Geriatrie
Vallen voorkomen Adviezen aan mensen vanaf 60 jaar “Het duurt voor een kind een jaar om zich onafhankelijk te bewegen en 10 jaar om redelijk zelfstandig te functioneren, bij een val kan een senior beide verliezen in 1 dag” Prof. Bernard Isaacs Inleiding Vallen en opstaan hoort bij het leven. Vanaf het 60ste levensjaar (en soms al eerder) kan een valpartij ernstige gevolgen hebben. Vanaf deze leeftijd neemt het aantal botbreuken door een val snel toe en kan de angst om opnieuw te vallen ervoor zorgen dat het leven steeds minder plezierig wordt. Voor sommige senioren betekent een valpartij het einde van hun onafhankelijkheid. Verschillende factoren vergroten de kans op een valpartij. Deze factoren nemen we hieronder stapsgewijs door en we geven adviezen over hoe u daarmee om kunt gaan. 1. Flauwvallen (syncope) door orthostatische hypotensie 2. Medicijngebruik 3. Diabetes mellitus (suikerziekte) 4. De woonomgeving 5. De ogen 6. Osteoporose: medicatie en heupbescherming 7. Incontinentie 8. Wat als u gevallen bent? 9. Sociale alarmering thuis 10. Bewegen 11. Goed schoeisel 1. Flauwvallen (syncope) door orthostatische hypotensie Syncope (spreek uit “sin-ko-pee”) is een kortdurende en vanzelf overgaande bewusteloosheid die veroorzaakt wordt door een verminderde bloedtoevoer naar de hersenen. Vaak voelt u dit aankomen en kunt u een val voorkomen, maar soms leidt dit toch tot een val. Syncope wordt veelal veroorzaakt door een te lage bloeddruk of verandering van het hartritme waardoor er te weinig bloed naar de hersenen gepompt kan worden. Als de bloedtoevoer langzaam vermindert, ontstaan er meestal verschillende waarschuwingstekens zoals licht gevoel in het hoofd, zwarte vlekken zien en zoemen in de oren. Bij jongeren ontstaat dit bijvoorbeeld door stress of schrik (zien van bloed).
15130573
Bij de meeste ouderen ontstaat syncope door orthostatische hypotensie. Letterlijk betekent dit: lage bloeddruk bij staan. De bloedvaten in de benen worden onvoldoende samengeknepen in staande houding, zodat het bloed naar de benen zakt. De reflex die de bloeddruk op peil houdt bij het opstaan uit een zittende of liggende houding, is verminderd.
De bloeddruk zakt vanaf het moment van opstaan en kan binnen enkele seconden tot vele minuten een niveau bereiken waarbij het brein niet meer functioneert en men dus flauw valt. Bij senioren kan dit ook langer dan enkele minuten aanhouden en ontstaan na plassen of eten. Of deze orthostatische hypotensie van voorbijgaande aard is, is erg afhankelijk van de oorzaak van de stoornis in de bloeddrukregeling. Adviezen bij orthostatische hypotensie Voeding FF Zorg dat u niet zoutloos eet: voeg normaal zout toe bij het eten. Dit mag niet als u een hoge bloeddruk of hartproblemen heeft; overleg dan eerst met uw arts. FF Drink voldoende: 2 à 2,5 liter per dag. FF Gebruik kleine maaltijden, zodat de bloeddruk door verplaatsing van bloed naar de darmen niet overmatig daalt. FF Plaats het hoofdeinde van het bed een beetje hoger. FF Gebruik kussens onder het matras om de benen hoger te leggen. Medicijnen FF Medicijnen die het hart- en vaatstelsel beïnvloeden, kunnen een nadelige invloed hebben op uw klachten. Voorbeelden hiervan zijn neusdruppels (otrivin), bloeddrukmedicijnen, medicijnen tegen psychische klachten en verdovingen bij de tandarts. Overleg hierover met uw arts of tandarts. Beweging FF Probeer niet te lang in bed te liggen. Blijf overdag liefst zitten of staan. De klachten verergeren als u langere tijd ligt. FF Wanneer u duizelig wordt terwijl u staat; ga indien mogelijk op uw hurken zitten, ga liggen of ga zitten in een stoel met uw benen omhoog. Probeer niet te blijven staan. Als de klachten wegtrekken komt u rustig overeind. FF Vermijd langdurig stilstaan. Bij klachten tijdens het staan kunt u de benen kruisen en op beide benen stevig gaan staan. Zo kan er minder bloed wegzakken. Neem waar mogelijk een opvouwbaar stoeltje of de rollator mee zodat u kunt gaan zitten in geval van klachten. FF Sta altijd rustig op vanuit liggende of zittende houding. Wacht met lopen als u licht in het hoofd wordt. FF Vermijd plaatsen waar u niet kunt gaan zitten. Overig FF Vermijd hete douches. Douche op een stevige stoel. 2. Medicijngebruik Hoe meer geneesmiddelen u gebruikt, hoe groter de kans op ongewenste effecten. Eén van deze effecten kan een vergrote kans op een val zijn. Toch kan het soms nodig zijn dat u de medicijnen moet blijven gebruiken. Het is belangrijk de medicijnen zorgvuldig te gebruiken, want dan werken ze het beste en is er minder kans op bijwerkingen. Hierbij zijn de volgende punten van belang: Kalmeer- en slaapmiddelen Deze middelen worden over het algemeen te veel voorgeschreven en dragen aanzienlijk bij aan de kans op vallen. Overleg goed met uw arts of er geen andere oplossing bestaat voor uw klachten. Gebruik, indien mogelijk, lichtere middelen die minder lang doorwerken en daardoor minder ongewenste effecten met zich meebrengen.
Gaan de verschillende medicijnen die u gebruikt goed samen? Sommige medicijnen gaan niet goed samen. Als u van verschillende artsen medicijnen krijgt en/of zelf medicijnen in de winkel koopt kan het zijn dat u combinaties van medicijnen gebruikt die elkaars werking beïnvloeden. Uw arts kan dit beoordelen. Vertel daarom altijd aan uw arts welke medicijnen u allemaal gebruikt. Ook als het gaat om homeopathische middelen die u zelf koopt. Sommige plantenbereidingen kunnen bijvoorbeeld het effect van bepaalde geneesmiddelen versterken. Bij uw eigen apotheek kunt u gratis ‘het geneesmiddelenpaspoort’ krijgen. Hierin worden alle medicijnen vermeld die u gebruikt, inclusief de middelen die u zonder recept heeft aangeschaft. Neem dit geneesmiddelenoverzicht mee bij ieder bezoek aan een medisch specialist. Heeft u voldoende informatie over het medicijn? Uw arts en uw apotheker kunnen u alle informatie geven over de medicijnen die u gebruikt. Ook de bijsluiter is een belangrijke bron van informatie. De apotheek maakt vaak zelf een bijsluiter bij een bepaald medicijn, die duidelijker en beter te begrijpen is. Vraag ernaar in uw apotheek. Wees matig met alcohol Neemt u het medicijn op de juiste manier in? Vraag uw arts om een zo duidelijk mogelijk schema op te stellen en houdt u zich precies aan dit schema. Zorg dat u zoveel mogelijk rechtop zit tijdens het innemen van uw medicijnen en zorg dat u er voldoende bij drinkt. Als u moeite heeft met het innemen van de medicijnen, bespreek dat met de apotheker. Vaak is een medicijn ook in een andere, voor u makkelijkere, ‘toedieningsvorm’ te krijgen. Verder zijn er ook allerlei hulpmiddelen bij de apotheek te verkrijgen, zoals bijvoorbeeld een tablettensplijter (als u het doorslikken van grote tabletten lastig vindt), een innamenschema of een weekdoos (als u moeilijk kunt onthouden op welk tijdstip van de dag u welk medicijn moet innemen of indien u meerdere medicijnen op verschillende tijden van de dag in moet nemen). Bewaart u het medicijn op de juiste wijze? Over het algemeen is een koele en droge bewaarplek het beste. Dus beter niet in een vochtige badkamer. Bewaar ze in ieder geval buiten het bereik van kinderen of huisdieren. Als een medicijn op een speciale plek bewaard moet worden, bijvoorbeeld in de koelkast, wordt dit in de bijsluiter vermeld. Houdt ook de houdbaarheidsdatum van de medicijnen in de gaten. Breng de middelen die u niet meer gebruikt terug naar de apotheek of lever ze in bij de chemokar. 3. Diabetes mellitus (suikerziekte) FF Als u diabetes mellitus heeft, dan kan het gebeuren dat uw bloedsuiker soms te hoog of soms te laag is. Hierdoor heeft u een groter risico om te vallen. Let goed op de verschijnselen die bij een te hoge bloedsuiker horen (hyperglykemie ofwel hyper). Let ook goed op de verschijnselen die bij een te lage bloedsuiker horen (hypoglykemie ofwel hypo). Wees alert op goede voet- en teennagelverzorging. Eventuele wondjes genezen minder goed bij mensen met diabetes mellitus. Wondjes aan de voeten kunnen problemen geven tijdens het lopen. Indien er wondjes zijn die niet behandeld worden kan dit uiteindelijk zelfs leiden tot amputatie.
4. De woonomgeving Algemeen FF Gebruik nooit een stoel of krukje om iets te pakken dat hoog staat. Gebruik een stevige huishoudtrap met beugel. FF Zorg dat er op elke verdieping een makkelijk te bereiken telefoon aanwezig is. Haast u niet als de telefoon rinkelt. FF Zorg voor goed schoeisel, ook als u binnenshuis loopt. Vloeren FF Zorg dat er geen losliggende snoeren op de vloeren liggen. FF Verwijder losse kleden en tapijten. Als dit niet mogelijk is, maak tapijten vast aan de vloer of zorg dat ze een antisliplaag hebben. FF Laat niets op de vloer slingeren. FF Loop niet op een natte vloer. Verlichting Goede verlichting in de eigen woning is erg belangrijk. Dit wordt vaak onderschat. Enkele tips om valincidenten door slechte verlichting te voorkomen: FF Zorg voor gelijkmatige, niet verblindende verlichting in heel het huis. FF Zorg dat vooral de trap goed verlicht is. Veel valincidenten bij ouderen gebeuren op de trap. FF Zorg vooral voor goede niet verblindende verlichting van de slaapkamer naar het toilet en gebruik deze ook. Wees hier niet voorzichtig mee om de partner niet wakker te maken. Schaf eventueel een sensorlampje aan, deze gaat automatisch branden als u uit bed stapt. FF Of zorg voor een lichtknopje bij het bed, zodat opstaan in het donker niet nodig is. FF Zorg dat het looppad vrij van obstakels is. Badkamer en toilet FF Breng hulpmiddelen aan zoals een handgreep bij toilet, douche en bad als u steun nodig heeft bij het opstaan. FF Gebruik geen steunpunten die niet als steunpunt bedoeld zijn zoals bijvoorbeeld fontein, glijstang, deurklinken, verwarmingsbuizen. FF Gebruik een stoel met armleuningen in de douche. FF Zorg in natte ruimtes voor antislipmatjes in en naast de douche en/of het bad. Deze antislipmatjes moeten goed plakken en regelmatig vervangen worden als dit niet meer zo is. Gebruik geen andere toilet- en badkamermatten dan antislipmatten. Trappen FF Laat geen spullen op de trap liggen. FF Zorg in ieder geval voor één leuning, als het mogelijk is zelfs twee leuningen. Laat treden die niet bekleed zijn met een vloerbedekking bekleden met een antisliplaag of strip. FF Zorg voor een goed onderscheid tussen de onderste treden en de vloer, zodat u de onderste treden niet mist. Woonkamer FF Plaats in de woonkamer geen meubels die omvallen als u erop zou leunen. FF Zorg voor voldoende loopruimte tussen de meubels door. FF Leg geen losse kleedjes in de woonkamer. Keuken FF Sluit na gebruik steeds de deuren van keukenkastjes zodat u er niet achter kunt blijven hangen. FF Zet spullen die veel gebruikt worden in kastjes die makkelijk bereikbaar zijn.
5. De ogen Mensen die minder goed zien lopen een groter risico om te vallen. Ze merken minder snel een obstakel of oneffenheid in de ondergrond op. Daarom volgen hier een aantal tips om vallen door slecht zien te voorkomen. FF Gebruik geen bril die van een ander persoon is. FF Laat één keer per jaar uw ogen nakijken bij een opticien of oogarts. Ofwel om te bekijken of de bril die u gebruikt nog de juiste sterkte van glazen heeft, ofwel om te bekijken of het nodig is dat u een bril gaat gebruiken. FF Zorg dat de verlichting in huis voldoende is, vooral op plekken die gevaarlijke situaties op kunnen leveren. FF Doe ’s nachts het licht aan als u naar het toilet gaat. 6. Osteoporose: medicatie en heupbescherming Na het 50e levensjaar resulteert één op de 20 valincidenten in een botbreuk. Tussen de 50 en 70 jaar wordt vooral de pols gebroken, terwijl boven de 70 jaar steeds vaker een heup wordt gebroken. Vooral vrouwen met een lichte huidskleur hebben een verhoogde kans op botontkalking (osteoporose) en daardoor een grotere kans op een botbreuk. Zo heeft een blanke vrouw op 50-jarige leeftijd meer dan 50% kans om in haar verdere leven iets te breken. Een huisarts kan met u doornemen of u een verhoogd risico heeft op botontkalking. FF Als bij u sprake is van osteoporose, is het zinvol hier maatregelen tegen te nemen. Het eten en drinken van calciumhoudende producten zoals kaas en melk, is bewezen effectief. Dit geldt ook voor extra bewegen, en overdag buiten komen. Onder invloed van zonlicht maakt uw lichaam vitamine D aan, dat goed is voor het opnemen van extra calcium uit de darmen. Vaak dienen er ook medicijnen ingenomen te worden. Overleg met uw huisarts of specialist of u daarvoor in aanmerking komt. Deze medicijnen dient u wel lange tijd in te nemen, tot zeven jaar. Bij zeer hoog bejaarden (mensen ouder dan 85 jaar) is de effectiviteit van deze medicijnen al aangetoond na inname van minder dan een jaar. FF Heupbescherming Het is moeilijk om op hogere leeftijd te revalideren na een heupfractuur en om op hetzelfde mobiliteitsniveau terug te komen. Om te voorkomen dat deze heupfractuur ontstaat door een val kan het nuttig zijn dat u een heupbeschermer draagt. Deze heupbeschermer bestaat uit harde beschermstukken die in de zijkant van een speciale onderbroek geschoven worden. Om na te gaan of voor u het dragen van een heupbeschermer zinvol is, kunt u het best overleggen met uw (huis)arts of de fysiotherapeut waar u onder behandeling bent. 7. Incontinentie van urine of ontlasting FF Oorzaken van incontinentie zijn soms dezelfde als oorzaken voor verminderde spierkracht of balans. Door deze oorzaken te behandelen kan soms de incontinentie behandeld worden. Als het voor u moeilijk blijft om op tijd bij het toilet te komen, is het verstandig om incontinentiemateriaal te gebruiken. Hiermee kunt u voorkomen dat u zich haast naar het toilet. Door uzelf te haasten loopt u een verhoogd risico om te vallen. Informatie over de verschillende soorten incontinentie en het incontinentiemateriaal zijn bij iedere apotheek te krijgen. Accepteer echter nooit zomaar dat u urine of ontlasting verliest. Maak incontinentie bespreekbaar met uw huisarts.
8. Wat als u gevallen bent? FF Als u gevallen bent, kan het lastig zijn om weer overeind te komen. Daarom geven we u hierbij de volgende tips: • Rol om tot u op de buik ligt. • Druk u omhoog en kruip op handen en knieën naar een stevig meubel dat voldoende steun biedt om recht te komen. • Houd het meubel stevig vast. • Zet één voet plat op de grond. Probeer met de steun van beide armen en één been rechtop te komen. • Soms is een trap ook een uitstekende plaats om langzaam op te hijsen tot u in een positie komt van waaruit u opnieuw rechtop kunt gaan staan. Als u niet meer rechtop kunt komen, zorg dan dat u niet te sterk afkoelt. Trek alles naar u toe dat als isolatie kan dienen zoals bijvoorbeeld kussen, handdoeken, tapijtjes, kledingsstukken. Probeer de aandacht te trekken van mensen in uw omgeving door middel van lawaai maken en hulp roepen. Accepteer nooit dat u zomaar valt. Als u binnen zes maanden tweemaal bent gevallen, heeft u recht op een uitgebreid medisch onderzoek. Een dergelijk onderzoek wordt binnen het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis uitgevoerd op de valpolikliniek. Overleg met uw (huis)arts of het zinvol is een valtraining te volgen bij een fysiotherapeut bij u in de buurt. Deze kan u leren hoe weer rechtop te komen als u gevallen bent. Er zijn fysiotherapeuten die hierin gespecialiseerd zijn. 9. Sociale alarmering thuis FF Als u alleenwonend of veel alleen thuis bent, is het van belang dat u in een noodsituatie iemand kunt waarschuwen. Als u gevallen bent en niet zelf op kunt staan en geen telefoon binnen handbereik heeft, is het moeilijk om iemand te waarschuwen. Door het dragen van een alarmketting, kunt u door middel van een druk op de knop van de alarmketting altijd iemand waarschuwen die u kan helpen. De sociale alarmering bestaat uit een alarmapparaat en een halszender die u kunt dragen met het bijgeleverde halskoordje of clipje. Met de halszender kunt u met één druk op de knop hulp inroepen. De zorgcentrale is 24 uur per dag bereikbaar voor het afhandelen van alarmoproepen en meldingen. Op het moment dat uw oproep of melding binnenkomt, zien de verpleegkundigen uw persoonlijke gegevens op de computer in beeld. Zij praten met u via hun koptelefoontje en u hoort hen via uw alarmapparaat. Vervolgens kunnen zij snel beoordelen welke hulp ingeroepen moet worden en wordt dit onmiddellijk geregeld. Voor informatie over het aanvragen van deze sociale alarmering kunt u contact opnemen met de thuiszorgorganisatie in uw regio. 10. Bewegen FF Bewegen is goed voor de gezondheid tot op hoge leeftijd. U kunt uw spierkracht, coördinatie en ook uw geestelijke conditie onderhouden door lichamelijk actief te blijven. Het oude spreekwoord “rust roest” geldt nog altijd. Lichaamsbeweging is heel makkelijk te verkrijgen door het doen van de dagelijkse activiteiten. Boodschappen doen, activiteiten in en rond het huis, dagelijks een stukje wandelen en fietsen. Er is altijd de mogelijkheid om u aan te sluiten bij een organisatie die sportactiviteiten speciaal gericht op ouderen heeft. Voor informatie over ‘Meer Bewegen voor Ouderen’ bij u in de buurt kunt u contact opnemen met de Stichting Welzijn Ouderen in uw eigen gemeente.
11. Goed schoeisel FF Zorg tijdens activiteiten binnenshuis en buitenshuis altijd voor goede, stevige schoenen. Gebruik geen sloffen, behalve als die dezelfde kenmerken hebben als van een goede schoen. Draag sportieve schoenen: dit vermindert - in vergelijking met andere schoenen - uw valrisico met 30%. FF • • • • • • • •
Wat kunt u beter niet dragen: Slap schoeisel geeft een groter risico op struikelen. Een hoge hak (hiel) Heel zachte zolen (verminderen het lopen in een rechte lijn) Te gladde zolen Versleten en scheve zolen Te weinig steun aan de hiel Slecht passend of knellend schoeisel Versleten schoeisel
FF • • • • •
Wat zijn goede schoenen: Lage stevige hak Goede steun aan de hiel Dunne, stevige zool met reliëf Veterschoenen (geen instappers) Goede pasvorm, niet te veel ruimte, maar ook niet knellend.
Er zijn verschillende hulpmiddelen om het aan- en uittrekken van schoeisel te vergemakkelijken.
September 2015
Zuwe Hofpoort Ziekenhuis Polanerbaan 2 3447 GN Woerden T 0348 42 79 11 I www.zuwehofpoort.nl