Tel.: 461-1210 Fax: 461-5422
Newsletter VERENIGING BEDRIJFSLEVEN CURAÇAO
NEWSLETTER NOVEMBER 2014
1.EDITORIAL 2.ECONOMIE Voorstellen aanpassingen IB, WB, SB, LB, ALL en invoering bronheffing rente en dividenden Impact voorgesteld fiscaal plan 2015 op bedrijven Stand van zaken Sociale Zekerheidsfondsen 3.RAPPORTEN Most and Less Prosperity countries in the world 4.(Nieuwe)Wetgeving 5.ECONOMISCHE INDICATOREN 1.EDITORIAL Uit de meeste recente publicaties van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) blijkt dat de Curaçaose economie in het tweede kwartaal van dit jaar verder gekrompen is ( negatieve economische groei !). De verwachting is dat ook 2014 met een krimp zal afsluiten. Dit zou het derde opeenvolgende jaar van economische krimp zijn. Het antwoord van de Regering op deze precaire situatie is doorvoeren van een pakket van fiscale maatregelen waarbij lastenverlichting van in totaal ANG 80 miljoen in de komende twee jaar centraal staat. Op zich is lastenverlichting voor de werkende burger en ondernemer een prima voorstel om de economie weer op gang te krijgen. Echter bij nadere bestudering van de voorstellen wijst rijst de vraag of de economie, de werkgelegenheid en het investeringsklimaat hiermee gestimuleerd worden omdat de financiering van deze lastenverlichting (grotendeels) uit de portemonnee moet komen van dezelfde hardwerkende burger en ondernemer, die al eerder zwaar heeft ingeleverd. Het feit dat tal van aftrekposten in de IB en WB worden geschrapt en/of beperkt geeft reden tot zorg. Met name ziet het ernaar uit dat ondernemers het gelag zullen betalen. Niet alleen wijzen berekeningen uit dat de meeste financieel erop achteruitgaan zullen gaan, doch er wordt ook voorgesteld om structuren in te voeren waarbij de overheid/fiscus direct op de stoel van de ondernemer gaat zitten o.a. introductie van de zgn. gebruikelijk loon regeling en de afroommethode.
1
Er zijn redenen om aan te nemen dat een stelsel waarbij de overheid/fiscus bepaald hoe en waarin ondernemers moeten investeren niet zal bijdragen tot aantrekken van investeerders. Curaçao prijst zich als vestigingslocatie hierdoor nog meer uit de markt. Niet vergeten moet worden dat als gevolg van de hele hoge collectieve lastendruk Curaçao niet langer kan concurreren met de buureilanden onder anderen Aruba en Bonaire. Zo blijkt dat een alleen verdienende gehuwde werknemer met 1 kind met een bruto jaarsalaris van ANG 50.000 per jaar op Aruba ANG 2143,- netto meer aan salaris overhoudt ten opzichte van eenzelfde werknemer op Curaçao. Op Bonaire heeft zo een werknemer een voordeel van ANG 1266,-. Bij een bruto salaris van ANG 150.000 per jaar houdt de werknemer op Aruba ANG 10.047 en Bonaire ANG 13.026 netto meer over dan op Curaçao. Het gaat om substantiële verschillen. De keuze van de van de Regering om lastenverlichting door te voeren teneinde de ernstige sociaal-economische gevolgen van de economische depressie te mitigeren is, hetzij herhaalt, de juiste. Hierover bestaat brede consensus en weinig discussie. Waar echter grote vraagtekens geplaatst moeten worden is de financiering van deze (lasten verlichtende) maatregelen. Er moet namelijk ernstig getwijfeld worden of door de Regering gekozen financieringswijze de economische groei, werkgelegenheid en het investeringsklimaat zal bevorderen. In de optiek van de VBC zouden deze doelstellingen veeleer bereikt worden door te kiezen voor de navolgende maatregel: (structurele) verlaging van de overheidsuitgaven ! Deze vorm van financiering van de lastenverlichting is duurzamer van aard. 2.ECONOMIE
Voorstellen aanpassingen IB, WB, SB, LB en ALL alsmede invoering bronheffing rente en dividenden
De Regering heeft recent een aantal voorstellen ter aanpassing van de belastingwetgeving aan onder meer haar adviesorganen (Raad van Advies en SER) aangeboden om hierover advies uit te brengen. Het betreft doorvoeren van aanpassingen in de Inkomstenbelasting (IB), Winstbelasting (WB), Successiebelasting (SB), Loonbelasting (LB) en de Algemene Loonbelasting Landsverordening (ALL). Daarnaast is het de bedoeling om een bronheffing op rente en dividenden in te voeren. Deze voorstellen zouden per 1 jan 2015 van kracht moeten zijn. Volgens de Regering zijn de voorstellen bedoeld om: de economie en werkgelegenheid en het vestigingsklimaat voor buitenlandse bedrijven te stimuleren; de belastingwetgeving te vereenvoudigen de compliance te verbeteren stimuleren studie en terugkeer studenten
2
Kort samengevat gaat het om de volgende aanpassingen in de IB, WB, SB en ALL wetgeving: IB: 1. Afrekenen bij statuswijziging regulier belaste vennootschap naar Vrijgestelde vennootschap ter voorkoming dat belastingclaims verloren gaan. 2. Reseigneringsverplichting voor verzekeraars ten behoeve van heffing inkomsten en successiebelasting. Rente uit kapitaalverzekering als vermogensopbrengst uniform belasten. 3. Rente uit obligatie uniform belasten. 4. Afschaffing vervroegde afschrijving. 5. Beperking investeringsaftrek, van 8% gedurende twee jaar naar eenmalig 10% in een jaar. Voor beschermd monument 25%. 6. Afschaffing aftrek onderhoudskosten eigen woning. 7. Beperking afschrijving gebouwen. Afschrijven is slechts mogelijk voorzover boekwaarde hoger is dan bodemwaarde. Bodemwaarde van een gebouw is voor: - Gebouwen ter belegging: de OZB waarde van het gebouw - Gebouwen in eigen gebruik:50% van de OZB waarde van het gebouw 8. Persoonlijke lasten: - Beperking aftrek consumptieve rente ( thans ANG 5000). Alleen rente met betrekking tot goederen met een duurzaam karakter is nog aftrekbaar. - Aanpassen aftrek giften - Beperking aftrek hypotheekrente eigen woning tot Naƒ 20.000 ( was 27.500), waarbij een overgangsregeling van 3 jaar van toepassing is. - Afschaffing premie aftrek opstal ( brand en risico) verzekering - Invoeren aftrek rente en aflossing studieschulden tot maximaal Naƒ 10.000 per jaar gedurende maximaal 10 jaar 9. Premie BVZ niet aftrekbaar 10. Tariefswijzigingen: - Verlagen IB tarieven - Bijzonder tarief voor vermogensinkomsten uit kapitaal, inclusief uitkeringen uit SPF en Trust aan ingezetenen - Vervallen vrijstellingsregeling minimumloners 11. Verhogen basiskorting 12. Grondslag informatieverplichting banken en verzekeraars WB: 1. Verruiming toepassingsbereik Vrijgestelde Vennootschap. Niet alleen voor NV maar ook voor BV. 2. Vervallen vervroegde afschrijving, zelfde als in IB. 3. Beperking investeringsaftrek, zelfde als in IB 4. Beperking afschrijving gebouwen, zelfde als in IB 5. Niet aftrekbare uitgaven en kosten - Giften en relatiegeschenken - Voedsel, drank en genotsmiddelen 3
-
Representatie daaronder begrepen recepties, feestelijke bijeenkomsten, vermaak, excursies, studiereizen en dergelijke met inbegrip van reis en verblijfkosten - Aftrekbeperking voor kosten en lasten verband houdende met congressen, seminars, symposia en dergelijke verhoogd van 20% naar 40% 6. Tariefsverlaging: 26% in 2015 en 24,5% in 2016 Successiebelastingverordening 1908 (SB): - Grondslag verplichting verstrekken informatie door banken en verzekeraars LB: 1. 2. 3. 4.
Fictieve dienstbetrekking stagiair en uitzendkracht Bepalen inhoudingsplichtige Grondslag voor invoeren alternatief ex-patriate regeling (30% regeling) Invoeren Gebruikelijk loonregeling Voor directeur /grootaandeelhouder wordt het loon gesteld op tenminste Naƒ 50.000 per jaar 5. Af te staan loon wordt nu wettelijk geregeld. Heffen LB zal in beginsel bij “hoofdbetrekking” geschieden
ALL: 1. Toepassingsbereik van de transparante vennootschap wordt verruimd. Geldt niet alleen meer voor de NV en BV maar voor alle lichamen met in een in aandelen verdeeld kapitaal. 2. Invoering wettelijk grondslag elektronische aangifte inclusief IB en WB. Doormiddel van een ministeriële regeling geldt dit thans voor de OB en LB . Bronheffing rente en dividenden: De Regering acht het wenselijk om verschuldigde inkomstenbelasting op inkomen verkregen uit opbrengsten van rente en dividend bij de bron wordt ingehouden. Het is een voorheffing naar analogie van de LB en de spaarvermogensheffing. De inhouding zal 17,5% bedragen. Doel van de bronheffing is om de compliance te verbeteren. Hoewel de wettelijke mogelijkheden er zijn om het renseigneringsmodel te gebruiken zal op korte termijn niet van deze optie gebruik worden gemaakt ter voorkoming dat tegoeden naar het buitenland worden overgebracht.
Observeringen en Kanttekeningen: Wijzigingen IB,WB, SB, LB en ALL: De centrale vraag is of de door de Regering beoogde doelstellingen met deze voorgestelde aanpassingen gerealiseerd gaan worden. 4
Met betrekking tot de onderdelen stimuleren economie, werkgelegenheid en verbeteren van het investeringsklimaat kunnen onder meer de volgende kanttekeningen worden geplaatst: - Schrappen van de vervroegde afschrijving, sterk beperken van de investeringsaftrek en een minieme verlaging van de winstbelasting ( van 27,5% naar 24,5% in 2016) is een recept dat waarschijnlijk niet zal leiden tot grootschalig stimuleren van investeringen ( wordt bevestigd in het rekenvoorbeeld die in apart artikel is opgenomen). Een WB tarief van 24,5% leidt optisch ook niet tot aantrekken van bedrijven temeer daar buureiland Bonaire een WB tarief van 0% aanbiedt. De voorstellen van de Regering vormen onvoldoende prikkel om investeringen op te wekken. Voor de economie en werkgelegenheid zal een dergelijk weinig overtuigend en angstig beleid eerder averechts werken daar deze geen vertrouwen uitstraalt. Het is bekend dat het investeringsklimaat gebaat is bij stabiele, vertrouwenwekkende en investeringsgerichte overheid. - Alles wijst in de richting dat vele burgers en ondernemers weer geconfronteerd gaan worden met verhoging van de lasten. Weliswaar worden de IB en WB tarieven (marginaal) verlaagd echter de vraag is of dit voordeel opweegt tegen de vele reeds ingevoerde lastenverzwarende maatregelen (fors optrekken premies en loongrenzen sociale verzekeringen, abrupt verhogen pensioengerechtigde leeftijd, verhogen OB tarief ) en nu onder het mom van grondslagverbreding schrappen en/of beperken van talrijke aftrekposten. Gaat het besteedbaar inkomen omhoog of omlaag, hoe is verhouding en wat zijn de effecten voor de economie, werkgelegenheid en het investeringsklimaat? De Regering heeft vooralsnog nagelaten om deze berekeningen uit te voeren. Calculaties wijzen uit dat de fiscale aanpassingsvoorstellen van de Regering niet tot voordelen voor bedrijven leidt. ( voor details zie separaat artikel hieromtrent). - De voorstellen van de Regering moeten bovendien als anti-vrije ondernemerschap worden geclassificeerd. Met de introductie van de zgn gebruikelijk loon regeling gaat de overheid (fiscus) letterlijk op de stoel van de ondernemer zitten en bepalen hoe en waar deze zijn middelen in moet investeren. Niet vergeten moet worden dat door de enorme verhogingen van de premies sociale lasten de zelfstandige ondernemer reeds met zeer hoge kosten wordt geconfronteerd. De nieuwe voorgestelde maatregelen komen hier boven op en gaan dan ook richting einde van het vrije ondernemerschap. De vraag is of Curaçaose economie en werkgelegenheid hiermee gebaat is. Is het de bedoeling dat op den duur een ieder in de publieke sector gaat werken ? - Alle indicaties wijzen in de richting dat met name de bouw, horeca en opleiding/training sector zware klappen zullen oplopen als gevolg van beperken afschrijven gebouwen en aftrek hypotheek rente, afschaffen van onderhoudskosten eigen woning, hogere OZB belasting en het niet meer aftrekbaar respectievelijk beperken van allerlei representatie uitgaven. De kans op verlies van arbeidsplaatsen is reëel.
5
-
Het signaal dat de voorstellen van de Regering richting burgers uitstraalt is er een van stop met (hard) werken en sparen. Immers deze deugden worden niet beloond maar afgestraft. Getwijfeld wordt of op een dergelijke basis een gezonde en duurzame economie gebouwd kan worden.
Met betrekking tot het onderdeel vereenvoudigen van het belastingstelsel: - Hoe geloofwaardig is dit argument van de overheid indien gekeken wordt naar de ontwikkeling van het OB gebeuren die omgebouwd is van een relatief simpel stelsel met één tarief naar een complex systeem van vier (4) tarieven inclusief cumulatie? Idem ten aanzien van het sociale verzekeringsstelsel welke zich onder meer kenmerkt door meer dan 5 verschillen premies BVZ, 4 loon en premiegrenzen, wel of geen 5/6 daagse werkweek etc. - Niet aan de indruk kan worden ontkomen dat de overheid op dit onderdeel erg opportunistische handelt door te stellen dat afschaffen van aftrekposten nodig is om tot vereenvoudiging te komen. Het is correct dat controleren van tal van bonnen en overige bewijsstukken arbeidsintensief is en veel tijd vergt. Echter versimpeling kan toch ook bereikt worden door een forfaitaire systeem te hanteren? Bijvoorbeeld bedrijven mogen 5% van hun omzet aftrekken voor representatie uitgaven? Met betrekking tot het onderdeel verbeteren van de compliance: - Al jaren gebruikt de overheid het argument dat invoeren van maatregelen zoals informatieverschaffing ( renseignering) en gebruiken van derden (ondernemers) als onbezoldigd ontvanger ( OB, sociale premies ) nodig is om tot verlaging van belasting tarieven te komen. De praktijk wijst uit dat hiervan niet veel van klopt. De tarieven zijn alleen maar toegenomen. Ook nu wordt dit argument gebruikt om allerlei maatregelen te nemen. - Is het niet effectiever om de belastingdienst te reorganiseren, onderbezetting aan te pakken, te investeren in mankracht en een “state of the art” ICT systeem waardoor de service naar de belastingplichtigen kan worden verbeterd? Waarom worden overtollige ambtenaren op andere departementen niet omgeschoold tot belastingambtenaar? Met betrekking tot het onderdeel stimuleren studie: - Het voorstel om een nieuwe aftrek voor studiefinanciering in te voeren ( aftrek van ANG 10.000 per jaar aan rente en aflossing met een maximum van 10 jaar) is een van de weinige positieve voorstellen uit het totaal pakket. - Tegen deze achtergrond valt echter niet te begrijpen dat kosten en lasten verband houdende met studie, congressen, seminars en symposia bij bedrijven worden afgeschaft dan wel beperkt. Kanttekeningen bij voorstel invoeren bronheffing rente en dividenden: - De Regering stelt dat op korte termijn geen gebruik gemaakt zal worden van het reseignering model maar een bronheffing van 17,5% zal worden ingevoerd. Een bronheffing zou overbrenging van tegoeden naar het buitenland voorkomen. 6
-
-
-
Onduidelijk is waar de regering deze stelling op baseert. Er is namelijk niet veel fantasie nodig om in te zien dat een heffing van 17,5% ( is momenteel 6,5%) juist tot kapitaalvlucht zal leiden met alle gevolgen van dien voor de economie, werkgelegenheid en het investeringsklimaat. Het is vreemd dat de regering kennelijk niet op de hoogte is dat spaargelden nodig zijn om investeringen te financieren . Invoering van een vrijstelling regime zoals in andere landen het geval is, zou overwogen moeten worden. Eveneens moeten vraagtekens worden geplaatst bij de stelling van de regering dat een bronheffing van 17,5% op rente en dividenden geen lastenverzwaring zou zijn. Is een bijna verdrievoudiging van hetgeen de spaarder zal moeten betalen geen lastenverzwaring?? Leidt het hanteren van twee systemen ( bronheffing en renseignering) tot duidelijkheid en rechtszekerheid? Of is het de bedoeling dat de spaarder een optiemogelijkheid krijgt om te opteren voor een van de twee systemen ( 6,5% bij renseignering en 17,5% bij bronheffing???). In de huidige IB wetgeving is spaarder verplichting rente inkomsten op te geven en bestaat derhalve nu geen keuzemogelijkheid. Deze bepaling zal dan aangepast moeten worden. Zou in internationaal verband gezien een dergelijke optie mogelijkheid toegestaan zijn ? Is het redelijk om van de financiële instellingen te eisen dat zij onderzoeken of sprake is van binnenlandse belastingplicht?
CONCLUSIE: Concluderend kan worden gesteld dat het onwaarschijnlijk is dat het voorgestelde pakket van maatregelen tot daadwerkelijk stimulering van de economie, de werkgelegenheid en het investeringsklimaat zal leiden. Idem t.a.v. versimpeling en verbetering van de compliance. Om uit de economische depressie te komen is het echter wel nodig, een conditio sine qua non, dat de lasten voor ondernemers en burgers worden verminderd. De VBC herhaalt dat financiering van de lastenvermindering niet dient te geschieden door overheidsinkomsten te verhogen door aftrekposten te schrappen en te beperken en op de stoel van de ondernemer te gaan zitten, maar door de overheidsuitgaven (structureel) te verlagen. Met een arbeidsvoorwaardenpakket dat gemiddeld ruim boven ANG 125.000 per werkende per jaar in de publieke sector bedraagt en bij sommige overheidsbedrijven zelfs ANG 170.000 is er voldoende ruimte om lastenverlichting te financieren zonder dat sprake hoeft te zijn van direct verlies aan arbeidsplaatsen.
Impact voorgesteld fiscaal plan 2015 op bedrijven
Om enig inzicht te kunnen krijgen in de effecten van de fiscale aanpassingsvoorstellen van de Regering voor met name bedrijven is een financieel expert gevraagd om deze met behulp van een rekenvoorbeeld inzichtelijk te maken .
7
Aannames en impact: Uitgegaan wordt van een “gemiddelde” handelsonderneming met een brutomarge van 40%. De DGA heeft een salaris van ANG 60.000, een auto van de zaak, een gekocht bedrijfspand , normale schulden en vorderingen en leningen. Hieronder volgt een verkorte winst en verliesrekening en de impact van de voorgestelde maatregelen:
8
Uit de berekeningen blijkt dat de indicaties duiden in de richting dat de gemiddelde ondernemer erop achteruit gaat en dat de beperkingen die worden opgelegd voor afschrijvingen, onderhoudskosten, investeringsaftrek etc . geen impuls betekenen ter verbetering van het ondernemersklimaat. De kans is groot dat investeerders Curaçao zullen mijden. Minder investeringen betekent ook minder economische groei en werkgelegenheid. Dit spoort niet met het uitgangspunt van de Regering om de economie, werkgelegenheid en het ondernemersklimaat te stimuleren.
Stand van zaken sociale verzekeringsfondsen
Bij de behandeling van de reparatiewetgeving Basisverzekering Ziektekosten (BVZ) in de Staten is duidelijk naar voren gekomen dat het BVZ fonds in grote financiële problemen verkeert. Echter niet alleen dit fonds maar ook de andere fondsen waar onder het AOV fonds vertoont (structurele) substantiële tekorten. De discussie in de Staten heeft zich echter niet geconcentreerd op het vraagstuk hoe deze fondsen al dan niet op termijn (financieel) gezond te maken maar slechts onderdelen van het BVZ gebeuren zoals het verlagen van het premiepercentage van gepensioneerden van 10% naar 6,5% , invoering van een “gliding scale” voor personen wiens jaarinkomen variëren tussen ANG 12.00 - 18.000 en afschaffen van de nominale premie van ANG 82 per verzekerde zijn uitvoerig aan de orde geweest. Het eind resultaat is dat de premie BVZ per 1 november 2014 verhoogd is van 12% naar 13%. Deze verhoging komt ten laste van de werknemer waardoor het werknemersdeel 4% zal bedragen. Per 1 januari 2015 zal de BVZ premie wederom worden verhoogd van 13% naar 13,6 % om de afschaffing van de nominale premie van ANG 82,- te financieren. Het werknemersdeel zal dan 4,3% en het werkgeversdeel 9,3% worden. Over deze ruil en verhoging is niet of nauwelijks gediscussieerd. Toezeggingen dat de premie voor werkgevers niet verder verhoogd zou worden, zijn hierdoor eenzijdig aan de kant geschoven. Niet bepaald stimulerend voor het vertrouwen.
9
Met deze maatregelen zijn de structurele tekorten welke het BVZ fonds te kampen echter niet opgelost. Evenmin de tekorten van de andere sociale fondsen. Om welke bedragen gaat het? Tijdens de discussie in de Staten zijn er diverse cijfers genoemd. Recapitulerend zien deze er als volgt uit:
AOV/AWW Opbrengst Uitkering Saldo Overig Resultaat BZV Opbrengst wg en wn Overheid Uitkering Saldo Overig Resultaat
2012
2013
2014
2015
312 414 -101 -4 -105
350 442 -92 23 -69
352 456 -104 1 -103
351 461 -110 1 -109
155 215 379 -9 -9 -18
175 244 443 -24 -24 -48
177 251 465 -37 -20 -57
Er zijn geen cijfers verstrekt over de andere fondsen AVBZ, ZV/OV en FZOG echter navraag bij de SVB leert dat het AVBZ fonds ondertussen ook in de tekort zone is beland. De hamvraag is hoe de forse tekorten van het BVZ en AOV fonds gedekt gaan worden. Indien wederom de weg van de minste weerstand wordt bewandeld en derhalve tot optrekken van premie percentage wordt besloten, dan zullen ceteris paribus additionele premie verhogingen van 6% voor de BVZ en 5% voor de AOV nodig zijn. De totale BVZ premie zal hierdoor op 19,6% en de AOV premie op 20% uitkomen. Er is niet veel fantasie nodig om in te zien dat doorvoeren van dergelijke premiepercentages bijzonder negatieve repercussies zullen hebben voor de economie die zich nu reeds in een depressieve toestand bevindt. Grotere economische krimp betekent dat de basis om premies te heffen wordt versmald waardoor de beoogde inkomsten niet zullen worden gerealiseerd. En dan? Weer premie verhogingen ? Het is duidelijk dat ongebreideld verhogen van de premies niet de oplossing is. Het valt te betreuren dat de Staten de discussie over gezond maken van de sociale fondsen niet heeft aangedurfd en deze (wederom) heeft uitgesteld. De tijd dringt en verstoppertje spelen is onverantwoord. De VBC dringt aan op snelle actie waarbij niet ontkomen zal worden om drastische stelselwijziging van zowel de BVZ als de AOV aan de orde te stellen waarbij meer gebruik wordt gemaakt van marktwerkende factoren. Hierbij dient gedacht te worden aan invoering van een AZV voor het
10
ziektekostenverzekeringsgebeuren en een op kapitaaldekking gebaseerd pensioenstelsel beide uitgevoerd door meerdere met elkaar concurrerende partijen.
Most and less prosperity countries in the world
The Legatum Prosperity Index (LPI) is an annual ranking developed by the Legatum Institute of 142 countries. The index identifies eight core pillars of prosperity (see below) and can best described as “GDP and beyond”. The LPI is a complement to the GDP concept. The index is a global measurement of prosperity based on both wealth/income and wellbeing.
The 2014 rankings:
11
In the Caribbean region the ranking are as follow Costa Rica( 34), Panama (41), Trinidad and Tobago (43), Brazil (49), Jamaica (61), Colombia(66), Dominican Republic (72), Venezuela (100) and Haiti (135).
4.(Nieuwe)Wetgeving Beknopt overzicht recente (initiatief) wetsvoorstellen/aanpassingen op sociaaleconomisch gebied welke door de Regering dan wel als initiatief ontwerp van de Staten aan de wetgevende macht ter behandeling zijn aangeboden en waar de SER advies over dient uit te brengen (periode oktober t/m november 2014). In de betreffende verslag periode heeft de regering de volgende nieuwe wetgevingen dan wel aanpassingen van bestaande aan de SER ter advisering aangeboden: - Ontwerp landsverordening herziening Oostpunt tot wijziging van het Eilandelijk Ontwikkelingsplan Curaçao - Ontwerp landsverordening h.a.m inzake heffing van motorrijtuig –en motorbootbelasting - Ontwerp landsverordening regelende de inhouding van inkomstenbelasting op rente en dividendinkomen - Ontwerp landsverordening tot wijziging van de ALL, IB, WB, SB en LB wetgeving (stelselwijziging belastingen) - Ontwerp landsverordening houdende wijziging van de Landsverordening Sociaal Economische Raad
5.ECONOMIC INDICATORS Foreign Exchange Position (x mln) : Oct 2014 : NAƒ 2,395 definition IMF Oct 2013 : NAƒ 2,033 12
Consumer Price Index (Oct 2006 = 100)
Sept 2014 Sept 2013 Change
Average inflation past 12 months
Population and Employment Curaçao Total population Employed population Unemployed population Labor Force Unemployment rate
:
2013 150,782 63,493 9,512 73,005 13.0%
:124.7 :121.8 : 2.4% : 1.2 %
2011 147,858 62,042 6,721 68,763 9.8%
Stay over tourism no of visitors
: Sept 2014 year to date : 324.709 Sept 2013 year to date : 324.969 Change : 0%
Cruise tourism no. of passengers
: Sept 2014 year to date : 443.432 Sept 2013 year to date : 402.579 Change: 10%
Stay over nights
: Sept 2014 year to date: 2,888,625 Sept 2013 year to date: 2,749,939 Change: 5%
Shipping Freight Tanker Cruise Others
: Jan - Sept 2014 784 993 215 321
Jan- Sept 2014 Cargo movements, metric tons Unloaded Loaded
443,805 151,102
13
Jan - Sept 2013 809 938 216 304
Jan-Sept 2013 449,610 171,955
Sept 2014 Total companies Commercial Register Local International Total
24,721 14,132 38,853
Sept 2013 23,680 14,783 38,463
Source: Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten, Central Bureau of Statistics, Curaçao Tourism Development Foundation, Curaçao Port Authority, MEO, CHATA, Chamber of Commerce Curaçao
14