OP ZO EK NA A R DE EIG E N K R AC HT van de gemeente Hoogezand-Sappemeer
I.R. Steendam
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 1
Op zoek naar de Eigen Kracht van de gemeente Hoogezand-Sappemeer
I.R. Steendam, 1949322 Rijksuniversiteit Groningen Algemene Pedagogische Wetenschappen 1e begeleider: Dr. J.J.M. Zeelen 2e begeleider: Prof. dr. M.C. Timmerman In opdracht van Dr. G. Schout, onderzoeksbureau OvZo & de gemeente Hoogezand-Sappemeer Groningen, febr. t/m dec 2011
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 2
Voorwoord "De mens is een sociaal dier, hij is niet gemaakt om alleen te leven." ~ Aristoteles ~ Voor u ligt mijn eindscriptie waarin ik onderzoek gedaan heb naar de aanwezigheid van kenmerken van ‘Restorative Practices’ of ‘Eigen Kracht’, in opdracht van Dr G. Schout, onderzoeksbureau OvZo en de gemeente Hoogezand-Sappemeer. Met deze scriptie zal ik mijn opleiding Pedagogische Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen afronden. Aan het begin van deze onderzoeksperiode kreeg ik de mogelijkheid om een onderwerp te kiezen. Mij leek het nuttig om dit te doen voor een bedrijf, zodat mijn onderzoek maatschappelijke relevantie zou kunnen hebben. Nadat ik reageerde op een advertentie op internet van onderzoeksbureau OvZo, kreeg ik een uitnodiging om op gesprek te komen. Hier werd aan mij voorgelegd dat ik onderzoek kon gaan doen naar de aanwezigheid van kenmerken van Restorative Practices/Eigen Kracht in de gemeente HoogezandSappemeer. Hierbij wordt niet uitgegaan van mensen met problemen, maar juist van mensen en hun mogelijkheden en krachten. Dit leek mij een interessant onderwerp, waar nog niet veel over bekend is. Daarom heb ik ervoor gekozen om dit onderzoek uit te gaan voeren. Graag bedank ik Gert Schout voor de intensieve begeleiding tijdens het opzetten en maken van deze scriptie. Ook Anna Visser, waar ik grotendeels mee samen heb gewerkt, wil ik bedanken voor de steun en fijne samenwerking. Verder wil ik Jacques Zeelen als eerste begeleider en Greetje Timmerman als tweede begeleider bedanken voor de goede ondersteuning vanuit de RuG en Gideon de Jong heel erg bedankt voor de uitleg van Atlas TI en verdere ondersteuning. Natuurlijk ook veel dank aan de gemeente HoogezandSappemeer, in het bijzonder Herman Kamminga, Kwartier Zorg & Welzijn en de geïnterviewden in de gemeente waardoor dit onderzoek mogelijk is gemaakt. Tot slot bedank ik Michiel Briët, Lotte Steendam, Sity Smit, Gerry Briët, Theo Teunissen, Claudia van den Deijsel, Carolien Kinds en Ronel Holierook voor de hulp en ondersteuning tijdens het schrijven van mijn scriptie.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 3
Samenvatting Na een periode van individualisering wordt steeds meer aandacht aan de verbondenheid tussen mensen besteed. Men is gewend geraakt aan de individuele aanpak van de zorg en ondersteuning van de verzorgingsstaat. Indien de verantwoordelijkheid van problemen teruggelegd wordt bij de mensen zelf, zou dit een positief lange termijn effect kunnen hebben. Burgers zouden zelf een oplossing kunnen bedenken voor hun situatie met behulp van hun sociale netwerk. Een netwerk van familie, vrienden en kennissen heeft wellicht meer tijd en begrip voor deze problematiek dan de professionals. De benadering van Restorative Practices, die in Nederland Eigen Kracht genoemd wordt, gaat uit van de eigen kracht van mensen. Restorative Practices bestaat uit verschillende vormen: Restorative Justice (Echt Recht), Family Group Conference/Family Group Decision Making (Eigen Kracht conferentie), leercirkels en informele vormen. Hoogezand-Sappemeer is een gemeente waar relatief veel sociale problematiek voorkomt. Deze groeiende problematiek legt grote druk op het werk van de professionals op het gebied van zorg en welzijn. Eigen Kracht is een begrip dat sinds 2001 in Nederland bekend is geworden. Kenmerken hiervan zitten al verborgen in de aanpak van instanties. Om hier meer inzicht in te krijgen, is het nodig eerst te inventariseren wat momenteel aanwezig is. Voor dit onderzoek zijn mensen van diverse organisaties geïnterviewd, over hun ervaring met Eigen Kracht in de praktijk of kenmerken hiervan en wat hun successen en problemen zijn. Hieruit is gebleken dat er al kenmerken van Eigen Kracht in de praktijk worden gebruikt, zoals ‘samenredzaamheid’ bij buurtbemiddeling, Humanitas en in het onderwijs. Het gebruik van netwerken komt naar voren bij de Thuiszorg, gehandicaptenzorg de Zijlen en project Gorecht-West. Informele zorg wordt bij een aantal instanties al gecombineerd met formele zorg, zoals bij Kwartier Zorg & Welzijn en Huiselijk Geweld. Herstel komt sterk naar voren bij bureau Halt. Er komen echter ook belemmeringen naar voren, zoals burgers zonder netwerk, burgers die niet willen deelnemen aan conferenties en instanties die niet cliëntgericht willen werken. Deze belemmeringen werden voorgelegd aan een focusgroep. Deze focusgroep probeert de belemmeringen in mogelijkheden te transformeren, waardoor Hoogezand-Sappemeer verder kan werken met de toepassing van Eigen Kracht in deze gemeente.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 4
IN H OU DS OP G AV E Geen inhoudsopgavegegevens gevonden.9
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 5
1. Inleiding "De mens is een sociaal dier, hij is niet gemaakt om alleen te leven." Al in 300 voor Christus zag Aristoteles dat de mens niet alleen kan overleven. In de geschiedenis zien we verschillende voorbeelden van hoe de samenleving hier mee om weet te gaan. Socioloog Felling (2004) maakt vanaf de Tweede Wereldoorlog onderscheid tussen drie soorten samenlevingen. De eerste naoorlogse samenleving wordt beschreven als het begin van de welvaart, waarbij tegenstellingen beginnen te ontstaat tussen verschillende generaties. In de tweede samenleving begint de ontzuiling en wordt de verzorgingsstaat steeds meer uitgebreid. De waarden en normen veranderen mee met de economische groei en individuele verantwoordelijkheid. Arbeiders krijgen rechten en vrouwen zijn niet langer afhankelijk van hun man. Het derde type samenleving vormt een tegenbeweging ten opzichte van de voorgaande samenlevingen. Hier ontstaat een crisis tussen de welvaartsen verzorgingsstaat (Felling, 2004). Nisbet (1953) brengt naar voren dat door de economische druk iedereen verplicht is te werken om zichzelf te kunnen onderhouden. Hierdoor heeft men minder tijd voor sociale contacten. Ondanks de komst van technologische ontwikkelingen en materialistische behoeftes, wordt dit probleem nog niet opgelost. Mensen zijn meer meer geïsoleerd gaan leven. Families en kleine gemeenten, zoals van de kerk, worden minder functioneel. Nisbet (1953) noemt deze relaties ‘leeg’ en de functies die een netwerk eerder bood, zijn verminderd. Hierdoor ontstaat er minder sociale samenhang. Dit komt mede door de verandering in gezinsrollen tussen mannen en vrouwen, de ontwikkeling van technologie, de wetenschap en verstedelijking. Mensen kloppen aan bij instanties van de staat in plaats van steun aan elkaar te vragen. Deze toenemende behoefte aan zorg wordt beantwoord door de staat. Burgers zijn eraan gewend geraakt dat de verzorgingsstaat hun problemen oplost, aldus Nisbet (1953). Indien gezinnen die te maken hebben met een of meerdere risicofactoren bij elkaar wonen, is de kans groot dat problemen ontstaan. ‘Een risicofactor wordt gedefinieerd als een kenmerk van kinderen (bijvoorbeeld een moeilijk temperament) of ouders (geen of weinig opleiding), een omstandigheid (bijvoorbeeld leven in armoede) of een gebeurtenis (bijvoorbeeld een traumatische ervaring), waarvan in goed opgezet onderzoek duidelijk is geworden dat er een verband bestaat met latere, minder wenselijke ontwikkelingsuitkomsten van welke aard dan ook’ (Hermanns 2007, p. 36). Voorbeelden van risicofactoren zijn ongewenste zwangerschap, roken of drinken van alcohol tijdens de zwangerschap, echtscheiding, schulden, geweld in het gezin, laag opleidingsniveau van de ouders, te kleine behuizing, wonen in een onveilige buurt en oorlogservaringen (Van Lieshout, 2007). Linders (2009) is van mening dat vanwege deze risicofactoren een grote kans bestaat dat mensen in bovenstaande situaties te maken krijgen met uitsluiting, gebrek aan steun of zelfs sociaal isolement. Mensen die met een opeenstapeling van verschillende problemen te maken hebben, kunnen hier veelal zelf geen oplossing meer voor vinden. Sinds de grote variëteit en toegankelijkheid van verschillende vervoersmogelijkheden, zijn families en vrienden steeds verder uit elkaar gaan wonen. Dit heeft grote gevolgen voor de sociale ondersteuning in wijken en buurten. Burgers zijn gericht op zichzelf en schakelen de professionele hulpinstanties in bij problemen. Het lijkt dat de behoefte aan hulp groeit, naarmate het aanbod van professionele hulp toeneemt. Linders (2009) beschrijft dat hulpvragers ‘achterover gaan zitten’ en rekenen op de hulp die komt. De problemen kunnen al van generatie op generatie aanwezig zijn. De druk op de hulpverlening om deze vicieuze cirkel te doorbreken, is relatief groot. Professionele instanties zijn echter beperkt tot hun werktijden. Financieel gezien is constante professionele hulp niet bevorderlijk (Linders, 2009). De hulpverlening komt steeds meer onder invloed te staan van bezuinigingen en wachtlijsten. De toenemende specialisatie en differentiatie van het aanbod legt vooral de aandacht op cliënten met enkelvoudige problemen. Mensen met een opeenstapeling van pedagogische problemen, financiële problemen, woonproblemen, psychiatrische problemen, verslavingen en cognitieve beperkingen worden echter moeilijk bereikt door deze huidige voorzieningen. Door financiële geldstromen per discipline, wordt multidisciplinair werken beperkt. Booys (2009) laat zien dat in de tijd voor de institutionalisering de problemen door ‘samenredzaamheid’ in de eigen omgeving werden opgelost. Ook zegt hij dat ‘samenredzaamheid’ tegenwoordig niet meer gebruikelijk is, omdat de burger ‘verwend’ is geraakt door alle opgelegde oplossingen vanuit de instanties. Toch zijn er ook andere ontwikkelingen. Cornwell, Laumann & Schumm
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 6
(2008) brengen hier tegenin, dat ‘samenredzaamheid’ tegenwoordig wel degelijk aanwezig is. Zij wijzen bijvoorbeeld op het vrijwilligerswerk, waardoor bij oudere volwassenen sociale verbondenheid ontstaat. In de jaren tachtig van de twintigste eeuw vond er een herontdekking plaats op het gebied van ‘samenredzaamheid’ in de jeugdzorg van Nieuw-Zeeland. Hier was ook sprake van een opeenstapeling van problemen, met name bij de Maori-jeugd, zoals overvolle instellingen, overbelaste medewerkers, gefrustreerde ouders en kinderen en een tekort aan geld. De hulpverlening, zoals die in die tijd georganiseerd was, kon geen grip krijgen op deze groep. In 1989 leidde deze problematiek tot het aannemen van de ‘Children, Young Persons and their Family Act’. Deze wet verplichtte een Family Group Conference, voordat de hulpverlening met een kind aan de slag kon gaan. Een Family Group Conference is een besluitvormingsmodel, waarin burgers zelf beslissen over wat zij nodig hebben aan hulp en steun, om problemen van mensen in hun familie of omgeving te kunnen oplossen. De persoon waar deze conferentie om draait is meestal een kind, maar kan ook toegepast worden bij volwassenen. Betrokkenen uit het netwerk of hulpverleners vragen de conferentie aan bij de Eigen Kracht Centrale en kunnen bij de conferentie aanwezig zijn voor ondersteuning. Een onafhankelijke coördinator leidt het gesprek. De verantwoordelijkheid voor het maken van een plan ligt uiteindelijk bij de burgers zelf. In dit plan kan hulp gevraagd worden aan het netwerk, maar ook aan hulpverleners. Doordat een conferentie verplicht werd gesteld in Nieuw-Zeeland, bleven kinderen relatief gezien vaker bij hun ouders wonen. Wanneer er een uithuisplaatsing nodig was, werd het kind in de meeste gevallen door familie of vrienden in huis genomen (Booys, 2009). Vanaf 2001 zijn deze conferenties ook in Nederland in praktijk gebracht. Rob de Pagée en Jan van Lieshout richtten de Eigen Kracht Centrale op. De term Family Group Conference wordt in het Nederlands vertaald als Eigen Kracht Conferentie. De inhoud van een conferentie heeft dezelfde accenten als een conferentie in Nieuw-Zeeland. Ook hier ligt de verantwoordelijkheid bij de burger om samen met zijn netwerk een plan te maken en het probleem samen op te lossen. In 2001 zijn er in Nederland 21 gevallen afgerond, in 2009 waren dit al 686 (Gramberg, 2009). Naast de formele vorm van een Eigen Kracht Conferentie, is er een informele benadering vanuit Eigen Kracht. In Nieuw-Zeeland wordt deze benadering met de overkoepelende term Restorative Practices aangeduid. Hierin staat ‘samenredzaamheid’ en het denken vanuit de eigen kracht van de burger centraal. Mensen hebben een natuurlijke loyaliteit naar vrienden en familieleden. Het is menselijk om te willen helpen en geven. De Eigen Kracht benadering richt zich op krachten van de burger en zijn netwerk, in plaats van de tekorten en stoornissen. In de reguliere hulpverlening is de professional vaak dominant en leidend. Een verandering van attitude bij hulpverleners is volgens Stam (2010) nodig om vanuit de benadering van Eigen Kracht te werken. In de praktijk wordt hier ook al mee gewerkt. Vanuit de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is het WMO-project ‘De Kanteling’ opgezet, met als doel zelfredzaamheid en participatie van de burger in de maatschappij te stimuleren. Door middel van een kanteling in het denken, wordt er gekeken naar wat iemand nodig heeft, in plaats van waar iemand recht op heeft. Maatwerk is hierbij het uitgangspunt (www.vng.nl, 01-07-2011). Hoogezand-Sappemeer is een relatief klein stedelijke gemeente met grote-stads problematiek1. In deze gemeente zijn wijken waar sprake is van werkloosheid, lage inkomens, verslaving, schulden en overlast. Om wat aan deze problematiek te doen, is de gemeente begonnen met het inzetten van Eigen Kracht Conferenties. Om dit vervolgens verder uit te breiden, is er een beleidsmedewerker naar een Eigen Kracht Congres afgereisd naar Hull, Engeland. Restorative Practices is de overkoepelende term, waarmee allerlei praktijken en kenmerken van herstellend werk naar voren komen. Hull was tot 2005 een van de steden met de hoogste criminaliteit en andere sociale problematiek, vergelijkbaar met de huidige situatie van 1
Aantal inwoners Hoogezand-Sappemeer: 34772 Allochtoon: 17,8 %, Eenoudergezinnen: 3,9%, Aantal achterstandsleerlingen: 18 % Percentage niet werkende werkzoekenden (NWW’ers) 10,2 % Aantal uitkeringen Wet werk en bijstand voor personen jonger dan 65 jaar: 990 Verstandelijk gehandicapten: 240 (2008) Omvang kwetsbare groepen: 7090 (2008) (Bron: Statistisch jaaroverzicht 2009-2010, www.hoogezand-sappemeer.nl)
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 7
Hoogezand-Sappemeer. Om hier verandering in te brengen heeft de stad Hull de filosofie van Eigen Kracht in haar beleid als drijfveer opgenomen. Alle professionals zijn opgeleid met de denkwijze van Eigen Kracht. Om dit te kunnen bereiken, is bij iedereen een omslag in het denken nodig. De Eigen Kracht benadering is geen vaste methode met stappen en procedures; men moet het zich eigen maken, om er mee te kunnen werken. In de gemeente Hoogezand-Sappemeer zijn al verschillende projecten opgezet, zoals ‘Wijkvernieuwing Gorecht-West’, Wijkverpleegkundigen en huisartsen samen met ‘Nait Soezen’ en ‘Kinderen tellen mee’. Bij dergelijke projecten wordt er aandacht besteed aan de eigen kracht van de mensen zelf en hun netwerk, zodat de professionele hulp niet als beginpunt gezien wordt. Door vanuit de mogelijkheden van de burger te denken, in plaats van de tekorten, ontstaat een andere benadering van de hulpverlening. Om de benadering van Eigen Kracht beter toe te kunnen passen, is het nodig te inventariseren waar er momenteel al gewerkt wordt vanuit de gedachte van Eigen Kracht. In dit onderzoek is er gekeken naar de aanwezigheid van kenmerken van Eigen Kracht in verschillende werkvelden van de gemeente Hoogezand-Sappemeer. Deze werkvelden zijn: onderwijs, vrijwilligerswerk en professionals op het gebied van zorg en welzijn. Door middel van interviews met directeuren, managers en voorzitters in bovengenoemde werkvelden, wordt geprobeerd een antwoord te vinden op de volgende centrale vraag: ‘Op welke wijze worden kenmerken van Eigen Kracht zoals ‘samenredzaamheid’, gebruik van netwerk, herstel, empowerment, informele zorg en de kanteling in het denken gebruikt in verschillende werkvelden in de gemeente Hoogezand-Sappemeer?’ Met behulp van de volgende deelvragen wordt de centrale vraag verder uitgewerkt: ‘Op welke manier wordt de Eigen Kracht benadering in de praktijk toegepast?’, ‘Welke successen komen voor in de praktijk?’ en ‘Welke belemmeringen komen voor in de praktijk?’ Om een antwoord te vinden op deze vragen wordt er in hoofdstuk 2 middels het theoretisch kader dieper ingegaan op hoe de samenleving veranderd is door de jaren heen, waar het begrip Eigen Kracht vandaan komt en welke vormen en kenmerken hier bij aansluiten. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de veel voorkomende begrippen gedefinieerd. In hoofdstuk 4 staat de gevolgde methodologie centraal, met daarin het onderzoeksdesign, de methode, validiteit en betrouwbaarheid. In hoofdstuk 5 worden alle geïnterviewde instanties kort toegelicht, waarbij getoetst wordt of er al beginnende praktijken van Eigen Kracht aanwezig zijn. Hoofdstuk 6 beschrijft de dataverzameling en analyse, geïllustreerd met citaten uit de interviews. Tot slot in hoofdstuk 7 worden de conclusie en discussie weergegeven, met aanbevelingen voor de gemeente.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 8
2. Theoretisch kader 2.1 INTRODUCTIE In het eerste deel van dit theoretisch kader wordt terug gegaan naar de tijd waar sociale cohesie een grotere rol speelde in de samenleving. Het tweede deel gaat over het ontstaan van de individualisering, waarbij er relatief minder ruimte ontstond voor deze sociale betrokkenheid. Sinds de 16de eeuw wordt de vrijheid van het individu en privacy gezien als belangrijke waarden, volgens Furedi (2004) en Nisbet (1953). Mensen zijn sociale wezens, ze hebben elkaar nodig. Indien de verantwoordelijkheid voor problemen teruggelegd wordt bij de burgers, ontstaat er een andere manier van denken. Deze manier van denken, in het Nederlands ‘Eigen Kracht’ genoemd, wordt in het tweede deel van het theoretisch kader besproken. In Nederland is de verzorgingsstaat een belangrijke actor geworden in het realiseren van zorg en welzijn. Cliënten ontvangen zorg van de overheid en krijgen financiële steun. De collectieve verantwoordelijkheid van de overheid heeft bij toename van zorggebruik grote financiële consequenties. Mensen verwachten dat ze zorg krijgen van de overheid. De verantwoordelijkheid over het oplossen van de eigen problemen neemt hierdoor af. Daarnaast is de tijd, die mensen met hun familie doorbrengen, sterk afgenomen. Netwerken vormen zich op de werkvloer, maar deze netwerken zijn minder verantwoordelijk voor het geven van zorg aan elkaar. Het is de vraag hoe de verantwoordelijkheid weer teruggelegd kan worden bij de burgers (Van der Lans, 2010). Sociale veerkracht, een op zichzelf vanzelfsprekend fenomeen, zou volgens Hilhorst (2011) hierin een belangrijke plaats kunnen nemen. Hilhorst koppelt het inzetten van sociale netwerken bij tegenslagen aan sociale veerkracht. ‘Mensen maken gebruik van hun sociale netwerk om zich te kunnen redden in het dagelijks leven.’ Hilhorst introduceert hiervoor de term ‘samenredzaamheid’. Dit begrip staat tegenover ‘zelfredzaamheid’, waar het gaat om ieder voor zich. Er moet een gemeenschap ontstaan, waarin mensen ervaren dat ze deel uitmaken van de samenleving en voor elkaar verantwoordelijkheid dragen (Van der Lans, 2010). De kwaliteit van het leven neemt toe met de kracht en ondersteuning van het sociale netwerk. De rol van sociale rechten en plichten staat het inzetten van sociale netwerken in de weg staat. Ook de professionalisering en verzakelijking van de verzorgingsstaat bemoeilijkt dit. Het meer onder de aandacht brengen van sociale veerkracht, zal ten gunste komen voor de solidariteit in de maatschappij, aldus Hilhorst (2011). Hierbij verandert de burger van consument naar medeproducent van de samenleving (Hilhorst, 2011).
2.2 VERANDERINGEN
IN DE SAMENLEVING
DOOR DE JAREN HEEN ‘Sociale betrokkenheid’ is geen nieuw begrip. Door de eeuwen heen wordt er op diverse manieren invulling aan gegeven. Om dit begrip duidelijk in kaart te brengen, beschrijven verschillende sociologen en onderzoekers de behoefte aan sociale verbanden door de jaren heen. Curren (2010) laat zien dat de mens door Aristoteles al als een sociaal wezen werd gezien. Nisbet (1953) gaat in op de overgang van de sociale samenleving naar de individualistische samenleving. Furedi (2004) en Linders (2009) gaan dieper in op deze veranderde samenleving en zoeken hoe de sociale cohesie weer terug kan komen. Er zijn ook andere visies. Volgens Duyvendak (2004) is sociale cohesie al voldoende aanwezig in de huidige samenleving. 2.2.1 DE SOCIALE SAMENLEVING VOOR DE 19DE EEUW
Aristoteles zag de mens 300 voor Christus al als een politiek wezen (Curren, 2010). Hier bedoelt hij mee dat de mens van nature behoefte heeft aan gezelschap. Zonder gezelschap kunnen mensen niet goed functioneren. Het streven naar een gelukkig leven in deze maatschappij wordt bereikt door middel van sociale eenwording, collectieve leiding en sociale gelijkheid van alle mensen (Curren, 2010). Mensen werden tijdens de Verlichting gezien als autonoom en onafhankelijk. Sinds de Verlichting kwam het accent
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 9
te liggen op het goede van de mens. Met het accent op sociale organisatie kwam de democratie op gang. Vanuit de Verlichting is het liberalisme ontstaan, dit heeft als uitgangspunt de rechten en vrijheid van het individu. Liberalen streven naar een samenleving waarin burgers grote vrijheid en eigen verantwoordelijkheid hebben (www.britannica.com 19-05-2011). Tijdens de 19de eeuw noemt Nisbet (1953) de kernwoorden van de maatschappij: verandering, vooruitgang, rede en vrijheid. Mensen hoorden bij een land, een groepering of een geloof. De collectieve samenleving speelde een belangrijke rol in het leven van mensen. Er zijn twee verschillende soorten benaderingen die een staat kan gebruiken: - Een samenleving die zoekt naar macht en functies en naar een hogere mate van centralisatie. Deze staat maakt beslissingen in naam van ‘vrijheid’ en wordt geaccepteerd door iedereen. -Een samenleving die zonder het opofferen van de wil van mensen, om zo het pluralisme van functies en loyaliteit in het leven van de mensen te behouden. Deze sluit aan bij wat de familie, netwerk of verwanten kunnen betekenen. Er ontstond een decentralisatie van instanties, daarbij was de hulp gericht op de behoeften van mensen. De westerse samenleving neigt meer naar het eerste en dreigt het tweede te vergeten, volgens Nisbet (1953). 2.2.2 DE INDIVIDUALISTISCHE SAMENLEVING
De kernwoorden voor de moderne maatschappij zijn volgens Nisbet (1953) veranderd in: desorganisatie, verbrokkeling, afwijzing, onveiligheid en instabiliteit. Het imago van de mens verandert met de tijd, hiermee verandert ook de samenleving. In de moderne maatschappij staat het individu en zijn vrijheid centraal. De mening van mensen wordt echter sterk beïnvloed door andere mensen en hun omgeving. Een individu alleen is machteloos, daarom zoeken mensen elkaar op. Wanneer een individu alleen is, is het kwetsbaar. Het individu is dan niet onafhankelijk, maar geïsoleerd. Door de economische druk is iedereen verplicht financieel rond te komen en heeft men minder tijd voor de sociale contacten. Alle verplichtingen samen, maken relaties moeilijker. Technologische ontwikkelingen en de materialistische behoeftebevrediging zijn geen oplossingen voor alle tekortkomingen en frustraties. Concluderend is op te merken dat door de veranderende samenleving de sociale samenhang is verminderd. Linders (2009) brengt naar voren dat eind 19de eeuw een groeiend tekort is ontstaan aan sociale cohesie in buurten en wijken mede door de industrialisering en verstedelijking. Kwetsbare groepen wonen bij elkaar in goedkopere buurten. De geografische nabijheid zegt tegenwoordig niet veel meer over sociale bindingen. Door verandering van de mobiliteit zijn sociale contacten op langere afstanden en is hulp in de buurt minder aanwezig. Veldboer en Kleinhans (2001) zien de negatieve effecten van ‘zwakke huishoudens’ die bij elkaar in een buurt wonen. Zij pleiten voor wijken met een combinatie van ‘zwakke’ en middenklasse gezinnen, waarbij de gezinnen met een middeninkomen een voortrekkersrol kunnen aannemen, om zo een meer krachtige buurt te creëren. Linders (2009) haalt Putnam aan die onderscheid maakt tussen twee soorten contacten: ‘bonding’ en ‘bridging’. Hij brengt dit naar voren door de sterke banden met familie, vrienden en andere hechte relaties ‘bonding’ te noemen en zwakke banden met bekenden en buren als ‘bridging’ te typeren. Hier zou volgens Putnam een balans in gevonden moeten worden (Linders, 2009). Ook door de veranderingen op de arbeidsmarkt, kan er een toename van individualisering ontstaan. Beck (1999) ziet de individualisering voortkomen uit arbeidsparticipatie, een maatschappelijk doel, wat herleid wordt naar educatie en mobiliteit. In deze samenleving worden mensen geacht zich te ontplooien als een individu. Ze zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen successen en tegenslagen in het leven (Beck 1999). Linders (2009) laat zien dat Dürkheim dit verschijnsel ook beschrijft. Volgens hem is er een gebrek aan solidariteit ontstaan door de toenemende arbeidsdeling. De arbeid werd opgedeeld in specifieke taken en specialismen, die heeft geleid tot een expansie van het individualisme. Dit heeft effect op de solidariteit; mensen zijn niet meer met elkaar verbonden door hetzelfde werk dat zij doen. De overeenkomsten, gedeelde opvattingen en gevoelens zijn verdwenen. Mensen kennen elkaar niet meer en dit schaadt het vertrouwen. Bij ‘vraagverlegenheid’ wordt een hulpvraag met moeite gesteld, waardoor er ook geen informele hulp kan volgen. In het geval van ‘acceptatieschroom’ wordt het aanbod met moeite geaccepteerd. Hoe breed het aanbod in ondersteuningsvormen ook is, de behoefte hieraan blijft groeien (Linders, 2009). Concluderend
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 10
kan gezegd worden dat individualisering kan ontstaan uit mobilisering en arbeidsdeling, wat vraagverlegenheid met zich mee zou kunnen brengen. Duyvendak (2004) kijkt kritisch naar het begrip individualisering, wat volgens hem beter geformuleerd kan worden als ‘toegenomen verzelfstandiging’. Er is sprake van ‘decollectivisering’, waarbij mensen minder contact hebben met hun directe naaste omgeving. Dit onderlinge contact is echter niet verdwenen, maar slechts verschoven naar indirecte (werk)verbanden. Duyvendak (2004) brengt Bottenburg, Dekker en De Hart naar voren, die het denkbeeld dat men heeft over het verdwijnen van de sociale cohesie tegenspreken in hun onderzoek. Men zoekt sociale contacten via vrijwilligersorganisaties en sportverenigingen. Ook het begrip keuzevrijheid wordt vaak gekoppeld aan de toename van de individualisering, terwijl dit niet hoeft te betekenen dat ieder individu een andere keuze maakt (Duyvendak, 2004). Ieder individu komt in de samenleving in contact met anderen. Plemper & van Vliet (2003) halen de Duitse socioloog Tönnies aan, die onderscheid maakt tussen ‘Gemeinschaft’, (gemeenschap) en ‘Gesellschaft’ (maatschappij). Waarbij een ‘Gemeinschaft’ bestaat uit mensen met een persoonlijke band of overeenkomst. Voorbeelden hiervan zijn: een vriendenkring, een hechte buurt of een geloofsgemeenschap. ‘Gesellschaft’ is groter, complexer en afstandelijker, zoals een grote groep mensen die een concert bijwoont. Socioloog Bulmer (1987) zag een gemeenschap of netwerk als een ‘community’ op lokaal niveau. Hiermee worden familie, vrienden, buren, zelfhulpgroepen, kerken, buurtcentra, belangengroepen en –clubs bedoeld. Een dergelijke ‘community’ wordt gekenmerkt door warmte, emotionele steun en wederzijds vertrouwen. Bulmer maakt onderscheid tussen ‘care in the community’ en ‘care by the community’, waarbij er in het eerste geval zorg is van betaalde instanties en in het tweede geval zorg van familie, vrienden en vrijwilligers. Deze twee begrippen laten zien wat ‘community care’ inhoudt. Het is een krachtige combinatie van formele en informele zorg, met de nadruk op verzorging, maar ook op emotionele en sociale steun. In Nederland betekent het: ‘Zorg in de samenleving, door de samenleving’, met de aandacht op mensen met een handicap, stoornis of beperking. De vermaatschappelijking heeft als doel deze mensen er bij te laten horen, in plaats van uit te sluiten in instellingen. (Plemper & van Vliet 2003). Een persoonlijke band en overeenkomst, ‘Gemeinschaft’, zorgen voor informele zorg. Bulmer (1987) noemt dit ‘care by the community’. In de theorievorming rondom formele en informele zorg overheersen twee andere visies, namelijk ‘Crowding Out’ en ‘Crowding In’. Met ‘Crowding Out’ wordt bedoeld dat informele zorg verminderd door de verzorgingsstaat die veel sociale programma’s ontwikkelt en opzet. Hierbij ontstaan vormen van sociaal isolement en egocentrisme. De vertegenwoordigers van de tweede visie, ‘Crowding In’, zien dat de verzorgingsstaat het vrijwilligerswerk en informele zorg juist steunt en dat dit de solidariteit bevordert. Er zijn echter geen bewijzen gevonden dat formele en informele zorg elkaar aanvullen; er is eerder sprake van dichotomie, beide systemen vervullen hun taken los van elkaar (Linders, 2009). Belangrijk bij formele en informele zorg is om aan te sluiten bij de ‘Feeling rules’ van de hulpvragers. ‘Feeling rules’ zijn normen en waarden in bepaalde situaties gekoppeld aan emoties. Schmid & Pollack (2009) halen de Amerikaanse sociologe Hochschild aan. Zij ziet dat individuen hun emoties aanpassen aan hun omgeving. ‘Feeling rules’ worden niet blindelings bedacht, maar ontstaan binnen een sociale context. Deze kunnen universeel zijn, of juist toegepast op een cultuur of sociale groep (Schmid & Pollack, 2009). Ook Furedi (2004) legt een link naar de rol van emoties bij de sociale omgang. Bij sociale problemen is er volgens hem sprake van emotionele problemen. Emoties kunnen zowel positief als negatief zijn. Positieve emoties zijn er meestal wanneer er contacten met liefde worden ervaren. Als de liefde in de contacten ontbreekt, is er sprake van negatieve emoties. De moderne samenleving is een emotiegerichte samenleving. Tegenslagen worden gekoppeld aan emoties. Hierdoor ziet Furedi (2004) stress, agressie, ADHD of depressie vaak al op jonge leeftijd, ontstaan. Op het gebied van zorg en onderwijs is men druk bezig met benoemen en labelen van de ziektes in plaats van het bedenken van een oplossing. Het therapeutisch vocabulaire onder mensen is daardoor gegroeid. Therapie wordt populair en veel mensen maken hier gebruik van. Mensen hebben het gevoel dat de maatschappij teveel van ze verwacht. Doordat de nadruk ligt op de stoornissen en gebreken van mensen, ontstaat er de ‘self fulfilling profecy’, ofwel mensen maken de verwachtingen waar. De cultuur, tradities en religie die vroeger een grote rol speelden zijn
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 11
weggevaagd. Therapie wordt door iedereen normaal gevonden. De therapiecultuur laat ons denken dat we het niet zelf op kunnen lossen. Door het toenemende aanbod van de verzorgingsstaat zijn mensen meer afhankelijk geworden van de professionele hulpverlening. Mensen zoeken niet of nauwelijks meer hulp bij hun familie of vrienden. Mensen willen niet afhankelijk zijn van hun omgeving. Voor de Tweede Wereldoorlog heerste er veel meer een wij-cultuur, die nu veranderd is naar een ik-cultuur. De therapeutische cultuur is gericht op risico’s en problemen, waarbij de kracht van de burger en de informele zorg buiten beeld is geraakt. Een mens moet eerst tevreden zijn met zichzelf, voordat hij geaccepteerd kan worden door anderen. Zelfvertrouwen is hierbij cruciaal. Door labelling ontstaat er separatie tussen mensen, terwijl men de steun van elkaar hard nodig heeft (Furedi, 2004). Samenvattend blijkt dat emoties een belangrijke rol spelen bij sociale contacten. Positieve emoties leiden tot goede contacten, wat bevorderlijk is voor de sociale cohesie. Het labelen en de therapiecultuur zorgen voor een afhankelijke houding dat het zelfvertrouwen van individuen verlaagd. Positieve emoties moeten het zelfvertrouwen en de kracht van de burger stimuleren. 2.2.3 DE VERANDERENDE SAMENLEVING EN DE INVLOED OP ZORG EN HULPVERLENING
Door de veranderende samenleving zijn er nieuwe benaderingen ontstaan op het gebied van zorg en welzijn. In deze paragraaf worden een aantal ontwikkelingen onder de aandacht gebracht. De term ‘Civil Society’ werd voor het eerst genoemd door de Schotse verlichtingsfilosofen Adam Ferguson en Adam Smith. In een ‘Civil Society’ ligt de nadruk op de betrokkenheid van burgers, vergroting van het maatschappelijk zelfbestuur, verminderen van overheidsbemoeienis en beperking van commerciële invloeden. Er wordt een beroep gedaan op de solidariteit en de vrijwillige inzet van burgers. Ook in financieel opzicht, als het gaat om het verschaffen van premies, blijft solidariteit gehandhaafd. Mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, kunnen rekenen op kwalitatief goede zorg (Scheffers, 2010). De hiërarchische vormen van autoriteit worden in een ‘Civil Society’ teruggedrongen en de participerende democratie komt naar voren. Deze participerende democratie komt eveneens terug in het begrip ‘empowerment’. Volgens Scheffers (2010) wordt hieronder het versterken van de zelfstandigheid, de zelfregie en het participatief vermogen van mensen verstaan. Men moet vanuit eigen kracht gaan participeren in de samenleving. De hulpverlening moet ervoor zorgen dat mensen hun eigen kennis en vaardigheden ontdekken, benutten en verder ontwikkelen. Op deze manier kunnen zij zelf de regie over hun leven voeren en de kwaliteit daarvan verbeteren. Kwetsbare burgers hebben een vitaal netwerk nodig om in deze samenleving overeind te blijven. Juist bij deze groep ontbreekt vaak een sociaal netwerk; ze leven in een zwak milieu. Onder een sociaal netwerk worden de verbanden tussen mensen die bijdragen aan de dagelijkse levensbehoeften verstaan. Een dergelijk vitaal netwerk bestaat uit verwanten, vriendschappelijke betrekkingen en maatschappelijke diensten (Scheffers, 2010). Het ontbreken van het sociale netwerk zorgt voor problemen in deze maatschappij. Met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), die sinds 2007 van kracht is, wordt beoogd de onderlinge verantwoordelijkheid en de solidariteit van burgers te bevorderden. Mensen worden aangemoedigd om zoveel mogelijk voor elkaar te zorgen in de vorm van mantelzorg, vrijwilligerswerk of andere informele zorg. De WMO doet een beroep op de gemeenschapszin van burgers. De WMO heeft als doel het beheersbaar maken van de kosten die de verzorgingsstaat met zich mee brengt en het bevorderen van vermaatschappelijking. Een van de uitgangspunten is inclusie: iedereen kan meedoen in deze maatschappij. In eerste instantie wordt er een beroep gedaan op de zelfredzaamheid van de mens. Vervolgens verschuift de aandacht naar ‘samenredzaamheid’. Als dit zonder resultaat blijft, is de gemeente verantwoordelijk voor aanvullende specifieke voorzieningen voor deze kwetsbare groep. Alleen in het uiterste geval wordt er beroepsmatige ondersteuning ingeschakeld (Linders, 2009). Ondersteuning voor hulpbehoevenden vindt plaats binnen de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Deze richt zich op het voorkomen, behandelen en herstellen van psychische aandoeningen, mensen met een chronische psychische aandoening zo goed mogelijk laten deelnemen aan de samenleving en het bieden van
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 12
hulp aan mensen die ernstig verward en/of verslaafd zijn en uit zichzelf geen hulp zoeken. Kwaliteit van de zorg is een kernpunt geworden. Hulpverleners moeten steeds vaker verantwoording afleggen naar de overheid, zorgverzekeraars en patiëntenbewegingen over doelmatigheid, doeltreffendheid en patiëntvriendelijkheid van de zorg. Er is een toename van managers ontstaan in de GGZ en er is een meer bedrijfsmatige aanpak. Protocollen, richtlijnen en formulieren met meetbare kwaliteitsnormen zijn erbij gekomen. Vanaf 1980 tot 1990 is de GGZ ontwikkeld van een geografisch slecht gespreide zorg naar een kleinschaligere en meer in de samenleving geïntegreerde zorg (Havenaar, Van Splunsteren & Wennink, 2008). Kwetsbare cliënten die in de reguliere hulpverlening niet geholpen kunnen worden, vallen onder de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz). Alle activiteiten op het gebied van de geestelijke volksgezondheid, die niet worden uitgevoerd door middel van vrijwillige, individuele hulpvraag vallen hieronder. De persoon of personen om wie het gaat, vragen niet zelf om hulp, actieve deelneming ontbreekt. Bij deze personen ontbreekt doorgaans een krachtig sociaal netwerk, waardoor onderlinge betrokkenheid niet of nauwelijks aanwezig is (Schout & De Jong, 2010). Naast de WMO is er een andere ontwikkeling op het gebied van zorg, die zich richt op het verbeteren van een krachtig sociaal netwerk, wat bij de OGGz doelgroep ontbreekt. Het Welzijn Nieuwe Stijl is een nieuwe manier van werken wat zich kenmerkt door het verbinden van het individu met de gemeenschap. Van der Lans (2010) verwijst naar Bussenmaker, die hier de volgende vijf punten voor opstelt: 1. Vraaggericht werken 2. De eigen kracht van de burger en de omgeving stimuleren 3. Direct op problemen afgaan 4. Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht werken 5. Uitgaan van de kennis en kunde van de professional (Van der Lans, 2010). Het vraaggerichte werken en het benutten van de eigen kracht van burgers is ook te zien in ontwikkelingen op het gebied van de Wet op Jeugdzorg en de Pleegkinderwet. Op 15 maart 2011 heeft de Tweede Kamer een amendement ingediend met betrekking tot de Wet op Jeugdzorg en de Pleegkinderwet. Ouders die te maken hebben met een ondertoezichtstelling (OTS), mogen samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving horen binnen zes weken zelf een plan van aanpak opstellen, of het bestaande plan aanpassen. Wanneer dit plan geschikt en veilig is bevonden door bureau Jeugdzorg, wordt dit zelfgemaakte plan toegepast. Als het plan niet voldoet, kan het worden afgekeurd, en na aanpassing opnieuw worden aangeboden. Daarnaast kan er een plan gemaakt worden door Bureau Jeugdzorg. Voor het maken van het plan kan er ook een Eigen Kracht Conferentie worden ingezet, met een onafhankelijke coördinator. Met deze aanpak blijft de regie bij de burgers liggen. Er wordt een beroep gedaan op de direct betrokkenen. Zo nemen zij verantwoordelijkheid voor de problemen in hun eigen familie of vriendenkring. Deze sociale samenhang wordt beoogt het welzijn van kinderen te bevorderen (Voordewind, Dijsselbloem & Dibi, 2011). Naast de zorg vanuit de overheid, is er steun nodig vanuit het sociale netwerk. De hulp van het sociale netwerk wordt informele zorg of mantelzorg genoemd. De Boer (2005) verwijst voor een definitie van informele zorg naar Kwekkeboom. Hij beschrijft informele zorg als zorg die wordt gegeven aan een hulpbehoevende, door personen uit de directe omgeving, en niet door personen met een hulpverlenend beroep. Hierbij komt de zorgverlening voort uit een sociale relatie. Het gaat bij informele zorg met name om zorg, die vrijwillig wordt gegeven aan zieken en gehandicapten. De zorg heeft een duurzaam karakter en is gericht op huishoudelijke- en persoonlijke verzorging (de Boer, 2005). Het benutten van de kracht van de burgers is ook in de psychiatrie terug te vinden door middel van de rehabilitatie methodiek. In de omschrijving van rehabilitatie worden mensen met een ernstige en langdurige psychiatrische beperking, geholpen om zo goed mogelijk gebruik te maken van de mogelijkheden waarover zij nog beschikken, in een zo normaal mogelijke context (Bennett, 2000). In deze omschrijving komt naar voren dat de aandacht gericht wordt op de eigen kracht van de burgers. Volgens Dröes (2001) worden de begrippen herstel, empowerment en lotgenotenondersteuning hier ook bij betrokken. In principe is de term rehabilitatie niet nieuw, maar er zijn wel veranderingen op dit gebied. In deze ‘nieuwe stijl’ stuurt de cliënt het zorgaanbod aan en wordt de aandacht niet op de stoornis gevestigd, maar op de mogelijkheden van een persoon (Wilken, 2000). Het uitbreiden van het sociale netwerk staat voorop. Dit wordt eveneens gestimuleerd bij ontmoetingen met lotgenoten (Dröes, 2001). De innerlijke kracht van de cliënt en het
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 13
sociale netwerk worden benut, zoals hierboven genoemd. Kracht van de cliënt en het sociale netwerk zijn eveneens belangrijke uitgangspunten bij de Eigen Kracht benadering.
2.3 EIGEN KRACHT In de volgende paragraaf wordt de oorsprong en betekenis van Eigen Kracht nader uitgelegd en wordt er ingegaan op de vormen en kenmerken hiervan. Er wordt gekeken vanuit een internationaal perspectief. Daarnaast gaat de aandacht specifiek uit naar de situatie in Nederland en Engeland. 2 . 3 . 1 V I S I E E N U I T G A N G S P U N T E N VA N E I G E N K R A C H T
Wat we in Nederland verstaan onder de term Eigen Kracht, is in het buitenland bekend onder de naam Restorative Practices. Vrij letterlijk vertaald betekent dit herstelgericht werken. Deze term is gericht op het herstellen van relaties op verschillende gebieden. Door gebruik te maken van de solidariteit van een netwerk zijn mensen in staat om zelf problemen op te lossen en relaties te herstellen. Kwaliteiten van cliënt en omgeving worden vaak onderschat door de professionals en overheid. Restorative Practices beperkt zich niet tot de formele activiteiten zoals de, herstelconferenties, maar varieert van informele tot formele vormen. De informele vorm gaat over het communiceren en het weergeven van gevoelens van mensen in het dagelijks leven. Dit zijn situaties die ervoor zorgen dat mensen gaan nadenken over de invloed van hun gedrag op anderen. Formele conferenties verlopen volgens een vaste structuur, die om voorbereiding vraagt. Groepen en cirkels laten deze vaste structuur enigszins los. Bij informele groepen ontbreekt een agenda en bepaalt de groep de inhoud. Het verschil tussen informeel en formeel is te zien in het volgende figuur (www.iirp.org/whatisrp.php, 2011).
Bron: Eigen Kracht Centrale: vertaald uit iirp
Het herstellen en opbouwen van relaties staat centraal bij Restorative Practices. Het gaat hierbij om expressie, emotie en het bevorderen van emotionele banden. Formele vormen, zoals cirkels of conferenties zorgen voor een veilige omgeving waar intense emoties geuit kunnen worden. Het doel van Restorative Practices is dat de mens gelukkiger, meer coöperatief en productiever wordt en een positieve verandering in het gedrag ondergaat. Hulpverleners hebben een ondersteunende taak en zij scheppen voorwaarden zodat mensen zelf hun problemen op kunnen lossen. Straf, toegeeflijkheid en verwaarlozing zijn niet zo effectief als het herstellen van een probleem. De mate waarin steun en controle geboden wordt, kan verschillende effecten hebben. In onderstaande figuur wordt dit schematisch weergegeven. Controle heeft een autoritair effect en steun heeft een verdraagzaam effect. Indien er sprake is van weinig controle en weinig steun, kan er neglect optreden. Restorative Practices zoekt de balans tussen voldoende steun en voldoende controle (www.iirp.org/whatisrp.php, 2011).
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 14
!
Social Discipline Window Bron: www.iirp.org
Restorative Practices gebruikt in haar methode kracht, samenwerking en betrokkenheid met als doel verantwoordelijkheid, herstel en verzoening en de ontwikkeling van de sociale competentie te vergroten. Deze uitdagingen worden aangegaan met behulp van interactie, dialoog en een transparant proces. Het is op conferenties een uitdaging om sociale conflicten binnen groepen, families, organisaties en andere gemeenschappen hanteerbaar te maken (Rundell, 2007). 2 . 3 . 2 R E S T O R AT I V E J U S T I C E
In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd herstelgericht werken, op het gebied van strafrecht, voor het eerst toegepast. Deze manier van werken werd Restorative Justice genoemd. In de VS en Canada werden daders en slachtoffers bij elkaar gebracht, waarbij schaamte en het betuigen van spijt belangrijk waren om tot ontschuldiging en herstel te komen. In de jaren negentig werd dit wereldwijd bekend door het werk van de Waarheidscommissie in Zuid-Afrika. Een conflict moest worden opgelost door deelname van iedereen die betrokken was bij het incident. Straf werd hierbij beschouwd als middel tot morele veroordeling en moreel herstel. Vanuit Restorative Justice dienen de familie, vrienden en collega’s als intermediaire morele ketens tussen dader en rechtsorde. Wanneer een dader zijn schuld erkent, wordt hij weer een participerende burger in de gemeenschap. Er wordt aandacht gevraagd voor het slachtoffer, waardoor de dader schuldgevoelens kan krijgen tegenover het slachtoffer. De dader is actief in dit proces en er wordt een beroep gedaan op morele zelfreflectie. De dader wordt aangesproken op zijn verantwoordelijkheid. Dit wordt ook wel een communicatieve strafrechtbenadering genoemd (Weijers, 2000). Restorative Justice is gebaseerd op Tomkin’s ‘Affect theory’ en Nathanson’s ‘Compass of shame’ (1996). Leonard en Kenny (2010) laten zien dat Tomkin’s theorie over het reguleren van emoties gaat. In het begin van het proces zijn er veel negatieve emoties, deze moeten plaats maken voor positieve emoties. Doordat andere participanten ook hun gevoelens uiten, kunnen de daders gevoelens overnemen. Hierdoor kan een dader zijn negatieve emoties omzetten naar positieve emoties. Daarnaast speelt de rol van schaamte een belangrijke rol. Naast Nathanson heeft ook Braitwaite hier ideeën over. De dader moet zijn verantwoordelijkheid nemen en het gevoel van schaamte onder ogen zien (Leonard & Kenny, 2010). Weijers (2000) laat de benadering ‘Reintegrative Shaming’ van Braithwaite zien. Binnen de moderne tolerante cultuur lijkt het noodzakelijk om de dader aan te spreken op zijn morele besef en gevoel. Een dader heeft schuldbesef nodig om de relatie met zijn omgeving te kunnen herstellen. Het motief van Braithwaite’s redenering is de maatschappelijke controle over criminaliteit. Braithwaite stelt vast dat er een causaal verband is tussen hoge misdaadcijfers en een actieve schaamtecultuur. Hij gelooft dat ‘shaming’ belangrijk is voor het terugdringen van de misdaad en voor het terugkeren van de dader in de maatschappij. Het proces
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 15
van ‘shaming’ wordt vormgegeven door verwanten, vrienden of een groep te betrekken, die bij het proces iets voor de verdachte betekent. Een veroordeling door bekenden van de betrokkene heeft voor een veroordeelde vaak meer impact dan een veroordeling door justitie (Weijers, 2000). Bij ‘shaming’ gaat het om het herstellen van de aangerichte schade. Dit kan gaan om materiële schade, maar schade aan onderlinge relaties is meestal belangrijker. Dit proces is geen softe aanpak. Het gaat om uiten van intense gevoelens. De mate van schaamte voor het gedrag is bepalend voor gedragsverandering. Mensen kunnen hun schaamte op verschillende manieren laten zien, namelijk door zich terug te trekken, een aanval op de persoon zelf, een aanval op de ander of het ontwijken van de confrontatie. Deze punten worden hieronder in de ‘Compass of shame’ weergegeven (Van Alphen & Klein Bog, 2008).
Compass of shame Bron: Nathanson, 1996
Bij herstelgericht werken speelt acceptatie van schaamte en ontschuldiging een belangrijke rol. De sociaalemotionele binding en harmonie staan centraal. De focus ligt op herstel van verstoorde relaties en herstel van aangerichte schade. Deze herstellende praktijken zijn belangrijker dan het straffen van de daders. Hierin kreeg Restorative Justice erkenning van de overheid in Nieuw-Zeeland. Dit is een proces dat bij overtreding van de gedragsregels zo mogelijk alle belanghebbenden betrekt bij het gezamenlijke vaststellen en benoemen van de schade. Dit heeft als doel genoegdoening en herstel van de relatie (Oostrik, 2008). 2 . 3 . 3 FA M I LY G R O U P C O N F E R E N C I N G
Nog voor er sprake was van een verzorgingsstaat werden de problemen in sommige landen veelal door ‘ samenredzaamheid’ in de eigen omgeving opgelost. In Nieuw-Zeeland heeft men in 1989 de nadruk gelegd op deze manier van handelen. De problemen met de Maori-jeugd leidden in dit jaartal tot het aannemen van de ‘Children, Young Persons and their Family Act’, zoals eerder aangegeven in de inleiding. Deze wet geeft de ruimte aan het gezin om zelf een plan op te stellen door middel van een conferentie, voordat de hulpverlening verdere maatregelen neemt (Pagée, 2004). Deze conferentie heet een Family Group Conference, waarbij verwanten van de cliënt meedenken over een mogelijke oplossing. Deze benadering is in Nieuw-Zeeland in eerste instantie bedoeld voor de jeugdhulpverlening, jeugdbescherming en voor de aanpak van de jeugdcriminaliteit. Sinds de ontwikkeling van Family Group Conferencing in Nieuw-Zeeland en Australië is het concept geïntroduceerd in verschillende landen, verdeeld over alle werelddelen. Met name in de USA, maar ook Groot-Brittannië, Nederland, België, Argentinië, Canada, Hongarije, Israël, India, Zweden en Zuid-Afrika (Oostrik, 2008). Een Family Group Conference is een besluitvormingsmodel, waarin belangrijke beslissingen genomen worden met betrekking tot de veiligheid en bescherming van een kind of jongere. Naast de hoofdpersoon zijn er familieleden en betrokken professionals aanwezig. Een onafhankelijke coördinator bereid de conferentie voor, leidt het geheel, maar heeft geen inspraak. In de voorbereiding van een conferentie voert de coördinator met iedere deelnemer een gesprek. De uitvoering van een conferentie bestaat uit drie fasen:
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 16
- Het probleem wordt duidelijk gemaakt en de professionals krijgen de gelegenheid om ondersteunende informatie te geven over de problematiek.
- De hoofdpersoon wordt alleen gelaten met de familie en het verdere sociale netwerk. De professionals en coördinator trekken zich terug. In deze fase maken de burgers een plan om het probleem aan te pakken. - Tot slot komt iedereen weer bij elkaar en wordt het plan naar voren gebracht. Vanuit dit plan worden afspraken gemaakt met de burgers en/of professionals die in het plan een rol spelen. Deze stadia zijn ook terug te zien in de Eigen Kracht Conferenties zoals deze in Nederland worden vormgegeven. De focus ligt op empowerment van families. Door de regie bij hen te leggen kunnen er positieve veranderingen ontstaan voor de kinderen en de jongeren. Bovendien vermindert dit de behoefte aan zorg door professionals (Evans, 2011). Bij een Family Group Conference wordt er uitgegaan van de volgende vijf principes: 1. De deelname wordt bereikt door samenwerking, niet door dwang. De deelname aan een vorm van Restorative Practices is vrijwillig. Belangrijke speerpunten zijn het bouwen aan relaties en het respect naar elkaar toe. 2. De direct betrokken deelnemers doen mee door ‘face-to-face’ interactie. Dit begint met een open discussie tussen de betrokkenen. 3. De uitkomst wordt bepaald door de direct betrokkenen. Het is belangrijk dat een veilige sfeer wordt geboden, waarin deelnemers elkaar kunnen vertrouwen. Het nemen en dragen van eigen verantwoordelijkheid wordt zoveel mogelijk gestimuleerd. 4. Het is een eerlijk proces, hierbij wordt rekening gehouden met toegankelijkheid en toestemming van de betrokkenen. De coördinator leidt op een onafhankelijke en begripvolle wijze het proces. 5. De succesvolle oplossingen worden gedemonstreerd door het eigen handelen. Ieder is zelf verantwoordelijk voor het eigen handelen (Rundell, 2007). Hierop wordt gereflecteerd. Conferenties kunnen gebruikt worden op het gebied van kinderzorg, jeugdcriminaliteit en scholen. Op scholen zijn de conferenties gericht op leren en groepsgedrag. Vormen van Restorative Practices die op scholen toegepast worden, zijn: Family Group Conferences, leercirkels en Peer Mediation (Hayden, 2009). Peer Mediation is een vorm van conflictbemiddeling dat kinderen met elkaar uitvoeren. Het aantal ‘antisociale’ incidenten op school blijkt hierdoor te dalen, met als resultaat een positieve en gezellige sfeer, aldus Noaks & Noaks (2009). Tegenwoordig wordt er meer gebruik gemaakt van leerlingparticipatie in scholen. Hierdoor wordt de verbondenheid en samenhorigheid gestimuleerd en worden kwetsbare kinderen opgenomen in de groep. Kinderen leren verantwoordelijk te handelen in conflictsituaties. Door het samen oplossen van problemen, ontwikkelen zij een competentie voor de toekomst (Noaks & Noaks, 2009). Door groeiende bekendheid van kindermishandeling, is er een opkomst van preventie en interventie voor conferenties. Over de wereld is er een toename van Family Group Decision Making (FGDM) met als doel het welzijn van kinderen te verbeteren. Deze bijeenkomsten worden ingezet als er sprake is van misbruik of verwaarlozing van kinderen. In een FGDM komt familie bij elkaar om een plan te maken met het accent op veiligheid en bescherming van het kind. Deze conferentie heeft raakvlakken met een Family Group Conference, alleen wordt een FGDM anders genoemd door de extreme problematiek waarbij een oplossing wordt gezocht (Crampton & Natarajan, 2006). 2.3.4 EIGEN KRACHT IN NEDERLAND
Nederland is al sinds de Tweede Wereldoorlog een verzorgingsstaat. Voor mensen die hulp nodig hebben op het gebied van school, werk of in de wijk kan er hulp geregeld worden. Door de instanties wordt er een oplossing bedacht met behulp van protocollen en richtlijnen waar zij zich aan moeten houden. Tegenwoordig worden burgers juist gestimuleerd om hun problemen meer zelf op te lossen. Voor de professionals is dit een omschakeling. Een Eigen Kracht conferentie is een voorbeeld waarbij het probleem door de hulpvrager en zijn netwerk kan worden opgelost. Hierbij is er vanuit de professional extra aandacht nodig voor ondersteuning en maatwerk, wat op lange termijn kan leiden tot werkdrukvermindering (Schagen & Stellingwerff, 2010).
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 17
Bij de invoering van de principes van Family Group Conference in 2000 kwamen er in Nederland twee modellen: de herstelbijeenkomsten Echt Recht en de Eigen Kracht conferenties. Deze twee modellen zijn los van elkaar ontwikkeld en ingevoerd, maar ze groeien steeds meer naar elkaar toe en bevorderen de ontwikkeling van elkaar (Pagée & van Lieshout, 2005). Het begrip Echt Recht komt van Restorative Justice, dit is een voorloper van Restorative Practice. Het doel is om de relaties en schade te herstellen en het voorkomen van verdere criminaliteit (www.justice.gc.ca, 2011). Family Group Conferencing wordt in Nederland Eigen Kracht conferentie genoemd. Door middel van Eigen Kracht conferenties wordt er naar aanleiding van een probleem, samen met familieleden, buren, vrienden en betrokken hulpverleners een bijeenkomst georganiseerd. De opbouw van een Eigen Kracht conferentie komt overeen met de beschrijving die gegeven is van een Family Group Conference (Van Beek & Schuurman, 2010). Bij gezinnen die deelnemen is er mogelijk sprake van psychische of verslavingsproblemen, echtscheiding, gedragsproblemen bij het kind, gezinsleden met een verstandelijke beperking, pedagogische onmacht, ziekte of overlijden, huiselijk geweld of een combinatie. Het werken vanuit Eigen Kracht is een tegenstelling van het bureaucratische systeem van de hulpverlening, waarbij de besluitvorming bij de hulpverlening ligt. Bij Eigen Kracht ligt de nadruk op de sterke kanten en mogelijkheden in plaats van de problemen van het gezin en zijn netwerk (Bartelink, 2010). Pagée heeft het werken vanuit Eigen Kracht naar Nederland gebracht. Hij is de oprichter van de Eigen Kracht Centrale, waarvan het hoofdkantoor gevestigd is in Zwolle. Vanuit de Eigen Kracht Centrale worden Eigen Kracht conferenties georganiseerd, die door iedereen aangevraagd kunnen worden. Voor het gezin zijn hier geen kosten aan verbonden. Deze worden volledig gefinancierd door de gemeente vanuit projectfinanciering of door structurele financiering. Op landelijk niveau stimuleerde voormalig minister Rouvoet de plannen. Hij was van mening dat het model in alle Centra voor Jeugd en Gezin moest worden aangeboden. In Nederland werd de eerste Eigen Kracht conferentie in 2001 gehouden. Na 30 conferenties in 2001 steeg dit aantal naar bijna 600 in 2008. De Eigen Kracht Centrale had in 2008 al 350 opgeleide coördinatoren die Eigen Kracht conferenties kunnen leiden (Booys, 2009). Bij een conferentie wordt er rekening gehouden met de cultuur en de achtergrond van het gezin. In Nederland zijn er 400 Eigen Kracht coördinatoren met 66 verschillende dialecten en talen (Bartelink, 2010). 2.3.5 EIGEN KRACHT IN HULL, ENGELAND
Hull noemt zich ‘The world’s first Restorative city’. Hull is een stad in Engeland waar Eigen Kracht een oplossing is geworden voor veel sociale problemen. Nadat de welvarende visindustrie in Hull verdween, zijn er economisch gerelateerde problemen ontstaan. Als gevolg hiervan daalde het zelfvertrouwen van mensen en leefde een hoog percentage inwoners onder de armoedegrens. Om dit tegen te gaan werd geld geïnvesteerd in het bouwen van nieuwe huizen, winkelcentra en middelbare scholen. Het heeft volgens Richardson (2010), directeur van ’Children & Young people services’ in de gemeente Hull, geen zin om te investeren in het fysieke aspect, zonder het sociale aspect te betrekken. Richardson streefde ernaar om van Hull de eerste ‘Restorative City’ van de wereld te maken. Hij is hiermee in 2007 begonnen en volgens hem is dit de beste en meeste effectieve manier om samen te werken met kinderen, families, scholen en andere gemeenschappen (Richardson, 2010). Door het toepassen van Restorative Practices zijn er al opvallend veel positieve resultaten geconstateerd. Daarentegen zijn er ook tegenslagen en blijft het een uitdaging om het volledig toe te kunnen passen. Daarom betrekt de stad de hele wereld erbij. Dit doen zij door middel van het organiseren van conferenties. Hierin worden professionals getraind door programma’s van het International Institute for Restorative Practices (IIRP). Voorop staat ‘family friendly city where no child is left behind’. Om dit te realiseren is er ook een andere manier van denken bij de volwassenen nodig. Het is van belang om te luisteren naar kinderen en jongeren en hen centraal te stellen en te betrekken bij belangrijke beslissingen (Mirsky, 2009). In deze trainingen worden professionals uit het onderwijs, sociale zorg en justitie van verschillende landen bij elkaar gezet. Hier delen zij hun ervaringen op het gebied van Restorative Practices. De conferenties zijn gericht op: maatschappelijk werkers, docenten, schooldirecteuren, politie, onderzoekers, vrijwilligers, raadgevers, academici, rechters, officieren van justitie, etcetera (Richardson, 2010). 2.3.6 ONDERZOEK NAAR EIGEN KRACHT
Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar het werken met Eigen Kracht. Bartelink (2010) verwijst naar onderzoek van onderzoeksbureau WESP, dat aantoont dat gezinnen meestal al ervaring hebben met de
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 18
hulpverlening, voordat er een Eigen Kracht conferentie wordt aangevraagd. Bij 70 procent van de aanmeldingen vindt er daadwerkelijk een conferentie plaats. Er zijn gemiddeld 14 mensen bij een conferentie aanwezig. Bartelink (2010) haalt het Nederlands quasi-experimenteel effectonderzoek van WijnenLunenburg, van Beek, Bijl, Gramberg en Slot (2008) aan, dat aantoont dat veiligheid van kinderen in het gezin verbeterd wordt en dat de sociale steun, cohesie en de eigen regie toeneemt. Zonder een Eigen Kracht conferentie wordt er vaak een afname van de sociale steun ervaren. Er is in de eerste drie maanden een sterke daling van het aantal zorgpunten, terwijl dat normaal een meer geleidelijke daling is in negen maanden (Bartelink, 2010). Doordat het aantal zorgpunten afneemt, is er minder langdurige zorg nodig, wat leidt tot kostenbesparing. Ander onderzoek, waarnaar Bartelink (2010) verwijst, van Schagen & Stellingwerff (2010), laat zien dat 80% van de oplossingen in handen liggen van familie of bekenden, in plaats van de professionals. Follow-up onderzoek toont aan dat de meerderheid ook daadwerkelijk de afspraken nakomt die gemaakt zijn tijdens een conferentie. Uithuisplaatsingen komen nog steeds voor, maar duren minder lang. Kinderen kunnen relatief vaker bij iemand uit hun netwerk terecht. Uit onderzoek van Schagen & Stellingwerff (2010) is gebleken dat oplossingen die bedacht worden in Eigen Kracht conferenties de maatschappij minder kost. Ook zijn er positieve lange termijn resultaten gevonden in verschillende situaties, zoals jeugdbescherming, huiselijk geweld of ‘multiproblem’ gezinnen. Buitenlands effectonderzoek dat Bartelink (2010) aanhaalt van Rensen, Van Arum, en Engbersen (2008) naar Family Group Conference in Groot-Brittannië, Nieuw-Zeeland, Australië, Canada, Zweden en de Verenigde Staten, geven overwegend positieve resultaten weer. Uit een tevredenheidonderzoek in NieuwZeeland blijkt dat 84 procent van de jeugdigen en 85 procent van de ouders tevreden is met een Family Group Conference. Het wordt vooral gewaardeerd dat de verantwoordelijkheid voor het plan bij de familie ligt. De implementatie blijkt overigens de nodige moeite te kosten. Naar mijn idee heeft dat te maken met de verschillende financieringsbronnen, die het problematisch maken om samen te werken. De plannen die in een Family Group Conference gemaakt worden, hebben ondersteuning vanuit diverse professionele instanties nodig. Daarnaast zijn de vaardigheden van de coördinator van groot belang en kost de implementatie veel tijd (Bartelink, 2010).
2.4 CONCLUDERENDE
OPMERKINGEN De moderne samenleving is een samenleving, die door veel onderzoekers als een individualistische samenleving wordt getypeerd. Volgens hen is er weinig sociale cohesie en gaan mensen met hulpvragen direct naar de professionals. Verschillende sociologen zien dit als een probleem. Duyvendak (2004) kijkt hier echter anders tegenaan. Hij ziet toename van zelfstandigheid en keuzevrijheid als vorm van sociale cohesie. Op het gebied van zorg en welzijn zijn naast Eigen Kracht nog andere ontwikkelingen gaande. Er is aandacht voor de betrokkenheid van burgers in de ‘Civil Society’. De term empowerment komt steeds meer voor, met de nadruk op participatief vermogen van de burgers. De WMO juicht informele zorg toe. Binnen de GGZ wordt de aandacht verschoven naar de cliëntgerichte aanpak. Daar waar de GGZ ophoudt, gaat de OGGz verder in de vorm van bemoeizorg. Mensen zonder hulpvraag worden hier geholpen. Welzijn Nieuwe Stijl werkt vanuit de krachten van de cliënten, wat ook terug te zien is bij rehabilitatie. Er wordt gekeken naar de mogelijkheden van de cliënten om hen zo goed mogelijk in de samenleving te laten functioneren. In de benadering van Eigen Kracht, wat in de buitenlandse literatuur ‘Restorative Practices’ genoemd wordt, gaat het om het verbinden en herstellen van relaties. Mensen vinden het moeilijk om hulp te vragen. Schaamte kan hierin een rol spelen (Linders, 2009). Braithwaite en Nathason, die door Weijers (2000) worden aangehaald, spreken over het doorbreken van deze schaamte in de werkwijze van Restorative Practices. Het tonen van emoties is volgens Furedi (2004) problematisch in onze samenleving. Volgens Tomkins, aangehaald door Leonard en Kenny (2010), is het reguleren van emoties belangrijk in de processen waarbij schaamte wordt doorbroken. Bij formele en informele vormen van Eigen Kracht gaat het om gesprek in de vorm van cirkels. Het netwerk van de cliënt wordt als waardevol gezien voor het oplossen van problemen. Hierdoor worden problemen bespreekbaar gemaakt binnen het netwerk en wordt er gezocht naar een vorm van ‘samenredzaamheid’, waarbij de verantwoordelijkheid wordt teruggegeven aan de burgers. Indien verschillende risicogroepen in een gemeente aanwezig zijn met een hoge mate van culturele en sociaal economische diversiteit, kunnen inwoners te maken krijgen met een diversiteit aan problematiek.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 19
Hieronder worden werkloosheid, lage inkomens, verslaving, schulden en overlast verstaan. Door deze factoren krijgt een deel van deze mensen te maken met uitsluiting, gebrek aan steun of zelfs sociaal isolement. Vaak zijn dit mensen met een opeenstapeling van problemen, die niet in staat zijn dit zelf op te lossen. Sinds de grote variëteit en toegankelijkheid van verschillende transportmogelijkheden zijn families en vrienden steeds verder uit elkaar gaan wonen. Dit heeft grote gevolgen voor de sociale ondersteuning in wijken en buurten. Men is gericht op zichzelf en schakelt de professionele hulpinstanties in bij problemen in plaats van mensen om zich heen. Het blijkt dat door het aanbieden van meer hulp er ook steeds meer behoefte ontstaat aan hulp. De hulpvragers gaan ‘achterover zitten’ en rekenen op de hulp die er komt. Professionele instanties zijn echter beperkt in werktijden en financieel kost de verzorgingsstaat steeds meer geld (Linders, 2009). Bij Eigen Kracht komt de vraag van de cliënt vooraan te staan. Burgers worden geactiveerd om zelf de regie te nemen over hun eigen leven. Er wordt uitgegaan van de krachten van de burgers in plaats van vooraf bedachte oplossingen. Plannen worden gemaakt met of door de cliënten in plaats van voor de cliënten. Voor het oplossen van de problemen wordt er hulp gezocht in de netwerken van cliënten, waarmee de ‘samenredzaamheid’ wordt vergroot. Voor professionals betekent dit een compleet andere manier van werken, waarbij zij zich de attitude van Eigen Kracht eigen moeten maken. Het streven van de gemeente Hoogezand-Sappemeer is om burgers en professionals een kanteling van denken te laten maken naar de benadering van Eigen Kracht. Om hier een voorbeeld van te schetsen is het van belang dat verschillende domeinen in de gemeente bevraagd moeten worden over hun kennis en toepassingen van Eigen Kracht praktijken en soortgelijke toepassingen. De kenmerken die voorgelegd worden aan de geïnterviewden komen vanuit de literatuur: ‘samenredzaamheid’ en gebruik van netwerk (Hilhorst, 2011), herstellen van relaties (Linders, 2009), de rol van formele en informele zorg (Linders, 2009), empowerment (Scheffers, 2010) en de kanteling in het denken (Schagen & Stellingwerff, 2010). De verwachting in de praktijk is dat al veel instanties cliëntgericht te werk gaan. Mogelijk is een grotere groep cliënten in staat om eigen plannen samen te stellen. Vanuit de hulpverlening is een mogelijk struikelblok het hebben van vertrouwen in de cliënt en zijn eigen kracht.2
2
Het theoretisch kader is geschreven in samenwerking met Anna Visser.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 20
3. Onderzoeksvraag en definiëring begrippen 3.1 ONDERZOEKSVRAAG De centrale vraag luidt: ‘Op welke wijze worden kenmerken van Eigen Kracht zoals ‘samenredzaamheid’, gebruik van netwerk, herstel, empowerment, informele zorg en de kanteling in het denken gebruikt in verschillende werkvelden in de gemeente Hoogezand-Sappemeer?’ Dit wordt nader uitgewerkt met de volgende deelvragen: ‘Op welke manier wordt de Eigen Kracht benadering in de praktijk toegepast?’, ‘Welke successen komen voor in de praktijk?’ en ‘Welke belemmeringen komen voor in de praktijk?’
3.2 DEFINIËRING
BEGRIPPEN
Eigen Kracht Centrale In 2001 richtten Rob de Pagée en Jan van Lieshout De Eigen Kracht Centrale op in Nederland. Hier kunnen conferenties aangevraagd worden. Dit is een organisatie met een andere kijk op de hulpverlening. De cliënt is leiden en niet de professional. In de reguliere hulpverlening is de professional dominant en leidend. ‘Samenredzaamheid’ is hier het uitgangspunt (Stam, 2010). Eigen Kracht Conferentie Door middel van een Eigen Kracht conferentie wordt er naar aanleiding van een probleem van iemand samen met zijn familieleden, buren, vrienden en betrokken hulpverleners een bijeenkomst georganiseerd. Het probleem wordt in kaart gebracht door een onafhankelijke coördinator en met familie en verwanten wordt er een plan gemaakt om de situatie te verbeteren. De professionals zijn hierbij aanwezig ter ondersteuning, de regie en verantwoordelijkheid blijft bij de burger (Beek & Schuurman, 2010). Eigen Kracht benadering Naast de formele vorm van een Eigen Kracht Conferentie is er een informele benadering vanuit het Eigen Kracht principe. Hierin staan ‘samenredzaamheid’ en denken vanuit de Eigen Kracht van de burgers centraal (Tonkens, 2010). Empowerment Empowerment gaat over het versterken van zelfstandigheid, de zelfregie en het participatief vermogen van mensen. Men moet vanuit eigen kracht participeren in de samenleving. De hulpverlening moet ervoor zorgen dat mensen hun eigen kennis en vaardigheden ontdekken, benutten en verder ontwikkelen. Op deze manier nemen mensen zelf de regie over hun leven en verbeteren de kwaliteit van hun leven (Scheffers, 2010). Family Group Conference Een Family Group Conference is een besluitvormingsmodel, waarin belangrijke beslissingen genomen worden met betrekking tot de veiligheid en bescherming van een kind of jongere. Naast de hoofdpersoon zijn er familieleden aanwezig en betrokken professionals. Een onafhankelijke coördinator bereid de conferentie voor en leidt het geheel, maar heeft geen inspraak (Evans, 2011). Family Group Decision Making Door groeiende bekendheid van kindermishandeling is er een opkomst van preventie en interventie handelingen. Over de wereld is er een toename van Family Group Decision Making (FGDM) om het welzijn van kinderen te verbeteren. Deze bijeenkomsten worden ingezet als er sprake is van misbruik of verwaarlozing van kinderen. In een FGDM komt familie bij elkaar om een plan te maken met het accent op
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 21
veiligheid en bescherming van het kind. Deze conferentie heeft veel overlapping met een Family Group Conference, alleen wordt dit anders genoemd door de extreme problematiek (Crampton & Natarajan, 2006). Netwerk Socioloog Bulmer ziet een gemeenschap of netwerk als een ‘community’ op lokaal niveau. Hiermee worden familie, vrienden, buren, zelfhulpgroepen, kerken, buurtcentra, belangengroepen en –clubs bedoeld. Een dergelijke ‘community’ wordt gekenmerkt door warmte, emotionele steun en wederzijds vertrouwen (Plemper & van Vliet 2003). Restorative Practices De term Eigen Kracht, zoals deze in Nederland gebruikt wordt, is in het buitenland bekend onder de naam Restorative Practices. Vrij letterlijk vertaald betekent dit herstelgericht werken. Dit is gericht op het herstellen van schade in relaties op verschillende gebieden. Door gebruik te maken van de solidariteit binnen een eigen netwerk zijn mensen in staat om al veel zelf op te lossen en te herstellen. Restorative Practices beperkt zich niet tot de formele activiteiten zoals herstelconferenties, maar varieert van informele tot formele vormen (www.iirp.org/whatisrp.php, 26-01-2011).
‘Samenredzaamheid’ In de visie van Eigen Kracht staat ‘samenredzaamheid’ centraal. Aandacht voor het netwerk van de burgers kan gezien worden als een middenweg tussen het individualisme en het collectivisme. Mensen die problematiek niet zelf op kunnen lossen, schakelen hun netwerk in. ‘Samenredzaamheid’ is meer dan alleen rechten en plichten. Er wordt een verantwoordelijkheidsgevoel gecreëerd (Hilhorst, 2011).
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 22
4. Opzet en uitvoering onderzoek 4.1 ONDERZOEKSDESIGN Hoogezand-Sappemeer wil weten in hoeverre er aspecten van Eigen Kracht aanwezig zijn in verschillende instanties in de gemeente. Om eerst een goed beeld te krijgen van het begrip Eigen Kracht is er een literatuurstudie uitgevoerd. Hierbij is gebruik gemaakt van de zoekprogramma’s: PiCarta, ERIC, Google Scholar en LexisNexis. Uit deze literatuurstudie is een aantal kenmerken naar voren gekomen die voorgelegd zijn aan de geïnterviewden. Het onderzoek kan getypeerd worden als een kwalitatief, exploratief onderzoek.
4.2 DATAVERZAMELING Voorafgaand aan de dataverzameling heeft de gemeente Hoogezand-Sappemeer de instellingen genoemd die al enige ervaring met de Eigen Kracht benadering hebben ontwikkeld: onderwijs, politie, gemeente, Bureau Halt, Openbaar Ministerie, ASHG Huiselijk geweld en buurtbemiddeling. Binnen de gemeente HoogezandSappemeer wordt er per instelling één persoon die representatief is voor deze instantie geïnterviewd, zoals de directeur, manager of voorzitter. In het interview wordt gevraagd naar hun ervaringen en praktijken die te maken hebben met Eigen Kracht in hun werkomgeving (zie bijlage 1). Vervolgens is er in elk interview gevraagd naar een andere instantie die naar hun inzicht ook kenmerken van Eigen Kracht zou kunnen hebben. Via deze ‘sneeuwbalmethode’ is er een uitgebreidere populatie ontstaan, dat een zo compleet mogelijk beeld geeft van de gehele gemeente. Er zijn vijftien interviews afgenomen, waarvan twaalf op afspraak en drie telefonisch. De interviews vonden plaats in de periode van maart 2011 tot en met juni 2011. Verder is er gebruikt gemaakt van een focusgroep met vier professionals op het gebied van Eigen Kracht. Aan deze groep zijn de belemmeringen voorgelegd die naar voren zijn gekomen tijdens het analyseren van de data. De professionals van de focusgroep discussiëren over de wijze waarop de belemmeringen in mogelijkheden getransformeerd kunnen worden.
4.3 GEÏNTERVIEWDEN De geïnterviewden zijn gedeeltelijk aangewezen door de gemeente Hoogezand-Sappemeer en het onderzoeksbureau OvZo. Vervolgens is door middel van de sneeuwbalmethode aan de geïnterviewden gevraagd welke instanties nog meer in aanmerking zouden kunnen komen voor dit onderzoek. Op het gebied van onderwijs is het eerste interview afgenomen bij het Aletta Jacobs College. Dit is de grootste middelbare school in de gemeente. Vanuit dat gesprek zijn de drie basisscholen de Nico Bulderschool, de Schakel en de Hoeksteen bij het onderzoek betrokken. Deze basisscholen werden aangeraden, doordat zij alle drie verschillend zijn op het gebied van geloofsovertuiging en culturele diversiteit. Ook de jeugdagent van de middelbare school werd genoemd als geschikte kandidaat. Buurtbemiddeling is door de gemeente als het beginpunt bij de vrijwilligersorganisaties aangewezen. Bij de gemeente zelf is een interview afgenomen bij de afdeling Wonen en Samenleving. Bij dit interview zijn de instanties Kwartier Zorg & Welzijn, Bureau Halt, de Zijlen, de Thuiszorg en Huiselijk Geweld. genoemd. Vanuit het interview met Kwartier Zorg & Welzijn werd het project Gorecht-West en vrijwilligersorganisatie Humanitas aangewezen. Bureau Halt heeft namen van het Openbaar Ministerie en politie genoemd. Op een bepaald moment werden instanties benoemd die al aan het onderzoek deelnamen (zie bijlage 2).
4.4 ANALYSE De interviews zijn afgenomen op de werkplek van de geïnterviewde, opgenomen met een voicerecorder en vervolgens letterlijk uitgetypt. Deze bestanden zijn teruggekoppeld naar de geïnterviewden om hen een eventuele laatste aanpassing of toevoeging te vragen. De complete data zijn verwerkt met het computerprogramma Atlas Ti. Met dit programma zijn de interviews geselecteerd, gecodeerd en gethematiseerd. De codes en thema’s uit deze analyse zijn gebruikt als een kader voor de resultatenbeschrijving. De belemmeringen die bij de resultatenbeschrijving aan het licht zijn gekomen, zijn
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 23
voorgelegd aan een focusgroep met professionals op het gebied van Eigen Kracht. Vanuit deze tekorten wordt er gekeken naar een omschakeling waar de tekorten in kansen en mogelijkheden getransformeerd kunnen worden (zie bijlage 3). Deze mogelijkheden kunnen vervolgens mee worden genomen naar de aanbevelingen van dit onderzoek. Ook is de presentatiedag van 29 juni 2011 als een focusgroep gebruikt. De aanwezige professionals en burgers gaven hun reacties met betrekking tot de aanbevelingen voor de gemeente.
4.5 VALIDITEIT
EN BETROUWBAARHEID Door middel van de ‘sneeuwbalmethode’ is er een breed veld van instellingen ontstaan. De inhoudsvaliditeit is optimaal, doordat dezelfde instanties genoemd werden, waardoor er een soort verzadiging ontstond. De groep geïnterviewden is op deze manier zo compleet mogelijk gemaakt. Met betrekking tot de externe validiteit is te zeggen dat de geïnterviewden representatief zijn voor de instantie waarvoor zij werken. De interviews zijn voornamelijk bij directeuren, managers en voorzitters afgenomen. Verder zijn de interviewvragen gebaseerd op de literatuur en bij elk interview gebruikt, waardoor de data vergelijkbaar was binnen de gemeente Hoogezand-Sappemeer. Generalisatie naar andere gemeenten zal met de nodige voorzichtigheid benaderd moeten worden. De kenmerken uit de literatuur kunnen in andere gemeenten op dezelfde manier naar voren komen, door middel van wat Smaling (2009) ‘exemplarische generalisatie’ noemt. Hierbij wordt de onderzochte groep personen uit dit onderzoek exemplarisch of representatief geacht voor een andere soortgelijke groep personen.
4.6 REFLECTIE Ruime aandacht is besteed aan het theoretisch raamwerk. Dit vereiste veel samenwerking en een gezamenlijke visie. Terwijl er nog gewerkt werd aan het literatuurdeel zijn de interviews ingepland. Het was niet altijd eenvoudig om een afspraak te maken met de instanties. Sommige mensen waren lastig te bereiken of zagen de noodzaak van een uitgebreid interview niet in. Het grootste deel van de interviews is afgenomen op de werkplek van de geïnterviewden. Hierdoor was er weinig afleiding en bleef de aandacht bij het onderwerp. Door de open vragen was het niet altijd eenvoudig om alle informatie boven tafel te krijgen. Met doorvragen is hier echter grotendeels een antwoord opgekomen. Naast de interviews moest er ook nog gewerkt worden aan het literatuurdeel. De eerste versie van het theoretisch kader moest grotendeels aangepast worden, doordat er te weinig publicaties in verwerkt waren. Deze literatuurstudie was incompleet en nog niet wetenschappelijk genoeg. Het verwerken van de data ging goed na een uitleg van het programma Atlas Ti. De belemmeringen die vanuit de analyse naar voren kwamen, zijn voorgelegd aan een focusgroep. Tot slot zijn de bevindingen van dit onderzoek gepresenteerd voor de gemeente. Hier hebben Anna Visser en ik erg positieve reacties op gekregen.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 24
5. De praktijken in beeld Voordat er verder wordt ingegaan op de bevindingen naar aanleiding van de interviews, worden de instanties eerst duidelijk in beeld gebracht. In dit hoofdstuk wordt over alle instanties een korte beschrijving gegeven. Bij deze algemene beschrijving kunnen ook al kenmerken van Eigen Kracht naar voren komen. De instanties zijn ingedeeld in drie categorieën, onderwijs, vrijwilligersorganisaties en professionals in zorg en welzijn.
5.1 ONDERWIJS 5.1.1 ALETTA JACOBS COLLEGE
Het Aletta Jacobs College is een middelbare school met 1300 leerlingen. De niveaus lopen van basis beroepsgerichte leerweg tot en met gymnasium. Het is een grote school met veel diversiteit en sociale cohesie. De school is verdeeld in acht kleine deelscholen. Elke deelschool heeft zijn eigen lokalen en docenten, waardoor de leerlingen meer persoonlijke begeleiding krijgen. Vanaf de eerste klas worden hier kinderen tot Peer Mediator opgeleid, waarmee deze kinderen bemiddelen in conflictsituaties. 5.1.2 BASISSCHOLEN
Bij dit onderzoek zijn twee openbare en een christelijke basisschool betrokken. OBS Nico Bulderschool is een reguliere openbare basisschool met 350 leerlingen met voornamelijk een autochtone afkomst. OBS De Schakel is een openbare multiculturele basisschool met 130 leerlingen. De basisschool CDBS De Hoeksteen is een christelijke Dalton school. Bij de basisscholen wordt de aandacht veelal gericht op leerlingparticipatie, door middel van leerlingvergaderingen en kenmerken van Peer Mediation.
5.2 VRIJWILLIGERSORGANISATIES 5.2.1 BUURTBEMIDDELING
Buurtbemiddeling is een organisatie dat bestaat uit vrijwilligers die bij mensen thuis komen om burenruzies of conflicten op te lossen. Via een meldpunt komen de klachten binnen, waarna dit gekoppeld wordt aan twee vrijwilligers, die hier samen op af gaan. Doordat vrijwilligers de meeste problemen op kunnen lossen, wordt de politie er grotendeels buiten gehouden. 5.2.2 HUMANITAS
Humanitas is een landelijke organisatie van vrijwilligers. In de organisatie verlenen de vrijwilligers maatschappelijke dienstverlening aan burgers. Humanitas Hoogezand-Sappemeer is aangepast aan de multiculturele gemeente. Er zijn meerdere projecten gaande en er komen steeds meer projecten bij. Bij Humanitas werken enkele professionals ter ondersteuning, maar de echte drijfveer zijn de vrijwilligers.
5.3 PROFESSIONALS
ZORG EN WELZIJN
5.3.1 GEMEENTE, AFDELING WONEN EN SAMENLEVING
De gemeentelijke afdeling Wonen en Samenleving bestaat uit twee teams. De Kredietbank en Wijk en Beleid. Vanuit de Kredietbank worden mensen geholpen met het oplossen van hun schulden en eventueel beheer van hun budget. Bij Wijk en Beleid zijn wijkmanagers, die bij de mensen in de wijk probleemoplossend werken en beleidsmedewerkers die op verschillende gebieden beleid schrijven en adviseren. De gemeente heeft opdracht gegeven om verder onderzoek te doen naar Eigen Kracht en zij zijn hier zelf ook mee bezig.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 25
5.3.2 KWARTIER ZORG & WELZIJN
Kwartier Zorg & Welzijn is de organisatie voor welzijn in Hoogezand-Sappemeer, een middelpunt waar vele bedrijven aan gekoppeld zijn. Kwartier Zorg & Welzijn biedt diensten aan op het gebied van zorg, vrijwilligerswerk, scholing en vrije tijd. Er is veel aandacht voor de Eigen Kracht benadering binnen deze organisatie. Vanuit diverse invalshoeken worden projecten opgestart. 5.3.3 POLITIE
Indien er regels overtreden worden, komt men in aanraking met de politie. Bij verschillende instanties in Hoogezand-Sappemeer spelen wijk- en jeugdagenten een grote rol. Ook met scholen werkt de politie nauw samen. 5.3.4 BUREAU HALT
Bureau Halt houdt zich bezig met jeugd en jeugdcriminaliteit, wet en regelgeving. Deze is gericht op jongeren tussen 12 en 18 jaar, die zich schuldig hebben gemaakt aan veel voorkomende kleine criminaliteit. Daar wordt een gepaste straf voor gezocht vanuit een pedagogische invalshoek, om te voorkomen dat ze nog een keer met politie of justitie in aanraking komen. Het aanbieden van excuses staat voorop. Halt is een afkorting van ‘Het ALTernatief’, voordat de gang naar justitie wordt gemaakt. Wanneer jongeren niet mee willen werken aan een Halt straf, gaan ze meteen door naar justitie. 5.3.5 OPENBAAR MINISTERIE
Mensen die worden verdacht van het plegen van een strafbaar feit, krijgen met het Openbaar Ministerie (OM) te maken. Het OM is de enige instantie in Nederland, die verdachten voor de strafrechter kan brengen. Het OM zorgt ervoor dat strafbare feiten worden opgespoord en vervolgd volgens de wetgeving. De gemeente Hoogezand-Sappemeer valt onder het arrondissementsparket Groningen. 5.3.6 DE ZIJLEN
De Zijlen bied zorg aan kinderen, jongeren en volwassenen met een verstandelijke beperking op het gebied van wonen, werken of dagbesteding. De ondersteuning varieert van een paar uur per week tot 24 uur per dag wonen in een beschermde omgeving. Het netwerk van deze personen wordt ook gebruikt bij de ondersteuning. Eigen zeggenschap en persoonlijke groei staan hier voorop. 5.3.7 THUISZORG
De Thuiszorg verleent hulp bij ‘multi problem’ gezinnen aan huis. Dit zijn gezinnen met meerdere complexe problemen in diverse levensgebieden. De thuiszorg probeert deze gezinnen zo te helpen, dat zij weer (grotendeels) voor zichzelf kunnen zorgen. Het accent ligt op de oplossingsgerichte aanpak in plaats van probleemgericht. Er wordt gekeken naar wat de mensen zelf kunnen, of kan worden uitgebreid. 5.3.8 ASHG HUISELIJK GEWELD
De aanpak van ASHG Huiselijk Geweld is dat slachtoffers, die de aanvraag doen, aangemeld worden bij maatschappelijk werk. De verdachte wordt aangemeld bij het Ambulante Forensische Psychiatrie (AFPN), dat onderdeel is van Lentis. Huiselijk Geweld houdt zich voornamelijk bezig met het stoppen van geweld als hoofddoel. Dat er verder nog allerlei andere problemen zijn, die een rol kunnen spelen in de oorzaak, is van latere zorg. 5.3.9 PROJECT GORECHT-WEST
In opdracht van het samenwerkingsverband Lefier, de gemeente, Talma en Kwartier Zorg & Welzijn is er een wijkvernieuwingsproject opgezet. Een aantal huizen worden gesloopt en opnieuw gebouwd. Tegelijkertijd gaat er een team professionals langs de deuren om te kijken of mensen geholpen kunnen worden met sociaal-emotionele problemen.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 26
5.4 SAMENVATTENDE
OPMERKINGEN Vanuit deze algemene informatie is een begin gemaakt met de zoektocht naar kenmerken van Eigen Kracht. In het onderwijs zijn vormen van leerlingparticipatie en Peer Mediation aanwezig. Kinderen worden hier betrokken bij het maken van beslissingen en problemen oplossen. Dit komt overeen met de kenmerken ‘samenredzaamheid’ en herstel van Eigen Kracht. Bij de vrijwilligersorganisaties ligt het accent op de gemotiveerde vrijwilligers die iets betekenen voor andere burgers. Dit is het uitgangspunt van ‘samenredzaamheid’ en informele zorg. Op het gebied van professionals in zorg en welzijn is er bij de gemeente en Kwartier Zorg & Welzijn een begin gemaakt met het introduceren van Eigen Kracht. Bij de politie en Openbaar Ministerie lijkt nog (bijna) niets te gebeuren met betrekking tot Eigen Kracht, hoewel bij Bureau Halt het herstel centraal staat. Bij de Thuiszorg en de Zijlen wordt aandacht gegeven aan het netwerk van de cliënt. Bij Huiselijk Geweld zouden herstel en gebruik van netwerk van toepassing kunnen zijn, maar dit is nog niet te zeggen naar aanleiding van de algemene beschrijving. Tot slot laat het project in GorechtWest zien, dat zij mogelijk iets doen met ‘samenredzaamheid’, dit zou verder moeten blijken uit het interview. In de verschillende instanties lijken al kenmerken van Eigen Kracht aanwezig te zijn. Om dit duidelijker in beeld te krijgen en de andere kenmerken hier ook bij te betrekken, worden diepte-interviews gehouden om meer informatie boven tafel te krijgen.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 27
6. Bevindingen: percepties en ervaringen met Eigen Kracht aspecten De in totaal zeventien geïnterviewde personen heb ik de vraag voorgelegd op welke manier er gewerkt wordt met de informele en formele manier van Eigen Kracht in hun werkomgeving, wat zowel professioneel als vrijwillig kan zijn. In het interview ligt de nadruk op de kenmerken van Eigen Kracht: ‘samenredzaamheid’ en gebruik van netwerk (Hilhorst, 2011), herstellen van relaties (Linders, 2009), de rol van formele en informele zorg (Linders, 2009), empowerment (Scheffers, 2010) en de kanteling in het denken (Schagen & Stellingwerff, 2010). Deze kenmerken kunnen aanwezig zijn zonder dat een bedrijf dit benoemd met Eigen Kracht. Vanuit een analyse met behulp van Atlas TI zijn verschillende citaten gecodeerd. Hierbij is gelet op de kenmerken van Eigen Kracht. Deze eenentwintig codes, die vervolgens zijn ingedeeld in vier families, zijn hieronder op een rij gezet. De vier families worden ieder afzonderlijk besproken in de eerste vier paragrafen, met de daarbij behorende begrippen en de betekenis van Eigen Kracht. In paragraaf 6.5 worden de belemmeringen in de focusgroep besproken en in paragraaf 6.6 worden enkele samenvattende opmerkingen gegeven, met betrekking tot de literatuur.
Samen -
Eigen Kracht conferentie Gebruik van netwerk en betrokkenen ‘Samenredzaamheid’ Samenwerkende bedrijven Sociale cohesie
Herstel -
Het weer goed maken Dader en slachtoffer De eigen kracht van burgers Zelfredzaamheid
Informele zorg - Combinatie van formele en informele zorg - Positieve benadering - Kanteling in het denken - Successen Belemmeringen - Tijdelijke hulp - Geen netwerk - Samenwerking bedrijven - Bedreigende situaties - Korte termijn - Niet zonder formele hulp - Niet willen meewerken - Te grote problematiek
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 28
6.1 SAMEN In de overkoepelde term ‘samen’ komen vormen van samenwerking en ‘problemen met elkaar oplossen’ voor. In de resultaten van de interviews kwamen citaten voor die te maken hebben met een collectieve benadering. Deze citaten zijn onderverdeeld in de termen: Eigen Kracht Conferenties, gebruik van netwerk/betrokkenen, ‘samenredzaamheid’, samenwerken tussen instanties met betrekking tot Eigen Kracht en sociale cohesie. Het principe van een Eigen Kracht Conferentie is al in sommige wijken succesvol toegepast. De politie, het onderwijs en jeugdzorg hebben hier ervaringen mee. Maar bij veel geïnterviewden is het nog een te onbekend fenomeen. Er worden wel situaties genoemd waar het toegepast zou kunnen worden, maar de actie hierachter ontbreekt vaak nog. “Optimaal gebruik van het sociale netwerk is van toepassing bij Echt Recht Conferenties, daar worden familieleden, vrienden of zelfs klasgenoten bij betrokken. Dit is echter helaas niet meer mogelijk. Het is politiek besloten om het niet meer uit te voeren, waarschijnlijk door het prijskaartje dat eraan hangt. Voor een procedure van Halt staat 7 uur en een Echt Recht Conferentie wel 20 uur. Nu worden alleen de ouders bij het proces betrokken” (Interview Bureau Halt). Het gebruik van het netwerk wordt bij alle geïnterviewden genoemd, maar de werkelijke toepassing verschilt in meer of mindere mate. In het onderwijs worden vanzelfsprekend de kinderen die met het conflict te maken hebben, bij elkaar gehaald. Op het Aletta Jacobs College wordt er gewerkt met Peer Mediation, waardoor kinderen leren te bemiddelen in bepaalde conflictsituaties. Indien conflictsituaties escaleren, worden de ouders hier bij betrokken. “In de onderbouw van het Aletta J. College worden leerlingen opgeleid tot Peer Mediator. Ze krijgen daar een officieel certificaat voor en doen dit in het kader van een maatschappelijke stage. Deze kinderen worden ingezet in geval van conflicten tussen groepen of individuele leerlingen. Het probleemoplossend vermogen wordt hier aangeleerd” (Interview Aletta J. College). Bij een Eigen Kracht conferentie wordt het netwerk betrokken in een formele situatie, maar in een informele vorm kunnen ook anderen betrokken worden. In bijvoorbeeld de Thuiszorg, Huiselijk Geweld, de Zijlen en het Gorecht-West team ligt de aandacht bij het gebruiken van een uitgebreid netwerk. “Toen ik meer hoorde over Restorative Practice, kwam ik er achter dat wij dat ook al deden. Ik maak ook netwerkschema’s of een stamboom met cliënten. Dat doe ik eerst door middel van een gesprek. Er wordt dan in kaart gebracht wie het dichtst bij die persoon staat en wie het verst weg staat. Voor de cliënt zelf ontstaat er dan een besef van dit netwerk en wordt er besproken hoe dit zo gekomen is en hoe dat eventueel uitgebreid kan worden. Het komt ook voor dat mensen hun netwerk niet willen betrekken, door drempels aan diverse kanten” (Interview Thuiszorg). Bij de meeste instanties is het een herkenbaar probleem dat mensen geen contact met hun netwerk willen, of deze helemaal niet meer hebben. Humanitas heeft hier een antwoord op. Humanitas ziet mensen zonder netwerk niet als een tekort, maar zij ontwikkelt zelf een netwerk in de organisatie waar mensen gebruik van kunnen maken. “Er wordt altijd navraag gedaan of iemand zelf een netwerk heeft, zodat deze de zorg op zich kunnen nemen. Mensen zijn erg verwend en doen snel een beroep op een organisatie, in plaats van het zelf op te lossen. Binnen Humanitas worden nieuwe contacten gelegd met vreemde mensen. Veel mensen hebben helemaal geen netwerk meer. Mensen in sociaal isolement kunnen hier hun netwerk uitbreiden” (Interview Humanitas). De aandacht voor deze netwerken, wat ook ‘samenredzaamheid’ genoemd kan worden, komt vooral in het onderwijs en vrijwilligersorganisaties opvallend naar voren. In andere instanties is dit echter niet zo eenvoudig. Hier speelt mee dat er binnen een instantie goed samengewerkt moet worden, maar ook tussen verschillende instanties. In een aantal situaties is dit succesvol, bijvoorbeeld bij Humanitas, Kwartier Zorg & Welzijn, de Thuiszorg, Gorecht-West team en het onderwijs. “Het probleem wordt echt samen met de bewoners aangepakt. Wanneer het gaat over ‘één gezin, één plan’ is het soms handig om met de verschillende instanties om de tafel te gaan zitten. Dan vragen we ook of de bewoners daar bij willen zijn, om het met elkaar op te lossen. Dat
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 29
kan zijn dat wij daar de regie in nemen, maar dat kan ook een andere partij zijn. Wat we ook wel tegenkomen zijn situaties waarbij een Eigen Kracht conferentie toegepast zou kunnen worden” (Interview Gorecht-West team). Uit de interviews bij Kwartier Zorg & Welzijn, de Thuiszorg, onderwijs en de gemeente blijkt dat er een goede samenwerking bestaat tussen diverse instanties waar zij mee te maken hebben. Burgers zijn betrokken bij elkaar, maar weten vaak niet goed hoe zij dit kunnen uiten. Mensen zijn bang om anderen te beledigen, of dat zij iets verkeerd doen. Dit zou volgens Huiselijk Geweld meer gestuurd kunnen worden, zodat de eigen kracht van de burgers tot zijn recht komt. “Ik geef vaak voorlichtingen over signaleren van conflicten en wat buren dan kunnen doen. Mensen vinden het heel fijn om te horen wat zij dan kunnen zeggen of doen in bepaalde situaties. Vaak zijn mensen van binnenuit wel betrokken, maar weten niet hoe ze dit kunnen aanpakken, zonder iemand te beledigen of iets dergelijks” (Interview Huiselijk Geweld). Tussenbalans In deze paragraaf ‘Samen’ werd gekeken naar de aanwezigheid van Eigen Kracht Conferenties in de gemeente. Deze komen wel voor in de gemeente, maar het is nog geen vanzelfsprekend fenomeen. Echt Recht Conferenties worden niet meer door de overheid gestimuleerd, waardoor deze vorm bijna niet voorkomt. Het gebruik van netwerk of betrokkenen verschilt per instantie in mate. Bij bureau Halt worden alleen de ouders betrokken, maar bij bijvoorbeeld de Thuiszorg wordt een breder netwerk gebruik. ‘Samenredzaamheid’ komt veel voor bij vrijwilligersorganisaties, hier is hulpverlening voor burgers door burgers. Het samenwerken tussen instanties met betrekking tot Eigen Kracht gaat in de gemeente Hoogezand-Sappemeer bij veel instanties erg goed. In deze bevindingen is een redelijk grote mate van sociale cohesie terug te vinden. Deze kenmerken worden toegepast, soms zonder dat mensen weten wat Eigen Kracht precies is. De kenmerken kunnen al verborgen zitten in de benaderingen die gebruikt worden.
6.2 HERSTEL De volgende familie is samengevoegd door het overkoepelde begrip ‘herstel’. Herstel is een belangrijk onderdeel bij de benadering van Eigen Kracht. De volgende punten zijn toegevoegd aan deze categorie; ‘het weer goed maken’, ‘dader en slachtoffer’, ‘eigen kracht van burgers’ en ‘zelfredzaamheid’. De term ‘het weer goed maken’ is in het Nederlands niet in één woord te omschrijven. De term ‘herstel’ definieert dit onderdeel waarschijnlijk het beste. Herstel is terug te vinden in de benadering van bureau Halt en in het onderwijs. “Bij basisschool de Schakel zijn elke pauze twee kinderen uit groep 8 op het plein als extra ondersteuning. Aan het begin van de week krijgen zij instructie van de groepsleerkracht, waar zij toezicht op moeten houden. Die twee kinderen zien dingen gebeuren en proberen dit eerst zelf op te lossen, wanneer dit niet lukt schakelen ze de leerkracht in. Wanneer een conflictsituatie zich voorgedaan heeft, ligt de nadruk op het herstellen van deze schade” (Interview basisschool de Schakel). Ook bij Kwartier Zorg en Welzijn ligt op een andere manier de aandacht bij het herstellen van schade. “Onder het personeel bij Kwartier kwam naar boven dat er sprake was van kwaadheid, teleurstelling en andere gevoelsmatige dingen die niet uitgesproken werden. Iedereen had zo een muur om zich heen, die ben ik gaan afbrokkelen. Met de nadruk op: als er iets is, praat er dan over, zodat het opgelost kan worden. Dat was een echte verademing voor iedereen” (Interview Kwartier Zorg & Welzijn). Bij deze organisatie ligt meer accent op het herstellen van de schade van mensen die deze al tijden opgekropt hebben. In de visie van Restorative Practices staat het herstellen en opbouwen van relaties centraal. In andere interviews kwam het herstellen van relaties, ‘het weer goed maken’ niet expliciet naar voren. Over het algemeen wordt in een situatie waar problemen voorkomen een dader en een slachtoffer aangewezen. In veel situaties is dit ook gepast, zoals bij bureau Halt, Huiselijk Geweld, Politie en Openbaar Ministerie. Van genoemde organisaties is er slechts één het meest bezig met het herstel vanuit de Eigen Kracht, dat is bureau Halt. Bij bureau Halt is het verplicht om excuses aan te bieden en vervolgens een passende straf te krijgen, die aansluit bij het herstellen van de relatie met het slachtoffer. “We proberen altijd
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 30
een delictskoppeling te maken. De mooiste straf die ik heb laten uitvoeren is dat jongens zelf de schutting weer opbouwden, die ze met oud en nieuw afgebroken hadden om in het vuur te gooien. Ze hadden twee uur straf gekregen, maar ze zijn acht uur bezig geweest, want ze wilden het gewoon zelf goed doen. Die mensen komen elkaar op straat tegen en groeten elkaar weer. Dat is herstel” (Interview Bureau Halt). Bij Huiselijk Geweld, politie en het Openbaar Ministerie gelden andere regels. Hierbij worden straffen opgelegd, zoals een gevangenisstraf, of (verplichte) therapie, waardoor eigenlijk weinig aandacht wordt besteed aan het herstellen van het conflict. Echt Recht Conferenties zijn er om problemen door de burgers zelf op te laten lossen. Dit is een aantal jaren geleden in het Openbaar Ministerie van Assen toegepast, echter is dit later weer afgeschaft. Waarschijnlijk door de grotere tijdsinvestering op korte termijn. Er wordt nog gewerkt met dader/slachtoffer gesprekken, dit gaat via ‘Slachtoffer in beeld’. Deze procedure lijkt nog het meest op de Echt Recht benadering, alleen worden familie, vrienden en omstanders er niet meer bij betrokken. Dit was bij een Echt Recht Conferentie juist de kracht. Bij het Openbaar Ministerie Assen zijn ze niet erg positief over de resultaten van ‘Slachtoffer in beeld’ (Telefonisch interview OM Assen). Er zijn ook situaties waarbij het benoemen van een dader en een slachtoffer niet nodig is, bijvoorbeeld in het onderwijs. Conflicten kunnen ook gevolgen zijn van groepsprocessen of wederzijdse uitdaging. Uiteindelijk is iedereen er samen om het probleem op te lossen, hierbij is het belangrijk om vertrouwen te hebben in de eigen krachten die mensen zelf bezitten. “Bij het project in Gorecht-West ligt het accent op de eigen kracht van de mensen. Er wordt gekeken wat mensen nog zelf kunnen doen en wat ze in hun eigen omgeving kunnen oplossen, voordat er instanties ingeschakeld worden. Bij veel mensen is het niet nodig om vaker dan een keer langs te komen, maar er zijn ook gezinnen waar dat juist wel regelmatig nodig is” (Interview Gorecht-West team). Voor professionals kan het lastig zijn om het werk uit handen te geven en de burger te vertrouwen. De instanties die al duidelijk aandacht besteden aan de Eigen Kracht van de burger zijn; Kwartier Zorg & Welzijn, het gemeentehuis, Humanitas, Thuiszorg en het Gorecht-West team. Bij Kwartier Zorg & Welzijn en het gemeentehuis begint de benadering vanuit de Eigen Kracht op gang te komen. De informatie hierover heeft zijn intrede gemaakt en op verschillende gebieden ontstaan cirkels waar verder nagedacht wordt over hoe de eigen kracht van de burger, of de collega het uitgangspunt kan worden. Het uitgangspunt van Humanitas ligt bij de kracht van de vrijwilligers. Veelal zijn dat mensen met een hoge opleiding en veel levenservaring. Met hun krachten kunnen zij andere mensen weer helpen om hun krachten te vinden. “Het allerbelangrijkste is de empowerment, dat je mensen in hun kracht zet. Perspectieven bieden en om mensen hun zelfbeeld terug te laten komen” (Interview Thuiszorg). Medewerkers bij de Thuiszorg gebruiken een benadering die meer vanuit de kracht van de burger komt, wat hier empowerment wordt genoemd. Het gaat om het vertrouwen in de mensen, dat zij het weer zelf kunnen. Wanneer een klein probleem wordt opgelost, komt er ook vertrouwen vanuit de burger om steeds een stapje verder te gaan. Het Gorecht-West team gebruikt een aanpak die aansluit bij de benadering vanuit Eigen Kracht. Dit team is in een ‘probleemwijk’ neergezet, met als doel de wijk te verbeteren. In een bepaald gebied worden bewoners bezocht, om te kijken waar mensen met problemen een stap verder geholpen kunnen worden op de participatieladder. Op deze ladder staan diverse stappen vanaf geïsoleerd tot aan een zelfstandige baan. Wanneer een stap gezet wordt op deze ‘ladder’, is dit een stap in de goede richting. Dit wordt bereikt nadat er een plan is opgesteld, dat aansluit bij de ‘twinkeling’ van die burger. De bezigheid of passie dat met andere woorden nog een lichtpuntje is in het leven van deze persoon, wordt versterkt en aangemoedigd. “Er is een meneer die werkloos is, hij krijgt medicijnen tegen depressiviteit. Zijn passie is paarden. We hebben contact voor hem gelegd bij de vrijwilligersvacaturebank en zodoende bij de manege. Hij is vaak wel ziek, maar hij gaat er af en toe heen om de paarden te aaien. Uiteindelijk zal hij daar ook wat klussen gaan doen” (Interview Gorecht-West team). Indien er een stap gezet wordt op deze participatieladder, is dat een stap dichterbij zelfredzaamheid. Niet iedereen komt daar uiteindelijk op uit, maar het is het streven om maximaal te groeien. Wanneer mensen diep in de problemen zitten, zien zij vaak zelf geen uitweg meer. Door een steun in de rug of een duw de goede kant uit, kan dit al veel veranderen in de situatie. Mensen weten vaak goed hun passie te benoemen, maar komen niet op het idee om er iets mee te doen, doordat hun problemen in de weg zitten.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 31
Tussenbalans In deze paragraaf over herstel komt op het gebied van jeugd gelijk al naar voren dat bureau Halt en het onderwijs hier aandacht aan besteden. Kwartier Zorg & Welzijn legt de nadruk op ‘het weer goed maken’, ook bij volwassenen. Bij het Openbaar Ministerie is er sprake van een dader en een slachtoffer. Het is mogelijk deze aan elkaar te koppelen en zo te werken aan herstel, door middel van een Echt Recht Conferentie. Sinds de overheid dit niet meer stimuleert, maken zij gebruik van ‘Slachtoffer in beeld‘, waar de dader en het slachtoffer een gesprek kunnen aangaan. Bij project Gorecht-West wordt een mooi voorbeeld gegeven van werken vanuit de Eigen Kracht van burgers. Door in te spelen op een positief aspect bij de burgers, stimuleren zij de ontwikkeling richting zelfredzaamheid.
6.3 INFORMELE
ZORG De samenleving is constant in beweging. De balans tussen formele en informele zorg verandert voortdurend. Er is constant een zoektocht naar een betere en andere benadering voor het oplossen van problemen. “Kwartier Zorg & Welzijn is bezig om met jongeren iets te gaan betekenen voor jongeren, zoals bijles. Dit wordt gekoppeld aan maatschappelijke stages. Welzijnsorganisaties gaan die dingen veel minder zelf doen en geven de burgers veel meer verantwoordelijkheid. Dat is eigenlijk een grote kanteling van de hele samenleving. De professional krijgt meer een verbindende en coördinerende rol en de burger voert het zelf uit” (Interview Kwartier Zorg & Welzijn). In de afgenomen interviews komen veranderingen naar voren die tot stand zijn gekomen op het gebied van Eigen Kracht. De volgende begrippen hebben allen te maken met dergelijke veranderingen; ‘combinatie tussen formele en informele zorg’, ‘positieve benadering’, ‘kanteling in het denken’ en ‘successen’. Het samenwerken tussen formele en informele zorg is een belangrijk punt. De formele zorg nam eerder relatief veel taken op zich, terwijl de informele zorg ook wat kan betekenen. Indien hier een goede balans tussen te vinden is, kan dit aanzienlijk schelen in de volle programma’s van de professionals. Tijdens het interview met Humanitas komt naar voren dat bij veel andere organisaties met professionals en vrijwilligers, de professionals sturend zijn. Bij Humanitas is het tegenovergestelde juist het uitgangspunt. Er zijn professionals aanwezig, maar deze dienen enkel voor ondersteuning van de vrijwilligers. De kracht van de vrijwilligers wordt hierbij optimaal gebruikt, waardoor weinig professionals nodig zijn. Bij Huiselijk Geweld wordt er met een combinatie van formele en informele zorg gewerkt, waarbij gebruik wordt gemaakt van leidende professionals. “Om mensen echt te leren hun gedrag te veranderen, is er wel professionele hulp nodig. Dat het netwerk kan ondersteunen is altijd mooi meegenomen, want mensen uit het netwerk hebben een andere invloed op het gezin dan de professionals” (Interview Huiselijk Geweld). Professionals benaderen mensen met meervoudige problematiek veelal vanuit het probleem, in plaats van de oplossing. Met een positieve benadering, zullen de lange-termijn effecten ook positiever zijn. Het vooroordeel van mens en maatschappij, dat mensen niets meer kunnen zonder professionele hulpverlening is snel gemaakt. Hierbij ligt juist de uitdaging om in deze situaties een positief punt te vinden, dat vergroot kan worden. Dit is een attitudeverandering die hulpverleners en burgers moeten ondergaan. Relatief veel mensen, vooral hulpverleners, denken vanuit problemen en tekorten. Op deze manier is de maatschappij opgebouwd. Om dit te veranderen, is het voor deze mensen nodig om een stap de andere richting uit te zetten. Indien hulpverleners al op deze manier werken, moeten zij ook aan de cliënten de juiste gedachtegang doorgeven. “De cliënten merken zeker het verschil in aanpak. ‘Je doet niks’ wordt er dan gezegd. Maar wanneer ik dan uitleg aan de mensen dat zij het zelf moeten leren, zodat zij weer zo veel mogelijk op eigen benen kunnen staan, begrijpen ze het wel. Wanneer ik weg ga straks, moeten jullie het ook zelf doen” (Interview Thuiszorg). Op plaatsen waar deze kanteling al (bijna) is voltooid, ontstaan successen van Eigen Kracht in de praktijk. Hulpverleners uit de Thuiszorg merken dat cliënten in hun eigen kracht zetten, positieve resultaten oplevert. “In een gezin worden niet alle problemen tegelijk aangepakt. Het probleem dat het snelst op te lossen is, wordt als eerste aangepakt. Want dat geeft een gevoel van vertrouwen en trots, omdat de cliënten dit zelf hebben uitgevoerd. Dit is meestal het kleinste probleem, maar het is een begin. Het grootste probleem speelt er vaak al heel lang, van generatie op generatie. Dat is niet zomaar op te lossen” (Interview Thuiszorg).
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 32
Werken met Eigen Kracht werkt, volgens de Thuiszorg, ook bij alleenstaanden met grote problematiek. Bij het Gorecht-West team zijn in korte tijd stappen gemaakt op weg naar zelfredzaamheid. Bij Buurtbemiddeling wordt het grootste deel van de aangemelde problemen opgelost door de vrijwilligers met beide partijen te laten praten over het probleem. Doordat vrijwilligers een andere positie innemen, dan bijvoorbeeld de politie, worden hun oplossingen eerder geaccepteerd. Er wordt geluisterd en aangesloten bij de behoeften en krachten van de burgers. Op het gebied van de attitude van Eigen Kracht zien scholen dat zij een vooruitlopende rol hebben. Hier zijn bijna elke dag grote aantallen kinderen bij elkaar, waardoor nu eenmaal wrijving en conflicten ontstaan. Om dit zo harmonieus mogelijk te laten verlopen, worden hier kenmerken van Eigen Kracht gebruikt, door bijvoorbeeld leerlingparticipatie, ‘samenredzaamheid’ en herstellen van relaties. “Op basisschool de Schakel is er een leerlingenraad ingesteld. Kinderen kunnen hierdoor mee denken over de dingen die op school gebeuren. Dat kan zijn dat ze zich ergens aan ergeren of ideeën hebben om het te verbeteren. Tijdens de kerstdagen hebben de kinderen een voedselpakket gemaakt voor oudere mensen. Kinderen denken hierdoor mee vanuit de gedachte dat deze mensen alleen zijn tijdens de feestdagen en dat zij iets kunnen betekenen” (Interview basisschool de Schakel). Tussenbalans De balans tussen formele en informele hulpverlening is overal anders. Bij Huiselijk Geweld bestaat een combinatie waar de professionals leidend zijn, terwijl dat bij Humanitas de vrijwilligers zijn. Bij de Thuiszorg is sprake van een positieve benadering. Medewerkers zoeken een positief punt bij een probleemgezin en proberen dit uit te vergroten. Hier heeft zich een kanteling in het denken voor gedaan. De cliënten van de Thuiszorg zijn zelf bezig om een stap verder te komen. Bij project Gorecht-West is een kanteling in het denken gaande, doordat er gewerkt wordt vanuit de krachten van de burgers zelf. Bij bijvoorbeeld het onderwijs, bij Kwartier Zorg & Welzijn en de Thuiszorg zijn successen met betrekking tot Eigen Kracht gaande.
6.4 BELEMMERINGEN Vanuit de interviews zijn enkele belemmeringen naar voren gekomen, waardoor het volgens de verschillende instanties moeilijk is om met Eigen Kracht te werken. Enkele voorbeelden zijn: tijdelijke hulp is in verband met chroniciteit niet altijd haalbaar, het sociale netwerk van de cliënt ontbreekt, bedreigende situaties vragen om een andere aanpak en de problematiek kan te groot zijn. Deze en andere belemmeringen worden kort toegelicht en onderbouwd door de geïnterviewde instanties. In de volgende paragraaf gaat de focusgroep hier verder op in. “In principe is de hulp van Humanitas een steun in de rug, zodat de mensen het daarna zelf kunnen oppakken. De vrijwilliger moet ook zoveel mogelijk de cliënt het werk laten doen. Dat lukt niet altijd, daar is ook veel discussie over. Bij de meeste gevallen is de vraagstelling tijdelijk, maar bijvoorbeeld met de telefoonketen van oudere mensen, die blijven dat de rest van hun leven doen. We streven wel naar tijdelijke hulp, maar in de praktijk blijkt dat dit niet altijd lukt” (Interview Humanitas). Zoals hier door Humanitas aangegeven wordt, zullen er altijd mensen zijn waarbij tijdelijke hulp niet haalbaar is. Het hoofddoel van Eigen Kracht is ook niet dat de hulp tijdelijk moet zijn voor iedereen, maar het streeft hier naar. Ook in de Thuiszorg komt deze belemmering voor. “Op een gegeven moment is de hulpverlening gewoon klaar, maar iemand met een psychiatrische stoornis of een verstandelijke beperking is nooit klaar. Soms gaan deze mensen dan naar een andere organisatie of naar een collega. Het is niet goed om te lang bij hetzelfde gezin te zitten, dan wordt het lastiger voor het gezin om het weer zelf te kunnen” (Interview Thuiszorg). Het gebruik maken van een sociaal netwerk staat centraal bij het principe van Eigen Kracht. Op dit gebied zijn belemmeringen aanwezig. Bij Humanitas kwam naar voren dat er mensen zijn die geen netwerk (meer) hebben. Thuiszorg laat weten dat er cliënten zijn die geen contact willen met hun netwerk, door bijvoorbeeld schaamte van het probleem of om de hulp van de familie te temperen, omdat zij alles willen regelen. Bij Huiselijk Geweld ligt het weer anders. In het vaste protocol is er nauwelijks tijd om aandacht te besteden aan
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 33
het netwerk. Zo zijn er andere instanties die tegen problemen aanlopen die te maken hebben met vastgelegde regels, bijvoorbeeld bij het samenwerken tussen instanties. Indien een instantie, die zich richt op de cliëntgerichte benadering, samenwerkt met een instantie die dit niet doet, kan dit voor problemen zorgen. “We moeten wat doen aan ontschotting. Niet alleen hier bij Kwartier, maar ook bij de gemeente. De ene beleidsambtenaar gaat over jeugd en richt zich daar alleen op en de ambtenaar voor ouderen net zo. Waar wij behoefte aan hebben is de ambtenaar die over de grenzen heen gaat kijken. Zo ontstaat er meer een wij-gevoel, in plaats van het verschil tussen opdrachtgever en werknemer” (Interview Kwartier Zorg & Welzijn). Het herstellen van relaties is een uitgangspunt van Eigen Kracht. Herstel ontstaat wanneer over het probleem gepraat wordt, excuses worden aangeboden of iets gemaakt wordt wat stuk is gegaan. Ook hierover zijn belemmeringen naar voren gekomen. “Wanneer een leerling ernstig bedreigd wordt door een medeleerling, hebben wij daar een protocol voor. Dan zal ik uiteindelijk wel met dader en slachtoffer in gesprek gaan samen, maar dat is wel aan het eind van de rit. Eerst moet helder zijn hoe het zit, maar vervolgens ook de dader isoleren van de groep uit angst voor herhaling en daar een heel apart traject op zetten. In ons protocol hebben wij bij agressie en geweld als laatste de mogelijkheid om een gesprek tussen dader en slachtoffer aan te gaan, als zij dit willen. Dus dat gebeurt niet altijd” (Interview Aletta J. College). De belemmering die hierbij genoemd wordt, is de bedreigende situatie waarin het slachtoffer zich bevindt. In een dergelijke situatie moet er een maatregel getroffen worden, in plaats van een gesprek. Het is daardoor lastig bevonden om herstel hierbij toe te passen, in plaats van een straf. Bij Huiselijk Geweld komt een soortgelijke belemmering voor. “Bij Huiselijk Geweld is er wel sprake van een misdrijf. Dan hebben we soms te maken met mensen die met letsel het ziekenhuis in geslagen worden en gaat het soms ook om leven en dood. Dan denk ik dat alleen een Eigen Kracht-conferentie niet genoeg is. Er moet een stevige maatregel komen. Herstel is niet een goede aanpak voor alle situaties” (Interview Huiselijk Geweld). Op het gebied van Eigen Kracht Conferenties ontstaan vooral belemmeringen doordat er weinig over bekend is. Instanties zien het als iets wat veel tijd kost en hebben weinig aandacht voor de lange-termijn effecten. In de gemeente zijn een aantal conferenties geweest, waar de geïnterviewde instanties vanaf weten, maar zij hebben hier zelf geen ervaring mee. Verder komt het voor dat mensen niet willen meewerken met een conferentie, waardoor het uiteindelijk niet door gaat. Ook met betrekking tot de combinatie van informele en formele zorg lijkt het dat de geïnterviewden nog niet voldoende weten over Eigen Kracht. Vanuit de interviews kwam de belemmering naar voren dat er problemen zijn die niet opgelost kunnen worden door informele zorg, los van formele zorg. Bijvoorbeeld dat bij buurtbemiddeling bepaalde situaties doorgespeeld worden naar de politie of psychiatrie en dat bij Huiselijk Geweld een gedragsverandering enkel door professionals gerealiseerd kan worden. Bij Eigen Kracht wordt de formele zorg niet ontweken, maar juist als laatste optie gebruikt. Het uitgangspunt is om eerst te kijken wat er in het netwerk of bij vrijwilligers mogelijk is, voordat er zwaardere hulpverlening wordt ingezet. Het ideaal is een juiste balans tussen de formele en informele zorg. Tot slot is er een belemmering genoemd over cliënten met te grote problematiek. Deze ‘multi problem’ gezinnen hebben op diverse gebieden problemen, waarvoor ook diverse hulpverlening over de vloer komt. Instanties vinden het lastig om vanuit een dergelijk gezin, een stap terug te zetten naar de informele hulpverlening. Hierbij hoeft de formele zorg niet te verdwijnen, maar is het de uitdaging om een combinatie te vinden tussen formele en informele zorg. Tussenbalans Diverse belemmeringen zijn uit de interviews naar voren gekomen. Deze punten worden gezien als obstakels bij het werken met Eigen Kracht. Instanties zien de Eigen Kracht benadering als iets dat in bepaalde situaties toegepast kan worden en in andere situaties niet. Om te kijken wat professionals hierover te zeggen hebben, zijn deze belemmeringen voorgelegd aan een focusgroep.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 34
6.5 FOCUSGROEP Acht geconstateerde belemmeringen zijn aan een focusgroep voorgelegd, om te onderzoeken of deze problemen getransformeerd kunnen worden in mogelijkheden. Door middel van interviews zijn er op verschillende gebieden aanwezige kenmerken en successen van Eigen Kracht geconstateerd. Er komen echter ook belemmeringen voor, die mensen in de weg staan om met de benadering van Eigen Kracht (verder) te werken. Hieronder worden de antwoorden weergegeven op de vragen, die ter sprake zijn gekomen in de discussie van de focusgroep (zie ook bijlage 3). De aanwezigen van de focusgroep: 1. Beleidsmedewerker gemeente Hoogezand-Sappemeer 2. Coördinator OGGZ 3. Onderzoeker OvZO (1) 4. Eigen Kracht Centrale 5. Onderzoeker OvZO (2) 6. Student-onderzoeker RUG
Tijdelijke hulp De geïnterviewden geven aan dat het niet altijd haalbaar is om tijdelijke hulp te bieden. Er zijn mensen die bepaalde problematiek hebben die niet opgelost kan worden door tijdelijke hulp. Deze mensen blijven afhankelijk van formele zorg. Soms blijven m.a.w. de geïnterviewden denken in professioneel aanbod. Hoe kan de eigen kracht van Hoogezand-Sappemeer nog meer op het netvlies verschijnen van geïnterviewden? Eigen Kracht centrale: “Dat heeft denk ik te maken met een verkeerd beeld van wat een Eigen Kracht conferentie voor impact kan hebben. Een plan kan bestaan uit 100% professionele hulp. Een conferentie is geen uitsluiting van professionele hulp.” Coördinator OGGZ: “Dus er zijn twee foutieve veronderstellingen, dat het tijdelijk zou zijn en dat het niet professioneel zou zijn.” Eigen Kracht centrale: “Volgens mij ligt daar een verkeerd basisidee aan ten grondslag, dat vind ik bij alle onderwerpen terug. Eigen Kracht wordt gezien vanuit het perspectief van de hulpverleners. Dan kom je automatisch op dit soort vragen uit. Wanneer Eigen Kracht gezien wordt als een manier waarbij mensen zelf een plan kunnen maken en daar ook professionals bij te betrekken, dan is er geen enkele situatie denkbaar waarbij het niet geschikt is. Het is wel zo dat het niet altijd zal lukken, maar dat is iets heel anders. Als je het blijft zien als een hulpverleningsaanbod, komen er vragen als wanneer wel en wanneer niet.” De geïnterviewden gaven aan dat tijdelijke hulp niet altijd mogelijk is, maar dit is niet noodzakelijk. Het kan voorkomen dat mensen voor onbepaalde tijd professionele hulp nodig hebben. Dit kan in combinatie met informele hulp.
Sociaal netwerk Uit de interviews komt naar voren dat niet alle burgers een netwerk hebben waar zij op kunnen of willen steunen. Netwerken zijn om diverse redenen verbroken, waardoor zij geen contacten meer hebben of willen. Hoe is het mogelijk dat de geïnterviewden het ontbreken van een netwerk gaan zien als een indicatie voor een EKC of een uitdaging voor herstel? Beleidsmedewerker: “Het gaat hier in eerste instantie om herstel. Iemand is dus verbroken van zijn oorspronkelijke sociale relaties. Hulpverlening moet zich veel meer focussen op het herstellen van deze relaties. Waarbij ook de blokkades bij deze persoon worden weggehaald. Daar ligt vaak ook een groot deel van de oorsprong van de aanwezige problemen.” Onderzoeker OvZO (2): “Een Eigen Kracht conferentie kan een herstellend effect hebben op beschadigde relaties die bestaan, maar dan zouden twee conferentie georganiseerd moeten worden. Waarbij in de eerste
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 35
conferentie iedereen bij elkaar gehaald wordt en aan het herstel gewerkt wordt. Om vervolgens daarna een conferentie te organiseren om het probleem op te lossen.” Coördinator OGGZ: “Ik kan mij voorstellen dat het een soort ‘subconferentie’ zou kunnen zijn.” Mensen zonder netwerk gaan eerder naar de professionele hulpverleners. Indien het netwerk te herstellen is, door middel van een ‘subconferentie’, kunnen deze mensen veel betekenen. Het kan zelfs voorkomen dat professionele hulp niet of nauwelijks meer nodig is.
Samenwerking organisaties Verder wordt er opgemerkt dat samenwerking tussen verschillende organisaties moeizaam kan verlopen, wanneer beide anders denken. De kanteling in het denken vanuit Eigen Kracht van de burger is nog (lang) niet voltooid bij veel instanties. Op welke manier kan deze kanteling bevorderd worden in professionele organisaties? Onderzoeker OvZO (1): “Wanneer niet beide organisaties dezelfde kijk op Eigen Kracht hebben, rolt er geen gezamenlijk plan uit met betrekking tot Eigen Kracht. Hoe krijgen we dat een stap verder?” Eigen Kracht Centrale: “Er komt dan een heel ander type samenwerking.” Beleidsmedewerker: “Waar het loopt is het hartstikke mooi, maar in een bedrijf dat compleet productiegericht is, is het onmogelijk om dat te gaan veranderen. Die zullen het wel zelf ontdekken.” Onderzoeker OvZO (1): “Is het antwoord investeren in de ‘coalition of the willing’? Ga niet te veel energie steken in de mensen die hier niet mee bezig willen of kunnen zijn. Veel bedrijven denken nog in het wegzetten van hun problemen naar andere instanties, wat het neoliberale denken met zich meebrengt.” Coördinator OGGZ: “Ik zit ook even te denken aan mijn eigen rol. Ik ben vooral bezig met het samenwerken in die netwerken van verschillende partners. Misschien dat mijn rol wel veel meer daar zou kunnen komen te liggen. Het toegankelijker maken van dit soort situaties. Om ervoor te zorgen dat instellingen meegaan met plannen van mensen.” Onderzoeker OvZO (1): “Ik wil er ook nog aan toevoegen dat de gemeente prikkels kan maken, met betrekking tot het waarin er geïnvesteerd gaat worden. Dat er duidelijk gemaakt wordt dat het niet de bedoeling is om alles naar jezelf te trekken, waardoor de verkokering ontstaat. Wij willen in partijen investeren die op zoek zijn naar Eigen Kracht.” Beleidsmedewerker: “Dan wordt er wel sterk uitgegaan van het bestaande model. Op het moment is er een denkproces gaande over waar Hoogezand naartoe wil gaan als gemeente. Ik beschrijf het nu heel geabstraheerd als volgt: zoals we het nu doen is het eigenlijk een soort van piramide model. In het bovenste puntje wordt er iets gesignaleerd, waar allerlei professionele hulp uit voortvloeit. Waar wij naar toe willen, is eigenlijk een omkering van die piramide. Waarbij er bovenin, over bijvoorbeeld jeugd, een pedagogische klimaat bestaat. Daarin komt de sterkte van de gezinnen naar voren, wat ook met Eigen Kracht te maken heeft. Hoe kan de samenleving voorkomen dat er problemen ontstaan en als ze ontstaan, hoe kunnen ze deze zelf oplossen. Als het probleem heel ernstig is, vernauwt dat zich tot specialistische hulp. Iemand kan bijvoorbeeld psychische problemen hebben, daarbij is specialistische hulp nodig. Maar dit komt niet voor uit een analyse van bovenaf die piramide, maar juist vanuit de samenleving waar al heel veel preventief gehandeld is. In die omkering zitten ook veel krachten verweven.” Er zijn instanties die de kenmerken van Eigen Kracht niet als noodzakelijk zien, waardoor samenwerking met andere instanties lastig is. Een genoemde oplossing is het investeren in instanties die hier mee bezig zijn. Breder gezien kan er een verandering plaatsvinden. Informele hulp is het uitgangspunt. Vanuit de samenleving wordt ondersteuning gezocht. Indien dit niet haalbaar is, vernauwt het zich steeds meer richting de formele zorg, in plaats van andersom.
Prioriteit bij consequenties Een aantal geïnterviewden vinden dat in bedreigende situaties praten niet een gepaste oplossing is. Zij vinden dat de prioriteit ligt bij het waarborgen van de veiligheid en de geldende consequenties, voordat er gepraat
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 36
kan worden met beide partijen. Moet er in bepaalde situaties geaccepteerd worden dat er een grens, straf of consequentie is? Zo nee, hoe kan dit in het kader van Eigen Kracht dan opgelost worden? Eigen Kracht Centrale: “Er wordt ook vaak gedacht dat er gekozen moeten worden tussen straffen en herstellen. Het kan ook best samen, ook wel eerst de straf en daarna het herstel.” Coördinator OGGZ: “Het mooiste vind ik altijd dat de straf het herstel bevordert. Dat de straf niet geïsoleerd is van het proces. Dus als iemand iets vernield heeft, moet het gerepareerd worden in plaats van naar de gevangenis.” Beleidsmedewerker: “Dat geldt ook voor veiligheid, het kan zo zijn dat een situatie zo onveilig is, dat een persoon uit huis moet voor een week. Dan kan daarna gekeken worden wat er moet gebeuren om die veiligheid te herstellen. De veiligheid kan dan op nummer één staan.” Onderzoeker OvZO (1): “In alle antwoorden die nu naar voren komen, is dat de logica van de organisaties tussen haakjes gezet kunnen worden. Die straffen en maatregelen blijven wel bestaan, maar daar komt een proces van herstel bij. Dat betekent voor allerlei organisaties in de gemeente, dat zij een andere logica moeten gaan volgen. Niet dat bij een daad een straf past, maar dat bij een daad herstel past en misschien wel straf.” Coördinator OGGZ: “In alle lagen moet een mentaliteitsverandering plaats vinden, ook naar de burgers toe.” Eigen Kracht Centrale: “Als het gaat over politie en stadsbestuur, daar geldt ook voor dat zij vertrouwen moeten leren hebben in de mogelijkheden van de burger. In plaats van die maatregelen te nemen. Die maatregelen zijn altijd contraproductief.” Uit de interviews kwam naar voren dat Eigen Kracht niet toegepast kan worden als zich een bedreigende situatie voordoet. Zij zien Eigen Kracht als een totaal andere aanpak, terwijl het juist kenmerken bezit die al aanwezig kunnen zijn. Herstel zou meer naar de voorgrond kunnen komen, ook in combinatie met consequenties die volgen.
Eigen Kracht conferenties Op de korte termijn kost een investering in Eigen Kracht Conferenties (en Echt Recht Conferenties) meer tijd dan andere oplossingen. De aandacht ligt niet bij de lange termijn effecten, die wel veel groter zijn, maar bij de tekorten en de financiële problemen van nu. Op welke manier is er ruimte voor Echt Recht in HoogezandSappemeer? Hoe kunnen de geïnterviewden en hun achterbannen hiervoor kansen creëren? Eigen Kracht Centrale: “Ik denk dat veel geïnterviewden niet of nauwelijks voldoende weten van Eigen Kracht. Die reageren dus vanuit hun eigen beeld, wat denk ik niet de goede is.” Coördinator OGGZ: “Wij moeten iets gaan doen aan de PR van Eigen Kracht. Om duidelijk te maken wat de inhoud is, wat de effecten zijn en ook wat het niet is. Dan zou je kunnen denken aan nieuwsbrieven of ‘Twitteren’.” De bezuinigingen op Eigen Kracht Conferenties laten zien dat er niet genoeg kennis is over de effecten. Op langere termijn zijn de effecten zelfs groter, dan andere vormen van hulpverlening. De aandacht zou verschoven moeten worden van korte termijn naar lange termijn.
Formele en informele hulp Tijdens het interview met ASHG Huiselijk Geweld kwam naar voren, dat wanneer het gaat om gedragsverandering, dit niet zonder formele hulp opgelost kan worden. De geïnterviewde vertelde dat informele zorg, zoals buren, zeker een andere invloed hebben dan de formele zorg, maar zij kunnen niet een psychisch probleem oplossen. Overschat de geïnterviewde de mogelijkheden van professionals, c.q. onderschat geïnterviewde de mogelijkheden van de samenleving? Hoe kan de geïnterviewde meer inzicht krijgen over de mogelijkheden van eigen kracht van de burgers?
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 37
Beleidsmedewerker: “Zit er in die vraagstelling dat de hulpverleners vast zitten in hun patroon? Een Eigen Kracht conferentie wordt dan vaak gezien als iets wat nog wel een keer toegepast zou kunnen worden. Maar de hulpverlener behoudt zijn rol. Een van de belangrijkste blokkades is, denk ik, hoe de hulpverleners een probleem van de cliënt eigen maken. Ze leggen het probleem en verantwoordelijkheid ervan niet terug bij de cliënt zelf. Daaruit ontstaat het ‘achterover leunen’ van de burger.” Coördinator OGGZ: “Maar dan ben je wel afhankelijk van wat er in zo’n plan komt te staan, als hulpverlener. Volgens mij zit hier een behoefte achter, dat de hulpverleners het willen sturen en controleren.” Eigen Kracht Centrale: “Belangrijk is om vertrouwen te hebben in het proces van de groep. Want zij komen toch heel vaak op dezelfde dingen uit, als wat een professional zou zeggen. Het voordeel hierbij is dat de oplossing van de burger zelf is en dat ze het ook gaan uitvoeren.” Coördinator OGGZ: “Dus tegenover die behoefte aan controle staat het vertrouwen in de groep. Dat is ook de kanteling die moet plaats vinden.” De rol van de hulpverlener is regelmatig een probleem. Bij een cliëntgerichte benadering, moet de hulpverlener zijn rol aanpassen. Er behoort vertrouwen te zijn in de cliënt, waarbij het probleem ook bij de cliënt blijft. Indien de hulpverlener het probleem eigen maakt en een oplossing toeschrijft, zijn de effecten minder merkbaar dan wanneer de cliënt zijn eigen probleem aanpakt.
Weigering deelname EKC Wanneer mensen niet willen meewerken aan Eigen Kracht Conferenties (EKC), wordt dit gezien als een belemmering om dit uit te voeren. In verschillende interviews kwam dit punt naar voren. Wanneer de dader wordt opgegeven bij het Openbaar Ministerie of verhuist naar een andere stad, is de conferentie van de baan. Op welke manier kan er een ander perspectief over een EKC gevormd worden bij deze geïnterviewden? En wat is de meerwaarde van een conferentie zonder ‘dader’? Eigen Kracht Centrale: “Dit komt allemaal doordat mensen het zien als een hulpverleningsvorm. Of het OM nu wel of niet in zicht in, er kan nog steeds wel een plan gemaakt worden.” Coördinator OGGZ: “Wij moeten iets gaan doen aan de PR van Eigen Kracht. Om duidelijk te maken wat de inhoud is en ook wat het niet is. Dan zou je kunnen denken aan nieuwsbrieven of Twitteren.” Onderzoeker OvZO (1): “Als ik in de stoel van de beleidsmedewerker zou zitten, zou ik op hele korte termijn drie spelers hier om de tafel willen hebben. Dus het middelmanagement van ASHG, OM en Halt. Om duidelijk te maken dat we richting een cultuur van herstel willen gaan. In overleg kan er gekeken worden of zij het erover eens zijn dat er iets heel belangrijks wordt laten liggen en hoe dit gebruikt kan worden. Natuurlijk zal er veel ‘ja,maar’ klinken, omdat er ook protocollen en doelen zijn. Maar de volgende vraag is, zijn wij het er over eens dat wij dit laten liggen en zullen wij dan nu een laag hoger gaan met z’n allen, zodat er ook een bestuurlijk en vervolgens politiek draagvlak gaat komen. Het is belangrijk om het van bovenaf duidelijk te hebben, dan gaat de rest daar wel in mee.” Beleidsmedewerker: “Om nog even terug te komen op wanneer een dader weg is, wat kan er dan nog gebeuren. Ik denk juist heel veel. De slachtoffers ervaren ook schaamte voor datgene wat hen is overkomen. Dit kan ook opgelost worden zonder de dader, als deze bijvoorbeeld dood is.” Eigen Kracht Centrale: “Dat kan ik mij voorstellen, maar als de dader er nog wel is, dan heb je het over een heel ander soort situatie. Wanneer het dan om herstel gaat, is het wel noodzakelijk dat deze persoon erbij is.” Beleidsmedewerker: “Maar als de dader niet bereikbaar is, denk ik dat er alsnog een conferentie kan plaatsvinden.” Student-onderzoeker RUG: “In hoeverre kan je de dader dwingen om erbij aanwezig te zijn?” Eigen Kracht Centrale: “Dwingen kan niet, maar herstelbijeenkomsten gaan er vanuit dat de dader verantwoordelijkheid neemt voor wat hij gedaan heeft. Als hij dat niet doet, dan is een bijeenkomst überhaupt niet mogelijk. Dan moet er iets anders geregeld worden met de achterblijvers.” Indien mensen niet aanwezig kunnen of willen zijn bij een conferentie, zou er een vorm georganiseerd
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 38
kunnen worden met de overgebleven betrokkenen. Als cliënten professionele hulp krijgen, of met justitie in aanraking komen, zou er een mogelijkheid moeten zijn om een Eigen Kracht conferentie uit te voeren. Uit de interviews is gebleken dat deze instanties te weinig informatie hebben, over wat Eigen Kracht kan betekenen. Te lastige problematiek Geïnterviewden geven aan dat mensen te lastige problematiek kunnen hebben, wat al van generatie op generatie ontwikkeld is. Meestal heeft een dergelijk huishouden al hulpverlening van allerlei instanties over de vloer (gehad). Wordt hier de eigen kracht van de burger onderschat? Op welke manier kan eigen kracht de hoeveelheid hulpverlening verminderen? Coördinator OGGZ: “Wanneer de hulpverlening het niet kan is het hopeloos, wordt vaak gezegd.” Eigen Kracht Centrale: “De ervaring is overigens dat de Eigen Kracht conferenties moeilijk op gang kwamen door dit soort dingen. Als er een hulpverlener een conferentie aan ging vragen, was dit omdat hij het zelf helemaal niet meer wist en helemaal vastgelopen was. Het hoort in het rijtje weerstanden thuis.” Beleidsmedewerker: “Er zijn natuurlijk gezinnen die afhankelijk blijven van structurele ondersteuning. De vraag is alleen hoe dit dan georganiseerd wordt, maar daar zullen dan wel altijd professionals bij nodig zijn. Wat ik een lastig dilemma vind, is dat wij door die neoliberale houding de verantwoordelijkheid wat los laten. Wanneer iemand met een probleem niet in een categorie hoort, moet hij zich zelf redden. Het is een soort laissez-faire richting hele kwetsbare mensen. Misschien zou de samenleving deze verantwoordelijkheid toch weer eigen moeten maken. Daar zit ook wel Eigen Kracht in, maar ook samen normen stellen. We hebben straks echt de gevangenissen vol zitten met mensen met een licht verstandelijke beperking.” Deze belemmering heeft te maken met een misvatting over Eigen Kracht conferenties. Juist als de problemen te groot zijn voor de reguliere hulpverlening, kan een conferentie positieve effecten hebben. Burgers kunnen problemen zelf oplossen, als zij daarvoor de ruimte krijgen.
6.6 SAMENVATTENDE
OPMERKINGEN Om terug te komen op de kenmerken vanuit de literatuur, worden de termen ‘samenredzaamheid’ en gebruik van netwerk (Hilhorst, 2011), herstellen van relaties (Linders, 2009), de rol van formele en informele zorg (Linders, 2009), empowerment (Scheffers, 2010) en de kanteling in het denken (Schagen & Stellingwerff, 2010) besproken met betrekking tot de gevonden data. In de eerste paragraaf is te zien dat er in de gemeente zeker aandacht is voor ‘samenredzaamheid’. Instanties noemen dit niet per se Eigen Kracht, maar dit is wel een belangrijke kenmerk. In vrijwilligersorganisaties en scholen wordt ‘samenredzaamheid’ als vanzelfsprekend gezien. Verder wordt er gebruik gemaakt van het sociale netwerk bij meerdere instanties. Dit is echter niet bij alle instanties even eenvoudig. Het kost namelijk tijd om de familie en vrienden er bij te betrekken. Ook kan het zijn dat er niet of nauwelijks contact meer is met het netwerk, waardoor burgers geïsoleerd dreigen te raken. De focusgroep ziet een ‘subconferentie’, met de aandacht op herstellen van deze relaties, als mogelijke oplossing. Bij Bureau Halt en project Gorecht-West worden mooie voorbeelden gegeven van herstel. De nadruk ligt hier bij het oplossen en herstel van de problemen. In het onderwijs wordt hier aandacht aan geschonken, alleen is het volgens hen niet in elke situatie mogelijk om aan herstel te werken. Indien er zich situaties voordoen die bedreigend zijn, of over de grens gaan, gelden er consequenties. De focusgroep laat weten dat bij een bedreigend probleem eerst veiligheidsmaatregelen getroffen moeten worden, maar daarna kan er gewerkt worden aan herstel. Straf kan in combinatie met herstel. Dit wordt in het Openbaar Ministerie nauwelijks toegepast. In de Thuiszorg en bij project Gorecht-West wordt de term ‘empowerment’ gebruikt. Hierbij wordt het vertrouwen, dat problemen opgelost worden, bij de cliënten gelegd. De cliënten lossen zelf het probleem op, met de professionals als ondersteuning. Dit komt deels overeen met wat Stam (2010) ‘controle tegenover vertrouwen’ noemt. Volgens Stam zouden professionals een stap achteruit moeten doen, en zo de controle uit handen geven door vertrouwen te hebben in de cliënt. Indien er vanuit de eigen kracht van de cliënt gewerkt
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 39
wordt, zouden er op langere termijn betere effecten ontstaan. Met deze benadering kan er volgens de Thuiszorg de meest grote problematiek, in bijvoorbeeld ‘multi problem’ gezinnen, worden opgelost. Hierbij is wel een kanteling in het denken nodig. Een aantal geïnterviewden zetten vraagtekens bij het oplossingsvermogen van enkel de informele zorg. Mensen uit het sociale netwerk en vrijwilligers zijn geen professionals. Geïnterviewden geven aan te betwijfelen dat leken het vermogen bezitten om gedragsveranderingen te bewerkstelligen. De focusgroep noemt dit een verkeerde benadering van het probleem. Het uitgangspunt dat Eigen Kracht gebruikt, is het probleem proberen op te lossen met behulp van het sociale netwerk. Indien dit niet genoeg is, worden vrijwilligers hierbij betrokken. Als dit zonder resultaat blijft, wordt professionele hulp ingeschakeld. Eerst in combinatie met de informele zorg. De focusgroep benadrukt dat het niet de bedoeling is, dat enkel de informele zorg het oplost; de combinatie van beide kan juist sterk zijn. Ook een misvatting is dat deze hulp tijdelijk zou moeten zijn. Hier wordt wel naar gestreefd, maar er zijn altijd mensen die hun leven lang hulpverlening nodig hebben, van formele of informele zorg. De Eigen Kracht Conferenties zijn ook naar voren gekomen in de interviews. Een aantal geïnterviewden, zoals politie, basisschool de Hoeksteen en bureau Halt, hadden gehoord van het fenomeen, hoewel zij hier weinig ervaring mee hebben. Het toepassen van een conferentie wordt volgens de focusgroep door instanties gezien als een zware opgave, terwijl de effecten veel groter kunnen zijn dan de professionele hulpverlening.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 40
7. Conclusie en discussie 7.1 CONCLUSIE
EN DISCUSSIE Om een antwoord te kunnen geven op de centrale vraag: ‘‘Op welke wijze worden kenmerken van Eigen Kracht zoals ‘samenredzaamheid’, gebruik van netwerk, herstel, empowerment, informele zorg en de kanteling in het denken gebruikt in verschillende werkvelden in de gemeente Hoogezand-Sappemeer?’ is het overzichtelijk om alle domeinen aan te halen die in het onderzoek zijn betrokken. Per gebied worden eerst de deelvragen beantwoord en tot slot de centrale vraag. Hierbij worden de categorieën onderwijs, vrijwilligersorganisaties en professionals in zorg & welzijn onderscheiden. Bij ieder gebied wordt nader in gegaan op de losse domeinen met de deelvragen: ‘Op welke manier wordt de Eigen Kracht benadering in de praktijk toegepast?’, ‘Welke successen komen voor in de praktijk?’ en ‘Welke belemmeringen komen voor in de praktijk?’. 7.1.1 ONDERWIJS
‘Op welke manier wordt de Eigen Kracht benadering in de praktijk toegepast?’ Met betrekking tot deze deelvraag ziet het onderwijs zich als een voorloper. Vooral het Aletta Jacobs College en OBS de Schakel zijn vooruitstrevend op het gebied van Eigen Kracht. Door aandacht voor ‘samenredzaamheid’, respect voor de medemens en herstellen van relaties in de praktijk, komt duidelijk naar voren dat zij de nadruk leggen op participatie en Eigen Kracht van kinderen. Er wordt gebruik gemaakt van Peer Mediation of beginnende praktijken hiervan en kinderen worden betrokken bij het beslissen van zaken die hen aangaan. OBS de Nico Bulmer school en CDBS de Hoeksteen maken gebruik van een methode voor sociale omgang, wat kinderen stimuleert verantwoordelijk te worden voor hun daden. Door de kinderen te betrekken bij conflicten, maar ook bij beslissingen die genomen moeten worden, ontstaat er een sfeer vanuit ‘samenredzaamheid’. ‘Welke successen komen voor in de praktijk?’ Door de aandacht voor het participerend vermogen van de kinderen, zijn deze meer betrokken bij de zaken die hen aangaan. Doordat leerlingen zelf meedenken over bijvoorbeeld het oplossen van problemen of het stellen van regels, worden zij hier verantwoordelijk voor gemaakt. Met dit verantwoordelijkheidsgevoel gaan kinderen in de toekomst bewuster om met lastige situaties. ‘Welke belemmeringen komen voor in de praktijk?’ Belemmeringen, met betrekking tot Eigen Kracht in het onderwijs, hebben te maken met het feit dat in bepaalde situaties grenzen gesteld moeten worden. Indien kinderen te ver gaan, zijn er consequenties die opgelegd moeten worden in vorm van een straf. Het herstel wordt hier niet altijd bij betrokken. 7.1.2 VRIJWILLIGERSORGANISATIES
Op welke manier wordt de Eigen Kracht benadering in de praktijk toegepast?’ Bij de vrijwilligersorganisaties staat de Eigen Kracht van de burger en de vrijwilliger centraal. Doordat de instellingen Humanitas en Buurtbemiddeling samenwerken met professionals, bestaat er een infrastructuur waar zij op voort kunnen bouwen. Deze professionals zijn puur voor de ondersteuning en controleren of sturen de organisatie niet. Hier wordt gebruik gemaakt van een juiste balans tussen formele en informele zorg. Door het vertrouwen in de vrijwilliger, is de houding van de professional gekanteld richting de benadering van Eigen Kracht. ‘Welke successen komen voor in de praktijk?’ Burgers die te maken krijgen met vrijwilligersorganisaties, omdat zij hulp nodig hebben, zijn over het algemeen enthousiast over de resultaten. De vrijwilliger heeft tijd om te luisteren naar de cliënt en daar op aan te sluiten. Dit cliëntgericht werken levert positieve resultaten op. ‘Welke belemmeringen komen voor in de praktijk?’ Voor Humanitas zou het stoppen van de subsidie een grote belemmering zijn. Professionals en de locatie zijn volgens Humanitas nodig om goed te kunnen functioneren als instantie. De belemmering bij
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 41
Buurtbemiddeling is dat in sommige situaties de problemen te groot zijn om. Deze situaties worden doorgespeeld naar de politie of Lentis. In de meeste situaties slaagt Buurtbemiddeling er echter in om conflicten in de buurt op te lossen.
7.1.3 PROFESSIONALS IN ZORG EN WELZIJN
Op welke manier wordt de Eigen Kracht benadering in de praktijk toegepast?’ Bij de professionals ligt het niet altijd voor de hand om met een Eigen Kracht benadering te werken. Er zijn enkele kenmerken naar voren gekomen in de praktijk. Een groot voorbeeld is Kwartier Zorg & Welzijn. Binnen deze organisatie is de gedachtegang ver gevorderd richting de Eigen Kracht benadering, waarbij andere organisaties ook betrokken worden. De ‘samenredzaamheid’ staat duidelijk voorop. Verder is binnen het gemeentehuis een start gemaakt met het kantelen richting de benadering van Eigen Kracht, door verschillende informatiebijeenkomsten die zijn georganiseerd. Ook in de omgang met collega’s wordt steeds meer aandacht besteed aan de informele vormen. De Thuiszorg, Huiselijk geweld, de Zijlen en project Gorecht-West besteden aandacht aan het uitgebreide netwerk van de cliënt. Bij de Thuiszorg en het project Gorecht-West zijn de professionals steeds meer gaan denken vanuit de eigen kracht van de burgers. Zij laten zien dat er vertrouwen bestaat tegenover de cliënt. Het probleem blijft bij de cliënt, de professionals zijn er ter ondersteuning, zodat de cliënt een stap verder komt. ‘Welke successen komen voor in de praktijk?’ De organisatie die al ver is met herstel is bureau Halt. Hier is herstel, excuses aanbieden en een delictskoppeling het uitgangspunt. In situaties dat de dader en het slachtoffer elkaar weer groeten, is het herstel een succes geworden. Bewoners van Gorecht-West ervaren ook successen met betrekking tot kenmerken van Eigen Kracht. Door het project dat hier loopt, worden mensen vanuit hun passie weer langzaam terug in de maatschappij gezet. Ook de Thuiszorg ziet positieve ontwikkelingen, wanneer een ‘multi problem’ gezin geholpen wordt met een cliëntgerichte benadering. Burgers denken zelf na over de oplossing. ‘Welke belemmeringen komen voor in de praktijk?’ Bij de politie begint Eigen Kracht op gang te komen. Er zijn enkele conferenties gehouden, maar dit zou actiever kunnen. De belemmeringen hierbij, die ook bij het Openbaar Ministerie naar voren komen, zijn de vaste protocollen en regels waar men zich aan hoort te houden. Indien iemand een misdaad begaan heeft, zijn daar vaste straffen voor. Het principe van herstel vanuit Echt Recht is politiek afgeschaft, hoewel dit meer positieve resultaten gaf, dan de vooraf vastgelegde straffen. 7.1.4 CENTRALE VRAAG
‘Op welke wijze worden kenmerken van Eigen Kracht zoals samenredzaamheid, gebruik van netwerk, herstel, empowerment, informele zorg en de kanteling in het denken gebruikt in verschillende werkvelden in de gemeente Hoogezand-Sappemeer?’ Om het antwoord op deze vraag te geven, kan er gezegd worden dat er kenmerken van Eigen Kracht in de gemeente Hoogezand-Sappemeer aanwezig zijn. De kenmerken die vanuit de literatuur gebruikt zijn tijdens de interviews en terug komen in de centrale vraag, worden hier kort besproken.
‘Samenredzaamheid’ (Hilhorst, 2011) Bij vrijwilligersorganisaties staat ‘samenredzaamheid’ voorop. De vrijwilligers lossen samen met de burgers de problemen op. In het onderwijs worden de kinderen uitgedaagd om samen met ideeën te komen en deze op hun manier uit te voeren. Bij diverse instanties op het gebied van zorg en welzijn staat ‘samenredzaamheid’ centraal. Geïnterviewden geven aan dat er goede samenwerking is tussen instanties. Gebruik van netwerk (Hilhorst, 2011) Tijdens een Eigen Kracht Conferentie wordt het sociale netwerk optimaal gebruikt. Dit komt echter nog niet regelmatig voor in de gemeente, hoewel er instanties zijn die aandacht besteden aan het sociale netwerk. In
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 42
het onderwijs worden de ouders betrokken bij de ontwikkeling van hun kinderen en bij uit de hand gelopen conflicten. Bij vrijwilligersorganisaties wordt altijd gevraagd naar het sociale netwerk, zodat zij eventueel ook een deel van de steun op zich kunnen nemen. Zo ook bij de Thuiszorg en Gehandicaptenzorg. Herstellen van relaties (Linders, 2009) Door middel van Peer Mediation worden relaties hersteld bij conflicten in het onderwijs. Leerlingen bemiddelen hierbij om gezamenlijk tot een oplossing te komen. Bij bureau Halt staat herstel voorop. De jongeren zijn verplicht om hun excuses aan te bieden bij het slachtoffer en uitvoering te geven aan de opgelegde straf. De rol van formele en informele zorg (Linders, 2009) De uitdaging is om hiertussen een juiste balans te vinden. Niet alleen het netwerk kan ondersteuning bieden, maar ook vrijwilligers en professionele hulpverlening. Nog niet alle instanties maken optimaal gebruik van informele zorg. Het kost tijd om te investeren in een soms verbroken netwerk, maar dit kan op lange termijn positieve effecten met zich meebrengen. In Gorecht-West worden de bewoners bezocht met de vraag of zij hulp nodig hebben of hulp kunnen bieden aan een ander. Zonder dat er sprake is van een familierelatie, kan er op deze manier toch een sociaal netwerk ontstaan voor geïsoleerde mensen. Empowerment (Scheffers, 2010) Bij de Thuiszorg staat deze term centraal. Gezinnen met multiproblematiek zien vaak geen uitweg meer. Door cliënten een klein probleem op te laten lossen, wordt een succeservaring gecreëerd dat zelfvertrouwen geeft. Op deze manier beginnen de cliënten te geloven in hun eigen kracht. Bij Kwartier Zorg & Welzijn worden diverse projecten gestart met betrekking tot Eigen Kracht en bij Humanitas ligt het accent bij de kracht van vrijwilligers. Kanteling in het denken (Schagen & Stellingwerff, 2010) Indien een instantie of een persoon is gekanteld naar de denkwijze van Eigen Kracht, gebruikt deze een cliëntgerichte benadering. Stam (2010) brengt het verschil tussen controle en vertrouwen naar voren. Hiermee wordt bedoeld dat de hulpverlener controle wil uitoefenen op de cliënt, door het probleem op te willen lossen met opgelegde oplossingen. Hier tegenover staat het vertrouwen dat de hulpverlener moet hebben in de cliënt, waardoor het probleem van de cliënt zelf blijft. Bij de Thuiszorg is de manier van denken gekanteld. Er zijn hier geen vastomlijnde oplossingen die een cliënt zou moeten toepassen. De cliënt bedenkt, met de ondersteuning van de hulpverlener, zijn eigen oplossing voor het probleem. Dit is ook terug te zien in het onderwijs, door middel van Peer Mediation, bij de gemeente en Kwartier Zorg & Welzijn.
7.2 AANBEVELINGEN Vanuit de dataverzameling, bespreking met de focusgroep en de bijeenkomst in de gemeente HoogezandSappemeer zijn verschillende aanbevelingen tot stand gekomen. Het herstel in netwerken bevorderen Indien de belemmering van een verbroken netwerk zich voordoet bij een instantie, zal er gestreefd moeten worden naar herstel. In een formele ‘subconferentie’ of in een informeel gesprek komen de opgespoorde verwanten bij elkaar, om aan het herstel te gaan werken. Dit zou vanuit de gemeente aangemoedigd kunnen worden. Investeren in Eigen Kracht activiteiten Vanuit de gemeente kunnen er prikkels gegeven worden door middel van investeringen en subsidies. Als een organisatie zich bezighoudt met Eigen Kracht, kan de gemeente hierin investeren. Dit zou eventueel in de voorwaarden opgenomen kunnen worden van dergelijke subsidies. Aandacht naar de lange termijn effecten Op het gebied van Echt Recht is er nog veel ruimte om veranderingen aan te brengen. Er moet duidelijk gemaakt worden dat herstel een groter en positiever lange termijn effect heeft, in tegenstelling tot vastgelegde straffen. Een dader/slachtoffer gesprek heeft grotere effecten dan straf alleen, maar een netwerk hierbij betrekken zou nog beter zijn. Deze uitdaging ligt bij de politie en justitie. De juiste balans tussen herstel en straf bevorderen Het uitgangspunt ‘straf en consequenties’ moet worden omgedraaid naar ‘herstel’. Dit betekent niet dat de straf en consequenties niet meer nodig zijn. Het betekent dat herstel als uitgangspunt genomen wordt, waar de straf op aan kan sluiten. Dit zou op scholen meer toegepast kunnen worden, maar ook bij politie en
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 43
justitie. Meer informatie over Eigen Kracht verstrekken Bijna alle geïnterviewden waren op de hoogte van Eigen Kracht Conferenties, maar hebben hier zelf weinig ervaring mee. Ook zagen zij veel (onnodige) belemmeringen als obstakel voor het uitvoeren van een conferentie. Een gemeente zou duidelijke informatie of voorlichting kunnen verstrekken, zodat de instanties meer bewust worden van de grote effecten. Dit hoeft niet altijd in de vorm van een conferentie. Op informeel gebied kunnen ook veranderingen plaatsvinden. Tijdens de bijeenkomst van 29 juni 2011, waarbij het onderzoek is gepresenteerd aan de gemeente, zijn belemmeringen besproken met de aanwezigen. Deze professionals en burgers hebben tevens aanbevelingen gedaan voor de gemeente. Duidelijk maken dat Eigen Kracht ook naast hulpverlening kan fungeren Veel mensen zien Eigen Kracht als een methode die in plaats van de hulpverlening toegepast moet worden. Hierdoor lijkt het een grote last die uitgesteld wordt. Wanneer duidelijk is dat combineren effectief is met huidige werkwijzen, kan het zonder belemmering toegepast worden. Werken met Eigen Kracht is niet nieuw Er wordt al met Eigen Kracht gewerkt, alleen heeft het niet die naam gekregen. Voorlichting vanuit gemeenten kan instellingen bewust maken in welke mate er met Eigen Kracht wordt gewerkt en waarin dit verbeterd kan worden. Iedereen zou bij zichzelf moeten beginnen Wanneer mensen zelf een Eigen Kracht houding aannemen, sluit de rest hier snel op aan. Door het goede voorbeeld te geven, nemen andere instanties dit over. Zien dat iets werkt, stimuleert anderen. Eigen Kracht is geen methode Als iemand Eigen Kracht wil toepassen, kan dit niet volgens een stappenplan met bepaalde eisen waar een persoon aan moet voldoen. Het is overal toe te passen, er wordt gewerkt met maatwerk. In hogere lagen van organisaties moet de kanteling in het denken komen Directies en management van diverse instellingen moeten meegaan in de richting van Eigen Kracht en hun medewerkers daarin scholing aanbieden.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 44
Literatuurlijst Artikelen Beek, F. van & Schuurman, M. (2010). Eigen Kracht-conferenties: kansen en mogelijkheden in de zorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Nederlands Tijdschrift voor de Zorg aan mensen met een verstandelijke beperking, NTZ. 36 (3), 197- 208. Cornwell, B, Laumann, E & Schumm, L. (2008). The social connectedness of older adults: a national profile. American Sociological. 73 (2), 185-203. Crampton, D. & Natarajan, A. (2006). Connections between group work and family meetings in child welfare practice: What can we learn from each other? Social work with groups. 28 (1), 65-79. Crampton, D. & Jackson, W. (2007). Family Group Decision Making and Disproportioanlity in Foster Care: A case study. Child Welfare, 86 (3), 51-69. Curren, R. (2010). Aristotle’s educational politics and the Aristotelian renaissance in philosophy of education. Oxford review of education. 36 (5), 543-559. Dröes, J. (2001). Rehabilitatie-effectonderzoek: een inventarisatie. Tijdschrift voor psychiatrie. 43 (9), 621629. Evans, C. (2011). The public law outline and family group conferences in childcare practice. Child care practice. 17 (1), 3-15. Hayden, C. (2009). Family Group Conferences - are they an effective and viable way of working with attendence and behaviour problems in schools? British Educational Research Journal. 35 (2), 205-220. Hilhorst, P (2011). Sociale veerkracht als vangnet. S & D. 5 (6), 149-158 Leonard, L. & Kenny, P. (2010) Mearsuring the effectives of Restorative Justice Practices in the Republic of Ireland throug a Meta-analyse of funcitonal exchange Prison Journal 91 (1), 57-80. McCrae, J. & Fusco, R. (2010). A racial comparison of Family Group Decision Making on the USA. Child and family social work, 15, 41-55. Noaks, J. & Noaks, L. (2009). School-based peer mediation as a strategy for social inclusion. Pastoral care in Education, 27 (1), 53-61. Pagée, R. van & Lieshout, J. van (2005). Herstelconferentie versterkt de democratie. Nederlandstijdschrift voor Jeugdzorg, 150-159. Pennell, J. (2006). Restorative Practices and child welfare: Toward an inclusive civil society. Journal of social issues. 62 (2), 259-279. Rundell, F. (2007). “Re-story-ing” Our Restorative Practices. Reclaiming children and youth, 16 (2), 52-59.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 45
Schmid, J. & Pollack, S. (2009). Deleoping shared knowledge: Family group conferencing as a means of negotiating power in the child welfare system. Practice. 21 (3), 175-188. Stam, C. (2010). ‘Multiproblemgezinnen? Wat een maf woord’. Zorg en Welzijn. Professionalisering, speciale bijlage. 16 (10), 6-7.
Internetsites Opgevraagd op 16 februari 2011: Booys, F. de (2009). Probleemgezinnen op eigen kracht, http://www.binnenlandsbestuur.nl/probleemgezinngen-op-eigen-kracht.107478.lynkx Opgevraagd op 26 januari 2011, van www.iirp.org Opgevraagd op 22 februari 2011, van www.justice.gc.ca Opgevraagd op 1 maart 2011: Alphen, M. van & Klein Bog, B. (2008) De rol van schaamte bij herstelgericht werken, www.onderwijstrainingen.nl Opgevraagd op 11 april 2011: Bartelink, C. (2010). Eigen Kracht-conferentie. Nederlands Jeugdinstituut, www.nji.nl Opgevraagd op 19 mei 2011: Liberalism. (2011). In Encyclopædia Britannica. Retrieved from http://www.britannica.com/EBchecked/topic/339173/liberalism Opgevraagd op 19 mei 2011: Enlightenment. (2011). In Encyclopædia Britannica. Retrieved from http://www.britannica.com/EBchecked/topic/188441/Enlightenment Opgevraagd op 19 mei 2011: Neoliberalism. (2011). In Encyclopædia Britannica. Retrieved from http://www.britannica.com/EBchecked/topic/408890/neoliberalism Opgevraagd op 24 mei 2011: Tonkens, E. (2010) Het altruïstisch overschot. http://regelzucht.nl/2010/06/het-altruistisch-overschot/ Opgevraagd op 1 juli 2011: Project de Kanteling. http://www.vng.nl/eCache/DEF/80/490.html Opgevraagd op 3 juli 2011: Begrippenlijst sociaal cultureel volwassenwerk, http://www.fov.be/IMG/doc/begrippenlijst.doc
Boeken Baarda, D. & Goede, de M. (2006). Basisboek methoden en technieken. Groningen/Houten, WoltersNoordshoff.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 46
Beck, U. (1999). World risk society. Cambridge. Polity press. Boer, A. de (2005) Kijk op informele zorg. Sociaal en cultureel planbureau, Den Haag. Bulmer, M. (1987). The social basis of community care. London, Allen & Unwin. Duyvendak, J. (2004). Een eensgezinde, vooruitstrevende natie. Over de mythe van ‘de’ individualisering en de toekomst van de sociologie. Amsterdam. Vossiuspers UvA. Furedi, F. (2004) Therapy culture. London, Routledge. Havenaar, J., Splunteren, van P. & Wennink, J. (2008). Koersen op kwaliteit in de GGz. Assen, Van Gorcum. Hermanns (2007). Opvoeden en opgroeien: een visie achter het beleid. In Lieshout, P. van, Meij, M. van der & Pree, J. de (red). Bouwstenen voor betrokken jeugdbeleid. Den Haag/Amsterdam. WRR/Amsterdam University Press. Hersey, P. Blanchard, K and Johnson, D. (2001) Management of Organisational Behaviour: Leading Human Resources, London: Prentice Hall. Lans, van der J. (2010). Eropaf! De nieuwe start van het sociaal werk. Amsterdam- Antwerpen, Uitgeverij Augustus. Lieshout, P. van, Meij, M. van der & Pree, J. de (2007). Bouwstenen voor betrokken jeugdbeleid. Den Haag/Amsterdam. WRR/Amsterdam University Press. Linders, L. (2009). De betekenis van nabijheid. Een onderzoek naar informele zorg in een volksbuurt. Den Haag: Sdu Uitgevers. Nisbet, R. (1953). The quest for community. New York, Oxford University Press. Bennett, D. (2000). Rehabilitatie is mensenwerk. In Nuy, M. Rehabilitatie een oriëntatie en een beschrijving van drie benaderingswijzen. Utrecht: SWP. Schaffer, R.H. (1996). Social development. Cornwall: Blackwell Publishers. Scheffers, M. (2010). Sterk met een vitaal netwerk. Empowerment en de sociaal netwerk methodiek. Bussem, Uitgeverij Coutinho Veldboer, L. & Kleinhans, R. (2001) De gemengde wijk: living together apart. In Duyvendak, J. & Veldboer, L. (red). Meeting point Nederland. Over samenlevingsopbouw, multiculturaliteit en sociale cohesie. Amsterdam. Uitgeverij Boom. Wilken, J. (2000). Rehabilitatie als zorgvernieuwing. In Nuy, M. Rehabilitatie een oriëntatie en een beschrijving van drie benaderingswijzen. Utrecht: SWP. Rapporten Felling, A. (2004). Het proces van individualisering in Nederland: een kwarteeuw sociaal-culturele ontwikkeling. Nijmegen. Janssen Print. Gramberg, P. (2009). Eigen Kracht conferenties. Jaarcijfers 2009. Voorhout. Stichting WESP.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 47
Mirsky, L. (2009). Toward a Restorative City. Hull, UK. IIRP. Oostrik, H. (2008). Herstelrecht als basis voor een verbindende school. ’s-Hertogenbosch: KPC Groep. Pagée, R. van (2004). Family Group Conferencing as a first choice: empowerment versus intervention. Voorhout. Eigen Kracht Centrale. Plemper, E. & Vliet, K. van (2003). Community care: de uitdaging voor Nederland. Den Haag: VerweyJonker Instituut. Richardson, N. (2010). Hull, UK: Working towards becoming the world’s first Restorative City. IIRP. Schagen, M. & Stellingwerff, J. (2010) Terug naar Eigen Kracht. Dronten, Prosu Mediaproductions. Schout, G. & Jong, G. de (2010). Eigen Kracht kansrijk in de OGGz? Rapportage in opdracht van centrumgemeente Groningen. Voordewind, J. Dijsselbloem & Dibi. (2011) Amandement 32015, nr. 2 kamerstuk 2, ingediend door de Christen Unie, PvdA, Groen Links. Weijers, I. (2000). Schuld en schaamte. Een pedagogisch perspectief op het jeugdstrafrecht. Houten/Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum.
BIJLAGE 1 INTERVIEWVRAGEN - Kunt u wat achtergrond informatie geven over deze instantie? - Wat weet u al van Restorative Practices of Eigen Kracht? - Worden er in uw werkveld praktijken of kenmerken van Restorative Practice/Eigen Kracht toegepast? Hiermee worden de volgende kenmerken bedoeld: ‘samenredzaamheid’ en gebruik van netwerk, herstellen van relaties, de rol van formele en informele zorg, empowerment en de kanteling in het denken. - Is dit in alle situaties succesvol? Welke belemmeringen doen zich voor? - Zijn er andere bedrijven of instellingen in de gemeente Hoogezand-Sappemeer waar ik volgens u (beginnende) praktijken van Restorative Practices zou kunnen vinden?
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 48
BIJLAGE 2 OVERZICHT
GEÏNTERVIEWDEN
Onderwijs - Aletta Jacobs college - OBS Nico Bulderschool - OBS De Schakel - CDBS De Hoeksteen Vrijwilligersorganisaties - Buurtbemiddeling - Humanitas Professionals - Gemeente afd. Wonen en Samenleving - Kwartier Zorg & Welzijn - Politie (Telefonisch) - Bureau Halt - Openbaar Ministerie (Telefonisch) - De Zijlen (Telefonisch) - Thuiszorg - ASHG Huiselijk Geweld - Project Gorecht-West
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 49
BIJLAGE 3 FOCUSGROEP EIGEN KRACHT Woensdag 22 juni 2011, 9:00 uur, gemeentehuis Hoogezand-Sappemeer
Aanwezig: 1. Beleidsmedewerker gemeente Hoogezand-Sappemeer 2. Coördinator OGGZ 3. Onderzoeker OvZO 4. Eigen Kracht Centrale 5. Onderzoeker OvZO 6. Student-onderzoeker RUG
Vraag 1 Subject 6: In Hoogezand ben ik klaar met het afnemen van de interviews. Daar heb ik kritisch naar gekeken, met betrekking tot Eigen Kracht. Hierdoor zijn verschillende inzichten ontstaan hoe de geïnterviewden naar Eigen Kracht kijken. Er zijn best veel successen en toepassingen van kenmerken van Eigen Kracht gevonden, maar ook problemen. Deze problemen zien de geïnterviewden als tekorten om Eigen Kracht te kunnen toepassen. Die punten heb ik op papier gezet om hier te kijken of deze problemen omgezet kunnen worden in mogelijkheden en aanbevelingen. In het eerste punt geven de geïnterviewden aan dat het niet altijd mogelijk is om tijdelijke hulp te bieden. Er zijn mensen die bepaalde problematiek hebben die niet opgelost kan worden door tijdelijke hulp, deze mensen blijven afhankelijk van formele zorg. Soms blijven m.a.w. de geïnterviewden denken in professioneel aanbod. Hoe kan de eigen kracht van Hoogezand nog meer op het netvlies komen van geïnterviewden? Subject 2: Begrijp ik dan goed dat Eigen Kracht gezien wordt als een tijdelijke oplossing? Subject 6: Ja, het wordt gezien als een duwtje in de rug, zodat mensen daarna op ‘eigen benen komen te staan’. Subject 4: Dat heeft denk ik te maken met een verkeerd beeld van wat een Eigen Kracht conferentie voor impact kan hebben. Een plan kan bestaat uit 100% professionele hulp. Een conferentie is geen uitsluiting van professionele hulp. Subject 2: Dus er zijn twee foutieve veronderstellingen, dat het tijdelijk zou zijn en dat het niet professioneel zou zijn. Subject 4: Volgens mij ligt daar een verkeerd basisidee aan ten grondslag, dat vind ik bij alle onderwerpen terug, Eigen Kracht wordt gezien vanuit het perspectief van de hulpverleners. Dan kom je automatisch op dit soort vragen uit. Wanneer Eigen Kracht gezien wordt als een manier waarbij mensen zelf een plan kunnen maken en daar ook professionals bij te betrekken, dan is er geen enkele situatie denkbaar waarbij het niet geschikt is. Het is wel zo dat het niet altijd zal lukken, maar dat is iets heel anders. Als je het blijft zien als een hulpverleningsaanbod, komen er vragen als wanneer wel en wanneer niet. Subject 1: Zit er in die vraagstelling dat de hulpverleners vast zitten in hun patroon? Een Eigen Kracht conferentie wordt dan vaak gezien als iets wat nog wel een keer toegepast zou kunnen worden. Maar de hulpverlener behoud zijn rol. Een van de belangrijkste blokkades is, denk ik, hoe de hulpverleners een probleem van de cliënt eigen maken. Ze leggen het probleem en verantwoordelijkheid ervan niet terug bij de cliënt zelf. Daaruit ontstaat het ‘achterover leunen’ van de burger. Subject 3: Misschien moet je nog even zeggen welke mensen bij deze tekorten horen. Subject 6: Bij de thuiszorg heb ik hele goede punten gevonden, maar bij bijvoorbeeld Huiselijk Geweld, zit men heel erg vast in het zoveel mogelijk opleggen van therapie. Bij wel meer instanties kwam naar voren dat Eigen Kracht wel toegepast kan worden in ‘makkelijke’ situaties, maar wanneer het ingewikkeld wordt sturen ze het liever door naar de professional. Subject 4: Ik ken genoeg plannen waarin staat dat vader of moeder in therapie gaat, en dat daar afspraken over gemaakt worden wie hen daar in begeleid. Dat zijn onderdelen die in een plan staan. Subject 2: Maar dan ben je wel afhankelijk van wat er in zo’n plan komt te staan, als hulpverlener. Volgens mij zit hier een behoefte achter, dat de hulpverleners het willen sturen en controleren.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 50
Subject 4: Belangrijk is om vertrouwen te hebben in het proces van de groep. Want zij komen toch heel vaak op dezelfde dingen uit, als wat een professional zou zeggen. Het voordeel hierbij is dat de oplossing van de burger zelf is en dat ze het ook gaan uitvoeren. Subject 2: Dus tegenover die behoefte aan controle staat het vertrouwen in de groep. Dat is ook de kanteling die moet plaats vinden. Subject 6: Vaak lijkt die kanteling al gemaakt te zijn, maar dan liggen er nog tegenbewegingen onder. Subject 4: Er zit ook een probleem onder dat wanneer je die kanteling toelaat, je ook moet gaan nadenken over het aannemen van een andere rol en positie. Dat is een niet vertrouwde rol. Subject 6: Het kwam ook wel naar voren dat de geïnterviewden niet genoeg afwisten van een Eigen Kracht conferentie. Zij zien het als iets waar zij zich helemaal in moeten verdiepen, en gaan liever verder met wat zij al wel weten. Subject 2: Dat is wel grappig, want de gemiddelde hulpverlener weet ook niet wat therapie is, maar daar geloven ze wel heilig in. Zij weten ook niet wat daar allemaal gebeurt. Subject 1: Daarbij is ook de valkuil, dat het niet altijd gaat om de Eigen Kracht conferentie. Een conferentie kan een manier zijn om een moeilijk probleem op te lossen. De benadering van Eigen Kracht moet ook in de hele attitude van de hulpverlener komen. De hulpverlener moet denken vanuit het vertrouwen in de burger, dat een groep mensen in staat is om zich dat probleem weer eigen te maken, en daar een oplossing in te vinden. Waarbij de hulpverlener ondersteunend is in plaats van oplossingen te vinden en de regie over te nemen. De regie ligt bij de burgers. Over huiselijk Geweld gesproken heb ik een discussie gehad met maatschappelijk werk. Het ging over een situatie waarbij een man bijna dagelijks fysiek geweld gebruikte tegenover zijn vrouw. Dat is in zijn systeem gekomen. De hulpverleners hebben de neiging om te zeggen ‘Foei, dat mag niet’. Maar er zit natuurlijk een enorm probleem aanvast. Deze mensen zitten vast in hun ziekelijk relatie, waarin geweld een normaal onderdeel geworden is. Subject 6: Bij het interview met Huiselijk Geweld kwam naar voren dat er een gedragsverandering moet plaatsvinden bij de personen die geweld gebruiken. Volgens hun kan alleen een vorm van formele hulp dit doen, en een netwerk kan dit niet. Subject 1: Dat is dus onzin. Subject 4: Dat is een misvatting. Subject 2: Oké, het is onzin zeg jij, maar daar lossen we het probleem niet mee op om daar een oordeel over te hebben. We kunnen elkaar overtuigen, maar dat zijn wij al. Het is goed om te kijken wat de stand van zaken is in Hoogezand. Subject 3: De vragen zien jullie allemaal wel liggen. We zien allerlei eigen krachten in HoogezandSappemeer, maar nu komen we bij de losse ‘ja, maar...’ die nog opklinken. Deze ‘beren op de weg’ staan hier kort beschreven in acht punten. Die blokkades willen we herdefiniëren als kansen en nieuwe openingen. Bij Huiselijk Geweld doet zich dat dus sterk voor. Partijen denken in de termen van therapieën en problemen. In Hull was er bijvoorbeeld een presentatie van Roemenie, zij hebben helemaal geen geld voor therapieën. Hier worden partijen aangemoedigd om het met elkaar te bespreken. Dingen als: ‘Hoe komt het dat je toelaat dat je man jou slaat? Wij willen een plan dat ons overtuigt dat het weer goed komt.’ Door die armoede moeten ze wel. Daar komen dingen uit waar ik meer vertrouwen in heb dan alle therapieën die er bestaan. Subject 4: Juist bij Huiselijk Geweld zie je dat het vergroten van de kring enorm helpt om het geweld tegen te gaan. Subject 3: Maar hoe krijgen we Hoogezand een stap verder? Subject 2: Dan moeten we eerst onder ogen zien wat de stand van zaken is, die staan hier op een rijtje.
Vraag 2 Subject 6: Uit de interviews komt ook naar voren dat niet alle burgers een netwerk hebben waar zij op kunnen of willen steunen. Netwerken zijn om diverse redenen verbroken, waardoor zij geen contacten meer hebben of willen. Hoe is het mogelijk dat de geïnterviewden het ontbreken van een netwerk gaan zien als een indicatie voor een EKC of een uitdaging voor herstel? Subject 1: Het gaat hier in eerste instantie om herstel. Iemand is dus verbroken van zijn oorspronkelijke sociale relaties. Hulpverlening moet zich veel meer focussen op het herstellen van deze relaties. Waarbij ook de blokkades bij deze persoon worden weggehaald. Daar ligt vaak ook een groot deel van de oorsprong van
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 51
de aanwezige problemen. Een voorbeeld van een man die alcoholist was, ging helemaal verkeerd. Samen met de hulpverlening is die man helemaal in het verleden gedoken om te kijken naar wanneer er nog wel relaties waren en of er vertrouwen is geweest. Van daaruit is er weer een netwerk ontstaan. De verkeerde benadering is om te beginnen bij een Eigen Kracht Conferentie waarbij een netwerk nodig is, het begin is het herstellen. Subject 6: Maar hulpverleners zien dit als een proces dat veel tijd kost. Subject 5: Dit klinkt als een tijdrovend proces. Is het een taak van de hulpverlener om de contacten te herstellen voor dat er een conferentie plaats vindt of behoort het de taak te zijn van de coördinator? Subject 4: Ik denk dat je het niet zo moet benaderen. De centrale vraag is hoe Hoogezand een stap verder komt inclusief de hulpverleners in de Eigen Kracht benadering. Wanneer er inhoudelijke vragen over een conferentie beantwoord worden is deze vraag nog niet beantwoord. Dit is eigenlijk een soort nulmeting, dat geeft een aantal indicaties over waar we nu staan. Dan is de vraag, wat is nu de volgende stap? Die zit heel erg in het focussen op de attitude en houding van de hulpverleners. En het leren hen vertrouwen te laten krijgen in de mogelijkheden en de krachten van de mensen met wie ze werken. Er zullen nog steeds wel twijfels blijven bestaan, maar mijn antwoord is altijd ‘heb vertrouwen en kijk eens breder’. Er zijn inderdaad situaties waar nooit een netwerk te vinden zal zijn, dan houdt het een beetje op met het mobiliseren van het netwerk, maar die situaties zijn zo weinig aanwezig. Subject 3: Even toch Subject 5 zijn vraag naar voren halen, want wij komen dit toch tegen in het onderzoek. Mensen hebben wel een netwerk, maar deze is beschadigd. Er zijn wel familieleden of kennissen, waarvan de relaties overhoop liggen door misbruik en leugens. Eigen Kracht coördinatoren volgen wat de cliënt wil, dan kan het op een heel klein kringetje uitkomen. Wie is er nu verantwoordelijk om te zorgen dat het netwerk weer hersteld of uitgebreid wordt? Omdat die persoon weigert zijn schaamte te overwinnen, moeten er professionals ingezet worden. Subject 4: Als het goed is vragen de coördinatoren, in een situatie van weigering van personen uit een netwerk, wat er nodig is zodat deze persoon er wel bij kan zijn. Subject 3: Oké, dat moeten wij dan vasthouden, want wij merken dat dit te weinig ook vanuit de coördinatoren naar voren komt. Subject 4: Die coördinatoren hoeven niet de relaties te gaan herstellen, maar zij moeten wel kijken onder welke condities deze personen wel aanwezig kunnen zijn. Subject 3: Mooi gezegd, dit is ook een punt wat in het onderzoek van Subject 5 en van Subject 6 naar voren komt. Dan blijf je zitten op dat mensen door mogen met te weinig herstelde relaties, omdat ze die schaamte niet overwinnen. Subject 5: Van de twee conferenties die wij nu geanalyseerd hebben, zie je bij beide terug dat er te weinig betrokkenen aanwezig zijn. De indruk die ik krijg uit die analyse die de studenten hebben gemaakt, is dat daar te snel in is meegegaan. Bij een conferentie wilde een man zijn familie er niet bij aanwezig hebben, maatschappelijk werk had dit ook afgeraden. Dan doen wij een conferentie met die drie collega’s, en daar moeten we het mee doen. In het exploratieve onderzoek van vorig jaar, dat ik samen met Subject 3 heb gedaan, hebben wij ook een aanbeveling gedaan over of Eigen Kracht conferenties alleen georganiseerd moeten worden met het gewenste netwerk. Een Eigen Kracht conferentie kan een herstellend effect hebben op beschadigde relaties die bestaan, maar dan zouden twee conferentie georganiseerd moeten worden. Waarbij in de eerste conferentie iedereen bij elkaar gehaald wordt en aan het herstel gewerkt wordt. Om vervolgens daarna een conferentie te organiseren om het probleem op te lossen. Subject 2: Ik kan mij voorstellen dat het een soort ‘subconferentie’ zou kunnen zijn. Subject 5: Dan vraag ik mij of het wel nodig is dat de coördinator met iedereen afzonderlijk praat, in plaats van gewoon iedereen bij elkaar te zetten en zien wat er uit komt. Subject 1: Ik heb hier ook een discussie over gevoerd, want het wordt wat lastiger. Mensen hebben door heel veel frustraties en ellende bepaald gedrag ontwikkeld, waar zij zich niet meer voor schamen. Daar kom je met een herstelconferentie niet meer doorheen. Dan betekent niet dat er geen conferentie hoeft te komen, maar je moet dan heel goed nadenken over de doelen. Binnen dat Restorative Justice moet een dader niet losgelaten worden. De hulpverlening moet de dader weer het vertrouwen geven, dat het weer goed kan komen en dat diegene weer kan participeren in de samenleving. Dat vertrouwen is de basis om dichterbij de oorzaken te komen van het beschadigde empathische vermogen. Vanaf dat niveau kan er pas verder gewerkt worden. Dat is een vrij complex traject.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 52
Subject 5: Maar dit impliceert Restorative Justice, dus met een dader en slachtoffer. Moeten wij dit ook zo zien in die andere situaties van Eigen Kracht? Subject 1: Het kan voorkomen dat, bijvoorbeeld bij een dader van Huiselijk Geweld die door waarschijnlijk traumatische jeugdervaringen iets van zijn empathische vermogens kwijt is geraakt. Dat is een gegeven. Het probleem hierbij is dat het in zo’n situatie met bestaande middelen hem alleen maar verder weg duwt in zijn houding van geweld. Subject 3: Nu hebben we het bij vraag twee over het probleem dat de geïnterviewden zien dat er geen netwerk is. Daar zijn wel antwoorden op. Door dus bijvoorbeeld de ‘subconferenties’ om te werken aan het herstellen van de relaties of meerdere trajecten. Dus niet zo focussen op de Eigen Kracht conferentie.
Vraag 3 Subject 6: Er wordt opgemerkt dat samenwerking tussen verschillende organisaties moeizaam kan verlopen, wanneer beide anders denken. De kanteling in het denken vanuit de eigen kracht van de burger is nog (lang) niet voltooid bij veel instanties. Op welke manier kan deze kanteling bevorderd worden in professionele organisaties? Subject 2: Punt drie gaat eerst over samenwerking tussen bedrijven, want moeizaam kan verlopen en vervolgens gaat het over de Eigen Kracht van de burger. Subject 6: Met deze vraag wordt bedoeld dat bedrijven vaak problemen zelf willen oplossen of het doorgeven aan iemand anders, in plaats van er samen naar te kijken. Daar wil Hoogezand meer naartoe, maar daartussen komen de problemen dat niet alle bedrijven dezelfde kijk hebben op Eigen Kracht. Subject 3: In die ketensamenwerking zitten partners die samenwerken vanuit de Eigen Kracht, maar er zitten ook partners die denken in wegzetten van problemen. Dan is het samenwerken op het gebied van Eigen Kracht moeilijk. Subject 2: Er zijn hier dan twee visies die naar voren komen, dat is die van samenwerken en die van Eigen Kracht in bedrijven, want het samenwerken doen wij al lang. Subject 3: Wanneer niet beide bedrijven dezelfde kijk op Eigen Kracht hebben, rolt er geen gezamenlijk plan uit met betrekking tot Eigen Kracht. Hoe krijgen we dat een stap verder? Subject 4: Er komt dan een heel ander type samenwerking. Subject 1: De vraag is of dit vanaf de manier van Eigen Kracht aangepakt moet worden, ik denk dat dit een heel gevaarlijke is. Ik denk dat Eigen Kracht zich moet gaan bewijzen. Er moet gezorgd worden voor draagvlak, ook bij de besturen. Waar het loopt is het heel mooi, maar in een bedrijf dat compleet productiegericht is, is het onmogelijk om dat te gaan veranderen. Die zullen het zelf ontdekken. Subject 3: Is het antwoord investeren in de ‘coalition of the willing’? Ga niet te veel energie steken in de mensen die hier niet mee bezig willen of kunnen zijn. Veel bedrijven denken nog in het wegzetten van hun problemen naar andere instanties, wat het neoliberale denken met zich meebrengt. Bedrijven denken op deze manier ook het beste financieel te kunnen overleven. Subject1: De essentie is eigenlijk ook wanneer de regie van het oplossen van problemen bij de mensen zelf ligt, zij bijvoorbeeld met een plan komen dat er therapie ingekocht moet worden bij een bedrijf dat misschien helemaal niets met Eigen Kracht te maken heeft. Dan is het geen probleem, want de specialisatie die in het plan naar voren kwam wordt toegepast. Subject 4: Dit ben ik niet helemaal met je eens, want zij kunnen die therapie wel leveren, maar het bedrijf moet het plan van deze persoon wel als uitgangspunt nemen. Subject 2: Jos van der Lans beschrijft dat afspraken vanuit een Eigen Kracht conferentie goed verlopen, wanneer dit afspraken zijn tussen de sociale netwerk partners. Wanneer er een professional aan te pas komt, hebben zij snel de neiging om de regie over te nemen, het plan naar zich toe te trekken of het net anders benadert dan de bedoeling is. Dat is het knelpunt wat er speelt. Subject 3: Toch nog even de vraag, hoe zou je dit in Hoogezand een stap verder kunnen brengen? Subject 2: Ik zit ook even te denken aan mijn eigen rol. Ik heb vooral bezig met het samenwerken in die netwerken van verschillende partners. Misschien dat mijn rol wel veel meer daar zou kunnen komen te liggen. Het toegankelijker maken van dit soort situaties. Om ervoor te zorgen dat instellingen meegaan met plannen van mensen. Subject 3: Ik wil er ook nog aan toevoegen dat de gemeente prikkels kan maken, met betrekking tot het waarin er geïnvesteerd gaat worden. Dat er duidelijk gemaakt wordt dat het niet de bedoeling is om alles
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 53
naar jezelf te trekken, waardoor de verkokering ontstaat. Wij willen in partijen investeren die op zoek zijn naar Eigen Kracht. Subject 4: Dat er een soort afrekening komt voor het aantal eigen plannen. Subject 1: Dan wordt er wel sterk uitgegaan van het bestaande model. Op het moment is er een denkproces gaande over waar Hoogezand naar toe wil als gemeente. Ik beschrijf het nu heel geabstraheerd als volgt: zoals we het nu doen is het eigenlijk een soort van piramide model. In het bovenste puntje wordt er iets gesignaleerd, waar allerlei professionele hulp uit voortvloeit. Waar wij naar toe willen, is eigenlijk een omkering van die piramide. Waarbij er bovenin, over bijvoorbeeld jeugd, een pedagogische klimaat bestaat. Daarin komt de sterkte van de gezinnen naar voren, wat ook met Eigen Kracht te maken heeft. Hoe kan de samenleving voorkomen dat er problemen ontstaan en als ze ontstaan, hoe kunnen ze deze zelf oplossen. Als het probleem heel ernstig is, vernauwt dat zich tot specialistische hulp. Iemand kan bijvoorbeeld psychische problemen hebben, daarbij is specialistische hulp nodig. Maar dit komt niet voor uit een analyse van bovenaf die piramide, maar juist vanuit de samenleving waar al heel veel preventief gehandeld is. In die omkering zitten ook veel krachten verweven. Dit is ook terug te vinden in de gedachtegoed van Van Ieperen, van het Nederlands jeugd instituut. Subject 4: De gemeente kan inderdaad prikkels geven, door alleen met die organisaties te willen werken die zich willen committeren aan bepaalde uitgangspunten. Subject 1: Wat ik probeerde te zeggen is, misschien bestaan die organisaties straks wel helemaal niet meer, omdat de gemeente heel anders gaat investeren. Subject 4: Misschien moet je in activiteiten gaan denken, in plaats van organisaties. Subject 2: Het gaat dus eigenlijk over wat de gemeente met zijn beschikbare geld gaat doen. Subject 4: Ja, want geld is een erg sturend element. Om die kanteling tot stand te laten komen, is het slim om de meest passende activiteiten te stimuleren.
Vraag 4 Subject 6: Een aantal geïnterviewden vinden dat in bedreigende situaties praten niet een gepaste oplossing is. Zij vinden dat de prioriteit ligt bij het waarborgen van de veiligheid en de geldende consequenties, voordat er gepraat kan worden met beide partijen. Moet er in bepaalde situaties geaccepteerd worden dat er een grens of consequentie is? Zo nee, hoe kan dit in het kader van Eigen Kracht dan opgelost worden? Dit kwam ook onder andere bij Huiselijk Geweld en scholen naar voren. Om een voorbeeld te noemen, bij het Aletta Jacobs college heeft er een leerling ingebroken in het systeem en zijn cijfers veranderd. Hier heeft de directeur meteen maatregelen genomen en deze leerling van school gehaald. Subject 3: Wat wij voor willen leggen is dat er een regime is van de consequenties die gelden. Wanneer er dit gebeurt, is dat het gevolg volgens het protocol. Subject 2: In dat voorbeeld zou je natuurlijk willen dat de directeur die vent een enorm pak op zijn kont geeft, en zegt ‘hoe gaan wij hier met elkaar verder? Hoe ga jij zorgen dat je hier weer bij ons kan horen?’ Dat moet natuurlijk de vraag zijn. Tegelijkertijd vind ik, als het gaat om veiligheid, er moeten grenzen zijn, want het mag gewoon niet. Dan is de stap, maak een plan zodanig dat wij jou weer kunnen vertrouwen. Dan gaat het om herstellen, in plaats van straffen. Het gaat hier om het verschil tussen schuld en verantwoordelijkheid. Subject 3: Dat betekent dat Huiselijk Geweld en scholen heel anders naar hun programma moeten gaan kijken in deze gemeente. Bij elke situatie moet de vraag zijn, ‘Hoe herstellen wij hier de verbindingen?’ Als het nodig is om te straffen, dan moet dat gebeuren. Subject 4: Er wordt ook vaak gedacht dat er gekozen moeten worden tussen straffen en herstellen. Het kan ook best samen, ook wel eerst de straf en daarna het herstel. Subject 2: Het mooiste vind ik altijd dat de straf het herstel bevorderd. Dat de straf niet geïsoleerd is van het proces. Dus als iemand iets vernield, moet het hersteld worden in plaats van een gevangenisstraf. Subject 4: De domste straf vind ik ook, die jongen meteen van school af sturen. Er zijn ook andere soorten straffen te bedenken. Maar het is raar dat mensen denken, als het heel ernstig is, dan moeten we ingrijpen en dan kan er geen gebruik gemaakt worden van herstel of een Eigen Kracht conferentie. Subject 1: Dat geldt ook voor veiligheid, het kan zo zijn dat een situatie zo onveilig is, dat een persoon uit huis moet voor een week. Dan kan daarna gekeken worden wat er moet gebeuren om die veiligheid te herstellen. De veiligheid kan dan op nummer 1 staan.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 54
Subject 3: In alle antwoorden die nu naar voren komen, is dat de logica van de organisaties tussen haakjes gezet worden. Die straffen en maatregelen blijven wel bestaan, maar daar komt een proces van herstel bij. Dat betekent voor allerlei organisaties in de gemeente, dat zij een andere logica moeten gaan volgen. Niet dat bij een daad een straf past, maar dat bij een daad herstel past en misschien wel straf. Subject 2: Straf gericht op herstel. Subject 3: Maar hoe bevorder je dat in een gemeente? Subject 1: Bijvoorbeeld bij een situatie met ASHG merk ik dat er mensen zijn die wat willen doen, maar de boel komt niet bij elkaar. Niemand is daar op gefocust. Dat kan vanaf de coördinatie een sturende rol zijn. Subject 3: Maar wat kunnen we concreet doen om deze bedrijven anders te laten redeneren? Dat er in hun logica het herstel opgenomen wordt. Subject 4: Is dat niet hetzelfde antwoord als het vorige onderwerp? De gemeente kan prikkels geven. Subject 2: Als er geen huisverbod uitgesproken wordt en wel instemmingsformulieren getekend zijn, dan mogen wij het als zorgcoördinatoren op ons nemen. Subject 3: Dus daarbij zou het binnen de grenzen van Hoogezand, deze logica een onderdeel van het proces kunnen laten worden. Maar dan moeten we nog naar andere instanties kijken waar de gemeente weinig grip op heeft. Subject 2: Maar er zit nog veel meer aan vast. Als het gaat om veiligheid en bedreigende publiciteit, dan moeten we hierboven ook nog aan de slag. Dan moet het BMW ook een hele andere attitude gaan ontwikkelen naar de burgers toe. Subject 1: Dat draagvlak is er wel. Subject 2: oké, maar nu nog de praktijk, de eenheid in het bestuur. Volgens mij zijn we daar nog niet klaar. In al die lagen moet een mentaliteitsverandering plaats vinden, ook naar de burgers toe. Subject 4: Als het gaat over politie en stadsbestuur, daar geldt ook voor dat zij vertrouwen moeten leren hebben in de mogelijkheden van de burger. In plaats van die maatregelen te nemen. Die maatregelen zijn altijd contraproductief.
Vraag 8 Subject 6: Geïnterviewden geven ook aan dat veel mensen te grote problematiek hebben, wat al van generatie op generatie ontwikkeld is. Vaak heeft een dergelijk huishouden al veel hulpverlening van allerlei instanties over de vloer (gehad). Wordt hier de eigen kracht van de burger onderschat? Op welke manier kan eigen kracht de hoeveelheid hulpverlening verminderen? Subject 4: Dat is een overschatting van de eigen hulpverlening. Subject 2: Wanneer de hulpverlening het niet kan is het hopeloos, wordt vaak gezegd. Subject 4: De ervaring is overigens dat de Eigen Kracht conferenties moeilijk op gang kwamen door dit soort dingen. Als er een hulpverlener een conferentie aan ging vragen, was dit omdat hij het zelf helemaal niet meer wist en helemaal vastgelopen was. Het hoort in het rijtje weerstanden thuis. Subject 1: Er zijn natuurlijk gezinnen die afhankelijk blijven van structurele ondersteuning. De vraag is alleen hoe dit dan georganiseerd wordt, maar daar zullen dan wel altijd professionals bij nodig zijn. Wat ik een lastig dilemma vind, is dat wij door die neoliberale houding de verantwoordelijkheid wat los laten. Wanneer iemand met een probleem niet in een categorie hoort, moet hij zich zelf redden. Het is een soort laissez-faire richting hele kwetsbare mensen. Misschien zou de samenleving deze verantwoordelijkheid toch weer eigen moeten maken. Daar zit ook wel Eigen Kracht in, maar ook samen normen stellen. We hebben straks echt de gevangenissen vol zitten met mensen met een licht verstandelijke beperking. Subject 3: Er is hier een solide antwoord op gekomen, ook te verwijzen naar Evelien Tonkens die het heeft over het altruïstisch overschot. Subject 4: Wat mijn antwoord zou zijn, is zoek zoveel mogelijk mensen die ondersteuning kunnen bieden. Daar blijven ook altijd professionals bij aanwezig, zeker bij de kwetsbare groepen. Subject 2: Mensen vergeten vaak ook wat ze zelf willen, die kwetsbare mensen helemaal, ze worden geleid door impulsen. Deze mensen hebben de ondersteuning van een plan en van mensen juist nodig.
Vraag 7
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 55
Subject 6: Wanneer mensen niet willen meewerken aan Eigen Kracht Conferenties, wordt dit gezien als een belemmering om dit uit te voeren. In verschillende interviews kwam dit punt naar voren. Wanneer de dader wordt opgegeven bij het Openbaar Ministerie of verhuisd naar een andere stad is de conferentie van de baan. Op welke manier kan er een ander perspectief over een EKC gevormd worden bij deze geïnterviewden? En wat is de meerwaarde van een conferentie zonder ‘dader’? Subject 4: Dit komt allemaal doordat mensen het zien als een hulpverleningsvorm. Of het OM nu wel of niet in zicht in, er kan nog steeds wel een plan gemaakt worden. Subject 3: Hoe krijgen we partijen in Hoogezand zover dat zo gaan redeneren. Subject 4: Door veel met ze te praten. Ik denk dat veel geïnterviewden niet of nauwelijks voldoende weten van Eigen Kracht. Die reageren dus vanuit hun eigen beeld, wat denk ik niet de goede is. Subject 2: Wij moeten iets gaan doen aan de PR van Eigen Kracht. Om duidelijk te maken wat de inhoud is, wat de effecten zijn en ook wat het niet is. Dan zou je kunnen denken aan nieuwsbrieven of twitteren. Subject 3: Als ik in de stoel van Subject 1 zou zitten, zou ik op hele korte termijn drie spelers hier om de tafel willen hebben. Dus het middelmanagement van ASHG, OM en Halt. Om duidelijk te maken dat we richting een cultuur van herstel willen gaan. In overleg kan er gekeken worden of zij het erover eens zijn dat er iets heel belangrijks wordt laten liggen en hoe dit gebruikt kan worden. Natuurlijk zal er veel ‘ja,maar’ klinken, omdat er ook protocollen en doelen zijn. Maar de volgende vraag is, zijn wij het er over eens dat wij dit laten liggen en zullen wij dan nu een laag hoger gaan met z’n allen, zodat er ook een bestuurlijk en vervolgens politiek draagvlak gaat komen. Het is belangrijk om het van bovenaf duidelijk te hebben, dan gaat de rest daar wel in mee. Subject 4: Wanneer er geen verandering komt, blijf je bezig. Einstein heeft een mooie definitie van krankzinnigheid gemaakt, ‘Je bent gek als je hetzelfde blijft doen, terwijl je andere resultaten wil behalen’. [Subject 2 verlaat de groep] Subject 1: Om nog even terug te komen op wanneer een dader weg is, wat kan er dan nog gebeuren. Ik denk juist heel veel. De slachtoffers ervaren ook schaamte voor datgene wat hen is overkomen. Dit kan ook opgelost worden zonder de dader, als deze bijvoorbeeld dood is. Subject 4: Dat kan ik mij voorstellen, maar als de dader er nog wel is, dan heb je het over een heel ander soort situatie. Wanneer het dan om herstel gaat, is het wel noodzakelijk dat deze persoon erbij is. Subject 1: Maar als de dader niet bereikbaar is, denk ik dat er alsnog een conferentie kan plaatsvinden. Subject 6: In hoeverre kan je de dader dwingen om erbij aanwezig te zijn? Subject 4: Dwingen kan niet, maar herstelbijeenkomsten gaan er vanuit dat de dader verantwoordelijkheid neemt voor wat hij gedaan heeft. Als hij dat niet doet, dan is een bijeenkomst überhaupt niet mogelijk. Dan moet er iets anders geregeld worden met de achterblijvers.
Op zoek naar de Eigen Kracht Steendam
I.R. 56