AANNAMEPROCEDURE EN CRITERIA DE MONNIKSKAP H/V Inleiding Deze notitie is een verantwoording van de werkwijze en dient tevens als informatie aan de ouders en alle instanties die met onze aanname van leerlingen te maken hebben: De notitie is als volgt opgebouwd: 1. Criteria voor toelaatbaarheid 2.
Procedure voor bepaling van toelaatbaarheid 2.1 Aanmelden 2.2 Commissie van onderzoek 2.3 Besluit rector
3.
Beleid t.a.v. inschrijving en evt. wachtlijsten
Hoofdstuk 1 Criteria voor toelaatbaarheid Gesproken wordt over toelaatbaarheid omdat De Monnikskap niet kan garanderen dat voor alle toelaatbare leerlingen een plaats vrij is. Tot nu toe zijn alle leerlingen te plaatsen geweest. Zie ook hoofdstuk 3 beleid t.a.v. inschrijving en evt. wachtlijsten. De criteria: a) Cluster 3 indicatie/LGF Voor aanmelding komen alleen die leerlingen in aanmerking die een beschikking hebben voor leerling-gebonden financiering in cluster 3. Het gaat voor wat betreft De Monnikskap over motorisch gehandicapte jongeren of jongeren met een chronische- of langdurige ziekte met een medische (geen psychiatrische) achtergrond. b) Op grond van fysieke, cognitieve en/of emotionele beperkingen in een regulier onderwijssituatie niet in staat zijn de opleiding op het gewenste niveau te volgen Alleen leerlingen, die op grond van hun fysieke, cognitieve en/of emotionele beperkingen niet kunnen deelnemen aan regulier onderwijs worden aangenomen. Hiertoe wordt ook advies aan de school van herkomst gevraagd. c) Havo/VWO niveau • Klas 1: Positief Havo/Vwo advies van de school van herkomst; gecombineerd met voldoende IQ (gemiddeld minimaal 100 , met een van beide factoren (verbaal of performaal) niet beneden de 80 • Klas 2: Positief Havo/Vwo advies van de school van herkomst, gecombineerd met voldoende IQ (gemiddeld minimaal 100 , met een van beide factoren (verbaal of performaal) niet beneden de 80
1
•
Klas 3: Havo-3 of VWO-3 overgangsbewijs of VMBO-t diploma met positief Havo advies van de school van herkomst,
Bij een VMBO-T diploma vragen we van de school van herkomst of zij de keuze voor HAVO ondersteunen. Ook bij leerlingen van HAVO en VWO wordt een positief advies gevraagd van de school van herkomst over de haalbaarheid van HAVO of VWO. Hierbij kijken we ook naar behaalde resultaten op de school van herkomst. Het IQ criterium betreft het gemiddelde van 100 en minimaal 80 op beide factoren (verbaal, performaal). Het IQ wordt altijd beoordeeld in samenhang met behaalde resultaten en het advies van de school van herkomst. d) Geen psychiatrische problematiek Leerlingen met een Cluster 4 indicatie of zware gedragsproblematiek worden niet toegelaten. Hier zijn we niet op toegerust en dit zou de begeleiding van andere leerlingen verstoren. e) Belastbaarheid van minimaal 50% De Monnikskap richt zich niet op afstandsonderwijs. Op grond van hun handicap en belastbaarheid wordt bepaald in welk tempo de opleiding gevolgd wordt en wat dit betekent voor het aantal lesblokken dat wekelijks gevolgd wordt. Gestreefd wordt leerlingen de volledige onderwijstijd te laten volgen. Minimaal wordt verwacht dat ze 50% van de voorgeschreven onderwijstijd aanwezig zijn. Dit betekent dat een leerling minimaal 50% van de voorgeschreven onderwijstijd maakt. Een lagere belastbaarheid kan betekenen dat een leerling toch het onderwijs in het normale tempo volgt door gemiste lestijd te compenseren door extra thuiswerk. In de meeste gevallen leidt het echter tot een fasering van de opleiding. f) Perspectief van minimaal 50% rendement (c.q twee keer zolang over traject.), Met elke leerling en ouders wordt een rendementsafspraak gemaakt. Gemiddeld zal de vertraging niet meer zijn dan één tot twee jaawr voor het traject vanaf leerjaar 2 tot het einddiploma havo of VWO. Een minimaal (verwacht) rendement van 50% is een vereiste voor toelating en schoolvoortgang. Als minimum geldt een rendement van tweemaal de duur van een traject. E.e.a. wordt in het handelingsplan vastgelegd.
g) Instroom leeftijd niet ouder dan18 jaar, en verwachtte afronding voor 22 jaar De Monnikskap verzorgt geen volwassenonderwijs.
2
h) Zorgbehoefte De Monnikskap is ingericht op onderwijs aan leerlingen met een handicap en/of langdurig ziekte, maar is niet gericht op verzorging. Voor verzorging kan een beroep worden gedaan op het Persoonsgebonden budget. Op de school wordt de ADL verzorging voor diverse leerlingen gecombineerd. Tevens is er ruimte voor therapieën. Wanneer de zorgbehoefte echter groter is dan we kunnen bieden wordt de leerling niet toegelaten. Hoofdstuk 2 de Procedure om toelaatbaarheid te bepalen 2.1 aanmelding 1. Ouders/voogd nemen contact op met De Monnikskap. Op basis van een door de ouders/verzorgers ingevuld informatieformulier bepaalt de afdelingsleider of een eerste kennismakingsgesprek zinvol is. De afdelingsleider vraagt toestemming om de school van herkomst te benaderen over de leerling. Het secretariaat laat dit de ouders schriftelijk bevestigen. 2. De afdelingsleider neemt contact op met de school van herkomst en binnen twee weken nodigt de afdelingsleider de ouders en de leerling uit voor een kennismakingsgesprek, tenzij blijkt dat de leerling niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden. In dat geval krijgen de ouders/verzorgers een schriftelijk bericht van de afdelingsleider dat de aanmelding niet in behandeling kan worden genomen. (denk aan het niet beschikken over Havo-3 VWO-3 overgangsbewijs en een LGF indicatie cluster 3) 3. In het kennismakingsgesprek wordt de school gepresenteerd en de toelatingscriteria toegelicht. Ouders krijgen een aanmeldingsformulier mee naar huis. 4. Ouders melden zich apart aan voor Werkenrode of voor revalidatiedagbehandeling. Dit betekent niet automatisch ook plaatsing op De Monnikskap. 5. Na ontvangst van het aanmeldingsformulier op de school zendt het secretariaat aan de ouders/verzorgers een bevestiging van ontvangst en een overzicht van de te volgen procedure. 6. Na aanmelding wordt een compleet dossier van de school van herkomst opgevraagd: a. Advies over de haalbaarheid van de gekozen opleiding b. Laatste overgangsbewijs of diploma c. Cijferlijsten d. Profielformulier e. Mogelijk psychologische rapportages f. Gegevens m.b.t. verzuim
3
7. Het secretariaat van De Monnikskap maakt met de ouders afspraken voor een medisch onderzoek en een orthopedagogisch onderzoek. 8. Binnen drie weken na ontvangst van alle relevante gegevens wordt de commissie van onderzoek bijeengeroepen. 2.2 Commissie van onderzoek Taak De commissie van onderzoek (CVO) is door de school ingesteld. Er is geen wettelijke verplichting voor deze commissie. De CVO sluit in haar werkwijze zo goed mogelijk aan bij de plaatsingscommissies zoals die in het speciaal onderwijs werkzaam zijn. De CVO geeft een advies met betrekking tot plaatsing aan de directie van de school die uiteindelijk over plaatsing beslist. In haar advies doet de commissie ook een uitspraak over het handelingsplan voor deze leerling en de aanpassingen bij toetsing. In de school bewaakt de afdelingsleider de voortgang van het leerproces en kan bij nieuwe feiten de CVO om een nader advies verzoeken. Hierbij kan gedacht worden aan een beëindiging van de behandeling in de Sint Maartenskliniek of een overstap naar een andere opleiding (binnen- of buiten De Monnikskap). Samenstelling De Commissie van onderzoek is samengesteld uit de volgende functionarissen: a. een revalidatiearts van het revalidatiecentrum van de Sint Maartenskliniek b. een maatschappelijk werkende (optioneel) c. de afdelingsleider van De Monnikskap (voorzitter) d. de orthopedagoog van De Monnikskap (vice-voorzitter) 9. De CVO ontvangt bij het aanmeldingsformulier, de relevante medische gegevens van de leerling, de schoolgegevens van de leerling en de andere relevante onderzoeksgegevens van de leerling. De leden van de CVO verplichten zich tot geheimhouding met betrekking tot deze gegevens. 10. De CVO komt niet bijeen indien meer dan één lid van de CVO is verhinderd.
11. Aan de hand van de in 2.1 geformuleerde criteria komt de commissie tot haar advies. De commissie komt tot het advies dat de leerling toelaatbaar is, toelaatbaar onder voorwaarde of niet toelaatbaar. Er wordt gestreefd naar consensus. Indien een functionaris een afwijkende mening heeft, wordt dit in het advies aan de directie van het Dominicus College gemotiveerd aangegeven. 12. De commissie kan ook adviseren tot het doen van aanvullend onderzoek alvorens te komen tot een besluit. De directie voert overleg met de ouders/verzorgers met betrekking tot dit onderzoek (wie, wat en kosten).
4
13. Als een advies tot toekenning wordt gegeven doet de CVO ook een uitspraak over de plaatsing in een leerjaar en een voorstel voor voortgangsafspraken: 1. Perspectief: verwachtte onderwijsloopbaan 2. Rooster 3. Profielkeuze 4. Voorlopig handelingsplan 5. Voorstel verlengingen en vrijstellingen bij toetsen/examen conform inspectiecriteria 6. Hulpmiddelen en evt. ADL 2.3 Directie besluit 14. Het advies wordt binnen een week na de zitting van de CVO aan de directie van het Dominicus College gezonden. De directie van het Dominicus College neemt een beslissing met betrekking tot de plaatsing. De beslissing wordt door het secretariaat van De Monnikskap samen met de voortgangsafspraken schriftelijk meegedeeld aan de ouders/verzorgers en de CVO binnen drie weken na ontvangst van het advies van de CVO. 15. De commissie ontvangt een afschrift van het bericht aan de ouders. De directie van de school geeft aan de commissie gemotiveerd aan indien zij meent te moeten afwijken van het advies. 16. De secretaris van de commissie maakt een jaarverslag van de werkzaamheden van de CVO en zend dat verslag aan het bestuur en de directie van de school, het revalidatiecentrum, OZG Werkenrode. 17. Nadat de directie een positieve beslissing omtrent toelating heeft genomen, bevestigen de wettelijk vertegenwoordigers van het kind de toelating door het kind in te schrijven voor het lopende- of volgende cursusjaar. Hoofdstuk 3. Beleid t.a.v. inschrijving en evt. wachtlijsten 18. Tussentijdse instroom is niet mogelijk, tenzij de financiering met de leerling kan meekomen. Uitsluitend de rector neemt hierover een beslissing. 19. De Monnikskap heeft plaats voor 50 leerlingen. De leerlingen worden in volgorde van aanmelding geplaatst. Wanneer de laatste aangemelde leerling op de 51ste plaats komt, zal bekeken worden of er in de groep en in het rooster voldoende ruimte is. Wanneer plaatsing op de wachtlijst aan de orde is, zal dit al bij de aanmelding worden aangegeven. 20. Bij aanname worden voortgangsafspraken gemaakt met de leerling en de ouders, In deze voortgangsafspraak staat ook de verwachting wanneer de leerling zijn/haar diploma haalt. Wanneer het behalen van onvoldoende studieresultaten niet het gevolg is van de handicap of ziekte, kan de schoolleiding besluiten de leerling van school te verwijderen en door te verwijzen naar een andere opleiding. De bijstelling van de verwachting zal
5
gebeuren door de rapportvergadering en is ter accordering aan de afdelingsleider, de leerling en de ouders. 21. De school draagt er zorg voor dat de leerling alle relevante gegevens (informatieboekje, adressenlijst, klassensamenstelling, rooster, leerling-statuut, klachtenregeling, boekenlijst en gedragsregels) krijgt om het schooljaar te kunnen starten. 22. Alle relevante gegevens worden op school in een leerlingendossier opgenomen. De leerling krijgt een mentor toegewezen die de komst van de leerling op school voorbereidt. De school maakt een handelingsplan voor het komende cursusjaar en dat wordt ter goedkeuring aan de wettelijk vertegenwoordigers voorgelegd. Het handelingsplan is gebaseerd op de adviezen van de commissie van onderzoek. De zorgcoördinator van De Monnikskap en de eventuele ambulante begeleider zijn verantwoordelijk voor het vaststellen en bewaken van het handelingsplan.
6