksische betaalcultuur een belangrijke ontwikkeling. Volgens dit principe betaalt de kaarthouder elke maand slechts een percentage van het uitstaande krediet. Deze formule biedt een zekere financiële vrijheid, maar verhoogt ook het risico voor de financiële instelling. Vandaar de hogere interestvoet. De distributiesector kwam als eerste met kaarten voor permanent krediet (bv. Pass), gevolgd door een aantal banken (bv. Citibank). Het voordeel van de kaarten is dat de klant niet telkens een kredietaanvraag moet invullen voor een tijdelijke financieringsbehoefte of om een aankoop te financieren. In België groeit het gebruik van de betaalkaart met revolving credit, zij het bescheiden. De belangrijkste verklaring voor het matige succes is de hoge spaarratio van Belgische gezinnen.
Ondertussen sluit MasterCard zich aan bij het Eurocard-netwerk en doet zo zijn intrede in Europa. Na de bundeling van de activiteiten van Visa en Eurocard-MasterCard aanvaarden steeds meer verkooppunten de kaarten. Die trend is in alle regio’s merkbaar en in alle types handelszaken. Aansluitend groeit ook het gebruik van de kaart. Belgen bedienden zich tot dan toe voornamelijk van de kredietkaart voor betalingen in het
buitenland, maar gaan er vanaf dan ook steeds meer mee aankopen in eigen land. Bovendien ontpopt de kredietkaart zich ook als het instrument bij uitstek voor reservaties en betalingen op afstand. Producten die veel met kredietkaart worden gekocht zijn vliegtuigtickets, toneeltickets en restaurantbezoeken. Zo blijft de kredietkaart sterk verbonden aan het segment Travel & Entertainment.
86
Van kaarten en automaten
87
INTERVIEW
Belgen lopen niet warm voor revolving credit Willy Van Passel introduceerde in 1988
slechts een fractie van de kaartuitgaven
ven, is niet nieuw. Toen ik nog voor de Royal
de Visa-kaart voor het grote publiek. Hij was
moet worden terugbetaald, wekt sinds kort
Automobile Club België (RACB) werkte, heb
afgevaardigd erebestuurder van het Crédit
ook in België interesse op.”
ik deelgenomen aan het eerste Belgische ini-
Européen België en daarna van Bank Card
tiatief op het vlak van co-branding. Dat was
Company (BCC). Vandaag staat hij aan het
Hoe verklaart u het succes van de kre-
in 1982. We hadden Crédit Européen
hoofd van Twin Services, een bureau voor
dietkaart aan 800 frank?
Luxembourg benaderd om kredietkaarten
financiële consultancy. Al meer dan twintig
Willy Van Passel: “Die promotiecampag-
uit te geven onder de naam RACB/Visa. Met
jaar volgt hij de kredietkaartensector op
ne werd gecoördineerd door BCC, maar uit-
dit initiatief was RACB de eerste onderne-
de voet.
gewerkt door de banken. Het concept steun-
ming die een Visa-kaart aanbood in België.
de op de vertrouwensrelatie tussen bank en
Vandaag is co-branding meer uit op klanten-
kaarthouder. Bovendien beantwoordde de
binding. De punteninzamelingsprogramma’s
kredietkaart aan de specifieke behoeften
die samen met luchtvaartmaatschappijen
Hoe zou u het gedrag van de Belgen met
Angelsaksische landen. Het merendeel van
van consumenten om uitgaven te doen in
worden aangeboden, zijn daarvan een mooi
kredietkaarten omschrijven?
de kredietkaarten die in België werden
het buitenland.”
voorbeeld. Denk aan de kaart die werd uit-
Willy Van Passel: “Ondanks het succes
gecommercialiseerd, kennen dan ook een
gegeven door American Express en SN
van de kredietkaarten blijft België vooral
uitgesteld debet toe en geen kredietlijn. In
De kredietkaarten zijn dikwijls het
een land van debetverrichtingen. De
de Verenigde Staten en het Verenigd
onderwerp van co-branding. Hoe ver-
Belgische consumenten hebben zich altijd
Koninkrijk is de situatie anders. Daar wor-
klaart u die trend?
voorzichtig getoond op vlak van krediet, in
den vooral kaarten met een revolving credit
Willy Van Passel: “Co-branding, of twee
tegenstelling tot gebruikers in de
gepromoot. Die formule, waarbij elke maand
ondernemingen die samen een kaart uitge-
Brussels Airlines.”
Van kaarten en automaten
89
1994–1997
<
76 77808185 8689909394979800010203>
België lanceert de eerste multisectoriële elektronische portemonnee De chipkaart, een klein product wordt groot
06
De chipkaarttechnologie wordt eind jaren 60 gepatenteerd. Het duurt niet lang voor de technologie de financiële sector over de hele wereld weet te bekoren. De chip heeft immers een enorm potentieel om elektronische betalingen te beveiligen. Aanvankelijk twijfelt de Belgische bankwereld om het concept in de praktijk te brengen. In België zorgt de on-line controle immers al voor een zeer hoog veiligheidsniveau. Daarom wordt de chip aanvankelijk ontwikkeld als een elektronische portemonnee. Een technologische krachttoer die heel wat andere landen zou inspireren.
90
Van kaarten en automaten
91
PRODUCT Een antwoord op de nood aan veilige transacties De eerste gepatenteerde chipkaart bevat een elektronisch microcircuit, dat de verbinding maakt met een extern netwerk om gegevens door te sturen. Eind jaren 70 verschijnt de eerste chipkaart met microprocessor, waarvan de capaciteit vergelijkbaar is met die van de eerste pc’s. Zo kan de kaart tegelijkertijd meerdere toepassingen laten draaien. Bovendien biedt de chip mooie perspectieven voor de beveiliging van elektronische transacties. De chip kan immers moeilijk worden gekopieerd, in tegenstelling tot de magneetstrook. Sindsdien inspireerde de chipkaart creatieve ondernemers en R&D-afdelingen over de hele wereld. Zowel de banksector als de wereld van de telecommunicatie en gezondheidszorg waren enthousiast over het potentieel aan beveiliging. Overal… behalve misschien in België, waar de vraag om meer beveiliging niet zo uitdrukkelijk aanwezig was. En terecht: al jaren werd bij elke transactie met Bancontact/Mister Cash het saldo, de pincode en de geldigheid van de kaart in real time gecontroleerd. Daardoor kon België één van de laagste fraudecijfers ter wereld voorleggen.
Een wereldpremière De interesse van Banksys in de nieuwe technologie had dan ook meer te maken met historische en marketingredenen. Het bedrijf werd altijd als een pionier beschouwd in elektronische betalingen en wilde trouw blijven aan dit imago van vernieuwer. De ont-
Proton zorgt voor revolutionair terminalontwerp De C-ZAM/I was de eerste Belgische terminal die chipkaarten aanvaardde en kondigde een nieuwe generatie elektronische betaaltoestellen aan. De terminal werd specifiek ontwikkeld voor Proton. Uiterlijk onderscheidt het toestel zich sterk van vroegere generaties: aantrekkelijker, kleiner en ronder. Bovendien zijn er twee toetsenborden, één voor de handelaar en één voor de klant. Tussen die twee wordt de kaart ingevoerd, een echte innovatie. De C-ZAM/I richt zich vooral tot de kleinhandel. De transacties gebeuren off-line en worden in de terminal opgeslagen tot de handelaar de bedragen overzet naar de eigen rekening. Met de draagbare versie van de terminal kunnen ook op verplaatsing Proton-betalingen worden aanvaard. De C-ZAM/V is gebaseerd op dezelfde technologie en werd ontwikkeld voor integratie in automaten. Het toestel beschikt over een eenvoudig klavier met drie toetsen. Dat maakt het mogelijk om Proton te gebruiken in frisdrankautomaten en parkeermeters.
wikkeling van de chipkaart vroeg echter een aanzienlijke investering, die niet uitsluitend kon worden gerechtvaardigd vanuit een puur marketingstandpunt… Verschillende landen, waaronder Portugal, bestudeerden toen al de mogelijkheid van een elektronische portemonnee met chip die het kleingeld voor kleine aankopen kon vervangen. Banksys zag in deze toepassing meteen de mogelijkheid om kaarthouders een nieuwe dienst aan te bieden. Toenmalig gedelegeerd bestuurder Guy Alloin voorzag dan ook een enorm marktpotentieel voor de elektronische portemonnee.
Na een aantal voorstudies, die al in 1987 begonnen, werd in juni 1993 een grondige studie van de portemonnee opgestart. Die moest onder meer bepalen wie de producent van de kaarten zou worden. Die moest voor Banksys beantwoorden aan drie fundamentele voorwaarden: • Het nieuwe betaalmiddel kon het kleingeld pas vervangen als het niet alleen bruikbaar was in de winkels maar ook in automaten voor sigaretten, frisdrank of parkingtickets. De Belgische portemonnee mocht geen enkele kleine betaling verwaarlozen.
TECHNOLOGIE De chipkaart, een klein technologisch wonder Het eerste patent voor de chipkaart werd in 1968 neergelegd in Duitsland. Het ging om een plastic identiteitskaart met een geïntegreerd circuit dat de verbinding legt tussen een identiteitscode en een systeem dat die code kan herkennen. Enkele jaren later verbeterde de Fransman Roland Moreno dit concept door een pincode (of persoonlijk identificatienummer) in het geheugen te laden. Door de jaren heen heeft de chip met geïntegreerd circuit heel wat aanpassingen ondergaan. De huidige chip meet tussen 2 en 14 mm2 en werkt als een echte processor. Via complexe berekeningsmethoden controleert het systeem in enkele milliseconden de beveiligingssleutels. De chip is geïntegreerd in de plastic kaart en bevat een microprocessor, meerdere geheugens en verschillende soorten receptoren om fraudepogingen te detecteren. Dankzij deze combinatie kan de chip een aanzienlijke hoeveelheid informatie opslaan en de echtheid ervan controleren om de transacties te beveiligen. Het invoeren van een pincode zorgt voor extra bescherming van de transacties. De algoritmes die opgenomen zijn in de kaart maken bovendien integraal deel uit van de aangepaste beveiligingsarchitectuur (waartoe ook heel wat veiligheidsmaatregelen op de terminals en het netwerk behoren). Dat maakt fraude bijna onmogelijk.
92
Van kaarten en automaten
miljoen
93
INTERNATIONAAL Proton-technologie gaat internationaal Kort na de lancering in België kende het concept van de elektronische portemonnee heel wat succes in het buitenland. In 1998 steeg de internationale interesse voor de technologie zelfs zo sterk dat een eigen structuur zich rechtvaardigde. De oprichting van Proton World International (PWI) was een belangrijke gebeurtenis in de banksector. Het was immers de eerste keer dat American Express en Visa samen investeerden in een onderneming. Beiden namen 10 % van de aandelen voor hun rekening. Banksys bleef meerderheidsaandeelhouder met 60 % van de aandelen. De resterende 20 % waren gelijk verdeeld onder het Nederlandse Interpay en het Australische ERG. Op 31 oktober 2001 verwierf ERG alle aandelen van PWI. Door de vele problemen in hun eTicketingactiviteiten kondigde ERG anderhalf jaar later de overdracht van Proton World aan. ST Microelectronics, de Europese specialist in toepassingen met halfgeleiders, nam het bedrijf over. De Proton-technologie is één van de enige elektronische portemonnees die in meer dan één land wordt verkocht. Eind 2002 maakten 30 miljoen chipkaarten in de wereld gebruik van de technologie. In totaal hebben 36 landen een exploitatievergunning, van Maleisië tot Brazilië en van Mexico tot Noorwegen. Proton sleepte ook verschillende onderscheidingen in de wacht, waaronder de Belgische prijs voor de export in 1999.
• Volgens dezelfde logica wou Banksys de portemonnee ook introduceren in verkooppunten waar de elektronische betaling nog niet was doorgedrongen. Het ging daarbij vooral om de vele kleine handelszaken zoals snackbars of bakkerijen. • Ten slotte moest de kaart een waterdichte beveiliging bieden bij het opladen van de elektronische portemonnee. Met deze unieke concepten en de strakke planning van Banksys, beseften de projectdeelnemers al snel dat ze pionierswerk aan het leveren waren, wat hun motivatie meteen vertienvoudigde…
De hele betaalketen betrokken De lancering van het pilootproject voor de elektronische portemonnee was voorzien op 18 februari 1995, anderhalf jaar later. Banksys kon rekenen op een ervaren team onder leiding van Jean-Pierre van Wayenberge, hoofd van de informaticaafdeling, en projectcoördinator Armand Linkens. Ze werden bijgestaan door de volledige Belgische bankwereld en door de producent van de chipkaarten, Bull. Philippe Bellens, verantwoordelijke voor de technische ontwikkeling, herinnert zich: “De chip was op dat moment nog onbekend terrein en verschilde radicaal van de magneetstrook. Bij de ontwikkeling van de elektronische portemonnee kwam het er dus op aan een nieuwe kaart te ontwerpen, de specifieke eigenschappen van de chip vast te leggen, leesterminals te ontwikkelen, bestaande geldautomaten aan te passen, en
de systemen van de banken te veranderen. Kortom, de technologie had impact op de hele infrastructuur…” De chip zou in eerste instantie alleen een rol spelen als elektronische portemonnee. Maar van bij de start was het al duidelijk dat de technologie later ook zou worden gebruikt om transacties met debetkaart te beveiligen. Banksys had toen al een uitgebreide kennis opgebouwd over de beveiliging van kaartbetalingen. Yves Moulart, verantwoordelijk voor dit aspect van het project, paste zijn motto toe: “Prevent, detect, and react. Met deze principes als leidraad wilden we een systeem op poten zetten dat elke poging tot vandalisme ontmoedigt, fraude opspoort, en snel en efficiënt reageert op elke aanval tegen het systeem.”
De geboorte van Proton Op deze basis kreeg het concept van de Belgische elektronische portemonnee stilaan vorm. Er ontstaan twee terminaltypes: de C-ZAM/I voor de toonbanken en de C-ZAM/V voor frisdrankautomaten, parkeermeters en andere automaten. Beide zijn ont-
Aantal Proton-transacties
120 100 80 60 40 20 1998 1999 2000 2001 2002 2003 (Bron: Banksys)
Het aantal transacties met Proton stijgt stelselmatig. In 2003 voerden Belgische consumenten 107 miljoen betalingen uit met hun elektronische portemonnee.
worpen met de elektronische portemonnee in het achterhoofd, maar even gemakkelijk te gebruiken als de traditionele automaten met muntstukken. De kaart kan worden opgeladen op elke geldautomaat en aan de Proton-palen die specifiek voor de toepassing werden ontworpen. De gebruiker moet enkel zijn geheime code invoeren. Alles was nu klaar voor de overgang naar de pilootfase. Alles, behalve één essentieel onderdeel van de marketingstrategie: de naam. Er kwamen heel wat voorstellen en
94
Van kaarten en automaten
95
discussies, maar uiteindelijk haalde Proton – symbool van de basisbouwsteen van een atoom – het van EureCash, CashCard en Omega.
Tot in de puntjes gepromoot De pilootfase startte op 18 februari 1995 in Leuven en Waver. De kaarten en de terminals worden uitgebreid voorgesteld aan de pers en met marketingacties bekend gemaakt bij handelaars en consumenten. Armand Linkens: “Het project kon enkel slagen door een maximale verspreiding van het
product. De steun van de bankwereld en het akkoord van de handelaars waren dan ook doorslaggevende factoren voor een succesvolle lancering. De vertegenwoordigers van Proton gingen van winkel naar winkel om hun verhaal te doen over de voordelen van het nieuwe product.” De betalingen met Proton gebeuren off-line, waardoor handelaars hun telefoonkosten kunnen beperken. Bovendien verlagen elektronische betalingen het risico op diefstal en overvallen. Ook hun klanten toonden zich tevreden. De kaart is gemakkelijk te gebrui-
SAMENLEVING De sociale identiteitskaart Vanaf eind 1998 heeft iedereen die aangesloten is bij de Belgische sociale zekerheid een SIS-kaart (Sociaal Informatiesysteem), ook wel sociale identiteitskaart genoemd. De kaart veranderde ingrijpend de organisatie van de gezondheidszorg in België. Net als de klevertjes van de mutualiteit bevat de SIS-kaart alle publieke informatie van de kaarthouder: naam, voornaam, geboortedatum, geslacht, rijksregisternummer en identificatienummer voor de sociale zekerheid. Voortaan worden al deze gegevens opgeslagen op de chip. Dat maakt van de SIS-kaart een volledig beveiligd miniatuurdossier. De kaart bevat ook meer vertrouwelijke informatie, die nuttig is wanneer er effectief gezondheidszorg nodig is. Alleen bevoegde personen en officiële instellingen hebben toegang tot deze informatie via een terminal en een specifieke elektronische sleutel. De meeste terminals die werden ontwikkeld om betalingen met Proton uit te voeren kunnen ook de SIS-kaart lezen, waardoor apothekers met één toestel twee kaarttypes kunnen lezen.
ken, de betaling verloopt steeds correct en de vele muntstukken worden overbodig. De lancering werd al snel een succes. Eind oktober 1995 waren er 750 terminals geïnstalleerd en 100 000 kaarten in omloop. In mei 1996 werd Proton nationaal gelanceerd, een evenement dat in de rest van de wereld met interesse werd gevolgd.
Een sprong over de grenzen van de banksector heen België slaagde in de uitdaging en was het eerste land dat de herlaadbare chipkaart op nationaal niveau lanceerde, en niet langer in een beperkte pilootomgeving. Proton werd in verschillende sectoren geïntroduceerd, ook in markten waar elektronisch betalen nog niet was doorgedrongen. Nederland was zich bewust van de Belgische krachttoer en onderhandelde meteen met Banksys over de lancering van een Nederlandse elektronische portemonnee. Enkele maanden na het pilootproject in Leuven en Waver werd ChipKnip operationeel. Er volgden contracten met Zwitserland, en nog later met Australië, Zweden, Canada en Mexico. Er werd zelfs een internationaal licentiecontract afgesloten met American Express. Maar de Belgische banken vonden het niet hun taak om de Proton-technologie te commercialiseren in het buitenland. Banksys riep daarom samen met een aantal partners Proton World International in het leven. Samen met de geografische expansie van de Proton-technologie kwamen er verschillende nieuwe toepassingen voor de chip. Zo werd de chip in januari 1999 geïntegreerd in
de nieuwe Belgische debetkaarten om de veiligheid te verhogen. Vanaf 2001 controleert de chip de geheime code tijdens Bancontact/Mister Cash-transacties. In België oversteeg de technologie van de chipkaart net als in andere landen de grenzen van de bankwereld. Er kwamen talloze toepassingen, waaronder de SIS-kaart, de SIM-kaart voor gsm’s, de elektronische identiteitskaart en de toegangscontrole.
Een trage inburgering Hoewel Proton een technologische krachttoer was, beantwoordde het commerciële succes niet aan de verwachtingen. Het gebruik ervan kende een piek bij de overgang naar de euro, maar viel daarna terug. “Voor de Belgische consument, die al geruime tijd gewend was aan de debetkaarten, bleek Proton te weinig aantrekkelijk”, oordeelt Jean-Pierre van Wayenberge. “De meeste bedragen die geschikt zijn voor Proton, kunnen namelijk ook met Bancontact/Mister Cash worden betaald, waarbij de kaart bovendien niet moet worden opgeladen. Het concept had misschien een nog grotere commerciële impact kunnen hebben indien het onmiddellijk werd gecombineerd met de ruime waaier aan toepassingen die op de chip kunnen draaien.” Kortom, de oplossing wordt niet zozeer geconfronteerd met technologische moeilijkheden, maar moet vooral een verandering in de gewoonten van de gebruiker teweegbrengen. Om een nieuw elan te creëren, wordt het tegen eind 2004 mogelijk om de kaart automatisch te herladen.
96
Van kaarten en automaten
97
INTERVIEW
Proton: uniek in meer dan één opzicht Armand Linkens, huidig Group Vice-
kaarthouders. We hebben de volledige
Proton maximaal te verspreiden maakte
President bij ST Microelectronics, kwam in
betaalketen herdacht, en werden in onze
zeker het verschil tussen ons product en de
december 1989 bij Banksys en organiseerde
ideeën gesteund door de bankwereld. De
buitenlandse projecten, die veel klein-
de lancering van de Proton-kaart in België.
commerciële teams van Banksys en de ban-
schaliger waren. Bovendien pasten we met
Hij onderstreept het unieke karakter van het
ken waren bovendien vlekkeloos op elkaar
de hulp van de banken de terminals aan,
Proton-concept.
afgestemd en maakten van de lancering een
zodat ze ook voor het opladen konden
echt evenement.”
worden gebruikt. Vandaag lijkt het misschien banaal, maar die mogelijkheid is een
Hoe verklaart u het succes van Proton
Hoe uniek is Proton vanuit technisch
enorme technologische prestatie, die weinig
tegenover de buitenlandse elektro-
oogpunt?
landen ons hebben nagedaan.”
nische portemonnees?
Armand Linkens: “Proton was de eerste
Armand Linkens: “Proton genoot vanaf
herlaadbare elektronische portemonnee die
het begin een globale langetermijnvisie. In
in verschillende sectoren kon worden
dat opzicht is de naam trouwens zeer goed
gebruikt. Sommige gelijkaardige kaarten in
gekozen, aangezien die verwijst naar een
het buitenland, zoals in Denemarken, kon-
elementaire bouwsteen. Alle materie is
den toen nog niet worden herladen. Wij zijn
namelijk opgebouwd uit… protonen. We
uitgegaan van het idee om één enkele kaart
ontwikkelden het project in de ruimst moge-
te ontwikkelen voor kleine betalingen die
lijke context. We hielden rekening met de
zowel aan automaten als in de winkel kon
eisen van de banken, de handelaars en de
worden gebruikt. Onze vastberadenheid om
Van kaarten en automaten
99
1998–2000
<
76 778081858689909394979800010203>
De hoge vlucht van de elektronische handel Internet herdefinieert de betaling op afstand Wanneer het World Wide Web in het begin van de jaren 90 voor het eerst
07
opduikt, werpt het internet zich op als hét communicatie- en informatienetwerk bij uitstek. Verkopers spelen handig in op de nieuwe situatie en bieden hun producten aan via het internet. De betaalmethodes verfijnen continu. Toch is de Belg niet onder de indruk van de elektronische handel. De eBankingtoepassingen kennen echter wel succes. Isabel – het eBankingsysteem voor bedrijven – katapulteert België zelfs tot koploper in dit domein.
100
Van kaarten en automaten
101
Reële stijging van het virtuele De ontwikkeling van het populaire, interactieve World Wide Web is de motor van het internetsucces. Dankzij de hoge communicatiesnelheid van de breedbandaansluiting zet het medium een stevige voet aan wal in de ICT-wereld. In België vertienvoudigt het aantal internetverbindingen tussen november 1998 en april 2004, van 151 168 tot 1 591 873. Dat komt overeen met ongeveer 36 % van de Belgische gezinnen.
Ook de handelaars profiteren van de nieuwe on-line mogelijkheden. Internetgebruikers ontdekken al gauw de eenvoud van de uitgebreide, internationale verkoopscatalogussen op het net. Alle artikelen zijn beschikbaar op elk uur van de dag, er zijn geen verplaatsingskosten en de tijdswinst is fenomenaal. Surfers laten zich verleiden door het medium en liggen op de loer voor nieuwe technologieën die hun internetactiviteiten nog verder vereenvoudigen.
Veel Belgische gezinnen gebruiken een kaartlezer om bij hen thuis bankoperaties uit te voeren.
PRODUCT De bankwereld aanvankelijk buitenspel
C-ZAM/PC opent de weg naar een beveiligd internet De C-ZAM/PC-terminal is een chipkaartlezer die wordt verbonden met de pc van de gebruiker. Het apparaat werd ontwikkeld in het kader van het Proton-project en maakt het mogelijk om van thuis uit betalingen uit te voeren met Bancontact/Mister Cash en Proton. De veiligheid van het systeem is vergelijkbaar met die van de klassieke betaling in de winkel. Bovendien kunnen gebruikers hun Protonkaart opladen via het internet. De terminal is extern aangesloten op de pc. De geheime code wordt dus niet meer over het netwerk gestuurd maar blijft lokaal. Zo kunnen virussen en fraudeurs niet aan de code. De terminal controleert de identiteit van de gebruiker op het toestel zodat zijn gebruik niet beperkt is tot één specifieke bankkaart of gebruiker. Ondanks de indrukwekkende technische prestaties is de C-ZAM/PC geen overdonderend succes. De verscheidenheid van het informaticapark bemoeilijkt de technische ondersteuning aan de gebruikers. Bovendien vinden internetgebruikers de terminal te duur, en banken en handelaars twijfelen om te investeren in een systeem dat slechts relatief weinig wordt gebruikt. De elektronische identiteitskaart zou daar verandering in kunnen brengen.
1
Bron: Statbel
De kredietkaart komt aan deze noden tegemoet en lijkt de ideale oplossing voor de elektronische betaling, maar biedt slechts een beperkte beveiliging tegen fraude. Op het internet volstaat het immers om het nummer en de vervaldag van de kaart te communiceren om een financiële transactie te kunnen doorvoeren. Deze gegevens zijn voor sommige informatici vrij gemakkelijk te onderscheppen. Virtuele handelaars gaan daarom op zoek naar een nieuwe, beveiligde betaalmethode. De bankwereld twijfelt om in te grijpen. De eerste stappen worden daarom gezet door technische bedrijven. Ze focussen hun inspanningen op twee soorten oplossingen. De creatie van ‘elektronisch geld’, opgeslagen op een chip, is er daar één van. Ondanks het sterk praktische karakter van het systeem, blijft het gebruik ervan beperkt. De
tweede reeks oplossingen verhoogt het veiligheidsniveau van de betalingen met kredietkaarten op het internet.
Eerste beveiligingen op het internet Het SSL-protocol (Secure Socket Layer) werkt zich als eerste in de kijker. De beveiligingsmaatregel wordt in 1994 gelanceerd door Netscape en wordt geïntegreerd in de voornaamste webbrowsers. Het protocol codeert alle gegevens die de gebruiker op het internet ingeeft. Toch is de beveiliging niet sluitend. Ze treedt slechts in werking wanneer er gegevens worden uitgewisseld en verlaagt hoegenaamd niet het gevaar van bepaalde webcriminelen. Alle informatie is immers opgeslagen op de server van de handelaar, en ook de identiteit van de betaler kan niet worden geverifieerd. Toch wordt deze beveiligingsmethode tot op vandaag nog veel gebruikt, vooral bij gebrek aan een beter systeem. In totaal is
102
Van kaarten en automaten
103
TECHNOLOGIE Bericht versleutelen: Boodschap wordt verwerkt als Bob ze met de publieke sleutel van Alice ondertekent
Handtekening
BOB
ALICE
In 2000 zetten de Belgische banken en Banksys het banxafe-concept op poten. De service garandeert de on-line gebruiker – zowel consument als handelaar – dezelfde veiligheid als bij de klassieke betaling in de winkel. Het systeem combineert drie technologieën om dit doel te bereiken: de chipkaart, de C-ZAM/PC-kaartlezer, die wordt aangesloten op de pc van de gebruiker, en een veiligheidsprotocol.
De Belgische bankwereld reageert
nog 70 % van de internetgebruikers terughoudend om hun kredietkaartnummer over het net te sturen. Toch wordt 94 % van de betalingen op het internet in België uitgevoerd met kredietkaarten. De afwezigheid van een sluitende betaalgarantie schrikt ook de virtuele verkopers af. Zij lopen het risico dat hun facturen worden gecontesteerd. De banken zijn allerminst opgetogen over deze gang van zaken, omdat zij de kosten dragen van fraudeonderzoeken en daaraan gekoppelde terugbetalingen.
Alice’s publieke sleutel
Alice’s private sleutel
Boodschap wordt niet verwerkt als Bob ze niet ondertekent met de publieke sleutel van Alice
(Bron: BVB)
Belgische betalingen in alle veiligheid In de winkel zijn prijs en kwaliteit doorslaggevend om tot een aankoop over te gaan. Op het internet is de veiligheid van de transactie cruciaal. Drie onderdelen zijn belangrijk om absolute veiligheid te garanderen: de identificatie van de gebruiker, de geldigheid van het certificaat en de vertrouwelijkheid van de informatie. Encryptie komt het meest tegemoet aan deze drie eisen. Bij encryptie worden de gegevens immers gecodeerd en onleesbaar gemaakt voor iedereen die het bericht onrechtmatig ontvangt. De inhoud blijft bovendien ongewijzigd. Het bericht kan symmetrisch of asymmetrisch versleuteld zijn. In de symmetrische oplossing is één enkele geheime sleutel – gekend door beide partijen – voldoende om de inhoud te coderen en te decoderen. Dit procédé werkt enkel wanneer de twee partijen elkaar kennen en is ontoereikend voor gebruik op het internet. Daar wordt de asymmetrische encryptie toegepast. Het systeem verbindt een publieke en een private sleutel met een veiligheidsalgoritme. De publieke sleutel van de verzender codeert het bericht en de private sleutel van de ontvanger decodeert de data. De private sleutel wordt ook gebruikt om het bericht elektronisch te ondertekenen. Zo kan de ontvanger steeds de identiteit van de verzender controleren. Het systeem van Isabel baseert zich op deze principes om de veiligheid van transacties met chipkaarten te garanderen.
104
Van kaarten en automaten
105
Aanvankelijk maakt banxafe gebruik van het SET-protocol (Secure Electronic Transaction), een standaard ontwikkeld door Visa en MasterCard. Het protocol identificeert de partijen die bij de betaling betrokken zijn en betekent een grote stap voorwaarts op het vlak van internetveiligheid. “De internetgebruikers hoeven hun kaartnummer niet meer rechtstreeks in te geven op het internet. Ze stoppen de kaart in een lezer die in verbinding staat met de pc en voeren hun geheime code in op het klavier van de lezer”, vertelt Bernard van der Lande, Departementshoofd e&m Commerce bij Banksys. “Met die code kan worden nagegaan of de kaart effectief toebehoort aan de gebruiker. De gegevens worden gecodeerd en rechtstreeks naar de banxafe-server gezonden. De informatie hoeft niet meer langs de website van de handelaar. Zo kunnen hackers de gegevensstroom niet meer onderscheppen. Het risico op fraude wordt daardoor aanzienlijk gereduceerd.”
Een antwoord met 3D secure Het systeem vertegenwoordigt de veiligste manier van betalen op het internet. Het prijskaartje is echter aan de hoge kant en de technologie is moeilijk op grote schaal te implementeren bij de consument en de handelaar. Visa en MasterCard leggen de ontwikkeling van SET stil en maken plannen voor een nieuw protocol, 3D secure. In 2003 volgt ook banxafe. “We baseerden ons op 3D secure om een beveiligde en betrouwbare oplossing te ontwikkelen”, legt Bernard van der Lande uit. De technologie wijst de
laten zich daarbij inspireren door het selfbankingprincipe uit het midden van de jaren 80 en phone banking uit het begin van de jaren 90. Consumenten beschikken nu over een ruime waaier van mogelijkheden om hun banktransacties uit te voeren zonder bij hun bank langs te gaan. De technologie verschilt van bank tot bank. Zo is er bijvoorbeeld de Digipass, die
bij elke sessie van de gebruiker een nieuw paswoord creëert. De continu vernieuwde toegangscode kan ook worden gebruikt om een digitale handtekening te genereren. De verschillende betaalsystemen remmen echter de groei van de on-line handel. Banksys, Fedict en andere spelers zitten momenteel samen om gezamenlijke standaarden te creëren voor de Belgische markt.
INTERNATIONAAL Steeds meer Belgen shoppen on-line, maar de impact van de technologie blijft onder de verwachtingen.
kopers onmiddellijk door naar de bank voor een echtheidscontrole van de transactie. Daar moeten ze hun identiteit bewijzen. Zo worden alle achterpoortjes gesloten voor computerpiraten. De handelaars met de logo’s ‘Verified by Visa’ en ‘MasterCard Secure Code’ op hun website gebruiken het nieuwe beveiligingssysteem. De nieuwe garanties verhogen het vertrouwen van kopers en verkopers en stimuleren van dan af aan de verdere ontwikkeling van de elektronische handel.
België haalt achterstand op het vlak van eCommerce in België kent een achterstand op het vlak van eCommerce. Volgens een enquête uitgevoerd door de Europese Commissie in september 20031 heeft slechts 12 % van de Belgen al op het internet gekocht. Het Europese gemiddelde bedraagt 16 %. De hoofdreden voor deze zwakke score is de afwezigheid van toegang tot het internet. Op de tweede plaats komt de lauwe interesse voor het on-line shoppen, en op drie staat het gebrek aan vertrouwen. In veel gevallen heeft dat wantrouwen te maken met de veiligheid van de on-line betaling. Toch zit de technologie in de lift. Volgens Bank Card Company (BCC) is de stijging van het aantal transacties in de eerste vier maanden van 2004 dubbel zo groot als in dezelfde periode van het jaar daarvoor. Eén van de redenen van deze groei is het toegenomen vertrouwen van de consument dankzij de ‘Verified by Visa’ en de ‘MasterCard Secure Code’-labels. Ook de grotere concurrentie tussen internetproviders komt de on-line betaling ten goede.
Automatische thuisloketten Tegelijk met het banxafe-project verfijnen de banken hun eigen internetsystemen. Ze
1
European Union public opinion on issues relating to business-to-consumer e-commerce. Maart 2004.
106
Van kaarten en automaten
107
Plaats van België in het elektronisch bankieren Standaardisering & beveiliging België 1 Duitsland 6 Finland 2 Frankrijk 2 Japan 7 Nederland 5 Verenigd Koninkrijk 8 Verenigde Staten 8 Zweden 2
Aanpassingsvermogen van de financiële sector 2 6 2 8 9 7 4 1 4
(Bron: internationale ICT-toets bancaire sector 2000 in opdracht van het Nederlands Ministerie van Economische Zaken)
Een unieke banksoftware voor de bedrijfswereld Belgische ondernemingen kunnen al vanaf 1996 een beroep doen op gestandaardiseerde methodes om hun bankoperaties uit te voeren. Het Isabel-platform werd in 1994 ontwikkeld door de BBL, Generale Bank en Kredietbank en is een interface voor de verwerking van financiële operaties op afstand. Het systeem is bovendien identiek voor elke bank, wat erg wordt gewaardeerd door investeerders en zakenmensen. Met één enkel softwarepakket kunnen ondernemingen al hun financiële operaties uitvoeren, ook bij verschillende banken. Bankuittreksels kunnen elektronisch worden ontvangen en betaalopdrachten worden langs dezelfde weg verstuurd.
SAMENLEVING Isabel, bancair platform voor ondernemingen België is leider op het vlak van veiligheid en standaardisering van de elektronische betaling.
Vroeger had elke financiële instelling haar eigen informaticasysteem en moest de bedrijfswereld zich daar naar schikken. Isabel gebruikt een gepersonaliseerde klantensoftware en een chipkaart. De beveiliging is gebaseerd op een asymmetrische codering en een aantal sleutels. Deze technologie garandeert de integriteit, authenticiteit en vertrouwelijkheid van de elektronische communicatie. Ze dient eveneens als digitale handtekening. Een enquête uitgevoerd door het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken plaatst ons land aan de kop van het eBankingpeloton. Een resultaat dat eens te meer getuigt van onze knowhow in het domein van de elektronische betaling.
Isabel (Interbank Standards Association Belgium) werd opgericht in 1996 en telt ondertussen een honderdtal werknemers. Het bedrijf is in handen van Dexia, Fortis, ING en KBC en kent een aanzienlijk succes. Meer dan 20 banken bieden hun klanten immers de Isabel-diensten aan. Elke dag voeren 45 000 bedrijven hun transacties on-line uit. Dat komt neer op meer dan 16 miljoen transacties per maand. Isabel is gestructureerd rond drie belangrijke pijlers: eBanking neemt het elektronisch bankieren voor zich, eInvoice verstuurt en ontvangt facturen via elektronische weg en eGovernment verzorgt de communicatie met de overheid. Zo maakt het programma Isabel OfficeSign 5.0 het mogelijk om documenten zoals BTW-aangiftes, bedrijfsvoorheffingen en RSZ-aangiftes te beveiligen en te ondertekenen voor ze worden doorgestuurd naar overheidsinstellingen. Ook professionals kunnen van deze functies gebruik maken voor contracten, e-mails of offertes.
108
Van kaarten en automaten
109
INTERVIEW
Een vaste waarde voor grote en kleine Belgische ondernemingen Philippe R. Dubois is gedelegeerd bestuurder van Isabel. Hij legde mee de fun-
overgang naar het jaar 2000 en de komst van
Waarom is Isabel zo succesvol?
de euro. Ook de bedrijfswereld stond als
Philippe R. Dubois: “Isabel is een oplos-
één man achter een geïntegreerde, multi-
sing op maat van ondernemingen die
bancaire oplossing.”
elektronisch willen communiceren met hun
deringen van het interbancaire project en was betrokken bij de concretisering ervan in België.
financiële en commerciële partners. De Isabel is – opnieuw – een collectief
interface is gepersonaliseerd, uiterst
project. Waar komt die Belgische
gebruiksvriendelijk en maakt het mogelijk
samenhorigheid vandaan?
om veilig bankoperaties uit te voeren,
Philippe R. Dubois: “Dat heeft waar-
elektronische facturen uit te wisselen en
schijnlijk te maken met de ‘grootte’ van
gegevens in te vullen op overheidssites. Zo
België. In een klein land maakt eendracht
wint de gebruiker kostbare tijd. Bovendien
macht. Veel landen zijn jaloers op onze
is Isabel eenvoudig te integreren met
Waarom hebben de banken gekozen
hoog kunnen oplopen. Dankzij het Isabel-
vooruitstrevende houding. De Belgen die
andere interne toepassingen zoals boek-
om hun onderlinge communicatie voor
platform kunnen de financiële instellingen
aan de basis liggen van alle grote realisaties
houdprogramma’s, factureringspakketten en
eBanking te standaardiseren?
de kosten verdelen en hun eigen systemen
begrijpen de essentie van de economie:
bedrijfsmanagementsoftware. Daarnaast
Philippe R. Dubois: “De behandeling van
integreren in een groter geheel. Vooral dat
samenwerken wanneer op eigen houtje
beschikt Isabel over een geavanceerd
een betaling is geen differentiërende factor
laatste was een sterk argument in de jaren
handelen niets opbrengt en de concurrentie
beveiligingssysteem, gebaseerd op inter-
voor de banken. Het is een standaard-
90, want heel wat banken moesten hun
zijn gang laten gaan wanneer verscheiden-
nationaal erkende standaarden.”
operatie, maar wel één waarvan de kosten
informaticasystemen aanpassen voor de
heid de sleutel tot succes is.”
Van kaarten en automaten
111
2001–2002
<
76778081858689 909394979800010203>
De euro wordt een dagelijkse realiteit Een voorbeeldige Belgische overgang 1 januari 2002. De euro doet zijn intrede in de portemonnee van miljoenen
08
Europeanen. Voor de bevolking is het waarschijnlijk het meest zichtbare aspect van de overgang naar de eenheidsmunt. Toch is deze fase het resultaat van een jarenlange voorbereiding. De Belgische banksector ging zeven jaar daarvoor al aan de slag. Alle financiële instellingen en Banksys volgden een nauwgezet scenario onder toezicht van de Nationale Bank van België. Terminals, bankkaarten en infrastructuren werden aangepast met voorsprong op de rest van de Europese Unie.
112
Van kaarten en automaten
113
Een munt met een lange geschiedenis Het Verdrag van Maastricht uit 1992 zet de Europese droom van een Economische en Monetaire Unie om in concrete actiepunten. De Europese lidstaten richten instellingen op en vaardigen nieuwe maatregelen uit om de
komst van de eenheidsmunt grondig voor te bereiden. In mei 1998 voldoen al elf van de vijftien landen aan de criteria van het Verdrag van Maastricht. Dit groepje lidstaten gaat het eerst van start met de voorbereidingen op de komst van de euro.
TECHNOLOGIE
Procentuele evolutie van de zichtrekeningen in euro 30/09/00 Consumenten 1,2 Ondernemingen 6
31/12/00 1,8 8
(Bron: ramingen van de BVB)
De euro in twee versnellingen De aanpassingen van de introductie van de euro werden gegroepeerd in twee duidelijk afgelijnde fases. De introductie van de girale euro trekt
de eerste fase op gang. Op 1 januari 1999 worden de omzettingswaarden van de euro vastgelegd voor de lidstaten. Op dat moment schakelt België over op een tijdelijk systeem van twee valuta. De financiële sector bereidt zich voor om transacties te behandelen in beide valuta. Tijdens deze drie jaar durende overgangsDidier Reynders, Minister van financiën, haalt de eerste eurobiljetten uit de geldautomaat (2001-2002). periode worden de consumenten geïnformeerd over de euro, worden de biljetten gedrukt en de munten geslagen. De bevoorrading van de euro aan alle betrokken partijen start op. Ook de overheidsinstellingen gebruiken steeds vaker de euro. Op 1 januari 2002 kan elke inwoner van de eurozone de nieuwe munten en biljetten gebruiken. Deze
periode staat geboekstaafd als de ‘chartale’ fase. Vanaf deze datum wordt alles in het werk gesteld om de Belgische frank zo snel mogelijk uit circulatie te halen. Op 28 februari 2002 wordt de euro het enige wettelijke betaalmiddel.
België is één van die landen en focust zich vanaf dat ogenblik op twee concrete data: 1 januari 1999, de start van de overgangsperiode waarin de euro en de Belgische frank naast elkaar worden gebruikt, en 1 januari 2002, de intrede van het contante eurogeld. België pakt het project minutieus aan om de deadline te halen.
Een nationaal opzet Ons land start als eerste met de voorbereidingen. In november 1996 richt de regering het Commissariaat-generaal voor de euro op. Deze federale instelling gaat aan de slag in het eerste trimester van 1997 en orchestreert de overgang naar de nieuwe munt. Jan Smets, Commissaris-generaal voor de euro van april 1999 tot april 2002, blikt terug: “Slechts enkele maanden na de definitieve bekendmaking dat de euro er aankwam, hadden we onze strategieën al volledig uitgelijnd. Het Commissariaat-generaal was verantwoordelijk voor de coördinatie van de voorbereidingen en moest waken over een goede samenwerking tussen de verschillende partijen.”
31/03/01 2,5 10
30/06/01 3,4 17
30/09/01 60 30
01/01/02 100 100
In de tweede helft van 2001 worden zichtrekeningen in snel tempo omgeschakeld naar de euro.
Een werkgroep wordt opgericht om de financiële sector bij te staan in de overschakeling en specifieke actiepunten voor alle belangrijke spelers te definiëren. Zo valt de productie van de eurobiljetten en munten onder de bevoegdheid van de Nationale Bank van België en de Koninklijke Munt. Verder engageren de banken zich voor de gratis omschakeling van de Belgische frank naar de euro en past Banksys het netwerk voor elektronische betalingen aan. Daar horen ook alle terminals en betaalkaarten bij. Banksys moet zo de infrastructuur klaarstomen voor de twee valuta tijdens de overgangsperiode vanaf 1 januari 1999, en de informatica updaten voor de komst van de eurobiljetten drie jaar later.
Een stille revolutie tot 1999 De aanpassing van het netwerk voor elektronische betalingen is in verschillende opzichten een grote uitdaging. Het volledige systeem – hardware én software – wordt vernieuwd. Banksys opteert voor een langetermijnvisie die rekening houdt met de continue, technologische evolutie in de
114
Van kaarten en automaten
115
PRODUCT C-ZAM/SMASH trekt resoluut de kaart van de toekomst In 1999 komt de moderne C-ZAM/SMASH-terminal op de markt. Het toestel is een revolutionaire stap voorwaarts in meerdere opzichten. De terminal herdefinieert de architectuur van de software en hardware van vorige generaties en kan als eerste alle betaalkaarten lezen. De universele Java-interface maakt het bovendien mogelijk om verschillende niet-bancaire toepassingen aan te bieden, waaronder getrouwheidsprogramma’s, de SIS-kaart en de elektronische identiteitskaart. De C-ZAM/SMASH is compacter dan de voorgangers en wordt geleverd met een nieuwe, krachtige processor die de veiligheid nog verder verhoogt. Dankzij de moderne communicatietechnologie TCP/IP verhoogt de snelheid van de transacties en kan de informatie-uitwisseling met de centrale server worden gestandaardiseerd. Bovendien is het de eerste Belgische betaalterminal die kredietkaarten met chip kan lezen. België beschikt sinds de lancering van de C-ZAM/SMASH over het meest moderne en betrouwbare terminalpark ter wereld, een evolutie die ook in het buitenland niet onopgemerkt voorbij gaat. De terminal wordt in grote hoeveelheden geëxporteerd naar de Scandinavische markt, Zwitserland, Nederland en Spanje, maar ook naar verre horizonten zoals Noord-Amerika en het Midden-Oosten.
wereld van het elektronisch betalen. Ze moderniseert de centrale computers en brengt een nieuwe generatie terminals op de markt. Die vervangen de oudere toestellen die over onvoldoende geheugencapaciteit beschikken om transacties af te handelen in
twee verschillende valuta. De nieuwe terminal krijgt de naam C-ZAM/SMASH en profileert zich niet enkel als de euroterminal, maar eveneens als de terminal voor de toekomst. Intussen past Banksys de systemen ook aan voor de overgang naar het millenniumjaar 2000.
In de drie jaar vóór 1 januari 1999 werkt Banksys nauw samen met het Commissariaatgeneraal voor de euro en alle financiële instellingen om de compatibiliteit van de volledige infrastructuur met de euro te garanderen. Het netwerk wordt uitgerust met het populaire Transmission Control Protocol/Internet Protocol (TCP/IP) uit de informaticawereld, die het X25-protocol ver-
vangt. Deze aanpassing is uniek in de wereld, verbetert de performantie van het netwerk en maakt het compatibel voor tal van nieuwe toepassingen. De overgang naar het nieuwe protocol is bovendien noodzakelijk voor een optimale werking van de nieuwe terminal. Tijdens de aanpassingsperiode blijft het elektronische betaalverkeer continu beschikbaar. Ondanks enkele storingen in mei en juni
116
Van kaarten en automaten
117
2001, gebeurt de aanpassing van terminals en netwerken zonder noemenswaardige problemen voor de consument of handelaar.
De eerste tekenen van de euro Op 1 januari 1999 schakelt de financiële sector over op de euro. Zoals wettelijk voorzien gebeuren voortaan alle transacties tussen banken in euro en ook de financiële markten maken succesvol de sprong naar de nieuwe munt. De Belgische consumenten ontdekken de dubbele prijszetting in de winkel en kunnen bij de bank terecht om hun rekening om te zetten in euro. Consumenten en handelaars kunnen het moment van de omschakeling van hun rekeningen kiezen. Die wordt doorgevoerd door de banken. Voor de terminals gebeurt dit door het versturen van een aantal informaticaparameters naar de toestellen. De optie is onomkeerbaar en zet ook automatisch alle Bancontact/Mister Cash-kaarten om die aan de rekening verbonden zijn. Vanaf 2001 wordt aan alle handelaars, die nog niet beschikken over een eurocompatibele terminal, voorgesteld om over te schakelen naar de moderne C-ZAM/SMASHterminal. “Sommige handelaars begrepen de noodzaak niet om hun perfect functionerende terminals te vervangen”, herinnert Michel Cravatte zich, verantwoordelijk bij Banksys voor de overgang naar het girale eurogeld. “Toch was het onze plicht hen uit te leggen dat hun terminals niet compatibel waren met de euro. Gelukkig waren de meeste handelaars al vlug overtuigd door de vele voordelen die de C-ZAM/SMASH-toestellen boden in vergelijking met oudere modellen.”
Daarnaast werkt Banksys met grote klanten in de distributie- en petroleumsector een gemeenschappelijk migratieplan uit. Dit plan beschrijft de migratie van de kassa’s en de betaalterminals in detail. Dankzij deze programma’s zijn ook de supermarkten en benzinestations ruimschoots op tijd klaar voor de omschakeling naar de euro.
SAMENLEVING Minutieuze planning sleutel tot succes Dankzij de vele Belgische inspanningen kende de euro een succesvolle start. De volgende cijfers geven een idee van de omvang van het project:
Heldere en goed geoliede communicatiecampagne
550 miljoen biljetten en 2 miljard
De Belgen laten echter op zich wachten om over te schakelen naar de euro. Op 30 juni 2001 hebben slechts 3,4 % van de consumenten en 17 % van de ondernemingen hun bankrekening omgezet. Daarom worden de communicatie-inspanningen in het tweede semester van 2001 gevoelig opgedreven. Er verschijnen meer persberichten en aankondigingen om de bevolking vertrouwd te maken met de euro. Al deze initiatieven spruiten voort uit de publieke en private sector, zowel nationaal als Europees. In nauwe samenwerking met de pers slaagt Banksys erin de bevolking op de hoogte te houden van de aanpassingen aan het betaalnetwerk. De campagnes brengen de euro dichter bij de bevolking. Toch wacht 30 % van de kleinhandelaars op de automatische omschakeling van hun terminals door Banksys op de vooravond van 1 januari 2002…
Januari 2002: de geldautomaten verdelen de eerste euro’s Oudejaarsavond 2001 is een unieke gebeurtenis voor de inwoners van de eurozone. De nieuwe muntstukken en biljetten
muntstukken geproduceerd 870 000 eurostarterkits (240 EUR) voor handelaars en 5,5 miljoen minikits (12,40 EUR) voor het grote publiek 65 000 Bancontact/Mister Cash- en kredietkaartterminals klaar voor de euro 2 500 000 Proton-functies omgezet op bankkaarten 45 000 Proton-terminals compatibel met de euro 5 600 aangepaste self-bankingautomaten en 1 200 Banksys-geldautomaten 159 Banksys-medewerkers aan de slag op oudejaarsavond 8 000 behandelde oproepen op 31 december 2001 403 654 geldafhalingen op 1 januari 2002 32 miljoen euro investeringen door Banksys
118
Van kaarten en automaten
119
doen hun intrede. “Om middernacht maakten we deel uit van een mijlpaal in de geschiedenis. Alle media richtten hun schijnwerpers op de geldautomaten. Die waren immers de eersten om de nieuwe biljetten te verdelen. Gelukkig verliep alles zonder enig probleem”, becommentarieert Thierry Van Roy, verantwoordelijk bij Banksys voor de overgang naar de eurobiljetten.
De Belgische voorbereiding heeft niets aan het toeval overgelaten. Zo werden alle geldautomaten uitgeschakeld in de namiddag van 31 december 2001 om het Belgische geld te vervangen door de nieuwe eurobiljetten. De geldautomaten werden opnieuw geactiveerd om middernacht. De 5 600 self-banks in bankfilialen en de 1 200 geldautomaten van Banksys verdeelden vanaf dat moment uit-
Aantal geldafhalingen op 1 januari 2002 1 jan 2002 (320.533)
1 jan 2001 (93.072)
600
500
geldafhalingen per minuut
400
300
200
100
00:00
01:30
03:00
04:30
06:00
07:30
09:00
10:30
12:00
13:30
15:00
16:30
18:00
19:30
21:00
22:30
00:00
Dankzij de nieuwsgierigheid van de bevolking breekt het aantal geldafhalingen op 1 januari 2002 alle records.
sluitend coupures in euro. Er werd bovendien een absoluut record gevestigd: tussen middernacht en één uur op 1 januari registreerde Banksys maar liefst 600 geldafhalingen per minuut aan haar geldautomaten. Op 28 februari 2002 om middernacht wordt de euro het enige wettelijke betaalmiddel en brengt zo een einde aan de 170-jarige geschiedenis van de Belgische frank.
INTERNATIONAAL Goedkopere internationale betalingen De euro brengt de Europese landen dichter bij elkaar. De toenadering wordt nog versterkt door een nieuwe wetgeving rond internationale betalingen. Die bepaalt dat de tarieven van een betaling tot 12 500 euro binnen de Europese Unie moeten worden gelijkgeschakeld met die van nationale transacties. De nieuwe wetgeving stimuleert het grensoverschrijdende betaalverkeer. Twee nieuwe nummers worden ingevoerd om internationale overschrijvingen te vereenvoudigen: de BIC-code (Bank Identifier Code) identificeert de bank van de begunstigde en het IBANnummer (International Bank Account Number) geeft het rekeningnummer van de buitenlandse begunstigde weer. Beide nummers zijn gestandaardiseerd. BIC komt overeen met de S.W.I.F.T.-code en IBAN baseert zich op het Belgische ‘3-7-2’-systeem uit 1971. De Belgische consumenten en bedrijven, die al vertrouwd waren met de eenvoud en betrouwbaarheid van dit systeem, kunnen het nu ook toepassen op Europese schaal.
120
Van kaarten en automaten
121
INTERVIEW
België, een goede leerling in de Europese klas Jan Smets, directeur van de Nationale
voor de migratie van het Belgische geld en
generaal voor de euro richtte een
Bank van België, speelde een belangrijke rol
zorgde ervoor dat alle belangrijke beslissin-
communicatiewerkgroep op om de
in de overgang naar de euro. Tussen april
gen op het juiste moment werden genomen.
coherentie en efficiëntie van de informatie-
1999 en april 2002 nam hij de positie waar
De nauwgezette voorbereiding en uitwer-
campagnes te garanderen.”
van Commissaris-generaal voor de euro.
king speelden eveneens een grote rol in de succesvolle overgang naar de euro.”
Hoe reageerde de Belg op de nieuwe munt?
Speelde de communicatie naar de
Europa verwees naar de uitstekende
Jan Smets: “Het enthousiasme van onze
bevolking een belangrijke rol?
landgenoten heeft onze stoutste verwach-
Jan Smets: “De overgang naar een nieuwe
tingen overtroffen. Op 10 januari 2002
voorbereiding van België op de komst
munt was historisch en zonder precedent in
gebeurden al 80 % van de cashbetalingen in
van de nieuwe munt. Wat was het
de Belgische geschiedenis. Een goede
euro. In een enquête van de Europese
geheim van het Belgische scenario?
samenhang tussen alle betrokken partijen
Commissie verklaarde 96 % van de Belgen
Jan Smets: “Het succes van ons scenario
en een glasheldere communicatie naar de
begin 2002 dat de overgang naar de euro
was drieledig. De voorbereidingen startten
bevolking waren dan ook noodzakelijk om
uitstekend was verlopen. Dat cijfer ligt een
het eerst in België en de verschillende part-
het project te doen slagen. De vele commu-
stuk hoger dan het Europese gemiddelde.”
ners werkten uitstekend samen. De oprich-
nicatie-inspanningen werden zowel
ting van het Commissariaat-generaal voor de
gevoerd door de publieke als de private
euro heeft daar een groot aandeel in gehad.
sector, door nationale en internationale
Die centraliseerde immers alle procedures
gesprekspartners. Het Commissariaat-
122
Van kaarten en automaten
123
2003 en later
<
76 778081858689 909394979800010203>
Aan de vooravond van de betalingen van morgen Mobiele en internationaal georiënteerde oplossingen De internationale context werkt de globalisering van elektronische
09
betaalstromen in de hand. Maar verschillende nationale standaarden remmen die groei nog af. Vandaar dat er steeds meer standaardnormen nodig zijn. Naast deze trends tot harmonisering komt er ook een beweging op gang naar mobiele kaartbetalingen. Terminals worden compacter en breken door in markten waarin ze tot voor kort niet aanwezig waren. Banksys kan in deze markten in België nog sterker doordringen door een aangepaste commerciële aanpak ten dienste van de handelaars.
124
Van kaarten en automaten
125
Internationalisering financiële stromen Eind jaren 90 was de markt van elektronische betalingen nog vrij gesloten. Ondanks gelijkaardige infrastructuren beschikte elk land over eigen standaarden, die de samenwerking tussen banken sterk bemoeilijkten. Deze situatie woog steeds zwaarder op de
financiële wereld, die werd geconfronteerd met een groeiende internationalisering van de geldstromen. De golf van bedrijfsfusies, voornamelijk in de bank- en petroleumsector, en de invoering van de euro brengen de harmonisering van de verschillende systemen in beweging. De nieuwe muntstukken en biljetten
INTERNATIONAAL SiNSYS, de eerste joint venture tussen Europese operatoren
circuleren al vrij binnen de Economische en Monetaire Unie, maar voor overschrijvingen en kaartbetalingen ligt dit anders. De service die met deze betaalmiddelen gepaard gaat is namelijk nog vrij beperkt in vergelijking met die op nationaal niveau. Zo verloopt de verwerking van internationale transacties trager en zijn de tarieven duurder. Uit een studie van de Europese Raad uit 2000 blijkt dat bankcommissies voor betalingen binnen de eurozone duidelijk hoger liggen dan voor nationale transacties. Dit remt betalingen via overschrijving en met bankkaart sterk af. Toch maken kaartbetalingen meer dan 83 % van de grensoverschrijdende transacties in Europa uit.
Eén Europese betaalruimte Eind 2003 richtte Banksys samen met twee andere operatoren van elektronische betaalnetwerken, Interpay (Nederland) en het Italiaanse SSB (Società per i Serviri Bancari), SiNSYS op. De joint venture is in Brussel gevestigd en is het eerste initiatief in deze richting op Europees niveau. De onderneming staat in voor de verwerking van krediet- en debettransacties van internationale merken als Visa en MasterCard. De drie oprichters centraliseren hun informatica-infrastructuren om synergieën en schaalvoordelen te realiseren. Bovendien genieten de huidige aandeelhouders tegen een minimale kost van een transactieservice die steeds wordt ondersteund door de meest recente en kwalitatief hoogstaande informaticatoepassingen. SiNSYS zal na de migratie van de drie partners naar het nieuwe platform het merendeel van de kredietkaarttransacties op de Italiaanse, Nederlandse en Belgische markten verwerken. In 2007 zou de onderneming 1,5 miljard transacties moeten behandelen, uitgevoerd door 30 miljoen bankkaarten bij 500 000 handelaars. SiNSYS werkt niet exclusief voor de oprichters en kan ook elke andere Europese onderneming bedienen. De structuur is opgebouwd rond drie competentiecentra: een acquiring-centrum in Brussel, een issuingcentrum in Milaan en een klantendienst in Utrecht.
Onder impuls van de Europese Centrale Bank verdubbelen de nationale financiële instellingen hun inspanningen om één betaalmarkt te vormen in de Economische en Monetaire Unie. Dat uit zich onder andere met de invoering van één uniform rekeningnummer, het IBAN-systeem (International Bank Account Number). In 2002 ontstaat het concept van de Single European Payment Area (SEPA) met als doel een ééngemaakte Europese betaalruimte te creëren vóór 2010. Met dit initiatief zetten de banken in de Europese Unie zich in om de nationale verschillen in dienstverlening en tarifering af te schaffen. Maar er is niet alleen de harmoniseringtrend in Europese interbancaire stan1
Bron: Franse Federatie van Banken
daarden. Financiële instellingen zoeken steeds meer toenadering tot elkaar om schaalvoordelen te realiseren en gelijkaardige, maar complementaire competenties gemeenschappelijk te maken. Deze aanpak vinden we ook terug in de nieuwe onderneming SiNSYS, de eerste Europese joint venture in deze categorie van diensten. Het bedrijf werd opgericht in september 2003 en is een partnership tussen Banksys, het Italiaanse SSB (Società per i Serviri Bancari) en het Nederlandse Interpay. SiNSYS beoogt schaalvoordelen te realiseren door samen internationale kaarttransacties te verwerken. Het gaat hier om een beperkt aantal transacties waarvoor aanzienlijke investeringen nodig zijn. “Dankzij de samenwerking ontstaan synergieën die voordelig zijn voor de drie partners”, legt Dirk Brackenier, chief financial officer van SiNSYS, uit. “De samenwerking opent ook de weg naar meer innovaties en commerciële flexibiliteit. Zo kan de onderneming elektronische betaaloplossingen op maat aanbieden. Nu betalingen met kaart wereldwijd blijven toenemen, kan SiNSYS op steeds meer interesse rekenen vanuit andere landen.”
Nieuwe ‘mobiele’ niches op nationale markten De internationale context stimuleert technologische investeringen in betaalkaarten. Toch blijft er nog steeds een groot deel van de nationale markt in te winnen. Vincent Roland, directeur van de afdeling
126
Van kaarten en automaten
127
PRODUCT
TECHNOLOGIE
C-ZAM/XENTA zet de standaard
Mobile banxafe, de zakterminal
De C-ZAM/XENTA is de jongste telg van de generatie C-ZAM-terminals en een perfect voorbeeld van het technologische meesterschap van Banksys. Hoewel de terminal goedkoper is dan zijn voorganger, de C-ZAM/SMASH, gaat dat niet ten koste van de technologische vooruitgang. Het toestel biedt een hoger serviceniveau tegen een lagere kost. Zo zorgt één enkele geïntegreerde elektronische chip voor meer veiligheid en een hoge performantie. Meerdere interfaces maken integratie met de handelaarsmodule, de kassa, een pc of een barcodelezer mogelijk. Ook het design onderscheidt de C-ZAM/XENTA van de vorige generaties. De kubusvorm, het ergonomische ontwerp en de opstelling en de vorm van het scherm maken de terminal veiliger en gebruiksvriendelijker. Het toetsenbord werd bestudeerd voor een gemakkelijker gebruik en is ook beter afgestemd op slechtzienden. Het toestel werd ontworpen zodat de terminal op verschillende internationale markten kan worden gebruikt zonder enige aanpassing. De C-ZAM/XENTA is dus een echte standaardterminal, klaar voor een open markt die continu evolueert.
Technologies & Products bij Banksys, verklaart: “De huidige elektronische betaaloplossingen zijn niet zo goed aangepast aan de behoeften van de meer mobiele sectoren. Dan heb ik het bijvoorbeeld over thuisverzorgers en -leveranciers… In totaal is deze beroepsgroep twee keer zo groot als de ‘sedentaire’ beroepen.” Mobiele betalingen moeten het voor deze beroepen mogelijk maken om elektronische betalingen te ontvangen. De C-ZAM/SMASH GSM werd in die optiek ontworpen en voldoet perfect aan de behoeften van bepaalde nichemarkten. Daarnaast zijn er ook beroepen die een toestel nodig hebben dat nog lichter en compacter is.
In april 2003 lanceerden Banksys en Mobistar de eerste Belgische on-line betaaltoepassing via GSM: Mobile banxafe. Aanvankelijk beperkt de dienst zich tot het herladen van voorafbetaalde telefoonkaarten. Het systeem kan de GSM omvormen tot een heuse mobiele betaalterminal en is beschikbaar voor alle houders van een Bancontact/Mister Cash-kaart. Deze versie van banxafe werd initieel ontworpen met het oog op mobiele beroepen. Het systeem is een mooie combinatie van het telefonienetwerk van Mobistar en de ervaring van Banksys als beheerder van de infrastructuur voor elektronische betalingen. Het systeem zal zich in de toekomst uitbreiden door samen te werken met andere telecomoperatoren. Om toegang te krijgen tot de toepassing moeten gebruikers hun SIM-kaart wisselen met een SIM-kaart die de banxafe-toepassing bevat en die wordt gekoppeld aan hun bankrekeningnummer. Klanten kunnen dan via het scherm en het klavier van hun mobiele telefoon dezelfde transacties uitvoeren als op een traditionele terminal. Om de betaling te valideren volstaat het de geheime code in te voeren. Het systeem verifieert onmiddellijk de gegevens en autoriseert de betaling.
128
Van kaarten en automaten
129
Draagbare en lichte oplossingen Banksys verwacht heel veel van de GSM, die al deze kenmerken samenbrengt en waarvan de veiligheid ook op een chipkaart berust, de SIM-kaart. Door die uit te rusten met een betaaltoepassing kan de mobiele telefoon zich ontpoppen tot een betaalterminal. In de lente van 2003 werd de eerste stap afgerond, Mobile banxafe. De technologie is het resultaat van een samenwerking tussen Banksys en Mobistar. Met de mobiele versie van de banxafetechnologie kennen transacties via GSM een uitzonderlijk hoog veiligheidsniveau. Aanvankelijk beperkt de dienst zich tot het herladen van voorafbetaalde telefoonkaarten. Het einddoel is om de dienst vanaf 2005 open te stellen voor alle types betalingen. Naast Mobile banxafe ontwikkelde Banksys een terminal uitgerust met Bluetooth-technologie. Deze technologie werd ontworpen voor draadloze elektronische communicatie tussen informaticatoestellen op minder dan 100 meter van elkaar. Het concept is voornamelijk bestemd voor de horecasector. Klanten van restau-
SAMENLEVING De verborgen kost van cash
Een groot aantal mobiele beroepen zullen binnenkort elektronische betalingen kunnen ontvangen.
rants en terrassen kunnen hun rekening nu met hun kaart betalen zonder de tafel te verlaten. De evolutie naar de kredietkaart met pincode versnelt trouwens de behoefte naar een draagbare terminal. Een enorme culturele verandering in de gewoontes van de Belgische consument, want met deze technologie komt de terminal naar de kaart, en niet omgekeerd.
Langetermijnrelaties Al deze technologische evoluties passen perfect in de commerciële politiek van
Elk betaalmiddel heeft zijn specifieke kosten. Zo vragen elektronische betalingen om de ontwikkeling en het onderhoud van kaarten, netwerken en terminals, en het beheer van alle transacties. Die uitgaven worden rechtstreeks doorgerekend aan handelaars en consumenten. Veel mensen denken daarom dat elektronische transacties duurder zijn dan betalingen met cash geld. Maar ook contant geld brengt heel wat Raming jaarkosten cash kosten met zich mee. Hoewel die kosten in enkele Europese landen minder zichtbaar zijn, zijn ze daarom niet minder belangrijk. Ze omvatten onder meer Land In miljard euro In % van het BBP de productie, de opslag en het onderhoud België 0,65 tot 1 0,4 tot 0,6% van munten en biljetten. Maar de hoogste Spanje 2,25 0,6% kosten zijn ongetwijfeld die van het geldVerenigd Kon. 4,5 0,6% transport tussen handelaars en financiële Frankrijk 4,75 0,5% Duitsland 7,5 0,5% instellingen, waaronder beveiliging en verzekering tegen gewapende overvallen. (bron: Belgische Vereniging van Banken) Daarnaast moeten ook sociale kosten in rekening worden gebracht, aangezien cash geld de zwarte markt bevoordeelt. Verschillende instellingen nemen deze kosten op zich. Maar uiteindelijk komen ze toch op rekening van de volledige bevolking. Een studie van de Belgische Vereniging van Banken schat de kost van contant geld op 0,5 % van het BBP, of een bedrag tussen 65 en 100 euro per Belg per jaar.
Banksys. Eind 2003 ondertekent Banksys een akkoord met de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) en hun Waalse tegenhanger UCM. Dit leidt tot het Banksys Engagement, waarbij de netwerkbeheerder
de tarieven voor terminals en transacties verlaagt en de kwaliteit van de dienstverlening verbetert. Ook de lancering van de C-ZAM/XENTAterminal in september 2004 kadert in deze
130
Van kaarten en automaten
131
nieuwe benadering. Het toestel is nog performanter dan zijn voorganger, de C-ZAM/SMASH. Bovendien illustreert de XENTA perfect de tarifaire inspanningen van Banksys. Zo is de huurprijs van de nieuwe terminal 20 % lager dan die van de vorige generatie. Ook de aankoopprijs ligt 50 % lager. Banksys legt jaarlijks een budget van ongeveer 13 miljoen euro opzij om tegemoet te komen aan de verwachtingen van de handelaars.
Nieuwkomers integreren Het nieuwe commerciële beleid van Banksys komt op het juiste moment. Er verschijnen immers heel wat nieuwe terminalproducenten op de Belgische markt. Het Electronic Payment Certification Institute (EPCI) reglementeert alle nieuwe terminals. Het onafhankelijke instituut werd opgericht in 1998 en certificeert betaalterminals voor
debetkaarten, kredietkaarten én Protontoepassingen. Het EPCI is een vzw, waarin de belangrijkste Belgische banken die kaarten uitgeven een aandeel hebben. Vroeger kregen terminals de facto een certificaat, maar met de lancering van de nieuwe vzw moeten de nieuwe toestellen voortaan voldoen aan zeer precieze specificaties. Sinds de oprichting heeft het EPCI al terminals erkend van CCV/Cardfon, Schlumberger (nu Parkeon), Keyware, Thalès en IPM. Handelaars krijgen de garantie dat de terminals voldoen aan alle technologische vereisten. Banksys wordt daardoor geconfronteerd met een steeds toenemende concurrentie. Voortaan zullen handelaars hun keuze ook baseren op de service die gepaard gaat met de terminal, en niet alleen op de vereisten qua technologie en veiligheid.
132
Van kaarten en automaten
133
INTERVIEW
Een toepassing voor elke nichemarkt Als directeur van de divisie Technologies &
Is het vakgebied van Banksys
met een wereld die steeds meer open
Products bij Banksys is Vincent Roland
veranderd?
wordt, zonder dat we compromissen sluiten
een bevoorrechte getuige van evoluties in de
Vincent Roland: “Vijftien jaar geleden
op het gebied van veiligheid.”
markt en nieuwe ontwikkelingen binnen
gebeurden alle ontwikkelingen intern, ook
Banksys.
het beheer. We richtten ons daarbij voorna-
Welke ontwikkelingen mogen we
melijk op de Belgische markt en lieten ons
de volgende jaren verwachten?
leiden door de vraag: ‘wat bestaat vandaag
Vincent Roland: “De chipkaart profileert
Welke recente evoluties zijn het meest
den om nog in termen van de nationale
markant in het domein van de elektro-
bancaire markt te denken. Systemen worden
nische betaling?
wereldwijd geharmoniseerd en terminals
Vincent Roland: “Meer nog dan de enor-
aanvaarden alle mogelijke toepassingen.
me technologische vooruitgang zorgt de
We moeten ons klaar maken voor de één-
evolutie naar open, pan-Europese betaal-
gemaakte Europese betaalmarkt, die leren
systemen voor een echte ommekeer in onze
begrijpen en erop anticiperen.”
sector. Vandaag is het ondenkbaar gewor-
nog niet?’. Onze technici deden de rest. Dat
zich meer en meer als een passe-partout
is nu ondenkbaar. De markt van elektronische
voor de dagelijkse activiteiten. Ik denk bij-
betalingen is niet alleen steeds meer inter-
voorbeeld aan de elektronische identiteits-
nationaal georiënteerd, maar ook steeds
kaart, getrouwheidstoepassingen, transac-
meer gesegmenteerd. Elk segment heeft
ties van op afstand, en vooral de handteke-
eigen specifieke verwachtingen waarop we
ning van op afstand, een uiterst belangrijke
snel moeten reageren, aan de beste kost-
evolutie. We richten ons ook op contactloze
prijs, met de beste kwaliteit. Het wordt voor
betaaloplossingen, waarbij het niet meer
ons steeds moeilijker om hier alleen op te
nodig is een kaart in te voeren in een termi-
antwoorden met nationale oplossingen. Met
nal. Verder zal het internet ons vakgebied
onze innovaties willen we ook het markt-
stilaan veranderen en ongetwijfeld mooie
aandeel van elektronische betalingen ver-
opportuniteiten creëren.”
hogen. We moeten daarbij rekening houden
134
Van kaarten en automaten
Nawoord Wat brengen de volgende 25 jaar? Zoals voor alle andere domeinen, is dat ook voor het betaalverkeer onmogelijk te voorspellen. Daarvoor zijn te veel onzekerheden, zowel kansen als bedreigingen, in het geding. Toch kunnen we met redelijke zekerheid een aantal tendensen aanstippen. De evolutie naar een less cash society zal niet afnemen. Ondanks de indrukwekkende evolutie in de afgelopen kwarteeuw, blijft het chartaal geldverkeer in het betaalgebeuren het leeuwendeel van de verrichtingen (niet van de verhandelde bedragen) uitmaken, zelfs meer dan 60% volgens de gangbare inzichten. Zonder enige twijfel is een cashless society een utopie: cash zal steeds een prominente plaats behouden in het geheel van de high volume - low value verrichtingen (het zeer hoog aantal verrichtingen voor relatief bescheiden bedragen). Toch zou deze plaats veel kleiner moeten worden indien alle spelers van het maatschappelijke en economische leven consequent zouden omgaan met de – in de regel – onderschatte kosten van cash. Chartaal betaalverkeer is bijzonder duur indien al de niet in rekening gebrachte kosten van alle betrokken partijen in aanmerking worden genomen. Dit gaat bovendien gepaard met ondoorzichtige kruiselingse subsidiëring vanuit andere bankproducten. Naast deze financiële kost is aan cash ook een belangrijke maar vaak te weinig onderkende maatschappelijke kost verbonden. Cash is een onmisbaar instrument voor het succes van de informele economie. Die is in België belangrijker dan in vele andere Europese landen, en is gekenmerkt door haar zeer diverse vormen, gaande van zwartwerk over allerlei vormen van fiscale fraude tot zware georganiseerde misdaad. Die hebben tal van nadelige gevolgen voor
135
136
Van kaarten en automaten
de maatschappij en de formele economie, zoals concurrentievervalsing en verstoring van de transparante marktwerking. Deze hoge kostfactoren tasten uiteindelijk rechtstreeks en onrechtstreeks ook het internationale concurrentievermogen van ons land aan. Op dat punt presteren andere landen merkbaar beter. De Scandinavische landen, waar het elektronische geldverkeer een beduidend hoger aandeel heeft verworven, tonen aan dat het wel anders en beter kan: een zo goedkoop, veilig en opvolgbaar mogelijk betaalverkeer versterkt zonder twijfel de concurrentiekracht van een economie. Aan cash is daarnaast ook een belangrijk risico van fysische veiligheid verbonden in de vorm van gewapende overvallen op kassa’s van grote en kleine winkels en allerlei vormen van misdaad in verband met het opnemen en vervoeren van baar geld. Er zijn met andere woorden genoeg redenen op te sommen waarom het gebruik van cash in onze economie en samenleving verder zou moeten dalen. Hoe snel en drastisch deze reductie zal gebeuren, zal in belangrijke mate afhangen van de politieke wil van alle betrokken partijen – en niet in het minst van de overheid – om er systematisch werk van te maken. Zelfs zonder systematische aanpak zal het aandeel van cash dalen, weliswaar aan een trager tempo ten gevolge van fundamentele en vrij spontane sociologische en psychologische evoluties. Uit allerlei enquêtes blijkt namelijk dat de jongere generaties steeds minder cash gebruiken en dat het aantal consumenten dat zoveel mogelijk zonder cash wil betalen jaar na jaar stijgt. Een andere veilige voorspelling luidt dat dankzij nieuwe technologieën, nieuwe elektronische betaalvormen zullen ontstaan, complementair met wat al wordt aangeboden. De komende jaren zal de betaling op het internet doorbreken eenmaal de consument overtuigd is van de veiligheid van de huidige en nabije oplossingen. Hetzelfde geldt voor het mobiel betalen: voor tal van opportuniteiten en niches in het betaalverkeer opent het gebruik van de technologieën van de mobiele telefonie nieuwe perspectieven. De kaarttechnologieën als drager van betaalverkeer hebben nog een lange toekomst voor zich, maar nieuwe vormen van wireless en contactless betalen zullen nog voor het einde van het lopende decennium nieuwe perspectieven openen dankzij de evolutie van het betrouwbare en draadloze dataverkeer.
Men hoeft geen zesde zintuig te hebben om in te zien dat de zorg voor de adequate beveiliging van het betaalverkeer een permanente uitdaging zal blijven. De georganiseerde misdaad staat niet stil, tracht steeds opnieuw de bestaande veiligheidsoplossingen te doorbreken en roept zo nieuwe risicofactoren in het leven. De organisatoren van het betaalverkeer zullen steeds opnieuw afdoende oplossingen voor deze risico’s moeten vinden. De vervanging van kaarten met magneetsporen door kaarten met een beveiligde chip is daar een treffend voorbeeld van. De strijd tegen de georganiseerde misdaad vergt een niet-aflatende inspanning en veel creativiteit. Uiteindelijk staat of valt het succes van een betaalvorm immers met de betrouwbaarheid en dus het veiligheidsniveau. Verwacht wordt dat sommige biometrische technologieën de volgende decennia een doorslaggevende rol in de beveiliging van het betaalverkeer zullen spelen, op voorwaarde dat zij een zeer hoge graad van betrouwbaarheid verwerven, iets wat momenteel lang nog niet het geval is. Een tendens die ongetwijfeld zal aanhouden is de commodisering van het betaalverkeer. De meeste vormen van betaalverkeer zijn zodanig gestandaardiseerde routines geworden dat zij in de concurrentiestrijd tussen financiële instellingen slechts zelden nog een differentiërende factor in de ogen van hun cliënten uitmaken, tenzij wat hun tarifering betreft. Zoals in het verleden zullen schaaleffecten de efficiëntie en dus de uiteindelijke kostprijs van het betaalverkeer blijven bepalen, al nemen die effecten gevoelig af en verdwijnen zij zelfs eenmaal hoge volumes van verwerking bereikt worden. Imperatieven van kostenbeheersing dankzij effecten van schaal en expertise zullen bijgevolg de evolutie van de betaalindustrie blijven bepalen. De geleidelijke uitbouw van een ééngemaakte Europese betaalruimte (de SEPA of Single European Payment Area) als belangrijke dimensie in de Europese eenmaking zal de komende jaren in Europa de evolutie van de organisatie van het betaalverkeer steeds meer beheersen. Het betaalverkeer zal zich ook in de toekomst in overwegende mate binnen de grenzen van de lidstaten blijven afspelen, momenteel voor 95% en meer van alle verrichtingen van de particulieren. Het aantal grensoverschrijdende verrichtingen zal blijven toenemen maar er is geen reden om aan te nemen waarom de meeste particulieren het merendeel van de betalingen niét zullen verrichten in hun onmiddellijke omgeving. Momenteel verwerken ongeveer 80 maatschappijen het kaartverkeer in Europa. Er werden nagenoeg geen Europese standaarden rond betaalschema’s, veiligheidsoplossingen of betaalterminals ontwikkeld. Alle lidstaten hebben in de loop van de jaren eigen normen en schema’s uitgewerkt die zeer belangrijke investeringen met zich hebben meegebracht. De Europese betaalruimte moet uiteindelijk in de back office worden waargemaakt.
137
138
Van kaarten en automaten
De uitwerking van Europese standaarden zal nog heel veel energie en tijd vergen. Wereldwijde standaarden zullen voor vele aspecten nog heel wat moeilijker haalbaar zijn. Hun toepassing zal nog veel meer inspanningen vergen en bovendien tot grote overgangskosten leiden gezien de gerealiseerde investeringen in nationale systemen die nog altijd de ruggengraat van het betaalverkeer met kaart vormen. De moeizame, dure en gefragmenteerde invoering van EMV als nieuwe veiligheidsnorm voor de kredietkaart toont aan hoe zeer de verwezenlijking van een Europees genormeerde back office voor betaalverkeer een gigantische uitdaging zal zijn, in het bijzonder voor de debetkaart. De vraag is ook hoe ver deze normering en standaardisering op Europees vlak moet gaan. Vele landen hebben nu al een deugdelijk nationaal debetkaartsysteem terwijl de kredietkaart van nature uit een meer internationaal gebruikt betaalinstrument vormt met een al vrij hoge mate van technisch-operationele standaardisering. Het lijdt echter geen twijfel dat de behoefte van een Europese standaardisering op technisch en operationeel vlak hand over hand zal stijgen. Het grote aantal processoren zal in een complex en langdurig proces van consolidatie wellicht gevoelig afnemen. De toekomst van Banksys moet in deze Europese context worden gezien. Zelfs al is België één van de kleinere landen in Europa wat het volume van betaalverkeer betreft, toch moet Banksys zoals in de afgelopen kwarteeuw uitstekend blijven presteren in termen van betrouwbaarheid, beschikbaarheid, veiligheid, gebruiksvriendelijkheid en kostenefficiëntie van haar systemen en oplossingen. Dan ligt er voor Banksys ook op langere termijn nog een beloftevolle toekomst in het verschiet, vermoedelijk als een speler met een Europese dimensie.
Dirk Syx Gedelegeerd bestuurder van Banksys
139
140
Bijlagen
Hebben een bijdrage geleverd aan dit boek …
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
01 – Agneessens, Herman 02 – Alloin, Guy 03 – Asselbergh, Joseph 04 – Bellens, Philippe 05 – Blanchart, Louis 06 – Brackenier, Dirk 07 – Cardinael, Jean-Pierre 08 – Ceuterick, Francis 09 – Cockaerts, Marcel 10 – Colaut, Jean 11 – Cravatte, Michel 12 – Dawans, Roger 13 – De Cock, Dirk 14 – Decuypere, Franciska 15 – Degeorge, Olivier 16 – Degryse, Patrick 17 – de le Court, Jean-François 18 – de Liedekerke, Bruno 19 – Demol, Roland 20 – de Potter, Luc 21 – Dubois, Philippe 22 – Eeckhout, Michel 23 – Franken, Henri 24 – Geerts, Michel 25 – Hamesse, Jean-Louis 26 – Hubert, Jean-Pol 27 – Kempeners, Philippe 28 – Lamy, Hubert 29 – Linkens, Armand 30 – Lootens, Patrick 31 – Mahler, Maurice 32 – Moulart, Yves 33 – Roland, Vincent 34 – Segers, Herman 35 – Slinckx, René 36 – Smets, Jan 37 – Syx, Dirk 38 – Van de Veire, Luc 39 – Van den Nieuwenhof, Jozef 40 – van der Lande, Bernard 41 – Vandeweyer, Katleen 42 – Van Passel, Willy 43 – van Wayenberge, Jean-Pierre 44 – Verstrepen, Louis 45 – Walraeve, Willy
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
141
142
Bijlagen
Lexicon
KAARTEN Chipkaart Plastic kaart voorzien van een microcomputer die elektronische gegevens kan opslaan en verwerken. Debetkaart Betaalkaart waarbij het bedrag van de transactie onmiddellijk en automatisch wordt afgehouden van de zichtrekening die eraan verbonden is. Eurochequekaart Kaart die de betaling van de eurocheques tot een bepaald bedrag garandeert in België en daarbuiten. De eurocheque en de garantiekaart verdwenen in 2002. Kredietkaart Kaart om geld af te halen en betalingen uit te voeren binnen een vooraf bepaald openstaand krediet. Er zijn kaarten met uitgesteld debet (betaling van het totaalbedrag van de factuur) en kaarten met revolving credit die gekoppeld zijn aan een echte kredietlijn (betaling van een vooraf bepaald percentage van de totale factuur). Magneetkaart Plastic kaart uitgerust met een magneetstrip waarop numerieke informatie kan worden opgeslagen. Privatieve kaart Kaart uitgegeven door een bedrijf waarmee klanten de betaling van hun aankopen kunnen uitvoeren of vergemakkelijken. Synoniem: Private Label Card, PLC-kaart.
VEILIGHEID SIS-kaart (Sociaal Informatiesysteem) Elektronische sociale identiteitskaart met chip. De kaart bevat gegevens over de verzekerde en de verplichte gezondheidszorgverzekering. Tankkaart Kaart voor betalingen in tankstations, verbonden aan het beheer van een bedrijfswagenpark.
TERMINALS Automatische biljettenverdeler Toestel waaraan consumenten met een kaart en bijhorende pincode geld kunnen afhalen en courante bankverrichtingen kunnen uitvoeren. Synoniemen: automatisch loket, Automated Teller Machine, ATM, geldautomaat. PTO-terminal (Payment Terminal Outdoor) Buitenbetaalterminal ontwikkeld voor tankstations. Winkelterminal Toestel om in een winkel betalingen met kaart te aanvaarden en uit te voeren. Synoniemen: Point-of-Sales-terminal, POS-terminal, betaalterminal.
Authentificatie Proces dat wordt gebruikt in een betaalnetwerk of in een chip om te controleren of een persoon wel degelijk houder is van een kaart. Synoniem: controle van de identiteit van de kaarthouder. Beveiligingsprotocol Geheel van communicatieregels en -procedures die verschillende computers gebruiken om onderling verzonden gegevens te beveiligen. Certificering Toekenning van elektronische certificaten door een erkende instantie. Elektronische handtekening Klein elektronisch bestand dat geëncrypteerde gegevens bevat die worden toegevoegd aan verzonden informatie. Wordt gebruikt om de echtheid van een elektronisch document te verifiëren en de integriteit van de boodschap te garanderen. Synoniem: digitale handtekening. Encryptie Coderen van gegevens zodat ze onleesbaar worden voor iedereen die niet over de code beschikt. Die codering kan zowel symmetrisch als asymmetrisch zijn. Synoniemen: encryptering, codering, becijfering, cryptie. Integriteit Eigenschap van een boodschap waarvan de inhoud onveranderd is gebleven tussen verzending en ontvangst.
On-line controle Systeem van real time controle van elektronische transacties op basis van het saldo van de rekening, de echtheid van de kaart, de identificatiecode en de legitimiteit van de kaart (niet-geblokkeerde kaart). Zorgt voor de onmiddellijke en definitieve afhandeling van de transactie. Pincode (Personal Identification Number) Combinatie van numerieke karakters die specifiek zijn voor een gebruiker die daardoor eenduidig kan worden geïdentificeerd door het systeem. Synoniemen: geheime code, identificatiecode. Vertrouwelijkheid Informatie-eigenschap waarbij gegevens alleen beschikbaar of toegankelijk zijn voor individuen of instellingen die vooraf de nodige bevoegdheid hebben gekregen. 3D secure Beveiligingsprotocol voor betalingen, ontwikkeld door Visa en MasterCard. Steunt op real time controle van de kaarthouder en definieert de verantwoordelijkheden van drie partijen die bij de transactie zijn betrokken: de uitgever, de acquirer en het domein van de interoperabiliteit (verbinding tussen acquirer en uitgever).
143
144
Bijlagen
NETWERKEN
ALGEMEEN
Communicatieprotocol Geheel van regels die de vorm van informaticaberichten vastleggen om gegevens uit te wisselen tussen computers.
Acquirer Instelling die de relatie met handelaars onderhoudt in het kader van een elektronisch betaalsysteem.
Giraal geld Geld dat op een rekening staat om betalingen tussen bankrekeningen te verrichten (overschrijvingen, cheques).
Concentrator Element van een sternetwerk dat de componenten van het netwerk verbindt om gegevens te concentreren en te verdelen.
BIC-code Bank Identification Code. Internationaal identificatiesysteem voor banken gebaseerd op de S.W.I.F.T.-normen. Vergemakkelijkt de verzending van interbancaire transacties.
IBAN-nummer International Bank Account Number. Internationale identificatiecode van een bankrekening. Bevat de landcode, de nationale identificatiecode van de rekening en een controlesleutel.
Chartaal geld Muntstukken en bankbiljetten.
Mobile banking Elektronische bankverrichtingen uitgevoerd met een GSM.
End-to-end Oplossing die een elektronische transactie beheert van het ene eind van de betaalketen tot het andere: van het lezen van de kaart door een terminal tot het beveiligen en verwerken van een transactie. Java Programmeertaal ontwikkeld door Sun Microsystems die kan worden geïntegreerd in elke informatica-omgeving en die de creatie van nieuwe multimediafuncties ondersteunt. Privé-netwerk Communicatienetwerk waarbij de klant die erover beschikt ook beheerder is. Synoniem: privatief netwerk. Redundantie Duplicatie van de middelen van een informatiesysteem om bij defect een onderbreking van het systeem te voorkomen. STP Straight Through Processing. Volledige automatisering van de verwerkingsketen van een financiële transactie. Gericht op het beperken van menselijke tussenkomst en op het versnellen van de afhandeling.
Compensatie Uitwisselingsmechanisme voor bancaire verrichtingen tussen banken onderling, met berekening van de respectieve saldo’s. Synoniem: clearing. eBanking Elektronische bancaire transacties die via een pc worden uitgevoerd op internet. Synoniemen: e-banking, electronic banking, internet banking, on-line banking. Elektronische handel Aankopen en verkopen die op het internet worden uitgevoerd. Synoniemen: e-commerce, eCommerce, on-line handel. Elektronische portemonnee Chipkaart die een bepaalde hoeveelheid elektronisch geld bevat. De elektronische portemonnee, in België gekend als Proton, is herlaadbaar en voornamelijk bestemd voor kleine uitgaven.
Phone banking Elektronische bankverrichtingen uitgevoerd via de telefoon. Self banking Fysieke infrastructuur die banken aan hun klanten aanbieden voor het uitvoeren van courante bankverrichtingen. Telex Service die toelaat om getypte berichten van op afstand te versturen. Uitgever van kaarten Instelling die betaalkaarten ter beschikking stelt aan klanten. Synoniem: issuer.
145
146
Bijlagen
Transacties — Aankopen
Transacties — Afhalingen
DEBET
Jaar
AANKOPEN B/B
1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
24.000 134.000 1.113.000 4.104.000 6.914.000 11.231.000 16.015.000 25.005.000 35.353.000 47.722.000 60.078.000 71.562.000 94.800.000 116.956.000 140.800.000 162.542.000 184.514.000 210.813.000 238.940.000 300.453.000 342.380.000 400.892.000 454.823.000 527.583.000 564.186.068
AANKOPEN
AANKOPEN FOR in BEL
52.912 166.387 312.345 481.196 793.874 1.139.021 2.078.345 3.938.860
Bedrijfskaarten inbegrepen
B/B FOR BEL
Belgen in België Buitenlanders Belgen
KREDIET
AANKOPEN BEL in buitenland
252.457 984.704 1.844.284 3.554.064 5.257.803
Sinds 07-99 lancering Maestro
AANKOPEN B/B
1.148.465 3.338.089 6.554.817 9.915.170 13.204.271 14.755.271 16.634.032 20.120.109 22.303.684 24.261.604 27.156.962 30.374.370 34.639.611 35.371.987 37.115.956 36.918.386
AANKOPEN FOR in BEL
3.100.000 3.731.946 5.094.697 6.410.777 6.709.037 7.040.000 7.226.020 8.155.733 8.358.525 9.545.349 9.634.310 11.317.704 11.922.358 13.142.597 13.314.747 12.760.544 13.134.391
AANKOPEN BEL in buitenland
2.970.000 3.860.000 5.490.000 7.760.000 9.910.000 12.350.000 14.290.000 16.890.000 18.280.000 20.440.000 19.265.000 21.329.000 23.746.000 24.393.000 25.581.000 24.842.000 25.149.934
Schatting aankopen B/B & aankopen FOR in BEL 1987 tot 1996: extrapolatie enkel op basis van statistieken van Visa
AFHALINGEN Jaar
1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
[Her]ladingen
DEBET + KREDIET
DEBET
KREDIET
CASH B/B
CASH BEL in buitenland
CASH BEL in buitenland
1.948.000 6.701.000 10.873.000 15.713.000 20.441.000 25.783.000 31.800.000 38.520.000 45.326.000 54.891.000 64.354.000 72.168.000 79.300.000 86.608.000 89.600.000 93.982.000 97.216.000 93.424.000 92.468.000 90.896.000 85.276.000 90.597.000 93.285.000 96.223.000 91.595.987
Alle geldafhalingen op Banksys ATM Debet + krediet
1.405.840 2.667.426 3.150.533 3.746.816 4.488.400 5.399.602 6.533.611 7.347.288
806.792 958.804 1.086.563 1.192.086 1.310.375 1.337.312 1.398.780 1.844.284 1.097.389 972.057
Visa & MasterCard
1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
HERLADINGEN
HERLADINGEN
SIM op ATM
SIM op GSM
68.370 1.571.606 4.290.491 7.214.295 8.787.341
845.034
147
148
Bijlagen
Proton
PROTON
Aantal kaarten
TRX
TRX
HERLADING
AANKOOP
Jaar
1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
112.415 369.354 1.662.663 4.353.099 6.857.125 7.763.158 10.779.117 18.149.992 16.752.458
747.010 1.660.772 10.027.999 28.167.000 45.470.181 51.482.040 60.460.131 120.828.281 107.289.563
DEBET
KREDIET
AANTAL KAARTEN Jaar
1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
PROTON
* 594.000 834.000 1.002.000 1.255.000 1.450.000 1.726.000 2.003.000 2.500.000 3.756.000 4.369.000 4.750.000 5.157.000 5.358.000 5.740.000 6.071.000 6.413.000 6.715.000 7.255.000 7.432.000 7.856.000 8.129.000 8.371.000 9.423.000 9.914.000 10.448.211
326.000 466.000 605.000 983.000 1.235.000 1.501.000 1.806.000 1.997.000 2.132.000 2.271.000 2.315.000 2.359.000 2.492.000 2.647.000 2.746.000 2.809.000 2.805.000 2.837.946
30.219 159.460 1.035.158 5.606.163 7.898.184 7.931.343 7.997.547 8.271.337 8.803.910
AANTAL ACTIEVE KAARTEN * *
572.530 1.014.844 1.539.015 1.425.762 1.811.707 2.467.369 2.126.224
* Vanaf 1998 is de Proton-functie aanwezig op de debetkaart * *Actieve kaart = minstens 1 aankooptransactie in de voorbije 6 maanden
149
150
Bijlagen
Aantal terminals
PETROL AANTAL TERMINALS Jaar
1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
TOTAAL ATM
258 392 439 475 517 610 640 655 732 778 825 831 959 978 1.068 1.110 1.125 1.125 1.128 1.128 1.159 1.248 1.230 1.203 1.123
TOTAAL BC/MC ONLY *
TOTAAL OVERIGE TERMINALS BC/MC **
BC/MC + PROTON *
36 73 272 493 794 1.367 3.988 7.261 12.800 16.435 20.880 22.995 24.257 31.113 39.371 46.707 50.660 55.212 56.369 53.678 51.043 57.490 56.905 50.041 51.760
9 1.064 2.821
0 4.909 13.503 21.476 18.761 32.350 43.480 46.174
TOTAAL PROTON ONLY *
0 1.109 6.547 16.265 31.657 42.517 49.144 56.497 61.062 61.818
TOTAAL OVERIGE TERMINALS PROTON **
484 1.634 2.292 2.539
Er zijn BC/MC-terminals die eveneens kredietkaarten lezen. [BC/MC = Bancontact/Mister Cash] BC/MC only = enkel BC/MC Proton only = enkel Proton * Banksys-terminals ** Terminals andere leveranciers
BC/MC
36 73 272 493 706 1.225 1.643 2.087 2.458 2.690 2.820 2.901 2.986 3.143 3.255 3.350 3.974 4.437 4.625 4.890 5.007 5.121 4.441 3.944 3.918
KEY & LARGE ACCOUNTS
BC/MC + PROTON
0 0 0 0 0 1.023 1.514 1.622
Terminalpark Banksys
BC/MC
0 0 0 0 0 0 0 326 424 649 1.226 2.426 3.384 5.538 7.402 9.788 11.101 12.091 13.462 14.623 15.328 16.395 16.541 7.901 8.304
BC/MC + PROTON
0 0 0 571 720 3.003 13.098 13.734
MASS MARKET
BC/MC ONLY
0 0 0 0 88 142 2.345 4.848 9.918 13.096 16.834 17.668 17.887 22.432 28.714 33.569 35.585 38.684 38.282 34.165 30.708 35.974 35.923 38.196 39.538
BC/MC + PROTON
0 4.909 13.503 20.905 18.041 28.324 28.868 30.818
PROTON ONLY
989 6.250 14.772 20.556 26.427 28.660 34.688 37.343 34.898
PROTON VENDING
120 297 1.493 11.101 16.090 20.484 21.809 23.719 26.920
151
152
Bijlagen
Evolutie kerncijfers Banksys
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
34.805,96
49.735,15
55.351,67
60.978,44
72.572,99
83.557,878
9.938,99
108.404,66
133.864,31
126.548,33
> BEDRIJFSRESULTAAT
19,81
-698,39
-2.430,55
1.553,87
8.610,78
20.137,85
27.482,52
25.614,84
30.152,13
47.491,39
> NETTORESULTAAT
8,38
-728,63
-2.429,53
46,46
4.734,92
11.700,38
16.612,96
15.295,20
18.712,61
42.100,20
> AANTAL WERKNEMERS
326
417
445
422
432
444
479
563
611
454
1999
2000
2001
2002
2003
149.945,36
211.088,87
256.874,00
240.681,00
235.215,00
> BEDRIJFSRESULTAAT
22.643,91
22.295,59
14.282,00
9.396,00
16.061,00
> NETTORESULTAAT
18.685,05
12.829,85
6.734,00
5.845,00
11.730,00
999
1.031
1.125
978
1.036
> OMZET*
* in 000 EUR
> OMZET*
> AANTAL WERKNEMERS
* in 000 EUR
153
154
Bijlagen
Transactional Flow 1984
| PAY NOW / BELGIUM [2 separate systems] / MAGSTRIPE
155
156
Bijlagen
Transactional Flow 2004
| PAY NOW, LATER, BEFORE / BELGIUM & ABROAD / MAGSTRIPE & CHIP
157
158
Bijlagen
Acquiring network architecture BAXNET B2C X.25
| THE PAST
Acquiring network architecture BANKNET B2C TCP/IP
| TODAY
159
160
Bijlagen
Geographical view of the acquiring network BANKNET B2C [JUNE 2003]
STATE OF THE ART NATIONAL NETWORK: > Backbone Network: 10 nodes in major cities [2Mbps leased lines & redundant circuits, dual operator]. > 40 major concentration points > Cisco Powered Network
HIGHEST GEOGRAPHICAL COVERAGE IN BELGIUM: > 400+ Points of Presence with ISDN back-up [Cisco 3640] > Optimized for lowering customer access cost
HIGH AVAILABILITY NETWORK: > Supervised 24h/24 7d/7
Nodal routers
BROAD EXISTING CUSTOMER BASE: > Retail / Petrol / ATM: 10.500 Leased lines > Retail: decentralized cascades with peaks of 900.000 calls a day [average]
161
162
Bijlagen
Transaction spread in Belgium
Latest record on Mother’s Day
[JUNE 2003]
[08/05/2004]
163
164
Bijlagen
Technologische roadmap EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE DEBETKAARTEN
— 1978-79: Kaarten met een magneetstrook > Specifieke elektronische betaalkaarten (monofunctioneel). > Er worden Belgische normen afgesproken tussen Bancontact en Mister Cash (kaarten genummerd ‘1-59-xxx’ voor Bancontact en ‘2-59-xxx’ voor Mister Cash). > Gebruik van de ISO-2 sporen (alleen lezen) en ISO-3 sporen (lezen en schrijven). (ISO = International Standards Organization) Definieert alle elementen van de magneetstrook waarmee de kaarten zijn uitgerust, gevormd uit 3 sporen. ISO-3 laat toe om de informatie over de off-line uitgevoerde transacties te bewaren en zo te vermijden dat het beschikbare saldo wordt overschreden. Het systeem werd stopgezet in 1982. — 1986: Eurochequegarantiekaart > Migratie van de elektronische betaalfunctie naar de eurochequegarantiekaart (de kaart wordt dus bifunctioneel). Deze kaarten hebben toegang tot het internationale eurochequenetwerk. > Internationale normen (gedefinieerd door de eurochequegemeenschap): kaarten genummerd ‘6703-xx’ voor Bancontact en ‘6704-xx’ voor Mister Cash; deze nummers genoten internationale ISO-erkenning. Gebruik van ISO-2 en ISO-3. — 1990: > In het kader van de fusie Bancontact/Mister Cash, migratie van de Mister Cash-kaarten naar de nummering van Banksys. — 1995: Microprocessorkaarten. Proton > Eerste tests in de praktijk van de Proton-kaarten (monofunctioneel) die met een microprocessor waren uitgerust (gebaseerd op specificaties uitgewerkt door Banksys en Bull), dus op basis van een nationale norm. > Belgische normen. — 1998: Multifunctionele debetkaarten > Integratie van de Proton-functie in de Bancontact/Mister Cash-eurochequekaarten. — 1999: > Toevoeging van de Maestro-functie aan de Bancontact/Mister Cash-kaarten om toegang te verwerven tot POS en ATM’s in het buitenland. > Gebruik van de Proton-microprocessor om de Bancontact/Mister Cash-transacties in België te beveiligen. — 2002: > Opheffing van de garantiefunctie voor cheques van de Bancontact/Mister Cash-kaarten.
— 2003: > Eerste heropladingen van de Tempo-‘kaarten’ op GSM. — 2004: Microprocessorkaarten > Internationale EMV-normen. Begin van de migratie van de Visaen MasterCard- kredietkaarten naar de EMV-norm. Bancontact/Mister Cash en Proton blijven werken op basis van de nationale normen, die beter presteren. > Heropladen van de Pay&Go-‘kaarten’ op GSM. > Implementatie van een back-upsysteem op de distributieterminals om eventuele problemen van onbeschikbaarheid te verhelpen (TINA).
EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE KREDIETKAARTEN
— Van bij het begin: Gebruik van de internationale normen gedefinieerd door Visa en Eurocard-MasterCard. De kaart omvat: > een in reliëf gedrukte nummering, voor gebruik in manuele toestellen; > een ISO-1 spoor dat de identiteit van de houder bevat; > een ISO-2 spoor met de identificatie van de kaart en de beschikbare functies. — 2004: Migratie van alle kredietkaarten die door de Belgische banken worden uitgegeven naar de EMV-technologie.
165
166
Bijlagen
EVOLUTIE VAN DE BEVEILIGING VAN DE KREDIETKAARTEN
EVOLUTIE VAN DE AUTORISATIEMETHODEN VOOR DEBETKAARTEN
— Begin jaren 90 Kort na de veralgemening van de magneetstrook op de kaart: > Invoering van de ‘dancing M’ bij MasterCard en van de ‘flying V’ bij Visa, speciale karakters die in reliëf worden gedrukt en die onvervalsbaar zijn; > Invoering van het UV-reactiesysteem: onder een UV-lamp moeten in het geval van MasterCard de letters M en C verschijnen; in het geval van Visa is dat een duif.
— Geldautomaten: bij het opstarten van de Bancontact- en Mister Cash-netwerken, on-line werking, met de mogelijkheid om in geval van problemen off-line te werken. In 1982 werd van de off-line afgestapt.
— 1993: Validatie van de veiligheidsdigit CVC-CVV 1 (Card Verification Code bij MasterCard en de Card Verification Value bij Visa). De gegevens zijn in de magneetstrook van de kaart gecodeerd. — 1996: Invoering van het hologram op een gouden achtergrond – ‘double globe’ bij MasterCard of ‘duif’ bij Visa – die van kleur verandert wanneer je de kaart draait. — 1997: Validatie van de veiligheidsdigit CVC-CVV 2: de gecodeerde gegevens op de handtekeningstrook voor transacties op afstand.
— Bancontact- en Mister Cash-betaalterminals: vanaf het begin (1982) louter on-line werking. — Terminals in het buitenland: louter off-line werking vanaf de eerste experimenten in de eerste helft van de jaren 80 (bilaterale akkoorden met Frankrijk en Spanje). Nadien louter on-line werking. — Bij de transacties met Bancontact en Mister Cash werd steeds exclusief gebruik gemaakt van de geheime code om de houder van de kaart te authentificeren (tijdelijk gebruik van de handtekening voor Maestro-transacties in het buitenland).
EVOLUTIE VAN DE CONTROLE VAN DE GEHEIME CODE
— 1998: Verplicht aanbrengen van de CVC-CVV 1. — 1999: Aanpassen en opfrissen van het hologram. — 1999: Invoering van 4 cijfers die bij de productie in de kaart gedrukt worden en die in het reliëfnummer van de kaart moeten worden overgenomen. — 2001: Verplicht aanbrengen van de CVC-CVV 2. — 2004-2005: Aanpassing van de volledige infrastructuur van het elektronische betaalverkeer voor kredietkaarten aan de EMV-norm (Europay, MasterCard, Visa) waarbij de magneetstrook vervangen wordt door de chip, die een hoger veiligheidsniveau garandeert.
— De eerste geldautomaten waren uitgerust met een indrukwekkende ‘zwarte doos’, ondergebracht in de kast, die de geheime code kon controleren die door de klant werd ingevoerd via het toetsenbord van de automaat. — In de POS-terminals van de eerste generatie wilde men deze (dure en omvangrijke) ‘zwarte dozen’ liever niet integreren. Daarom controleerden zij de geheime code op indirecte wijze, door na te gaan of een algoritme, toegepast op de geheime code die door de klant was ingevoerd, hetzelfde resultaat opleverde als een referentiebewerking. — Vanaf 1980 worden in bepaalde terminals ook nog andere controlesystemen toegepast, meer bepaald de terminals in het buitenland: de geheime code die door de klant wordt ingevoerd wordt versleuteld en gecontroleerd (op dezelfde indirecte manier) in de beveiligingsmodules waarmee de centrale systemen zijn uitgerust. — In het geval van de chipkaart wordt de geheime code gecontroleerd door de microprocessor waarmee de kaart is uitgerust (1999).
167
168
Bijlagen
EVOLUTIE VAN DE HOSTS
— 1978: Begin van Mister Cash > Transactie- en beheerstoepassingen: op een mainframe van IBM. Software geleverd door IBM.
— 1996: > Implementatie van een transactioneel ‘Business Continuity’-systeem (dat gebruik maakt van de productie- en ontwikkelingssystemen).
— 1979: Begin van Bancontact > Transactietoepassingen: op een netwerk van PDP-11 toestellen van Digital Equipment (DEC). Software geleverd door de Franse firma Transac. > Beheerstoepassingen: op een tweede netwerk van identieke toestellen. Software geleverd door de firma Transac. > Disaster recovery: het toestel dat voor de beheerstoepassingen gebruikt werd, kon de transactietoepassingen overnemen.
— 2000: > Overgang naar het jaar 2000 voor alle systemen. > Migratie van de beheerstoepassingen van BCC naar het Alpha-platform van Banksys.
— 1982: > Migratie van de beheerstoepassingen naar het VAX-toestel van Digital Equipment. Software ontwikkeld door Bancontact. — 1986: > Migratie van de transactietoepassingen naar een Tandem-systeem. Software ontwikkeld door Bancontact. > Disaster recovery dankzij de ‘non-stop’-kenmerken van het Tandem-systeem. > Doorvoeren van compatibiliteit tussen het systeem van Bancontact en het systeem van Mister Cash (koppeling van beide netwerken). — 1990: > Migratie van de autorisatiesystemen, het netwerk en de terminals van Mister Cash naar gemeenschappelijke platforms van Tandem en VAX binnen de nieuwe Banksys-eenheid. — 1991: > Migratie van de autorisatietoepassingen van de kredietkaarten van BCC en Eurocard Belgium naar het Tandem-platform, met nieuwe software ontwikkeld door Banksys. > Aanvaarding van kredietkaarten op de ATM’s van Banksys. > Migratie van de VAX-beheerstoepassingen naar het nieuwe Alpha-platform van DEC. — 1995: > Banksys krijgt de ITUG Availability Award toegekend, een wereldwijde erkenning van de ‘International Tandem Users Group’ voor de originele methoden en procedures die werden ontwikkeld om de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de Tandem-platforms te verbeteren. Banksys zou deze award een tweede keer verdienen in 1996.
— 2001: > On-line monitoring van het transactiesysteem (Heartbeat). > Ingebruikname van een beheerssysteem voor de corporate kredietkaarten (B2B) (Open Way). > Eerste betaaltransacties met Visa- en MasterCard-kredietkaarten op het internet. — 2002: > Conversie van alle systemen naar de euro. — 2003: > Veralgemening van de systemen van het Business Continuity Plan.
169
170
Bijlagen
25 JAAR TERMINALS IN BELGIË
DE BEGINPERIODE In het begin bestonden er twee concurrerende netwerken: Mister Cash (opgericht in 1977) en Bancontact (opgericht in 1978). Bancontact biedt een end-to-endservice aan (ontwikkeling van de terminals, installatie, uitvoeren van herstellingen en acquiring van de transacties). Mister Cash daarentegen, doet een beroep op derden (zoals Dolmen, CTP, SATAM, Koppens (Schlumberger)) voor alle aspecten die verband houden met de terminals. Vóór 1986 is er geen sprake van compatibiliteit tussen de netwerken voor de kaarthouders.
CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN DE FEITEN — 1979: Opstarten van het netwerk van Bancontact ATM’s. Hardware van Bull, software ontwikkeld door de firma Transac. — 1980: Eerste DEP (ontwikkeld samen met Vector). ‘Eenvoudige’ integratie van de zwarte ATM-doos in een beveiligde doos. Gebruikt voor het vervaardigen van kaarten en het berekenen van de veiligheidsgegevens (statisch) die op de host opgeslagen zijn. — 1980 et 1981: Eerste testinstallaties in de petroleumsector en de grootdistributie. — 1980: De eerste terminal voor de petroleumsector is ontworpen door de firma Cable Print. Hij is uitgerust met een beveiligingsmodule van Motorola (nadien vervangen door een product van Banksys) die wordt gebruikt voor het encrypteren/decrypteren van de berichten en de geheime code. Bancontact bood dus als eerste een ‘onbemande’ oplossing aan in een omgeving zoals een benzinestation. Alle terminals staan via een huurlijn in verbinding met de centrale computer van Bancontact. Al snel volgt de vraag om ook een betaalterminal te installeren in de winkels van benzinestations. Bancontact ontwikkelt dan een terminal die als ‘slaaf’ van de bestaande PTO Cable Print kan fungeren. Zo doet de PTI (Payment Terminal Indoor) zijn intrede. Bancontact ontwikkelt de specificaties hiervoor. Cable Print staat in voor de ontwikkeling van de hardware en de software. Aanvankelijk was er nog geen sprake van multi-processing (slechts een transactie per keer); in een tweede fase konden er maximaal vier transacties simultaan verwerkt worden.
— 1982: Tweede generatie DEP’s. Gebruikt in real time voor de autorisatie van de dynamische veiligheidsgegevens. Vanaf dat ogenblik zijn de on-line transacties beveiligd door: – PIN based (PIN Verification Value): geheime code doorgegeven aan de terminal wordt berekend door de DEP op basis van de sessiesleutel van de beveiligingsmodule van de terminal. De sessiesleutel verschilt voor elke transactie en voor elke terminal. Ingevoerd rond 1982 bij de lancering van de eerste POS, PTO. – Magnetic card. Authentificering van de kaart gebaseerd op ISO2-spoor. Bijkomende oplossing, enkel voor de thuisomgeving, met het ISO3-spoor tegen eind 1980 -> bij elke ATM-transactie wordt een willekeurig getal geschreven, gegenereerd door de host. Op het ogenblik van de volgende transactie (op PTO en op ATM) controleert de host het getal van het ISO3-spoor en vergelijkt het met de gegevens van de host. – Dynamic Secure Key Handling > in de terminal (in de Security Cryptographic Module) > in de host (in de Data Encryption Peripheral) — 1982: Introductie van MACCING (cryptografische berekening waarmee de authenticiteit van de berichten gevalideerd kan worden). Voor 1982 was er geen berekening van de MAC in de beveiligingsmodule, maar wel een berekening van een check digit met een sleutel die in de software opgeslagen lag. Rond 1982 zien we de ontwikkeling van de beveiligde MAC naar aanleiding van het uitrollen van de SCM POS-module. — 1983: Ontwikkeling van betalingen met Bancontact aan de tankstationterminals. De specificaties zijn het werk van Bancontact, net als de softwareontwikkeling (als assembler). De hardware is afkomstig van Prodata. Lancering van de outdoor terminal PTO Prodata, gekoppeld aan de Bancontact-host (protocol BSC2780 – V23) via een Banconet-concentrator (KON, in de lokale banken). Banconet is de naam van het Bancontact-netwerk. Een terminal per station. Om een groot aantal kleine tankstations (tot 8 pompen) met de producten van Bancontact te kunnen uitrusten, ontwerpt deze laatste een eigen pompcontroller, de PC83. Bancontact biedt aldus een complete oplossing voor kleinschalige benzinestations. — 1984: Ontwikkeling van de Pinpad Teledata 84 (beter bekend als ‘de schoendoos’) voor Bancontact-transacties in de kleinhandel. De communicatie gebeurt via een Teledataphone van de RTT die de magneetkaart kan lezen en de telefonische verbinding tot stand brengt. Een Metal Box SCM beveiligt de terminal.
171
172
Bijlagen
— 1984: Bancontact ontwikkelt oplossingen om betaling via Bancontact mogelijk te maken in supermarkten. Deze configuraties bestaan uit verschillende Pinpads 84 en een concentrator (de EFT 8, EFT 16 of EFT 32, naargelang het aantal kassa’s). De communicatie tussen de Pinpads en de concentrator verloopt via een ‘Current Loop’. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om met de kassa te communiceren in SWEDA. De kaart wordt gelezen in het kasregister of met een Pinpad caissier 84. — 1986: Ontwikkeling van een Pinpad Teledata 86, de eerste terminal in de kleuren van Bancontact – blauw en geel. — 1986: Compatibiliteit tussen de netwerken Bancontact en Mister Cash, verbinding tussen de twee centrale systemen. Op het niveau van de terminals verandert er niets. — 1988: Bancontact ontwikkelt de ATM-toepassing voor eigen rekening (MS-DOS PC-toepassing). — 1988: Nieuwe terminals in de sector van de benzinestations. System 3000 (voorheen Delta 3000) voert het concept in van de centrale indoor processor (ROCC) met maximaal vier outdoor Pinpads (client modules): Pinpad 500. De communicatie tussen de PROC300 en de Pinpads verloopt via een SDLC/RS-485 verbinding. — 1988: Nieuwe generatie van concentrators in de supermarkten. De DIS-8, DIS-16 en DIS-32 (ROCC) worden geïnstalleerd in combinatie met de Pinpads 88. Zij omvatten nieuwe beveiligingsmodules (1 SCM-chip). De communicatie met de Pinpads verloopt voortaan in RS-485. — 1988: De Pinpad 88 wordt eveneens in de kleinhandel ingezet, nog steeds in combinatie met een Teledataphone. — 1989: In Luxemburg worden verschillende terminals geïnstalleerd voor CETREL (PPTD CETREL, PTO-PD/LUX, PP-84, EFT8 CETREL, CONCENTRATOR LUX) en in ZWITSERLAND voor EPSYS (CZAM/CH, DIS16/32 CH, PP-KL-MC/CH, PP-KL-88/CH, CONCENTRATOR CH).. — 1989: Fusie Bancontact – Mister Cash. — 1989: De Pinpad 88 krijgt een nieuw kleurtje (blauw en geel in plaats van antracietgrijs) en heet voortaan Pinpad 89 Banksys. — 1989: Installatie van het nieuwe netwerk X25 BAXNET. Aanzienlijke verbetering van het netwerk dankzij de redundantie van de X25-nodes. Dankzij BAXCON (nieuw type concentrator voor banken) kunnen maximaal 49 huurlijnen op het nieuwe netwerk worden aangesloten. De modem V22 doet zijn intrede in deze configuraties. Deze ontwikkelingen worden gerealiseerd in ADA.
— 1989: Lancering van de algemene naam C-ZAM, de multikaartterminal. Deze naam zal gebruikt worden voor de volgende generaties terminals. — 1990: Stopzetting van het Mister Cash-acceptatiesysteem. De oude ATM’s en terminals in de benzinestations (SATAM, COPPENS, DOLMEN, CTP) van Mister Cash migreren (aanpassing software en/of wijziging van de host) naar het netwerk van Bancontact. Alle distributieterminals van Mister Cash worden vervangen. — 1990: Ontwikkeling van de terminal C-ZAM/G voor de groep GIB, en van de concentrator DISKON/G. De communicatie vindt plaats via de kassa van IBM. Dit is de eerste terminal die gebruik maakt van een ‘potted SCM’. De terminal wordt ontwikkeld in ADA. In 1990 zijn we eveneens getuige van de ontwikkeling van de C-ZAM/S(P) voor de kleinhandel. Hij is eveneens uitgerust met een ‘potted SCM’ en beschikt over een eigen modem en kaartlezer. Een Teledataphone is niet langer vereist. Dit is de eerste Banksys-terminal voor kredietkaarten. Naar aanleiding van de invoering van deze nieuwe generatie terminals, en om een massale teruggave van de Pinpads Teledata te voorkomen, wordt een nieuwe terminal ontwikkeld, de C-ZAM/TD (de ‘SQUASH’). De Pinpad Teledata kan daarmee behouden blijven; enkel de Teledataphone wordt vervangen. Het product kan ook dienen om enkel kredietkaarten te accepteren. In dat geval spreken we over de C-ZAM/CC. — 1991: Nieuwe generatie terminals voor de grootdistributie: de C-ZAM/R(R)(P) en de DISKON/R. Deze terminals aanvaarden nu ook kredietkaarten, hebben een ‘potted SCM’ en een ingebouwde printer. Tegelijk worden ook nieuwe oplossingen geïntroduceerd: de C-ZAM/LP (een enkele terminal per huurlijn) en de C-ZAM/KP (oplossing voor winkelcentra). Voor benzinestations wordt op dezelfde hardware een PROC/600 ontwikkeld. Deze indoor concentrator kan meerdere C-ZAM/600 verbinden en verbetert de prestaties en betrouwbaarheid aanzienlijk. Het biedt eveneens de mogelijkheid om kredietkaarten te aanvaarden in de winkel, dankzij de C-ZAM/PTI. — 1991: Opening van het private netwerk X25 BAXNET voor het transport van gegevens van derden, onder het concept VAN (Value Added Network). Onder de klanten van deze nieuwe service vermelden we Shell, Gamma en GIB. — 1993: De C-ZAM/S(P), ook wel SURF genoemd, wordt de betaalterminal van Banksys voor de jaren 90. Deze terminal is in C ontwikkeld en werkt onder een C-TASK besturingssysteem (multitask). Vanaf 1995 doet Banksys hiermee ook zijn eerste ervaringen op in het buitenland. Zwitserland blijft tot op vandaag een belangrijke partner in dat opzicht.
173
174
Bijlagen
— 1995: De markt maakt kennis met de IEP-technologie (Intersector Electronic Purse), beter gekend onder de naam Proton. Hiermee vindt de chiptechnologie ingang op de Belgische markt … Speciaal vanuit dit oogpunt worden meerdere terminals ontwikkeld, die nog steeds operationeel zijn: > de C-ZAM/I: Proton-betaalterminal voor winkels, de eerste terminal die teleladen van op afstand mogelijk maakt, > de C-ZAM/V: Proton-terminal geïntegreerd in automaten, > de C-ZAM/BBD, BLD, OLD: laad- en bankterminal, > de CZAM/VMT: terminal voor telefooncellen, en, > de CZAM/SPI: aanpassing van de C-ZAM/S(P) met het oog op het aanvaarden van Proton. Met Proton verschijnt een nieuwe generatie Chip Security Modules (CSM), die een SAM- en een SCM-functie combineren. — 1996: De ontwikkeling van Proton gaat verder in Nederland (Chipknip), in Zweden (CASH), in Zwitserland (CASH) en in Australië (Quicklink). — 1996: Gamma Credito-terminals (turkooiskleurig) gedistribueerd door Belgacom. Zij aanvaarden transacties via kredietkaart in semi-off-linemodus — 1996: Naar aanleiding van de C-ZAM/Phone brengt Belgacom een intelligente telefoon op de markt, de Maestro Smart TM. — 1998: Ontwikkeling van de toepassingen voor de socialezekerheidskaart, de SIS-kaart, op de C-ZAM/I. In een latere fase worden zij overgedragen op de C-ZAM/SMASH.
— 2000: Y2K, het grootste project ooit, met een dwingende deadline, wordt tot een goed einde gebracht. — 2000: De C-ZAM/SMASH begint zijn Europese carrière. Partners in Zweden (Point), Zwitserland (Epsys) en Spanje (Cetel Sistemas) staan in voor de distributie. Nadien komen er nog andere landen bij: Denemarken, Noorwegen, de Verenigde Staten, Canada, en enkele landen in het Midden-Oosten. — 2000: Ontwikkeling van de getrouwheidstoepassing Eloyse op de C-ZAM/SMASH. — 2001: Met de lancering van Banksys Nederland groeit de C-ZAM/SMASH uit tot een sterproduct van de Nederlandse betaalsector. — 2001: De familie van de C-ZAM/SMASH krijgt er twee nieuwkomers bij: > De C-ZAM/SMASH GSM: betalen kan nu ook mobiel. > De C-ZAM/SPIN: de ideale terminal om in kiosken en allerhande automaten te integreren. > De C-ZAM/SMASH PTI vervangt de oude C-ZAM/PTI, die niet eurocompatibel is. — 2001-2002: Invoering van de euro. Belangrijke migratie voor de ATM’s en de benzinestations. Alle terminals in de grootwarenhuizen en een groot deel van de terminals in de kleinhandel worden vervangen door C-ZAM/SMASH-terminals.
— 1998: Proton kan nu ook in de grootdistributie aanvaard worden, dankzij de toevoeging van een SAKADO aan de C-ZAM/R(R)(P)I.
— 2003: Lancering van de C-ZAM/OPT Multi, een nieuwe generatie betaalterminals voor benzinestations. Deze terminals zijn gebaseerd op de hardware- en softwarearchitectuur van de C-ZAM/SMASH, en je kan er rechtstreeks in TCP/IP mee communiceren over het nieuwe netwerk. Ontwikkeling van getrouwheidstoepassingen en ondersteuning van toepassingen door derden voor de terminals in benzinestations (CORA, EXXON).
— 1998: Met de C-ZAM/PC wordt het mogelijk op een veilige manier te betalen via het internet.
— 2003: Ondersteuning van EMV-transacties op ATM en SMASH. Kredietkaarttransacties via chip.
— 1998: Oprichting van Proton World International, met de deelname van Noorwegen, de Verenigde Staten en Canada. De aandeelhouders zijn Banksys, Interpay, Visa International, ERG Systems en American Express.
— 2003: Ontwikkeling van toepassingen voor de internationale markt. Nieuwe draagbare configuraties voor de C-ZAM/SMASH: Bluetooth en GPRS.
— 1999: Een wereldpremière. De C-ZAM/SMASH is de eerste betaalterminal die is uitgerust met een Java-platform en gebaseerd is op internettechnologie (TCP/IP). De C-ZAM/SMASH wordt een ultramodulaire terminal qua configuratie (printer als optie) en communicatie (PSTN, ISDN, Ethernet, Ethernet Router). Teleladen behoort tot de mogelijkheden, evenals het toevoegen van toepassingen die door derden ontwikkeld werden (multi-applicatieconcept, getrouwheids- of betaaltoepassingen). Ook voor de Bancontact/Mister Cash-transacties wordt voortaan de chip gebruikt.
— 2004: Lancering van de C-ZAM/XENTA, de nieuwe POS-terminal van Banksys. Deze terminal, met zijn vernieuwende vormgeving, is een waar staaltje van technisch vernuft. Het bewijst het voortdurende streven naar efficiëntie van Banksys. Hij is makkelijk te installeren, gebruiksvriendelijk en onderhoudsvriendelijk. De C-ZAM/XENTA steunt op een System-onChip architectuur die een ASIC met twee dedicated processors omvat. De terminal, gebaseerd op een integraal Linux-besturingssysteem, zet nooit eerder geziene prestaties neer, net als ongekende transactiesnelheden, beveiligings- en ontwikkelingsmogelijkheden.
175
176
Bijlagen
ONTWIKKELINGEN ROND DE DEP (HOST SECURITY MODULE) De C-ZAM/XENTA is de eerste van een familie terminals die met een nieuwe motor zijn uitgerust.
DEP is de afkorting van Data Encryption Peripheral. — 1978: Eerste DEP-model, een kast uit één stuk met vaste en beperkte functies.
Deze nieuwe motor kwam tot stand dankzij een doorgedreven integratie van de uitrusting in een enkele component, de ASIC-chip, ontwikkeld volgens de specificaties van Banksys, die eigenaar is van de technologie. De chip bevat maar liefst 6 miljoen transistors. Ondanks zijn compacte karakter gaan de veiligheid en prestaties er nog verder op vooruit. Er is immers meer rekenkracht vereist om de toekomstige betaalsystemen voldoende snel te laten functioneren en om de nieuwe cryptografische normen te kunnen ondersteunen. Verder is er een fundamenteel verschil ten opzichte van de betaalterminals van de oude generatie, in die zin dat er nu verschillende betaaltoepassingen tegelijk actief moeten zijn op de terminal. Aangezien de nieuwe motor wordt aangedreven door het Linux-besturingssysteem, is de programmeeromgeving vlot toegankelijk voor het schrijven van toepassingen. De motor zal binnenkort in een tiental landen worden ingezet volgens de aldaar geldende veiligheidsnormen. Bij de ontwikkeling van de terminal C-ZAM/XENTA werd rekening gehouden met verschillende ergonomische en veiligheidsaspecten. Zo maakt het aan het oog onttrekken van de geheime code integraal deel uit van het totaalconcept. Het concept stimuleert bovendien een intuïtief gebruik. De positie van de kaartlezers en van het scherm wordt dan ook benadrukt. Nieuwe te ondersteunen toepassingen: > een off-line back-up voor Bancontact/Mister Cash die de beschikbaarheid verbetert (TINA). > het automatisch heropladen van de Proton-functie gedurende een Bancontact/Mister Cash transactie (Proton +)
— 1989: Dezelfde kast, maar de DEP-software wordt op EPROM geïnstalleerd, wat updates mogelijk maakt. — 1994: Nieuwe verbetering voor het updaten van de software, die voortaan van op afstand kan worden geladen. Daarnaast is de kast in staat om een asymmetrische cryptografie te verwerken. — 1999: DEP/NT, een industriële pc-kast die tot vier beveiligingsmodules (ISA-modules) bevat. Aanzienlijke verbetering van de levenscyclus en het beheer van de veiligheidssleutels. — 2003: DEP/PCI, cryptografische acceleratorkaart die in welke server of pc ook kan worden geïnstalleerd. De kaart werd geëvalueerd volgens de Common Criteria (EAL3+) evaluatiemethode. — 2004: Ontwikkeling van het nieuwe black box desktopmodel, de DEP TRANSIX. De DEP/PCI is erin geïntegreerd. Hij is uitgerust met netwerkfuncties die een beheer van op afstand mogelijk maken. De nieuwe kast valt op door haar robuustheid.
EVOLUTIE VAN DE ATM’S — 1978: Opstarten van het ATM-netwerk van Mister Cash. — 1979: Opstarten van het ATM-netwerk van Bancontact. — 1988: Bancontact ontwikkelt de ATM-toepassing voor eigen rekening (MS-DOS PC-toepassing). — 1989: Fusie met Mister Cash. Migratie van de toepassing van Bancontact naar de ATM’s van Mister Cash. — 1993: Bancontact ontwikkelt een ATM-toepassing voor Bulgarije, Duitsland en Kroatië onder OS/2 en installeert deze vervolgens op haar eigen ATM’s in België. — 1994: PinChange op ATM. — 1995: Proton laden op de ATM’s.
177
178
Bijlagen
(EX-) LEDEN RAAD VAN BESTUUR BANKSYS
— 1997: GSM-kaarten laden op de ATM’s. — 1998: Conversie Proton-functie van Belgische frank naar euro.
NAAM
VOORNAAM
MANDAAT BIJ BANKSYS
PERIODE
van
tot
1993 1996 2002 1989 1989 1992 1993 2000 1997 2000 1989 1992 1989 1989 2001 1997 1989 2000 1989 2000 2002 1990 1998 1989 1990 1989 1989 1990 1993 1989 1996 1994 2001
1996 1999 Heden 2002 1998 1993 1996 2002 Heden Heden 1990 1993 1992 1992 2002 2001 1999 2004 1992 2002 Heden 1993 2000 1990 1997 1998 1990 1993 1994 1995 1997 1995 Heden
— 1999: Implementatie EMV voor kredietkaarten. Agneessens
— 2002: Conversie naar de eurobiljetten op alle ATM’s. — 2004: Ontwikkeling van een nieuwe toepassing op Windows-platform.
Allegaert Alloin Asselbergh
HISTORIEK e & m COMMERCE — 1998: Invoering van het herladen van Proton via internet met behulp van een chipkaartlezer die op de pc is aangesloten (C-ZAM/PC).
Baeyens Biebuyck Bienstman
— 1998: Lancering van een proefproject voor betalingen met Proton op het internet. — 1999: Invoering van betalingen met Bancontact/Mister Cash op het internet met behulp van de bankkaart en een kaartlezer (C-ZAM/PC). — 2001: Introductie van de POS-server banxafe. Het biedt internethandelaars de mogelijkheid om betalingen via Bancontact/Mister Cash en Visa/MasterCard in SET-modus aan te bieden. — 2003: Migratie van de POS-server banxafe, gebaseerd op het SET-protocol, naar het protocol 3D Secure voor de Visa- en MasterCard-kaarten. Het risico op geweigerde betalingen wordt hiermee uitgesloten voor de handelaars. — 2003: Introductie, in samenwerking met Mobistar, van de toepassing Mobile banxafe. Vooraf betaalde TEMPO-kaarten kunnen hiermee met de GSM en de aan de SIM-kaart gekoppelde bankkaart opgeladen worden via m-banxafe. — 2004: Introductie, in samenwerking met Proximus, van de toepassing ‘1-2-Ring’. Vooraf betaalde PAY&GO-kaarten kunnen hiermee met de GSM en de aan de SIM-kaart gekoppelde bankkaart opgeladen worden.
Binst Blockx Bouteille Burm Cardinael Clijsters Cockaerts Colaut De Boeck de Broqueville de le Court de Liedekerke Beaufort Demol
De Noose De Raymaeker De Smet Devis
Herman
Lid van Raad van Bestuur Voorzitter Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Guido Lid van Raad van Bestuur Guy Lid van Raad van Bestuur * Joseph Lid van Raad van Bestuur Voorzitter Raad van Bestuur Voorzitter Raad van Bestuur Frans Lid van Raad van Bestuur Albert Lid van Raad van Bestuur Marc Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Roland Lid van Raad van Bestuur Jan Lid van Raad van Bestuur Michel Lid van Raad van Bestuur Christophe Lid van Raad van Bestuur Jean-Pierre Lid van Raad van Bestuur Jos Lid van Raad van Bestuur Marcel Lid van Raad van Bestuur Jean Lid van Raad van Bestuur Voorzitter Raad van Bestuur Karel Lid van Raad van Bestuur Olivier Lid van Raad van Bestuur Jean-François Voorzitter Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Bruno Lid van Raad van Bestuur Roland Lid van Raad van Bestuur Voorzitter Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Chris Lid van Raad van Bestuur Danny Lid van Raad van Bestuur Gabriel Lid van Raad van Bestuur Patrick Lid van Raad van Bestuur
179
180
Bijlagen
COMPANY EXECUTIVE COMMITTEE [Coexco] Banksys
NAAM
Dierckx Dralans Florquin Gossye Gulikers Henriksen Hermans Lebeer Lemaire Lequeue Linkens
VOORNAAM
Filip Erik Frans Christian Michel Carlo Koen Chris P. Eric Jean-Noël Armand
Lootens Loyaerts Mahler Menier Peeters Ruymaekers Segers Syx
Patrick Ghunald Maurice Philippe Léon Erwin Herman Dirk
Termote Verdickt
Antoon Jean-Jacques
Vertongen Walravens Wierinckx Willems
Aloïs Luc Bruno Godfried
MANDAAT BIJ BANKSYS
Voorzitter Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur * Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur
Secretaris Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur * Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Voorzitter Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur Lid van Raad van Bestuur
* Gedelegeerd bestuurder
PERIODE
NAAM
van
tot
1999 1997 1995 2004 2003 1998 2002 1999 1993 1989 1989 1995 1993 1999 1989 1992 1990 2004 1993 1992 2002 2004 1994 2000 1992 2002 1994 1989
2000 2000 1998 Heden Heden Heden Heden 2002 1993 1993 1995 2002 2003 2002 1992 1997 1992 Heden Heden 1994 Heden Heden 2000 2000 1993 Heden 1997 1990
VOORNAAM
MANDAAT BIJ BANKSYS
PERIODE
van
tot
Alloin Lebeer Syx
Guy Chris P. Dirk
Gedelegeerd Bestuurder Gedelegeerd Bestuurder Gedelegeerd Bestuurder
1989 1999 2003
1998 2002 Heden
Aerts Buggenhout Decuypere Degryse Linkens Pairiot Palmero Roland Sabbe Van Broeck Van de Veire Vandeweyer Van Wayenberge Walraeve
Willy Roland Franciska Patrick Armand Ralf Claude Vincent André Jan Luc Katleen Jean-Pierre Willy
Lid Coexco Lid Coexco Lid Coexco Lid Coexco Lid Coexco Lid Coexco Lid Coexco Lid Coexco Lid Coexco Lid Coexco Lid Coexco Lid Coexco Lid Coexco Lid Coexco
2001 1993 1999 1998 1989 1989 1989 1999 1989 1999 1989 2003 1991 2002
2003 2001 Heden Heden 1998 1994 1990 Heden 1998 2002 2002 Heden 2002 Heden
181
182
Beknopte bibliografie
— ‘Bancontact/Mister Cash: de ontwikkeling van het elektronische betalingsverkeer voor particulieren’, 1991, H. Ronsijn, KBC – historisch archief — ‘Achter de schermen van de betaalindustrie’, Belgische Vereniging van Banken, 2003 — ‘Les systèmes de paiement en Belgique’, Bruno de Liedekerke Beaufort, Aspects et Documents no.40, ABB, augustus 1985 — ‘Du distributeur de billets à l’agence bancaire automatique dans une stratégie cohérente’, Bruno de Liedekerke Beaufort, EFMA conferentie, Amsterdam, 3 oktober 1985 — ‘Un monde à la carte’, dossier verschenen in La Libre Belgique, 1983 — ‘Origine historique du droit commercial en France’, Qualisteam, portaalsite Banken Financiewezen — Jaarverslagen Bank Card Company, boekjaren 1992-2003 — Jaarverslagen Banksys, boekjaren 1989-2003 De auteurs danken de archiefafdelingen van Banksys, Dexia, Fortis, ING, KBC en de Koninklijke Bibliotheek.
Dit referentiewerk werd gerealiseerd dankzij de logistieke en financiële steun van Banksys. Verantwoordelijke uitgever: Dirk Syx, Haachtsesteenweg 1442, 1130 Brussel Redactie: Christophe Van Overstraeten en Marie Bryon (Forte cvba) Concept en lay-out: Link nv Druk: Concordia bvba De auteurs streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld.
© Banksys, 2004 Alle rechten voorbehouden voor alle landen. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de verantwoordelijke uitgever worden gereproduceerd, in zijn totaliteit of fragmentarisch, op welke manier of onder welke vorm dan ook.