CC Select
Gemeente Meulebeke
INFORMATIEBERICHT Brandweerman – onderluitenant – vrijwilliger (m/v) Het gemeentebestuur van Meulebeke gaat over tot de aanwerving van twee brandweermannen – onderluitenant - vrijwilligers Functie Als brandweerman zet je je op een zinvolle manier in voor de gemeenschap bij de bestrijding en/of preventie van vele gevaren. Je hebt een heel gevarieerd takenpakket gaande van brandbestrijding, over hulp bij overstromingen tot assistentie bij grote en kleine rampen.
Profiel
geestelijk en lichamelijk sterk en fit zijn hulpvaardig en kordaat collegiaal, dynamisch en gedreven
Voorwaarden
Belg zijn minstens 21 jaar en 1m60 groot in het bezit zijn van een uittreksel uit het strafregister houder zijn van een diploma hoger secundair onderwijs of gelijkgesteld onderwijs zijn hoofdverblijfplaats hebben in de gemeente waar de brandweer gevestigd is slagen voor de selectieproeven
Aanbod
vergoeding op prestatiebasis in salarisschaal PBA1 of A6 een boeiende zinvolle job met verantwoordelijkheid in een professionele en eigentijdse werkomgeving een opleiding als brandweerman en bijscholing
Interesse? Alle inlichtingen i.v.m. de diploma- en toelatingsvoorwaarden, de functiebeschrijving en het selectieprogramma kan je terugvinden op www.ccselect.be (onder de knop ‘vacatures lokale besturen’). Voor alle andere inlichtingen kan je contact opnemen met CC Select - 02 467 35 40 of
[email protected]. Solliciteren kan door een gemotiveerd schrijven met cv, uittreksel uit het strafregister en een kopie van je diploma, uiterlijk tegen 15 november 2013 (poststempel geldt als bewijs), te sturen naar: Gemeente Meulebeke T.a.v. het College van Burgemeester en Schepenen P/A CC Select - Vliegvelddreef 9 - 1082 Brussel
meug-se-doc-20131028 (informatiebericht brandweer) definitieve versie
pagina 1
CC Select
Gemeente Meulebeke
Koninklijk Besluit van 19 april 1999 AANWERVING & SELECTIE De aanwerving en selectie worden georganiseerd volgens het Koninklijk Besluit van 19 april 1999 tot vaststelling van de geschiktheids- en bekwaamheidscriteria en de benoemings- en bevorderingsvoorwaarden voor officieren van de openbare brandweerdiensten. De examencommissie bestaat voor ten minste de helft uit experts die niet tot de gemeentediensten behoren. De officier-dienstchef is verplicht lid van de examencommissie. Gemeenteraadsleden kunnen het examen als waarnemer bijwonen. Zij mogen echter niet deelnemen aan de beoordeling van de kandidaten en aan de deliberatie door de examencommissie. Kandidaten worden aan selectieproeven onderworpen. De proeven dienen de technische vaardigheden van de kandidaten, hun geschiktheid tot leidinggeven, hun maturiteit en de manier waarop zij hun eigen ideeën uiteenzetten, te beoordelen. De selectieproeven omvatten: Een proef die de technische vaardigheden van de kandidaten toetst; Een competentieproef die de geschiktheid tot leidinggeven van de kandidaten toetst; Een mondelinge proef die de motivatie en het profiel van de kandidaten toetst. De selectieproeven worden ingericht als vergelijkend examen. Kandidaten die geschikt zijn bevonden bij de selectieproeven moeten zich onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek dat op grond van de in bijlage II van het KB van 19/4/1999 bepaalde maatstaven wordt verricht door de officier-geneesheer van de dienst, de geneesheer aangewezen door de gemeenteraad of de Sociaal-Medische Rijksdienst. De medisch geschikt bevonden kandidaten worden onderworpen aan proeven inzake lichamelijke geschiktheid. De Minister van Binnenlandse Zaken kan de inhoud en de nadere regels van deze proeven bepalen. Kandidaten die de voorwaarden vervullen en die geslaagd zijn voor de selectieproeven en het geneeskundig onderzoek en de proeven inzake lichamelijke geschiktheid, worden door de gemeenteraad toegelaten tot de proeftijd in orde van rangschikking resulterend uit de selectieproeven. Basiscriteria voor het geneeskundig onderzoek voor een betrekking van onderluitenant: moet een sterke lichaamsgesteldheid hebben die hem toelaat vermoeiende en ononderbroken fysische inspanningen te leveren, de weersgesteldheden te trotseren, op elk soort van terreinen te gaan en te lopen, te kruipen, te klimmen, te springen, te zwemmen, zware lasten te dragen; mag niet onderhevig zijn aan duizeligheid; moet bekwaam zijn in alle omstandigheden, zowel 's nachts als overdag autovoertuigen van alle typen te besturen, en mag niet lijden aan kwalen die een plotselinge bezwijming tijdens het sturen kunnen veroorzaken (epilepsie, duizeligheid, neiging tot flauwvallen, aandoeningen van de hartvaten die plotselinge bewusteloosheid kunnen veroorzaken, suikerziekte, die inspuitingen of inneming van hypoglycaemiërende geneesmiddelen noodzakelijk maakt); moet een gezichtsscherpte hebben, zo nodig met brilleglazen, van 13/10 voor beide ogen samen, met een minimum van 3/10 voor het minst goede oog. De gezichtsscherpte zonder bril mag echter niet minder bedragen dan 5/10 voor beide ogen samen; meug-se-doc-20131028 (informatiebericht brandweer) definitieve versie
pagina 2
CC Select
Gemeente Meulebeke
moet voor elk oor een gehoorscherpte hebben die hem toelaat zonder het dragen van een hoorapparaat, de normale conversatiestem te horen op 2,50 m afstand de rug naar de onderzoekende geneesheer gekeerd; mag geen afwijking of gebrek vertonen waardoor zijn prestige ernstig in het gedrang kan komen bij het uitoefenen van zijn bevelvoering en geen spraakstoornissen vertonen.
De sportproeven of proeven inzake lichamelijke geschiktheid: 1. Voorligsteun: het lichaam, dat op de handen en voeten steunt, vormt een rechte lijn van de schouders tot de hielen, terwijl de armen loodrecht op de grond staan. Tijdens de oefening met de borst de grond lichtjes raken. Armen buigen en strekken: 10 maal 2. Buiging van de armen: in hang aan de boom of de brug, de handen in supinatie, dit wil zeggen de palm naar binnen. Het toestel wordt op zulkdanige wijze op hoogte geplaatst dat de voeten de grond niet raken. Voor de goede uitvoering is vereist dat de kin boven de brug uitkomt: 4 maal 3. Evenwicht: tweepogingen worden aan de kandidaat toegestaan. Op een boom van 7 tot 10 cm breed, 3,50 m lang en geplaatst op een hoogte van 1,20 m. Vrije manier van op- en afstijgen. De proef wordt gechronometreerd bij het geven het signaal wanneer de kandidaat zich in evenwicht op de boom gesteld heeft. De chronometer wordt stilgelegd bij einde van het parcours, voordat de kandidaat van het toestel afstijgt, één voet voorwaarts gestrekt op het einde van de boom: in 8 seconden 4. 4 meter touw klimmen: twee pogingen met tussenpauze van 15 minuten worden aan de kandidaat toegestaan. Het startsein wordt aan de kandidaat gegeven wanneer deze bij het touw staat met de armen tegen het lichaam: in 15 seconden 5. Beklimmen van de luchtladder (8 meter): twee pogingen, met een tussenpauze van 15 minuten, worden aan de kandidaat toegestaan. De start gebeurt vanaf de voet van de ladder. De kandidaat houdt de armen langs het lichaam en raakt de ladder niet aan. De ladder staat tegen een muur aan en heeft een helling van 70°: in 40 seconden 6. Dragen over 50 meter: twee pogingen met een tussenpauze van 30 minuten worden aan de kandidaat toegestaan. De proef bestaat in het dragen van een persoon van hetzelfde gewicht, op 5 kg na, als de drager. Hulpgreep met één arm en één been. Het startsein wordt aan de kandidaat gegeven wanneer hij/zij de last heeft opgenomen: in 30 seconden 7. Lengtesprong zonder aanloop: twee pogingen met een tussenpauze van 5 minuten worden aan de kandidaat toegestaan. De afsprong met voeten gesloten. De afstand wordt gemeten door het dichtst bij de startlijn gemaakte spoor, ongeacht met welk lichaamsdeel de grond wordt geraakt: 2 meter 8. Dieptesprong: de kandidaat start vanuit strekstand en mag geen tussensteun hebben. Het neerkomen gebeurt op een mat: 2 meter hoogte 9. 600 meter lopen: in 2 minuten 45 seconden 10. Meegaan met begeleider in de hoogtewerker : geen hoogtevrees De kandidaten moeten slagen voor 8 van de 10 proeven, proeven 3 en 5 zijn eliminerend.
meug-se-doc-20131028 (informatiebericht brandweer) definitieve versie
pagina 3
CC Select
Gemeente Meulebeke
De proeftijd Art. 31. Voor zijn indiensttreding gaat het personeelslid op proef een dienstverbintenis aan voor een even lange duur als de proeftijd. Het model van die aanstelling wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken vastgesteld. Het personeelslid op proef kan zijn dienstverbintenis op elk ogenblik opzeggen, met een opzegtermijn van drie maanden. Art. 32. De proeftijd duurt één jaar. Zij kan door de gemeenteraad maximum twee maal verlengd worden met een periode van één jaar. Op het einde van de proeftijd maakt de officier-dienstchef een verslag op over de geschiktheid tot bevelvoering van de kandidaat, over zijn ondernemingsgeest en over zijn wijze van dienen. Hij vermeldt daarin eveneens de diploma's en brevetten die de gegadigde tijdens de proeftijd heeft behaald. Hij stelt de benoeming, het ontslag of de verlenging van de proeftijd voor. Dat verslag is conform aan het model vastgesteld in bijlage III van dit besluit; het wordt genotificeerd aan het personeelslid op proef, dat er kennis van neemt en het ondertekent en dagtekent. Art. 33. Het personeelslid op proef moet voor het einde van zijn proeftijd het brevet van onderluitenant behalen overeenkomstig het voormelde koninklijk besluit van 19 maart 1997. Art.34. Wanneer de wijze van dienen van het personeelslid op proef niet voldoet, kan de gemeenteraad, op schriftelijk en met redenen omkleed voorstel van de officier-dienstchef, op elk moment een einde maken aan de proeftijd. Dat voorstel wordt aan het personeelslid op proef genotificeerd, dat er kennis van neemt en het ondertekent en dagtekent. Art. 35. Het personeelslid op proef kan een bezwaarschrift indienen bij de gemeenteraad tegen het verslag en het voorstel die respectievelijk in de artikelen 32 en 34 voorzien zijn. Dit bezwaarschrift moet schriftelijk gebeuren binnen tien dagen vanaf de datum waarop het personeelslid op proef het voormelde verslag of het voormelde voorstel heeft getekend. De gemeenteraad wint het advies in van een commissie die voor de ene helft samengesteld is uit leden aangewezen door deze raad en voor de andere helft uit leden van de brandweerdienst aangewezen door de Koninklijke Belgische brandweerfederatie. Op zijn verzoek wordt het personeelslid op proef door bovenvermelde commissie of door de gemeenteraad gehoord. Art. 36. Het personeelslid op proef dat houder is van het brevet van onderluitenant overeenkomstig het voormelde koninklijk besluit van 19 maart 1997 en die door de gemeenteraad geschikt geacht wordt, wordt in vast verband benoemd tot de graad van onderluitenant-vrijwilliger. Indien dit niet het geval is, wordt hij ontslagen. De gemeenteraad mag alleen afwijken van een gunstig verslag van de officier-dienstchef bedoeld in artikel 32 na het personeelslid op proef te hebben verzocht zijn standpunt te doen gelden. Art. 37. Bij de effectieve aanwerving van de onderluitenant-vrijwilliger, vernieuwt de gemeenteraad de aanstelling voor een onbepaalde duur. Het model van die aanstelling wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken vastgesteld.
meug-se-doc-20131028 (informatiebericht brandweer) definitieve versie
pagina 4
CC Select
Gemeente Meulebeke
Organiek reglement brandweer Meulebeke Onverenigbaarheden Artikel 33 Onverminderd de gevallen van onverenigbaarheid genoemd in het gemeentedecreet of in gemeentelijke reglementen, is er onverenigbaarheid tussen: het ambt van beroepslid van een brandweerdienst en het ambt van lid-vrijwilliger van dezelfde brandweerdienst het ambt van lid van een brandweerdienst en het ambt van lid van een politiedienst die deel uitmaakt van de openbare macht, zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt. De overheid bekleed met de bevoegdheid tot benoeming of aanstelling, kan een lid van een brandweerdienst, dat tezelfdertijd lid is van de gemeentepolitie, toestaan de functie van brandweerman te blijven uitoefenen. Deze afwijking wordt verleend aan het lid van een brandweerdienst in dienst vóór 1 april 1999 en voor zover dit nodig is om de continuïteit van de betrokken brandweerdienst te verzekeren. Bovendien is het ieder lid van de dienst verboden werkzaam te zijn of belangen te hebben, zelfs door een tussenpersoon: a) in ondernemingen die materieel vervaardigen, vervoeren of verkopen voor brandbescherming, brandvoorkoming of brandbestrijding b) in ondernemingen die brandvoorkomingsmaatregelen bestuderen, toepassen of controleren Zodra de gemeenteraad de miskenning van één van voorgaande onverenigbaarheden of verbodsbepalingen constateert, stelt hij de betrokkene in mora daaraan binnen zes maanden een einde te maken. Ieder lid dat na verloop van die termijn geen gevolg aan de aanmaning van de gemeenteraad heeft gegeven, wordt afgezet of afgedankt.
Vergoeding van het vrijwilligerspersoneel Artikel 41 1. De vergoedingen van de prestaties van de vrijwilligers worden berekend naar rato van de uren prestaties op basis van minstens het gemiddelde van de wedden bepaald bij de weddenschaal van de overeenstemmende graad van het beroepspersoneel. De leden-vrijwilligers van de brandweerdienst worden vergoed op basis van een uurbezoldiging gelijk aan 1/1976e van deze jaarlijkse brutobezoldiging. De reiskosten voor het vervullen van door de dienstchef behoorlijk gelaste bijzondere opdrachten worden vergoed op dezelfde wijze als bij het gemeentepersoneel. De vergoedingen worden berekend met toepassing van referte-weddeschalen vermeld in de hiernavolgende tabel: Graad Stagiair-brandweerman
Weddenschaal PB1
meug-se-doc-20131028 (informatiebericht brandweer) definitieve versie
pagina 5
CC Select
Brandweerman Korporaal Sergeant Eerste sergeant Sergeant-majoor Adjudant Onderluitenant niet-burgerlijk ingenieur Onderluitenant burgerlijk ingenieur Luitenant Niet-burgerlijk ingenieur Luitenant Burgerlijk ingenieur Ond.luitenant geneesheer Luitenant-geneesheer Luitenant-dienstchef
Gemeente Meulebeke
PB2 PB2bis PB3 PB4 PB5 PB 5 speciaal PBA1 A6 PBA2 A7 A6 A7 (PBA2 + PBA3)/2
2. De vergoedingen zijn gekoppeld aan de schommelingen van de gezondheidsindex. De toepassing van een verhoging als gevolg van een stijging van het indexcijfer geschiedt onder dezelfde voorwaarden als voor de bezoldiging van het gemeentepersoneel. 3. De vergoedingen worden uitbetaald per kwartaal. 4. Bij de interventies wordt elk begonnen uur volledig vergoed. De vergoeding voor een interventie is ten minste gelijk aan de vergoeding voor twee prestatie-uren. 5. Voor ieder uur oefening, theorie of les, wacht in het brandweerstation, wordt een vergoeding toegekend van 100 %. Voor ieder uur opleiding gevolgd in een erkend opleidingscentrum wordt een vergoeding van 100% toegekend, op voorwaarde dat effectief deelgenomen werd aan het examen, behoudens grondige reden(en) van verhindering. De vergoeding voor een kleine, niet dringende interventie (zoals bij voorbeeld wespenverdelging), wordt gerekend volgens de netto gepresteerde uren. 6. Voor iedere dringende interventie bij nacht tussen 22u00 en 06u00 wordt de uurvergoeding verhoogd met 50 %. Voor dringende interventies ’s zondags of op wettelijke feestdagen, zowel bij dag of bij nacht, bedraagt deze verhoging 100 %. 7. In verband met het vergoeden van sommige prestaties zoals vergaderingen en besprekingen, de verantwoordelijkheid, niet te vergoeden kosten verbonden aan de functie evenals administratieve prestaties, zoals bijhouden van registers, verslagen, briefwisseling, enz., voor activiteiten waarvoor politiereglement werd opgesteld zoals feesttenten, fuifzalen, ... wordt een fictief contingent van wekelijkse prestatieuren bepaald van maximum 20 uren. Dit wordt door de Burgemeester bepaald op voorstel van de dienstchef. Voor prestaties in het kader van de brandpreventie, voor het opstellen en bijhouden van rampenplannen en van de bijzondere interventieplannen wordt een vergoeding toegekend gelijk als de prestaties voor interventies zoals vermeld in 1°. 8. De leden-vrijwilligers van de dienst kunnen tot dekking van de kosten voor reizen, waartoe zij voor het uitvoeren van speciale taken mochten gehouden zijn, vergoed worden op dezelfde wijze als het gemeentepersoneel.
meug-se-doc-20131028 (informatiebericht brandweer) definitieve versie
pagina 6
CC Select
Gemeente Meulebeke
9. De leden-vrijwilligers van de dienst die, behalve het brevet vereist voor het bekleden van hun graad, houder zijn van een bijkomend brevet, uitgereikt door de Belgische Staat (Ministerie van Binnenlandse Zaken) of een provinciaal opleidingscentrum voor de brandweer, dat in aanmerking komt voor een bevordering tot een hogere graad (brevet van korporaal, sergeant, adjudant, onderluitenant, technicus-brandvoorkoming en dienstchef, ofwel gelijkgestelde brevetten, volgens de specificaties opgenomen in het Koninklijke besluit van 08/04/2003 betreffende de opleiding, de brevetten en de loopbaan van de leden van de brandweer), krijgen een jaarlijkse premie per bijkomend brevet, gelijk aan 5 % van het totaal der vergoedingen uitbetaald tijdens het voorbije jaar.
VERZEKERING VAN HET VRIJWILLIGERSPERSONEEL Artikel 55 Met het oog op schadevergoeding voor ongevallen die aan de leden-vrijwilligers van de brandweerdienst kunnen overkomen tijdens en ter oorzaak van de uitoefening van hun functies in bevolen dienst, met of zonder materieel, daarin begrepen de ongevallen die zich kunnen voordoen op de weg naar de kazerne of bij hun terugkeer naar hun woning of naar de plaats waar zij werken, sluit het gemeentebestuur een polis van gemeen recht af bij een voor de verzekering inzake arbeidsongevallen erkende verzekeringsmaatschappij. Die polis dekt eveneens de ongevallen die zich kunnen voordoen tijdens lessen of vergaderingen van professionele aard en openbare demonstraties, zelfs buiten de normale activiteitszone, alsook op het traject naar en van die plaatsen. Zij waarborgt de vrijwillige leden van de dienst een schadeloosstelling van ten minste gelijke waarde als verschuldigd zou zijn indien op hen toepasselijk waren de bepalingen van de wet van 3 juli 1967 houdende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen in de overheidssector en van het ter uitvoering daarvan vastgestelde koninklijk besluit van 13 juli 1970. De rente voor overlijden en blijvende invaliditeit wordt berekend op basis van het bedrag zoals bepaald in artikel 4, § 1, tweede lid van voormelde wet van 3 juli 1967. Bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid is de schadeloosstelling gelijk aan het werkelijk geleden inkomensverlies weliswaar beperkt tot een maximale dagvergoeding gelijk aan het bedrag bepaald in artikel 4, § 1, tweede lid van voormelde wet van 3 juli 1967 gedeeld door 365. Ieder vrijwillig lid van de dienst heeft evenwel het recht zich te laten verzekeren op basis van zijn reëel beroepsinkomen, beperkt tot maximum 123.947 euro. Hij dient daartoe jaarlijks een met bewijsstukken gestaafde aangifte te doen bij het gemeentebestuur, tegen ontvangstbewijs. De werkgever(s) en de verzekeringsinstelling waarbij de getroffene is aangesloten of waar hij is ingeschreven overeenkomstig de wetgeving betreffende de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit, zijn gesubrogeerd in de rechten van het slachtoffer voor wat betreft de vergoedingen die zij op wettelijke of statutaire basis dienen uit te keren. Die polis dekt de burgerlijke aansprakelijkheid van de gemeente waar het ongeval plaats heeft gehad en wordt gesloten voor een bedrag van tenminste 1.487.361 euro per getroffene. De stagiair-vrijwilliger wordt bij zijn indienstneming in kennis gesteld van de bepalingen van de door de in dienst nemende overheid aangesloten arbeidsongevallenverzekering. Elke wijziging in de bepalingen van deze polis wordt onmiddellijk aan alle personeelsleden meegedeeld.
meug-se-doc-20131028 (informatiebericht brandweer) definitieve versie
pagina 7
CC Select
Gemeente Meulebeke
Artikel 55bis De in vorig artikel bedoelde verzekering wordt aangevuld met een verzekering ten gunste van de vrijwilligers aangegaan bij een daarvoor erkende maatschappij. Die verzekering wordt door de gemeenten verplicht afgesloten om, in geval van overlijden in dienst of ten gevolge van in dienst opgelopen verwondingen of ziekten, aan de rechtverkrijgenden de uitbetaling van een som van minimum 12.395 euro te waarborgen. Dit bedrag wordt aan de schommelingen van de index der consumptieprijzen gekoppeld overeenkomstig de regelen voorgeschreven bij de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, gewijzigd bij het Koninklijke besluit nr. 178 van 30 december 1982. Het bedrag wordt aan de spilindex 138,01 gekoppeld. De stagiair-vrijwilliger wordt bij zijn indienstneming in kennis gesteld van de bepalingen van de door de in dienst nemende overheid afgesloten overlijdensverzekering. Elke wijziging in de bepalingen van de overlijdensverzekering wordt onmiddellijk aan alle personeelsleden meegedeeld. Afschriften van alle verzekeringspolissen die de brandweer aanbelangen moeten in de brandweerkazerne ter inzage zijn van het personeel.
meug-se-doc-20131028 (informatiebericht brandweer) definitieve versie
pagina 8