Van Abbe Verlicht: László Moholy-Nagy’s Licht-Raum Modulator in Eindhoven
Lezing door Jeroen Willemsen Symposium U-meet “KunstLicht”, 2 oktober 2015
1.
INLEIDING
<startslide: naam + Open Universiteit> Beste mensen. Voordat ik aan mijn verhaal begin, wil ik u eerst vragen om de Jeroen Willemsen Masterstudent OU Cultuurwetenschappen
handen even uit de mouwen te steken. We gaan een kleine oefening doen om de creatieve geest te stimuleren… OEFENING “Make a light modulator”
Dank u wel voor uw enthousiaste inzet. De oefening die we zojuist hebben uitgevoerd is in 1940 op papier gezet door de Hongaarse kunstenaar László Moholy-Nagy. Hij was in dat jaar leraar aan het instituut “New Bauhaus” in Chicago, waar hij zijn leerlingen op een artistieke manier leerde omgaan met media zoals licht en ruimte. Moholy-Nagy was zes jaar eerder op de vlucht voor het nazisme in de Verenigde Staten terecht gekomen. Daarvóór was hij leraar metaalbewerking aan het Duitse Bauhaus in Weimar.
In zijn Bauhaus-tijd ontwierp Moholy-Nagy tussen 1922 en 1930 onder andere een bewegend kunstwerk van metaal, kunststof en hout, dat hij “Licht-Raum Modulator” noemde. <slide met LRM> Het object werd aangedreven door een elektromotor en was daardoor voortdurend in beweging. De reflectie van László Moholy-Nagy Licht-Raum Modulator 1922-1930, replica 1970 Metaal, hout, glas, lampen Hoogte 202 cm, breedte 79 cm, diepte 70 cm Van Abbemuseum Eindhoven, inv. nr. 341
kunstlicht projecteerde een spannend spel van lichtschijnsels en schaduwen op de wanden van de ruimte waarin het object stond opgesteld. Dat gaf de beschouwer de illusie in een constant veranderende ruimte te staan. Het originele kunstwerk is destijds met Moholy-Nagy meegereisd naar de Verenigde Staten en bevindt zich nu in de collectie van het Busch-Reisinger Museum of Germanic Culture in Cambridge, Massachusetts. In 1971 kocht museumdirecteur Jean Leering een replica van het werk aan voor de collectie van het Van Abbemuseum. Dat lijkt nogal merkwaardig, want waarom zou een museum replica’s van kunstwerken willen aankopen? Blijkbaar vond Leering de Licht-Raum Modulator zó belangrijk, dat hij het verwerven van een nietorigineel kunstwerk acceptabel achtte. - 1-
In deze lezing zal ik proberen om u uit te leggen hoe dat zo is gekomen. Zoals u zult merken, is het daarvoor nodig dat we ons verdiepen in de ideeën die Jean Leering had over de functie van zijn museum in relatie tot de beeldende kunst en vooral tot het museumpubliek. Ook zullen we ons moeten bezighouden met de ideeën die Moholy-Nagy had over de rol van beeldende kunst. Ik zal u laten zien hoe de Licht-Raum Modulator zich precies op het raakvlak bevond van de idealen van Leering enerzijds, en Moholy-Nagy anderzijds. Ik sta vervolgens kort stil bij de verwervingsgeschiedenis van de replica, en ik sluit af met een korte conclusie over de rol die de kunsthistorische interpretatie van de LichtRaum Modulator speelde bij de aanschaf door het Van Abbemuseum in 1971.
- 2-
2.
JEAN LEERINGS MUSEUMIDEAAL
<slide Jean Leering> Jean Leering was tussen 1964 en 1973 directeur van het Van Abbemuseum. Zoals alle museumdirecteuren was hij constant bezig met de vraag wat de functie van zijn museum was. Welk publiek wil je aanspreken? Wat laat je ze zien? Hoe laat je het zien? Welke informatie geef je de bezoeker? Wil je een boodschap mee geven? In 1971 schreef Leering het artikel “Het museum: een bijzondere opgave?”, waarin hij blijk gaf van zijn ideeën op dat vlak. Maar ook Jean Leering (1934-2005)
in beleidsnota’s en vergaderstukken van het Van Abbemuseum is duidelijk terug te lezen welke opvattingen Leering had over de rol van zijn museum.
Leering nam een voorbeeld aan Alexander Dorner, die in de jaren 1920 en 1930 directeur was van het Provinzialmuseum in Hannover en die zijn museum beschouwde als een middel om bezoekers aan te zetten tot zelfwerkzaamheid en oordeelsvorming. Ook Leering beschouwde zijn museum niet als een instituut voor een passieve representatie van kunstwerken, maar als een instrument voor activering van de beschouwer. Het museum moest volgens Leering de bezoeker als het ware leren hoe er naar kunst gekeken moest worden.
Je zou Leerings museumideaal kunnen karakteriseren als gericht op “maatschappelijke relevantie” van het museum. In Leerings ideale museum is er sprake van een actieve relatie tussen kijker en object. Het museum biedt de beschouwer nieuwe perspectieven en beïnvloedt daardoor het handelen van die beschouwer. Om de bezoeker aan te kunnen spreken, vond Leering het noodzakelijk dat het museum aansloot op de actualiteit. Verschillende tentoonstellingen van Leerings hand zijn daarvan een duidelijk voorbeeld. Ik breng bijvoorbeeld De Straat uit 1972 in herinnering. En toen er in 1966 in de stad Eindhoven tal van festiviteiten plaatsvonden vanwege het 75-jarige bestaan van Philips, organiseerde het Van Abbemuseum de tentoonstelling KunstLichtKunst.
- 3-
In 1965 omschreef Leering zijn museum als “geen plaats voor de ‘happy few’”, maar een ontmoetingsplaats voor kunstgenot, waar “meningen en inzichten omtrent de eigen-tijd-in-wording (…) aan elkaar geconfronteerd worden” en “botsen kunnen”. Kernbegrippen in Leerings museumvisie zijn dan ook: zelfwerkzaamheid, activering, eigen oordeelsvorming en emancipatie van de bezoekers.
- 4-
3.
DE ROL VAN BEELDENDE KUNST VOLGENS LÁSZLÓ MOHOLY-NAGY
<slide Moholy-Nagy> Ook László Moholy-Nagy had een heel duidelijk idee over de maatschappelijke rol van kunst. Hij was niet alleen praktiserend kunstenaar, maar ook een invloedrijk denker op het gebied van de beeldende kunst in het begin van de twintigste eeuw. Sommige kunsthistorici durven wel te beweren dat Moholy-Nagy meer kunsttheoreticus dat kunstenaar was, maar dat doet volgens mij geen recht aan de esthetische kwaliteiten van de vele kunstwerken László Moholy-Nagy (1895-1946)
van zijn hand.
Hoe het ook zij, Moholy-Nagy heeft zijn gedachten over de rol van beeldende kunst in de samenleving duidelijk uiteen gezet in zijn boek, Malerei, Fotografie, Film (1925). Hij beschouwde kunst in de eerste plaats als een reactie op de modernisering van de samenleving. Volgens de kunstenaar verruimden modernisering en verstedelijking de “optische en akoestische functie van onze zintuigen”. Alleen door oefening en ervaring zou de mens adequaat op de moderniteit kunnen leren reageren. En u raadt het al: kunst was daarvoor volgens Moholy-Nagy bij uitstek een geschikt trainingsmiddel. Hij stelde zijn kunst dus expliciet in dienst van de opvoeding en ontwikkeling van de mens als reactie op de moderniteit. Het is opvallend dat Moholy-Nagy de modernisering op zichzelf niet afkeurde. Sterker nog, hij lijkt de moderniteit juist te omarmen: “Moderne optica en akoestiek als kunstzinnige middelen kunnen alleen de mensen bereiken die open staan voor het hier en nu”, schreef Moholy-Nagy. Aanvankelijk maakte de kunstenaar voornamelijk abstracte schilderijen, waarvan bijvoorbeeld Die grosse Gefühlsmaschine uit 1920, die László Moholy-Nagy Die grosse Gefühlsmaschine 1920 Olieverf op doek 100 x 80 cm (incl. lijst) Van Abbemuseum Eindhoven, inv. nr. 337
zich in de collectie van het VAM bevindt, een voorbeeld is. <slide Die grosse Gefühlsmaschine>
- 5-
In 1925 concludeerde Moholy-Nagy dat fotografie de functie van schilderkunst had overgenomen. Vanaf dat moment richtte de kunstenaar zich op kunstvormen die beter pasten bij zijn ambitie “to paint with light” en experimenteerde hij met fotogrammen en bewegende constructies. Van die fotogrammen heeft het Van Abbemuseum overigens ook enkele bijzonder fraaie exemplaren in haar bezit. En ik herinner me ook nog de adembenemend mooie tentoonstelling “The art of light” in het Haagse Gemeentemuseum van 2011.
<slide Licht-Raum Modulator> Hoe paste de Licht-Raum Modulator nu in het ideaal van Moholy-Nagy om de beschouwer te activeren? Zoals we net zagen, meende hij dat de beste manier om de bezoeker te leren omgaan met modernisering, het trainen van de zintuigen was. Moholy-Nagy geeft een aardig voorbeeld van wat hij als probleem van de moderniteit zag: “Als inwoners van Berlijn de Potsdamer Platz oversteken, kletsen ze met elkaar en horen tegelijkertijd: het getoeter van László Moholy-Nagy Licht-Raum Modulator 1922-1930, replica 1970 Metaal, hout, glas, lampen Hoogte 202 cm, breedte 79 cm, diepte 70 cm Van Abbemuseum Eindhoven, inv. nr. 341 (foto Galerie Klihm, München)
auto's, het klingelen van de tram, het getoeter van de bussen, het hallo van de koetsier, het sissen van de metro, het geroep van de krantenverkoper, het geluid van een luidspreker, enzovoorts. Stadsmensen kunnen deze verschillende akoestische impressies van elkaar onderscheiden, maar de provinciaal raakt er zodanig door van slag, dat hij als aan de grond genageld midden op straat blijft staan.”
De Licht-Raum Modulator was bedoeld als een instrument om alle zintuigen te trainen door ze –net als op de Potsdamer Platz in Berlijn– te bombarderen met een veelheid aan prikkels: licht, beweging, ruimte en geluid. (Moholy-Nagy wilde in een later stadium nog muziek toevoegen aan zijn stellage, maar daar is het nooit van gekomen). Door deze training zou de beschouwer in staat worden gesteld om zich staande te houden in de moderne, verstedelijkte wereld buiten.
- 6-
4.
LEERINGS KUNSTHISTORISCHE INTERPRETATIE VAN DE LICHT-RAUM-MODULATOR
In meerdere opzichten staat de Licht-Raum Modulator symbool voor de samenkomst van de kunsthistorische idealen van László Moholy-Nagy en Leerings visie op de rol van zijn museum. In een voordracht uit 1972 geeft Leering blijk van zijn kunsthistorische duiding van de Licht-Raum Modulator. “Is het werk een kunstwerk of een machine?”, vraagt hij zich dan af. In de voordracht gaat Leering in op de maatschappelijke relevantie van het werk van constructivisten zoals Moholy-Nagy. De kunstenaar wil volgens Leering zijn werk laten functioneren in de samenleving. Door kunst een concrete functie te geven, overstijgt een kunstwerk kwalificaties zoals “mooi” of “lelijk”. MoholyNagy wil verder laten zien dan machines niet alleen ergens voor dienen, maar ook gewoon mooi kunnen zijn. Daarmee sluit hij aan bij kunstenaars zoals Boccioni, die naar middelen zocht om beweging uit te beelden, en bij Tatlins toren: een monument dat machine wordt. Of een machine die een monument Vladimir Jevgrafovitsj Tatlin e Monument voor de 3 Internationale 1920 IJzer, glas, metaal Miniatuur Triënnale Brugge, 2015
wordt. Het is maar hoe je het bekijkt. <slide Tatlins toren>.
<slide Licht-Raum Modulator> Leering duidde de Licht-Raum Modulator als de eindconclusie van de overwegingen van Moholy-Nagy over de rol van fotografie. De representatieve László Moholy-Nagy Licht-Raum Modulator 1922-1930, replica 1970 Metaal, hout, glas, lampen Hoogte 202 cm, breedte 79 cm, diepte 70 cm Van Abbemuseum Eindhoven, inv. nr. 341
functie van schilderkunst was volgens de kunstenaar verdrongen door fotografie, maar Moholy-Nagy kwam erachter dat foto’s statisch en onbeweeglijk blijven, en daardoor geen relatie aan gaan met tijd en ruimte. Dat was voor hem nogal onbevredigend. De Licht-Raum Modulator loste dat probleem op en kon –althans volgens Jean Leering– op meerdere manieren geïnterpreteerd worden:
- 7-
1.
Als bewegende constructie die op zichzelf een autonoom kunstobject is: mooi om naar te kijken.
2.
Als rekwisiet voor film- en theatervoorstellingen. U kunt vanmiddag bijvoorbeeld de film Lichtspiel Schwarz-Weiss-Grau zien, die MoholyNagy in 1933 maakte met behulp van zijn Licht-Raum Modulator.
3.
Als een zelfstandig klein theater in een museale ruimte.
Leering concludeerde zijn betoog door terug te komen op de beginvraag: is de Licht-Raum Modulator nou een kunstwerk of een machine? Het antwoord luidde: beide. Machine als kunstwerk. Kunstwerk als machine. Maar Leering vond de Licht-Raum Modulator toch beter geslaagd als kunstwerk dan als sociaal-artistiek project. Hij concludeerde: “Ondanks alle utopische aspecten is het werk van Moholy-Nagy onze volle aandacht waard, juist vanwege zijn verwoede pogingen de kunst naar de samenleving open te breken”. En dat verklaart Leerings warme belangstelling voor het kunstwerk. Hij had immers precies dezelfde ideeën over de rol van het museum.
(U zult inmiddels begrepen hebben dat ik u de activiteit met uw eigen LichtRaum Modulator aan het begin van deze lezing niet zomaar heb laten doen.)
- 8-
5.
DE VERWERVING VAN EEN REPLICA (1971)
Ik zal u nog een korte beschrijving geven van de verwervingsgeschiedenis van de replica van de Licht-Raum Modulator in 1971. Die aanschaf kwam niet uit de lucht vallen, want al meteen bij zijn aantreden als directeur, in 1964, liet Leering blijken dat hij de verwerving van werken van constructivisten en elementaristen uit de jaren 1920-1930 van groot belang vond om de bestaande collectie van het Van Abbemuseum te kunnen verbinden met hedendaagse kunst. Kunstenaars uit deze stromingen waren volgens Leering een voorbeeld voor eigentijdse kunstenaars.
Toen Leering in 1965 twee aquarellen en het olieverfschilderij Die grosse Gefühlsmaschine voor het museum aankocht, sprak hij met de commissie van Advies af dat hij ook een “constructie of montage” van Moholy-Nagy zou proberen te verwerven. Toen hij in 1965 ter voorbereiding op de tentoonstelling KunstLichtKunst naar Amerika reisde, bezocht hij onder andere het Busch-Reisinger Museum, waar de originele Licht-Raum Modulator stond opgesteld. Bezoekers konden het apparaat niet zomaar in werking zien: het verkeerde in zo’n slechte staat dat de elektromotor alleen in bijzondere László Moholy-Nagy Light-Space Modulator 1922-1930 Metaal, hout, glas, lampen Hoogte 151 cm, breedte 70 cm, diepte 70 cm Busch-Reisinger Museum of Germanic Culture, Cambridge, Massachusetts, USA
gevallen werd ingeschakeld. <slide van Licht-Raum Modulator in Busch-Reisinger Museum>
De slechte staat van de Licht-Raum Modulator bracht Leering op het idee om een replica van het werk te laten maken. Jean Leering hield in notitieboekjes voortdurend allerlei ideeën, tips en ingevingen bij, en noteerde toen hij de Licht-Raum Modulator zag <slide opschrijfboekje>: “Reconstructie zal nog Aantekeningenboekje 23, periode 25-05-1965 tot “najaar 1966”, RKD Den Haag, Archief Jean Leering, inv. nr. 8.
niet zo gemakkelijk zijn. Kan van aluminium gemaakt worden?”. Het ging Leering er dus duidelijk niet om, om een exacte kopie van het kunstwerk te maken. Hij wilde vooral de werking van het object namaken. Leering besprak zijn idee met de curator van het Busch-Reisinger Museum, en ook met de weduwe van Moholy-Nagy. In eerste instantie stemden beiden toe, maar uiteindelijk gaf de weduwe toch geen toestemming. Ze had namelijk gedacht
- 9-
dat Leering het kunstwerk wilde laten restaureren, maar toen bleek dat hij een duplicaat wilde maken, krabbelde ze terug.
In 1970 nam iemand anders, namelijk de vrouw van Zero-kunstenaar Otto Piene, Nan, opnieuw het initiatief om een replica van de Licht-Raum Modulator te laten maken. Ditmaal stemde de weduwe Moholy-Nagy in met het plan. Het ging nu zelfs om twee replica’s, namelijk één voor Amerika en één voor het Bauhaus-Archiv in Darmstadt. Leering wilde echter koste wat kost één van de replica’s in Eindhoven krijgen, en toen er even onduidelijkheid was over de financiering door het Bauhaus-Archief greep hij zijn kans en nam een optie op het kunstwerk.
Het werk werd daarna op zicht naar Eindhoven gestuurd. Daar brak uiteraard een discussie los over het voornemen om een replica van een kunstwerk aan te kopen. Voor een astronomisch bedrag nog wel, want vanwege auteursrechten moest de replica maar liefst ƒ 105.000,- kosten. Lambert Tegenbosch, criticus bij de Volkskrant, noemde het aankoopbedrag een “heilige-koeienprijs” en de Süddeutsche Zeitung vroeg zich af of het aankoopbedrag “niet buitenproportioneel veel geld was voor een dubieuze aankoop”. Het schijnt dat het publiek desondanks enthousiast was en uiteindelijk stemde het college van Burgemeester en Wethouders op 20 maart 1971 dan ook in met de aankoop van de replica.
- 10 -
6.
CONCLUSIE
<slide Licht-Raum Modulator> Ik kom tot een afronding van mijn verhaal. Het thema van vandaag is “Kunst Licht”. Ik hoop dat ik u duidelijk heb kunnen maken dat de Licht-Raum László Moholy-Nagy Licht-Raum Modulator 1922-1930, replica 1970 Metaal, hout, glas, lampen Hoogte 202 cm, breedte 79 cm, diepte 70 cm Van Abbemuseum Eindhoven, inv. nr. 341
Modulator veel méér is dan een kunstwerk dat bestaat bij de gratie van KunstLicht. De Licht-Raum Modulator vertelt een intrigerend verhaal van een visie op de relatie tussen beeldende kunst en publiek en –in het geval van de Eindhovense replica– zelfs van een visie op de relatie tussen museum en publiek. Het maatschappelijke museumideaal van Jean Leering sloot nauw aan op de idealen van László Moholy-Nagy en daardoor vervulde het kunstwerk een sleutelpositie in de collectie die Jean Leering opbouwde. Leering presenteerde het resultaat van de fascinatie van Moholy-Nagy voor licht en beweging als een voorloper van eigentijdse kunststromingen en was tegelijkertijd gefascineerd door de pogingen van de kunstenaar om met zijn kunstwerk een maatschappelijke rol te vervullen. We mogen Leering wel dankbaar zijn voor zijn inspanningen. Dankzij hem kunnen we dicht bij huis genieten van een bijzonder kunstwerk, gemaakt door een bijzondere kunstenaar en aangekocht door een bijzondere museumdirecteur.
Dank u wel voor uw aandacht.
- 11 -