P5-TvW 305:binnenwerk p.5- 13/01/10 13:09 Pagina 71
V
TVW, 34e jg, nr 305, februari 2010
VAN CBGS NAAR SVR EN KC Van Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudie naar Studiedienst van de Vlaamse Regering en Kenniscentrum binnen het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Lieve VANDERLEYDEN & Fred DEVEN 1
We schrijven 1999, wanneer professor Robert Cliquet, na ruim 37 jaar het Centrum voor Bevolking- en Gezinsstudie (verder CBGS) te hebben gestuurd en geleid, wordt opgevolgd door professor Thérèse Jacobs, tot dan als hoofddocent verbonden aan de Universiteit Antwerpen, departement sociologie. Binnen de context van deze korte bijdrage kunnen we uiteraard niet de ganse ontstaansgeschiedenis en de ontwikkeling van het CBGS uiteen zetten. Hierover informeren andere publicaties (o.a. Cliquet, 1988). W e beperken ons hier tot een kort overzicht van de organisatorische ontwikkeling van de instelling en schetsen de belangrijkste inhoudelijke realisaties.
Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudie Het oprichtingsbesluit van het CBGS van 1962, een nationale en tweetalige instelling, omschreef de opdracht van dit centrum als het verzamelen van de elementen voor het bepalen van het demografisch beleid en voor het nader uitwerken van actiemiddelen tot het voeren van een demografisch en gezinsbeleid in België. Het CBGS diende daartoe de nodige studies op te zetten en uit te voeren.
Wetenschappelijke instelling Hoewel van in het begin de aanbeveling werd gegeven om het CBGS het statuut van wetenschappelijke instelling toe te kennen, startte het binnen het Ministerie van V olksgezondheid en Gezin en kwam de officiële erkenning als wetenschappelijke instelling er pas midden de jaren zeventig. Toen werd de opdracht verruimd met twee nieuwe elementen: het CBGS kon zelf enquêtes verrichten en het kon de onderzoeksresultaten zo goed als on -
1. Dr. Lieve Vanderleyden is als senior onderzoeker verbonden aan de Studiedienst van de Vlaamse Regering; zij hanteerde de pen voor het gedeelte SVR. Dr. Fred Deven is wetenschappelijk directeur bij het Kenniscentrum van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; hij redigeerde het KC gedeelte. Het deel over het CBGS wer d geschr even door beide auteurs. Contact:
[email protected] en
[email protected]
71
P5-TvW 305:binnenwerk p.5- 13/01/10 13:09 Pagina 72
afhankelijk publiceren. In de volgende jaren werden verschillende projecten op de rails gezet zoals basisdemografisch onderzoek via de analyse van registratie- en volkstellinggegevens, surveys rond huwelijksvruchtbaarheid, gezinsvorming en behoeften van ouderen. De staatshervorming van 1980 bracht ook de federalisering van het CBGS met zich mee. Immers, bevolking en gezin werden institutioneel gevat onder ‘bijstand aan personen’ en dus werd het een gemeenschapsbevoegdheid. In de jaren die volgden, ontplooide de toen al Vlaamse vleugel van het CBGS zich tot een expansieve en creatieve instelling met eigen publicatiereeksen, maar ook als een internationale speler die samenwerkingsverbanden met aanver wante buitenlandse instituten aanging.
72
In 1992 werd het CBGS zelfs een Vlaamse wetenschappelijke instelling van niveau 2. Die erkenning gaf de organisatie een bredere structuur, met naast de algemeen directeur ook vier afdelingen die verantwoordelijk werden voor de grote onderzoekslijnen: demografische analyse, bevolking en samenleving, g ezinsvorming, g ezin en welzijn. Onderzoek naar relationeel en reproductief gedrag in Vlaanderen, verdiepend sociaalpsychologisch on derzoek over gezinsvorming en ouderschap, onderzoek naar de leefsituatie en behoeften van kinderen en ouderen, naar huishoudens en leefvormen, onderzoek naar welzijnsvoorzieningen en sociale welzijnszorg, onderzoek naar de combinatie arbeid en gezin, … het zijn evenveel studies die het gezins- en welzijnsbeleid in Vlaanderen konden onderbouwen met wetenschappelijke, beleidsrelevante informatie.
Welzijnsonderzoek Het CBGS stond aan de vooravond van de 21ste eeuw voor een nieuwe transitie. Thérèse Jacobs nam als nieuwe algemeen directeur het roer over . Mede door toedoen van de omstandigheden richtte het CBGS-programma zich met de benoeming van Jacobs voluit op welzijnsonderzoek. Tijdens de legislatuur 1999-2004 vroeg de toenmalige Vlaams minister van W elzijn, Ge zondheid en Gelijke Kansen, Mieke Vogels, tot wiens voogdij het CBGS behoorde, meer aandacht voor de welzijnsaspecten binnen de samenleving. Jacobs gaf gevolg aan de oproep van haar voogdijminister om in het raam van het zgn. ‘Zorgcongres’ in 2003 grootschalig onderzoek te doen naar de informele zorg in Vlaanderen en op die wijze de organisatie van het welzijnsbeleid in onze samenleving te onderbouwen. Het ‘Zorgcongres’ bracht onderzoekers, vertegenwoordigers van het middenveld, zorgverleners en beleidsmakers in samenspraak. Ze poogden in een aantal commissies vooruit te denken over vormen van zorgverlening in Vlaanderen (zie o.a. Deven & Jacobs, 2003). Parallel daarmee verrichtte het CBGS in 2003 onder Jacobs twee omvangrijke gegevensverzamelingen met de bedoeling kennis te genereren over de mantelzorg in Vlaanderen: een representatief steekproefonderzoek bij 25-64 jarigen, en één bij mantelzorgers van zwaar zorgbehoevende personen (zie Jacobs & Lodewijckx, 2006). Beide werken tot op heden nog door en re sulteren in een omvattend geheel van onderzoekswerk en publicaties.
P5-TvW 305:binnenwerk p.5- 13/01/10 13:09 Pagina 73
Nagenoeg gelijktijdig liep het Leef situatieonderzoek Vlaamse Oude ren dat oorspronkelijk voorzien was voor de tweede helft van de jaren ’90 maar om allerlei redenen was uitgesteld (zie Jacobs, V anderleyden & V anden Boer , 2004). Deze set van onderzoeken zijn markant voor het mandaat van Ja cobs, die hierdoor het welzijnsluik binnen het CBGS prominenter op de kaart heeft gezet. Jacobs gaf in het CBGS nog mee de aanzet tot andere kwesties inzake welzijn en gezondheid. Zo bijvoorbeeld tot wat een hot item was en blijft voor het beleidsdomein WVG: indicatoren die de beleidsmakers kunnen informeren over effectiviteit en efficiëntie van diensten en voorzieningen (Jacobs & Bronselaer, 2004). Tevens heeft ze de studie van huishoudens en leefvormen aan de hand van rijksregistergegevens aangestuurd (zie o.a. Jacobs en Lode wijckx, 2002).
Gezinsbeleid Als een wetenschappelijke instelling binnen de Vlaamse overheid kwam het CBGS na 1980, behoudens één regeerperiode, telkens onder de voogdij van een christen-democratische minister. Vele jaren heette het dat die zich dikwijls moeilijk konden vinden in delen van het CBGS-onderzoeks programma, zoals het periodiek grootschalige onderzoek naar gezinsvorming, dat ook geboorteregeling en fa cetten van seksualiteit onderzocht. T och is het onderzoek in alle onafhankelijkheid kunnen gevoerd worden en werd er in alle openheid over gecommuniceerd. Tal van publicaties hebben mede het gezinsbeleid in Vlaanderen geschraagd. Een gezinsbeleid omvat inherent ook de zorg voor de kwetsbare bevolking in de samenleving. De bekommernis voor
het behoud en de verdere ontwikkeling van een zorgzame samenleving binnen de context van een sterk toenemende én zich wijzigende zorgvraag, heeft de accentverschuiving naar de welzijnsdimensie aan het eind van de jaren negentig in Vlaanderen mee bepaald.
Einde en nieuw begin We verhullen niet dat er binnen en buiten het CBGS verschillende visies circuleerden over de kernopdracht van een instelling die onderzoek voert naar bevolkings- en gezinsaang elegenheden. W at ook de redenen waren voor de principiële afschaffing van de instelling eind 2005, feit is dat het proces ‘Beter Bestuurlijk Beleid’ de gelegenheid bood voor de ontmanteling van het CBGS. Nadat het CBGS ophield te bestaan als een Vlaamse W etenschappelijke Instel ling ontstond de diaspora van de on derzoekers, enerzijds naar de ‘Studiedienst van de Vlaamse Regering’ en an derzijds naar het ‘Kenniscentrum WVG’. Daarom gaan we in wat volgt kort na in welke mate het onderzoekswerk waaraan Jacobs tijdens haar CBGS dienstjaren gestalte gaf, bij de Vlaamse overheid nog voortleeft.
Studiedienst van de Vlaamse Regering De Studiedienst van de Vlaamse Re gering (SVR), opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 3 maart 2004, kreeg het statuut van een intern verzelfstandigd agentschap en maakt deel uit van het domein ‘Diensten Algemeen Regeringsbeleid’ (DAR). Het is in de feiten een samensmelting van twee enti teiten nl. het voltallige APS (Administratie Planning en Statistiek) en tien perso-
73
P5-TvW 305:binnenwerk p.5- 13/01/10 13:09 Pagina 74
nen uit het CBGS, het merendeel on derzoekers.
-
Wetenschappelijk onderzoek en statistiek De taakstellingen van de SVR, operationeel sinds 1 april 2006 en geleid door administrateur-generaal Josée Le maître, zijn te omschrijven als: het verrichten van toekomstgericht en domeinoverschrijdend onderzoek; zor gen voor een algemene omgevingsmonitoring en opvolgen van het algemeen regeringsbeleid (indicatoren); het bevorderen van de kwaliteit van de statistiek, survey, toekomstverkenningen en beleidsevaluatie; aan intern databeheer doen en de coördinatie opnemen van de Vlaamse officiële statistieken.
74
Hoewel de SVR niet het statuut van een wetenschappelijke instelling heeft, worden hoge standaarden gehanteerd voor wetenschappelijk onderzoek en statis tiek. Omdat de studiedienst opereert binnen een overheidscontext, wordt bij de kennisverzameling, de ontsluiting van gegevens en de analyses uitgegaan van beleidsvraagstukken (SVR, 2009).
Drie onderzoekslijnen Drie omvattende onderzoekslijnen markeren het beleidsgericht onderzoek binnen de studiedienst: de demografische ontwikkelingen, de sociaalmaatschappelijke ontwikkelingen en de macro-economische ontwikkelingen. Binnen de demografische ontwikkelingen gaat het om demografische conjunctuuranalyses, inclusief projecties, en om de wisselwerking tussen de demografische evolutie en maatschappelijke o ntwikkelingen. O nder de sociaalmaatschappelijke ontwikkelingen ressorteren aspecten van ontgroening en vergrijzing, sociale cohe-
sie, inclusie, uitsluiting en armoede, kwaliteit van het leven, relaties tussen burger en overheden en rol van de overheid, de kennis- en informatiemaatschappij. Ook de combinatieproblematiek en de tijdsverdeling, de doelmatigheid van maatschappelijke voorzieningen, culturele verschuivingen in waarden, houdingen en gedragingen en kinderrechten en jeugdproblematiek maken er deel van uit. De macro-economische ontwikkelingen tot slot focussen op de vooruitzichten voor de Vlaamse economie, met inbegrip van modellering, en op de structuuranalyse van de Vlaamse economie met regionale benchmarking. In het licht van de werkzaamheden van Thérèse Jacobs die, zoals eerder aangegeven, vooral focusten op sociaaldemografische en sociaalmaatschappelijke thema’s in het kader van een bevolkings- en gezinsinstituut, laten we in het verdere vervolg van dit korte overzicht de macro-economische ontwikkelingen die binnen de SVR een belangrijke component vertegenwoordigen, buiten beschouwing. We gaan enkel in op dat deel van het wetenschappelijk onderzoek dat direct of indirect in het verlengde ligt van de activiteiten waar Jacobs zich op toelegde. Geïnteresseerden kunnen we verwijzen naar de website: www4.vlaanderen.be/dar/svr waar alle relevante informatie over de studiedienst en de verschillende publicaties zijn terug te vinden.
Demografische ontwikkelingen Het opvolgen van de demografische ontwikkelingen is voor een agentschap dat horizontaal is ingebed en deel uitmaakt van de diensten van het algemeen regeringsbeleid een wezenlijke opdracht en dus ook een onder-
P5-TvW 305:binnenwerk p.5- 13/01/10 13:09 Pagina 75
zoekslijn die beleidsrelevante informatie rond bevolkings- en gezinsproblemen aanlevert. Zo worden de SVRbevolkingsprojecties regelmatig geactualiseerd, worden bestaande prognosemodellen doorgelicht en tijdreeksen inzake vruchtbaarheidscijfers, ster fteen migratiecijfers verder opgebouwd. Daarbij horen ook het formuleren en onderbouwen van hypothesen. Ook tijdreeksen over huishoudens en leefvormen maken deel uit van die onderzoekslijn. De vergrijzingsthematiek die binnen het CBGS één van de ankerpunten was, is binnen de SVR nog pertinent aanwezig. De CBGS-onderzoekslijn inzake leefsituatieonderzoek werd niet doorgetrokken maar de betrokkenheid van de SVR als partner in samenwerkingprotocols met universitaire instellingen en/of internationale organisaties zoals het ‘Gender and Generations Programme’ (GGP), een project dat in verschillende Europese landen loopt en het IWT-project ‘Scheiding in Vlaanderen’ moet in de nabije toekomst toelaten het projectwerk rond leefsituatie van ouderen, volwassenen en kinderen verder te zetten. Gezien het brede perspectief van beide programma’s kunnen sociaalmaatschappelijke veranderingen zoals nieuwe samenleefvormen, stabiliteit van partnerrelaties, echtscheiding, de combinatieproblematiek rond gezin en arbeid, intergenerationale solidariteit, armoededynamiek, kwaliteit van leven, …. geanalyseerd en uitgediept worden. Op de langere termijn, gelet op de longitudinale opzet van de programma’s, zullen oorzaken, determinanten en gevolgen van de demografische veranderingen in beeld kunnen gebracht worden.
‘Leefsituatie’ was ook de invalshoek bij het uittekenen van de ‘Sociale Staat van Vlaanderen 2009’. Op vraag van het Vlaams Parlement werd de maatschappelijke situatie in Vlaanderen vanuit de objectiveerbare levensomstandigheden van individuen en met aandacht voor de subjectieve component beschreven en geanalyseerd. Op basis van bestaande wetenschappelijke literatuur en onderzoeksresultaten werd een stateof-the-art opgemaakt over de leefsituatie van de Vlaming in de levensdomeinen onder wijs, werk, inkomen, gezondheid, wonen, sociale participatie en mobiliteit uitgaande van de trends en ontwikkelingen van de laatste 25 jaar (zie V anderleyden, Callens & Noppe, 2009).
Sociaal-culturele verschuivingen Daarnaast is er een eigen sur vey die sinds 1996 jaarlijks loopt onder de noemer ‘Sociaal-Culturele V erschuivingen in Vlaanderen’ (SCV -survey) en focust op houdingen en attitudes van de burger rond uiteenlopende onderwerpen zoals vertrouwen in instellingen, maar ook sociale relaties, tevredenheid met tal van levensaspecten zoals werk, wonen, … De inschakeling vanaf 2002 in een internationaal sur vey programma laat ook vergelijkingen toe over de landsgrenzen heen. De resultante ervan onder de vorm van een tweejaarlijkse ‘ Vlaanderen g epeild’ ( voor d e recentste editie; zie Picker y, 2009) laat toe dat beleidsmakers worden geattendeerd op relevante kansen en/of bedreigingen voor Vlaanderen.
Maatschappelijke valorisatie van onderzoeksgegevens Het verrichten van wetenschappelijk onderzoek is geen doel op zich; er is
75
P5-TvW 305:binnenwerk p.5- 13/01/10 13:09 Pagina 76
ook het belang van de maatschappelijke valorisatie: onderzoeksgegevens moeten bijdragen tot een effectgericht preventief en curatief (welzijns)beleid. Het monitoren van de verschillende beleidsdomeinen waaronder welzijn en gezondheid en het aftoetsen aan de hand van indicatoren moet die maatschappelijke valorisatie mee vorm geven.
Kenniscentrum WVG Binnen het Departement W elzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) ontstond ook een Kenniscentrum WVG, waar in het team ‘W etenschappelijk Onderzoek’ zeven ex CBGS onderzoekers terechtkwamen. De opdracht is “het systematisch verzamelen en analyseren van wetenschappelijke kennis en gegevens over het beleidsdomein WVG.”
76
hulp; ver volgonderzoek naar de in vloed van stress tijdens de zwangerschap; het belang van de prenatale periode op de adolescentie; leefsituatie en welbevinden van rusthuisbewoners; sociale staat van Vlaanderen; so ciale netwerkanalyse: relevantie voor zorgnetwerken; gezinsbeleid in vergelijkend perspectief. Die onderzoeksdynamiek werd wel afgeremd binnen de nieuwe context, maar viel niet stil. Onderzoeksbloed loopt blijkbaar waar het niet gaan kan. Er kwam ook – zij het bescheiden – een eigen publicatiereeks tot stand. In de reeks KC Rapporten verscheen al werk over de effectiviteit van de jeugdhulp, de structurele cliëntparticipatie in de integrale jeugdhulp, de analyse van behandelingsmethodieken en -technieken in de Vlaamse welzijnssector, alsook een eerste deel over pleegzorg.
Drie sporen van onderzoek Dit gebeurt prioritair via het meerjarenprogramma van het nieuwe Steunwww.steunpunt WVG (2007-2011, puntwvg.be). Ook het tweede spoor van externe ad hoc onderzoeksopdrachten genereert beleidsrelevante kennis voor het welzijns-, gezondheids- en gezinsbeleid. Hierbij ontstaat een soort w etenschapsadministratie. Blijft tot slot het derde spoor van eigen projectwerk. In 2006-2007 lag dit nog in het directe verlengde van waar de betrokken onderzoek(st)ers in hun CBGS nadagen rond werkten. Beknopt gaat het vooral om de volgende projecten en initiatieven: dienst- en hulpverleningsaanbod bij (echt)scheiding; begeleid zelfstandig wonen van jongeren (Woonzinnig!); effectiviteit en structurele participatie en integrale jeugd-
Nieuwe partnerschappen Geleidelijk werden ook nieuwe partnerschappen o ntwikkeld d ie d e a anzet vormden tot vernieuwend werk en in zichten. Door de uitdrukkelijke vraag naar beleidsrelevant onderzoekswerk op het vlak van W elzijn, V olksgezondheid en Gezin zochten de ex CBGS-onderzoekers binnen het Kenniscentrum WVG in toenemende mate ook aansluiting bij en leverden ze bijdragen tot vergelijkend onderzoek bij het werk van intergouvernementele organisaties zoals de Raad van Europa of de Euro pese Unie (zie gezinsbeleid, sociale cohesie). Ook kwamen er vanuit het Kennis centrum WVG nieuwe samenwerkingsverbanden tot stand. V ooral binnen het eigen beleidsdomein WVG via een jaarlijks overzicht ‘W elzijn en Zorg in Vlaanderen. Een gids voor de
P5-TvW 305:binnenwerk p.5- 13/01/10 13:09 Pagina 77
sociale sector’ (zie Mostinckx & Deven, 2009). Maar ook met onze Noorderburen, bijvoorbeeld in het kader van de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen - Nederland. Het initiatief om tot een gemeenschappelijk begrippenkader te komen voor het sociaal werk in de Lage Landen (De Bie & van Ewijk, 2008) gebeurde ook met inbreng van KC stafleden. Last but not least, in de context van het Consortium V ergrijzing in Vlaan deren en Europa (CoViVE) bleef er een contractueel werkverband tussen Jacobs, De Koker , het Kennis centrum WVG (Vanden Boer) en de SVR (V anderleyden). Het werd dus nooit uit het oog, uit het hart. Mogen we geloven 2 dat de nieuwe professor emeritus naar dit alles keek en zag dat het niet zo slecht was?
• Jacobs, Th. & Lodewijckx, E. (2002). Burgerlijke staat en huishoudelijke samenstelling van ouderen in Vlaanderen: nieuwe gegevens en oude vragen. In: Vlaams Centrum voor Kin deren en Gezinnen en Hoger Insti tuut voor Gezinswetenschappen, Centrum voor volwassenenonderwijs (red), Ou deren & relaties. Themadag 15 mei 2002, 9-36.
• Jacobs, Th. & Bronselaer , J. (2004). Voorstellen van indicatoren binnen het beleidsdomein W&G. Brussel: CBGS-Werkdocument 9.
• Jacobs, Th., V anderleyden, L. & V anden Boer, L. (2004). Op latere leeftijd. De leefsituatie van 55-plussers in Vlaanderen . CBGSPublicatie 2004/1. Antwerpen-Apeldoorn: Garant.
• Jacobs Th. & Lodewijckx, E. (red.) (2006). Grenzen aan mantelzorg. Sociaaldemogra fische hypothesen over de toekomst van de zorg. CBGS-Publicatie. AntwerpenApeldoorn: Garant.
• Mostinckx J. & Deven, F. (red.) (2009). Welzijn en Zorg in Vlaanderen. Wegwijzer voor de sociale sector. Mechelen: Wolters Kluwer
Literatuur • Cliquet, R.L. (red.) (1988).
25j aar CBGS. Terugblik en toekomstverkenning. Brussel: CBGS Monografie 1988/4.
• De Bie, M. & van Ewijk, H. (red.) (2008). Sociaal werk in Vlaanderen en Nederland. Een begrippenkader. Mechelen: Kluwer.
• Deven, F. & Jacobs Th. (red.) (2003). Zorgcongres 2003. Reflectiecommissie. Resul taten en V oorstellen. B russel: C BGS-Werkdocument 10.
• Pickery, J. (red.) (2009). Vlaanderen Gepeild 2009. Brussel: Studiedienst van de Vlaamse Regering.
• Studiedienst van de Vlaamse Regering (2009). Jaarverslag 2008. Brussel: Studie dienst van de Vlaamse Regering.
• Vanderleyden, L., Callens, M. & Noppe, J. (red.) (2009). De Sociale Staat van Vlaan deren 2009 . Brussel: Studiedienst van de Vlaamse Regering.
2. In dit te beknopt signalement kunnen we Thér èse Jacobs wellicht het best er en door te ver wijzen naar publicaties van CBGS-onderzoekers waar ze ruim vijf jaar leiding aan gaf. Vooral onder ‘KC - Studies’ vindt men op de website www .kenniscentrumwvg.be thematisch gerangschikt pr ojectwerk over: Kinder en en Gezinnen, Jonger en, Ouderen, Bijzondere doelgroepen, Gezondheidszorg, en Algemeen.
77