Tel.: 461-1210 Fax: 461-5422
Newsletter VERENIGING BEDRIJFSLEVEN CURAÇAO
NEWSLETTER DECEMBER 2014 1.EDITORIAL 2.ECONOMIE Aanpassing Minimumlonen 2015 Voorstel inkorten AOV/AWW uitkeringen niet-ingezetenen met 25% Overzicht premie en premieloongrenzen Sociale Verzekeringen 2015 3.RAPPORTEN Transparency International Corruption Perceptions Index 2014 4.(Nieuwe) Wetgeving 5.ECONOMISCHE INDICATOREN 1.EDITORIAL Hoewel kwantitatieve data over het hele jaar nog ontbreken, wijzen kwalitatieve analyses uit dat de economische performance van Curaçao in 2014 evenals de voorgaande jaren onder de maat was. In de eerste helft van 2014 was volgens analyse van de CBCS sprake van een krimp van 0,8% terwijl voor heel het jaar een krimp van 0,4 wordt verwacht. Het ministerie van Financiën is optimistischer en verwacht voor 2014 een economische groei van 0,3%. Het ziet ernaar uit dat de in 2013 en 2014 ingevoerde lasten verzwarende maatregelen ( onder andere invoering / verhoging BVZ, ZV, AOV premies en loongrenzen, plus optrekken AOV pensioengerechtigde leeftijd naar 65 jaar, 1% extra AOV premie indien jaarinkomen meer bedraagt dan 100.000, optrekken OB tarief naar 9% voor aantal producten en diensten en introductie OZB) in 2014 een negatief effect gehad hebben op het economisch gebeuren. Volgens voorlopige cijfers van het CFT is tot en met het derde kwartaal 2014 sprake van een daling van de overheidsinkomsten van tussen de Naƒ 60 en 80 miljoen. Waarschijnlijk is deze vermindering van belastinginkomsten te wijten aan de economische malaise. Uit de cijfers van de CBCS blijkt voorts dat alleen de sectoren manufacturing en hotels/restaurants positief hebben bijgedragen aan de groei. Alle overige sectoren vertoonde een krimp. Per saldo was er in de twee kwartalen van 2014 sprake van een krimp. Met het nieuwe jaar voor de deur rijst de vraag wat in 2015 verwacht kan worden. Het Ministerie van Economische Ontwikkeling verwacht een groei van 0,3% op grond van investeringen bouw nieuw ziekenhuis, groei van het toerisme, lage inflatie en de lasten verlichtende maatregelen (fiscaalplan 2015) welke de Regering gaat invoeren. Het ministerie van Financiën is optimistischer en verwacht een groei van 1,5% terwijl de 1
CBCS het op een groei van 0, 3% houdt. Uiteraard is het te hopen dat deze voorspellingen uitkomen. De economie van Curaçao heeft namelijk grote behoefte aan duurzame groei. De toegezegde fiscale “alivio” kan fungeren als “jumpstart” voor dit proces. Echter geconstateerd moet worden dat er ook bedreigingen zijn welke zich in de vorm manifesteren van grote tekorten bij de sociale zekerheid fondsen alsook bij een aantal overheidsentiteiten. Het gaat om “deficits” die in totaal meer dan Naƒ 500 miljoen bedragen. Hoe gaan deze problemen worden opgelost? Gezien de in 2013 opgedane ervaringen zou het niet verstandig zijn om wederom het recept van lastenverzwaringen ( verhogen van premies sociale verzekeringen en belastingen) toe te passen. De recente externe ontwikkelingen waarbij sprake is van een spectaculaire verlaging van de internationale tarieven van (ruwe) olieproducten die volgens experts enige tijd zal aanhouden, zou wellicht enige soelaas kunnen bieden. De “olierekening “ van Curaçao bedroeg in 2013 ongeveer NAF 900 miljoen. Halvering van deze rekening leidt tot (financiële) ruimte die mits verstandig aangewend, een bijdrage zou kunnen leveren aan het helpen verminderen respectievelijk oplossen van bovengenoemde bedreigingen. Bij voorbaat moet gewaarschuwd worden dat deze externe “alivio” niet structureel van karakter is en dat de ademruimte die hierdoor ontstaat, benut wordt om duurzame oplossingen te vinden voor de gesignaleerde problemen. Bovendien dient rekening te worden gehouden dat er grote kans bestaat dat vanwege de prijsdalingen de OB opbrengsten terug zullen lopen. Daartegenover staat een forse meevaller voor de consument/ondernemer die profijt zullen hebben van de lagere tarieven van olieproducten ( benzine, diesel, gasoil, gas, electra, water etc). Met in achtneming van deze “pro’s en con’s” is het de moeite waard om na te gaan of het hiervoor aangestipt voorstel mogelijkheden biedt. Het nader uitwerken van deze optie zou wellicht het beste door het platform “Dialogo National” geschieden daar de voornaamste sociale partners daarin participeren. 2.ECONOMIE
Aanpassing Minimumlonen 2015
De Minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW) heeft in de media bekend gemaakt dat per 1 januari 2015 het minimumuurloon op Curaçao met 2,8% zal worden geïndexeerd. In 2014 heeft dit niet plaatsgevonden. De laatste indexering dateert van 2013. Als gevolg van deze ontwikkeling zullen de volgende (bruto) minimumuurlonen per 1 januari 2015 van kracht worden: Overzicht bruto minimumuurlonen per 1 januari 2015 Curaçao
Leeftijd 21 jr 20 jr 19 jr 18 jr
% 100% 90% 85% 75%
2
uurloon Naƒ 2015 8,15 7,34 6,93 6,11
uurloon Naƒ 2013 7,93 7,14 6,74 5,95
5,30
5,15
weekloon 40 uur, 21 jr > weekloon 45 uur, 21 jr >
326,00 366,75
317,20 356,85
maandloon 40 uur, 21jr > maandloon 45 uur, 21jr >
1412,67 1589,25
1374,53 1546,35
17/16 jr
65%
Het minimumweekloon wordt berekend door het aantal gewerkte uren per week te vermenigvuldigen met het geldende minimumuurloon. Het minimummaandloon wordt berekend door het minimumweekloon te vermenigvuldigen met de factor 52/12. Naast indexeren van het minimumloon per 1 januari 2015 stelt de SOAW ook voor om een ambtelijk werkgroep een studie te laten verrichten over invoering van een automatisch indexeringsstelsel minimumlonen en verhogen van het minimumloon op basis van armoedegrenzen berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Redactioneel commentaar: Het is vreemd dat de Regering in casu de Minister van SOAW in de discussie wel of niet aanpassen van minimumlonen niet aangeeft in welk kader en of beleid een dergelijke maatregel geplaatst moet worden. Het maakt nogal verschil uit welke doelstelling wordt beoogd. Indien prioriteit gegeven wordt aan vergroten van de werkgelegenheid ( werkgelegenheidsbeleid) dan zal de uitkomst wellicht anders zijn dan indien een loonbeleid centraal wordt gesteld. Gezien het hoge werkeloosheidspercentage, vooral de jeugdwerkeloosheid, zou verwacht mogen worden dat de keuze van de Regering uit zou gaan naar groei van de werkgelegenheid. Conform de adviezen van de ministeries Economische Ontwikkeling en Financiën zou het in dit verband gepast zijn om een beleid van loonmatiging aan te houden. Om onbekende redenen neigt de Regering prioriteit te moeten geven aan het voeren van een loonbeleid in de vorm van verhogen van het minimumloon. Het valt op dat van een consistent loonbeleid echter geen sprake is. Zo worden de “lonen” van andere inkomenscategorieën zoals zij die een AOV/AWW of een onderstandsuitkering ontvangen niet verhoogd. Ronduit zorgelijk is het feit dat verhoging van het minimumloon wederom geheel buiten een totaal en integraal plan van aanpak om de economie en daarmee de werkgelegenheid te bevorderen, plaatsvindt. Geen dialoog zoals bij het fiscaal plan 2015 het geval is en geen flankerende maatregelen om de negatieve effecten van deze verhoging van kosten van het zakendoen te mitigeren. Met betrekking tot het voorstel om een stelsel van automatische indexering te hanteren dient opgemerkt te worden dat in het verleden dit systeem is gehanteerd en toegepast. Echter vanwege hoge (import)inflatie was het economisch onmogelijk om dit model te handhaven. Op basis van deze ervaring zou het niet wijs zijn om over te gaan tot herinvoering van een stelsel van automatische indexering van (minimum)lonen. 3
Ten aanzien van het voorstel om het minimumloon te verhogen op basis van armoedegrenzen van het CBS kunnen de volgende opmerkingen worden gemaakt: Uit onderstaand tabel van het CBS blijken de volgende armoedegrenzen te bestaan:
Per april 2014 bedroeg het minimum maandloon ( 40 urige werkweek) Naƒ 1374,53 en Naƒ 1546,35 ( 45 urige werkweek). Indien uitgegaan wordt dat de volwassenen werken en het minimumloon verdienen dan vallen 5 categorieën boven de armoedegrens. Categorie 4 en 5 ( een ouder met een of twee kinderen) vallen onder de armoedegrens. Echter de vraag rijst of de verantwoordelijkheid van de verwekker van de kinderen ook niet in deze berekening verdisconteerd moet worden. Als dit gebeurt dan is het reëel om te stellen dat ook deze categorieën boven de armoedegrenzen komen. Op basis van deze observeringen kan worden gesteld dat het huidige minimumloon in de pas loopt met de armoedegrenzen berekend door het CBS.
Voorstel inkorten AOV/AWW uitkeringen niet ingezetenen met 25%
Hoewel in 2013 maatregelen zijn ingevoerd om de tekorten bij het AOV fonds te verminderen is er, mede vanwege de vergrijzing, nog altijd sprake van grote tekorten bij dit fonds. Voor de korte termijn wordt een beroep gedaan op het schommelfonds om de tekorten te financieren. Echter de reserves van dit schommelfonds zijn binnenkort (verwachting 2015) uitgeput waardoor het niet langer mogelijk zal zijn om de tekorten van het AOV fonds te dekken. Om de schaarse middelen zo efficiënt mogelijk te gebruiken voor de bevolking van Curaçao, in het bijzonder om voor de ingezetenen het ouderdomspensioen op een aanvaardbaar niveau te houden, stelt de Regering voor om het AOV/AWW landsverordening voor NIET INGEZETENEN als volgt aan te passen: Het bedrag van het recht op AOV en AWW pensioen wordt verlaagd met 25% ( van NAƒ 862 per maand naar Naƒ 646,50 per maand); Het recht op kerstuitkering komt te vervallen; Het recht op partnertoeslag komt te vervallen;
4
Voor degenen die niet in het buitenland woonachtig zijn, zullen de huidige pensioenbedragen blijven gelden. Volgens de Regering is een korting van 25% op de AOV uitkering, afschaffing kerstuitkering en partnertoeslag gerechtvaardigd op grond van de volgende motieven: - Bij een volle AOV uitkering betalen respectievelijk dragen ingezetenen bij aan 1% AVBZ premie, Omzetbelasting en 25% bruto winst die aanbieders van producten en diensten maken over het besteedde AOV pensioen. Op maandbasis komt dit uit op een bedrag van ongeveer Naƒ 258 ,- hetgeen overeenkomt met bijna 30% van de maandelijkse AOV uitkering van NA 862,- De kerstuitkering is ingevoerd om ouderdomspensioengerechtigden meer geld te geven om de kerstdagen door te brengen. Daar de zorgtaak van de Regering is om de belangen van ingezetenen te behartigen heeft de Regering besloten om in het vervolg de kerstuitkering te koppelen aan het ingezetenschap. - Bij verzelfstandiging van het ouderdomspensioen in 1996 is aan de jongere huwelijkse partner een toeslag toegekend. De bedoeling van deze toeslag was om te voorkomen dat het gezamenlijk inkomen van de gehuwden in het gedrang zou komen. In de praktijk is echter gebleken dat de jongere partner profijt hiervan trekt en ondanks dat die geen ingezetene meer is of geen sprake meer is van een gezamenlijke huishouding deze jongere partner toch aanspraak wil blijven maken op de toeslag. Om dit recht te trekken is de vereisten toegevoegd van ingezetenschap en voeren van een gezamenlijke huishouding. Als niet aan deze vereisten wordt voldaan heeft de SVB de bevoegdheid de toeslag te beëindigen. De door de Regering voorgestelde aanpassing van de AOV/AWW wetgeving zoals hierboven beknopt is weergegeven zal volgens de Regering een besparing van Naƒ 21 miljoen op basis van gegevens 2014 opleveren. De aangepaste AOV/AWW wetgeving zal per 1 maart 2015 in werking treden. Er is een overgangsregeling die tot eind 2015 loopt. Redactioneel commentaar: Al jaren hebben experts en bezorgde entiteiten waaronder de VBC geattendeerd op de gevolgen van de vergrijzing voor het sociale zekerheidsstelsel, in het bijzonder het pensioengebeuren en dat het noodzakelijk is om maatregelen te nemen om de negatieve effecten hiervan aan te pakken en te mitigeren. Er zijn dikke rapporten met aanbevelingen hierover opgesteld en aangeboden. Deze signalen zijn door de politieke bestuurders genegeerd. Ergo er zijn om politiek moverende redenen maatregelen genomen (o.a. het verlagen van de AOV gerechtigde pensioenleeftijd en autonoom verhogen van de AOV uitkeringsbedragen), die het proces hebben verergerd. Nu krijgt de samenleving de rekening gepresenteerd voor dit kortzichtig beleid. Na een drastische zonder behoorlijke overgangsregeling optrekking van de leeftijdgrens naar 65 jaar, forse verhoging van de AOV premie en premieloongrens in 2013 wordt nu een nieuwe drastische maatregel voorgesteld namelijk meer dan 25% korten op de AOV/AWW uitkeringen van niet ingezetenen. Ook deze dramatische
5
maatregel is echter niet voldoende om het structurele tekort van het AOV fonds te dekken. Zelf met een 100% korting (als dit überhaupt mogelijk zou zijn) lukt dit niet. De vraag rijst of dit voorstel rechtvaardig is en niet tot ongelijke behandeling leidt indien in acht wordt genomen dat personen die de volle AOV premies hebben betaald, doch besluiten om elders hun oude dag door te brengen op hun AOV pensioen worden gekort. Ook is het onduidelijk hoe omgegaan zal worden met buitenlandse arbeidskrachten die tijdelijk vanwege hun expertise hier werkzaamheden komen verrichten. Leidt deze maatregel tot het aantrekken van buitenlandse investeerders en bedrijven? Overigens is de motivering van de Regering om een korting van 25% toe te passen niet erg overtuigend. Ook kan de vraag worden gesteld of Curaçao conform de bepalingen in de BEU wetgeving ( Beperking Export Uitkeringen) die in Nederland van toepassing zijn ook geen uitzondering zal moeten worden gemaakt voor hen die besluiten om binnen de landen van het Koninkrijk van hun oude dag te genieten. Derhalve geen korting op de AOV uitkering. Het is duidelijk dat het AOV fonds in ernstige (financiële) problemen verkeert en dat garanderen van AOV uitkeringen ( ook voor ingezetenen) niet langer mogelijk is, ook al wordt voor de volle periode premie betaald en gestort. Kan in een dergelijke situatie nog sprake zijn van de eis van AOV franchise in opbouw van pensioen in de tweede pijler? ( art 5 pensioenbeschikking ). Helaas verkeert niet alleen het AOV fonds in grote problemen doch ook met het BVZ en AVBZ gaat het niet goed. Het totale sociale zekerheidsstelsel van Curaçao bevindt zich in een “intensive care situatie” en dient met spoed behandeld te worden. Gezien deze ontwikkelingen rijst de vraag of het herstructureren van het sociale zekerheidspakket geen onderdeel van het fiscaal pakket 2015/16 dient te zijn. Het niet toepassen van een integrale aanpak zal weleens tot gevolg kunnen hebben dat de in 2015/2016 verstrekte “alivio” van het fiscaal pakket allesbehalve duurzaam zal blijken te zijn. AOV/AWW premiepercentages en uitkeringsbedragen, ZV/OV premiepercentages, hoogte premieloongrenzen en cessantia bijdrage per 1 januari 2015 Premies uitgedrukt in % van het inkomen:
2015
AOV werkgeversdeel werknemersdeel
15 % 9% 6%
AWW werkgeversdeel werknemersdeel
1,0% 0,5% 0,5%
BZV werkgeversdeel werknemersdeel
13,6% 9,3% 4,3%
6
Zelfstandige 13,6% Gepensioneerde 6,5% Personen met inkomen tussen de Naƒ 12.000 - Naƒ 18.000 krijgen een reductie op BVZ premie volgens onderstaand schema: 12.000 – 13.201 reductie 3,8% 13.200 – 14.401 reductie 2,8% 14.400 – 15.601 reductie 1,9% 15.600 – 16.801 reductie 1,1% 16.800 – 18.001 reductie 0,6% Nominale premie vervalt Indien jaarinkomen < Naƒ 12.000 0% ZV : volledig ten laste werkgever (ziekengeld) OV : volledig ten laste van de werkgever AVBZ :
1,9% 0,5 - 5,0% 2% (1,5% werknemer, 0,5% werkgever)
Loongrens BVZ Naƒ 150.000 Loongrens AOV/AWW Naƒ 100.000 Extra Premie AOV > Naƒ 100.000 voor werknemer 1% Loongrens AVBZ
Naƒ 444.204,90 (2014)
Loongrens ZV/OV Naƒ per jaar per maand per week per dag (5 daagse werkweek) per dag (6 daagse werkweek)
64.615,20 5.284,60 1.242,60 248,52 207,10
Ouderdomspensioen Naƒ per maand Per persoon (Vrouw/Man) Toeslag
862,591,-
Weduwen-en weduwnaarspensioen Naƒ per maand t/m 39 jaar 40 t/m 48 49 t/m 57 58 en 59
400,523,654,862,-
Wezenpensioen, Naƒ per maand halve wezen volle wezen 0 t/m 9 j 288,315,10 t/m 14 315,345,15 t/m 24 345,398,Naƒ 40,-
Cessantiabijdrage per werknemer per jaar
3.RAPPORTEN
7
TRANSPARENCY INTERNATIONAL CORRUPTION PERCEPTIONS INDEX 2014: RESULTS CORRUPTION IS THREATENING ECONOMIC GROWTH FOR ALL Poorly equipped schools, counterfeit medicine and elections decided by money are just some of the consequences of public sector corruption. Bribes and backroom deals don’t just steal resources from the most vulnerable – they undermine justice and economic development, and destroy public trust in government and leaders. Based on expert opinion from around the world, the Corruption Perceptions Index measures the perceived levels of public sector corruption worldwide, and it paints an alarming picture. Not one single country gets a perfect score and more than two-thirds score below 50, on a scale from 0 (highly corrupt) to 100 (very clean). Corruption is a problem for all countries. A poor score is likely a sign of widespread bribery, lack of punishment for corruption and public institutions that don’t respond to citizens’ needs. Countries at the top of the index also need to act. Leading financial centres in the EU and US need to join with fast-growing economies to stop the corrupt from getting away with it. The G20 needs to prove its global leadership role and prevent money laundering and stop secret companies from masking corruption.
LESS CORRUPT:
8
Highly corrupt:
Ranking countries in the region: # 17 Barbados ( same position as the USA) # 24 Bahama’s # 31 Puerto Rico # 63 Cuba # 85 Trinidad & Tobago # 100 Surinam # 115 Dominican Republic # 161 Venezuela & Haiti
4.(Nieuwe)Wetgeving Beknopt overzicht recente (initiatief) wetsvoorstellen/aanpassingen op sociaaleconomisch gebied welke door de Regering dan wel als initiatief ontwerp van de Staten aan de wetgevende macht ter behandeling zijn aangeboden en waar de SER advies over dient uit te brengen (periode november t/m december 2014). In de betreffende verslag periode heeft de regering de volgende nieuwe wetgevingen dan wel aanpassingen van bestaande aan de SER ter advisering aangeboden: - Ontwerp Ministeriële Regeling met algemene werking art 13 eerste lid van de Landsverordening minimumlonen: indexering minimumlonen per 1 januari 2015 met 2.8%. - Ontwerp landsverordening tot wijziging van de landsverordening Algemene Ouderdomsvoorziening en landsverordening Algemene Weduwen-en 9
Wezenverzekering: voorstel inkorten AOV/AWW uitkeringen niet ingezetenen met 25% tevens afschaffing kerstuitkering en partnertoeslag.
5.ECONOMIC INDICATORS Foreign Exchange Position (x mln) : Nov 2014 : NAƒ 2,397 definition IMF Nov 2013 : NAƒ 2,102 Import coverage (months) Nov 2014 : 3.9
Consumer Price Index (Oct 2006 = 100)
Nov 2014 Nov 2013 Change
Average inflation past 12 months
Population and Employment Curaçao Total population Employed population Unemployed population Labor Force Unemployment rate
:
2013 150,782 63,493 9,512 73,005 13.0%
:125.4 :122.7 : 2.2% : 1.4 %
2011 147,858 62,042 6,721 68,763 9.8%
Stay over tourism no of visitors
: Nov 2014 year to date : 408.319 Nov 2013 year to date : 400.581 Change : 2%
Cruise tourism no. of passengers
: Nov 2014 year to date : 552.249 Nov 2013 year to date : 498.114 Change: 11%
Stay over nights
Occupancy rate Hotels August Average YTD Jan-Aug
Nov 2014 year to date: 3,578,338 Nov 2013 year to date: 3,379,523 Change: 6%
2014 73,10 % 68,70 %
10
2013 67,70% 68,98%
Shipping Freight Tanker Cruise Others
: Jan - Oct 2014 784 993 215 321
Jan- Sept 2014 Cargo movements, metric tons Unloaded Loaded
443,805 151,102
Sept 2014 Total companies Commercial Register Local International Total
24,721 14,132 38,853
Jan - Oct 2013 809 938 216 304
Jan-Sept 2013 449,610 171,955
Sept 2013 23,680 14,783 38,463
Source: Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten, Central Bureau of Statistics, Curaçao Tourism Development Foundation, Curaçao Port Authority, MEO, CHATA, Chamber of Commerce Curaçao
11
12