Gezocht: Materiaalscriptiestudenten (m/v) (BA/MA) (preh / rom) (bot / aw / sporen uitw / etc)
Écht een keer leuk onderzoek doen, en een relevante scriptie schrijven met publicatie-mogelijkheden? (Vind dit als eerste van je vrienden leuk!!)
Leerdoelstellingen: Zelfstandig onderzoeksvragen ontwikkelen binnen een overkoepelend kader van een promotie-onderzoeksproject, en deze praktisch uitwerken. De basis vormt een (zelfgekozen) materiaalcategorie, die bij je interesses past, en welke enerzijds haar eigen specifieke analysemethoden behoeft en anderzijds bepaalde onderzoeksvragen relevant en mogelijk maakt. Bovendien maakt jouw scriptieonderzoek onderdeel uit van een groter onderzoek: de uitwerking en analyse van een vrijwel compleet opgegraven Romeins fort.1 Er wordt gezocht naar een goede balans tussen literatuurstudie, met als doel de huidige kennis en stand van zaken in kaart te brengen, en eigen onderzoek, zodoende op kennis gestoeld, en voortvloeiende uit eigen ontworpen onderzoeksvragen. Daarnaast wordt in kaart gebracht welke methodiek het beste bij de vraagstelling aansluit, de hoeveelheid materiaal die noodzakelijk is voor de beantwoording van de onderzoeksvragen, maar tegelijkertijd conform de studielast is. Van te voren zullen afspraken over begeleiding en betrokkenheid gemaakt worden. Huidige bachelorstudenten kunnen denken aan een trapmodel, waarbij de bachelorscriptie als basis kan dienen voor een eventuele uitbreiding en verdieping tijdens de Masterfase.2
Een greep uit de mogelijke scriptieonderwerpen (eigen inbreng is natuurlijk welkom!!) : Dierlijk bot: Eén van de speerpunten van dit onderzoek is niet alleen de chronologische fasering en plaatsbepaling van het fort binnen het provinciaal-Romeinse tijdsbestek, maar ook zeker de ‘mens’ achter het materiaal en de geschiedenis. Een concept als identiteit kan daarbij een rol spelen, óók bij de bestudering van dierbotmateriaal! Immers, wanneer we meer willen weten over het functioneren van het fort, is het ook belangrijk te weten wie er allemaal in zo’n fort woonden en werkten. Daarbij hoef je niet alleen aan Romeinse militairen te denken. Naast persoonlijke items als fibulae en bepaalde wapenuitrustingen, is het dieet van mensen een goede indicator van identiteit en herkomst. Bovendien is dit een idee dat nog nauwelijks is uitgewerkt, ook al weten we dat de mensen op het Bataafse platteland heel andere dingen aten dan Romeinse militairen! Hoe zou dat op het Kops Plateau zijn? Er is wel veel inheems aardewerk gevonden… Gaat dit samen met ander botmateriaal? Zijn er plekken binnen het fort die in dit licht duidelijk anders zijn? En wat betekent dat allemaal voor het functioneren van het fort en welke mensen er aanwezig waren?
Inheems Aardewerk: Normaal gesproken verwacht je niet veel inheems aardewerk binnen een Romeins legerkamp; immers: hier zaten toch Romeinse soldaten?! Dat dat beeld niet helemaal hoeft 1
Maar waar ook zeer interessante prehistorische resten zijn gevonden; graven uit (het laat-Neolithicum/) de Vroege Bronstijd t/m vroege IJzertijd, cultusplaatsen en een Ijzertijdhuis dat wellicht(?) tot aan de bezetting door het Romeinse leger bewoond is geweest. 2
Wil je je scriptie omwerken tot een artikel? Vraag naar de mogelijkheden; het idee is om tegelijkertijd met de publicatie van het proefschrift de scripties en kleine onderzoeken als een bundel uit te geven.
te kloppen, wijst recent onderzoek op de Hunerberg uit. Ook binnen het fort op het Kops Plateau zijn grote hoeveelheden inheems aardewerk aangetroffen. Waar werd dit voor gebruikt? En door wie? Varieert de aanwezigheid van dit aardewerk over het kamp, per periode of soort context? Wat zegt dit aardewerk over de bewoners van het fort of over de contacten buiten de muren? Gelukkig is er de laatste tijd veel meer bekend geworden over handgevormd aardewerk uit de regio, onder andere door opgravingen te Oss en in het oostelijk rivierengebied. Er zijn dus goede vergelijkingen te maken met het aardewerk dat door de lokale bevolking werd gebruikt. Omdat het aardewerk in de IJzertijd aardewerktraditie staat, kan dit ook een interessant onderwerp zijn voor mensen die in de richting prehistorie willen afstuderen. Daarnaast is er ook materiaal uit de ijzertijdplattegronden afkomstig, en van de prehistorische graven, natuurlijk!
Romeins aardewerk: Honderdduizenden scherven Romeins import aardewerk zijn er gevonden: voor de echte aardewerkliefhebber kun je je lol op!! Daarbinnen zijn heel veel categorieën te onderscheiden waarop je je kunt richten en waarmee je zeer specialistische kennis op kunt doen. Vraag naar de mogelijkheden; of heb je misschien zelf al een idee?
Overig materiaal: Bovenstaande was maar een zeer kleine greep uit de vele mogelijkheden die het materiaal van het Kops Plateau te bieden heeft. Je kunt aan grote dingen denken, zoals bouwmateriaal, of juist voor klein gaan: wapentuig, klein vondstmateriaal zoals haarpinnen of cosmeticaflesjes, glas… Materiaalcategoriën die een belangrijke rol spelen bij het oplossen van identiteitsvraagstukken. Zeker als er meerdere studenten zijn die aan verschillende materiaalcategorieën tegelijkertijd werken, kan dat zeer waardevolle extra informatie voor ieders onderzoek opleveren!
Uitwerken huisplattegronden ijzertijd: Vind je al die potjes en pannen niet zo héél interessant, en wil je je bekwamen in het leren onderscheiden van sporen en structuren uit de late prehistorie en Romeinse Tijd? Eén of meerdere studenten zouden zich bijvoorbeeld kunnen richten op het ijzertijdhuisplattegrond, en zo tegelijkertijd leren werken met en toepassen van GISdatabase technieken. Ook het leren toepassen van centrale vraagstellingen op praktisch uit te werken opgravingsgegevens komt zo aan bod. Denk aan vragen als: ouderdom? fasering? Welke huizentraditie? Relatie met materiële cultuur? Relatie met het fort? Relatie met de prehistorische graven of bewoning in de omgeving? Bel / mail / loop binnen voor zomaar wat meer informatie of een individuele afspraak: Eef Stoffels Reuvensplaats 3, kamer 0.18
[email protected] tel: 06-44517633
Informatie over het project ‘Kops Plateau: A Roman Fort’ : Odyssee Project Kops Plateau: Project Aims & Research Objectives Central to the project are the digitization and interpretation of all the field drawings, the publication of a ‘standard’ excavation report and the publication of a dissertation (in English). The PhD research focuses on the analysis of these digitally recreated datasets and the interpretation of the site as a whole. Starting point is that form should not be confused with function: the ‘labelling’ of structures should be avoided. Contextual analyses of objects lay the foundation for the interpretation of people’s interactions with the buildings, structures, and the fort itself; in other words: the way, and by whom, these buildings were used. This implies the complete analysis of closed contexts (latrines; waste-pits; post-holes), their material content, and their associated structures, as well as GIS aided distribution analyses of the artefacts. Artefacts are treated as being more than merely functional tools for the dating of the site. And in this way will it become possible to address questions dealing with functionality, meaning and identity. Research questions deal with the chronology of the fort on the Kops Plateau, the function of separate buildings, the nature of the site and of its inhabitants, its embedding in and its significance for the local area and population as well as for grander Roman military strategies.
Roman Nijmegen Roman Nijmegen is the largest archaeological site in the Netherlands. The urban and military agglomeration measures almost 500 hectares and comprises two areas with military fortresses, forts and temporary camps and surrounding semi-civilian occupation and cemeteries, two areas of an urban character, a late antique fort and five civilian cemeteries. These spatially and chronologically closely connected elements cover the entire Roman occupation in the Netherlands, from 19 BC onwards until the end of Roman rule in the mid-5th century AD. It is one of the most extensively excavated sites of its kind north of the Alps. Archaeological work has continued almost uninterrupted from 1946 until the present day, and over 50 hectares were excavated. Much of this work has only been published in a provisional way, by means of overviews. Less than 2 % is published according to the modern standards of a standard excavation report.
Kops Plateau Of the more recent excavations, the largest one (over 7 hectares) is that by the former Dutch State Archaeological Service (ROB, now RACM) at the Kops Plateau from 1986-1995, that has so far only been published in overview. Presumably built around 12-10 BC, only a few years later than the nearby legionary camp at the Hunerberg (19-12 BC), this is one of the earliest Roman military sites in the Netherlands. Its interpretation as the headquarters of prince Drusus, the first commander in chief of the conquest campaign in Germania magna, and later as a Batavian auxiliary camp, is tentative and needs to be further substantiated. Nevertheless, it is clear that this is one of the key sites for understanding the Roman presence in Nijmegen and in the Netherlands, and without any doubt also for understanding the Roman military expansion to the north until 16 AD. In addition, the fact that it has never been built over means that potentially the complete plan can be recovered. It was not completely excavated and about one third is protected and remains available for future investigations. This contributes to its significance at the national and international level. Team Participants Odyssee longitudinal research project: Institute Leiden University: Bureau Archeologie en Monumenten, Gemeente Nijmegen: Auxilia, Radbout University Nijmegen:
person Prof. dr. W.J.H. Willems Drs. Eef Stoffels Drs. H. van Enckevort Ing. Tim van der Weyden BA Dr. M. Polak Drs. Camilla Huss Drs. Sandor Veldman Marenne Zandstra MA Drs. René Kloosterman Joost van den Berg MA
Literatuur: Beliën, P. (2009). From coins to comprehensive narrative? The coin finds from the Roman army camp on Kops Plateau at Nijmegen: problems and opportunities. New perspectives for the interpretation of coin finds : colloquium Frankfurt a.M., October 25 27, 2007. H.-M. v. Kaenel and F. Kemmers. Mainz am Rhein, Mainz am Rhein : von Zabern 1: 61-80. Brunsting, H. and D. C. Steures (1995). "De baksteenstempels van Romeins Nijmegen, I: Opgravingen Castra 1950-1967; Opgravingen Kops Plateau c.a. 1986-1994." Oudheidkundige mededeelingen van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden(75): 85118 (34). Enckevort, H. v., K. Zee, et al. (1996). Het Kops Plateau : prehistorische grafheuvels en een Romeinse legerplaats in Nijmegen. Fontijn, D. and A. G. F. M. Cuypers (1999). "Prehistoric stone circles, stone platforms and a ritual enclosure from Nijmegen." Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Onderzoek(43): 36. Fontijn, D. (1996). "Socializing the landscape. Second thoughts about the cultural biography of urnfields." Archaeological Dialogues 3(1): 77-87. Fontijn, D. and A. G. F. M. Cuypers (2002). "Revisiting Barrows: a Middle Bronze Age Burial Group at the Kops Plateau, Nijmegen." Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Onderzoek (45): 33. Stoffels, E. (2009). Native Service: ‘Batavian’ pottery in ‘Roman’ military context. Proceedings of the Eighteenth annual Theoretical Roman Archaeology Conference. M. Driessen, S. Heeren, J. Hendriks, F. Kemmers and R. Visser (eds.) Oxford, Oxbow Books: 143-155. Willems, W. J. H. / H. v. Enckevort (2009). Ulpia Noviomagus : The Batavian capital at the imperial frontier. Journal of Roman Archaeology. Willems, W. J. H. (1991). Early Roman Camps on the Kops Plateau at Nijmegen (NL). Roman Frontier Studies 1989. Proceedings of the XVth International Congress of Roman Frontier Studies. V. A. Maxfield and M. J. Dobson. Exeter: 210 - 214. Willems, W. J. H. (1991). "Een Romeins viziermasker van het Kops Plateau te Nijmegen." Jaarboek Numaga : gewijd aan heden en verleden van Nijmegen en omgeving 38: 9-18.