Onderzoeksrapport: een succesvolle samenwerking tussen de ambtenaar en de tuinman in Rotterdam (m/v)
Colofon Gemaakt door: Abigail Wall bij Creatief Beheer, Rotterdam Uitgave: “Onderzoeksrapport : een succesvolle samenwerking tussen de ambtenaar en de tuinman (m/v) in Rotterdam” Oplage: 2 exemplaren Tekst en vormgeving: © Abigail Wall Fotografie: © Alle beelden zijn door Creatief Beheer gemaakt tenzij anders vermeld. Drukwerk: Drukkerij Larenstein, Velp Met bijdragen van: Renée Wilson Rini Biemans Met medewerking van: Hans Jacobse, docent bij Van Hall-Larenstein In opdracht van: Hogeschool Van Hall-Larenstein, Velp Contact: Abigail Wall Adamshofstraat 170a, 3061ZK Rotterdam 06-13391470
[email protected]
Rotterdam, 24 januari 2014
Samenvatting Aanleiding en problematiek Het teruggeven van de openbare ruimte aan de bewoners vraagt veel visie, lef en professionaliteit. Er wordt steeds meer gekeken naar de levende dynamiek van een wijk. Een dynamiek die zorgt voor meer kwaliteit van het leven tegen lage kosten. Om deze visie waar te maken zal er eerst een effectieve samenwerking moeten zijn tussen professionals, bewoners en de overheid. In Rotterdam maken Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam allebei gebruik van participatie in het onderhoud van wijkgroen. Het is echter opmerkelijk dat de gemeente en het bureau andere kwaliteitseisen hebben op het stadsgroen, waardoor ze op een andere manier aan het werk gaan in de openbare ruimte. In het kader van mijn afstudeeropdracht vroeg Rini Biemans, bedrijfsleider van Creatief Beheer, of ik op zoek kon gaan naar aanknopingspunten en kansen voor een sterkere samenwerking tussen de twee bovengenoemde partijen, waarmee de algehele beheersaanpak van het groen in Rotterdam verbeterd zou zijn. Doel en centrale vraag Dit onderzoek heeft als doel om aanbevelingen te geven voor een sterkere samenwerking tussen Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam. Het verslag is voornamelijk bedoeld voor de projectleiders van opdrachten waarbij beide organisaties werkzaam zijn. Deze gegevens kunnen door hun gebruikt worden om ingrepen te maken in de bestaande samenwerkingsprocedure. Daarom is de centrale vraag als volgt geformuleerd: “Wat doen andere succesvolle groene organisaties op het gebied van samenwerken, dat nuttig kan zijn voor de partnerschap van Creatief Beheer met Gemeente Rotterdam?” Conclusies van het onderzoek “Wat doen andere succesvolle groene organisaties op het gebied van samenwerken, dat nuttig kan zijn voor de partnerschap van Creatief Beheer met Gemeente Rotterdam?” Om op deze vraag een antwoord te krijgen is er eerst gekeken naar de functionering van Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam, vervolgens is er geanalyseerd wat de verschillen en overeenkomsten zijn. In hoofdstuk 3 wordt er gewezen op het feit dat Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam dezelfde doelgroepen en soortgelijke missies hebben, maar dat ze vanwege voornamelijk externe factoren (fysieke aanwezigheid, reputatie, uniciteit) op een andere manier aan de slag gaan in de openbare ruimte. Creatief Beheer focust op het kleinschalige en de combinatie van sociaal met fysieke ruimte, terwijl Gemeente Rotterdam gespecialiseerd is in het systematisch onderhoud van grote oppervlakten. Op basis van deze conclusies zijn de kansen en de knelpunten in de samenwerking tussen beide partijen onderzocht. Het blijkt dat samenwerken beïnvloed kan worden door veel interne factoren (andere waarden en normen, vertrouwen in kennis en kunde). In het geval van deze samenwerking gaat het vooral fout in de communicatie en de beeldvorming tussen de twee partijen. Deze gegevens zijn gebruikt om op zoek te gaan naar succesvolle partnerschappen tussen groene organisaties en gemeenten in heel Nederland die aanbevelingen kunnen delen met Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam. Uit hoofdstuk 4 blijkt dat andere groene organisaties die op Creatief Beheer lijken op het gebied van de werkwijze en de organisatiecultuur veel soortgelijke problemen tegenkomen bij het samenwerken met een gemeentelijke organisatie. Uit de verschillende reacties verzameld in de vragenlijst kan er echter geconcludeerd worden dat verschillen - in de manier van communiceren of in de belangen - niet per se een rol spelen in een (succesvolle) samenwerking. Ze kunnen juist een samenwerking versterken als er genoeg helderheid en waardering is voor elkaars verschillen.
Voorwoord In de afgelopen vijf maanden heb ik mij voor het eerst verdiept in de wereld van onderzoek en de kunst van samenwerken. Het resultaat hiervan wordt beschreven in dit rapport dat onderdeel maakt van mijn afstudeeropdracht in de richting Management Buitenruimte van de opleiding Tuin- en Landschapsinrichting. Dit rapport zal leiden tot een adviesrapport in opdracht van Creatief Beheer in Rotterdam. Met deze rapporten wil ik graag de tuinman en de ambtenaar bereiken en inspireren tot een sterkere samenwerking. Deze soort samenwerking zal in de toekomst vaker voorkomen, waardoor het ook geschikt is voor andere groene professionals die het voordeel zien van een partnerschap. Sinds maart 2013 ben ik meegenomen in de wonderlijke wereld van de tuinman, mijn ervaring hoop ik daarom goed in woord en beeld te kunnen delen met de lezer. Bij het schrijven van dit afstudeerrapport ben ik begeleid door docent Hans Jacobse en directeur Rini Biemans. Graag wil ik ze bedanken voor de tijd, kennis en vriendelijke tips die ze met mij wilden delen. Met een vriendelijke groene groet, Abigail Wall
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding ...................................................................................................... Hoofdstuk 2: Beschrijving van het onderzoek................................................................ 2.1 Onderzoeksvragen....................................................................................................... 2.2 Afbakening................................................................................................................... 2.3 Hypothese..................................................................................................................... 2.4 Aanpak van het onderzoek........................................................................................... Hoofdstuk 3: Analyse van de samenwerking tussen beide partijen............................... 3.1 Presentatie van Creatief Beheer..................................................................................... 3.1.1 Organisatie................................................................................................................ 3.1.2 Missie en visie.......................................................................................................... 3.1.3 Aanpak...................................................................................................................... 3.1.4 Communicatie.......................................................................................................... 3.1.5 Kwaliteitsbeheer....................................................................................................... 3.2 Presentatie van Gemeente Rotterdam............................................................................ 3.2.1 Organisatie................................................................................................................ 3.2.2 Missie en visie.......................................................................................................... 3.2.3 Aanpak...................................................................................................................... 3.2.4 Communicatie........................................................................................................... 3.2.5 Kwaliteitsbeheer....................................................................................................... 3.3 Sterkte-zwakteanalyse van beide partners..................................................................... 3.3.1 Vergelijking van de individuele sterktes en zwaktes................................................ 3.3.2 Sterkte-zwatkteanalyse van de samenwerking......................................................... A) Selectie voor de interviewreeks................................................................................. B) Bevindingen gebaseerd op de interviewreeks............................................................ C) Overwegingen in de sterkte-zwakteanalyse van de samenwerking........................... Hoofdstuk 4: Vergelijking met andere succesvolle partnerschappen............................. 4.1 Presentatie van vijf succesvolle partnerschappen......................................................... 4.1.1 BinnensteBuitenBos................................................................................................. 4.1.2 Urban Farming 035.................................................................................................. 4.1.3 Tuin in de stad.......................................................................................................... 4.1.4 DE-Toltuin................................................................................................................ 4.1.5 Experiment Zelfbeheer Hoekwierde......................................................................... 4.2 Tips van vijf succesvolle partnerschappen.................................................................... 4.2.1 Overwegingen voor de vragenlijst........................................................................... 4.2.2 Resultaten van de enquête........................................................................................ A) Perspectief op de gemeente........................................................................................ B) Omgaan met verschillen............................................................................................. Hoofdstuk 5: Conclusies en aanbevelingen....................................................................... 5.1 Conclusies van het onderzoek....................................................................................... 5.2 Aanbevelingen voor het adviesrapport.......................................................................... Literatuurlijst...................................................................................................................... Bijlagen................................................................................................................................. 1 Verantwoording voor SWOT analyse............................................................................... 2 Interviews voor SWOT analyse........................................................................................ 3 Reacties van succesvolle organisaties..............................................................................
blz. 7 blz. 8 blz. 8 blz. 8 blz. 9 blz. 9 blz. 11 blz. 11 blz. 11 blz. 12 blz. 12 blz. 13 blz. 13 blz. 13 blz. 13 blz. 14 blz. 14 blz. 15 blz. 15 blz. 16 blz. 16 blz. 17 blz. 18 blz. 19 blz. 20 blz. 23 blz. 23 blz. 23 blz. 24 blz. 24 blz. 25 blz. 26 blz. 27 blz. 27 blz. 27 blz. 27 blz. 28 blz. 31 blz. 31 blz. 31 blz. 33 blz. 35 blz. 35 blz. 38 blz. 44
Hoofdstuk 1: Inleiding
“Om deze visie waar te maken zal er eerst een effectieve samenwerking moeten zijn tussen professionals, bewoners en de overheid.”
Aanleiding en probleemstelling In de voorbije jaren heeft de overheid veel verantwoordelijkheid naar zich toe getrokken. Sinds het begin van de economische crisis hangt er verandering in de lucht. De toespraak van koning Willem-Alexander op 19 september 2013 (Prinsjesdag) over de overschakeling naar een participatiesamenleving is hier een teken van. Het teruggeven van de openbare ruimte aan de bewoners vraagt om visie, lef en professionaliteit. Er wordt steeds meer gekeken naar de dynamiek van een wijk. Een dynamiek die zorgt voor meer kwaliteit van het leven tegen lage kosten. Om deze visie waar te maken zal er eerst een effectieve samenwerking moeten zijn tussen professionals, bewoners en de overheid. In Rotterdam maken Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam allebei gebruik van participatie in het onderhoud van wijkgroen. Het is echter opmerkelijk dat de gemeente en het bureau andere kwaliteitseisen hebben op het stadsgroen, waardoor ze op een andere manier aan het werk gaan in de openbare ruimte. In het kader van mijn afstudeeropdracht vroeg Rini Biemans, directeur van Creatief Beheer, of ik op zoek kon gaan naar aanknopingspunten en kansen voor een sterkere samenwerking tussen de twee bovengenoemde partijen, waarmee de algehele beheersaanpak van het groen in Rotterdam verbeterd kan worden. Doel en centrale vraag Dit onderzoek heeft als doel om aanbevelingen te geven voor een sterkere samenwerking tussen Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam. Het verslag is voornamelijk bedoeld voor de projectleiders van opdrachten waarin beide organisaties werkzaam zijn. Deze gegevens kunnen door hen gebruikt worden om ingrepen te maken in de bestaande samenwerkingsprocedure. Daarom is de centrale vraag als volgt geformuleerd: “Wat doen andere succesvolle groene organisaties op het gebied van samenwerken, dat nuttig kan zijn voor de partnerschap van Creatief Beheer met Gemeente Rotterdam?” Leeswijzer Na deze inleiding volgt in hoofdstuk 2 een toelichting van het onderzoek met de bijbehorende deelvragen en de gekozen methoden. Vervolgens behandelt hoofdstuk 3 alle aspecten van beide organisaties die van belang zijn om te begrijpen hoe de werkwijzen tot stand zijn gekomen, waardoor de kansen en knelpunten in de samenwerking duidelijk naar voren komen. Hoofdstuk 4 vergelijkt verschillende succesvolle samenwerkingsverbanden binnen het werkveld op basis van een aantal factoren. Hierna worden er in hoofdstuk 5 conclusies getrokken uit het onderzoek, ook wordt er in dit hoofdstuk aanbevelingen gedaan voor het adviesrapport. In de bijlagen zijn onder andere de afgenomen interviews te lezen en zijn de vragenlijsten opgenomen.
-------p. 7
Hoofdstuk 2: Beschrijving van het onderzoek
“Het succes van de samenwerking tussen Gemeente Rotterdam en Creatief Beheer is afhankelijk van het beeld dat ze van elkaar hebben en van de manier waarop ze communiceren.”
2.1 Deelvragen
Naar aanleiding van de probleemstelling is er gekeken welke vragen en ideeën naar boven kwamen over het onderwerp. Door deze te verscherpen en kritisch te behandelen is de volgende hoofdonderzoeksvraag gekomen: “Wat doen andere succesvolle groene organisaties op het gebied van samenwerken, dat nuttig kan zijn voor de partnerschap van Creatief Beheer met Gemeente Rotterdam?” Om op deze vraag een antwoord te krijgen zijn enkele subvragen opgesteld die zullen helpen bij het beantwoorden van de centrale vraag. Deze vragen zijn: - Hoe functioneren Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam als organisatie? - Wat zijn verschillen en overeenkomsten tussen beide partijen? - Wat zijn de kansen en de knelpunten in de samenwerking tussen de twee organisaties? - Wat zijn organisaties binnen het werkveld van participatief groenbeheer die succesvol waren op gebieden waar de samenwerking tussen Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam niet optimaal is? - Op welke manier werken deze organisaties samen met de gemeente? - Wat kunnen Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam leren van deze succesvolle partnerschappen?
2.2 Afbakening
Dit onderzoek focust voornamelijk op de interne factoren die van invloed kunnen zijn op de samenwerking. De aanname is dat de situatie, oftewel externe factoren, waarin de samenwerking tussen Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam plaatsvindt niet of weinig zal veranderen in de toekomst. Daarom zal er gefocust worden op de manier waarop de betrokken professionals met elkaar omgaan. Om dezelfde reden wordt er in het referentieonderzoek gekeken naar professionals van de groene sector en ambtenaren van verschillende afdelingen binnen de gemeente, waardoor het dichtbij de initiale situatie blijft.
-------p. 8
2.3 Hypothese
Op basis van de afbakening is er verondersteld dat het succes van de samenwerking tussen individuen van twee verschillende soorten organisaties, in dit geval Gemeente Rotterdam en Creatief Beheer, afhankelijk is van het beeld dat ze van elkaar hebben en van de manier waarop ze communiceren. Wij zullen dit toetsen aan de hand van een reeks interviews met verschillende partners van beide organisaties. Daarnaast zal er een sterkte-zwakteanalyse van hun samenwerking worden gedaan gebaseerd op een aantal succesfactoren.
2.4 Aanpak van het onderzoek
Ten behoeve van het onderzoek is op verschillende manieren informatie ingewonnen. Allereerst is een literatuuronderzoek ingesteld naar het succes van een samenwerking tussen verschillende partijen. Daarnaast zijn er interviews gehouden met partners van Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam om een beter beeld te krijgen van de kansen en knelpunten in de samenwerking tussen de twee partijen. Ten slotte is er een vragenlijst opgesteld om een aantal groene organisaties te kunnen vragen hoe ze omgaan met conflicten en problemen in hun samenwerking met de gemeente.
-------p. 9
Hoofdstuk 3: Analyse van de samenwerking tussen Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam
“Creatief Beheer is een vrij unieke en groeiende organisatie vergeleken met Gemeente Rotterdam. Echter, Gemeente Rotterdam is meer aanwezig in de stad en is bekend door iedereen, wat erg waardevol is voor de toekomst.”
3.1 Presentatie van Creatief Beheer 3.1.1 Organisatie
Creatief Beheer is tien jaar geleden ontstaan uit de gedeelde visie van Rini Biemans en Karin Keijzer. Twee personen die elkaars talenten goed aanvullen waren overtuigd dat het management van de openbare ruimte echt anders kon. Zij zijn begonnen met een kleine groep freelancers om het stedelijke groen in Rotterdam op een nieuwe manier aan te pakken. Het duo gelooft erin dat ervaring en traditie in het praktijk waardevol is, daarom is er een paar jaar geleden de tuinman (man/vrouw) opleiding gestart. Het team van 20 tuinmannen wordt indirect opgeleid om hun groene en sociale kennis uit te breiden. De organisatie is vrij uniek omdat vrijwel alle werknemers zelfstandige ondernemers zijn en dat er weinig hiërarchie is, zoals het te zien is op figuur 1. Er zijn vier verschillende profielen bedacht waarmee de tuinmannen zich kunnen onderscheiden afhankelijk van hun specialisatie. Zij hebben gevarieerde achtergronden met min of meer kennis van groen maar ze delen allemaal een passie voor natuur, creativiteit, eigenwijsheid en de liefde van mensen.
Figuur 1. Organigram van bureau Creatief Beheer in 2013
3.1.2 Visie en missie
Creatief Beheer gaat uit van de gedachte dat een wijk constant aan het veranderen en aan het ontwikkelen is, maar dat de mensen het belangrijkste en duurzaamste element van een wijk zijn. Een wijk hoort mee te groeien met haar bevolking en het veranderende gebruik. Beheer en onderhoud van de openbare ruimte wordt traditioneel gezien als een overheidstaak, die voorkomend uit collectieve middelen zo efficiënt mogelijk moet worden uitgevoerd. Dit efficiënte uitvoeren betekent ook een vermindering van interactie, variatie, ontwikkeling en stimuleert indirect eenvormigheid en desinteresse. Belangrijk is dat bewoners directere invloed hebben op hun omgeving. Het gaat hierbij -------p. 11
niet in eerste instantie om grote infrastructurele zaken, maar hoe de stoep eruit ziet, hoe groen de wijk is, speelfaciliteiten, onderling contact, buurtcentra en soortgelijke zaken. In het aantrekkelijk maken en houden van de eigen leefomgeving leren mensen elkaar kennen en elkaar helpen. Met al die informele interactie groeit het gevoel van veiligheid en durven mensen elkaar weer aan te spreken. Creatief Beheer wil de leefbaarheid van wijken verbeteren door het dagelijkse beheer en onderhoud van het stedelijke groen samen met de bewoners te verzorgen. De tuinmannen gebruiken hun expertise op drie traditioneel gescheiden werkvelden: fysiek (beheer, onderhoud en inrichting), mentaal (natuureducatie, monitoring voor onderzoeken) en sociaal (participatie, zorg, welzijnswerk). Op wijkniveau is het meest gedeelde gezamenlijk belang een prettige woonomgeving, waar kinderen gezond kunnen opgroeien. Er wordt voornamelijk gefocust op kinderen, want als ze meehelpen in de tuin worden ouders ook enthousiast. Zo associëren ze groen steeds meer met gezondheid. Verder willen ze graag helpen aan de veiligheid van de tuin (brandnetels en braam weghalen, glas en afval opruimen, gras maaien), aangezien het gevaarlijk kan zijn voor hun kinderen.
3.1.3 Aanpak
Creatief Beheer is tot nu toe erg succesvol geweest in zijn aanpak van ongebruikte, meestal braakliggende terreinen. Er wordt gebruik gemaakt van participatie, maar in tegenstelling tot een model waarin de bewoner gelijk participeert is het ontwerp een stevige basis voor het opstarten van participatietrajecten. Pas als de tuin voorzien is van bijvoorbeeld een ontmoetingsplek en beplanting, begint men met het promoten en het zoeken van vrijwilligers en partners die zullen bijdragen aan de groei van het project. Het voordeel is dat deelnemers snel zien waar de tuin naar toe gaat en nog de kans krijgen om nieuwe ontwikkelingen in te brengen. Het is de bedoeling dat de tuin faciliterend wordt voor activiteiten die door andere partijen zijn georganiseerd. Hierdoor is de tuin zelfstandig en blijft onderhoud de prioriteit voor Creatief Beheer. Afhankelijk van de opdracht, van het budget en van de schaal kan een project anders verlopen, maar een project gebeurt in het algemeen volgens de fasen die hieronder zijn uitgelegd: - Creatie: Als een opdracht begint wordt er eerst gekeken naar de wensen van bewoners en wat de locatie biedt. Om dit te kunnen doen moet er in het algemeen eerst activiteiten plaatsvinden om interesse bij de bewoners te wekken. Een team ontwerpers gaat vervolgens aan de gang met meerdere plannen voor de indeling van de ruimte zodat de bewoners een basis hebben voor de aanvulling met planten. Bewoners die al wat kennis en affiniteit hebben met groen maken samen met de tuinmannen een beplantingsplan. - Aanleg: Als een ontwerp eenmaal is gekozen begint de bouw van alle grote elementen (plantenbakken, kas, opslagruimte, overkapping, enz.), soms helpen deskundige vrijwilligers mee. De aanleg duurt in het algemeen ongeveer een maand, afhankelijk van de locatie en het budget. Vervolgens wordt de beplanting langzamerhand aangelegd met behulp van de eerste enthousiaste bewoners. Het duurt ongeveer twee maanden voordat de planten genoeg ontwikkeld zijn. Om de volgende fase te bereiken moet de tuin of locatie bekend worden gemaakt in de omgeving door de bewoners en potentiële samenwerkingspartners. - Groei: Deze fase kan vrij lang duren, soms is het een jaar maar het kan soms zo blijven tot het eind van het project. Dit is een moeilijke fase waarin de projectleider een groep betrokken bewoners gaat opbouwen die positief over het project zijn en soms komen helpen. Of het lukt is vaak afhankelijk van de mate waarin de opdrachtgever en de bewoners vertrouwen hebben in een externe, nieuwe organisatie. Hier moet dus rekening worden gehouden met de geschiedenis van de wijk en de aard van het voormalige contact tussen de opdrachtgever en de bewoners. - Bloei: De bloei van een terrein wordt bereikt wanneer er een trouwe groep is van mensen die regelmatig en zelfstandig helpen met ontwikkelingen en het onderhoud van de locatie. Deze fase is het doel waar alle medewerkers naar toe streven maar het duurt vaak jaren voordat het bereikt kan worden in probleemwijken omdat de locatie en de bewoners kwetsbaar zijn. -------p. 12
3.1.4 Communicatie
Media worden ingezet om mensen, ideeën, verlangens en wensen op elkaar te betrekken en zo het project te sturen, te evalueren, te ontwikkelen. Dit gaat in de vorm van een centrale website, waarop als het ware alle informatie wordt verzameld, maar ook gecommuniceerd en ontwikkeld. Iedereen kan zien wat er gebeurt, worden geïnspireerd en meedoen. Het imago van de betrokken wijken wordt mede beïnvloed door wat er op de website verschijnt, in de vorm van video’s, foto’s, rapporten en wekelijkse artikelen. Het bureau onderscheidt zich in de communicatie met bewoners op verschillende manieren: - De medewerkers zijn meerdere dagen per week aanwezig in dezelfde straten of park; - De benadering wordt gedaan door bijvoorbeeld aan te bellen, zo ontstaan er spontane discussies en informatiewisselingen met bewoners; - Er worden opvallende middelen ingezet om aandacht te trekken voor een nieuwe locatie of activiteit. Voorbeelden hiervan zijn een tafel op wielen of bakfietsen gebruiken om planten in de buurt te vervoeren en bollen of bloemzaden weggeven met stickers of etiketten over geveltuinen. - Alle activiteiten die op een locatie plaatsvinden worden niet alleen ter locatie bekendgemaakt maar verschijnen ook op facebook, de website www.creatiefbeheer.nl en twitter. Creatief Beheer kan als middenspeler natuurlijk niets ondernemen zonder goedkeuring van verantwoordelijke en betrokken partijen. Om tot een effectievere wijkaanpak te komen, werkt Creatief Beheer samen met alle spelers in een wijk: (deel)gemeente, woningbouwcorporaties, wijkcentra, onderzoeksinstituten, scholen, enz. Met deze partijen wordt er op verschillende niveau’s overlegd (strategisch om de maand en wekelijks over de wijkaanpak). Er wordt verder gewerkt aan een Tuinmanacademie waardoor alle medewerkers colleges kunnen volgen over andere werkvelden waar ze nog niets van weten (natuureducatie, participatie in het onderhoud, ontwerpen zonder computer, vrijwilligers coördineren enz.). Deze colleges zijn vrij toegankelijk voor alle geïnteresseerde bewoners en er worden vaak gastdocenten uitgenodigd om meer perspectieven op een vraagstuk te krijgen.
3.1.5 Kwaliteitsbeheer
Het bureau stelt eenvoudige kwaliteitseisen aan al zijn werk : Groen (aantal m² groen, uitstraling) en kindvriendelijk (aantal kinderen die mee doen, veiligheid). Verder speelt participatie (spontaan, vrijwilligers, tijdens een activiteit) samen met samenwerking met organisaties van de wijk (stichtingen, basisscholen, lokale ondernemingen) een belangrijke rol in het beoordelen van het succes van een project. Op aanvraag van een partner (onderzoeksbureau Drift) is er dit jaar een logboek ontwikkeld zodat elke projectcoördinator de participatie op zijn locatie bij kan houden. Om deze kwaliteit te waarborgen is er een bestuurlijke schoffelaar benoemd binnen het bureau, die zorgt dat wethouders en beheerders regelmatig geprikkeld worden om mee te doen aan een groene en gezonde omgeving. Hij is bekend met alle ontwikkelingen binnen Creatief Beheer en de gemeente en houdt beide partijen op de hoogte. Er wordt verder jaarlijks een congres georganiseerd zodat alle freelancers de kansen en knelpunten van elk project kunnen bespreken en bij elkaar kunnen zitten. Afgelopen maand is er verder een masterclass over bomen georganiseerd door Rini. Hierdoor konden tuinmannen hun ervaring en kennis delen met verschillende bomenexperts.
3.2 Presentatie van Gemeente Rotterdam 3.2.1 Organisatie
Gemeente Rotterdam heeft zo’n 12.000 medewerkers, verdeeld over verschillende organisatieonderdelen en 14 deelgemeenten (zie figuur 2 voor de algemene organogram). Creatief Beheer werkt met een aantal afdelingen van Gemeente Rotterdam: Stadsbeheer heeft soortgelijke taken als Creatief Beheer op het gebied van aanleg en onderhoud van de openbare ruimte maar -------p. 13
is gespecialiseerd in grootschalige projecten. Maatschappelijke ontwikkeling is juist werkzaam in het sociale werkveld en de samenwerking gaat om het signaleren van vraagstukken aan andere partijen en om het activeren van bewoners in probleemwijken. Bovendien werken wijkregisseurs en gebiedsmanagers van meerdere deelgemeenten samen met projectleiders van Creatief Beheer in het vergroenen van stenige wijken. In dat geval vertegenwoordigt de ambtenaar de gemeente als opdrachtgever en de tuinman neemt de rol in van aannemer.
Figuur 2. Organigram van Gemeente Rotterdam in 2013
De organisatie van de gemeente Rotterdam is aan het veranderen. Dat gebeurt omdat het land ook voortdurend verandert. De burgers stellen andere eisen aan de overheid en daar wil de gemeente Rotterdam op inspelen. En dat moet ook, want sinds de financiële crisis is er minder geld beschikbaar. Het gevolg is dat de organisatie steeds meer regisserend wordt en dat zijn rol voor de bewoners bij het faciliteren ligt in plaats van bij het stimuleren; dit mede doordat het efficiënter is en dat het minder menskracht vereist.
3.2.2 Visie en missie
De visie van gemeente Rotterdam luidt zo: “Wij staan voor Rotterdam. Internationale, dynamische en moderne havenstad aan de Maas. Stad met lef, vernieuwend en ondernemend. Een stad waar grote uitdagingen ons vragen om heldere keuzes en gedurfde oplossingen. Wij geven Rotterdammers ruimte en vertrouwen om verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf en de stad. Rotterdammers die ons nodig hebben, kunnen op ons rekenen. We versterken en versnellen initiatieven in de samenleving en werken samen aan resultaat.” De gemeente Rotterdam wil in de toekomst flexibel genoeg zijn om de Rotterdamse veranderingen bij te houden. De gemeente wil en moet meer met de stad samen gaan doen. Want Rotterdam heeft voldoende initiatiefrijke bewoners en ondernemers. Hoe de gemeente met die initiatieven moet omgaan is een leerproces. De medewerkers kunnen elkaar bijvoorbeeld inspireren door onderling opgedane ervaringen te delen.
-------p. 14
De missie van Gemeente Rotterdam is om bewoners, bezoekers en ondernemers een goede dienstverlening te bieden. De ambtelijke organisatie houdt toezicht op naleving van regels, en treedt op waar nodig. Ze spelen in op de behoeften van specifieke wijken en buurten met het besef dat wat in het ene gebied succesvol is, niet automatisch overal succesvol hoeft te zijn. De deelgemeenten weten dat zij op de voorgrond moeten treden als de zelfredzaamheid gering is, initiatieven uitblijven en verantwoordelijkheden niet worden genomen. Zij werken samen aan complexe problemen met de ondersteuning hulpverlenende instellingen, de woningcorporatie, de politie en de stedelijke diensten. De medewerkers van deelgemeenten zijn actief in de wijk en zijn gewend om op straat onder de mensen te komen.
3.2.3 Aanpak
De Rotterdamse Aanpak is de vertaling van de typisch Rotterdamse cultuur. De Rotterdamse ambtenaren kenmerkt zich door durven, doen en aanpakken. Er zijn vier kernwaarden verbonden aan hun werk: Ze werken samen, nemen verantwoordelijkheid, kunnen anderen vertrouwen en zijn zelf betrouwbaar. Deze aanpak heeft als doel de kansen te benutten en vraagstukken snel en efficiënt te oplossen. Gebiedsgericht werken en gebundelde diensten zijn allebei voorbeelden van een nieuwe aanpak gebaseerd op de principe “van buiten naar binnen kijken”, waarbij medewerkers steeds dienen te werken met de belangen van Rotterdammers in het oog. In projecten tredend in de openbare ruimte worden de volgende projectfasen aangehouden: - Initiatieffase waarin het programma van eisen en het budget wordt opgesteld; - Definitiefase waarin het plan van aanpak wordt getoetst en het project concreter wordt; - Ontwerpfase waarin het concept wordt uitgewerkt in een definitief ontwerp; - Voorbereidingsfase waarin de realisatie wordt aanbesteed en vergunningen worden aangevraagd; - Realisatiefase waarin de aanleg van het ontwerp plaatsvindt; - Nazorgfase waarin het project wordt geëvalueerd en het onderhoud wordt vastgesteld.
3.2.4 Communicatie
Gemeente Rotterdam is verantwoordelijk voor diensten in heel de stad, daarom zijn er veel verschillende middelen beschikbaar voor de burger om informatie te krijgen en zaken te regelen. Rotterdammers kunnen bellen met telefoonlijn 14 010, ze kunnen formulieren invullen op het digitale loket voor bedrijven en particulieren, bovendien vinden ze beslissingen en plannen voor de stadsontwikkeling op de website www.rotterdam.nl. Verder zorgt de gemeente ervoor dat er in elke afdeling genoeg medewerkers zijn die zich specialiseren in communicatie en relatiemanagement zodat partners een persoonlijke contact kunnen hebben met de overheidsinstelling. In het verleden gebruikte de grote stad ook campagnes om meer mensen te bereiken. De video’s en posters werden op lokale televisiezenders en scholen of in het openbaar vervoer geplaatst en werden vooral gebruikt voor onderwerpen als de jeugd en het onderwijs.
3.2.5 Kwaliteitsbeheer
De gemeente Rotterdam wil op kwaliteit en resultaten sturen. Om de kwaliteit van het openbaar groen te kunnen beoordelen wordt er naar het niveau gekeken. Stadsbeheer volgt naast zijn drie kernwaarden - schoon, heel en veilig - de Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte 2013 van het CROW waarin staat dat er vijf kwaliteitsniveau’s zijn: zeer hoog (A+), hoog (A), basis (B), laag (C) en zeer laag (D). In Rotterdam wordt er gestreven naar kwaliteitsniveau’s A en B. In de beheercontracten staat voor elke beheergroep een apart werkpakket vermeld. In deze werkpakketten staat ook aangegeven welk kwaliteitsniveau van toepassing is. Elke beheergroep heeft dus een eigen kwaliteitsniveau waarbij diverse onderhoudswerkzaamheden horen.
-------p. 15
3.3 Sterkte-zwakteanalyse van beide partners
3.3.1 Vergelijking van de individuele sterktes en zwaktes
In dit onderzoek gaat het niet om de individuele prestaties van beide partijen, maar juist om een verbetering van de algehele kwaliteit van het werk wanneer ze samenwerken. Om deze reden vergelijkt de onderstaande analyse alleen de individuele sterktes en zwaktes van beide organisaties met elkaar. Er wordt pas later gekeken naar de knelpunten en de kansen voor een betere samenwerking (zie paragraaf 3.3.2). Er is een cijfer van 1 tot 3 per criterium toegekend, waarvan 3 het hoogste cijfer is. Deze cijfers zijn gegeven op basis van meerdere bronnen, waarvan een deel in hoofdstuk 2 is gepresenteerd en een deel via discussies is besproken (zie bijlage 1 voor een verantwoording van de cijfers). Interne factoren zijn elementen die beïnvloed kunnen worden door het bedrijf. Externe factoren blijven buiten het bereik van een organisatie. De partijen krijgen een punt toegekend per kenmerk waaraan elk criterium voldoet. Een voorbeeld hiervan is dat een organisatie krijgt een 2 als cijfer als deze voldoet aan 2 van de 3 kenmerken voor het criterium “Omvang budget”. De criteria voor deze sterkte-zwakteanalyse zijn opgesteld gebaseerd op het werk van Mandour & Bekkers (2005) over het opstellen van een sterktezwakte analyse, welke vervolgens zijn toegespitst op het groenbeheer en op de competenties van beide partijen.
Interne factoren Stabiele organisatie Groeiende organisatie Bewezen deskundigheid Onderwijs voor personeel Omvang budget Kostenbesparende aanpak van buitenruimte Rekening houdend met de wensen van bewoners Operationele reparatiedienst Toegang tot alle benodigde materiaal en apparatuur Duurzame producten of diensten
Externe factoren Uniciteit in vakgebied Werkwijze past binnen huidige sociaal-politieke context Sterke bekendheid binnen vakgebied Fysieke aanwezigheid in werkgebied
Creatief Beheer Gemeente Rotterdam 2 3 1 3 1 2 2 3 1 1
1 1 2 3 2 2 2 2 3 2
Creatief Beheer Gemeente Rotterdam 2 3 2 1
1 2 3 3
Figuur 3. Vergelijkingstabel van de sterktes en zwaktes van Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam
Uit figuur 3 blijkt dat er op bepaalde gebieden opmerkelijke verschillen zijn tussen Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam. Creatief Beheer is een vrij stabiele, groeiende en zelfstandige organisatie vergeleken met Gemeente Rotterdam. Dit komt voornamelijk doordat Creatief Beheer een organisatie is bestaande uit freelancers, waardoor beslissingen door een klein team worden gemaakt. Hierdoor is de reparatiedienst veel sneller en het heeft ook als gevolg dat de algehele methode weinig verandert. Dit in tegenstelling tot Gemeente Rotterdam, waar fusies en nieuwe werkwijzen ongeveer om de twee jaar plaatsvinden om de stedelijke ontwikkelingen te kunnen bijhouden. Hiertegenover profileert Creatief Beheer zich als een uniek bureau dat goed past binnen de huidige trends. Dit is de belangrijkste reden waarom het bureau nu groeit, terwijl de gemeente steeds meer opdrachten moet afleggen. De andere kant van het verhaal is dat Gemeente Rotterdam al veel langer werkzaam is binnen de stad en het land. Dit heeft veel voordelen: er is meer uniformiteit in de uitstraling van het werk, er is een netwerk voor apparatuur en materieel, er kunnen duurzame producten worden gemaakt en er is een -------p. 16
groter budget beschikbaar. Gemeente Rotterdam is meer aanwezig in de stad en is bekend bij iedereen, wat erg waardevol kan zijn in de toekomst van hun samenwerking. Overeenkomsten die af te leiden zijn uit deze sterkte-zwakteanalyse is dat beide organisaties een eigen specialisatie hebben en dat ze allebei streven naar een kwalitatieve en kostenbesparende aanpak van de buitenruimte. Kortom, deze samenwerking gaat om het oud en het nieuw combineren om een sterke buitenruimte te kunnen bouwen samen met de bewoners van Rotterdam. Het zijn twee professionele partijen die veel aan elkaar hebben zolang ze goed met elkaar kunnen samenwerken. Maar zoals eerder is toegelicht, kan de samenwerking en de coördinatie nog wel sterker worden.
3.3.2 Sterkte-zwakteanalyse van de samenwerking tussen de twee organisaties A) Totstandkoming van de interviewreeks
Deze interviewreeks is begonnen met het zoeken van partijen die samen met Creatief Beheer en met Gemeente Rotterdam werken. Onderstaande figuur 4 toont de selectie van partners die interessant waren voor de interviews. Ze zijn eerst ingedeeld in de drie velden waar ze werkzaam zijn: fysieke buitenruimte, mentaal en sociaal. Er is verder gekeken naar hun relevantie voor het duo Gemeente Rotterdam en Creatief Beheer. Dit is aangegeven in de figuur door middel van verschillende lettergroottes; hoe groter, hoe belangrijker. Om de partners niet af te laten schrikken door een eindeloze interview te geven is er voor gekozen om maximum tien open vragen te stellen over kwesties zoals het imago, de communicatie en de sterktes en zwaktes van Creatief Beheer of Gemeente Rotterdam. Deze interview is proefgedraaid en het bleek dat de vragen zo gesteld waren dat er een hoop informatie verzameld kon worden. Deze informatie is verwerkt in volgende subparagraaf en wordt vervolgens gebruikt bij de SWOT analyse van de samenwerking om te beoordelen waar kansen en knelpunten liggen.
Figuur 4. Krachtenveldanalyse van de partners die samen met beide organisaties werken
-------p. 17
B) Bevindingen gebaseerd op de interviewreeks Er is gekozen om de bevindingen uit de zestalige interviewreeks inzichtelijk te maken voor de lezer door een inventarisatie te maken van citaten die herhaald en kenmerkend waren voor beide partijen. De antwoorden zijn verdeeld in twee groepen: door Creatief Beheer of Gemeente Rotterdam over de andere organisatie gezegd en door andere partners geciteerd. Het is opvallend dat alle organisaties de waarden weten die ze aan elkaar hebben. Citaten over de ondersteuning van een andere partij komen het vaakst voor in figuur 5. Verder zijn de woorden gebruikt om elkaar te beschrijven erg positief. Vaak zijn ze gebruikt in combinatie met het woord “klik” of het feit dat ze het goed met elkaar kunnen vinden, ook tussen de tuinman en de ambtenaar. Punten die nog ter verbetering staan worden eerder door een van de twee partijen genoemd, het is interessant om te zien dat andere partners niet echt durven “klagen”. Het gaat in het geval van Creatief Beheer om meer rekening houden met de deelnemers in hun leertraject en om meer structuur en organisatie hebben in het team (één aanspreekpunt, vaste dagen, vaste locatie, enz). Over Gemeente Rotterdam is men vooral positief, maar de reparatiedienst kan blijkbaar efficiënter werken.
Inventarisatie
Veelvoorkomende citaten uit de interviewreeks
Over Creatief Beheer
“enthousiaste tuinmannen” “een gezellig team” “ze delen hun groene kennis met de deelnemers” “ze zijn goed in contacten leggen met de bewoners” “het contact kan moeizaam zijn met formele organisaties” “ze moeten meer rekening houden met de deelnemers” “ze zijn eigenwijs” “er moet meer organisatie zijn” Over Gemeente Rotterdam “materialen en machines zijn zo geregeld” “het zijn duurzame uitvoeringen” “afspreken is makkelijk en efficiënt” “ze werken snel en professioneel” “we hebben veel vrijheid” “reageren bij schademeldingen duurt soms lang”
Aantal keer gezegd:
Groen= door Creatief Beheer/ Gemeente Rotterdam ; Geel= door partners van de twee organisaties II II I II I III II
III
I
I
II III I I II I II I I
I I I
Figuur 5. Tabel met de meest voorkomende kenmerken volgens de interviews
C) Overwegingen in de sterkte-zwakteanalyse van de samenwerking
Op basis van de bevindingen uit de interviewreeks en de theorie van Vroemen (2009) over factoren voor een succesvolle samenwerking zijn er sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen vastgesteld voor de samenwerking tussen Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam.
-------p. 18
Sterktes : Er is per project en per organisatie één aanspreekpunt (de projectleider of projectcoördinator) aangeduid. Verder is er een frequente interactie tussen beide partijen en de rollen die ze vervullen hangen met elkaar samen. Zwaktes: De taakverdeling is vaak onduidelijk omdat het niet automatisch schriftelijk is vastgelegd, vooral op het gebied van onderhoud in een wijk of park. De interne cultuur van beide organisatie lijkt niet op elkaar, waardoor ze weinig gemeenschappelijke normen en waarden delen. Kansen: Met een frequente interactie kan het contact met tijd alleen maar beter worden omdat hun jargons steeds begrijpelijker worden.Verder kan een gezamenlijk product of dienst meer aansluiting op de wensen en behoeften van bewoners hebben als er vanuit twee verschillende perspectieven wordt gewerkt omdat de doelgroep zo breed en complex is. Bedreigingen: Als er weinig gemeenschappelijke waarden en normen zijn, kunnen dezelfde begrippen soms een andere betekenis hebben waardoor er meer misverstanden ontstaan. Als er maar één aanspreekpunt is per organisatie dan heeft het als nadeel dat een project kan mislopen als één van de contactpersonen vertrekt.
Confrontatiematrix
Kansen
Bedreigingen
Contact wordt Twee visies maken Vertrouwen alleen maar beter één sterk resultaat sneller kwijt
Sterktes Eén aanspreekpunt per bedrijf
Hoe kan je met één aanspreekpunt per organisatie tot één sterk resultaat komen?
Frequente interactie Hoe kan een frequente interactie het contact verbeteren? Aanvullende rollen
Hoe kan het gebruik van één aanspreekpunt per organisatie misverstanden voorkomen?
Hoe kan het feit dat de contactpersonen aanvullende rollen hebben, voorkomen dat het vertrouwen snel kwijt is?
Zwaktes Onduidelijke taak-
Hoe kan de taakverdeling duidelijker worden waardoor er minder misverstanden zullen ontstaan?
verdeling
Weinig gemeenschappelijke normen & waarden
Meer misverstanden ontstaan
Hoe kan het gebrek aan gezamenlijke waarden en normen gebruikt worden om tot één sterk resultaat te leiden?
Figuur 6. Confrontatiematrix van samenwerking tussen Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam
-------p. 19
Nadat alle criteria zijn bepaald, is de volgende stap om deze bevindingen met elkaar te contrasteren en de belangrijkste kwesties eruit te halen. Dit is volgens de methode van Mandour & Bekkers (2005) uitgevoerd. Uit figuur 6 zijn de volgende vragen uitgekomen: - Hoe kan een frequente interactie het contact verbeteren? - Hoe kan je met één aanspreekpunt per organisatie tot één sterk resultaat komen? - Hoe kan het gebrek aan gezamenlijke waarden en normen gebruikt worden om tot één sterk resultaat te leiden? - Hoe kan het feit dat de contactpersonen samenhangende rollen hebben, voorkomen dat het vertrouwen snel kwijt is? - Hoe kan het gebruik van één aanspreekpunt per organisatie misverstanden voorkomen? - Hoe kan de taakverdeling duidelijker worden waardoor er minder misverstanden zullen ontstaan? Deze vragen zullen richtinggevend zijn voor het onderzoeken van andere organisaties die een succesvolle partnerschap hebben op het gebied van participatief groenbeheer. Conclusie: In hoofdstuk 3 wordt er gewezen op het feit dat Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam dezelfde doelgroepen en soortgelijke missies hebben, maar dat ze vanwege voornamelijk externe factoren (fysieke aanwezigheid, reputatie, uniciteit) op een andere manier aan de slag gaan in de openbare ruimte. Creatief Beheer focust op het kleinschalige en de combinatie van sociaal met fysieke ruimte, terwijl Gemeente Rotterdam gespecialiseerd is in het systematisch onderhoud van grote oppervlakten. Op basis van deze conclusies zijn de kansen en de knelpunten in de samenwerking tussen beide partijen onderzocht. Het blijkt dat samenwerken beïnvloed kan worden door veel interne factoren (andere waarden en normen, vertrouwen in kennis en kunde). In het geval van deze samenwerking gaat het vooral fout in de communicatie en de beeldvorming tussen de twee partijen.
-------p. 20
-------p. 21
-------p. 22
Hoofdstuk 4: Vergelijking met andere succesvolle partnerschappen
“Hoe meer mensen contact met elkaar hebben, hoe beter ze elkaar leren kennen en dat is vooral belangrijk wanneer ze in eerste instantie niet op elkaar lijken”
In hoofdstuk 4 wordt er gekeken naar wat er speelt in andere groene organisaties. Sterktes en zwaktes in hun samenwerking met de gemeente worden naast elkaar gelegd om gericht aanbevelingen te kunnen doen aan Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam. Eerst worden de referenties gepresenteerd, vervolgens worden de resultaten van de vragenlijst toegelicht.
4.1 Presentatie van vijf succesvolle partnerschappen 4.1.1 BinnensteBuitenBos, Overijssel
Het BinnensteBuitenBos ligt in het hart van Diepenheim, tussen seniorenwoningen en tegenover basisschool ‘t Stedeke met daarnaast het WoonZorgComplex. De school heeft een directe verbinding met het 2100 m2 bos en kinderen kunnen na schooltijd zelfstandig en veilig deze groene oase bereiken. Ouderen worden gestimuleerd vaker naar buiten te gaan en hun kleinkinderen komen graag op bezoek. Het tot parkeerplaats gedegradeerde en verwaarloosde ‘rolschaatsbaantje’ tegenover de basisschool en het WoonZorgComplex voor ouderen werd tijdens een regionale schoolprijsvraag ontworpen door kinderen van groep 7 en 8: het moest een groene speeloase worden, een “BinnensteBuitenBos”! Ze hebben helaas niet gewonnen maar ouders van de kinderen, toevallig ontwerpers, hebben zich een jaar later over het kiemplantje ontfermd en het kinderontwerp vertaald naar een volwassen tekening. Een grote uitdaging hierbij was om een concept te ontwikkelen waarin het ‘wilde’ groen op een natuurlijke en logische wijze verbonden werd met de nette burgertuinen. Dit lukte en opeens gingen heel veel mensen en kinderen het voor zich zien: een hedendaags zelfvoorzienend groen speelerf midden in de bebouwde omgeving, waar alle generaties – met of zonder beperking - elkaar kunnen ontmoeten. Een plek waar creativiteit vanzelf opborrelt, waar de seizoenen gevierd kunnen worden en een plek die ook gelegenheid biedt het sociale erfgoed levend te houden. Kinderen kunnen zich prima vermaken in het speelgroen om het open middengedeelte, in het bloemen- en grassendoolhof, op de vlinderheuvel, bij de vuurplek en de picknick weide. Ook het “Niet-Op-Je-Gatpad” en de drie waterpompen met ieder hun eigen sfeer en functie zijn erg in trek. De activiteitenwerkgroep barst al van de ideeën. Daarnaast geven de kinderen ook al spontane optredens weg op het podium. Bovendien kan er in de winter op de gecoate open plek in het bos geschaatst worden onder sfeervolle lampenslingers.
Afbeeldingen 1 en 2. Referentiefoto’s gemaakt in BinnensteBuitenBos
-------p. 23
De gemeente Hof van Twente ondersteunt dit project van harte, onder andere met hun medewerking en enthousiasme en door middel van een jaarlijkse bijdrage in het onderhoud. Er is een vaste vrijwilliger die het onderhoud doet, “de boswachter”. Daarnaast werkt het AOC-Oost (een MBO school met groene opleidingen) mee en worden op bepaalde kluszaterdagen de grotere klussen met meerdere vrijwilligers aangepakt. Ook zijn er scholieren die hun maatschappelijke stage lopen in het BinnensteBuitenBos.
4.1.2 Urban farming 035, Noord-Holland
Project Urban Farming 035 (UF035) is een Hilversums initiatief van Menno Karres en Lotte Krijnen specialisten in projectmanagement en communicatie - geïnspireerd geraakt door urban farming, oftewel het kweken in vierkante bakken. Deze gemakkelijke, vaak tijdelijke, moestuinen bevinden zich op meerder school- of braakliggende terreinen. Door scholen, buurtbewoners en betrokken organisaties samen te laten werken heeft het project een grote sociale betekenis voor de stad. Begonnen in 2013, de organisatie heeft bewezen levensvatbaar te zijn. De gemeente, diverse politieke partijen, een woningbouwcorporatie, het wijkcentrum en diverse scholen en bedrijven helpen mee of stellen zich bereidwillig op om van Urban Farmin 035 een groen sociaal succes te maken. Op dit moment volgen 50 kinderen wekelijks les, gegeven door vrijwilligers. Er zijn 20 vrijwilligers die een eigen moestuin bak hebben of meehelpen op het terrein. Er zijn een aantal verhoogde bakken speciaal voor een oudere man in een scootmobiel en een gehandicapte vrouw in een rolstoel. De leeftijd varieert van 7 t/m 78 jaar en er zijn veel verschillende nationaliteiten aanwezig, waaronder mensen van Indonesische, Turkse en Roemeense afkomst. Elke twee weken is er een borrel en/of themabijeenkomst in de bijbehorende kas. In 2014 zal een klein kernteam van Urban Farming 035 samen met de gemeente werken en zullen er nog 2 à 3 soortgelijke projecten in Hilversum starten. Een van de locaties is nu al bekend. Een project bestaat uit 50-100 m2 moestuin (in bakken) op leegstaand terrein. De bakken worden gemaakt en onderhouden door de buurt. Het vaste kernteam zorgt voor de coördinatie, promotie, informatie en allerlei materialen.
Afbeeldingen 3 en 4. Referentiefoto’s gemaakt in Urban Farming 035
4.1.3 Tuin in de stad, Groningen
Vier jaar geleden lieten Frans Kerver en zijn vriendin Vivian van ‘t Hoenderdaal hun oog vallen op een verlaten kwekerij naast de spoorlijn in Groningen. Het stel - hij communicatieman, zij projectleider bij de gemeente - zag zichzelf al lekker in de grond wroeten, ‘groene fitness’ noemt Kerver dat. Maar direct wisten ze dat ze het terrein van 3500 vierkante meter niet voor zichzelf wilden houden. De charme van deze stadstuin zit voor een groot deel in de locatie. Verscholen in een vergeten hoek, tussen spoor en diepenring, staat een oude kas op een groot terrein. De parkeerplaats ontneemt het directe zicht op de activiteiten daarachter en creëert een besloten sfeer. Hoge oude bomen markeren het terrein als statige -------p. 24
monumenten en geven onderdak aan de nodige vogels. Een groot deel van de ruimte is niet ingevuld, waardoor de authenticiteit van een van deze laatste rafelranden in het centrum van Groningen intact blijft. Geen aangeharkte, bedachte omgeving, maar een plek waar stadsnatuur kan bloeien. Anno 2012 is er al veel van de grond gekomen. Het adoptiekerstbomenproject sloeg aan, er zijn plantjes geveild en Vivian en Frans beheren aan de overkant van het spoor vijftig tuinbakken, samen met woningbouwvereniging Lefier. Tuin in de stad richt zich op mensen die graag neuzen en struinen en (soms) op zoek zijn naar bijzondere planten. Naast de verkoop van planten organiseren ze activiteiten gerelateerd aan het tuinieren of de tuin zelf. Vrijwilligers onderhouden de planten en de tuintjes, waar de bezoekers van genieten. Kinderen komen er spelen, met materiaal dat voorhanden ligt: zand, water, takken... Bovendien zijn er afgelopen halfjaar, in samenwerking met buurtorganisaties en bewoners, meer dan 30 kleinschalige activiteiten georganiseerd, waar meer dan duizend mensen aan hebben deelgenomen. Activiteiten die verschillen van konijnen knuffelen en slakkenrace tot een plantenruilmarkt, van zingen bij het kampvuur tot koken met vrijwilligster Inge, van een workshop moestuinieren tot de Nationale Buitenspeldag in juni.
Afbeeldingen 5 en 6. Referentiefoto’s gemaakt in Tuin in de stad
4.1.4 DE-Toltuin, Noord-Brabant
Buurtbewoners, basisscholen, BSO en gemeente hebben de handen ineen geslagen voor een uniek project in Roosendaal: DE-Toltuin. Het braakliggende terrein gelegen naast het kindercentrum Dino biedt een unieke combinatie van speelnatuur en eetbaar groen. Volwassenen kunnen samen komen op plein DE-Mast. Kinderen spelen naar hartenlust bij natuurspeelplaats DE-Jungle. Een insectenhotel, bloemenweide, wadi, blote voeten pad, moestuin en kruidentuin zorgen voor een educatief, uitnodigend en “eetbaar” buurtpark. In het midden van het buurtpark ligt een wadi met een klimboom en kinderen van basisschool “De Rietgoor” hebben daaromheen een stammenpad aangelegd. Ook is er een blote voetenveld geplaatst. Verspreid in DE-Toltuin staan verschillende soorten fruitbomen. Daarachter is een kruidentuin gerealiseerd, met de hulp van kinderen van BSO “Dino”. Een ander belangrijk onderdeel van DEToltuin is DE-Mast, een plein waar jong en oud elkaar kan ontmoeten. Gedurende het hele jaar zijn er op DE-Mast verschillende activiteiten, zoals een winterfestijn wat in december werd georganiseerd en waar veel belangstellenden op af kwamen. Aan de overkant van het fietspad hebben kinderen van “De Heiberg” een bloemenweide ingezaaid en de BSO kinderen zijn erg druk bezig geweest om een insectenhotel te bouwen voor alle kleine beestjes, die op de prachtige bloemen af zullen komen. Alle materialen die voor DE-Toltuin zijn gebruikt, zijn gerecycled. Na snoeiwerkzaamheden heeft de gemeente Roosendaal wilgentenen, houtsnippers en boomstammen aangeleverd, waar vrijwilligers vervolgens mee aan de slag konden. -------p. 25
Afbeeldingen 7 en 8. Referentiefoto’s gemaakt in DE-Toltuin
Dit project heeft bewoners in de wijk Tolberg dichter bij elkaar gebracht en het heeft ervoor gezorgd dat omwonenden en instellingen elkaar beter leren kennen. Omwonenden hebben zelf het terrein ingericht, schoolkinderen hebben de naam bedacht en zij onderhouden samen met betrokkenen het terrein.
4.1.5 Experiment Zelfbeheer Hoekwierde, Flevoland
Het gebied dat de deelnemers van het Experiment Zelfbeheer Hoekwierde (EZH) omvat het grondgebied van de wijk Hoekwierde en aangrenzende gedeelten van de wijken Kimwierde en de Velden. Het gebied heeft 142 woningen en kent naast het openbare wijkgroen twee bospercelen. Bewonersinitiatief EZH test in welke mate bewoners zelf het onderhoud van hun leefomgeving kunnen en willen gaan verzorgen. Medio 2013 zijn er 110 al enthousiaste deelnemers. Sinds het najaar van 2011 wordt het gehele onderhoud van het groen door de deelnemers zelf beheerd. De behoefte aan groot onderhoud in de wijk, de ongewenste gemeentelijke bouwplannen en de positieve ervaringen van bewoners met het zelf onderhouden van het Vogelbos en Windbos vormden de motivatoren voor het experiment. Samen met Stadsbeheer van de gemeente Almere werd gezocht naar een manier om dit ook zo mogelijk te maken. Ter uitvoering van het groot onderhoud is er een bedrag van € 21.000,- beschikbaar gesteld door de gemeente voor de verfraaiing van de wijk Hoekwierde. Klein onderhoud van de verharding, drainage, watergangen is onderdeel van het project. Talloze nieuwe voorzieningen zijn gerealiseerd ofwel in voorbereiding. Voorbeelden hiervan zijn een boomgaard, vaste planten borders, het maken, ophangen en verzorgen van hanging baskets, kunstwerken, jeu de boules baan, bloemrijke velden en veel meer.
Afbeeldingen 9 en 10. Referentiefoto’s gemaakt in Experiment Zelfbeheer Hoekwierde
-------p. 26
4.2 Tips van vijf succesvolle partnerschappen 4.2.1 Overwegingen voor de vragenlijst
Er is gekozen om de aanbevelingen van succesvolle groene organisaties te verzamelen op basis van een digitale vragenlijst in plaats van interviews. Er is hier specifiek voor gekozen om efficiënter te kunnen werken. Bij het afnemen van interviews voor paragraaf 3.3 kostte het veel tijd om zich bij elke stakeholder te verplaatsen en de interviews te verwerken in een goedlopend verhaal. Het was bovendien de bedoeling om organisaties buiten Rotterdam te bereiken om een ander perspectief te krijgen van factoren die tot nu toe knelpunten zijn voor de tuinman en de ambtenaar. De ondervraagde organisaties zijn gekozen omdat zij genomineerd waren als “icoonproject” tijdens het initiatief Groen Dichterbij. Groen Dichterbij is gestart door het landelijke Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid en nomineert jaarlijks een aantal deelnemende buurtprojecten als succesvolle projecten op het gebied van stadsnatuur ontwikkeld door een groep burgers in combinatie met sociale doelen. Deze projecten zijn meestal begonnen door een bewonersinitiatief en worden inmiddels als stichting gerund. Echter, zoals het te zien is in paragraaf 4.1, bestaat de kern vaak uit professionelen met een achtergrond in de groene sector of het project wordt ondersteund door deskundigen op het gebied van onderhoud en participatie. Op deze manier zijn deze “icoonprojecten” vergelijkbaar met Creatief Beheer. Het feit dat deze organisaties uiteindelijk op een soortgelijke manier functioneren als Creatief beheer zal in subparagraaf verder worden toegelicht. Het is echter wel duidelijk dat bureau Creatief Beheer niet helemaal overeenkomt met de icoonprojecten doordat het een volledige professionele organisatie is. Er zijn, zoals aangetoond in paragraaf 3.3, veel factoren die een invloed kunnen hebben op de samenwerking tussen twee verschillende partijen. Daarom is het aantal “icoonprojecten” expres beperkt om de open vragen goed met elkaar te kunnen vergelijken. Op dezelfde manier zijn er niet meer dan vijftien vragen gesteld om de deelnemers niet af te schrikken in het invullen van de digitale vragenlijst. De vragenlijst bestaat uit twee onderdelen: het perspectief van de organisatie op de gemeente met wie ze werken en hun omgaan met verschillen zoals misverstanden en andere meningen. In het eerste deel (vraag 1 tot 9) wordt er gekeken naar het context waarin de samenwerking plaatsvindt, zodat er in de aanbevelingen wordt rekening gehouden met de verschillende factoren. Het tweede deel (vraag 10 tot 15) vraagt om specifieke momenten waarin er een conflict opgelost moest worden en hoe dat is gegaan.
4.2.2 Resultaten van de enquête A) Perspectief op de gemeente De stakeholders (vragen 1, 2, 3, 4) De antwoorden op de eerste vier vragen geven aan dat alle personen die de vragenlijst hebben ingevuld initiatiefnemer zijn of in ieder geval deel uitmaken van het kernteam. Ze noemen allemaal het feit dat ze meerdere contactpersonen hebben bij de gemeente, meestal omdat deze op verschillende gebieden vakkundig zijn (beheer, participatie, stadsontwikkeling). Drie van de deelnemers geven verder aan dat de contactpersoon al zijn veranderd in de afgelopen twee jaar. De vraag was eigenlijk gesteld om te weten of het in andere gemeenten ook gebeurt dat er onstabiliteit is in de werkrelaties met externe partijen. Zoals beschreven in paragraaf 3.3 verloopt een samenwerking moeizaam als een van de twee individuen weggaat omdat al het opgebouwde vertrouwen en kennis van elkaar verdwijnt. Alle organisaties wijzen tot slot op het feit dat een klik met de gemeente van belang is bij het succes van het project. Dit komt waarschijnlijk doordat zij hun doelen niet zonder de gemeente kunnen bereiken. Aangezien een samenwerking uiteindelijk om individuen gaat die elkaar informeren, assisteren en problemen oplossen met het oog op het algemeen belang (Argyle 1991), is het natuurlijk cruciaal dat de relatie tussen twee partijen als positief wordt ervaren. Als dat niet zo was, zou het moeilijk zijn om het -------p. 27
advies van een ander te waarderen. Communicatie (vragen 5, 6, 7) Verrassend genoeg communiceren de vijf organisaties op zeer variërende frequenties van elkaar. Het gaat van één keer per maand tot meerdere keer per week. Op het gebied van de communicatiestijl zijn er ook veel verschillende reacties. Twee deelnemers geven aan dat er aan beide kanten alle stijlen worden gebruikt. Twee andere deelnemers zeggen dat ze zelf expressief zijn en dat de gemeente coöperatief is. Dit zou kunnen komen doordat er in de beschrijving staat dat een expressieve stijl inhoudt dat mensen een sterke behoefte hebben om ideeën te delen, terwijl er bij een coöperatieve stijl staat dat zij open staan voor de ideeën van een ander. De laatste deelnemer heeft gekozen voor de beschouwende stijl om de gemeente te beschrijven, oftewel rationeel, voorzichtig en systematisch. Kortom, het lijkt alsof de manier van communiceren een geringe invloed heeft op het succes van een samenwerking tussen mensen die van elkaar verschillen. Het is een feit dat mensen anders zijn, in hun manier van denken maar ook in hun manier van communiceren. Toch hebben alle organisaties aangegeven dat een klik nodig was voor het project, het betekent dus dat beide partijen op een ander gebied dan communicatie elkaar waardevol vinden. Ondersteuning van de gemeente (vragen 8 & 9) Er kan worden afgeleid van de antwoorden over de ondersteuning van de gemeente dat dit op allerlei gebieden plaatsvindt. Het was echter wel opvallend dat de gemeente meerdere keren werd genoemd als stimulator voor initiatieven. Op dezelfde manier wordt de gemeente bij vier van de vijf deelnemers beschreven als faciliterend. Alleen de aanmoediging al wordt door startende organisaties als een belangrijke waarde ervaren. Het lijkt alsof ze de ruimte voor eigen inbreng belangrijk vinden maar dat het noodzakelijk is dat de gemeente er blijft om voorzieningen en/of deskundigen in te schakelen zodat het initiatief kan groeien en bloeien.
B) Omgaan met verschillen Verschillen en overeenkomsten (vragen 10, 11, 12) Op het gebied van gezamenlijke doelen zijn de deelnemers er wel over eens dat niet alle belangen dezelfde zijn. De gemeente kan natuurlijk een andere visie hebben op het gebruik van een terrein als er economische redenen mee spelen. Twee gemeenschappelijke doelen zijn er wel: de burger de ruimte geven voor initiatieven die sociale contacten bevorderen en een prettige, gezonde woonomgeving voor iedereen. De meningsverschillen die werden beschreven in de antwoorden waren eigenlijk allemaal gerelateerd aan het feit dat de gemeente openbare ruimte ziet als winstgevend of in ieder geval als een kostenpost, terwijl burgers de openbare ruimte ervaren als hun leefomgeving en het dus niet associëren met geld. Conflicten aanpakken (vragen 12 & 13) De respons over het omgaan met een conflict was in elke organisatie anders en over misverstanden konden de meeste deelnemers zich van geen enkel voorbeeld herinneren. Er waren toch overeenkomsten in de antwoorden die werden gegeven: de gemeente en groene organisaties verschillen op veel gebieden van elkaar waardoor conflicten logischerwijs ontstaan. Die conflicten kunnen zelfs bijdragen aan de ontwikkeling van een gezonde werkrelatie waar mensen met een verschillende “cultuur” elkaar steeds beter begrijpen. Wat belangrijk is, is om met elkaar te blijven praten en om open te staan voor een ander. Een samenwerking is er omdat partijen elkaar ergens voor nodig hebben, er moet dus over de drempel heen gaan en conflicten accepteren als een deel daarvan. Overige aanbevelingen (vragen 14 & 15) In de laatste twee antwoorden zijn er een aantal aanbevelingen gegeven voor de samenwerking met een gemeentelijke organisatie. Het zijn verschillende soorten aanbevelingen die hier puntsgewijs worden toegelicht: - Eerdere afspraken gebruiken als een referentiekader: afspraken, al dan niet vastgemaakt in een schriftelijke overeenkomst, zijn volgens drie van de vijf organisaties een goede manier om helder met -------p. 28
elkaar te communiceren maar ze vormen ook een anker bij het maken van beslissingen. - Attent en doorzichtig zijn in de communicatie: Slecht luisteren, daar heeft vrijwel iedereen last van. De methode “formuleren, doorvragen en terugkoppelen” wordt in elke training over communiceren voorgesteld omdat deze eenvoudige formule effectief is wanneer beide partijen er regelmatig gebruik van maken. - Contact houden met elkaar wanneer dat nodig is: Er is eerder gemerkt dat de frequentie in het contact niet echt een rol speelt in het succes van een samenwerking, maar het klopt ook dat de volgende regel geldt: hoe meer mensen contact met elkaar hebben, hoe beter ze elkaar leren kennen en dat is vooral belangrijk wanneer ze in eerste instantie niet op elkaar lijken. Samenwerking gaat om elkaar informeren en ondersteunen en dat kan pas gebeuren wanneer de communicatie goed loopt. Uit hoofdstuk 4 blijkt dat andere groene organisaties die op Creatief Beheer lijken op het gebied van de werkwijze en de organisatiecultuur veel soortgelijke problemen tegenkomen bij het samenwerken met een gemeentelijke organisatie. Uit de verschillende reacties verzameld in de vragenlijst kan er echter geconcludeerd worden dat verschillen - in de manier van communiceren of in de belangen - niet per se een rol spelen in een (succesvolle) samenwerking. Ze kunnen juist een samenwerking versterken als er genoeg helderheid en waardering is voor elkaars verschillen.
-------p. 29
-------p. 30
Hoofdstuk 5: Conclusies en aanbevelingen
“Verschillen kunnen juist een samenwerking versterken als er genoeg helderheid en waardering is voor elkaars beleving.”
De conclusies in dit hoofdstuk komen voort uit de verschillende hoofdstukken die in dit onderzoeksrapport aan bod zijn gekomen. De conclusies geven antwoord op de centrale vraag en de deelvragen van het onderzoek.
5.1 Conclusies van het onderzoek
“Wat doen andere succesvolle groene organisaties op het gebied van samenwerken, dat nuttig kan zijn voor de partnerschap van Creatief Beheer met Gemeente Rotterdam?” Om op deze vraag een antwoord te krijgen is er eerst gekeken naar de functionering van Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam, vervolgens is er geanalyseerd wat de verschillen en overeenkomsten zijn. In hoofdstuk 3 wordt er gewezen op het feit dat Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam dezelfde doelgroepen en soortgelijke missies hebben, maar dat ze vanwege voornamelijk externe factoren (fysieke aanwezigheid, reputatie, uniciteit) op een andere manier aan de slag gaan in de openbare ruimte. Creatief Beheer focust op het kleinschalige en de combinatie van sociaal met fysieke ruimte, terwijl Gemeente Rotterdam gespecialiseerd is in het systematisch onderhoud van grote oppervlakten. Op basis van deze conclusies zijn de kansen en de knelpunten in de samenwerking tussen beide partijen onderzocht. Het blijkt dat samenwerken beïnvloed kan worden door veel interne factoren (andere waarden en normen, vertrouwen in kennis en kunde). In het geval van deze samenwerking gaat het vooral fout in de communicatie en de beeldvorming tussen de twee partijen. Deze gegevens zijn gebruikt om op zoek te gaan naar succesvolle partnerschappen tussen groene organisaties en gemeenten in heel Nederland die aanbevelingen kunnen delen met Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam. Het is wel belangrijk om te noemen dat Creatief Beheer een unieke organisatie is door zijn nieuwe beroepsgroep, dus moeilijk te vergelijken met andere instellingen. Uit hoofdstuk 4 blijkt dat andere groene organisaties die op Creatief Beheer lijken op het gebied van de werkwijze en de organisatiecultuur veel soortgelijke problemen tegenkomen bij het samenwerken met een gemeentelijke organisatie. Uit de verschillende reacties verzameld in de vragenlijst kan er echter geconcludeerd worden dat verschillen - in de manier van communiceren of in de belangen - niet per se een rol spelen in een (succesvolle) samenwerking. Ze kunnen juist een samenwerking versterken als er genoeg helderheid en waardering is voor elkaars verschillen.
5.2 Aanbevelingen voor het adviesrapport
In hoofdstuk 4 zijn er een aantal aanbevelingen naar voren gekomen. Deze aanbevelingen hebben deels antwoord gegeven op de vragen die aan het eind van de SWOT analyse van de samenwerking werden geformuleerd. Dit komt mede doordat deze vragen op een verschillende manier waren gesteld in de vragenlijst. Hieronder zijn de aanbevelingen op elke vraag nogmaals gegeven. Hoe kan een frequente interactie het contact verbeteren? Communicatie is noodzakelijk in een samenwerking. Als twee mensen elkaar niet goed begrijpen omdat zij een ander beeld hebben bij hetzelfde woord, kan de hele samenwerking als negatief en moeizaam worden ervaren. Daarom wordt er aangeraden om een gezamenlijke training te volgen over communicatie in achterstandswijken zodat de contactpersonen elkaar op een informele manier beter leren kennen op het gebied van communicatiestijlen en waarden. Hoe meer mensen contact met elkaar -------p. 31
hebben, hoe beter ze elkaar leren kennen en dat is vooral belangrijk wanneer ze in eerste instantie niet op elkaar lijken. Een frequente interactie kost natuurlijk tijd, daarom kan er worden gedacht aan moderne communicatiemiddelen die het informeel met efficiëntie combineren, zoals What’s App en Twitter om elkaar te informeren en afspraken te maken. Hoe kan het gebrek aan gezamenlijke waarden en normen gebruikt worden om tot één sterk resultaat te leiden? In de reacties op de vragenlijst worden de verschillende belangen genoemd, met name verschillen in het kijk op de waarde van openbare ruimte. Als de medewerkers van Creatief Beheer en Gemeente Rotterdam zich zouden plaatsen in de schoenen van de bewoners, dan zouden hun belangen waarschijnlijk deels veranderen. Daarom wordt er aanbevelen dat projectleiders bij voorkeur uit de buurt komen waarin het project plaatsvindt omdat deze een hogere enthousiasme voor een prettige woonomgeving zullen hebben. De aanpak van Gemeente Rotterdam is gebaseerd op de principe “van buiten naar binnen kijken”, zodat deze aanbeveling goed aansluit op de visie voor het werk. Hoe kan de taakverdeling duidelijker worden waardoor er minder misverstanden zullen ontstaan? Formele afspraken (overeenkomst) en informele afspraken moeten allebei schriftelijk vastgelegd worden zodat de verandering van contactpersonen niet een risico wordt voor de algemene samenwerking. Het is verder geadviseerd om op een lijn te zitten over rollen, doelen en kwaliteitseisen. Deze gegevens zijn een waardevol kader en een anker bij het maken van beslissingen die gevolgen kunnen hebben voor meerdere partijen. Deze aanbevelingen zullen worden gebruikt in het adviesrapport om te reflecteren over belangrijke ingrediënten die nodig zijn voor het succes in de samenwerking tussen twee verschillende rapporten.
-------p. 32
Bronnenlijst 1. Boeken
- Bekkers, M. en Mandour, Y. (2005) Een praktische kijk op marketing- en strategiemodellen. Sdu Uitgevers, Den Haag - Biemans, R. & de Jong, M. (2012) 10 jaar Creatief Beheer, 2012 Het jaar van de tuinman (m/v). Veenman, Rotterdam - Vroemen, M.W. (2009) Team op vleugels: gids voor geïnspireerd samenwerken. Kluwer, Deventer - Wall, A. (2013) Op weg naar... meer ervaring, stageverslag 2.1. Larenstein Drukkerij, Velp - Watson, G.H. (1998) Strategisch benchmarken : hoe vergelijkt u de prestatie van uw bedrijf met die van de beste ter wereld? Scriptum, Schiedam
2. Websites
Geraadpleegd voor hoofdstuk 3: http://www.managementsite.nl/8949/persoonlijke-effectiviteit/botsende-communicatiestijlen.html http://www.basicsofmanagement/concepten/structuur/turbulentie-versus-stabiele-organisatieomgeving http://www.pvp-advies.nl/werkgebieden/groeiende-organisatie http://www.nrc.nl/carriere/2013/06/17/arbeidsmarkt-gemeente-ziet-er-belabberd-uit-vooral-sterkevergrijzing/ http://www.rotterdam.nl/gemeenterotterdam http://www.12manage.com/methods_swot_analysis_nl.html http://www.scribbr.nl/scriptie-structuur/de-structuur-van-een-scriptie/ Geraadpleegd voor hoofdstuk 4: http://www.binnenstebuitenbos.nl/Binnenstebuitenbos/home.html http://www.groendichterbij.nl/node/897 http://www.detuinindestad.nl/ http://urbanfarming035.nl/ http://www.hoekwierde.nl/
3. Digitale verslagen
- Bexkens, D. (2010) Bewonersparticipatie bij fysieke projecten in achterstandswijken Geraadpleegd op http://re-h.tudelft.nl/fileadmin/Faculteit/BK/Over_de_faculteit/Afdelingen/Real_ Estate_and_Housing/Opleiding/Master/Semester_4/doc/H_Bexkens,_Denise_Masterscriptie_ Bewonersparticipatie_bij_fysieke_projecten_in_Krachtwijken.pdf - De Vernieuwingsimpuls (2006) Bestuurskracht en bestuurscultuur in gedualiseerde gemeenten Geraadpleegd op http://www.actieprogrammalokaalbestuur.nl/files/File/Culturen20 rond20besturen3.pdf - Dictus, D. (2006) Samenwerking binnen de organisatiecultuur van Gemeente Breda Geraadpleegd op http://arno.uvt.nl/show.cgi?fid=46933 - Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (2010) Help een burgerinitiatief! Geraadpleegd op http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-enpublicaties/ brochures/2010/11/08/werkboek-help-een-burgerinitiatief/werkboek-help-een-burgerinitiatief.pdf - Warringa, T. en Verweij, X. (2013) Onderzoek naar het toepassen van participatie in het groenbeheer voor de gemeenten van Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert. Geraadpleegd op http://student.vhl.wur.nl/madeinvelp/2013/Warringa_Tjeerd_-_Verweij_Xander_-_ onderzoeksrapport_72dpi.pdf
-------p. 33
Bijlage 1: Verantwoording voor SWOT analyse In deze bijlage worden de criteria gebruikt in de tabel van subparagraaf 3.3.1 toegelicht. Er is per criteria eerst een algemene omschrijving met de kenmerken die gebruikt zijn bij de beoordeling. Daarna wordt het cijfer per organisatie uitgelegd en verbanden worden getrokken met het huidige context. Tot slot is er een bronnenlijst opgenomen om te verantwoorden waar al de informatie is gewonnen. Stabiele organisatie: Een stabiele organisatieomgeving bevat de volgende kenmerken: flexibel zijn voor wijzigende omstandigheden, weinig veranderingen in de organisatiestructuur en werkwijze, toekomstige ontwikkelingen van de organisatie kunnen voorspellen (1). In dit context is het verschil te merken aan de volgende feiten: de medewerkers van Creatief Beheer blijven meestal op dezelfde locatie werken met dezelfde functies en de algemene werkmethode verandert amper. Hiertegenover is Gemeente Rotterdam sterk afhankelijk van de economische crisis en politieke beslissingen. Ambtenaren krijgen tegenwoordig steeds nieuwe titels verbonden aan de aanpassingen van de organisatiemethoden. Daarnaast worden de werknemers van de deelgemeentes bijna om het jaar naar een andere wijk geplaatst. De laatste ontwikkelingen - het vervangen van deelgemeentes door gebiedscommissies - zullen in maart 2014 plaatsvinden maar veel ambtenaren hebben onzekerheid over de gevolgen hiervan voor hun werk (2). Groeiende organisatie: Een groeiende organisatie wordt gekenmerkt door een toenemend aantal opdrachten en medewerkers, maar ook door een steeds hogere winst (3). Dit is het geval voor Creatief Beheer, die sinds 2011 steeds meer opdrachten krijgt van particulieren maar ook van Gemeente Rotterdam. Dit heeft geleid tot een hogere winst maar ook tot het in dienst nemen van meer tuinmannen (4). Deze groei kan verklaard zijn door de steeds grotere aandacht voor participatie in de media en het feit dat ze al tien jaar ervaring hebben op dat gebied. Gemeente Rotterdam heeft helaas meer last van de economische crisis en heeft steeds meer opdrachten moeten weggeven aan bureau’s zoals die van Creatief Beheer omdat het kostenbesparend was. Daarnaast hebben ze medewerkers moeten ontslaan om het gemeentelijke tekort van € 100 miljoen te kunnen terugdringen (5). Bewezen deskundigheid: Deskundigheid binnen een bedrjif kenmerkt zich door een aantal factoren: het aantal jaar waar het bedrijf bestaat, de mate waarin werknemers in staat zijn hun taken uit te voeren en het aantal jaar waarmee de werknemers in dienst zijn. Creatief Beheer is een jonge organisatie met haar tien-jarige bestaan vergeleken met Gemeente Rotterdam, die in deze vorm sinds 1980 werkzaam is. De gemeente heeft destijds een eigen systeem kunnen ontwikkelen en toetsen aan de hand van de burgers behoeften (5). Verder is het aantal werknemers boven de zestig veel hoger dan bij andere beroepen (6), terwijl Creatief Beheer focust op een team dat tussen de 30 en de 50 jaar oud ligt. Onderwijs voor personeel: Beide organisaties bieden een tal aan trainingen en lessen waardoor medewerkers zich verder kunnen ontwikkelen binnen het bedrijf (5)(4). Omvang budget: Het is vanzelfsprekend dat Gemeente Rotterdam over een hoger budget beschikt aangezien ze de opdracht heeft om het onderhoud van heel de stad aan te besteden aan hoveniersbedrijven. Operationele reparatiedienst: Bewoners verwachten dat schade in de openbare ruimte rond hun woning snel gerepareerd wordt door de stedelijke diensten. In zo’n grote stad is dat echter wisselend, maar doordat tuinmannen van Creatief Beheer maar liefst drie dagen per week rond de wijk lopen worden vandalisme acten vaak snel gerepareerd. Het nadeel is dat het bureau vaak minder stevige materialen gebruikt dan de gemeente. Kostenbesparende aanpak van buitenruimte: Kosten kunnen gespaard worden op drie gebieden: mankracht, het soort materiaal en de werkwijze. Hoe meer gebundeld, hoe meer kostenbesparend. -------p. 34
Creatief Beheer probeert zoveel mogelijk gebruik te maken van partners, reycling en zelfgemaakte producten om weinig kosten aan het materiaal uit te geven. Gemeente Rotterdam maakt gebruik van grote inkopen en een nationaal netwerk om goedkoop aan materialen te komen. Voor de mankracht gaan de tuinmannen vaker aan de slag op een locatie dan bij Stadsbeheer, alleen is een team bij Creatief Beheer veel kleiner en dus ook net zo duur als een groter team dat minder frequent een terrein onderhoudt(4). Op het gebied van de werkwijze scoort Creatief Beheer echter meer punten omdat er tegelijk aan drie doelen (sociaal, fysiek en mentaal) worden gewerkt terwijl Gemeente Rotterdam dezelfde doelen los van elkaar aanpakt(9). Rekening houdend met de wensen van bewoners: In beide organisaties wordt er gebruik gemaakt van alle niveau’s van de participatieladder (10) om bewoners te betrekken bij participatieprojecten maar in beide gevallen wordt er weinig gebruik gemaakt van het allerhoogste niveau, oftewel meebeslissen vanaf het begin van het project (6). Toegang tot alle benodigde materiaal en apparatuur: Gemeente Rotterdam beschikt over grond, allerlei soorten machines en een aantal soorten planten doordat er veel verschillende soorten opdrachten en locaties worden beheerd. Creatief Beheer heeft hiertegenover een uitgebreide lijst aan bijzondere planten maar heeft weinig eigenschappen en geen eigen grond (2). Duurzame producten of diensten: Gemeente Rotterdam gaat er bij het onderhoud van de buitenruimte vanuit dat het in ieder geval vijf à tien jaar kan blijven staan (9), terwijl Creatief Beheer maar tijdelijk het beheer van braakliggende terreinen overneemt. Het is voor het bureau de bedoeling dat de locatie op een bepaald moment zelfstandig kan werken en er wordt vaker gefocust op het uitproberen van nieuwe ideeën, maar er wordt in beide organisaties genoeg rekening gehouden met vandalisme (4). Uniciteit in vakgebied: Gemeente Rotterdam valt hier natuurlijk af omdat de instelling overal in het land aanwezig is, er is dus geen sprake van uniciteit. In de groene sector zijn er echter maar een paar professionele organisaties die werkzaam zijn met groen en sociale verbindingen tegelijk. Het aantal wordt steeds hoger aangezien participatie en urban farming de nieuwste trends zijn maar Creatief Beheer volgt een methode die nog nergens anders is toegepast. Dit komt vooral doordat die methode ontwikkeld is voor en door Rotterdammers die niet alleen de passie voor groen hebben maar ook de nodige expertise (4). Werkwijze past binnen huidige sociaal-politieke context: In het huidige sociaal-politieke context wordt participatie en coöperatie steeds meer genoemd om de maatschappij aan te duiden (8). Ontwikkelaars en de overheid dienen een faciliterende rol te hebben en ruimte te geven aan initiatieven van de burger. Creatief Beheer heeft op dat gebied al 10 jaar ervaring terwijl Gemeente Rotterdam zijn visie en missie pas twee jaar geleden heeft aangepast om de nieuwe behoeften van Rotterdammers te voorzien (6) . Sterke bekendheid binnen vakgebied: Gemeente Rotterdam is vanzelfsprekend het meest bekend in de groene sector omdat zij het onderhoud van openbaar groen aanbesteedt aan beheerders. Creatief Beheer heeft echter steeds meer bekendheid gewonnen in afgelopen jaren bij particulieren omdat de tuinmannen ontmoeting tussen bewoners stimuleren en omdat ze de aanleg voor lage kosten uitvoeren. Fysieke aanwezigheid in wergebied: Gemeente Rotterdam is verantwoordelijk voor het openbaar groen in heel de stad terwijl Creatief Beheer maar 15 locaties heeft waar ze het groen en de participatie beheren (4). Bronnen: (1) http://www.basicsofmanagement/concepten/structuur/turbulentie-versus-stabiele-organisatieomgeving (2) Discussies met Rini Biemans en interviews bij Gemeente Rotterdam (3) http://www.pvp-advies.nl/werkgebieden/groeiende-organisatie (4) Jaarboek 2012 gemaakt door Creatief Beheer (5) http://www.rotterdam.nl/gemeenterotterdam (6) Hoofdstuk 3 paragraaf 1 en 2 van dit onderzoeksrapport (7) http://www.nrc.nl/carriere/2013/06/17/arbeidsmarkt-gemeente-ziet-er-belabberd-uit-vooral-sterke-vergrijzing/ (8) http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/toespraken/2013/09/17/troonrede-2013.html (9) http://nl.scribd.com/doc/98802106/Organisatievisie-2011-2014-versie-2-0 (10) http://participatiewiki.be/wiki/index.php/Participatieladder
-------p. 35
Bijlage 2: Interviews voor SWOT analyse Interview met Marianne Bakelaar, Tuinman (m/v) bij Creatief Beheer
Imago 1.1 Wanneer en hoe heeft u Stadsbeheer leren kennen? We hebben al lang contact met Stadsbeheer in de Ecowijken omdat onze opdrachten vaak naast elkaar liggen maar het is volgens mij de eerste keer dat we echt aan hetzelfde project samenwerken. Het budget is verdeeld tussen Creatief Beheer en Stadsbeheer, dit is eigenlijk een nieuwe soort aanbesteding. 1.2 Wat was uw eerste indruk van Stadsbeheer en zijn aanpak? De gemeente wil graag dat de buitenruimte er solide en netjes uitziet, ze werken het beste grootschalig. In het begin stond Creatief Beheer anders bekend bij de gemeentewerken, we hebben hard moeten werken om te bewijzen dat een andere aanpak ook niet verkeerd is maar nu is er wel vertrouwen. 1.3 Is uw indruk inmiddels veranderd? Als ik het vergelijk met een eerdere samenwerking tussen Creatief Beheer en een andere aannemer vind ik dat ze veel sneller en professioneler werken. Dit leidt uiteindelijk tot groot enthousiasme en groenere straten. Communicatie 2.3 Met wie heeft u regelmatig contact binnen Stadsbeheer? Sinds kort ben ik gekoppeld aan Otto van Breugel voor het project van geveltuinen op de Groene Hilledijk. Het contact is erg fijn, als ik iets nodig heb kan ik gewoon een telefoontje plegen of een email sturen en dan spreken we ergens af op dezelfde dag. 2.4 Zijn er obstakels waar u tegenaan loopt in de samenwerking met Stadsbeheer? In het begin was er nog een contactpersoon van de deelgemeente die mijn vragen doorspeelde naar Stadsbeheer maar dat was niet handig, de communicatie werd er alleen maar traag van. Nu noteer ik adressen en wensen en markeer ik de locatie van nieuwe geveltuinen, vervolgens wordt het nog dezelfde week door Stadsbeheer uitgevoerd. Sterktes & zwaktes 3.5 Op welk gebied ondersteunt Stadsbeheer u bij uw werk? Nadat we contact hebben gelegd met de bewoners wordt Stadsbeheer ingeschakeld om de basis van geveltuinen en plantenbakken aan te leggen. En dan zo, dat het er over vijf jaar ook nog staat en dat het makkelijk te repareren is. Ze hebben een groot voorraad aan materiaal en werkmachines, het is dus goedkoop en het wordt op een efficiënte manier geregeld. Als alles klaarligt zorgen wij ervoor dat er meer variatie en kleur komt in de beplanting en daarnaast organiseren we samen met de bewoners een plan voor zoveel mogelijk zelfbeheer. 3.6 Bent u tevreden met het verloop van dit project? Het is echt een feestje. We kunnen snel handelen en hebben veel vrijheid. We hebben nu meer dan de helft van de zestig geveltuintjes aangelegd. We vullen dat aan met plantenschalen die in voorraad zijn. En we maken de beplanting zo, dat er elk seizoen wel iets te zien is. Je ziet een enorm verschil met de straten waar we niet bezig zijn. Die steken grauw en somber af, het is veel meer eentonig. 3.7 Waar kan Stadsbeheer volgens u beter in worden? Het duurt soms lang voordat ze aan een melding reageren. Er was bijvoorbeeld 3 weken geleden een hek losgeschroefd op het binnenterrein van de Arend en we hebben het gelijk gemeld maar er is nog steeds niets gebeurd. We hebben het voorlopig met touw vastgemaakt want de bewoners konden het niet meer zien. 3.8 Wat voor verandering verwacht u met de opheffing van de deelgemeenten? Ik heb geen idee. Ik vind het reuze jammer want ik werk in deze wijk al drie jaar en we beginnen nu pas de vruchten te plukken van al die jaren die we hier actief zijn. Mijn contactpersoon bij de deelgemeente heeft vol vertrouwen in mijn werk en dat kan je wel merken. Ze hebben gezien wat we kunnen en dat bevalt ze wel. Ik hoop dus dat dezelfde contactpersoon terugkomt, mogelijk met een andere functie, want zo hebben we een positieve relatie opgebouwd en met een nieuwe persoon zou ik het vertrouwensproces helemaal opnieuw moeten beginnen. -------p. 36
Interview met Jeanette van Hoop, onderzoeker bij DRIFT Imago 1.1 Sinds hoe lang werkt u samen met Creatief Beheer? Ik werk nu al twee jaar met Creatief Beheer in verband met het project Veerkracht Carnisse. 1.2 Wat was uw eerste indruk van de tuinman en zijn aanpak? Ik heb eerst kennisgemaakt met het bedrijf door een dag mee te lopen in de verschillende tuinen en plantactiviteiten. Ik vond het erg gezellig en het leek een beetje alsof de tuinmannen een soort hoveniersclub waren. 1.3 Is uw indruk inmiddels veranderd? Ja, mijn indruk is deels verbreed. Ik heb afgelopen jaar gemerkt hoe ze hun groene expertise inzetten in de Carnissetuin. Elke tuinman heeft zijn specialisatie en deelt zijn kennis enthousiast met bezoekers en vrijwilligers. Communicatie 2.3 Met wie heeft u regelmatig contact binnen Creatief Beheer? Voor overleggen heb ik meestal contact met tuinmanager Annemarie, maar als ik zomaar langs de tuin kom word ik verwelkomd door participatiemakelaar Hieke. 2.4 Is het contact meestal via de telefoon, de mail of in persoon? De maandelijkse overleggen gebeuren op de tuin, ik gebruik eigenlijk de telefoon alleen als ik snel iets moet weten. 2.5 Zijn er obstakels waar u tegenaan loopt in de samenwerking met Creatief Beheer? Eigenlijk niet. Ik kan me wel voorstellen dat de samenwerking of communicatie moeilijk is of dat er meer fricties zijn voor partners met een formele organisatie omdat Creatief Beheer daar tegenovergesteld is. 2.6 Wat is volgens u de basis voor een succesvolle samenwerking tussen DRIFT en Creatief Beheer? Ik geloof dat openheid en de directe aanpak erg fijn zijn in deze samenwerking. Maar dat ligt natuurlijk aan de persoon met wie je contact hebt. Sterktes & zwaktes 3.7 Waar is Creatief Beheer volgens u goed in? Creatief Beheer heeft als specialisatie het tuinieren gecombineerd met participatie van bewoners, daarnaast zijn ze goed in contact leggen met mensen in de wijk. 3.8 Op welk gebied ondersteunt de tuinman u bij uw werk? De fysieke plek die ze hebben leent zich goed voor activiteiten die we willen organiseren, daarnaast helpen ze mee met de monitoring van de wijk door een logboek te houden met het aantal uren participatie. Het is natuurlijk ook zo dat ze een andere perspectief van de wijk hebben en dat draagt bij aan de algehele aanpak van het project Veerkracht Carnisse.
“Ik vond het erg gezellig en het leek een beetje alsof de tuinmannen een soort hoveniersclub waren.”
“De openheid en de directe aanpak zijn erg fijn in deze samenwerking.”
-------p. 37
Interview met Tom Warnik, wijkservicemedewerker bij deelgemeente Noord Imago 1.1 Sinds hoe lang werkt u samen met Creatief Beheer? Ik werk bij deze deelgemeente sinds ongeveer anderhalf jaar. Toen ik begon was Creatief Beheer al druk bezig met geveltuinen in de Oude Noorden. 1.2 Wat was uw eerste indruk van de tuinman en zijn aanpak? Ik kwam halverwege binnen en ik vond het gelijk positief wat ze deden in de wijk. Ons gezamenlijk doel is dat de wijk groener wordt en dat de bewoners het straatgroen zelf onderhouden en vooral positief benaderen. De tuinmannen zijn sociaal en doen hun werk goed. 1.3 Is uw indruk inmiddels veranderd? Het laatste half jaar heb ik de indruk dat de tuinmannen meer rekening hebben gehouden met de bewoners. Er worden bijvoorbeeld ook op de zaterdag bijeenkomsten georganiseerd. Communicatie 2.4 Met wie heeft u regelmatig contact binnen Creatief Beheer? Ik heb voornamelijk contact met Twan en Renée. Zij zijn eigenlijk de schakel tussen ik en de bewoners en ik vind het erg positief dat mensen regelmatig met hun spreken. 2.5 Is het contact meestal via de telefoon, de mail of in persoon? Ik ga meestal op de dinsdagmiddag een half uurtje langs hun container in de straat om met ze te praten en om te kijken hoe het gaat met de bewoners. 2.6 Zijn er obstakels waar u tegenaan loopt in de samenwerking met Creatief Beheer? Ik vind het eigenlijk erg goed lopen. Twan en Renée zijn aardige mensen en het eigenwijze vind ik alleen maar leuk. Het kan zijn dat ze meer problemen hebben met Stadsbeheer, want ze zijn wat stugger in het beheer van de openbare ruimte. Sterktes & zwaktes 3.7 Waar is Creatief Beheer volgens u goed in? Het mooi van hun werk is dat het zich verspreidt naar andere onderdelen van de wijk. Bewoners in de omgeving zien de urnen en vragen ons of ze dat ook mogen hebben. Ik krijg alleen maar positieve reacties vanuit de bewoners. Ze zijn zelf spontaan begonnen met handtekeningen verzamelen toen ze te horen kregen dat Creatief Beheer waarschijnlijk geen budget meer had voor de ontwikkeling van de drie straten. Dat betekent dus dat het project een succes was. 3.8 Op welk gebied ondersteunt de tuinman u bij uw werk? Ze nemen eigenlijk heel de zorg voor het groen af in die drie straten. Ik hoef daar niets te doen, ze doen het allemaal daar en het wordt steeds groener, waardoor het doel van de gemeente ook bereikt wordt. 3.9 Waar kan Creatief Beheer volgens u beter in worden? Ik vind dat ze in het begin de bewoners niet genoeg stimuleerden om de geveltuinen zelf te verzorgen, maar daar hebben we het inmiddels al samen over gehad en gaat nu al veel beter op dat gebied.
-------p. 38
“Ze nemen eigenlijk heel de zorg voor het groen af in die drie straten. Ze onderhouden het allemaal daar en het wordt steeds groener. Zij zijn eigenlijk de schakel tussen ik en de bewoners en ik vind het erg positief dat mensen regelmatig met hun spreken.”
Interview met Xenia Heemskerk, wijkregisseur bij deelgemeente Feijenoord Imago 1.1 Sinds hoe lang werkt u samen met Creatief Beheer? Ik werk bij deze deelgemeente sinds ongeveer drie jaar. Toen ik begon was Creatief Beheer al druk bezig met geveltuinen in de Bloemhof en in de Afrikaanderwijk. 1.2 Wat was uw eerste indruk van de tuinman en zijn aanpak? Ik vond het een gezellig team en ik heb zelf affiniteit met tuinieren dus ik vond het leuk dat er in een wijk waar veel steen is ook getuinierd wordt. Het zijn enthousiaste mensen die zich niet vasthouden aan regels en graag een praatje houden met de bewoners. 1.3 Is uw indruk inmiddels veranderd? Je merkt wel dat Creatief Beheer sinds kort groter is geworden en dat ze zich meer moeten gaan organiseren, zoals vaste dagen en tijden gebruiken en een vervanging hebben in het geval dat iemand ziek is. Communicatie 2.4 Met wie heeft u regelmatig contact binnen Creatief Beheer? Ik heb voornamelijk contact met Polle, Marianne en Harmen. Met Harmen zijn we net begonnen aan een nieuwe opdracht bij de Ireneschool en het gaat hartstikke goed. 2.5 Waar kan Creatief Beheer volgens u beter in worden? Ik zou ze in deze rol meer proactief willen zien, zodat bijvoorbeeld opbouwwerkers ook andere bewoners bij de buitenruimte kunnen betrekken. Als er één aanspreekpunt is in het team, dan is het duidelijk voor andere partners waar ze nieuwe vrijwilligers kunnen afleveren. Daarnaast moet er ook goed in de gaten worden gehouden dat er altijd iets te doen is voor de deelnemers. Sterktes & zwaktes 3.6 Waar is Creatief Beheer volgens u goed in? Creatief Beheer kenmerkt zich eigenlijk door zijn eigenzinnigheid. Ze zijn natuurlijk de deskundigen op het gebied van planten. Ze zijn duidelijk aanwezig in de wijk. 3.7 Op welk gebied ondersteunt de tuinman u bij uw werk? Het gaat erom dat de tuinmannen de bewoners betrekken bij de tuinwerkzaamheden en dat ze met hun bespreken wat ze samen gaan doen. Ze hebben al hele goede ideeën ten aanzien van vrijwilligers laten meedoen. 3.8 Wat voor verandering verwacht u met de opheffing van de deelgemeenten? Er is in 2014 nog een budget over voor Creatief Beheer vanuit de wijk, maar met de opheffing van de deelgemeenten zal het budget uit de stad komen dus ik zou tijdig beginnen met een budgetaanvraag (het liefst rond mei 2014 al). Het is moeilijk om te zeggen welke functie ik zal krijgen in het nieuwe systeem.
“Het zijn enthousiaste mensen die zich niet vasthouden aan regels en graag een praatje houden met de bewoners.”
“Creatief Beheer kenmerkt zich eigenlijk door zijn eigenzinnigheid.”
-------p. 39
Interview met Fokje Wierdsma, dominee bij wijkpastoraat Bloemhof Imago 1.1 Sinds hoe lang werkt u samen met Creatief Beheer? Ik heb al een aantal jaar geleden met Creatief Beheer samengewerkt aan het vergroenen van de wijk maar het contact is daarna afgezwakt. Sinds een jaar werk ik weer regelmatig met twee tuinmannen. 1.2 Wat was uw eerste indruk van de tuinman en zijn aanpak? Ik had meteen al een goede indruk van Harmen en Stanley omdat ze heel goed weten hoe in te gaan op de behoeften en de wensen van bewoners. Dat geeft mensen vertrouwen in het kennen en het kunnen van de tuinmannen. 1.3 Is uw indruk inmiddels veranderd? Mijn indruk is niet veranderd maar het is wel verbeterd. Harmen kan deelnemers heel goed geruststellen en hij gaat op ooghoogte staan, waardoor het toegankelijk is voor iedereen, ook bijvoorbeeld moslimvrouwen. Hun werkwijze en manier van communiceren sluiten goed aan bij de bewoners van deze wijk. Communicatie 2.4 Met wie heeft u regelmatig contact binnen Creatief Beheer? Ik werk met Harmen sinds ongeveer een half jaar en met Stanley sinds een paar maanden aan verschillende projecten. 2.5 Waar kan Creatief Beheer volgens u beter in worden? We werken met een doelgroep die soms het gevoel voor tijd en afspraken zijn vergeten doordat ze al lang niet hebben gewerkt. Het is daarom belangrijk om iemand te hebben die er flexibel om kan gaan en dat zijn de tuinmannen wel. Creatief Beheer heeft in deze wijk eigenlijk een goede naam gekregen, ik kan niet echt iets bedenken wat mis is gegaan. 2.6 Wat is volgens u de basis voor een succesvolle samenwerking tussen DRIFT en Creatief Beheer? Het komt volgens mij doordat wij allebei dezelfde werkwijze hebben in het omgaan met bewoners: wij werken niet voor de mensen maar samen met de mensen. Dat doen de tuinmannen in het kader van het tuinieren. Sterktes & zwaktes 3.7 Waar is Creatief Beheer volgens u goed in? Creatief Beheer is er heel goed in dat ze de bewoners zelf laten meebeslissen hoe het voor hun goed voelt. Daarin leren de mensen een heleboel, maar ze worden ook meer gemotiveerd door zo’n houding. Tot nu toe hebben de tuinmannen steeds nieuwe projecten gezocht en aangeboden, waardoor het leerproces van de dames zich steeds meer verdiept en uitbreidt. 3.8 Op welk gebied ondersteunt de tuinman u bij uw werk? De tuinmannen bieden ons een fysieke ruimte waar de deelnemers veel van het tuinieren en van zichzelf kunnen leren. Ze zorgen er ook voor dat ons netwerk zich steeds meer uitbreidt. Harmen had bijvoorbeeld de Groene Loper op onze weg gezet en we hebben samen gekeken of het klikt voordat de deelnemers aan een kookwedstrijd meededen. Wat ik toen goed vond aan de houding van Harmen was dat de organisator van de Groene Loper meer uitging van een concept, terwijl Harmen rekening hield met het profiel van de deelnemers, in dit geval huisvrouwen die nog nooit hadden meegedaan aan een wedstrijd. Het concept en de criteria zijn na overleg losgelaten zodat het wedstrijd beter bij de werkelijkheid zou passen, waardoor de dames de dag uiteindelijk erg leuk vonden en niet teleurgesteld waren.
-------p. 40
“Creatief Beheer is er heel goed in dat ze de bewoners zelf laten meebeslissen hoe het voor hun goed voelt. Daarin leren de mensen een heleboel, maar ze worden ook meer gemotiveerd door zo’n houding.”
Interview met Jaco Taal, bewoner in de Oude Noorden Imago 1.1 Sinds hoe lang hebt u contact met Creatief Beheer? Creatief Beheer leerde ik ruim een jaar geleden kennen doordat ik mijn soeppan uitleende. “Heb jij misschien een pan voor ons te leen, we maken warme chocolademelk voor de bewoners hier in de straat”. Ik gaf mijn pan met plezier. Het was voor mij gelijk de aanleiding om kennis te maken met de mensen van Creatief Beheer. Een ladder tegen een lantaarnpaal, discussie waar het kerststukje het beste tot zijn recht komt en voorbijgangers die nieuwsgierig kijken. Er was veel bedrijvigheid. En leuk is het om dan mijn straatgenoten te zien en samen met kersttakken te ‘stoeien’. Ik vond het leuk. Het was gezellig. 1.2 Wat was uw eerste indruk van de tuinman en zijn aanpak? Ze zijn aardig, toegankelijk en verlagen de drempel om contact te zoeken met mijn straatbewoners. 1.3 Is er iets wat u bijzonder vindt aan Creatief Beheer? Op een dag zie ik een ‘geinig’ huisje verschijnen. Een soort uitvergroot legohuisje. Wat leuk, een huisje waar onze straat tuingereedschap mag lenen. En Quino (6 jaar), mijn buurjongen, is apentrots dat hij de beheerder mag zijn. Het huisje heeft een hoge aaibaarheidsfactor. Voorbijgangers werpen al snel een blik naar binnen; aan gesprekstof niet te kort. Op weg naar mijn vriendin herken ik een tweede legohuisje. ‘He, hier ook Creatief Beheer?! Die timmeren, letterlijk en figuurlijk, echt goed aan de weg. Die huisjes zijn net paddenstoelen. Die groene huisjes doen me meer dan ik besef. Communicatie 2.4 Met wie heeft u regelmatig contact binnen Creatief Beheer? Vooral met tuinmannen Twan en Renée, nu ook met tuinman Sebastiaan. Sterktes & zwaktes 3.5 Waar kan Creatief Beheer volgens u beter in worden? In de Bloklandstraat is het de hondenpoep en in Zuid bij het Hefbrugplantsoen is het de desolate sfeer en omgeving waar Creatief Beheer een mooie uitdaging aan heeft. Het zou mooi zijn als ook daar de wijkbewoners op een creatieve manier betrokken worden. Daar vertrouw ik wel inmiddels op. 3.6 Waar is Creatief Beheer volgens u goed in? Een paar maanden na de eerste kennismaking kwam ik van werk thuis en werd verrast door een prachtig sneeuwvrij patroon op de stoep over de hele lengte van onze straat. Weken kon het me niet loslaten. “Welke bewoner heeft deze mooie actie gedaan?” Tot ik weer eens op de website van Creatief Beheer keek. Ik zag een foto van het sneeuwvrije patroon. Toen dacht ik: “Wat jammer dat ik niet op dit idee ben gekomen”. Als het komende winter weer sneeuwt ben ik de eerste die dit ga doen. Wie weet leidt het tot een gezellige sneeuwballen gevecht in de straat, of collectief bouwen aan een enorme sneeuwpop. Het is dat zetje dat ik soms nodig heb. In dit geval is het van Creatief Beheer. Door mijn ‘ drukke werkperiode’ ben ik afgelopen jaar ook door andere acties verrast. Bijvoorbeeld de geveltuintjes die ik in rap tempo heb zien opbloeien. Er ging zelfs een ‘gerucht’ dat de grote bomen een mooi perkje rondom krijgen zoals in andere wijken al is te zien. Daar hoop ik toch zo op. Want plekken rondom bomen zijn een soort historische verzamelplek voor vuilniszakken die bewoners niet los kunnen laten. Erger nog is de hondenpoep. Het enige wat helpt is de boomperkjes zo mooi maken dat zelfs de honden het zonde vinden en spijt krijgen om daar hun behoefte te doen. Ik hoop dat we volgende zomer een straat hebben met boomperkjes. Bovendien kwamen de tuinmannen gewapend met adviezen over plantkeuzes en hoe je het een en ander het best aan kon pakken om het allemaal ‘bloemiger’ te maken. Met als voordeel dat toen vandalisten iets stuk maakten dan zorgden ze dat de sporen daarvan snel werden uitgewist.
“Die timmeren, letterlijk en figuurlijk, echt goed aan de weg. Die huisjes zijn net paddenstoelen. Die groene huisjes doen me meer dan ik besef.”
-------p. 41
Bijlage 3: Reacties van succesvolle organisaties Vragenlijst doorgestuurd naar verschillende icoonprojecten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. -------p. 42
Welke rol of werkzaamheden vervult u binnen uw organisatie? Hoe zou u uw contactpersoon bij de gemeente beschrijven? Is de contactpersoon in de afgelopen 2 jaar wel eens veranderd? Denkt u dat een klik met de contactpersoon belangrijk is voor het succes van het project? Hoe vaak hebben jullie gemiddeld contact met de contactpersoon bij de gemeente? - meer dan 1 keer per week - 1 keer per week - 2 keer per maand - min of meer 1 keer per maand Wat voor communicatiestijl heeft de voorkeur in uw organisatie? - Directief: Zakelijk en resultaatgericht, besluitvaardig en confronterend. - Expressief: Intuïtief, emotioneel, inspirerend en met een sterke behoefte om ideeën te delen. - Coöperatief: Rustig en vriendelijk, staat open voor de ideeën van een ander, behulpzaam. - Beschouwend: Weloverwogen, rationeel en voorzichtig, systematisch. Lijkt de communicatiestijl van uw contactpersoon bij de gemeente anders? Zo nee, kies hier- onder de stijl van de contactpersoon. Hoe zou u de aanpak van de gemeente beschrijven ten opzichte van uw organisatie? - De gemeente op afstand: ze geven ruimte voor alle soorten initiatieven en ze bemoeien zich geheel niet met de zaken van de organisatie. - De gemeente als facilitator: ze blijven op de achtergrond en ze ondersteunen de organisatie graag door middel van materialen, ruimte, informatie en financiën. - De gemeente als stimulator: ze begeleiden en aanmoedigen alle initiatieven van de organisatie. De contactpersoon is duidelijk aanwezig bij activiteiten en overleggen. - De gemeente als dirigent: ze houden de touwtjes graag in handen. De contactpersoon initieert meestal de activiteiten en overleggen. Op welk gebied(en) ondersteunt de gemeente uw organisatie? (één of meer antwoorden kiezen) - Aansluiting bij beleid en/of juridische zaken - Het maken van digitaal beeldmateriaal - Het zoeken van fondsen, potjes en soortgelijke zaken - Het lenen van materiaal en apparatuur - Anders, namelijk .................................................... Vindt u dat uw organisatie dezelfde doelen heeft als de gemeente? Zo nee, welke doelen verschillen van elkaar? Is er ooit een meningsverschil geweest tussen de gemeente en uw organisatie? Zo ja, over welk onderwerp ging het? Mocht er ooit een verschil in visie zijn geweest tussen uw organisatie en de gemeente, hoe bent u tot een oplossing of compromis gekomen? Is er ooit sprake geweest van een misverstand in de communicatie tussen de twee contactpersonen? Wat was volgens u de oorzaak van het misverstand? Hoe zorgt u voor een heldere taakverdeling tussen de gemeente en uw organisatie? (één of meer antwoorden kiezen) - Door regelmatig te vergaderen en de notulen met afspraken naar elkaar door te sturen - Door een dropbox map, agenda en/of logboek samen te delen - Door in het begin een overeenkomst met elkaar te maken - Door meerdere keer per week mondeling of schriftelijk contact te hebben Mocht u aan meer opmerkingen denken die helpen in een samenwerking, kunt u ze natuurlijk hieronder toevoegen.
Vragenlijst ingevuld door Urban Farming 035, Noord-Holland 1.
Welke rol of werkzaamheden vervult u binnen uw organisatie? Initiator, organisator, mede- uitvoerder, roeptoeter.
2.
Hoe zou u uw contactpersoon bij de gemeente beschrijven? Bestuurders voor de media en ambtenaren: geen probleem maar ze werken graag volgens de regels.
3.
Is de contactpersoon in de afgelopen 2 jaar wel eens veranderd? Nee
4.
Denkt u dat een klik met de contactpersoon belangrijk is voor het succes van het project? Ja
5.
Hoe vaak hebben jullie gemiddeld contact met de contactpersoon bij de gemeente? Twee keer per maand.
6.
Wat voor communicatiestijl heeft de voorkeur in uw organisatie? We hebben allemaal verschillende communicatiestijlen, moeilijk te kiezen.
7.
Lijkt de communicatiestijl van uw contactpersoon bij de gemeente anders? Zo nee, kies hieronder de stijl van de contactpersoon. Hetzelfde geldt voor onze contactpersonen.
8.
Hoe zou u de aanpak van de gemeente beschrijven ten opzichte van uw organisatie? De gemeente als stimulator: ze begeleiden en aanmoedigen alle initiatieven van de organisatie. De contactpersoon is duidelijk aanwezig bij activiteiten en overleggen.
9.
Op welk gebied(en) ondersteunt de gemeente uw organisatie? (één of meer antwoorden kiezen) Anders, namelijk het lenen van grond (terrein en tuinaarde), het maken van reclame, enz...
10.
Vindt u dat uw organisatie dezelfde doelen heeft als de gemeente? Zo nee, welke doelen verschillen van elkaar? Ja: kinderen, natuur, duurzaam, groen, sociaal.
11.
Is er ooit een meningsverschil geweest tussen de gemeente en uw organisatie? Zo ja, over welk onderwerp ging het? Nee, al blijven het ambtelijke molens.
12.
Mocht er ooit een verschil in visie zijn geweest tussen uw organisatie en de gemeente, hoe bent u tot een oplossing of compromis gekomen? N.v.t.
13.
Is er ooit sprake geweest van een misverstand in de communicatie tussen de twee contactper- sonen? Wat was volgens u de oorzaak van het misverstand? Nee.
14.
Hoe zorgt u voor een heldere taakverdeling tussen de gemeente en uw organisatie? (één of meer antwoorden kiezen) - Door regelmatig te vergaderen en de notulen met afspraken naar elkaar door te sturen; - Door in het begin van een project een overeenkomst met elkaar te maken.
15.
Heeft u nog meer opmerkingen over de samenwerking? Wij hebben ideeën en handjes, zij hebben grond en behoefte aan positieve voorbeelden van burgerkracht. Zo werkt dat.
-------p. 43
Vragenlijst ingevuld door Tuin in de stad, Groningen 1.
Welke rol of werkzaamheden vervult u binnen uw organisatie? Initiatiefnemer en verantwoordeljk voor PR, financiën, fondsenwerving.
2.
Hoe zou u uw contactpersoon bij de gemeente beschrijven? Er zijn er meerdere: stadsecoloog, stadsdeelcoördinator, sociale dienst voor de participatie, groenbeheer voor materialen.
3.
Is de contactpersoon in de afgelopen 2 jaar wel eens veranderd? Nee
4.
Denkt u dat een klik met de contactpersoon belangrijk is voor het succes van het project? Ja
5.
Hoe vaak hebben jullie gemiddeld contact met de contactpersoon bij de gemeente? Wisselend, meestal op eigen initiatief.
6.
Wat voor communicatiestijl heeft de voorkeur in uw organisatie? Expressief: Intuïtief, emotioneel, inspirerend en met een sterke behoefte om ideeën te delen.
7.
Lijkt de communicatiestijl van uw contactpersoon bij de gemeente anders? Zo nee, kies hieronder de stijl van de contactpersoon. Coöperatief: Rustig en vriendelijk, staat open voor de ideeën van een ander, behulpzaam.
8.
Hoe zou u de aanpak van de gemeente beschrijven ten opzichte van uw organisatie? De gemeente als facilitator: ze blijven op de achtergrond en ze ondersteunen de organisatie graag door middel van materialen, ruimte, informatie en financiën.
9.
Op welk gebied(en) ondersteunt de gemeente uw organisatie? (één of meer antwoorden kiezen) - Aansluiting bij beleid en/of juridische zaken; - Het lenen van materiaal en apparatuur; - Anders, namelijk aanmoedigen, verbinden met andere initiatieven.
10.
Vindt u dat uw organisatie dezelfde doelen heeft als de gemeente? Zo nee, welke doelen verschillen van elkaar? Ja
11.
Is er ooit een meningsverschil geweest tussen de gemeente en uw organisatie? Zo ja, over welk onderwerp ging het? Ja, onenigheid over verdere ontwikkeling terrein dat wij van hun huren.
12.
Mocht er ooit een verschil in visie zijn geweest tussen uw organisatie en de gemeente, hoe bent u tot een oplossing of compromis gekomen? Samen blijven praten.
13.
Is er ooit sprake geweest van een misverstand in de communicatie tussen de twee contactper- sonen? Wat was volgens u de oorzaak van het misverstand? Nee.
14.
Hoe zorgt u voor een heldere taakverdeling tussen de gemeente en uw organisatie? (één of meer antwoorden kiezen) Wij zijn pragmatisch, het is niet vooraf gestructureerd.
15.
Heeft u nog meer opmerkingen over de samenwerking? Nee.
-------p. 44
Vragenlijst ingevuld door DE-Toltuin, Noord-Brabant 1.
Welke rol of werkzaamheden vervult u binnen uw organisatie? Voorzitter van Stichting DE- Toltuin die verantwoordelijk is voor het DE-Toltuin beheer, in samenwerking met omwonenden en participerende organisaties.
2.
Hoe zou u uw contactpersoon bij de gemeente beschrijven? Buitenmakelaar(s). Zij helpen zoeken naar mogelijkheden en faciliteren waar mogelijk met invulling van het proces.
3.
Is de contactpersoon in de afgelopen 2 jaar wel eens veranderd? Ja
4.
Denkt u dat een klik met de contactpersoon belangrijk is voor het succes van het project? Ja
5.
Hoe vaak hebben jullie gemiddeld contact met de contactpersoon bij de gemeente? Meerdere keren per maand.
6.
Wat voor communicatiestijl heeft de voorkeur in uw organisatie? Expressief: Intuïtief, emotioneel, inspirerend en met een sterke behoefte om ideeën te delen.
7.
Lijkt de communicatiestijl van uw contactpersoon bij de gemeente anders? Zo nee, kies hieronder de stijl van de contactpersoon. Coöperatief: Rustig en vriendelijk, staat open voor de ideeën van een ander, behulpzaam.
8.
Hoe zou u de aanpak van de gemeente beschrijven ten opzichte van uw organisatie? De gemeente als facilitator: ze blijven op de achtergrond en ze ondersteunen de organisatie graag door middel van materialen, ruimte, informatie en financiën.
9.
Op welk gebied(en) ondersteunt de gemeente uw organisatie? (één of meer antwoorden kiezen) - Aansluiting bij beleid en/of juridische zaken; - Het maken van digitaal beeldmateriaal.
10.
Vindt u dat uw organisatie dezelfde doelen heeft als de gemeente? Zo nee, welke doelen verschillen van elkaar? Nee, niet op elk vlak. De gemeente is een omslag aan het maken naar een faciliterende rol in plaats van een regisserende rol. Waar we absoluut overeenstemmen qua doelstelling is het mobiliseren van zoveel mogelijk burgerkracht in de vorm van enthou -siaste vrijwilligers die het initiatief ondersteunen.
11.
Is er ooit een meningsverschil geweest tussen de gemeente en uw organisatie? Zo ja, over welk onderwerp ging het? Nee, niet echt.
12.
Mocht er ooit een verschil in visie zijn geweest tussen uw organisatie en de gemeente, hoe bent u tot een oplossing of compromis gekomen? De visie was gelijk. Maar in andere gevallen zou de dialoog gezond genoeg zijn om er samen uit te komen.
13.
Is er ooit sprake geweest van een misverstand in de communicatie tussen de twee contactper- sonen? Wat was volgens u de oorzaak van het misverstand? Nee, afspraken waren en zijn helder. Als er al tijdelijk afgeweken wordt, dan vormen de afspraken een helder referentiepunt waarnaar eenvoudig teruggekeerd kan worden.
14.
Hoe zorgt u voor een heldere taakverdeling tussen de gemeente en uw organisatie? (één of meer antwoorden kiezen) - Door regelmatig te vergaderen en de notulen met afspraken naar elkaar door te sturen; - Door in het begin een overeenkomst met elkaar te maken; - Door meerdere keer per week mondeling of schriftelijk contact te hebben.
15.
Heeft u nog meer opmerkingen over de samenwerking? Nee.
-------p. 45
Vragenlijst ingevuld door Experiment Zelfbeheer Hoekwierde, Flevoland 1.
Welke rol of werkzaamheden vervult u binnen uw organisatie? Initiator.
2.
Hoe zou u uw contactpersoon bij de gemeente beschrijven? Ik heb meer dan 20 contactpersonen.
3.
Is de contactpersoon in de afgelopen 2 jaar wel eens veranderd? Beperkt.
4.
Denkt u dat een klik met de contactpersoon belangrijk is voor het succes van het project? Cruciaal voor de duurzaamheid van het project.
5.
Hoe vaak hebben jullie gemiddeld contact met de contactpersoon bij de gemeente? Wisselend, meestal op eigen initiatief.
6.
Wat voor communicatiestijl heeft de voorkeur in uw organisatie? We hebben allevier communicatiestijlen omdat we met meer dan honderd mensen werken.
7.
Lijkt de communicatiestijl van uw contactpersoon bij de gemeente anders? Zo nee, kies hieronder de stijl van de contactpersoon. Ja, we hebben dezelfde communicatiestijlen.
8.
Hoe zou u de aanpak van de gemeente beschrijven ten opzichte van uw organisatie? - De gemeente op afstand: ze geven ruimte voor alle soorten initiatieven en ze bemoeien zich geheel niet met de zaken van de organisatie; - De gemeente als facilitator: ze blijven op de achtergrond en ze ondersteunen de organisatie graag door middel van materialen, ruimte, informatie en financiën.
9.
Op welk gebied(en) ondersteunt de gemeente uw organisatie? (één of meer antwoorden kiezen) - Het zoeken van fondsen, potjes en soortgelijke zaken; - Anders, namelijk gezamenlijk gemeentelijk beleid ontwikkelen.
10.
Vindt u dat uw organisatie dezelfde doelen heeft als de gemeente? Zo nee, welke doelen verschillen van elkaar? Belangen zijn verschillend. Het gemeenschappelijk deel: goede woonomgeving is een gemeenschappelijke doelstelling
11.
Is er ooit een meningsverschil geweest tussen de gemeente en uw organisatie? Zo ja, over welk onderwerp ging het? Regelmatig over de inrichting van de openbare ruimte. De gemeente wil bouwen, bewoners niet.
12.
Mocht er ooit een verschil in visie zijn geweest tussen uw organisatie en de gemeente, hoe bent u tot een oplossing of compromis gekomen? Soms komt er een compromis en soms komt er geen oplossing: dan blijft het probleem bestaan.
13.
Is er ooit sprake geweest van een misverstand in de communicatie tussen de twee contactper- sonen? Wat was volgens u de oorzaak van het misverstand? Regelmatig. Dat komt door verschillende beelden, verschillend taalgebruik, systeemwereld versus leefwereld en simpelweg niet goed luisteren. In dat geval proberen opnieuw te formuleren, doorvragen en terugkoppelen.
14.
Hoe zorgt u voor een heldere taakverdeling tussen de gemeente en uw organisatie? (één of meer antwoorden kiezen) Het is niet een binair verhaal: misverstand vergt oplossing. Er ontstaat een poreus systeem waardoor het bewonersinitiatief de gemeentelijke organisatie “indringt” en de gemeentelijke wereld begrijpelijker wordt voor bewoners.”
15.
Heeft u nog meer opmerkingen over de samenwerking? Door met elkaar een goede relatie te hebben die verschillen kan verdragen en benieuwd te zijn naar elkaars beleving.
-------p. 46
Vragenlijst ingevuld door BinnensteBuitenBos, Overijssel 1.
Welke rol of werkzaamheden vervult u binnen uw organisatie? Mede initiator en ontwerper BinnensteBuitenBos, activiteiten ontwikkelen en helpen opzetten.
2.
Hoe zou u uw contactpersoon bij de gemeente beschrijven? Heel goed, mede doordat ze trots zijn op het projectresultaat. Van begin af aan alle medewerking gehad, ook omdat wij ons gelijkwaardig op hebben gesteld.
3.
Is de contactpersoon in de afgelopen 2 jaar wel eens veranderd? Ja
4.
Denkt u dat een klik met de contactpersoon belangrijk is voor het succes van het project? Ja
5.
Hoe vaak hebben jullie gemiddeld contact met de contactpersoon bij de gemeente? Min of meer één keer per maand
6.
Wat voor communicatiestijl heeft de voorkeur in uw organisatie? Expressief: Intuïtief, emotioneel, inspirerend en met een sterke behoefte om ideeën te delen. Coöperatief: Rustig en vriendelijk, staat open voor de ideeën van een ander, behulpzaam.
7.
Lijkt de communicatiestijl van uw contactpersoon bij de gemeente anders? Zo nee, kies hieronder de stijl van de contactpersoon. Nee, zij zijn eerder beschouwend: Weloverwogen, rationeel en voorzichtig, systematisch.
8.
Hoe zou u de aanpak van de gemeente beschrijven ten opzichte van uw organisatie? De gemeente als facilitator: ze blijven op de achtergrond en ze ondersteunen de organisatie graag door middel van materialen, ruimte, informatie en financiën.
9.
Op welk gebied(en) ondersteunt de gemeente uw organisatie? (één of meer antwoorden kiezen) - Het maken van digitaal beeldmateriaal; - Het zoeken van fondsen, potjes en soortgelijke zaken; - Anders, namelijk een motiverende rol.
10.
Vindt u dat uw organisatie dezelfde doelen heeft als de gemeente? Zo nee, welke doelen verschillen van elkaar? Ja
11.
Is er ooit een meningsverschil geweest tussen de gemeente en uw organisatie? Zo ja, over welk onderwerp ging het? Ja, wat betreft de uitvoering: de gemeente wilde dat we meerdere locale uitvoerders betrokken (dus eigenlijk concurrenten van elkaar).
12.
Mocht er ooit een verschil in visie zijn geweest tussen uw organisatie en de gemeente, hoe bent u tot een oplossing of compromis gekomen? We hebben de mening van de gemeente gevolgd en de uitvoering uitbesteed aan vier locale hoveniersbedrijven maar dit heeft niet kostenbesparend gewerkt. Ook de communicatie met allevier hoveniers voor het onderhoud was erg spannend.
13.
Is er ooit sprake geweest van een misverstand in de communicatie tussen de twee contactper- sonen? Wat was volgens u de oorzaak van het misverstand? Kan ik mij niet herinneren.
14.
Hoe zorgt u voor een heldere taakverdeling tussen de gemeente en uw organisatie? (één of meer antwoorden kiezen) Door af en toe elkaar via de e-mail op de hoogte houden van ontwikkelingen.
15.
Heeft u nog meer opmerkingen over de samenwerking? We hadden verwacht dat als de gemeente het ontwerp van mijn zus en mij zagen zitten, dat ze het dan zelf zouden realiseren. Maar nee, de wethouder zei ‘fantastisch plan, ga door!’. Toen heb ik de directeur van het AOC (groenopleiding) gevraagd om voorzitter van de stichting te worden, en de leerplichtambtenaar van de gemeente werd penningmeester. De griffier van een andere gemeente werd secretaris. -------p. 47
Onderzoeksrapport: een succesvolle samenwerking tussen de ambtenaar en de tuinman (m/v) in Rotterdam -------p. 48