Samen met de ISD aan de slag! Wie zijn wij De ISD Bollenstreek (ISD) is een samenwerkingsverband van de gemeenten Hillegom, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen. Wij voeren taken uit op het gebied van Participatie en Zorg. Dit doen wij voor ruim 120.000 inwoners. Onze organisatie is ambitieus en volop in beweging. Klantgerichtheid, resultaatgerichtheid en vakmanschap zijn voor ons belangrijk, het zijn onze kerncompetenties. Onze organisatie telt momenteel 91 medewerkers (77 fte). Alle medewerkers hebben een aanstelling in algemene dienst. Op deze manier kunnen we snel reageren op toekomstige veranderingen in ons takenpakket. We verwachten hierin van onze medewerkers een positieve, actieve en flexibele houding. Wij zoeken een
Consulent interne controle (m/v) Werkweek: Salaris: Functie eisen:
Ervaring: Competenties:
24 tot 30 uur. De functie is voor een zeer ervaren consulent gewaardeerd in functieschaal 10. Een op de functie gerichte afgeronde HBO opleiding, bijvoorbeeld accountancy. Je beschikt over brede kennis op het vakgebied. Je hebt ervaring met geldende methoden van interne controle. Je kent relevante weten regelgeving, jurisprudentie, procedures en ontwikkelingen. Je kunt ontwikkelingen analyseren en vertalen naar de organisatie. Enkele jaren ervaring in een soortgelijke functie. Kennis van het Sociaal Domein is een pre. Naast onze kerncompetenties vragen wij voor deze functie dat je flexibel, zelfstandig en nauwkeurig bent. Je neemt initiatief en bent goed in het analyseren van problemen. Vanzelfsprekend kun je goed plannen en organiseren en gaan mondeling en schriftelijk communiceren je uitstekend af.
Taken: • Je onderzoekt en stelt de rechtmatigheid vast volgens het geldende normenkader. • Je stelt IC rapportages op en stelt het financiële foutpercentage vast. • Je doet voorstellen ter verbetering van werkprocessen. • Je stelt mede de inhoud van het IC plan op. • Je levert een bijdrage aan de ontwikkeling en implementatie van en advisering over de administratieve organisatie. • Je onderzoekt en beoordeelt de risico’s van de ISD en de mate waarin de organisatiedoelstellingen worden bereikt. Wij bieden Een aanstelling in algemene dienst voor 1 jaar. Bij goed functioneren èn voldoende formatieruimte bestaat daarna een mogelijkheid tot verlenging. Een zeer uitdagende en dynamische baan. Leuke collega’s. Goede arbeidsvoorwaarden. Meer informatie en procedure Je CV én de brief waarin je je motivatie om op deze functie te solliciteren aangeeft, stuur je vóór 12 maart 2015 per email naar
[email protected] ter attentie van mevrouw Hetty van Griensven. De
sollicitatiegesprekken zullen wij voeren in week 12 en 13. Wij streven naar afronding van de procedure in week 14 van 2015. Voor nadere informatie over de functie kun je contact opnemen met mevrouw Hetty van Griensven, consulent P&O, telefoon (0252) 345 072 of
[email protected]. Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie stellen wij niet op prijs.
VBalans Sessie Functie-informatie Functienaam Codering
Consulent Interne Controle
Organisatie
ISD Bollenstreek stafafdeling 22-10-2010
Onderdeel Datum
Functiebeschrijving Omgeving De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek (ISD).De ISD is belast met de uitvoering van de taken van de gemeenschappelijke regeling ISD Bollenstreek. De doelen van de organisatie zijn gericht op de re-integratie van mensen die tot de doelgroep behoren, het eventueel verstrekken van een uitkering, het zorg dragen voor verstrekkingen aan ouderen met beperkingen en gehandicapten en het uitvoeren van de schuldhulpverlening. Om de doelen te realiseren is de organisatie opgebouwd uit de afdelingen Klant Contact Centrum en Product Centrum die zorg dragen voor uitvoering van de WWB, Wij, Wi, schuldhulpverlening en Wmo, waarbij de intake, onderzoek, rapportage en administratieve verwerking plaatsvindt en het kwaliteitsbeheer wordt uitgevoerd. Daarnaast is er een afdeling bedrijfsondersteuning. De ISD Bollenstreek maakt haar cliënten meer zelfstandig. Betrokkenheid bij de burger, zich uitend in resultaatverantwoordelijkheid en gezamenlijkheid van medewerkers in de ISD-organisatie vormen de waarden waarmee de ISD Bollenstreek opereert. De ISD voedt de politieke besturen en ambtelijke leidingen van de deelnemende gemeenten met (geabstraheerde) informatie voortkomend uit de uitvoering van de taken op basis waarvan het gemeentelijk beleid indien nodig wordt bijgesteld. De consulent interne controle legt hiërarchisch verantwoording af aan de Controller
Werkzaamheden 1. Interne controle * onderzoekt en beoordeelt de governance (rechtmatigheid) binnen de ISD; * stelt IC rapportage op en stelt het (financiële) foutpercentage vast; * bespreekt de IC rapportage met de accountant van de dienst; * doet voorstellen ter verbetering van de governance; * stelt het normenkader en verificatieprotocol op en doet voorstellen voor de inhoud van het IC plan en voert dat uit. Resultaat: * Een beschreven normenkader en verificatieprotocol; * IC rapportages met het percentage financiële fouten, het percentage financiële onzekerheden en aanbevelingen ter verbetering; * de rechtmatigheid van de uitgaven is onderzocht en vastgesteld, volgens de normen die met de externe accountant zijn overeengekomen. 2. Ontwikkeling en implementatie van en advisering over de administratieve organisatie * inventariseert en analyseert de werking van de bestaande administratieve organisatie en legt de
bevindingen en aanbevelingen vast in een rapport; * levert een bijdrage aan de opzet van de administratieve organisatie doet voorstellen voor aanpassing en verbetering ervan. Resultaat: * de resultaten en aanbevelingen zijn vastgelegd in een rapport; * de administratieve organisatie is onderzocht en geanalyseerd, zodanig dat op basis daarvan verbeteringen in de administratieve organisatie kunnen worden aangebracht. 3. Audits, rapportages en ontwikkeling planningsinstrumenten * onderzoekt en beoordeelt de risico’s van de ISD; * onderzoekt en beoordeelt de mate waarin de organisatiedoelstellingen worden bereikt, voert audits uit; * stelt voor het management rapportages op over de bevindingen, produceert doelmatigheidsrapportages; * levert een bijdrage aan het opstellen van jaarplannen middels het opstellen van richtlijnen; * ziet toe op de kwaliteit van beleids- en managementinformatie te behoeve van met MT. Resultaat: * Auditrapportages, waaruit blijkt hoe een organisatieonderdeel functioneert; * Risicorapportage met de belangrijkste risico’s voor de ISD; * Rapportages over de mate waarin de organisatiedoelen worden gerealiseerd.
Speelruimte * de consulent interne controle neemt beslissingen over het onderwerp en de inhoud van (beleids)adviezen en voorstellen, over het doen van voorstellen tot aanpassing van en ontwikkelen van regelingen en procedures, bij het steekproefsgewijs onderzoeken van rechtmatigheid en doelmatigheid, bij het opstellen van rapportages, * relevante wet- en regelgeving, specifiek beleid, de begroting, richtlijnen en procedures vormen het kader; * de consulent interne controle legt verantwoording af aan de Controller over de kwaliteit van de opgestelde rapportages, rapporten en over de kwaliteit van het beschreven normenkader en verificatieprotocol..
Kennis en vaardigheden * kennis van de geldende methoden van interne controle; * inzicht in relevante methoden en -technieken; * vaardigheid in het implementeren van kwaliteitsbeheer en in het ontwerpen van modellen en procedures; * vaardigheid in het analyseren en vertalen van ontwikkelingen naar de organisatie en opstellen van rapporten en rapportages; * kennis van relevante wet- en regelgeving, jurisprudentie, procedures en ontwikkelingen.
Contacten * met alle medewerkers van de organisatie over ontwikkelingen binnen het vakgebied om af te stemmen; * met kwaliteitsmedewerkers over de inrichting, aanpassing en implementatie van werkwijzen en procedures om af te stemmen; * met management over de verbetering van de dienstverlening en producten en interne controle om af te stemmen; * met de beleidsafdeling over de resultaten van beleid om af te stemmen; * met de accountant om normen en rapportages af te stemmen voor de controles en toelichting te geven op de controlerapportages.
Consulent IC
Competentie 1: klantgerichtheid Onderzoekt de wensen en behoeften van de klant en laat zien vanuit dat perspectief te denken en te handelen. Niveau 1 Servicegericht zijn - stelt zich hulpvaardig op bij vragen van klanten - onderneemt snel gepaste en concrete acties naar aanleiding van klantvragen - is gericht op het leveren van kwaliteit Niveau 2 Gewenst niveau Op eigen initiatief komen met passende voorstellen en actief meedenken met de klant - stelt zich actief hulpvaardig en adviserend op voor klanten - streeft actief naar verhoging van de klanttevredenheid en kwaliteitsverbetering - onderhoudt de relatie met de klant Niveau 3 Stimuleren van anderen om de dienstverlening aan klanten te optimaliseren - denkt spontaan met de klant mee, hoort zonodig de vraag achter de vraag en ziet mogelijkheden en beperkingen - vertaalt de informatie van de klant door naar een realistisch concept gericht op toegevoegde waarde voor klanten - stimuleert en faciliteert anderen om actief klantgericht te opereren Gedragsvoorbeelden klantgerichtheid -
Stelt zich dienstverlenend op. Zoekt actief naar mogelijke wensen en behoeften van klanten / afnemers; vraagt door. Levert meer of sneller dan is afgesproken of dan de klant of afnemer verwacht. Opent mogelijkheid tot correctie of bijstelling van zijn acties. Aanvaardt verantwoordelijkheid voor gemaakte fouten, schuift klachten niet af op anderen. Reageert direct op een klacht, zonder zich defensief op te stellen. Checkt bij de klant of aan alle verwachtingen, wensen of behoeften is voldaan. Handelt zoveel mogelijk vanuit het belang van de klant. Beperkt zijn klantgerichtheid niet tot externe klanten, maar beschouwt en behandelt collega’s ook als klanten. Maakt duidelijke afspraken met zijn klant over te leveren prestaties en diensten. Laat hierover geen onduidelijkheid bestaan. Houdt zich vervolgens aan alle afspraken.
Competentie 2: resultaatgerichtheid Werkt gestructureerd en legt doel vast. Richt besluiten en acties op het daadwerkelijk bereiken van dit doel. Niveau 1 Zich inzetten om gestelde doelen te realiseren - maakt duidelijke afspraken over de te realiseren doelen en de eigen bijdrage daaraan - zet zich waarneembaar in om de gestelde doelen te realiseren - geeft tijdig aan wanneer er knelpunten in het werk optreden - is vasthoudend bij verstoringen en tegenslag Niveau 2 Gewenst niveau Bewaken van doelstellingen en het nemen van eigen initiatief - stelt zichzelf ambitieuze doelen - maakt een goede afweging tussen inspanning en mogelijk resultaat - is vasthoudend in het zoeken naar oplossingen voor complexe problemen; stelt zo nodig aanpak bij - besteedt tijd effectief en efficiënt - is besluitvaardig en doortastend - werkt outputgericht en stelt prioriteiten Niveau 3 Gericht zijn op het behalen van doelen en resultaten van de organisatie op lange termijn - realiseert verbeteringen in werkzaamheden en randvoorwaarden, zowel binnen als buiten het eigen aandachtsgebied - stelt meetbare (strategische) doelstellingen op en definieert daarbij de resultaten op langere termijn - maakt afspraken over de wijze waarop lange termijn doelen van de organisatie behaald moeten worden; toetst en borgt naleving van afspraken - stimuleert anderen in het stellen en realiseren van ambitieuze doelen en vertoont hierin voorbeeldgedrag - faciliteert anderen of neemt obstakels voor anderen weg, zodat gemeenschappelijke doelen kunnen worden bereikt Gedragsvoorbeelden resultaatgerichtheid -
Communiceert het belang van het continu verbeteren van het prestatieniveau. Grijpt in wanneer resultaten tegenvallen. Zoekt naar methoden om efficiënter en effectiever te werken. Praat in termen van resultaten bij vrijwel alle activiteiten. Geeft aan; wat, wanneer, hoe goed en hoeveel. Kan altijd laten zien tot welk resultaat zijn inspanningen hebben geleid. Vraagt of benoemt na afloop van een overleg wat de afspraken zijn (wie doet wat en wanneer). Werkt doelgericht en bewandelt geen zijpaden. Zet zich na een tegenslag extra in zodat het resultaat toch nog behaald wordt.
Competentie 3: vakmanschap Beschikt over inhoudelijke kennis en vaardigheden, benodigd om het vak adequaat uit te oefenen Niveau 1 Beschikken over en toepassen van kennis en vaardigheden om functie naar behoren te vervullen - heeft voldoende kennis van zaken - voert opdrachten goed uit binnen de afgesproken kaders - schat situaties goed in - past zijn kennis en vaardigheden adequaat toe - houdt zijn vak bij Niveau 2 Gewenst niveau Zelfstandig handelen en initiatief tonen binnen eigen vakgebied - beschikt over diepgaande en actuele kennis en vaardigheden op het vakgebied - handelt zelfstandig, zorgvuldig en resultaatgericht - LSD; consequent luisteren, samenvatten en doorvragen Niveau 3 Excellent zijn op het vakgebied en stimuleren van anderen tot competentieontwikkeling - handelt binnen de vrijheden en verplichtingen van het vakgebied - stelt duidelijke prioriteiten en houdt zich hieraan - draagt er actief aan bij dat het kennis- en vaardighedenniveau van de organisatie op peil blijft Gedragsvoorbeelden vakmanschap -
Straalt vakmanschap uit; dat blijkt ook uit de resultaten. Kent oorzaken en oplossingen voor veel voorkomende problemen. Lost moeilijke, vaktechnische problemen op of zoekt actief naar oplossingen. Is alert op trends en ontwikkelingen op het vakgebied en / of zaken die daar verband mee houden en houdt zijn kennis daarover bij. Laat interesse in het vak blijken; volgt met succes aangeboden opleidingen.
Competentie 4: probleemanalyse Ontleedt een bepaalde situatie stelselmatig, spoort mogelijke oorzaken op en ziet verbanden in complexe probleemgebieden. Niveau 1 De essentie van het probleem zien - Stelt gerichte vragen om een probleem helder te krijgen - gaat systematisch en gestructureerd te werk in het analyseren van een probleem - verzamelt relevante informatie - onderscheidt hoofd- en bijzaken in de aangeleverde informatie Niveau 2 Gewenst niveau Verbanden leggen en oorzaken zien - benadert een probleem vanuit verschillende invalshoeken en komt tot een genuanceerd oordeel - weet wanneer de verzamelde informatie voldoende is voor het trekken van conclusies - legt verbanden tussen verschillende soorten informatie - trekt conclusies over oorzaken van problemen Niveau 3 complexe analyses maken - overziet gevolgen op lange termijn - heeft inzicht in (onderliggende) belangentegenstellingen - plaatst het probleem in een ruimere context dan zijn/haar eigen vakgebied - ziet grote lijnen en tilt vraagstukken op een hoger abstractieniveau - brengt complexe, soms tegenstrijdige informatie terug tot de kern Gedragsvoorbeelden probleemanalyse -
Maakt duidelijk onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. Gebruikt verschillende manieren om ingewikkelde problemen aan te pakken en relevante informatie te verkrijgen. Verzamelt informatie over de achtergronden en oorzaken van het probleem voordat hij een besluit neemt. Verzamelt informatie door vragen te stellen of door schriftelijke informatie bijeen te zoeken. Diept het probleem uit. Zoekt bij het verzamelen van informatie eerst naar de grote lijnen. Vraagt door in het geval van onvoldoende informatie. Vraagt gericht naar informatie die niet vooraf beschikbaar is. Integreert nieuw verkregen informatie met bestaande informatie. Maakt onderscheid tussen informatie over feiten en informatie over interpretaties of veronderstellingen.
Competentie 5: initiatief Onderkent kansen en stelt uit eigen beweging acties voor en/of onderneemt acties uit eigen beweging. Niveau 1 Vanuit zichzelf, binnen de eigen werksituatie, meer dan opgedragen is doen - ziet waar werk blijft liggen - pakt uit eigen beweging werkzaamheden op - roept niet onmiddellijk de hulp in van anderen voor zaken die hij zelf kan oplossen - onderneemt actie als zaken anders en beter kunnen Niveau 2 Gewenst niveau Ongevraagd en zelfstandig actie ondernemen - formuleert voorstellen om bestaande situaties te verbeteren - heeft oog voor zaken waar de hiërarchie eventueel niet aan denkt en handelt ernaar/brengt ze onder de aandacht - kijkt vooruit om op toekomstige gebeurtenissen te kunnen anticiperen - ziet kansen en grijpt deze Niveau 3 Handelt proactief en stimuleert anderen tot initiatiefrijk gedrag - neemt het voortouw om ideeën en besluiten daadwerkelijk uit te voeren - richt zich actief op de toekomst om te signaleren waar kansen liggen en pakt deze op - introduceert verbeteringen in werkaanpak en procedures - schept een klimaat waarin het nemen van initiatief gewaardeerd wordt Gedragsvoorbeelden initiatief -
Vraagt uit zichzelf nadere informatie. Doet iets waar niet om gevraagd werd. Grijpt kansen. Onderneemt actie om de voortgang te versnellen. Komt tijdens vergaderingen en dergelijke als eerste met een voorstel, idee of oplossing. Handelt in het algemeen anticiperend in plaats van afwachtend. Initieert activiteiten.
Competentie 6: mondelinge en schriftelijke communicatie Kan ideeën en informatie, zowel mondeling als schriftelijk helder en duidelijk overbrengen, zodanig dat de essentie wordt begrepen, met een effectief gebruik van de bestaande communicatiemiddelen. Niveau 1 Luisteren en overbrengen - toont belangstelling en betrokkenheid en luistert actief naar anderen; vraagt de ander naar zijn mening, advies en welbevinden - brengt zowel mondeling als schriftelijk een boodschap duidelijk over - gebruikt taal die aansluit bij de doelgroep - is in uitleg en voorlichting helder, rustig en zeker, net zolang totdat de boodschap volledig bij de ander is overgekomen Niveau 2 Gewenst niveau Effectief en efficiënt informatie zenden en ontvangen - presenteert zich gemakkelijk en legt contacten in verschillende sociale en multiculturele omgevingen - bouwt een betoog logisch op en houdt de aandacht vast - toetst of boodschap is overgekomen op de doelgroep - stelt zich open voor overleg - onderkent (non)verbale communicatie Niveau 3 Zorgdragen voor een goed communicatieklimaat - heeft aandacht voor andermans behoeften, belangen, emoties en opvattingen en anticipeert hierop door de verbale en non-verbale communicatiestijl aan te passen - maakt complexe onderwerpen begrijpelijk voor anderen - stimuleert anderen tot helder communiceren - bevordert de onderlinge communicatie Gedragsvoorbeelden mondelinge en schriftelijke communicatie -
Spreekt en schrijft duidelijk en in correcte, begrijpelijke taal. Past taalgebruik aan het publiek aan. Gebruikt geen vaktaal of legt vaktaal uit. Verheldert waar nodig met goede voorbeelden. Praat rustig; gebruikt pauzes om op de reacties van de toebehoorders te kunnen letten. Gebruikt intonatie en lichaamshouding ter ondersteuning van wat hij wil zeggen. Toetst of de ander de boodschap heeft begrepen. Gebruikt in teksten korte en duidelijke zinnen, heeft weinig woorden nodig om iets duidelijk te maken. Gebruikt in een tekst leestekens, zoals komma’s, opsommingstekens en kopjes, om de leesbaarheid te vergroten.