Synodebesluiten GS Ede 2014 Op 5 juni j.l. nam de Synode Ede 2014 de besluiten over het deputatenrapport M/V. Een week later op 14 juni, werden de besluiten genomen met betrekking tot de Nederlands Gereformeerde Kerken. Deze bijdrage gaat over deze besluiten en hun onderlinge samenhang.
Besluitvorming M/V Nadat de Synode het deputatenrapport M/V uitvoerig had besproken: ook middels de zogenoemde ‘hei-sessie,’ een extra vergaderdag, het advies van de hoogleraren en daarbij de verzoeken om tijd voor overleg tijdens de vergadering, consequent werden gehonoreerd, werden op 5 juni de besluiten genomen.1 Ondanks een aantal pogingen van synodeleden om het deputatenrapport aan te passen, kozen deputaten er uiteindelijk toch voor om het oorspronkelijke voorstel te handhaven.2 De Synode werd dus gevraagd uit te spreken dat het ,,past binnen de bandbreedte van wat als Schriftuurlijk en gereformeerd kan worden bestempeld” wanneer naast mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten dienen. Het voorstel werd door de Synode verworpen.3 Besluit M/V Synode Wat was nu de reden dat de Synode hiertoe besloot? Het deputatenrapport M/V had veel beroering in binnen- en buitenland veroorzaakt, en werd door Nader Bekeken getypeerd als een ‘aardverschuiving.’4 De afgevaardigde van de Christelijk gereformeerde kerken had het rapport op de rand van Schriftkritiek genoemd, en soms eroverheen.5 Ook werd door vooren tegenstanders van het rapport gedreigd met opstappen. Niet voor niets werd in het filmpje op de synodesite door de voorzitter aangegeven dat de synode zich niet liet leiden door pressiegroepen.6 Toch was vanzelfsprekend de vrede in de kerk van Christus aan de orde, en werd dit zowel in de synodevergaderingen benoemd als in het advies van de hoogleraren.7 Deze hele situatie leidt dan toch tot de vraag waarom door de synode het voorstel in het deputatenrapport werd verworpen. Was dat de vrede in de kerken, of de inhoud dan wel de onderbouwing door het rapport zelf? In het besluit dat volgde sprak de Synode uit niet in te stemmen met de onderbouwing in het rapport. Zoals bekend kan volgens het rapport het verbod van Paulus: dat de vrouw geen onderricht mag geven aan de man, en dus geen oudste kan zijn, terzijde gesteld worden. Dit vanuit de gedachte dat het verbod cultuurgebonden zou zijn. Of dat er sprake zou zijn van ‘verschillende motieven’ bij Paulus, wat ook een reden zou vormen om 1 Tim. 2 : 11 – 14 terzijde te stellen. Dus niet alleen het voorstel tot het besluit, maar ook het rapport zelf, dan wel de onderbouwing van de conclusie werd verworpen. Het gehele besluit luidt als volgt: Besluit 2: a. niet in te stemmen met de onderbouwing van de conclusie van de deputaten M/V in de kerk dat het past binnen de bandbreedte van wat Schriftuurlijk en gereformeerd kan worden bestempeld wanneer naast mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen. b. de visie dat behalve mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen moet vrij bespreekbaar zijn zolang er vanuit de Schrift geargumenteerd wordt.
Grond: het doorlopend spreken van de Schrift laat twee lijnen zien. De ene lijn is die van gelijkwaardigheid tussen man en vrouw – de andere die van het verschil in verantwoordelijkheid die God aan man en vrouw heeft gegeven; deze beide lijnen dienen verdisconteerd te worden. Tegelijkertijd werd dus uitgesproken dat de visie dat behalve mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen vrij bespreekbaar moet zijn, zolang er vanuit de Schrift geargumenteerd wordt. Als grondlijn voor het besluit ziet de Synode enerzijds de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen en anderzijds het verschil in verantwoordelijkheid. Tijdens de synodevergadering blijkt dat er vragen zijn ontstaan over wat de Schrift zegt over de ambten: ‘Mogen vrouwen nu wel of niet diaken zijn? En: ‘We zijn er niet uitgekomen.’ Enzovoort. Daaruit vloeit voort een vrije bespreking, mits vanuit de Schrift geargumenteerd.8 Daarbij zijn dan verschillende opmerkingen te maken: 1. Uit het geheel van de besluitvorming van de Synode blijkt dat verdere studie van de Schrift hoge urgentie heeft. Hoge urgentie herinnert aan de benaming (van oudsher) voor de theologie als ‘koningin van de wetenschappen,’ en dat de Here een beloner is van wie Hem ernstig zoeken. 2. Voor een leesregel ten dienste van deze vrije bespreking vanuit de Schrift, kan het deputatenrapport GKv-NGK -2013 gebruikt worden: “Hermeneutiek is geen schone schijn, bedoeld om de schrift te masseren en voor gehoorzaamheid weg te lopen.”9 In de grondlijnen wordt gewezen op de ‘gelijkwaardigheid’ van mannen en vrouwen. Maar is dat niet vanzelfsprekend? Hier kan gedacht worden aan het boek: Hij was in Dachau,10 waarvan onlangs in het ND een recensie verscheen.11 De persoon in kwestie was het niet eens met “de denigrerende manier waarop de mannen op grond van de Bijbel dachten te mogen spreken over de vrouw”. Haar opmerking “maar onze Heere is wel uit een vrouw geboren,” “verbaasde” de aanwezigen (p.15). Verder werd in de grondlijnen gekozen voor het woord ‘verantwoordelijkheid’ en niet voor ‘eindverantwoordelijkheid.’ Eindverantwoordelijkheid conoteerde in de vergadering aan de “kleine” kerkraad die eindverantwoordelijkheid zou hebben. Deputaten voelden hier weinig voor: er werd gewezen op ontsporingen in charismatische kringen, waar ‘de macht’ kan liggen bij een leidend echtpaar, en op het ambtsformulier waarbij gesproken wordt over “de heerszucht van enkelen.” In het ND verscheen een cartooncollumn met aan het einde een paus.12 Deputaatschappen Uit dit besluit volgde twee deputaatschappen: een deputaatschap “M/V en ambt” en een deputaatschap “M/V in de kerk.” De besluitteksten kenmerken zich door een zekere breedheid. Deputaten gaan verder met het bestuderen van het ambt van diaken, ouderling en predikant en met de ‘functies en rollen’ van mannen en vrouwen in de kerk. Het gaat om het totale onderwijs van de Schrift, de ontwikkelingen sinds de Reformatie, dit in overleg met de kerken, zusterkerken, en de Theologische Universiteit en het Praktijkcentrum (Curs. STB).13 Het geheel lijkt aan te sluiten bij de tweede benadering van het deputatenrapport, waarbij drie problemen werden gesignaleerd: Allereerst het probleem van het Schriftverstaan, waarmee werd bedoeld dat de Schrift haar eigen uitlegster is, en waarover de Synode in beginsel uitspraak heeft gedaan. Als tweede
probleem: de onduidelijkheid over wat specifiek tot de verantwoordelijkheid van het ambt behoort. En het derde: de spanning tussen gegroeide praktijk in kerk en wereld en de ‘klassieke visie’ (p.42). Het tweede en derde punt zijn dus bijzondere aandachtsgebieden gebleven voor verdere studie. 14 Functies en rollen worden ook wel: “het ambt aller gelovigen,” genoemd. C. Veenhof omschrijft dit ergens rijk als: “Ambt toch is bediening van goddelijke macht door schepselen, hetzij engelen, hetzij menschen.” Het synodeplan lijkt iets te laten zien van de glans van de breedheid van de kerk van Christus.
Besluitvorming NGK De Synode besloot dat met de Nederlands Gereformeerde Kerken samensprekingen gevoerd gaan worden met het oog op kerkelijke eenheid. De toonzetting van de besluitvorming is “dankbaarheid en blijdschap:” hoopvol wordt op het zogenoemde ‘aanzoek’ van de NGK ingegaan. Daar is reden voor: ‘it takes two to tango,’ en de besluitvorming rond het deputatenrapport M/V valt samen met de inhoud van het deputatenrapport GKv-NGK2013.15 VOP en deputatenrapport M/V Om te zien dat beide kerken zich in dezelfde richting bewegen, gaat het om kennis van het rapport Vrouwelijke Ouderlingen en Predikanten 2004-NGK (VOP).16 Volgens dit rapport (hoofdstuk 7) is kort samengevat het verbod van Paulus in 1 Tim. 2 : 12 “ten nauwste verweven met de cultuur van zijn tijd.” En: “Een mogelijke factor van betekenis” is “het missionaire motief.” Rechtstreekse toepassing is daarom “niet geboden.” Vervolgens vormt dit in hoofdstuk 8 de grond om de ambten van ouderling en predikant open te stellen. Let wel: deze redeneerwijze en conclusie is dus dezelfde als die in het deputatenrapport M/V.17 De kern is dat de kerken nu hetzelfde lijken te oordelen over dezelfde soort uitlegkundige regel (hermeneutiek) die ten grondslag ligt aan het VOP en het deputatenrapport M/V. De Synode Ede heeft a.h.w. uitgesproken dat uitlegkundige redeneringen niet zodanig opgezet mogen worden, dat in het brandpunt daarvan de Schrift zelf verdwijnt. Dat is hetzelfde wat het deputatenrapport GKv-NGK-2013 concludeerde: “Hermeneutiek is geen schone schijn, bedoeld om de schrift te masseren en voor gehoorzaamheid weg te lopen.”18 Dat het ‘menens’ is blijkt uit het feit dat het ‘aanzoek’ werd gehandhaafd, nadat een week eerder de besluiten over het deputatenrapport M/V werden genomen. Besluit twee toont dan ook vreugde nu de gesprekken over “de hermeneutiek eensgezindheid tonen:” Besluit 2: met blijdschap kennis te nemen van de rapportage over de gesprekken met de Commissie voor Contact en Samenspreking van de NGK en de resultaten daarvan zoals die verwoord zijn in het rapport en met name in de notitie Tweede Overeenstemming. Grond: de rapportage geeft er blijk van, dat de gesprekken over de hermeneutiek eensgezindheid tonen, die o.a. zichtbaar wordt in de notities Eerste en Tweede Overeenstemming. Er is ten diepste geen gesprek mogelijk wanneer er over de voorvragen met betrekking tot de Schrift geen overeenstemming is. De blokkade tot dit gesprek is weggenomen. En daarom kan nu de ‘concrete situatie’ in de kerken onder ogen worden gezien. Dat wordt dan ook aangegeven in besluit 3, waar het enerzijds gaat over verschil in praktische uitkomsten en anderzijds over het vertrouwen wat de partners in elkaar hebben gekregen. Besluit 3: uit te spreken dat door de overeenstemming in de gesprekken over hermeneutiek de
belemmering die er lag vanwege het besluit van de NGK om de ambten voor de zusters der gemeente open te stellen, is weggenomen. Grond: Ondanks het verschil in praktische uitkomsten ten aanzien van de vrouw in het ambt, is gebleken dat we als kerken elkaar vertrouwen kunnen geven inzake de erkenning en aanvaarding van het gezag van de Heilige Schrift. Een en ander wordt geconcretiseerd in besluit 4 en 519: Samenspreking met het oog op kerkelijke eenheid. Als grond hiervoor geldt: dat met de overeenstemming over de hermeneutiek “de belangrijkste belemmering” is weggenomen. Dat impliceert dat er nog wel belemmeringen zijn die besproken dienen te worden. Maar hiertoe “hartelijk aangespoord,” en vanuit vertrouwen nu de kerken elkaar zo dicht genaderd hebben. Tot slot De Synode is de vergadering van de herders van de kerk, het veelkleurige gezelschap van de Heer. In de zaal waar vergaderd werd, hing het in hout uitgevoerde opschrift: “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.” Dat herinnert aan de ene Herder, de ene weg, de ene cultuur. De besluiten die de Synode heeft genomen, kunnen samengevat worden als een aansporing tot verdere bezinning tot heil van de kerken. Het gaat hier ten diepste om de vrede in de kerk die vrede met het Woord is. Ten diepste het Woord U timmert aan de weg die wij hier leren met achter ons uw bliksemende zwaard onmogelijk te wenden of te keren maar veilig in het net van onze Here Sita T. Bolt
Noten 1. Zie liveblog RD 5 juni 2014. 2. Oorspronkelijke voorstel/conceptbesluit deputatenrapport M/V (p.33): Besluit 2: Op basis van dit rapport het volgende uit te spreken: a. de visie dat naast mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen, zoals deze in dit rapport verwoord is, past binnen de bandbreedte van wat als schriftuurlijk en gereformeerd kan worden bestempeld; b. het al dan niet functioneren van vrouwen als ambtsdrager mag voor de GKv geen belemmering vormen in de kerkelijke contacten met de CGK en de NGK en evenmin bij gemeentestichtingsprojecten. 3. Met 35 stemmen (en 1 blanco stem). 4. Cover van Nader Bekeken, 10 oktober 2013, jrg. 20. 5. G. ter Horst, ‘Synodedebat over vrouw voert naar studie ambt,’ Nederlands Dagblad 19 mei 2014. 6. website synode.gkv.nl: Synode-documentaire vraagstuk m/v in de kerk 27 mei 2014. 7. website synode.gkv.nl/advies-hoogleraren-rapport-mv/ 8. Vrij bespreekbaar is iets anders dan vrij experimenteerbaar. Aan het einde van de vergadering werd een voorstel om vrouwen preekconsent te verlenen niet-ontvankelijk verklaard. Naar voren werd gebracht dat dit voorstel ‘in de lucht hing,’ (liveblog RD 5 juni 2014). 9. Website synode.gkv.nl/beleidsrapporten/4. Contacten met de Nederlands Gereformeerde Kerken/Tweede overeenstemming over hermeneutische uitgangspunten. 10. T. Koens (red.), Hij was in Dachau, Barneveld: Plateau 2014. 11. H. Veenhof, ‘Hij was in Dachau. En zij kon hem niet missen,’ Nederlands Dagblad 2 mei 2014. 12. Zomer & Verbree, Jibbes.nl, Nederlands Dagblad 31 mei 2014.
13. Besluit 3: a. een nieuw deputaatschap M/V en ambt te benoemen dat in kaart moet brengen: 1. hoe de ambtelijke structuur zo kan worden ingevuld dat vrouwen zich daarbinnen kunnen inzetten voor Gods koninkrijk; dit met inachtneming van de onder besluit 2 genoemde grond; 2. wat de consequenties van een dergelijke structuur zijn met betrekking tot de in gebruik zijnde formulieren en de kerkorde; 3. hoe binnen de zusterkerken wordt gedacht over de invulling van de ambten van predikant, ouderling en diaken; dit met het oog op het onderhouden van de katholiciteit van de kerk. b. de binnen- en buitenlandse zusterkerken op de hoogte te stellen van dit besluit 3 en hen te verzoeken om advies. Gronden: 1. een voortgaande bezinning op de vragen rond mannen en vrouwen in de ambten van predikant, ouderling en diaken is gediend met een kritische bestudering van de huidige ambtsstructuur binnen de Gereformeerde Kerken in het licht van het totale onderwijs van de Schrift; 2. de uit de tijd van de Reformatie afkomstige ambtelijke structuur van predikanten, ouderlingen en diakenen is niet rechtstreeks aan de Schrift ontleend en mag daarom naar gelang van de omstandigheden worden gewijzigd en/of aangevuld; 3. niet alle werkzaamheden van de huidige ambtsdragers hebben direct te maken met het dragen van de verantwoordelijkheid voor de geestelijke leiding aan de gemeente; het is zinvol te onderzoeken welke taken door zowel mannen als vrouwen kunnen worden vervuld; 4. een andere invulling en indeling van de ambten van predikant, ouderling en diaken kan consequenties hebben voor de inhoud van de in gebruik zijnde formulieren en ook voor de regelingen van de kerkorde. 5. overeenkomstig de regels voor de zusterkerkrelaties (GS Ommen 1993) behoren de zusterkerken op de hoogte te worden gesteld van de voorgenomen studie en de resultaten daarvan. Toelichting GS Ommen 1993 Acta art. 68 besluit 1 beschrijft de regels voor de zusterkerkrelaties. Regel 6 luidt als volgt: In geval van wijzigingen van of aanvullingen op de belijdenis, kerkorde of liturgische formulieren die inhoudelijk van confessionele aard zijn, zal op het voornemen hiertoe bij de zusterkerken bijzondere aandacht worden gevestigd, zodat zoveel mogelijk overleg voor de definitieve besluitvorming kan plaatsvinden. Besluit 4: a. een nieuw deputaatschap M/V in de kerk te benoemen, dat tot taak heeft: te werken aan de integratie van het bijbels onderwijs, de confessionele normen en de praktijk in de Gereformeerde Kerken met betrekking tot de rollen en functies van vrouwen en mannen in hun onderlinge samenhang, door 1. actief te beschrijven hoe en op grond waarvan in Gereformeerde Kerken in verschillende situaties mannen en vrouwen hun gaven inzetten in de gemeente; 2. daarbij ontwikkelingen, sterke punten, ‘best practices’, maar ook knelpunten en discussiepunten te signaleren, van een eerste afweging te voorzien en die te communiceren met de kerken; 3. over waarnemingen en afwegingen in gesprek te gaan en te blijven met m.n. de medewerkers aan de Theologische Universiteit en aan het Praktijkcentrum; 4. het gesprek over de roeping en het recht van vrouwen ook hun gaven in te zetten in de erken te stimuleren en te ondersteunen met het oog op een praktijk die het veelkleurig spreken van de Schrift weerspiegelt, waarbij er bijzondere aandacht is voor: a. schriftgetrouw en gehoorzaam bijbel lezen; b. de invloed van de maatschappij op het denken en handelen van christenen; c. de bijzondere en aanvullende verschillen tussen man en vrouw. 5. bij alle hiervoor genoemde activiteiten gericht te vragen naar de diverse ervaringen en overtuigingen van vrouwen; 6. wanneer er ontwikkelingen zijn in de kerken op dit punt die voldoende convergeren en waarvan het verantwoord is om er gemeenschappelijke afspraken over te maken, daarover aan de dan eerstvolgende generale synode voorstellen te doen; 7. voorstellen die daar aanleiding toe geven tijdig via deputaten Kerkelijke eenheid en Betrekkingen buitenlandse kerken te communiceren met binnen- en buitenlandse zusterkerken. Gronden: 1. [a1-5] Het is verstandig op dit moment niet in te zetten op één of meer aangedragen
‘oplossingsrichtingen’ in de vragen rond de mogelijkheid van vrouwelijke ambtsdragers, maar het gesprek in breder kader voort te zetten; 2. [a1] De ontwikkelingen in de kerken op het punt van de rollen en functies van mannen en vrouwen in de gemeente verdienen een goede ondersteuning en interactie; 3. [a2] De nu verschillende praktijken in de kerken vragen om een meer gemeenschappelijk proces van bewustwording en van elkaar leren. De urgentie daarvan wordt nu meer dan in het verleden ervaren; 4. [a2] Door als kerken samen en in samenhang elkaars praktijk te leren kennen en te onderzoeken, vullen we elkaar aan en kunnen we groeien in eensgezindheid; 5. [a3] Input vanuit de Theologische Universiteit en het Praktijkcentrum is nodig voor een theologisch en empirisch verantwoorde begeleiding van de kerkelijke ontwikkelingen en voorbereiding van eventueel nodige besluitvorming; 6. [a4] Ongeacht overtuigingen over het al dan niet toegestaan zijn van vrouwelijke ambtsdragers valt er nog veel te winnen in een doorgaand gesprek over roeping en recht van vrouwen om ook hun gaven in te zetten in de kerk; 6a. [a4a] Er is verschil van inzicht over de manier waarop wij voor ons leven hier en nu conclusies trekken uit wat de bijbelschrijvers in eerste instantie voor hun lezers van toen opschreven; 6b. [a4b] Deputaten M/V hebben in hun rapport terecht aandacht gevraagd voor de spanning die velen voelen tussen de rollen en functies die vrouwen in de kerken en in de maatschappij vervullen; 6c. [a4c] De reële verschillen tussen man en vrouw vragen een eigen afweging, bijvoorbeeld door aandacht te geven aan ‘gender-studies’; 6d. [a4c] De kerk heeft in alle tijden en omstandigheden de opdracht vrouwen te beschermen tegen heerszuchtig of gemakzuchtig optreden van mannen. 1. [a5] Wanneer het gaat over de roeping en het recht van vrouwen om ook hun gaven in te zetten in de kerken kan hun eigen inbreng niet gemist worden; 2. [2] Het is goed de tijd te nemen om gemeenschappelijke besluitvorming op dit onderwerp vanuit de kerken zelf te laten opkomen en in alle rust zoveel mogelijk gezamenlijkheid te laten groeien; 3. [3] De afspraken met zusterkerken in binnen- en buitenland moeten zo zorgvuldig mogelijk worden nagekomen. 14. website synode.gkv.nl onder beleidsrapporten: no. 32. 15. website synode.gkv.nl onder beleidsrapporten: no. 71 / Hfst.4 Contacten met de Nederlands Gereformeerde kerken; Tweede overeenstemming over hermenutische uitgangspunten. 16. Website ngk.nl/lv2004/docs/25.4 rapport commissie VOP. 17. website synode.gkv.nl onder beleidsrapporten: no. 32. / Zie ook op website skocourant: ‘Over het rapport M/V in de kerk’ 16 mei 2014. 18. Zie noot 9 19. Besluit 4: de contacten met de NGK voort te zetten en over te gaan van gesprekken naar samensprekingen met het oog op kerkelijke eenheid. Grond: nu de belangrijkste belemmering is weggenomen, ligt de weg naar samensprekingen over daadwerkelijke kerkelijke eenheid open. Besluit 5: algemeen dankbaar te zijn voor de brief van de LV Zeewolde 2013-2014 en die te beschouwen als een hartelijke aansporing om verder te gaan op de weg naar hereniging. Gronden: het is vertroostend en verblijdend te constateren dat de Heer van de kerk de NGK en de GKv 50 jaar na de droeve scheuring zo dicht tot elkaar heeft doen naderen; nu al ingaan op de uitnodiging voor een gezamenlijke verklaring zou betekenen dat de fase van ‘samensprekingen met het oog op kerkelijke eenheid’ in het traject naar kerkelijke eenheid zou worden overgeslagen.