STUDIE 141 BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL Strijkster m/v
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL Strijkster m/v sector :
kleding - confectie
Sectorcommissie beroepsopleidingsprofielen Kleding - Confectie van de Vlaamse Onderwijsraad D/2000/6356/8
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
I N H O U D 1
INLEIDING
1
1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel 1.1.1 Gegevens beroepsprofiel 1.1.2 Gegevens beroepsopleidingsprofiel
1
1.2
Opdracht 1.2.1 Opdrachtgever 1.2.2 Doelstellingen
1
1.3
Ontwikkelingsproces
1
1.4
Legitimatie
2
2
SITUERING VAN DE OPLEIDINGEN
3
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld 2.1.1 Beroepenstructuur 2.1.2 Geraadpleegde beroepsprofielen
3
Gegevens uit de opleidingenwereld Opleidingenaanbod Regionale spreiding van het opleidingenaanbod en de tewerkstelling in Vlaanderen en het Brussels Gewest
5
2.3
Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel
7
3
HET BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL
8
3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel
8
3.2
Globale beschrijving van het beroepsopleidingsprofiel
8
3.3
Concrete vertaalslag 3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen 3.3.2 Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel 3.3.3 Selectie van takenclusters en taken 3.3.4 Formulering van de vaardigheden 3.3.5 Concrete uitwerking van de vertaalslag 3.3.6 Beroepshoudingen 3.3.7 Contextgegevens
8
3.4
Niveau van het beroepsopleidingsprofiel
13
4
BIBLIOGRAFIE
15
5
MEDEWERKERS AAN DE SECTORCOMMISSIE
15
Bijlage 1: Functiebeschrijving en beroepsprofielen in de kledingen confectiesector (maart 2000)
16
2.2
2.2.1 2.2.2
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
1
1
INLEIDING
1.1
Identificatie van het beroepsopleidingsprofiel
1.1.1
Gegevens beroepsprofiel Sector Beroep Beroepsprofiel Gelegitimeerd door op
1.1.2
: : : : :
kleding-confectie strijkster strijkster koepelcommissie opleidingsprofielen 17 september 1999
Gegevens beroepsopleidingsprofiel Sectorcommissie vaste kern uitgebreide commissie Studiegebied Benaming van het profiel Legitimator
: : : : :
Datum
:
1.2
Opdracht
1.2.1
Opdrachtgever
KLEDING-CONFECTIE STRIJKSTER KLEDING STRIJKSTER (M/V) Afdeling TSO/BSO Afdeling BuSO Raad voor Volwassenenonderwijs Afdeling TSO/BSO: 28 april 2000 Afdeling BuSO: 22 juni 2000 Raad voor Volwassenenonderwijs: 27 juni 2000
De koepelcommissie Opleidingsprofielen stelde op de vergadering van 4 december 1998 de vaste kern van de sectorcommissie opleidingsprofielen Kleding-Confectie samen. De sectorcommissie werd op 17 september 1999 uitgebreid met het oog op de ontwikkeling van een beroepsopleidingsprofiel naar aanleiding van het beschikbare beroepsprofiel Strijkster (SERV/IVOC, 1999).
1.2.2
Doelstellingen 1 De uitbouw van het onderwijs optimaal verzekeren. 2 De opleiding strijkster beter laten aansluiten bij de arbeidsmarkt. 3 De uitstroom van gekwalificeerde strijksters verhogen.
1.3
Ontwikkelingsproces Het beroepsopleidingsprofiel wordt samengesteld op basis van een handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingsprofielen voor het secundair onderwijs en het volwassenenonderwijs, ontwikkeld door de Dienst voor onderwijsontwikkeling. Het is afgeleid van het beroepsprofiel ‘Strijkster’. De werkgroepmethode wordt toegepast.
2
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
De uitgebreide sectorcommissie vergaderde op volgende dagen: vrijdag 21 januari 2000 (10 tot 16 uur) vrijdag 3 maart 2000 (12 tot 16 uur) vrijdag 24 maart 2000 (10 tot 12 uur).
1.4
Legitimatie De Raad voor Volwassenenonderwijs, de afdeling TSO/BSO, en de afdeling BuSO legitimeren het beroepsopleidingsprofiel. Het BOP wordt als advies aan de overheid voorgelegd.
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
2
SITUERING VAN DE OPLEIDINGEN
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld
2.1.1
Beroepenstructuur
3
De beroepenstructuur is nog in ontwikkeling. Bijlage 1 geeft een voorlopig overzicht.
2.1.2
Geraadpleegde beroepsprofielen Het beroepsprofiel Strijkster, opgesteld door de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen in samenwerking met IVOC (1999), is de basis voor het beroepsopleidingsprofiel Strijkster (m/v). Het beroepsprofiel Strijkster (SERV/IVOC, 1999) omschrijft het beroep van Strijkster als volgt: Een strijkster kan met de juiste apparatuur volgens de meest efficiënte werkmethode allerhande voor-, tussen- en eindstrijken van kledingstukken en andere verwerkte stoffen uitvoeren1. Het geheel of gedeeltelijk strijken, persen, stomen of plisseren van stofdelen of verwerkte stoffen gebeurt ofwel met de bedoeling het assemblagewerk mogelijk te maken of te vergemakkelijken, ofwel om het stuk op te frissen of het zijn definitieve vorm te geven. De kleding- en confectiesector is een industriële sector die instaat voor het ontwerpen en het assembleren van kleding- en andere textielproducten (bed- en tafellinnen, gordijnen, lampenkappen, regenschermen, tenten, binnenbekleding van voertuigen,…). De confectiesector omvat in feite alle bedrijven waarin de typische confectietechnieken zoals patroonontwerp, snij-, stik-, strijkwerk of het overtrekken worden toegepast. Binnen de confectiesector kan men verschillende bedrijfstypes onderscheiden: - bedrijven die de volledige productie uitvoeren, van het ontwerp en de productie tot het verkopen; - loonconfectiebedrijven ontwerpen zelf geen collecties en houden zich enkel bezig met de productie; - kop- en staartbedrijven hebben geen eigen stikatelier. Ze leggen zich toe op het werk dat voorafgaat aan de productie van kleding en op de uiteindelijke levering en verkoop. Het stikwerk wordt uitbesteed, het strijkwerk gebeurt in het bedrijf en wordt belangrijker.
1
IVOC, (1998) : Beroepsopleidingen in de kleding- en confectiesector. Inventaris 98, Brussel.
4
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
In het productieproces van de confectie kunnen volgende stappen onderscheiden worden2
ontwerpen
patroontekenen
modelmaken
snijden
stikken
strijken / persen
afwerken / verpakken
De breigoednijverheid is een deelsector van de textielsector en behoort dus niet tot de confectiesector3, maar het beroepsprofiel Strijkster is wel van toepassing binnen deze deelsector. De textielverzorgingssector (wasserijen en stomerijen) is ook een aanzienlijke afnemer van strijksters. Het beroep van strijkster wordt bijna uitsluitend door vrouwen uitgeoefend. Uit een onderzoek naar beroepen en functies in de Belgische confectiesector dat door IVOC in 1996 uitgevoerd werd, bleek op dat moment 97 % van de ondervraagde strijksters vrouwen.4 Strijksters zijn niet in specifieke bedrijven geconcentreerd en zijn tewerkgesteld in zowel confectiebedrijven als textielverzorgingsbedrijven (stomerijen en wasserijen).
2 3 4
Huys, R., (1996): Arbeidsorganisatie in een veranderende confectienijverheid. DWTC, Brussel. IVOC, (1997): De Belgische kleding- en confectiesector op de drempel van de eenentwintigste eeuw. Brussel. IVOC, (1996): Werken in de confectie, een overzicht van beroepen en functies in de Belgische kleding- en confectiesector. Brussel.
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
2.2
Gegevens uit de opleidingenwereld
2.2.1
Opleidingenaanbod
5
De opleiding ‘Strijkster’ wordt als dusdanig aangeboden door het deeltijds secundair beroepsonderwijs, door de VDAB en onder de vorm van werknemersleerlingencontracten (WLC). Onrechtstreeks komt ze aan bod in de tweede en derde graad van het voltijds secundair technisch en beroepsonderwijs, in het buitengewoon secundair onderwijs en in het volwassenenonderwijs. 2.2.1.1 Overzicht van het met het beroepencluster direct overeenstemmende opleidingenaanbod In het deeltijds secundair beroepsonderwijs komen de benamingen Operator in de strijk- en persafdeling* en Operator in de wasserij voor. De met een * aangeduide benaming is ook de benaming van een opleiding in het JLW (jongerenleerlingenwezen), vastgelegd bij koninklijk besluit. De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) verzorgt de beroepsgerichte vaktechnische opleiding Strijken. De sectorale opleidingsinstelling IVOC plant een sectorspecifieke en beroepsgerichte navorming voor werknemers van kleding- en confectiebedrijven. 2.2.1.2 Overzicht van het met het beroepencluster aanverwante opleidingenaanbod Het hogeschoolonderwijs biedt in het studiegebied Industriële Wetenschappen en Technologie de basisopleiding Confectie van één cyclus aan en in het studiegebied Onderwijs de basisopleiding van één cyclus Kleding/Voeding-Verzorging aan. In het voltijds secundair onderwijs omvat het studiegebied Kleding in het BSO in de 2de graad de studierichting Kleding met een vervolmakingsjaar, in de 3de graad de studierichtingen Kleding-confectie, Kleding-verkoop en retouches en in het derde leerjaar van de 3de graad de studierichtingen Confectie-modelmaken, Modeen maatkleding dames, Mode- en maatkleding heren en in de vierde graad de studierichting Kleding. Het buitengewoon secundair onderwijs biedt in opleidingsvorm 3 en 4 de kwalificatietechnieken Confectie, Damessnit en Herensnit aan. Het secundair onderwijs voor sociale promotie biedt in het studiegebied Confectie de afdeling Kleding-industriële technieken aan. De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) biedt de opleidingen Cad-patronen, Retouche, Verkoop kleding, Verkoop woningdecoratie, Woningdecoratie en Stofferen aan. Het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen (VIZO) organiseert kledingen confectieopleidingen ter vervolmaking voor de middenstand en werknemers uit KMO’s.
6
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
2.2.1.3 Onderzoek naar de bevolking van de opleidingen In het DBSO volgde op 1 februari 1999, volgens een bevraging bij de coördinatoren, geen enkele leerling de opleidingen Operator in de strijk- en persafdeling en Operator wasserij. In het hogeschoolonderwijs van één cyclus volgden in het academiejaar 1998-99 58 studenten (3 mannen en 55 vrouwen) de afdeling Confectie; 2 vrouwen de opleiding Kleding T.O. en 10 vrouwen de opleiding T.T.O. optie Kleding. In het voltijds secundair onderwijs volgden in het schooljaar 1998-99: 450 leerlingen (4 jongens en 446 meisjes) de studierichting Mode en kleding TSO 1 jongen en 213 meisjes in de 2de graad en 3 jongens en 233 meisjes in de 3de graad; 1219 leerlingen (11 jongens en 1208 meisjes) in de 2de graad de studierichting Kleding BSO; in de 3de graad BSO 1 jongen en 155 meisjes de studierichting Kleding-confectie, 11 jongens en 1103 meisjes de studierichting Kleding-verkoop en retouches en 20 leerlingen (3 jongens en 17 meisjes) de studierichting Maatkleding heren BSO; in het 3de leerjaar van de 3de graad volgden 202 meisjes de studierichting Mode- en maatkleding dames BSO en 13 meisjes de studierichting Confectie-modelmaken BSO; in de vierde graad BSO volgden 124 leerlingen (3 jongens en 121 meisjes) de studierichting Kleding. In het Secundair Onderwijs voor Sociale Promotie volgden in het schooljaar 199899 in het traditioneel stelsel 3 mannen de hoger secundaire technische leergang in de afdeling Kleding-Textiel-Leder en 1220 cursisten (35 mannen en 1185 vrouwen) de hoger secundaire beroepsleergang in de afdeling Kleding-Textiel-Leder. In het systeem van kapitaliseerbare eenheden volgden in het 1ste semester: 1 man en 61 vrouwen de afdeling Kleding; 1 man en 7 vrouwen de afdeling Kleding industriële technieken; 15 mannen en 962 vrouwen de afdeling Kleding-kleermaken dames; 23 mannen en 55 vrouwen de afdeling Meubelstofferen. Bij de VDAB hadden op 31 december 1999 in totaal 10 cursisten (5 werknemende en 5 werkzoekende vrouwen) een opleiding Strijken gevolgd.
2.2.2
Regionale spreiding van het opleidingenaanbod en de tewerkstelling in Vlaanderen en het Brussels Gewest. Er is een vraag naar opleidingen voor specifiek voorstrijk, tussenstrijk en eindstrijk. De VDAB geeft de opleiding momenteel in Oudenaarde, Hasselt en Roeselare. Strijksters zijn vaak verbonden aan grote confectiebedrijven maar kunnen ook terecht in textielverzorgingsbedrijven (wasserijen en stomerijen) en in strijkwinkels in samenwerking met het OCMW.
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
2.3
7
Verantwoording van het te ontwikkelen beroepsopleidingsprofiel Er is een vraag naar gekwalificeerde strijksters. Het gebruik van nieuwe materialen met specifieke strijkeisen en de veranderende maatschappij (strijk wordt meer en meer uitgegeven) maakt dat er meer strijksters nodig zijn die over meer vaardigheden beschikken. Het is noodzakelijk dat de opleidingen aangepast worden aan de vragen en behoeften van de sector zodat de uitstroom van gekwalificeerden bevorderd kan worden.
8
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
3
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL (BOP)
3.1
Benaming van het beroepsopleidingsprofiel Het beroepsopleidingsprofiel heet Strijkster (m/v) en beschrijft de kwalificatie Strijkster.
3.2
Globale omschrijving van het beroepsopleidingsprofiel De toekomstige strijkster leert werken in een strijkafdeling, het eigen werk organiseren en de voor-, tussen- en eindstrijk uitvoeren.
3.3
Concrete vertaalslag
3.3.1
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen Het beroepsopleidingsprofiel wordt afgeleid van het beroepsprofiel ‘Strijkster’ (SERV/IVOC, 1999).
3.3.2
Evaluatie van de taken uit het beroepsprofiel Het toegeleverde beroepsprofiel kan ondergebracht worden in type A; dat is een beroepsprofiel dat takenclusters omvat voorzien van kennis, attitudes en contextgegevens.
3.3.3
Selectie van takenclusters en taken
BEROEPSPROFIEL
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL
1.1 1.1.1
Voorbereidende taken Voorbereiding van de werkzaamheden
Vaardigheidscluster 1: Het eigen werk organiseren
1.2 1.2.1: 1.2.1.1: 1.2.1.2: 1.2.1.3: 1.2.2:
Uitvoerende taken Strijken Voorstrijk Tussenstrijk Eindstrijk Afwerking
1.3 1.3.1:
Ondersteunende taken Kwaliteitscontrole en veiligheid Klein onderhoud
1.3.2:
Vaardigheidscluster 2: Strijken, persen en stomen
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
9
Volgende vaardigheden werden aan het beroepsprofiel toegevoegd: ‘de eigen administratie bijhouden’ ‘voorstellen doen voor werk- en kwaliteitsverbetering’ Beroepshoudingen vermeld in het BP die niet als dusdanig werden opgenomen: ‘Loyauteit aan het bedrijf' is bedrijfsgebonden; voor ‘Omgaan met stress’ gaat de sectorcommissie ervan uit dat de beroepshoudingen ‘Organisatievermogen, accuratesse en kwaliteitsbewustzijn’ de stressbestendigheid bevorderen; ‘Zin voor esthetiek: bij het uitvoeren van taken desgevallend ook esthetische overwegingen laten meespelen’ maakt volgens de commissieleden wezenlijk deel uit van de vaardigheden en zit in de beroepshouding ‘Beroepsfierheid’. Volgende beroepshoudingen werden toegevoegd: Kwaliteitsbewustzijn / Organisatievermogen / Zin voor samenwerking / Kritische ingesteldheid / Leerbereidheid / Verantwoordelijkheidszin /Beroepsfierheid
3.3.4
Formulering van vaardigheden met de bijbehorende kennis, houdingen en context De mate van beheersing van de vaardigheden en kennis wordt genuanceerd aan de hand van volgende criteria. Vaardigheden −
1 = oriëntering Een cluster van vaardigheden waarmee de lerende/beginnende beroepsbeoefenaar kennis maakt. Hij/zij neemt deze vaardigheden waar of voert ze kort uit om een beter beeld te krijgen van de beroepsactiviteiten binnen de bedrijfstak.
−
2 = onder begeleiding uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin het voordoen/nadoen een rol spelen of waarin de verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij derden ligt.
−
3 = zelfstandig uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij op eigen initiatief handelt of waarin de verantwoordelijkheid bij de lerende zelf ligt.
−
4 = begeleidend uitvoeren De lerende/beginnende beroepsbeoefenaar voert deze vaardigheden uit in situaties waarin hij/zij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering door derden op zich neemt.
Ondersteunende kennis −
1 = feitelijke kennis Deze kennis is op herkenning terug te voeren (Dit niveau kan omschreven worden door middel van werkwoorden van het type: reproduceren, bewust zijn, herinneren, herkennen, registreren, opnoemen, aanduiden, benoemen, opsommen, ...)
10
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
−
2 = begripsmatige kennis Deze kennis is op inzicht terug te voeren (begrijpen, verstaan, aantal aangeven, verband uitdrukken, bewijzen, voorbeelden geven, typeren, de essentie aangeven, omschrijven, met eigen woorden zeggen, ...)
−
3 = kennistoepassing Deze kennis past de feitelijke en begripsmatige kennis toe (gevarieerd aanwenden, uitwerken, beoordelen, evalueren, produceren, vergelijken met, structureren, ...)
−
4 = integrerende De kennis in nieuwe situaties toepassen en zoeken naar innovaties.
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
3.3.5
11
Uitwerking van de concrete vertaalslag
CLUSTER 1: HET EIGEN STRIJKWERK ORGANISEREN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
Mate van Beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van Beheersing
1.1
veiligheidsinstructies naleven
V3
Veiligheidsvoorschriften eigen aan het beroep
K1
1.2
uitgaande van een demonstratie/werkinstructiefiche een bewerking uitvoeren
V3
Vakterminologie Symbolen Basiskennis van soepele materialen: soorten en strijkeigenschappen Werkinstructies kunnen interpreteren De vermelde materialen op de werkinstructiefiche kunnen herkennen Courant gebruikte industriële strijkapparatuur, onderdelen, hulpstukken en strijkvormen Basisprincipes van werkpostinrichting voor de strijkster Principes van ergonomie Kwaliteitscriteria voor materialen
K1 K2 K2
V3
Kwaliteitscriteria voor elke bewerking in het strijkproces
K2
V3
Een onderhoudshandleiding kunnen raadplegen Een probleem bondig en precies kunnen formuleren
V3
1.3
het benodigde gereedschap en materiaal klaarleggen, de werkpost inrichten
stik- en weefselfouten aanduiden en melden 1.5 vlekken aanduiden en melden 1.6 permanent de kwaliteit van het werk controleren, het resultaat vergelijken met de opdracht, eigen fouten herstellen en andere aan de verantwoordelijke melden 1.7 apparatuur en gereedschap werkklaar houden 1.8 storingen van de apparatuur onderkennen en aan de verantwoordelijke melden 1.9 de werkplek met het gepaste gereedschap onderhouden 1.10 de eigen administratie bijhouden 1.11 voorstellen doen voor werk- en kwaliteitsverbetering 1.4
V3
V3
V3 V3 K2 K2 K2 K1
V3
V3
V3
V3 V3
V3
12
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
CLUSTER 2: STRIJKEN, PERSEN EN STOMEN Cluster van vaardigheden De leerling/cursist kan:
Mate van Beheersing
Ondersteunende kennis (K) en vaardigheden (V)
Mate van Beheersing
Parameters voor het instellen van strijkapparatuur: temperatuur, tijd, druk, afzuiging en stuwing, hoeveelheid en kwaliteit van de stoom Soorten strijkzolen en bijbehorende hulpstukken
K3
Krimpen en rekken Technieken van bekleven De kleefpers Eigenschappen van kleefbare materialen Technieken voor het instrijken van zomen Mallen kunnen gebruiken Soorten plooien Technieken voor het vormen en instrijken van plooien Mallen voor plooien kunnen gebruiken Plisseerapparaat
K2 K2 K1 K2
Technieken voor het openstrijken, rollen en platstrijken van naden Omkeerapparaat Technieken voor het platstrijken en op vorm strijken van nepen Technieken voor het aanbrengen van rek, krimp en vorm
K2
Technieken voor het uitstrijken van voeringen De strijkmethode aan de gebruikte materialen kunnen aanpassen Methoden voor het strijken van een afgewerkt stuk Technieken om afgewerkte stukken bij te sturen
K2
2.1
de strijkapparatuur volgens de instructiefiche instellen
V3
2.2
de in de instructiefiche vermelde strijkzool aanbrengen en aanpassen de stukken correct op de stoom-, pers- en strijkinstallatie brengen de strijkapparatuur veilig bedienen losse delen voorstrijken losse en gestikte onderdelen bekleven
V3
2.7
zomen omstrijken
V3
2.8
plooien vormen en instrijken
V3
2.3
2.4 2.5 2.6
V3
V3 V3 V3
naden strijken
V3
2.10 delen omkeren 2.11 nepen strijken
V3 V3
2.12 rek, krimp en vormge-
V3
ving volgens opgegeven maten en model aanbrengen 2.13 delen geassembleerd uit materialen met verschillende eigenschappen strijken
V3
2.14 de eindstrijk uitvoeren
V3
2.15 het afgewerkte stuk bij-
V3
2.9
sturen: (doordrukken, kreuken en plooien, pasvorm en lustervorming) 2.16 afgewerkte stukken volgens instructies ophangen 2.17 afgewerkte stukken volgens instructies manueel opvouwen
K2
V3
V3
K2 V3 K1 K2 V3 K1
K1 K2 K2
V3
K2 K2
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
3.3.6
13
Beroepshoudingen Onder beroepshoudingen verstaan we de meer algemene, minder aan een specifieke uitvoering gebonden eigenschappen, attitudes, persoonlijkheids- en gedragskenmerken die functioneel kunnen zijn in het arbeidsproces. Het is het geheel van cognitieve, affectieve en actiecomponenten wezenlijk voor de uitoefening van een beroep. Accuratesse/Kwaliteitsbewustzijn erop gericht zijn binnen de voorgeschreven tijd een taak met inachtneming van gedefinieerde kwaliteitsstandaarden te voltooien. Organisatievermogen erop gericht zijn de taken zodanig te plannen dat het beoogde doel op een efficiente manier bereikt kan worden. Zin voor samenwerking bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde opdracht te werken en regels en afspraken na te leven. Veiligheids- en gezondheidsbewustzijn actief en proactief gericht zijn op veiligheid en gezondheid. Erop gericht zijn onveilige situaties aan de verantwoordelijke te melden. Kritische ingesteldheid tegenover het resultaat van het eigen werk. Leerbereidheid bereid zijn om de eigen competenties te verbreden en uit te diepen, bereid zijn nieuwe technieken te leren en toe te passen. Verantwoordelijkheidszin materiaal, machines en gereedschap zorgvuldig gebruiken, niets verspillen, regels en afspraken respecteren. Beroepsfierheid
3.3.7
Contextgegevens De taakinhoud van de strijkster wordt bepaald door het type van bedrijf en de arbeidsorganisatie. De evolutie in strijkapparatuur en de toenemende vraag naar kwaliteit veronderstellen een grotere vaardigheid en kennis van de toekomstige strijkster.
3.4
Niveau van het beroepsopleidingsprofiel De strijkster is verantwoordelijk voor de kwaliteitsvolle uitvoering van haar werk. Zij moet het eigen werk zodanig kunnen organiseren dat het optimaal kan verlopen. De meest frequente problemen kan de strijkster, dankzij haar ervaring, zelf oplossen. Grotere problemen worden doorgespeeld naar een hiërarchische meerdere. Gezien de mate van verantwoordelijkheid, de complexiteit van de arbeidssituatie en de mate van transfer, stelt de uitgebreide sectorcommissie voor de kwalificatie Strijkster op het niveau 2 te plaatsen (in de handleiding omschreven als een kwali-
14
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
ficatie die vooral praktisch werk omvat, dat zelfstandig kan worden uitgevoerd binnen de grenzen van de aangeleerde technieken). Het definitieve niveau van het beroepsopleidingsprofiel wordt bepaald door de vaste kern van de sectorcommissie bij het opstellen van de kwalificatiestructuur.
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
4
15
BIBLIOGRAFIE Onderzoek naar de kwalificatiebehoeften voor strijkster, Brussel, SociaalEconomische Raad van Vlaanderen, oktober 1998. Handleiding voor het schrijven van beroepsopleidingsprofielen voor secundair en volwassenenonderwijs, Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Dienst voor Onderwijsontwikkeling, 1998. Statistisch jaarboek van het Vlaams Onderwijs, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Departement Onderwijs.
5
MEDEWERKERS AAN DE SECTORCOMMISSIE ◆ Liesbet Kenens, voorzitter van de sectorcommissie, VVKSO ◆ Peter Bynens, IVOC ◆ Lucien Bats, ABVV- Textiel, Kleding en Diamant ◆ Vera De Norre, ACV-Textiel en Kleding (CCTKB) ◆ Jo Verniers, Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding ◆ Caroline Campens, Hogeschool Gent ◆ Lieve Werkers, Plantijn Hoge-School van de Provincie Antwerpen ◆ Martine Van Renterghem, GO ◆ Reinhilde Simons, Provinciaal Instituut Sint-Godelieve, Antwerpen, CVPO ◆ Annemie Defoer, Stedelijk Instituut voor Technisch Onderwijs 1, Antwerpen, OVSG ◆ Chris De Wanckel, Instituut Heilige Familie, Ieper, VVKSO ◆ Christiane Dufoor, Inspectie Onderwijs ◆ Vera Timmers/Eva Verstraete, Dienst Beroepsopleiding Departement Onderwijs ◆ Rita Vanheste, Vlaamse Onderwijsraad
16
BEROEPSOPLEIDINGSPROFIEL STRIJKSTER
Bijlage 1: Functiebeschrijvingen en beroepsprofielen in de kleding- en confectiesector (maart 2000)
AFDELING
Ontwerpafdeling
Productieafdeling
FUNCTIEBESCHRIJVING
BEROEPSPROFIELEN
1
Styling
2
Modelmaken
BP in ontwikkeling
3
Patronen maken
BP in ontwikkeling
4
Patronen intekenen
BP in ontwikkeling
Snijzaal 5
Opleggen
6
Snijden
7
Confectie voorbereiden
BP Snijdster (1999)
Stikzaal 8
Stikken
BP Confectiestikster (1998)
Afwerking/finishing 9
Strijken
10 Afwerken Leidinggevende en staffuncties Commerciële en administratieve afdelingen, directie, bedrijfsleiding, …
11 Magazijn 12 Bandleiden
BP Strijkster (1999)