KNVvL AFDELING PARACHUTESPRINGEN OPLEIDINGS- EN EXAMENPROGRAMMA TOT HOUDER VAN HET BEWIJS VAN TANDEMBEVOEGDHEID. M/V INHOUDSOPGAVE
bladzijde
KNVvL AFDELING PARACHUTESPRINGEN....................................................................................... 1 I. OPLEIDINGSPROGRAMMA VOOR DE OPLEIDING TOT HOUDER VAN HET BEWIJS VAN TANDEM BEVOEGDHEID M/V .............................................................................................................. 2 1. Opleidingsdoelen........................................................................................................................ 2 2. Lessenverdeling cursus.............................................................................................................. 2 3. Cursusomvang ........................................................................................................................... 2 4. Toelatingseisen .......................................................................................................................... 2 5. De inhoud van de opleiding ........................................................................................................ 2 6. Voorschriften en reglementen .................................................................................................... 2 7. Materiaal ..................................................................................................................................... 2 8. Praktische vaardigheden ............................................................................................................ 3 8.1 Inhoud .................................................................................................................................... 3 8.2 Uitvoering ............................................................................................................................... 3 9. Administratieve verplichtingen.................................................................................................... 3 10. Eindtermen ................................................................................................................................. 3 II. EXAMENREGELING VOOR DE OPLEIDING TOT HOUDER VAN HET BEWIJS TANDEM BEVOEGDHEID M/V............................................................................................................................... 4 1. Examenonderdelen .................................................................................................................... 4 1.1. Theoretische vorming ....................................................................................................... 4 1.2. Praktische vaardigheden .................................................................................................. 4 1.3. Toepassen kennis en praktische vaardigheden ............................................................... 4 2. Richtlijnen voor de examenafname ............................................................................................ 4 2.1. Regels voor de organisatie ................................................................................................ 4 2.2. Regels voor de examenkandidaat ..................................................................................... 4 2.3. Gedragsregels voor de kandidaat...................................................................................... 4 2.4. Gedragsregels voor de Examinator ................................................................................... 4 2.5. De examenonderdelen ...................................................................................................... 4 2.6. De examinator.................................................................................................................... 5 3. Regeling bij ziekte, overmacht en fraude ................................................................................... 5 4. Beoordeling en normering .......................................................................................................... 5 4.1. Beoordeling........................................................................................................................ 5 4.2. Weging van de scores ....................................................................................................... 5 4.3. Normering voor slagen ...................................................................................................... 6 5. Herkansingsregels...................................................................................................................... 6 5.1. Praktijkexamen .................................................................................................................. 6 5.2. Theorie examen ................................................................................................................. 6 6. Kwalificatie.................................................................................................................................. 6 7. Aanvullende bepaling ten aanzien van artikel 606 van het basis veiligheidsreglement. ........... 6 7.1 Examenbepaling na intrekking bevoegdheid ......................................................................... 6 7.2 Beoordeling en normering...................................................................................................... 6
KNVvL afdeling parachutespringen
Pagina 1 van 6
OPEX Tandem Versie 2006.1 Goedgekeurd door AB op 22 februari 2006
I. OPLEIDINGSPROGRAMMA VOOR DE OPLEIDING TOT HOUDER VAN HET BEWIJS VAN TANDEM BEVOEGDHEID M/V 1.
Opleidingsdoelen
Deelnemers aan de opleiding worden voorbereid op het verzorgen van de volgende taak: • Het voorbereiden en uitvoeren van een tandemsprong met een passagier. 2.
Lessenverdeling cursus Contacttijd: Zelfstudie:
theoretische vorming 1.1. Algemeen 1.2. Voorschriften 1.3. Materiaal praktische vaardigheden
3.
1 uur 1 uur 2 uur 5 uur 9 uur
± 6 uur ± 2 uur ± 2 uur ± 10 uur
Cursusomvang
Een theoriedag à Praktijkleerperiode Theorie examen Praktijk examen
5 uur 5 uur 1 uur 2 uur 13 uur
De totale studiebelasting van de cursus is 32 uur. De studiebelasting is afhankelijk van de voorkennis en praktische vaardigheden van de kandidaat. De opleiding wordt afgesloten met een theoretisch en praktisch examen. De praktijk leerperiode omvat inclusief de 2 examensprongen in totaal 10 sprongen. 4.
Toelatingseisen
Conform het gestelde in de laatste editie van het Bevoegdheden Reglement. 5.
De inhoud van de opleiding
De opleiding tot houder van het bewijs van de tandem bevoegdheid kent een tweetal aandachtsgebieden: • theoretische vorming • praktische vaardigheden 6.
Voorschriften en reglementen • • • •
7.
het geldende Basis Veiligheidsreglement (BVR) het geldende Bevoegdheden Reglement (BR) het geldende Basis Opleiding Plan Tandem (BOP tandem) het geldende OPEX Reglement Tandem (dit document) Materiaal
Conform het geldende BVR, de hoofdstukken 4 en 5
KNVvL afdeling parachutespringen
Pagina 2 van 6
OPEX Tandem Versie 2006.1 Goedgekeurd door AB op 22 februari 2006
8. 8.1
Praktische vaardigheden • • • • • • • • •
Inhoud de tandempassagier kunnen voorbereiden het kunnen fitten van het passagiersharnas het met volledig behoud van stabiliteit kunnen verlaten van het vliegtuig het kunnen bedienen van de drogue het gecontroleerd uitvoeren van het vrijeval gedeelte zonder direct gebruik van de drogue een gecontroleerde drogueval kunnen uitvoeren inclusief de hendelchecks de droguerelease kunnen bedienen de vlucht onder de tandemparachute goed kunnen uitvoeren het, onder alle voorkomende omstandigheden, kunnen landen van de tandem
8.2 Uitvoering Om de onder 8.1 genoemde vaardigheden te kunnen beoefenen zal de tandemexaminator belast met de opleiding en het examen de tandemmaster in opleiding de volgende spongen laten uitvoeren: Sprong 1 Sprong 2 Sprong 3 Sprong 4
9.
kandidaat als passagier bedient alle hendels. kandidaat als tandemmaster met, of de examinator als passagier, of als optie het meenemen van een zware last waarbij de examinator als cameraspringer mee gaat. kandidaat als tandemmaster met examinator als passagier kandidaat als tandemmaster met examinator als passagier waarbij tenminste 20 seconde zonder drogue wordt gevallen
Administratieve verplichtingen
Invullen van het tandemlogboek van de betrokken vereniging Het bijhouden van een takenlijst ten behoeve van het opleidingsverslag waarin tenminste vermeld wordt: • naam tandemmaster in opleiding • naam examinator en “afbouwpassagiers” • datum • hoogte • gebruikt tandemsysteem • gebruikt toestel • prestatie van de cursist • progressie naar volgend level 10.
Eindtermen
Aan het einde van de opleiding beschikt de kandidaat over een goede houding, grondige kennis, inzicht en vaardigheden ten aanzien van: • Planning kan alle noodzakelijke voorbereidingen treffen voor het uitvoeren van tandem sprongen • Uitvoering kan onder alle voorkomende omstandigheden tandemsprongen uitvoeren
KNVvL afdeling parachutespringen
Pagina 3 van 6
OPEX Tandem Versie 2006.1 Goedgekeurd door AB op 22 februari 2006
II.
1.
EXAMENREGELING VOOR DE OPLEIDING TOT HOUDER VAN HET BEWIJS TANDEM BEVOEGDHEID M/V Examenonderdelen
1.1 Theoretische vorming Toetsvorm: schriftelijk dan wel mondeling Toetsduur: 1 uur, af te nemen tijdens de praktijk periode Inhoud: de onderwerpen zoals in het opleidingsprogramma vermeld onder punt 6. (voorschriften en reglementen) 1.2 Praktische vaardigheden Toetsvorm: praktisch Toetsduur: gedurende tenminste 2 sprongen. Inhoud: 1 sprong, sprong 5, met examinator waarbij betrokkene aantoont ook zonder direct gebruik van de drogue veilig een tandemsprong te kunnen uitvoeren. 1 sprong, sprong 10, met de examinator waarbij betrokkene aantoont veilig te kunnen tandemspringen. 1.3 Toepassen kennis en praktische vaardigheden Toetsvorm: praktisch Toetsduur: in de vorm van ten minste 4 afbouwsprongen door examinator te bepalen Inhoud: het op de juiste wijze voorbereiden, uitvoeren en afwikkelen van tandemsprongen. 2.
Richtlijnen voor de examenafname
2.1 Regels voor de organisatie Het examen wordt namens het bestuur van de afdeling parachutespringen Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL) afgenomen door een door de Examen Commissie aangestelde examinator tandem. De examinator is in het bezit van een geldig bewijs van bevoegdheid als “examinator tandem”, welke per 1 maart van ieder kalenderjaar worden afgegeven. De examinator treedt tevens op als secretaris. 2.2 Regels voor de examenkandidaat Tot de opleiding kunnen worden toegelaten kandidaten die voldoen aan het gestelde in de laatste editie van het Bevoegdheden Reglement 2.3 Gedragsregels voor de kandidaat De kandidaat maakt zelf de benodigde afspraken voor de tandem opleiding. De kandidaat dient tijdig aanwezig te zijn voor de diverse examenonderdelen. 2.4 Gedragsregels voor de Examinator De examinator controleert voor het examen of de kandidaat gereed is voor het examen en aan alle administratieve en financiële verplichtingen heeft voldaan. De examinator geeft in het gesprek voor het examen aan wat hij van de kandidaat verwacht en maakt een realistische tijdsplanning bekend. 2.5
De examenonderdelen
Examenonderdeel 1 (theorie-examen) Voor examenonderdeel 1 wordt de kandidaat beoordeeld door de examinator, die naar zijn oordeel een cijfer bepaalt. Er wordt een afgerond cijfer toegekend. Examenonderdeel 2 (praktijk-examen) Voor examenonderdeel 2 wordt door de kandidaat beoordeeld door de examinator. De examinator vervult de functie van passagier/examinator. Aan de uitvoering van deze praktijk opdrachten wordt een cijfer toegekend. De beoordeling komt op dezelfde wijze tot stand als beschreven bij examenonderdeel 1.
KNVvL afdeling parachutespringen
Pagina 4 van 6
OPEX Tandem Versie 2006.1 Goedgekeurd door AB op 22 februari 2006
Examenonderdeel 3 (afbouwsprongen) Voor examenonderdeel 3 legt de kandidaat aan de examinator voor wie de passagiers zijn. Deze passagiers zijn in het bezit van een geldig KNVvL lidmaatschap en hebben tenminste 10 parachutesprongen gemaakt waarvan tenminste 5 met een vrijeval uitrusting. Van tenminste 2 afbouwsprongen worden door zorg, of in opdracht, van de examinator cameraopnames gemaakt van de exit tot en met de landing Van elk examenonderdeel wordt een protocol ingevuld aan de hand waarvan de waarderingscijfers zijn bepaald. Na afloop van het examen(onderdeel) worden de protocollen ingeleverd bij de voorzitter van de Examen Commissie 2.6 De examinator De examinator beschikt tenminste over de volgende kwalificaties: • Hij heeft een geldig lidmaatschap KNVvL, afdeling parachutespringen • Hij heeft een geldige Nederlandse instructiebevoegdheid • Hij heeft een geldige Nederlandse tandembevoegdheid • Hij heeft een bevoegdheid tot het geven van opleidingen tot tandemmaster namens tenminste één fabrikant van tandemuitrustingen. • Hij heeft tenminste 500 tandemsprongen uitgevoerd • Hij heeft een constructieve instelling ten aanzien van het sportparachutespringen in het algemeen en het tandemspringen in het bijzonder Door het Afdelingsbestuur kan deze examinator, na voordracht van de Examen Commissie, worden aangesteld tot examinator tandem. De examinator wordt voor aanvang van het nieuwe springseizoen, doch uiterlijk op 1 maart van het lopende kalenderjaar, aangesteld door het Afdelingsbestuur. Deze krijgt in dat geval de bevoegdheid examinator tandem voor de duur van 1 (één) jaar. 3.
Regeling bij ziekte, overmacht en fraude
In geval van ziekte dan wel overmacht beslist de Examen Commissie of de kandidaat in de gelegenheid wordt gesteld om een uitgesteld examen te mogen doen en zo ja, op welke termijn en plaats een en ander plaatsvindt. Indien de kandidaat zich schuldig maakt aan enige vorm van bedrog, onrechtmatigheid of poging tot misleiding, die de uitslag van het examen kan beïnvloeden, zal de kandidaat van verdere deelname aan het examen worden uitgesloten. Als achteraf blijkt dat de kandidaat zich aan bovenstaande heeft schuldig gemaakt wordt de bevoegdheid door het bestuur onmiddellijk weer ingetrokken. 4.
Beoordeling en normering
Het examen bestaat uit drie (3) onderdelen: • theoretische vorming (theorie examen) • toepassen kennis en praktische vaardigheden (praktijk examen) • toepassen praktische vaardigheden in de vorm van afbouwsprongen 4.1 Beoordeling Het oordeel over zowel het praktijkexamen als het theorie-examen wordt uitgedrukt in hele cijfers van 1 (één) tot en met 10 (tien). 4.2 Weging van de scores Alle cijfers van de examenonderdelen zijn van gelijk gewicht.
KNVvL afdeling parachutespringen
Pagina 5 van 6
OPEX Tandem Versie 2006.1 Goedgekeurd door AB op 22 februari 2006
4.3 Normering voor slagen Een examen wordt geacht met gunstige uitslag te zijn afgelegd wanneer: • voor het theorie-examen tenminste het cijfer 6 (zes) is behaald. • voor het praktijkexamen tenminste het totaalcijfer 6 (zes) is behaald 5.
Herkansingsregels
5.1 Praktijkexamen De kandidaat die zakt voor het praktische gedeelte heeft geen recht op een herkansing. Dit vanwege de nodige extra praktische training. 5.2 Theorie examen Bij het theorie-examen kan aan een kandidaat worden toegestaan een (mondeling) herexamen af te leggen, mits het behaalde cijfer voor het examen tenminste vijf (5) bedraagt. Het eindcijfer wordt in dat geval bepaald door het (mondelinge) herexamen. Dit herexamen dient binnen een maand plaats te vinden vanaf het examen (dit in overleg tussen kandidaat en examinator). 6.
Kwalificatie
De kandidaat die met goed gevolg het examen heeft afgelegd, ontvangt zijn/haar tandembevoegdheid. Voor het geldig houden van deze bevoegdheid dient de houder jaarlijks aan een aantal eisen te voldoen en verlenging (volgens het geldende BR) aan te vragen bij het bestuur van de afdeling parachutespringen KNVvL. 7.
Aanvullende bepaling ten aanzien van artikel 606 van het basis veiligheidsreglement.
7.1 Examenbepaling na intrekking bevoegdheid Een ingetrokken tandembevoegdheid kan na het verstrijken van de aan de sanctie verbonden termijn worden herkregen, indien betrokkene met goed gevolg een volledig of gedeeltelijk examen heeft afgelegd. Dit examen zal tenminste bestaan uit een intakegesprek met een examinator, één sprong uit deel 1 artikel 8.2 van dit programma en één sprong uit deel 2 artikel 1.2 van dit reglement. 7.2 Beoordeling en normering Voor dit geheel of gedeeltelijk examen geldt de normering als onder deel 2 artikel 4.3 en 5.1. van dit reglement.
KNVvL afdeling parachutespringen
Pagina 6 van 6
OPEX Tandem Versie 2006.1 Goedgekeurd door AB op 22 februari 2006