VSKO
Leerplan
Gids HOKTSP Modulair Categorie Economisch
06-07/1637/N/V Enkel voor het schooljaar 2007-2008
1 maart 2007
Hoger Onderwijs voor Sociale Promotie - Categorie economisch opleiding Gids 35027
A Basiskennis gids
B Rondleiden in de praktijk
A 1 8459
C Finaliteit gids
B 1 8463
Voorbereidingsproces gids
Rondleiden in de praktijk
40 LT
80 LT
TV
C 1 8464 Finaliteit gids TV
120 LT
A 2 8460
C 2 8465
Basiskennis algemene en politieke geschiedenis 40 LT
TV
TV
Project gids goedgekeurd op 31 mei 2006
80 LT
TV
namens de Vlaamse minsiter bevoegd voor onderwijs
A 3 8461
de gemachtigde ambtenaar
Basiskennis kunst en cultuurbeschouwing 40 LT
TV Patrick Weckesser
A 4 8462
adjunct van de directeur
Basiskennis natuur- en landschapslezen 40 LtT
TV
Deelcertificaat
Deelcertificaat
Deelcertificaat
Basiskennis gids 120 LT
Rondleiden in de praktijk 80 LT
Finaliteit gids 200 LT
CERTIFICAAT GIDS Totaal aantal lestijden = 440 Gids EcHOKTSP
1 maart 2007
2
Meewerkende centra voor volwassenenonderwijs
PCVOA Laageind 19,2940 Stabroek Brialmontlei 45,2018 Antwerpen
[email protected]
PCVO Mercator Nonnemeersstraat 15 ,9000 Gent
[email protected]
CVO De Oranjerie Boudewijnvest 3,3290 Diest
[email protected]
CVO Turnhout1 Koninklijk Atheneum Boomgaardstraat 56, 2300 turnhout
[email protected]
CVO Spermalie Snaggaerdstraat 15, 8000 Brugge
[email protected]
Gids EcHOKTSP
1 maart 2007
3
Inhoudstafel 1
Inleiding________________________________________________________________________ 5
2
Beginsituatie ____________________________________________________________________ 6
3
Algemene doelstellingen van de opleiding_____________________________________________ 7
4
Methodologische wenken en didactische hulpmiddelen __________________________________ 9
4.1.
Referentiekaders
4.2.
Gelijkwaardigheid met eenheden uit andere structuurschema’s
4.3.
Uitrusting
4.4.
Pedagogisch Didactische wenken
5
Evaluatie van de cursisten ________________________________________________________ 10
5.1.
Evaluatie in het volwassenenonderwijs
5.2.
Doel van de evaluatie
5.3.
Kwaliteit van de evaluatie
6.
Modules_______________________________________________________________________ 11
6.1.
A Basiskennis Reisleider
6.1.1.
Module A1 8483: Voorbereidingsproces Reisleider, 40LT
6.1.2.
Module A2 8484: Basiskennis Algemene en politieke geschiedenis Reisleider, 40LT
6.1.3.
Module A3 8485: Basiskennis Kunst- en cultuurbeschouwing Reisleider, 40LT
6.1.4.
Module A4 8486 Basiskennis Natuur-en Landschapslezen 40LT
6.2.
Module B Rondleiden in de praktijk
6.2.1.
Module B 8487: Rondleiden in de praktijk, 80LT
6.3.
Module C Finaliteit Reisleider
6.3.1.
Module C 1 8488 Finaliteit Reisleider 120 LT
6.3.2.
Module C2:8489 Project Reisleider 80 LT
7
Bibliografie ____________________________________________________________________ 31
Gids EcHOKTSP
1 maart 2007
4
1
Inleiding
De doelgroepen voor de opleiding gids zijn volwassenen die vaak hooggeschoold zijn, met een brede culturele belangstelling en een open geest. Het gaat hier dan meestal ook over zeer heterogene groepen. Dit leerplan werd opgebouwd op het bestaande structuurschema van reisleider. Het kwam tot stand in samenwerking met diverse partners. In eerste instantie werkten CVO’s uit de verschillende netten mee aan het leerplan. Toerisme Vlaanderen, het overheidsagentschap voor toerisme, participeerde actief in de ontwikkeling van dit leerplan en consulteerde hiervoor ook verschillende beroepsorganisaties van gidsen en reisleiders. Ook syntra Vlaanderen, die de opleiding volgens hetzelfde structuurschema aanbiedt, leverde een waardevolle inbreng. Er werd ook gestreefd naar een gemeenschappelijke basis tussen de leerplannen GIDS en REISLEIDER.
Gids EcHOKTSP
1 maart 2007
5
2
Beginsituatie
De cursisten die wensen te starten in de opleiding reisleider moeten voldoen aan de toelatingsvoorwaarden van het decreet Volwassenenonderwijs van maart 1999. Het is bovendien wenselijk dat opleidingspartners vóór of bij aanvang van de opleiding een intakegesprek organiseren om te peilen naar:
Motivatie;
Communicatieve vaardigheden;
Talenkennis
van de kandidaat-cursisten.
Gids EcHOKTSP
1 maart 2007
6
3
Algemene doelstellingen van de opleiding
Aan de basis van dit leerplan liggen enkele uitgangspunten die van belang worden geacht voor het vak van de reisleider. Zij lopen dan ook als een rode draad door de programma-onderdelen van het curriculum en zijn ook weerspiegeld in de keuze van didactische methodieken en evaluatiemethodes.
•
‘Van zicht naar inzicht in een bestemming’.
Een reisleider dient er zoveel mogelijk naar te streven om, vooral dank zij een zéér goede voorbereiding en het inoefenen van ‘interpretation skills’, ervoor te zorgen dat hij er tijdens de reis in slaagt om de verschillende aspecten van de bestemming met elkaar in verband en voor de reiziger tot leven te brengen. Zo dient hij bij voorbeeld op een natuurlijke manier religie en dominerende waarden in een maatschappij te kunnen linken aan geschiedenis, levensgewoonten, en manieren om met mekaar en met toeristen om te gaan. De reisleider schept dank zij zijn verhaal diepte en ruimte in het perspectief van de bestemming; van zicht naar inzicht en begrijpen. Dat vergt van de reisleider dat hij een globale en geïntegreerde visie heeft van de bestemming (méér dan een gids die dan weer veel meer van de details moet afweten). Een reisleider moet als het ware de mensen in de biotoop plaatsen waar ze voor gekozen hebben naartoe te reizen. Hij kan die laten spreken en in dialoog brengen met de bezoeker, in het volste wederzijds respect.
•
‘Naar meer actief ervaren van een bestemming’.
De reisleider leert de kunst bespelen om dingen teweeg te brengen bij de reiziger. Hij maakt de mensen letterlijk attent op wat er te ervaren (soms zeer zintuiglijk) en te beleven is. . Hij maakt dat de reiziger ‘geraakt’ wordt door een bestemming, in welke richting dan ook. Hij slaagt erin om door zijn eigen attitude van openheid en verwondering, de belangstelling van reizigers op te roepen voor nieuwe dingen, andere perspectieven, het onverwachte.
•
Wederzijds respect voor land en cultuur.
De reisleider weet bij de reiziger een (groter) bewustzijn op te wekken van het effect dat zijn aanwezigheid in het bezochte land heeft op de plaatselijke mensen/gemeenschappen en op de natuur. Hij straalt zelf respect uit voor natuur en mensen, en tracht ook voor de reiziger te bewerkstelligen dat er werkelijke wederzijdse ontmoetingen kunnen plaatsvinden. Deze uitgangspunten kunnen vertaald worden in een aantal te verwerven kerncompetenties en basisattitudes: Kerncompetenties voor een reisleider: •
Begeleiders- en leiderschapsvaardigheden
•
Organisatorische vaardigheden
•
Afstemming op de concrete reizigers, het profiel van de groep
•
Goede communicatieve vaardigheden
•
Goede observatievaardigheden en inlevingsvermogen
•
Kennis op een verbindende manier en op de gepaste momenten kunnen doorgeven
•
Inspelen op concrete hier-en-nu-observaties en opportuniteiten
Gids EcHOKTSP
1 maart 2007
7
•
Reizigers weten te boeien, hen de biotoop laten beleven, zelf laten ontdekken
•
Durven respect vragen voor de biotoop
•
Durven bijsturen en correctief optreden
•
Balans bewaren tussen afstand en betrokkenheid bij de groep
Basisattitudes: •
Affectie met de uitgekozen bestemming
•
Openheid, ruimdenkendheid, respect voor andere opinies, culturen, gewoontes, …
•
Een aangename en enthousiaste uitstraling,
•
Loyauteit
•
Assertiviteit en besluitvaardigheid
•
Creativiteit en flexibiliteit
•
Professionaliteit
•
Leergierigheid, bereidheid tot bijsturing
•
Stressbestendigheid
•
Zelfstandigheid en zelfredzaamheid
•
Verantwoordelijkheidszin
De opbouw van dit leerplan reisleider bedoelt blijk te geven van deze competentiegerichte integratie van ‘kennen’ (kennis), ‘kunnen’ (vaardigheden) en ‘zijn’ (attitude). Er wordt vertrokken van het HOE (modules A en B – algemene vorming en hoe leer ik gidsen?) om dit in te vullen vanuit het WAT ( module C1 – finaliteitsmodule – in welke geografische of thematische finaliteit wil ik me als reisleider specialiseren?), en vervolgens concreet toe te passen en te gaan DOEN (projectmodule C2).
Gids EcHOKTSP
1 maart 2007
8
Methodologische wenken en didactische
4 4.1.
hulpmiddelen
Referentiekaders
Het referentiekader is het beroepsprofiel Reisleider (SERV D/2002/4665/25)
4.2. Gelijkwaardigheid met eenheden uit andere structuurschema’s Bij de opstelling van het modulaire structuurschema Reisleider werd rekening gehouden met het gelijklopende structuurschema Gids
De eenheden uit de Basismodule A, namelijk A1, A2, A3,A4 van het structuurschema Gids zijn gelijk aan de eenheden uit de basismodule A, namelijk A1,A2,A3,A4 van het structuurschema Reisleider.
De eenheid uit de B-module Rondleiden in de Praktijk, B uit het structuurschema Gids zijn gelijk aan de B1 module van de B-module Rondleiden in de praktijk uit het structuurschema Reisleider.
4.3.Uitrusting Ruime lokalen met PC ,beamer en internetverbinding + scherm Overheadprojector. TV met Video en DVD-aansluiting. Cd-speler. Informatiebronnen, kaartmateriaal, structuurplannen.
4.4.Pedagogisch Didactische wenken In de inhoud van de leerstof en vooral ook in de manier waarop de inhoud wordt aangeboden en in de evaluaties moet er rekening gehouden worden met de dialectiek tussen kennis, vaardigheden en attitudes. Naast een evaluatie van het niveau van zijn kennis en de kwaliteit van zijn vaardigheden zal er tijdens oefeningen ook gekeken worden naar de attitude die de cursist uitstraalt. Didactisch wordt , naast ex-cathedra lessen, zoveel mogelijk een beroep gedaan op interactieve en ervaringsgerichte werkvormen, die de cursisten aanzetten tot reflectie , in plaats van hen de leerstof passief te laten consumeren en verwerken. Het wordt sterk aanbevolen om voor de B1-module ‘rondleiden in de praktijk’ en voor de C1 en C2-modules reisleider de oefeningen te laten doorgaan met een groep van maximaal 15 cursisten.
Gids EcHOKTSP
1 maart 2007
9
Evaluatie van de cursisten
5 5.1.
Evaluatie in het volwassenenonderwijs
In de laatste decennia heeft zich een ontwikkeling voorgedaan in het denken over evaluatie. Evaluatie wordt niet meer als een afzonderlijke activiteit beschouwd die louter gericht is op de beoordeling van de cursisten, maar wordt een inherent deel van het onderwijsleerproces. Didactische evaluatie geeft informatie aan de cursisten en leraren over het succes van het doorlopen leerproces en biedt zo kans om het rendement van cursisten en lesgevers te optimaliseren. 5.2.
Doel van de evaluatie
In de eerste plaats worden sterke en zwakke kanten van de cursist opgespoord. Indien nodig kan remediëring en bijkomende begeleiding voorzien worden. De cursist wordt door de evaluatie aangezet tot reflectie over zijn eigen leerproces.
Een evaluatie verschaft ook duidelijkheid over wat van de cursist verwacht wordt en in welke mate hij beantwoordt aan de vooropgestelde criteria. In overleg met de cursist kunnen evaluatiegegevens gebruikt worden om beslissingen te nemen over het verdere traject. Het is aanbevolen om de evaluatiecriteria vooraf aan de cursisten mee te delen. Deze criteria kunnen best vooraf besproken worden in de vakgroep.
5.3.
Kwaliteit van de evaluatie
Een relevante evaluatie beantwoordt aan een aantal criteria. Validiteit, betrouwbaarheid, transparantie en didactische relevantie zijn criteria die bijdragen tot de kwaliteit van de evaluatie. Validiteit geeft aan in welke mate de evaluatiescores een maat zijn voor de beheersing van de beoogde doelstellingen. Betrouwbaarheid slaat op het feit dat de scores technisch eerlijk,correct en juist zijn. Evaluatie is transparant indien de cursisten over alle nodige informatie beschikken zowel voor een degelijke voorbereiding als voor de concrete uitvoering van de evaluatietaak (examen,toets,opdracht,paper).De evaluatie is didactisch als zij bijdraagt tot het leerproces. Niet elke modulecomponent moet afzonderlijk geëvalueerd worden. Voor de praktische modules wordt aangeraden de beoordeling zo objectief en valide mogelijk te organiseren door gebruik te maken van bij voorkeur dezelfde evaluatoren, die een zelfde visie en evaluatiecriteria hanteren. Voor het afsluiten van elke module wordt een evaluatie voorzien. De methodieken die hiervoor worden gebruikt, kunnen variëren naargelang de onderwijsinstelling, de gekozen bestemming (voor module C1) of de aard van het gekozen project (voor module C2). Het kan bv gaan over: -
een permanente evaluatie
-
een studieopdracht of een paper
-
een mondelinge of een schriftelijke proef
-
een groepswerk
Voor de eindproef speelt de uitwerking en de uitvoering van het project/de proefreis uit module C(Finaliteit Reisleider) een belangrijke rol. De evaluaties houden op een evenwichtige manier rekening met cognitieve aspecten, vaardigheden en attitudes. Bovendien dienen ze voldoende continuïteit te waarborgen teneinde de vorderingen van het leerproces van de cursisten te kunnen opvolgen.
Gids EcHOKTSP
1 maart 2007
10
6
Modules
6.1. A Basiskennis Reisleider 6.1.1. Module A1 8483: Voorbereidingsproces Reisleider, 40Lt 1. Algemene doelstelling: •
de cursist maakt kennis met de verschillende aspecten van het werkveld en de sector
•
de cursist krijgt een initiatie in de verwerving en verwerking van informatie
•
de cursist krijgt een introductie in groepsdynamica/communicatie
2. Beginsituatie De cursist voldoet aan de decretale toelatingsvoorwaarden voor het HOSP(decreet 1999) 3. Leerplandoelstellingen en leerinhouden
Gids EcHOKTSP
1 maart 2007
11
Leerplandoelstellingen
B/U
LEERINHOUDEN
METHODOLOGISCHE WENKEN
B
Methodologie en systematiek: hoe zoek je informatiebronnen
Na een theoretische inleiding is een geleide oefening in een (wetenschappelijke) bibliotheek de aangewezen methode.
De cursist kan: Component heuristiek:
Informatie voor een opdracht verzamelen
Classificatiemethoden toepassen
Kritisch reflecteren op de gevonden informatie
B/U*
Informatie voor een opdracht verwerken
B/U*
Component groepsdynamica/communicatie:
theoretisch het verschil aantonen tussen de verschillende dimensies in een groep
de ontwikkeling of het proces van een groep definiëren
het belang en de inhoud van de verschillende doelen in een groep theoretisch identificeren
Gids
Verschillende types van informatiebronnen ((gedrukte, digitale, internet, (schriftelijke en mondelinge) film, e.a.))
Evaluatie en kritische beschouwing van informatie Eenvoudige beginselen van kritische reflectie (historische kritiek)
Kritisch leren omgaan met tegensprekelijk informatiemateriaal in seminarievorm of via klassieke les
Van informatie tot gidsbeurt, tekstanalyse en selectie, synthese. Citeren en refereren, Bibliografische notitie.
Seminarievorm/geleide oefening
Definitie(s) van een groep
interactief rond de verschillende groepsdimensies te brainstormen.
B Dimensies: taak (inhoud) en relationeel
B
Groepsontwikkeling: -
beginsituatie
-
formeringsfase
-
conflictfase
-
groepsharmonie/normeren
1 maart 2007
een rollenspel: in kleine groepen een korte rondleiding simuleren. Welke rollen kan je aannemen in verschillende groepen?
12
-
prestatiegericht
de doelen in een aantal cases te bespreken: keuze uit een aantal concrete rondleidingen en groepen (kinderen, jongvolwassenen, senioren, Doelen: doelstellingen en verwachtingen van de verschillende actoren in een groep, formeel en informeel, …) positief en negatief, individueel en collectief -
de verschillende leiderschapsstijlen onderscheiden
B
eindfase
Leiderschapsstijlen
in kleine groepen concrete toepassingen op te zoeken in verband met leiding geven voor gids en reisleider en dit Leiderschapsmodellen van Blake en Mouton/ van Hersey klassikaal te bespreken. en Blanchard zich te positioneren als leider aan de hand van een leiderschapsmodel en dit te bespreken
verschillende technieken duiden die de B dynamiek in een groep kunnen verhogen
De link tussen groepsdynamica, psychologie, communicatie: technieken en factoren die een rol spelen tussen gids/reisleider en de groep
interactief te bespreken hoe je als gids of reisleider mensen kan motiveren en demotiveren in een groep.
Kennis van het waarnemingsproces en factoren die de waarneming beïnvloeden
in kleine groepen een aantal praktische cases te lezen en de verschillende processen van waarneming, leren en motivatie interactief te bespreken
B
omgaan met verschillende doelgroepen
B/U
zichzelf positioneren ten opzichte van de groep
Johari-venster Leerstijl van Kolb Meervoudige intelligentie van Gardner
zichzelf te positioneren in deze verschillende modellen en dit in kleine groepen te bespreken
*kan uitgediept worden in praktijkseminarie in module C2
Gids
1 maart 2007
13
6.1.2. Module A2 8460: Basiskennis Algemene en politieke geschiedenis Gids, 40Lt 1. Algemene doelstelling •
De cursist kan een bezoekersobject/thema relateren aan parate kennis van geschiedenis
•
De cursist kan een bezoekersobject/thema situeren in de ruimte en de tijd
•
De cursist kan kritisch bevraagde informatie geven gedoseerd en aangepast aan de doelgroep
2. Beginsituatie De cursist beantwoordt aan de decretale toelatingsvoorwaarden voor het HOSP(decreet 1999)
3. Leerplandoelstellingen en leerinhouden
Gids
1 maart 2007
14
LEERPLANDOELSTELLINGEN B/U LEERINHOUDEN
METHODOLOGISCHE WENKEN
De cursist kan:
B Historische relicten, bezoeksobjecten, (kunstvoorwerpen, monumenten, erfgoed, gebouwen, ...) kunststeden en regio’s in hun historische context lezen: B -situeren in tijd en ruimte -de historische kennis van een VlaamsEuropese context / referentiekader relateren aan voornoemde relicten en bezoeksobjecten
B B
-betekenis geven voor het heden/actuele geschiedenisbeleving genereren
In de ontmoeting met andere culturen continuïteit/discontinuïteit, gelijkenis/verschil vanuit een VlaamsEuropees historisch referentiekader benaderen
B
culturele verscheidenheid aanvaarden en waarderen
U
relativeren en nuanceren
U U U U U
Gids
-de middeleeuwse (domaniale) landbouwsamenleving (relatie yield-ratio, landbouwtechniek en demografie en economie, feodaliteit en standensamenleving). -heropleving van de steden (stedelijke geografie, middeleeuwse handel, gilden en ambachten, autonomie, sociale tegenstellingen en strijd). -de politieke en territoriale evolutie van onze gewesten tot 1830 (Karolingische rijk, verdeling Verdun, graafschappen en hertogdommen, de Bourgondische eenmaking, de Habsburgers, eenheid en scheiding der Nederlanden, de Spaanse en Oostenrijkse Nederlanden, Frans bewind, Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden). -de Industriële Revolutie en de socio-economische evolutie in België tot heden in grote lijnen.
B
-de middeleeuwse cultuur als ontmoeting van Grieks-Latijnse, Germaanse en joods-christelijke erfenis.
-de Belgische politieke evolutie in grote lijnen met nadruk op de breuklijnen in de Belgische samenleving, de hedendaagse federale staat.
Een gids/reisleider - gerichte aanpak is nodig. Twee vragen primeren: Welke historische achtergrond/kennis heeft de gids/reisleider nodig? Hoe kan de gids de sporen van het verleden lezen, verduidelijken, betekenisvol tot leven brengen? Daarom regelmatig recurrent lesgeven: Vertrekkend vanuit het heden (een relict van het verleden) teruggaan naar het verleden. Daarom regelmatig verwijzen naar hedendaagse sporen van het verleden. Een eerder thematisch-chronologische opbouw verdient de voorkeur. Minstens één van deze thema’s moet uitgewerkt worden door middel van een excursie, bij voorkeur vak- of moduleoverschrijdend
Eventueel: -de Oude wereld rond de Middellandse Zee -absolute vorsten en verlichte despoten -de Verlichting en de Franse Revolutie -democratische ontwikkeling en mensenrechten
1 maart 2007
15
-overzicht internationale verhoudingen/conflicten -andere culturen
in functie van de opdracht en de doelgroep gestructureerde kennisinhouden
selecteren uit de Vlaams-Europese geschiedenis
de juiste, aan de doelgroep aangepaste
historische informatie verstrekken geïntegreerd in een breder verhaal.
kritisch reflecteren op actuele maatschappelijke ontwikkelingen
•
B/U*
-oefening in historische informatie selecteren, doseren, verhalend behandelen
Voor reisleiders kan eventueel een meer Europese invulling verantwoord zijn, voor gidsen behoort dit tot de achtergrondkennis. Dit kan geïntegreerd gebeuren bij het aanbrengen van diverse kennisinhouden:hoe breng je dit over bij diverse doelgroepen/(daarover zwijg je beter bij...) Een seminarievorm rond een afgebakend thema kan ook nuttig zijn.
B/U
Bespreken van actuele maatschappelijke thema’s
Dit kan geïntegreerd gebeuren. Gidsen/reisleiders krijgen actuele vragen van “vreemde” bezoekers.
kan ook in de module C1/C2 aan bod komen
Gids
1 maart 2007
16
6.1.3.Module A3 8461: Basiskennis Kunst- en cultuurbeschouwing Gids, 40Lt 1. Algemene doelstelling •
De cursist kan een bezoekersobject/thema relateren aan parate kennis van kunst-en cultuurbeschouwing
•
De cursist kan een bezoekersobject/thema situeren in de ruimte en de tijd
•
De cursist kan kritisch bevraagde informatie geven gedoseerd en aangepast aan de doelgroep
2. Beginsituatie De Cursist beantwoordt aan de decretale toelatingsvoorwaarden voor het HOSP (decreet 1999)
3. Leerplandoelstellingen en leerinhouden
Gids
1 maart 2007
17
LEERPLANDOELSTELLINGEN B/U
LEERINHOUDEN
METHODOLOGISCHE WENKEN
B
Begripsomschrijving en referentiekader:
B
Historische ontwikkeling van kunst- en cultuur/cultuurgeschiedenis
Zeker voldoende visuele informatie aanbieden. Welke didactische vormen er ook gekozen worden besproken kunstwerken en de bespreking moet door de cursist thuis geraadpleegd kunnen worden.
De cursist kan:
Een thema of een object ( situeren op basis van parate kennis van kunst en cultuur
De juiste terminologie hanteren
De mens achter de cultuur te herkennen doorheen de tijd
B B/U B/U
Geschiedenis van de architectuur van Kreta tot nu Geschiedenis van de beeldhouwkunst van Griekenland tot nu Geschiedenis van de schilderkunst: hoogtepunten van Vlaams-Europese (Middeleeuwen tot nu)
Vertrekken (regelmatig) van kunstwerken, relicten van kunst of andere bezoekersobjecten om via analyse tot synthese te komen, is een vereiste. De gids zal (meestal) op dezelfde manier gidsen. Een van deze thema’s moet uitgewerkt worden door middel van een excursie, bij voorkeur vak- of moduleoverschrijdend
Kritisch reflecteren op actuele cultureel maatschappelijke ontwikkelingen
B/U*
Actuele kijk op kunst- en cultuurbeleid
Kritisch leren omgaan met tegensprekelijk informatiemateriaal in seminarievorm of via klassieke les
*kan uitgediept worden in praktijkseminarie in module C1/2
Gids
1 maart 2007
18
6.1.4. Module A4 8462 Basiskennis Natuur-en Landschapslezen Gids, 40LT 1. Algemene Doelstellingen: •
De cursist kan in het landschap al zijn zintuigen gebruiken en via de zintuiglijke waarneming de natuur en het landschap gestructureerd verklaren en beschrijven.
•
De cursist kan de onderlinge samenhang van verschillende verschijnselen in natuur en landschap verklaren en de wisselwerking tussen mens, landschap en natuur toelichten.
•
De cursist kan sociaal-economische factoren in een geografisch.
•
De cursist kan kritisch bevraagde informatie geven gedoseerd en aangepast aan de doelgroep.
2. Beginsituatie De cursisten moeten voldoen aan de decretale toelatingsvoorwaarden voor het HOSP (decreet van 1999)
3. Leerplandoelstellingen
Gids
1 maart 2007
19
LEERPLANDOELSTELLINGEN B/U
LEERINHOUDEN
METHODOLOGISCHE WENKEN
De cursist kan:
Selectieve informatie voor een opdracht verzamelen en analyseren
Zich oriënteren met behulp van kaarten e.a. middelen.
De 3 soorten landschappen (landelijk-, stedelijk- en industrieel) lezen en interpreteren
B
Methodologie en systematiek: waar en hoe zoek je informatiebronnen
Na een theoretische inleiding volgt het individueel of in kleine groepen uitdiepen van een thema (bv. uit de cursus, eigen Verschillende types van informatiebronnen (gedrukte, opzoeking, excursiepunt, enz...) digitale, internet, film, atlas, luchtfoto’s satellietbeelden, landschapsbeelden, kaartmateriaal, e.a.) Schaal, legende, cartografische en aanverwante middelen beheersen.
B B/U*
Open en gesloten agrarische landschappen Morfologische structuur van de stad Een Vlaamse zeehaven en de havengebonden activiteiten
Uitgaande van bestaand cartografisch en aanverwante materialen dit medium leren gebruiken (als middel, niet als doel)
De samenhang van de afzonderlijke verschijnselen in het landschap kunnen toelichten
B/U*
Geologische-, bodemkundige-, geografische- en natuurlandschappelijke informatie voor een opdracht verwerken
B
Het landschap als resultaat van de interactie tussen de natuur en de mens De site en situatie van de stad De verschillende stappen, van informatie tot uitwerking
Rechtstreeks (excursie) en/of onrechtstreeks (landschapsfoto, luchtfoto, topografische kaart, stratenplan) lezen en interpreteren van landschappen Uitgaande van landschapsfoto’s, cartografisch materiaal, tekstanalyse en/of een terreinverkenning van één of meerdere landschappen Tekstanalyse, selectie, synthese gebruiken. Citeren en refereren en interactief werken met doelpersonen. Dit alles in seminarievorm, als geleide oefening of met voorbereiding thu.
Gids
1 maart 2007
20
Het verband leggen tussen de geologie, de geomorfologie, de bodems en het klimaat enerzijds en de landschappen anderzijds.
B/U*
Ondergrond, bodem, reliëf en bodemgebruik
Uitgaande van landschapsfoto’s, topografische kaart, vereenvoudigde De geologische lagen en gesteenten met nadruk op geologische en bodemkaart, geologische streekeigen bouwstenen en hun gebruik door de doorsnede, tekstanalyse en/of een mens terreinverkenning van één of meerdere De gevolgen van geologische periodes (vooral tertiair landschappen en quartair) op het landschap
De menselijke aspecten en de invloeden ervan op de leefomgeving beschrijven en verklaren
B/U*
Biotopen De landschappen in functie van wat er groeit Natuurbeheer en -ontwikkeling
De economische en sociale factoren in geografisch perspectief plaatsen
B/U*
De begrippen primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sector De woonomgeving
Uitgaande van landschapsfoto’s, cartografisch materiaal, tekstanalyse en/of een terreinverkenning van één of meerdere landschappen Uitgaande van landschapsfoto’s, cartografisch materiaal, tekstanalyse en/of een terreinverkenning van één of meerdere landschappen
De ruimtelijke spreiding van tewerkstelling en nijverheid in Vlaanderen Het Vlaams stedennet, stadsgewest en suburbanisatie
Kleine landschapselementen (KLE’s), fauna en flora kaderen in de fysische en menselijke factoren
B/U*
De oorsprong, de ligging in het landschap en het belang van KLE’s
Rechtstreeks (excursie) en/of onrechtstreeks (landschapsfoto, luchtfoto, teksten) lezen en interpreteren van KLE’s
*kan uitgediept worden in praktijkseminarie in module B1
Gids
1 maart 2007
21
6.2. Module B Rondleiden in de praktijk 6.2.1. Module B 8463: Rondleiden in de praktijk, 80Lt 1. Algemene doelstelling •
De cursist kan een bezoekersobject/thema relateren aan parate kennis
•
De cursist kan kritisch bevraagde informatie geven gedoseerd en aangepast aan de doelgroep
•
De cursist kan vertellen
•
De cursist kan een groep leiden
2. Beginsituatie De cursist beantwoordt aan de decretale toelatingsvoorwaarden voor het HOSP (decreet 1999) De cursist bezit de basiscompetenties van de modules: • Voorbereidingsproces gids en reisleider; •
Basiskennis algemene en politieke geschiedenis gids en reisleider;
•
Basiskennis kunst- en cultuurbeschouwing gids en reisleider;
•
Basiskennis natuur- en landschapslezen
3. Leerplandoelstellingen en leerinhouden
Gids
1 maart 2007
22
LEERPLANDOELSTELLINGEN
B/U
LEERINHOUDEN
METHODOLOGISCHE WENKEN
-korte theoretische analyse van het communicatieproces
Men kan vertrekken van een brainstorming om te komen tot een korte theoretische inleiding.
De cursist kan:
Kennis over communicatie en groepsdynamiek B toepassen
Men kan de analyse ophangen aan een gefilmd voorbeeld van good practice Een geleide oefening bv., in een museum, is de aangewezen methode. Communicatie/vertellen
Informatie verstrekken
Een object lezen (analyse en synthese)
Vertellen: een verhaal opbouwen
Spreken: de cursist beheerst elementaire spreektechnieken
B -structuur van een mededeling (opbouw, aandachtstrekkers, timing) -inhoud van een mededeling (dosering, toegankelijkheid, directheid) -korte theoretische analyse van de opbouw/structuur van een commentaar bij een object, een mededeling.
Een doorgedreven en aan de cursist aangepaste individuele spreek- en verteltraining is noodzakelijk. Korte individuele gidsbeurten op het terrein (museum, stad, streek) te voet of met de bus zijn noodzakelijk.
-taalregister, intonatie, niet-verbale communicatie
Communicatieve interactie opbouwen -verhaalstructuur en verhalen vertellen
Kan reflecteren over eigen en andermans prestaties
-criteria van een goede gidsbeurt
Feedback-gesprekken en reme-diërende oefeningen vragen tijd
feedback, zelfevaluatie en remediëren
Gids
1 maart 2007
23
Groepscommunicatie
Informatie voor een opdracht verwerken/verstrekken
De denk- en leefwereld van de bezoekers/cliënten inschatten
In functie van de gidsopdracht en de doelgroep een gepaste methodiek van rondleiden selecteren en toepassen
Een aangenaam en aan de groep aangepast kader creëren
B/U* -van informatie tot gidsbeurt, van
Seminarievorm/geleide oefening
informatie/tekstanalyse tot mondelinge synthese. Interactie (sturing, groepscontact, uitlokken van reacties en behandelen) Definiëren van en afstemmen op een doelgroep
Bij de voorbereiding van (oefen)gidsbeurten. Kan door een geleide oefening (herhaling en toepassing in module C2)
Aanpassing aan de eigen persoonlijkheid en de doelgroep. (Kinderen versus hoogopgeleiden).
Aan een groep leiding en advies geven
Gids
1 maart 2007
24
6.3. Module C Finaliteit Gids 6.3.1. Module C 1 8464 Finaliteit Gids 120 LT 1. Algemene doelstelling van de module o
De cursist kan, in een helder en aangenaam taalgebruik, onder verschillende omstandigheden en voor een diversiteit van deelnemersgroepen uit een veelheid van onderwerpen een zinvolle en boeiende selectie van thema’s maken en deze verhalend aan mekaar verbinden.
o
De cursist kan inspelen op specifieke interesses en op de leefwereld van de deelnemers en houdt gedurende de hele gidsbeurt een positief en aangenaam contact met de groep en met de omgeving.
o
De cursist kan de thema’s van zijn gidsbeurt in een ruim perspectief en in een brede context plaatsen, en kan de eigen cultuur in dialectiek brengen met de rest van de wereld.
o
De cursist verwerft een geïntegreerd inzicht in de gekozen geografische en/of thematische specialisatie en kan dit aan de bezoekers overbrengen op een aangename en aan de groep aangepaste manier.
2. Beginsituatie Cursisten beantwoorden aan de decretale toelatingsvoorwaarden voor het HOSP (decreet 1999) Cursisten hebben de A-modules: Basiskennis gids en B-module Rondleiden in de praktijk met vrucht afgelegd en zijn geslaagd in alle examens.
3. Leerplandoelstellingen en leerinhouden
Gids
1 maart 2007
25
Leerplandoelstellingen
B/U
Leerinhouden
Methodologische wenken
De cursist kan Component verhaal- en verteltechnieken hun verhaal helder, gestructureerd en met de gepaste uitstraling naar voor brengen.
U
Verhaal- en verteltechnieken Verbale communicatie en lichaamstaal (verder bouwend op de leerstof van het eerste jaar.)
Simulaties en rollenspelen (indien mogelijk met video-feedback).
de techniek van story telling toepassen
U
De verteller als facilitator Het verhaal als drager van betekenissen Regels van het narratieve scenario (initiële setting, spanningsboog, ontknoping) Gebruik van metaforen en anekdotes
Praktische oefeningen in narratieve technieken
uit een veelheid van onderwerpen een zinvolle en boeiende selectie van thema’s maken en deze verhalend aan mekaar verbinden.
U
- Voorbereiding van een gidsbeurt en technieken voor het afbakenen en aan mekaar verbinden van thema’s. - Opbouw van een gidsbeurt, timing en opbouw van verhalen.
- Analyse van voorbeelden van gidsbeurten. - Cursisten maken schema’s van gidsbeurten. - Simulaties en rollenspelen.
hier-en-nu-waarnemingen als betekenisvolle invalshoek gebruiken voor de opbouw van hun verhaal, en kunnen permanent de aandacht van de deelnemers capteren.
U
- Leren kijken door de ogen van de deelnemers. - Invalshoeken voor het oproepen van vragen en verwondering.
- Oefenen van observatie- en waarnemingsvaardigheden. Bvb.Cursisten laten gidsen/vertellen over allerhande onderwerpen en locaties waar ze geen ‘voorkennis’ van hoeven te hebben.
op een positieve en open manier omgaan met specifieke waarden en gewoontes van toeristen die van een andere culturele origine zijn ; andere gewoonten en gedrag van mensen verhelderen vanuit andere betekeniskaders (waarden en normen).
B
- Omgaan met diversiteit - Processen van beeldvorming, stereotypen, vooroordelen. - ’Kijken door de ogen van de andere’, zowel de lokale bevolking als de bezoekers.
- Vergelijkend opzoekwerk door cursisten. - Oefeningen en groepsgesprek. - Casussen, simulaties en rollenspelen. - Film of documentaire.
spreken en handelen vanuit een gedegen inzicht in de eigen Westerse/Belgische/Vlaamse/streekgebonden culturele wortels ; respect voor eigen en andere culturen uitstralen.
U
- Basisnoties van wereldgodsdiensten en analyse van grondwaarden van de eigen Westerse cultuur. - Migratiebewegingen in België. - Diverse ‘lagen’ van een cultuur en paradigma’s om het eigene van een cultuur te begrijpen.
Opzoekwerk van de cursisten en groepsgesprek. Gastcolleges
Gids
1 maart 2007
26
de eigen (streekgebonden) wortels / cultuur in relatie brengen met andere / ruimere contexten.
Bestemmings- of themagerichte component: genuanceerd inschatten waarom mensen kiezen voor deze bestemming/dit thema en wat hun verwachtingen zijn
de belangrijkste troeven en karakteristieken van de bestemming/het thema situeren
hun diepgaande kennis van de geografische of thematische specialisatie in ruimer perspectief plaatsen.
U
Leggen van verbanden, vergelijkingen maken, tegenstellingen naar voor halen, dingen in bredere context en ruimere gehelen plaatsen.
Oefening in ‘Mind Mapping’.
B
Afhankelijk van de bestemming of het thema: Beeldvorming rond de bestemming/het thema en wat voor soort bezoekers dit aantrekt
Vertrekken van eigen beeldvorming van de cursisten
B
gespecialiseerd overzicht van allerhande aspecten die de Gastcolleges door specialisten bestemming/het thema karakteriseren op vlak van o.a.geschiedenis, natuur en landschap , kunst en cultuur,, gastronomie, toeristische hoogtepunten, politieke en economische ontwikkelingen, helden en legendes, levenswijze van de mensen, tradities en volksgeloof, hedendaagse samenleving, plaats binnen Vlaanderen, België, Europa, ….
B
Diverse aspecten van de geografische of thematische specialisatie in verhouding tot ruimere gehelen plaatsen, bv België, Europa, de wereld, thematische verbredingen, …
- Opzoekwerk van de cursisten, individueel en in subgroepjes. - Internet. - Gastcolleges.
* komt ook uitgebreid aanbod iin de module B1 Rondleiden in de praktijk
Gids
1 maart 2007
27
6.3.2.
Module C 2: 8465 Project Gids – 80 lestijden
1. Algemene doelstelling van de module De cursist kan binnen de gekozen geografische of thematische specialisatie, een thema verwerken tot een coherente gidsbeurt. De cursist kan, binnen de gekozen geografische of thematische specialisatie, een kwalitatief hoogstaande gidsbeurt uitvoeren rekening houdend met het doelpubliek en de omgeving.
2. Beginsituatie Cursisten beantwoorden aan de decretale toelatingsvoorwaarden voor het HOSP (decreet 1999) Cursisten hebben de A-modules: Basiskennis reisleider en B-module Rondleiden in de praktijk en de C1 module Finaliteit Gids met vrucht afgelegd en zijn geslaagd in alle examens. 3. Leerplandoelstellingen en leerinhouden
Gids
1 maart 2007
28
Leerplandoelstellingen
B/U
Leerinhouden
Methodologische wenken
De cursisten kunnen
een thema binnen de gekozen geografische of thematische specialisatie verwerken tot een coherente gidsbeurt
de opbouw van hun verhaal flexibel afstemmen op de verwachtingen en het profiel van uiteenlopende soorten bezoekers(groepen).
hun diepgaande kennis van het thema in ruimer perspectief plaatsen.
deze diepgaande en brede kennis van het thema op een duidelijke, aangename en verbindende manier overbrengen aan de bezoekers.
rekening houden met eventuele cultuurverschillen van de bezoekersgroep en op een positieve manier (andere) gewoonten en gedrag verhelderen en duiden vanuit hun betekenis en (andere) waarden.
B
- Blijk geven van inzicht in (eventueel andere) waarden en Deelname aan gidsbeurten van normen van bezoekers en in de culturele waarden en professionele gidsen. normen van mensen en groepen die men tijdens de Zelf uitvoeren van de gidsbeurt. gidsbeurt ontmoet. - Blijk geven van inzicht in de manier waarop deze waarden en normen als betekeniskader het doen en denken van mensen beïnvloedt.
zichzelf bijscholen en permanent de kwaliteit van de eigen gidsbeurt verbeteren.
B
- Omerken en positief gebruiken van feedback van begeleiders, medecursisten, groepsleden tijdens en na een gidsbeurt.
Gids
B
Tot een concrete gidsbeurt uitwerken van een specifiek thema binnen de gekozen geografische specialisatie.
Opzoekwerk van de cursisten
B
Profielen en verwachtingspatronen van diverse soorten groepen. Uitdiepen van diverse mogelijke scenario’s/verhaallijnen omtrent het gekozen thema
Opzoekwerk van de cursisten Deelname aan gidsbeurten van professionele gidsen.
B
Diverse aspecten van het thema in verhouding tot ruimere gehelen plaatsen, bv België, Europa, de wereld, thematische verbredingen, …
- Opzoekwerk van de cursisten, individueel en in subgroepjes, bv via internet. - Deelname aan gidsbeurten van professionele gidsen.
Toepassen van verhalend vertellen, elementen van een gidsbeurt en een briefing.
- Zelf uitvoeren van een gidsbeurt. - Deelname aan gidsbeurten van professionele gidsen.
B
1 maart 2007
Evalueren van de eigen en van mekaars’ gidsbeurten en
29
Leerplandoelstellingen
B/U
Leerinhouden
Methodologische wenken
De cursisten kunnen - Opmerken en positief gebruiken van voorbeeldgedrag van oefeningen. professionele gidsen.
Gids
1 maart 2007
30
7
Bibliografie
VOORBEREIDINGSPROCES GIDS/REISLEIDER VAN DOOREN, J. Bibliografisch wegwijzertje voor de stad-en streekgids. Toerisme Vlaanderen, 2006. ALGEMENE EN POLITIEKE GESCHIEDENIS VAN DOOREN, J. Syllabus algemene en politieke geschiedenis. Toerisme Vlaanderen, 2007. RIBBENS, K. Een eigentijds verleden. Alledaagse historische cultuur in Nederland 1945-2000. Hilversum, Verloren, 2002. Wereldgeschiedenissen MANN, G. e.a. Universele Wereldgeschiedenis. Hasselt, Heideland – Orbis, 1974-1979. Sesam encyclopedie van de wereldgeschiedenis. Amsterdam, Anthos, 1996. VAN OUDHEUSDEN, J. De wereldgeschiedenis in een notendop. Amsterdam, Prometheus, 2000. ENCARTA Chronologieën en atlassen PLOETZ, K. Prisma kalendarium. Wereldgeschiedenis in jaartallen. Utrecht, Het Spectrum, 1988. PLOETZ, K. Aula Wereldgeschiedenis in jaartallen. 4dln. Utrecht-Antwerpen, Het Spectrum, 1980. Sesam atlas bij de wereldgeschiedenis. 2dln. Apeldoorn, Van Walraven, 1985. Specifieke werken WES, M.A.. e.a. De Wereld van de Oudheid. Groningen, Wolters-Noordhoff, 1984. FINLEY, M. De oude Grieken. Leuven, Van Halewyck, 1996. LE GOFF, J. De cultuur van middeleeuw Europa. Amsterdam, Wereldbibiotheek, 1987. JANSEN, H.P.H. Geschiedenis van de Middeleeuwen. Utrecht-Antwerpen, Het Spectrum, 1978. VAN OS, M. Een kennismaking met de geschiedenis van de Nieuwe Tijd. Muiderberg, Coutinho, 1984. CALJE, P.A.J. & DEN HOLLANDER, C. De nieuwste geschiedenis. Utrecht, Het Spectrum, 1992. BOSSCHER, D.F.J. e.a. De wereld na 1945. Utrecht, Het Spectrum, 1992. HOBSBAWM, E. Een eeuw van uitersten. De twintigste eeuw, 1914 – 1991. Utrecht, Het Spectrum, 1994.
ULRICH, H. De 20ste eeuw in een notendop, Amsterdam, Prometheus, 1999.De Nederlanden: Bibliografie ULENS, J. Geschiedenis van de Nederlanden. Leuven, Garant, 1993. Chronologie JANSEN, H.P.H. Prisma Kalendarium. Geschiedenis van de Lage Landen in jaartallen, Utrecht-Antwerpen: Het Spectrum 1988. Overzichtswerken BLOK, D.P. e.a. (ed.), Algemene geschiedenis der Nederlanden. 15dln. Haarlem/Weesp: Fibula-Van Dishoeck, 1977-1983. Nijhoffs Geschiedenislexicon. Nederland en België. ’s-Gravenhage – Antwerpen, Martinus Nijhoff, 1981. BAUER, R. De Lage Landen: een geschiedenis in de spiegel van Europa. Tielt, Lannoo, 1994. BLOM, J.C.H. & LAMBERTS, E. (red.) Geschiedenis van de Nederlanden. Rijswijk, Nijgh & Van Ditmar Universitair, 1993. JANSSEN, P. e.a. De Gouden delta der lage landen. Antwerpen, Mercatorfonds, 1996. KOSSMANN, E.H. De Lage Landen, 1780-1980. Twee eeuwen Nederland en België. 2dln. Amsterdam-Brussel, Elsevier, 1986. SCHÖFFER, I e.a. De Lage Landen van 1500 tot 1780. Amsterdam, Agon, 1991. Geschiedenis van België LUYKX, T. & PLATEL, M. Politieke geschiedenis van België van 1789 tot 1985. 2dln. Antwerpen, Kluwer, 1985. WITTE, E. e.a. Politieke geschiedenis van België van 1830 tot heden. Antwerpen, Standaard, 1990. WITTE, E. e.a. Nieuwe geschiedenis van België. Deel I 1830-1905. Tielt, Lannoo, 2005. Geschiedenis van Vlaanderen Culturele geschiedenis van Vlaanderen. 10 dln. Deurne, Baart, 1982-1983 Twintig eeuwen Vlaanderen. 15 dln. Hasselt, Heideland-Orbis, 1972-1979. WITTE, E. e.a. Geschiedenis van Vlaanderen, van de oorsprong tot heden. Brussel, La Rennaissance du Livre, 1983. Speciaal ART, J. e.a. Hoe schrijf ik de geschiedenis van mijn gemeente? Gent, 2003. VAN UYTVEN, R. e.a. Geschiedenis van Brabant. Leuven, Davidsfonds, 2004.
Kunst-en Cultuurbeschouwing: DE VISSER, A. Hardop kijken, Een inleiding tot de kunstbeschouwing. Nijmegen-Amsterdam, 2003. HONOUR, H. & FLEMING, J. Algemene kunstgeschiedenis. Amsterdam, Meulenhoff, 2000.
Natuur-en Landschapslezen: STERNBERG, R.J., Thinking styles. New York, Cambridge University Press, 1997 AMERYCKX, J., Algemene bodemkunde, 1979 TJEENK, H.D. e.a., Algemene geologie. Groningen, Pannekoek.. BV. 1973 DE BERGEN, milieu-educatie in de Westvlaamse Heuvels. Provincie West-Vlaanderen., 1994 De Groene 62 : landschapsverkenning langs de spoorwegbedding Oostende – Torhout, Provincie West-Vlaanderen.,1992 De haven van Gent, de vriendelijke haven., Havenbedrijf Gent GAB. 2005 De haven van Gent – Project Kluizendok. Havenbedrijf Gent GAB. 2005 DE BLUST G. e.a., De Kalmhoutse Heide. Davidsfonds Leuven. 1997 GULLENTOPS F., e.a.,Delfstoffen in Vlaanderen. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. 1996 Maes P., De laatste restjes groen (West-Vlaanderen), Zellik, Globe, 1995 Gysels H., De landschappen van Vlaanderen en Zuidelijk Nederland, Apeldoorn, Garant Leuven, 1993 De open ruimte in Vlaanderen, algemeen referentiekader. Koning Boudewijnstichting, 1985 De open ruimte in Vlaanderen, Binnen-Vlaanderen Oost. Koning Boudewijnstichting, 1985 De open ruimte in Vlaanderen, Haspengouw. Koning Boudewijnstichting. 1985 De open ruimte in Vlaanderen, Kust en Polders. Koning Boudewijnstichting. 1985 De open ruimte in Vlaanderen, Midden-Limburg. Koning Boudewijnstichting. 1985 Thoen H., De Romeinen langs de Vlaamse kust, Gemeentekrediet. 1987 Rottier, H. e.a., De Vlaamse Kustvlakte van Calais tot Saeftinge.., Middelburg. Tielt & Den Boer,1984 Berendsen H.J.A., De vorming van het land.. Van Gorcum. 1997 J. Buisman, Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen, Franeker, 1995
DEPUYDT F., Fascinerende Landschappen van Vlaanderen en Wallonië.. Davidsfonds/Leuven.1995 Geogidsen. Broothaers, L., Geologie van Vlaanderen, een schets. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 1995 Allemeersch L. e.a. Heide in Limburg. Tielt, Lannoo, 1988 Antrop. M. Het landschap meervoudig bekeken. Pelckmans-Kapellen. 1988 Goossens D., Inleiding tot de geologie en geomorfologie van België. Geologische Kring, Erps-Kwerps. 1981 Verhulst. A. Landschap en landbouw in Middeleeuws Vlaanderen, Gemeentekrediet. 1995 Berendsen H J.A.., Landschap in delen. Van Gorcum. 1997 Berend H.J.A., Landschappelijk Nederlandsen. Van Gorcum. 1997 Vanmaercke - Gottigny. Levende aarde in de Vlaamse Ardennen. Stichting O.Wattez. 1988 Hofkens E. e.a., Nieuwe impulsen voor de landschapszorg - De landschapsatlas (baken voor een verruimd beleid). Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 2001 Ontstaan en ontwikkeling van de haven van Gent en haar verbinding met de zee. Havenbedrijf Gent GAB. 2003 Profiel van de haven van Gent. Havenbedrijf Gent GAB. 2005 HERMY M e.a. Punten en lijnen in het landschap. 1997 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. 1998 Rockham O., The history of the countryside. 1997 H. Lorzing. The Nature of Landscape – A personal Quest. 2001 Bossu. J. Vlaanderen in oude kaarten. Drie eeuwen Cartografie. Tielt, Lannoo, 1983
Kaarten en luchtfoto’s Ferraris Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden.. N.G.I. Gerard Mercator Kaart van Vlaanderen.. N.G.I. Orthofoto’s van Vlaanderen Eurosense, Wemmel Topografische kaarten. N.G.I.
Algemene Wereldatlas. Wolters.
Rondleiden in de Praktijk QUINTILIANUS, De opleiding tot redenaar. Groningen, Historische uitgeverij BRUSKIN R.H., Communicatieleer, 1986 GRICE P., Studies in the way of word’s? Harvard University Press FRIEDRICH G. e.a., Systematic Desensitization en Avoiding Communication: Shyness, Reticence and Communication Apprehenssion, Beverly Hills, 1984 PERELMAN, e.a., The new Rhetoric and the Rhetoricians. Remembrances and Comments., Quarterly Journal of Speech, 1984 ARMSTRONG D, e.a., Gesture and the Nature of Language, Cambridge University Press, 1995 HILGER, F. e.a., Professoneel presenteren, Schoonhoven: Academic Service. VAN DER MEIDEN A, Over spreken gesproken. Aspecten van de moderne Retorica, Vandermeiden Consultancy,1989 BUZAN T., Use Your Head, Londen, BBC Books, 1974 KLAASSEN W., De spraakmakers in Onze Taal, Themanummer over stem en spraak, 1993 MEHRABIAN, A. Nonverbal communication, Chicago, Illinois, Aldine-Atherton, 1972 KORSWAGEN C.J.J., Mondelinge Communicatie2, Wolters-Noordhoff SAS P., e.a., Als je veel moet praten, Leuven, Garant, 1991 SHULMAN A., e.a., Non-Verbal Communication, Ed. Williams R. Thames and Hudson, 1981 ARMSTRONG D. e.a. Gesture and the nature of language, Cambridge, Cambridge University Press, 1995 CLAMPITT P.G., Communicating for Managerial Effectiveness, Newbury Park, 1991 De GROOF B, Spreken voor een volle zaal, Antwerpen Apeldoorn, Garant, 2003 VAN DER AUWERAERT A. e.a. Postmoderne wetenschapscommunicatie: zijn wetenschappers er klaar voor?, 2006 LAERY, T., Interpersonal diagnosis of personality, New York, Ronald Press, 1957 REMMERSWAAL J., Begeleiden van Groepen. Groepsdynamica in de praktijk, Houten/Zaventem, Bohn Stafleu Van Lughem, 1992 THORESEN, P., Defense Mechanisms in groups, in The Annual Handbook for Group Facilitators, San Diego, University Associates, 1972 RIEMAN, F., Psychologie van de angst, ’s Gravenhage, Vuga, 1980 WATZLAWICK, P. e.a., De pragmatische aspecten van de menselijke communicatie, Deventer, Van Loghum Slaterus, 1970
MINNEBO K., Gidsen en hun rollen in Volgt de gids? Nieuwe perspectieven voor educatie en gidsing in kunstmusea, Brussel, Koning Boudewijnstichting, 2001 PRUMMEL J., e.a., Een andere kijk op gidsen. Reader, VMV, 2002 BURGOON J., Nonverbal Signals in Mark L. Knapp & Gerald R. Miller Handbook of Interpersonal Communication. Beverly Hills, Sage DAVENPORT T., The attention economy, Harvard Business School Press, 2001 GALLI J., Intercultural communication, Elton-Wolf Publishing BIRDWHISTELL R., Kinetics and context: essays on body motion communication, Pennsylvania, Pennsylvania Press, 1970 ARNOLDI, F., Wat, waarom en hoe toneelspelen. Heijnis, 1970 DANIËLS, W., e.a., De stem van …, Den Haag, SDU uitgeverij, 1993 SOET, M.I., De stem, handleiding voor een goed gebruik, Kosmos Amsterdam Antwerpen MAYER, R., Multimedia Learning, Cambridge University Press, 2001 PARKIN, M., Tales for Trainers, London, Kogan Page, 1998 PARKIN, M., Tales for Coaching, London, Kogan Page, 2001 SHANK, e.a., Tell me a Story: Narrative and Intelligence, Northwestern University Press, 1998 SIMMONS, A., The Story Factor: Secrets of Influence from the Art of Storytelling, Cambridge, Perseus, 2001 VROENE, J., De kracht van verhalen, Amsterdam, Bres BV, 2000 MADDERN, E., Storytelling at Historic Sites Englisch Heritage, 1992 HULST, H. e.a., Gids voor Gidsen Toerboek, Leiden, 2006 STERNBERG, R.J., Thinking styles. New York, Cambridge University Press, 1997 DE RYNCK, P., Volgt de gids? Nieuwe perspectieven voor educatie en gidsing in kunstmusea, Koning Boudewijnstichting, 2001 DE GROOTE, P., Panorama op Toerisme, Leuven, Garant, 1995 DE BRANBANDER, G., e.a. De Muzen nodigen uit!? Antwerpen, UFSIA, 1999 LASZLO, E., The Multi-cultural Planet report of a UNESCO international expert group, Oxford, Oneworld, 1993 LENTE, G. van, Groepen Leiden en begeleiden, Het Spectrum, 1991 ROANE S, Mag ik me even voorstellen? , uitgeverij M&P-Weert, 1994 NILLESEN F, Wat bedoel je?, Angerenstein, 1998
VAN MEER, K., e.a., Elementaire sociale vaardigheden, Diegem, Bohn Staflen Van Loghum Houten, 1997 BUZAN, T., Gebruik je geheugen, Schoonhoven, Academie Service, 1995 DRAAISMA, D., De metaforenmachine, een geschiedenis van het geheugen, Historische uitgeverij, 1995 SPALTY B., Over Soundmix- & microfoongebruik, uitgegeven in eigen beheer, 1992 SCHMIDT, J., Weten en kunnen, hoe leer ik voordragen en toneelspelen? Amsterdam, Kosmos, jaren 1950 WIPPO, P., e.a., Alle ogen gericht op … omgaan met plankenkoorts, Amsterdam, Boom, 2002 DIERENDONCK, R., Syllabus bij de studiedag Educatief werken in musea met personen met een verstandelijke handicap, Antwerpen, 2000 BLINDENZORG LICHT EN LIEFDE, Algemeen documentatiepakket voor scholieren, studenten en andere geïnteresseerden, Documentatiedienst Licht en Liefde, VraseneFinaliteit reisleider
Transport -
www.touring.be
-
www.fbaa.be
-
www.brusselsairport.be
EHBO en noodsituaties -
www.gezondheid.be
-
www.rodekruis.be
Groepsdynamica en conflicthantering -
DE MEULEMEESTER K., e.a. ,. Handleiding voor reisleiders en reizigers. Davidsfonds, Leuven, 2006.
-
OOMKES F.R. Training als beroep. Sociale en interculturele vaardigheid. (delen 1 en vooral 2 omtrent groepen). Meppel, Boom, Amsterdam, 1994.
-
RAADGERS W. e.a. , Reisleiding Geven. Handboek voor reisleiders. Uitgeverij ToerBoek, Leiden, 2006.
-
REMMERSWAAL J. Handboek Groepsdynamika. Uitgeverij H. Nelissen, 2003.
Wereldgodsdiensten en interculturele communicatie -
CIMIC (Marc Colpaert initiatiefnemer), Voortgezette opleiding intercultureel management. Katholieke Hogeschool Mechelen. Oa de reeks monografieën daar uitgegeven.
.
-
CLEMENTS P., e.a. The diversity training handbook. A practical guide to understanding & changing attitudes. Kogan Page, New Dehli, 2004.
-
HOFSTEDE G., Allemaal andersdenkenden. Omgaan met cultuurverschillen. Uitgeverij contact, Amsterdam; 1991.
-
OOMKES F.e.a.,. Cross-cultural communication. A trainer’s manual. Gower publishing, UK. 1995.
-
PINTO D. Intercultural Communication. A three-step method for dealing with differences. Garant, Leuven. 2000.
-
SHADID W.A. Grondslagen van interculturele communicatie. Studieveld en werkterrein. Bohn Stafleu Van Loghum, 1998.
-
Steunpunt ICO (Intercultureel Onderwijs) van het U.Gent.
-
VOSSESTEIN J. Vreemd volk. Over gedrag in andere culturen. KIT Publishers, Amsterdam. 2003