1/10
Sectoraal comité voor de Federale Overheid Beraadslaging FO nr 23/2012 van 20 september 2012
Betreft: Machtigingsaanvraag van De Lijn om toegang te krijgen tot persoonsgegevens die in databanken van de Directie Inschrijving Voertuigen worden opgeslagen (AF-MA-2012-057)
Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte
van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met
betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van De Lijn ontvangen op 27/07/2012; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 23/08/2012; Gelet op het technisch en juridisch advies ontvangen op 18/09/2012; Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 20 september 2012, na beraadslaging, als volgt:
.
Beraadslaging FO 23 /2012 - 2/10
I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG 1. In een dossier dat aanleiding gaf tot beraadslaging FO nr. 15/2010 van 2 september 2010, wees De Lijn op een reeds bestaande uitwisseling van persoonsgegevens tussen de Directie voor de Inschrijving van Voertuigen (hierna “de DIV”) van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en De Lijn in het kader van het project "Dienst Inruilen Nummerplaat voor Abonnement (hierna DINA-project). 2. In voornoemde
machtiging
verzocht
het
Comité
De
Lijn
dan
ook
om
voor
deze
gegevensuitwisseling een nieuwe machtigingsaanvraag in te dienen, ten einde zich in regel te stellen met artikel 36bis WVP. 3. Met huidige aanvraag wenst De Lijn de opvraging van de historiek van ingeschreven en geschrapte voertuigen uit het repertorium van het DIV in het kader van het "DINA-project" te valideren. II. CONTEXT VAN DE AANVRAAG 4. Sinds 2002 levert De Lijn de zgn. Dina-abonnementen af, die gratis worden uitgereikt naar aanleiding van de inlevering van een kentekenplaat. Op die manier probeert De Lijn het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren. Deze abonnementen hebben een geldigheidsduur van één jaar, met de mogelijkheid het abonnement nogmaals te verlengen met een éénmalige korting van 50%. 5. Bij de toekenning van het gratis abonnement (en de korting) dient de aanvraag1 aan een aantal toekenningvoorwaarden te voldoen, die door De Lijn gecontroleerd worden. De belangrijkste voorwaarde houdt in dat de ingeleverde kentekenplaat niet wordt vervangen door een inschrijving van een nieuwe kentekenplaat. Daarnaast gelden er ook beperkingen inzake de geldigheidstermijn van de inlevering, het type voertuig dat werd ingeleverd, en de gebruiksduur van het ingeleverde voertuig, alsook de personen die in aanmerking komen voor de toekenning van het Dina-abonnement. 6. Met het oog op de controle van de aanvraag diende de aanvrager tot 2007 naast het extensieve aanvraagformulier ook het schrappingsbewijs en een recent attest van gezinssamenstelling aan te leveren.
1
Als bijlage werd het aanvraagformulier voor een Dina-abonnement meegedeeld, waarop het Dina-reglement integraal wordt weergegeven, inclusief aanvraagprocedure, gebruiksmodaliteiten en toekenningsvoorwaarden. Ook de modelovereenkomst De Lijn - rechthebbende voor het verkrijgen van een gratis netabonnement in ruil voor de inlevering van een kentekenplaat werd meegedeeld.
Beraadslaging FO 23 /2012 - 3/10
7. Op initiatief van De Lijn werd de gegevensstroom, die onderwerp is van de aanvraag, reeds geïmplementeerd vanaf 2007, met goedkeuring van de toenmalige federale minister van Binnenlandse Zaken en de Vlaamse minister van Mobiliteit. In 2007 werd eveneens een overeenkomst tussen De Lijn en het DIV afgesloten2, waardoor De Lijn de vereiste controlegegevens via het DIV kon ontvangen, waardoor de kwaliteit van de controle kon worden verbeterd, het aanvraagformulier aanzienlijk worden vereenvoudigd, en de aanvrager worden vrijgesteld van de aanlevering van de bijkomende documenten. 8. Om een zuivere werking te realiseren, moet de gezinssamenstelling aangeleverd worden uit het Rijksregister, en dient de historiek van ingeschreven en geschrapte voertuigen voor elk gezinslid opgevraagd te worden uit DIV. 9. De Lijn is reeds gemachtigd om de gezinssamenstelling op te vragen met het oog op administratieve vereenvoudiging bij de aanvraag van een abonnement (finaliteit A.2. in beraadslaging RR nr. 04/2006 van 1 maart 2006 van het sectoraal comité Rijksregister)3. 10. De opvraging van de historiek van ingeschreven en geschrapte voertuigen uit het repertorium van het DIV, dient echter nog gevalideerd te worden door het Comité, en is het onderwerp van deze aanvraag. III. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A. ONTVANKELIJKHEID 11. Krachtens artikel 36bis WVP, "vereist elke elektronische mededeling van persoonsgegevens door
een federale overheidsdienst of door een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder de federale overheid ressorteert een principiële machtiging (van het bevoegd sectoraal comité)". 12. Het is de taak van dit Comité om na te gaan “ of deze mededeling enerzijds nodig is voor de
implementatie van de opdrachten die toevertrouwd worden door of krachtens de wet aan de vragende federale overheid en anderzijds of deze mededeling in zijn diverse aspecten
2
3
Als bijlage werd de overeenkomst die werd afgesloten tussen het DIV en De Lijn meegedeeld.
De ontwikkeling om de gezinssamenstelling van de aanvrager te consulteren wordt momenteel geïmplementeerd (via de web-services van CORVE).
Beraadslaging FO 23 /2012 - 4/10
compatibel is met al de geldige normen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wat de verwerking van de persoonsgegevens betreft.” (Parl. Doc 50, 2001-2002, nr. 1940/004). 13. DIV, dat deel uitmaakt van de FOD Mobiliteit en Vervoer, zal persoonsgegevens elektronisch doorsturen naar De Lijn. Het Comité is derhalve bevoegd. B. TEN GRONDE 1. FINALITEITSBEGINSEL 14. Artikel 4, § 1, 2°, WVP laat de verwerking van persoonsgegevens slechts toe voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden en de gegevens mogen bovendien niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met die oorspronkelijke doeleinden. In de hiernavolgende paragrafen onderzoekt het Comité of deze principes in onderhavig geval gerespecteerd worden. 15. De Lijn zal onderhavige gegevens voor volgend doeleinde verwerken: het uitreiken aan de aanvrager van het (de) gratis netabonnement(en), naar aanleiding van de inlevering van een kentekenplaat. Op die manier probeert De Lijn het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren en aldus bij te dragen tot een duurzame mobiliteit. Deze gegevensstroom leidt tot administratieve vereenvoudiging voor de aanvrager, die geen bijkomende documenten (om schrapping of overdracht nummerplaat aan te tonen) dient aan te leveren bij de aanvraag en een betere controle van de aanvraag door De Lijn: zonder gegevensstroom is De Lijn afhankelijk van de verklaring van de aanvrager inzake de voertuigen momenteel in gebruik binnen het gezin. 16. Het Comité stelt vast dat de beoogde gegevensverwerkingen geschieden met het oog op het hiervoor vermelde doeleinde dat als welbepaald en uitdrukkelijk omschreven kan worden bestempeld. Het doeleinde is tevens gerechtvaardigd en a priori toelaatbaar, vermits de betrokken verwerkingen gestoeld zijn op artikel 5 b)4 en 5, e)5 WVP.
4
Verwerking noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij de betrokkene partij is of voor de uitvoering van maatregelen die aan het sluiten van die overeenkomst voorafgaan en die op verzoek van de betrokkene zijn genomen. 5
Verwerking noodzakelijk voor de vervulling van een taak van openbaar belang of die deel uitmaakt van de uitoefening van het openbaar gezag, die is opgedragen aan de verantwoordelijke voor de verwerking.
Beraadslaging FO 23 /2012 - 5/10
17. Het doeleinde -stimuleren duurzame mobiliteit- kan tenslotte als een taak van algemeen belang worden beschouwd. Zie in dat verband bv. de beleidsbrief 2006-20076 van de toenmalige Vlaams minister van Mobiliteit: “In het kader van de Vlaamse Klimaatconferentie is er
uitdrukkelijk op gewezen dat, bij een voldoende bezettingsgraad, een modale verschuiving van privé-auto naar openbaar vervoer op zich al een wezenlijke bijdrage levert tot de beperking van de uitstoot van broeikasgassen en polluenten. Om de modale verschuiving naar openbaar vervoer te beïnvloeden heeft De Lijn sinds oktober 2002 de mogelijkheid in het leven geroepen een nummerplaat in te ruilen voor een abonnement van De Lijn (…)”. 18. Het Comité brengt in herinnering dat de gevraagde gegevens enkel met het oog op dit doeleinde mogen verwerkt worden. 19. In deze context moet ook geanalyseerd worden of de doeleinden van de door De Lijn geplande verwerkingen verenigbaar zijn met de doeleinden waarvoor de gegevens door het DIV worden verwerkt. De WVP laat toe dat er verwerkingen voor nieuwe doeleinden plaatsvinden voor zover deze finaliteiten verenigbaar zijn met de oorspronkelijke doeleinden (artikel 4, § 1, 2° WVP). 20. Met het oog hierop wordt de aandacht gevestigd op volgende elementen: -in 2002 werd het Dina-project ingevoerd bij Ministerieel besluit. Dit besluit wordt jaarlijks bekrachtigd bij de publicatie van de Algemene Reisvoorwaarden van De Lijn en laatst bij Ministerieel besluit van 24 februari 2012; -het DIV is belast met inschrijving van alle soorten gemotoriseerde voertuigen die op de openbare weg worden gebruikt, en houdt het repertorium van inschrijvingen van deze voertuigen bij. Dit repertorium is een onontbeerlijke verzameling van gegevens voor allerlei diensten en instellingen met controledoeleinden (cf. het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van
voertuigen). Hoewel het bestand niet expliciet ter beschikking staat voor het doeleinde van De Lijn, is het voor De Lijn een essentiële informatiebron voor het vervullen van de opdrachten van algemeen belang die haar werden toevertrouwd door het Ministerieel besluit en verenigbaar met de doeleinden waarin artikel 6, § 2, van het voornoemd koninklijk besluit voorziet; -de gegevensuitwisseling De Lijn – DIV wordt thans gebaseerd op artikel 31bis juncto 36bis WVP ingevolge een gemotiveerde en gedetailleerde aanvraag van De Lijn aangaande na te streven ‘doeleinde’, ‘te verkrijgen gegevens’,… De op grond van voornoemde artikelen door het Comité gegeven machtiging is verder met redenen omkleed en zal worden bekendgemaakt op de website 6
http://docs.vlaanderen.be/portaal/beleidsbrieven2006/vanbrempt/beleidsbrief_mobiliteit.pdf
Beraadslaging FO 23 /2012 - 6/10
van de Commissie, zoals vereist door artikelen 15 en 16 van het Koninklijk besluit van 17 december 20037; -de gegevensuitwisseling De Lijn – DIV kan tot de redelijke verwachting van de betrokkene worden gerekend (toepassing van artikel 4, § 1, 2°, eerste zin WVP). De bepalingen uit het Dina-reglement waarvan sprake in het Ministerieel besluit van 24 februari 2012 en de overeenkomst tussen De Lijn en de aanvrager van het (de) gratis netabonnement(en), dienen te worden nageleefd gedurende de looptijd van het gratis Dina-abonnement, zo niet is er sprake van onrechtmatig gebruik van het Dina-abonnement en dit vergt controle door De Lijn via DIV. De betrokkene is ook op de hoogte van deze controle. De aanvrager van het (de) gratis netabonnement(en) wordt er door de Dinamedewerkers en Lijninfo steevast op gewezen dat de gegevens vereist voor de controle van de aanvraag, door De Lijn worden geconsulteerd via het DIV. Dit staat ook vermeld in de FAQ op de website www.delijn.be/dina, alsook in een overeenkomst tussen De Lijn en de aanvrager van het (de) gratis netabonnement(en) en door de ondertekening van die overeenkomst geeft de rechthebbende aan De Lijn de toestemming om in samenwerking met de DIV de nodige controles uit te voeren op de naleving van de voorwaarden (zie artikel 6 van bedoelde overeenkomst); -Het doeleinde van De Lijn maakt ten slotte deel uit van de expliciete de doeleinden waarin artikel 5 van de wet 19 mei 2010 houdende oprichting van de Kruispuntbank van de voertuigen 8 voorziet. Deze databank heeft onder andere tot doel “om op elk ogenblik de eigenaar ervan, de aanvrager en
de titularis van hun inschrijving te identificeren, alsook de gegevens betreffende hun goedkeuring te achterhalen teneinde : 1° de ontwikkeling van een doeltreffend mobiliteitsbeleid met oog voor veiligheid en leefmilieu te vergemakkelijken en te ondersteunen.” Daarbij komt nog dat het Comité, op basis van artikel 189 van deze wet een machtiging kan toestaan aan een aanvrager, niet alleen voor het vervullen van de opdrachten van algemeen belang die hem zijn toevertrouwd door of 7
Zie bovendien aanbeveling nr. 09/2012 van 23 mei 2012 uit eigen beweging in verband met authentieke gegevensbronnen in de overheidssector: “Een machtiging is immers een normatieve beslissing die openbaar wordt gemaakt, zodat dergelijke beslissingen als een “reglementaire bepaling” in de zin van artikel 4, § 1, 2°, WVP kunnen beschouwd worden.”
8
De inwerkingtreding van deze wet, te bepalen door de Koning (cf. artikel 40 van de wet), zal de legitimiteit van de te verrichten verwerkingen dus enkel maar bestendigen. 9
Art. 18. § 1 : ” De toegang tot de andere gegevens van de Kruispuntbank vereist een voorafgaande machtiging van het
sectoraal comité.
Vooraleer zijn machtiging te geven, gaat het sectoraal comité na of deze toegang geschiedt in overeenstemming met deze wet, haar uitvoeringsbesluiten en de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. Deze machtiging wordt door het sectoraal comité toegestaan : 1° aan de Belgische overheden voor de informatie die zij gemachtigd zijn te kennen door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie; 2° aan de instellingen en natuurlijke of rechtspersonen voor de informatie die zij nodig hebben voor het vervullen van de opdrachten van algemeen belang die hen zijn toevertrouwd door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie, of voor de opdrachten die door het sectoraal comité uitdrukkelijk als zodanig werden erkend”.
Beraadslaging FO 23 /2012 - 7/10
krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie, maar ook voor de opdrachten die door het sectoraal comité zelf uitdrukkelijk als zodanig worden erkend 10. Zoals reeds gezegd in randnummer 17 kan het doeleinde ‘stimuleren duurzame mobiliteit’ als een taak van algemeen belang worden beschouwd in hoofde van De Lijn. 21. Rekening houdende met deze elementen oordeelt het Comité dat de verwerkingen van De Lijn met het oog op het doeleinde vermeld in punt 15 verenigbaar is. 2. PROPORTIONALITEITSBEGINSEL
2.1. Aard van de gegevens 22. Artikel 4, § 1, 3°, WVP stelt dat persoonsgegevens toereikend, terzake dienend en niet overmatig dienen te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of waarvoor zij verder worden verwerkt. 23. Bij DIV worden de volgende gegevens opgevraagd: -inschrijvingsdatum, schrappingsdatum (of datum van overdracht) en type voertuig van de ingeleverde kentekenplaat waarmee het Dina-abonnement wordt aangevraagd. Deze gegevens zijn nodig om te bepalen of de ingeleverde kentekenplaat in aanmerking komt voor de toekenning van een Dina-abonnement; -alle kentekenplaten (inclusief inschrijvingsdatum, eventuele schrappingsdatum/datum van ovendracht en type voertuig) op naam van de bovenvermelde titularis en diens gezinsleden nodig om te bepalen of de ingeleverde kentekenplaat niet werd vervangen door een nieuwe kentekenplaat binnen het gezin. 24. In het licht van de onder randnummer 15 omschreven finaliteit, besluit het Comité dat de gegevens tot dewelke De Lijn toegang zal verkrijgen, conform zijn aan artikel 4, § 1, 3°, WVP.
10
Naar analogie met de bevoegdheid welke artikel 5 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van
de natuurlijke personen voorziet voor het sectoraal comité van het Rijksregister.
Beraadslaging FO 23 /2012 - 8/10
2.2. Bewaringstermijn van de gegevens 25. Aangaande de bewaringstermijn van de gegevens herinnert het Comité er aan dat de gegevens niet langer bewaard mogen worden dan nodig voor het realiseren van het doeleinde waarvoor ze werden ingezameld (artikel 4, § 1, 5°, WVP). 26. De gegevens worden bewaard tot 6 maanden na afloop van het gratis abonnement. 27. De opgegeven bewaartermijn is gepast in het licht van voornoemd artikel 4, § 1, 5°, WVP.
2.3. Frequentie van de toegang en de duur van machtiging 28. Aangezien De Lijn dagelijks nieuwe aanvragen ontvangt -gemiddeld een duizendtal per maanddienen deze gegevens permanent opgevraagd te worden bij het DIV, om de tijdige aflevering van de abonnementen te kunnen garanderen. 29. Het Comité is dan ook van oordeel dat een permanente toegang gepast is en dus in overeenstemming met het bepaalde in artikel 4, § 1, 3°, van de WVP. 30. De toegang wordt voor onbepaalde duur gevraagd. Aangezien het hier niet om een project met einddatum of éénmalige actie gaat, maar om een permanente dienstverlening die wordt aangeboden, is een onbeperkte duur noodzakelijk voor zover het Dina-project blijft bestaan. 31. Het Comité is aldus van oordeel dat een machtiging voor onbepaalde duur gepast is, voor zover het Dina-project blijft bestaan (artikel 4, § 1, 3° WVP).
2.4. Bestemmelingen en/of derden waaraan gegevens worden meegedeeld 32. Volgens de aanvraag zal De Lijn de gegevens uitsluitend intern gebruiken, nl. door de Dienst Dina-abonnementen op de Centrale Diensten van De Lijn, en meer bepaald door de medewerkers Dina-abonnementen en de teamleider abonnementen, en is er geen mededeling aan derden. 33. Het Comité ziet in het licht van artikel 4, § 1, 3° WVP en artikel 16, § 2, 2° WVP geen bezwaren tegen het feit dat bovengenoemde categorieën personen toegang hebben tot onderhavige persoonsgegevens.
Beraadslaging FO 23 /2012 - 9/10
3. TRANSPARANTIEBEGINSEL 34. Het Comité herinnert eraan dat een eerlijke verwerking van gegevens een verwerking is die gebeurt op een transparante wijze. Eén van de hoekstenen van een transparante verwerking, betreft de informatieplicht. 35. Er wordt informatie verstrekt omtrent het feit dat gegevens bij de DIV worden opgevraagd en met welk doeleinde dit gebeurt. Informatieverspreiding gebeurt door Dina-medewerkers en Lijninfo bij contacten met de aanvrager van het (de) gratis netabonnement(en) en via de website van De Lijn. Ook in de door de aanvrager te ondertekenen overeenkomst met De Lijn voor het verkrijgen van een gratis netabonnement in ruil voor de inlevering van een kentekenplaat, wordt er gewag gemaakt van het controledoeleinde via DIV (artikel 6 bedoelde overeenkomst). 4. BEVEILIGING
4.1. Op het niveau van De Lijn 36. Uit de meegedeelde stukken blijkt dat De Lijn over een veiligheidsconsulent beschikt, alsook over een algemeen veiligheidsbeleid. Het Comité heeft hier akte van genomen.
4.2. Op het niveau van de DIV 37. Er werd door de aanvrager geen informatie overgemaakt over de beveiligingsaspecten op niveau van de DIV. Uit de heel recente beraadslaging FO nr. 20/2012 van 25 juli 2012 blijkt evenwel dat DIV beschikt over een consulent inzake informatieveiligheid en over een veiligheidsbeleid. Het Comité neemt hier opnieuw akte van. OM DEZE REDENEN, het Comité machtigt De Lijn voor onbepaalde duur om voor het doeleinde en onder de voorwaarden vermeld in deze beraadslaging, permanente mededeling te verkrijgen vanwege DIV van: -inschrijvingsdatum, schrappingsdatum (of datum van overdracht) en type voertuig van de ingeleverde kentekenplaat waarmee het Dina-abonnement wordt aangevraagd;
Beraadslaging FO 23 /2012 - 10/10
-alle
kentekenplaten
(inclusief
inschrijvingsdatum,
eventuele
schrappingsdatum/datum
ovendracht en type voertuig) op naam van de bovenvermelde titularis en diens gezinsleden. De Wnd. Administrateur,
De Voorzitter,
(get.) Patrick Van Wouwe
(get.) Willem Debeuckelaere
van