Vakantieverslag Turkije 2009
Inleiding Met dit reisverslag over onze tweede vakantiereis naar Turkije willen we jullie laten meegenieten van deze fantastische onderneming. Onze auto, een Skoda Roomster 1.9 TDI heeft het prima gedaan en we hebben geen problemen gehad. Ook deze keer heeft Jacinta een dagboek bijgehouden. Hoewel wegen en bewegwijzering niet van westers niveau zijn, is het rijden goed te doen. Neem goede kaarten mee, want aan een navigatiesysteem heb je niet veel. De afstand die we hebben afgelegd, is 8870 kilometer. In totaal zijn we 11 weken weg geweest. Bijgevoegd het Routeplan van heen- en terugreis (bestand “Turkije route heen- en terugweg 2009”).
1
Reisverslag Zaterdag 11 april 2009 om 8.30 uur is het zover, we gaan met droog weer op weg richting Duitsland, via Keulen A3, rijden we Bad Camberg binnen, een mooi stadje. We maken een wandeling, want onze gewrichten kunnen wel wat hulp gebruiken. Dan stappen we op een gezellig plein een Konditorei binnen en drinken koffie met wat lekkers. Na een uurtje pauze rijden we weer verder. In de namiddag komen we in Regensburg aan, waar we overnachten. Eenmaal avond, en onder het genot van een goed glas wijn, kijken we terug op een geslaagde eerste dag. Zondag 12 april 2009. Bij het opstaan valt er regen. We gaan lekker ontbijten en vertrekken dan richting Oostenrijk. Via Wenen, waar we pauze houden, gaan we naar Nickelsdorf, de grens overgang met Hongarije M1. Hier houden we onze eerste picknick en nemen uit eigen voorraad een broodje en een kop soep. Op deze manier reizend en kiezend voor de nodige tussenstops, is niets anders dan puur genieten. Aan de rand van Boedapest komen we in een betaalbaar hotel terecht. In de omgeving is een mooi restaurant waar we heerlijke goulash met speckknödel eten. Het is intussen 22.30 uur geworden en gaan terug naar het hotel, het is bedtijd. Maandag 13 april 2009 om 8.45 uur rijden we weg uit het prachtige Boedapest, op weg naar de Servische grens. Het lentelicht streelt de weilanden en de wolkpartijen in de lucht. Via een glooiende binnendoor route met hier en daar een flinke kuil in de weg komen we aan de grens bij Tompa. Het is niet druk. De douanebeambte vraagt onze paspoorten voor een stempel en we mogen doorrijden. Net over de grens gaan we aan de kant, uit eigen voorraad nemen we iets te eten en drinken. Dan op naar Novi Sad. We zoeken daar een hotel. Dat vinden we op loopafstand van het centrum. In een restaurant eten we een prima tweegangen-streekgerecht. Dan is het bedtijd, onze kamer heeft goede bedden die zorgen voor een perfecte nachtrust. Dinsdag 14 april 2009. Na een goed ontbijt rijden we om 8.15 uur Novi Sad uit. We gaan over de Donau-verkeersbrug en zitten weer op de grote doorgaande route naar Belgrado. We glijden over de Balkan naar Nis en Dimitrovgrad, de grens met Bulgarije. De weg is vierbaans, het laatste stuk tweebaans, we rijden door dunbevolkte streken gekenmerkt door glooiende heuvels. Het weer is wisselend; de temperatuur is 18 graden, maar het is droog. Bij de grens moeten enkele formaliteiten worden geregeld, we krijgen weer wat stempels en mogen doorrijden. Hier is verder geen controle, het land is lid van de EU. De tijd gaat hier een uur vooruit, het is nu 15.30 uur. We rijden langs eindeloze weilanden op weg naar Sofia. Daar komen we op bekend terrein; we logeren in het hotel dat we kennen van de vorige vakantiereis. Het heeft een gezellige bar en restaurant met comfortabele kamers. We hebben er heerlijk wat gedronken, een lekker menu op, en goed geslapen. Het was een enerverende dag en gaan om 22.45 naar bed. Woensdag 15 april 2009. Om 8.30 uur rijden we uit Sofia weg. Al snel blijkt dit niet zo eenvoudig te zijn. Er is een omleidingroute ingesteld, die niet goed te volgen is, maar het komt goed. Na enige tijd komen we op de doorgaande weg E80. We rijden via Plovdiv naar de grens bij Svilengrad. Het landschap met weidse akkers, bochtige wegen en in de verte hoge bergen trekt aan ons voorbij. Bij Kapitan Andreevo (check-point Turkse grens) moeten we stoppen. Omdat hier Europa ophoudt en Azië begint, is dit niet de makkelijkste grensovergang. Hier moet van alles gebeuren; alle papieren inleveren ook die van de auto visa voor drie maanden regelen, algehele auto-inspectie, aanschaf autovignet, bagagecontrole, Turkse lira's aanschaffen, en alles betalen. De Turkse grensbeambten zijn vriendelijk; zij 2
moeten de bureaucratische poppenkast meespelen. Het is inmiddels ver in de middag als we onze route kunnen vervolgen. We rijden nog naar Lüleburgaz. We gaan er overnachten en vinden op de bonnefooi een hotel. We krijgen een mooie grote kamer, met drie bedden en een badkamer. Eten doen we in de het centrum. 's Morgens, na het ontbijt, gaan we afrekenen. Bij de receptie wordt rekening gehouden met het feit dat we uit Nederland komen. Deventer is de partnerstad van Lüleburgaz en we hoeven daarom maar de helft van de hotelkosten te betalen. Donderdag 16 april 2009. Voor we uit Lüleburgaz wegrijden, vullen we de koelbox opnieuw met proviand, je weet onderweg maar nooit. Deze etappe gaat over de Bosporuscontinentenbrug, die Europa met Azië overspant, richting Istanbul. Autorijden is in Turkije overigens prima te doen, ook al rijden ze iets roekelozer dan wij gewend zijn. Via Sakarya gaan we naar Kutahya, een hoog gelegen stad in Anatolië. Onderweg komen we door een aantrekkelijk, afwisselend gebied met uitgestrekte bossen, langs langgerekte meren en over kale hoogvlakten. De waanzinnige rotsformaties in goudgele kleuren, met uitgesleten patronen zijn indrukwekkend. We stoppen ergens voor een fijne picknick. De zon schijnt het is 22 graden. Als we verder rijden gaat de weg flink omhoog (10-12%), een echte bergpas. We kijken over een toendra-achtig landschap wat zorgt voor een breedbeeldpanorama. We rijden de stad binnen en vinden een prima accommodatie waar we de nacht doorbrengen. In het hotel gaan we heerlijk kebab, salade en brood eten. We drinken daarbij een paar glazen wijn. Dan wordt het weer bedtijd en gaan we lekker slapen. Alweer een fantastische dag voorbij. We reden vandaag 525 kilometer.
3
Vrijdag 17 april 2009. Om 8.45 uur vertrekken we uit Kutahya, het is koud, 13 graden. In de straten veel kuilen en gaten, veel huizen zijn toe aan een grote opknapbeurt, maar de mensen zijn te arm om het op te knappen. Als toerist moet je hier wel tegen wat armoede kunnen en bereid zijn de schoonheid van verval te zien. Het landschap begint in een rap tempo te veranderen; we rijden in de middle of nowhere, af en toe een dorp, nog veedrijvende nomadenfamilies, en een herder met wat schapen. Het heldere weer biedt tientallen kilometers vrij zicht. De wegen slingeren door een vlakte van leegte en rust. We komen bij een meer omringd door reusachtige bergen met grijsgroen water, waarin de bergtoppen worden weerspiegeld. Het is prachtig gelegen. We zitten op een hoogte van 1750 meter. Soms is er een tunneltje en soms balanceren we boven een diepe afgrond. De weg klimt gestaag (12-14%) en slingert met de nodige haarspeldbochten door de bergpassen. De auto doet het prima, klimt in zijn tweede versnelling dan naar boven, dan weer naar beneden en is haarspeldbochtbestendig. Constant moet er wat bijgeremd worden op de hoogste afdalingen. Druk is het hier niet, op deze kronkelige wegen tellen we slechts enkele tegenliggers; boeren die voor transport vaker gebruik maken van ezels en paarden dan van tractoren of auto's. We rijden het stadje Beysehir aan het gelijknamige bergmeer binnen. Het is prachtig gelegen, met een spiegelglad wateroppervlak en is kristalhelder. We zoeken naar een overnachtingplaats. Een vriendelijke man loodst ons naar een hotelletje. De eigenaar laat met trots zijn etablissement zien. We kunnen er terecht. In het centrum op een pleintje kunnen we eten. In het kleine restaurant waar we binnen stappen, valt niet te kiezen en we eten wat de pot schaft. En dat was geen straf; lekker gegrilde kip met yoghurt, salade en brood. Daarna zijn we weer voldaan gaan slapen. We reden vandaag 315 kilometer.
Zaterdag 18 april 2009. We worden wakker in Beysehir en ademloos kijken we naar het meer en bergmassief. Het is uniek en bijna overrompelend; niets doet vermoeden ingeklemd te zitten tussen bergwanden die meer dan 1000 meter oprijzen. De toppen zijn niet te zien, ze zijn verscholen achter de wolken met waarschijnlijk veel sneeuw erop. We verlaten de stad, 4
snel klimt de weg door de steile bergen met een stijgingspercentage van 14 tot 16%. We zijn op 2230 meter hoogte en komen door een diepe smalle kloof, de rotskammen hoog boven ons. We komen aan de voet van het grotendeels beboste Taurusgebergte. Deze bergketen loopt parallel met de Zuidkust van Turkije en strekt zich uit van het Anatolische hoogland tot aan de rivier de Eufraat in het oosten. Het is een ruig gebied met bergtoppen hoger dan 3780 meter en waar alles bedekt is met sneeuw. We komen langs dorpen en door gehuchten waar de bevolking het niet makkelijk heeft. We zien herders die schapen laten grazen, vrouwen die water sjouwen, geiten die worden gemolken en mensen die op akkers werken. Bepakte ezels met snoeihout voor de stook. Huisvrouwen die druk zijn met het maken van boter, kaas, yoghurt en brood. De huisvlijt van deze vrouwen is het weven van prachtige tapijten en handgeknoopte kleden. Hier duiken nog eeuwenoude traditionele vormen van leven op. Het is een ongelofelijke mooie route, enerzijds het ongerepte berglandschap, anderzijds de spectaculaire hellingen en diepe ravijnen. De vele afdalingen met haarspeldbochten, de duizelingwekkende uitzichten zijn schitterend. Langzaam keren we terug naar zeeniveau. Dat vraagt veel behendigheid, stuurmanskunst en concentratie, maar het gaat gelukkig allemaal goed. We nemen een pauze en eten en drinken weer wat uit eigen voorraad. Dan beginnen we aan de laatste kilometers en hopen over enkele uren in Mahmutlar te arriveren. De weg wordt golvend, na enige tijd bereiken we de kustweg die naar Alanya gaat. Een afwisselend kustlandschap volgt; de Middellandse zee strak blauw en de heuvels van het Taurusgebergte glooiend. Via enkele pittoreske badplaatjes komen we in de toeristenmetropool Alanya. De lelijkheid van dit vakantieoord heeft zich als een rots van beton aan de kust vastgebeten. Wat hier wel mooi is, is de imposante burcht op een 250 meter hoge rots die twee kilometer ver in zee ligt. Verder heeft deze “toeristenkermis” niets te maken met het Turkije waar wij van houden.
5
In het relatief rustige, bijna dorpse Mahmutlar waar de groeiende nieuwbouw ook zijn tol eist, in karakterloze architectuur, is het vooralsnog goed toeven. Weg uit de frontlinie van het massatoerisme, kan de badhanddoek in het zachte gritachtige zand worden uitgespreid en kun je genieten van zon, zee en zwoele zeewind. We rijden Mahmutlar binnen en arriveren om 15.30 uur bij het appartement dat we hebben gehuurd (http://www.huisjeturkije.nl/). We reden vandaag een indrukwekkende etappe met enkele pittige stukken erin. De afstand was vandaag 235 kilometer. Op de kilometerteller staat nu in totaal 3640 kilometer.
Mahmutlar-dorp blinkt nergens in uit, maar heeft precies genoeg van alle ingrediënten die het verblijf er aangenaam maken. Het is een langgerekt dorp, met een goed aangelegde hoofdstraat waar we goed kunnen fietsen. Het appartement, ons tijdelijk huis wat als een jas om ons heen past, ligt op een schitterende locatie, niet ver van de dorpskern en van zee. Het zal hier zes weken onbezorgd genieten zijn. Ons onderdompelen in de aangename Turkse manier van leven. In Mahmutlar hebben van 18 april tot 30 mei verschillende dingen gedaan. We hebben het Goldcity Tourism Complex bezocht en kregen er een rondleiding van anderhalf uur. Een werkelijk fantastische plek gelegen boven het dorp. Het complex heeft een totale grootte van 175.000 vierkante meter. Dit complex zie je vanuit het appartement, vanaf het balkon. We hebben ook veel gefietst; door het hele dorp, langs de boulevard en zelfs naar Alanya. 6
Ook zijn we naar Sapadere köy geweest dat in het oosten grenst aan Mahmutlar. Sapadere köy is een ongerept dorp dat verborgen ligt tussen het groen van het Taurusgebergte en waar de mensen volgens de oude tradities leven. De dorpse sfeer wordt er bewust in stand gehouden. Er is daar een mooie vallei waar een helderblauwe rivier doorheen stroomt met een 530 meter lange loopbrug. Het is een prachtige wandeling tussen de rotsen door met alle kleuren groen en blauw om je heen. In een traditioneel restaurant hebben we lekker forel gegeten.
Dan is het zaterdagmorgen 30 mei 2009. Het is tijd om aan de terugreis te beginnen. Met de kilometerteller op nul gaan we op pad. De bochtige kustweg D400 met het trillende felle licht van de zon is ruig en het gebied is dun bevolkt. Langs fantastisch mooie baaien met geweldige zandstrandjes en diep blauw water verlaten we bij Fethiye de zuidkust. We rijden door een van de mooiste delen van Turkije en zien sneeuw op de bergen richting Dalyan aan de zuidwestkust. Hier zullen we vier dagen blijven en logeren we in Pension Beyaz Gül (http://www.beyazgul.info/homepagenl.html). Het plaatsje waar we verblijven is fraai gelegen aan de oever van de monding van het zoetwatermeer Köyçegiz. Het is bekend door de rotsgraven die er in de bergen zijn. In deze omgeving zijn ook de grote zandstranden van Turkije. De zee is er kraakhelder en niet wild. Een van de zandstanden (Iztuzu) is beschermd gebied. Dit is het schildpaddenstrand, het paargebied van zeldzame zeeschildpadden. Naar deze stranden varen doe je met rivierdolmuses (bootjes). Deze gaan de hele dag heen-en-weer. Na vier dagen van genieten van het vele moois gaan we verder met onze reis. 7
Woensdag 3 juni 2009. Na het ontbijt rijden we uit Dalyan en gaan op weg naar Güzelçamli, een voor ons bekend oord. We komen weer terecht in het Art hotel (http://www.arthotel.com.tr/pages_nl/pages/links.html) en spreken af er tien dagen te blijven. We gaan weer van alles ondernemen en komen elke dag tijd tekort. Dan breekt de laatste vrijdag aan en we gaan afrekenen. Maar omdat de betaalautomaat niet goed functioneert, loopt het fout met onze betaling. Het bedrag dat we moeten betalen wordt vier keer afgehouden. Vrijdags is de gebedsdag voor de moslims en is het voor veel instellingen het einde van de week. Zo ook voor de bank die deze fout moet corrigeren. Omdat we na het weekend naar de bankinstelling moeten, kunnen we niet vertrekken. We blijven nog vier extra dagen en krijgen deze -ter compensatie- gratis.
8
Dinsdag 16 juni 2009 om 8.30 uur nemen we afscheid bij het Art hotel en rijden we uit Güzelçamli weg. De auto is de beste manier om verschillende bestemmingen te combineren en geeft een ongekend gevoel van vrijheid. Juist in korte tijd neem je gretig nieuwe indrukken op. We gaan richting Izmir en lassen er een pauze in. Een uurtje later gaan we op weg het binnenland in en komen via Manisa, waar we een gözleme (soort pannenkoek) eten met Ayran (yoghurtdrank). Dan komen we in de namiddag in de traditionele stad Balikesir. We zoeken een hotel. Daar krijgen we de mooiste kamer en beste verzorging want we zijn de enige buitenlanders. We maken een wandeling in Balikesir en met verbazing kijken we onze ogen uit. We zien tientallen winkeltjes met alles van textiel tot landbouwgereedschap wat allemaal op de stoep van de smalle staatjes is uitgestald. Daarna gaan we uitgebreid eten in het restaurant van het hotel. Het eten is voortreffelijk; Jacinta kiest een visschotel, ik lamskotelet. Het drinken is alleen water, bier en wijn was er wel, maar door taalbarrières werd dit niet begrepen. Later op de avond werden we aan de bar toch nog beloond en konden een biertje en wijntje drinken.
9
Woensdag 17 juni 2009. Na een lekker ontbijt verlaten we Balikesir. Het is 8.45 uur en de dag begint met nevel in de bergen, maar daar weet de opkomende zon wel raad mee. Rond koffietijd kun je inderdaad op een terras zitten bij een temperatuur van 28 graden. De route naar Canakkele is heuvelachtig en de heuvels zijn fraai begroeid. In de middag rijden we het stadje in. We zoeken een restaurantje en eten kebab met brood. Terug bij de auto gaan we de ferry op naar Eceabat waar we zullen overnachten. Als we de overkant naderen, komt de zon amper nog boven de horizon uit. Als we van de ferry komen, klinkt van de minaretten de zangerige oproep voor het avondgebed. In het hotel is alles oké. We eten nog een klein hapje en lopen nog een beetje rond. Daarna gaan we lekker slapen. Donderdag 18 juni 2009. Vandaag verlaten we Turkije. Onze “puffende locomotief” trilt over de wegen onder een strak blauwe lucht. Het wordt vandaag weer snikheet. We gaan door een schilderachtig gebied. Het landschap is heuvelachting, de cipressen staan hoog boven ons uit te pronken. Een heerlijk gebied om doorheen te reizen, weids, open met veel havervelden en een zachtmoedige tint groen. We naderen de grens met Griekenland. Er wordt hier niet moeilijk gedaan; met een kwartiertje zijn we op Griekse bodem. In het eerste dorpje rijden we binnen en maken we een lange pauze. Op een mooi terrasje drinken we koffie met gebak. Na 10
een uurtje, rijden we weer en gaan we richting Thessaloniki, ruim 70 kilometer voor de deze stad, via een nauwkeurig uitgestippelde route, met soms nog behoorlijke hoogteverschillen, komen we op het schiereiland Chalkidiki (Sithonia). Daar komen we tussen de glooiende heuvels terecht in het plaatsje Vourvourou, in een mooi strandhotel. Hier zullen we vijf dagen blijven. 's Avonds op ons balkon met zeezicht horen we de krekels, zien maan en sterren en horen het geruis van de zee. Wat we doen: lekker eten bij Griekse taveernes, verschillende schotels met vis en vlees proberen, lekkere salades proeven en witte wijn drinken. We gaan zwemmen, wandelen, lezen en maken een autotocht over het schiereiland. Kortom een goede plek om te relaxen. Dit is vakantie in optima forma.
Woensdag 24 juni 2009. Na een heerlijke tijd op Chalkidiki gaat de reis weer verder. We gaan richting de grens van Griekenland en Macedonië. Woeste schoonheid glijdt aan ons voorbij. Als we de grens over zijn komen we in het land van de “zwarte bergen” hier en daar sneeuw en uitgestrekte meren met ijskoud water. In de omgeving van Skopje gaan we aan de kant en maken een picknickstop. Als toetje eten we kersen. Als we rondkijken krijgen we pas een echte indruk van het machtige bergachtige landschap. Het gaat regenen, en tegen vijven stoppen we in een klein plaatsje, Porate-Paracin, voor een overnachting. We komen goed terecht bij een motel langs een doorgaande weg; eenvoudig maar netjes. Eten en drinken wordt goed verzorgd. Om 22.45 uur is het bedtijd. Donderdag 25 juni 2009. Na een goede nachtrust en een goed ontbijt gaan we op pad. We nemen de A1 naar Belgrado de weg is goed, maar het wordt druk als we de stad naderen, we 11
blijven op de buitenring en pakken de afslag Zagreb. In Slavonski Sad houden we pauze en strekken we de ledematen. Enige tijd later passeren we de grens van Kroatië en Slovenië en rijden we Maribor binnen. Daar komen we in een goed hotel terecht. Mooier en beter kan haast niet, alles perfect. 's Avonds lopen we door het centrum, nemen koffie en een drankje op een van de vele terrasjes en komen voldaan weer bij het hotel, gaan lekker slapen. Alweer 23.00 uur. Vrijdag 26 juni 2009. We zijn om 7.45 uur aan het ontbijt en om 9.00 uur verlaten we Maribor. Een uurtje later zijn we aan de grens met Oostenrijk. Daar worden we van de weg gehaald door een douanebeambte. Het blijkt dat we bij het uitrijden van Slovenië geen autovignet hadden en dat moest betaald worden met een boete van 150 euro. Deze dure grap hakte er even goed in. Maar we moeten verder, we hadden nog wat kilometers te gaan. Door het mooie Oostenrijk via Graz en de vele tunnels komen we aan de Duitse grens. In Passau maken we een stop en uit eigen voorraad eten en drinken we wat. We lopen nog wat rond en vertrekken weer. Tegen de namiddag arriveren we in Nürnberg. Daar overnachten we. Het hotel is prima, maar we eten toch liever in een restaurant dat we zelf kiezen. Het wordt weer een gemoedelijke avond, met lekker eten en drinken. En ach, die 150 euro! Om 23.30 uur duiken we voldaan het bed in en slapen als een roos. Zaterdag 27 juni 2009. Na een goede nachtrust zitten we om 7.15 uur aan het ontbijt. We bereiden ons voor op de laatste etappe van onze reis die via Keulen en Aken naar Brunssum gaat. We gaan de sleutels van het appartement in Mahmutlar terug brengen. Onderweg houden we nog een lange pauze en versterken we de innerlijke mens. Dan zijn we om 14.00 uur bij de familie Heuts waar we even gezellig bijkletsen. Om 15.30 starten we de auto voor de laatste kilometers naar huis. Zonder nog te stoppen arriveren we om 17.00 uur in Nuland. We hebben vandaag de laatste 630 kilometer gereden. Het was een bijzondere reis om niet te vergeten. Ieder heeft zijn verhaal, dit is het onze. Turkije Görüsürüz…(Turkije tot ziens) Einde verslag 15 juli 2009. Peter en Jacinta Strik.
12