Uw loopbaaneinde volgens het Generatiepact
| S p e c i a l e u i t gave Vak b ewe g i n g | n r. 6 3 8 | 2 5 f e b r u a r i 2 0 0 6 | Vakbeweging verschijnt tweemaal per maand | Uitgegeven door het ACV, Haachtsesteenweg 579, 1030 Brussel | afgiftekantoor Brussel X |
UW LOOPBAANEINDE
Inhoud
Het pakket van het pact 5 6 14 16
STOPPEN: wanneer? Brugpensioen Canada dry (Vervroegd) pensioen
17 18 18 20 20
MINDER GAAN WERKEN: hoe? Tijdkrediet Halftijds brugpensioen Omzetting eindejaarspremie in vakantie Overstap naar lichter werk
21 22 22 23 23 24 26
LANGER WERKEN: waarvoor? Pensioenbonus Verhoging pensioenen Aanvullende pensioenen Loonplafond pensioen Toegelaten arbeid Pensioeninformatie
27 28 28 29 30 30 31 31
OPNIEUW GAAN WERKEN: waardoor? Outplacement Bijdrageverminderingen en tegemoetkomingen oudere werknemers Behoud aanvulling brugpensioen en canada dry Werkhervattingstoeslag oudere werklozen Seniorvakantie Solidarisering brugpensioen Tewerkstellingstrajecten
34 35
Bijlage 1: Tijdtafel Generatiepact Bijlage 2: Levensloop Generatiepact
Redactie Vakbeweging: Postbus 10 - 1031 Brussel - Tel. 02/246.34.81 - Fax 02/246.30.10 - E-mail:
[email protected] - Website: www.acv-online.be De tekst voor deze speciale uitgave werd geschreven door Gilbert De Swert - eindredactie: Patrick Van Looveren en Marie-Ange Foret vormgeving: Gevaert Graphics - druk: Het Volk Printing - verantw. uitgever: Chris Venstermans
2
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
WAT en WAT NIET?
De wet op het Generatiepact stond op 30 december 2005 vooraan in het Staatsblad. Maar er moeten nog vele uitvoeringsbesluiten gemaakt en gepubliceerd worden. En er moeten zelfs nog een aantal niet onbelangrijke punten uitgeklaard worden. Toch hebben we niet langer willen wachten met antwoorden op de vele vragen over dit Generatiepact.
In Vlaanderen is er intussen ook het meerbanenplan, met bijkomende eindeloopbaanmaatregelen. Die gelden enkel in het Vlaamse Gewest.
© Guy puttemans
Wat staat er nu precies in het pact? Wanneer kunt u nog stoppen vóór de wettelijke pensioenleeftijd? Welke formules om minder te gaan werken? Welke aansporingen om, voor wie dat wil, langer te werken? En welke kansen voor 50-plussers om opnieuw te kunnen werken? Dit nummer wil u proberen bij te spijkeren.
Maar laten we elkaar goed verstaan: • het gaat enkel over eindeloopbaan, en niet over de andere hoofdstukken uit het pact: werk voor jongeren, financiering van de sociale zekerheid, welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen; • het vertaalt de eindeloopbaanmaatregelen zoals we die vandaag kennen. Kennen we punten en komma’s nog niet, zullen we dat ook zeggen. Deze uitgave zal dan ook permanent bijgewerkt worden: via Vakbeweging, Visie en de ACV-website; • het geeft een overzicht van de nieuwe regelingen en bepalingen inzake herstructureringen, brugpensioen, canada dry, enz. Maar je zult zelf moeten nagaan wat de gevolgen zijn voor je eigen sector- en ondernemingsregelingen.
Het ACV heeft zwaar gewogen op de regeringsbeslissingen in verband met het Generatiepact. Foto van de nationale manifestatie in Brussel op 28 oktober 2005.
| UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
3
Laten we elkaar nog een tweede keer goed verstaan: dit is een informatiebrochure over, niet een propagandanummer voor het Generatiepact. Wij zijn en blijven ronduit kritisch over dat pact. Het is en blijft onvoldoende. Wij hebben wel met ons optreden de regerings- en werkgeversvoorstellen op vele punten serieus kunnen bijsturen: Brugpensioen • geen brugpensioen enkel na 40 jaar, maar behoud conventioneel brugpensioen, weliswaar mits langere loopbaan en/of zwaar beroep; • behoud brugpensioen 56 jaar (bouw, 20 jaar nacht); • zelfde brugpensioenleeftijden bij herstructurering; • behoud supplement bij ander werk; • Cao’s 55-56-57 jaar na 38 jaar loopbaan: verlenging tot 2015 (en niet 2010), met geleidelijke leeftijdsverhoging (vanaf 2011), maar met behoud gelijkstellingen; • gelijkstellingen: opening voor discussie met werkgevers; bij gebrek aan akkoord, dan uitvoering van een regeringsvoorstel (+ 5 jaar voor deeltijds tijdkrediet, behalve halftijdse landingsbanen); • beschikbaarheid tot 58 jaar: wel bij brugpensioen na herstructurering, nog niet bij andere brugpensioenen beneden 58 jaar (wel vanaf 2008); vrijstelling na 38 jaar loopbaan; • canada dry: grotendeels vrijwaring van bestaande sectorale regelingen, geen toepassing op non profit, streekvervoer en vrij onderwijs. Pensioen • geen pensioenmalus (m.a.w. geen vermindering bij vervroegd pensioen); • geen uitstel van uitbetaling aanvullend pensioen tot 65 jaar. Arbeid • geen tweederangsstatuten oudere werknemers; • geen afschaffing anciënniteitstoeslag oudere werklozen;
4
• • •
individueel recht 1/5 tijdkrediet vanaf 55 jaar; voltijds tijdkrediet: ook langer dan 1 jaar mits motief (zorg, bijscholing, opvoeding kinderen); landingsbanen: geen financiële ontmoediging voor 4/5formules en voor sectorale halftijdse regelingen die in vervanging voorzien.
Werkgelegenheid • bijkomende tewerkstellingsmaatregelen jongeren: meer startbanen in non profit; meer kansen voor (zeer) laaggeschoolden. Sociale zekerheid • welvaartsvastheid: uitwerking van mechanisme en vooral financiële middelen; • financiering: vaste inkomsten uit kapitaal (en tabakstaks); • financiering gezondheidszorg: bij hogere stijging uitgaven dan stijging bijdrage- ontvangsten komt het saldo voor rekening van de overheid, d.w.z. de stijging van de gezondheidsuitgaven gaat vanaf 2008 niet meer ten koste van de andere SZ-sectoren. Fiscale discriminatie nieuwe bruggepensioneerden sinds 2004: ongedaan. Maar wij willen nog een heel aantal bijsturingen: onder andere: • een serieuze uitbreiding van de gelijkgestelde loopbaanperiodes voor brugpensioen; • een duidelijke regeling van brugpensioen voor zware beroepen; • afspraken over vervanging van 50-plussers in halftijds tijdkrediet; • opvolging van de besteding van bijdrageverlagingen. Die kwesties zijn nog in bespreking, met de werkgevers of in de Nationale Arbeidsraad.
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
Wanneer stoppen
Wanneer stoppen
1. Brugpensioen - bij herstructurering - conventioneel
2. Canada dry
| UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
© Rob Stevens
3. Vervroegd pensioen
5
Brugpensioen De regering wil brugpensionering bemoeilijken.
I. BRUGPENSIOEN BIJ HERSTRUCTURERINGEN
Ze heeft daartoe maatregelen voorzien voor de twee grote types van brugpensioen: • brugpensioen bij herstructureringen zal nog altijd kunnen, maar wel nadat eerst zes maanden gezocht is naar ander werk via een tewerkstellingscel; • conventioneel brugpensioen (brugpensioen via een sector- of ondernemingscao) gaat veranderen vanaf 2008: niet wat betreft de leeftijd van brugpensionering, wel wat betreft de vereiste loopbaan.
Een verregaande nieuwigheid in het Generatiepact is een andere aanpak van herstructureringen.
© Belpress
We bekijken de wijzigingen van dichterbij.
6
Ondernemingen in herstructurering Een nieuwe regeling voor wie? De nieuwe regeling geldt voor ondernemingen die overgaan tot collectieve afdankingen omwille van herstructurering of omwille van moeilijkheden en die een erkenning vragen voor brugpensionering beneden de normale leeftijd die in de onderneming geldt. De nieuwe regeling geldt dus niet: • voor ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering die niet overgaan tot collectieve afdanking; • voor collectieve afdankingen die officieel aangekondigd zijn vóór de ingangsdatum van de nieuwe regeling (= vóór de datum van publicatie van het koninklijk besluit in het Staatsblad); • voor collectieve afdankingen die aangekondigd worden na de ingangsdatum maar waarvoor geen vervroegde brugpensionering wordt gevraagd. Bijvoorbeeld: Er bestaat in je onderneming voor de herstructurering al een brugpensioenregeling, zeg op 55 jaar (na 38 jaar loopbaan) of 58 jaar en wanneer de werkgever geen aanvraag doet om die brugpensioenleeftijd te mogen verlagen, dan is de nieuwe regeling rond brugpensioen bij herstructurering niet van toepassing. Dan hoeft bijvoorbeeld de deelname aan de tewerkstellingscel niet.
Wanneer is een onderneming in herstructurering of in moeilijkheden? De regering heeft werkgevers en vakbonden gevraagd om een nieuwe definitie tegen 1 juli 2006. Daarna zou ze zelf beslissen. Intussen verandert niets aan die definities. Een onderneming kan erkend worden als in moeilijkheden als ze in de twee vorige jaren serieuze verliezen heeft geleden. Erkenning als in herstructurering is mogelijk in twee gevallen. Wanneer het jaar voordien de arbeiders minstens 20% van de tijd economisch werkloos waren. En – meest voorkomend – wanneer sprake is van collectief ontslag. Wat is collectief ontslag? Er is sprake van collectief ontslag als het gaat om: aantal werknemers in de onderneming
aantal werknemers die ontslagen worden
tenminste 100
tenminste 10%
21 tot 99
tenminste 10 werknemers
12 tot 20
tenminste 6 werknemers
1 tot 11
tenminste de helft
Dat is geen verandering. Wat wel verandert: in de berekening van het aantal ontslagen tellen alleen de werknemers met een anciënniteit van ten minste 2 jaar mee (op het moment van de aankondiging).
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
© Belpress
Wanneer stoppen
Sociaal plan Wat gebeurt er na de aankondiging van de herstructurering? Eerst moet de procedure van de wetRenault gevolgd worden: intentie, informatie en consultatie, beslissing. Daarna kunnen werkgever en vakbonden onderhandelen over een sociaal plan. Ze hebben daarvoor in principe twee maanden de tijd. De regering heeft bepaald wat zeker in zo’n plan moet staan: • alternatieven, bijvoorbeeld maatregelen van arbeidsherverdeling; • vrijwillige vertrekpremies; • activerende maatregelen, d.w.z. een tewerkstellingscel om de afgedankten en vooral de 45-plussers onder hen maximale kansen op ander werk te geven. Die activerende maatregelen moeten voorgelegd worden aan de gewestelijke minister van Werk, die binnen de 14 dagen moet zeggen wat hij ervan vindt. Zegt hij niets, dan beslist de federale minister van Werk meteen over de erkenning als bedrijf in herstructurering of in moeilijkheden. Zegt hij nee, dan is niet geregeld wat moet gebeuren; • de regeling van brugpensioen: voor wie vanaf welke leeftijd. Wie kan met brugpensioen? De brugpensioenleeftijd bij herstructurering blijft zoals nu: 55, 52 of 50 jaar, naargelang het geval. De loopbaanvoorwaarde blijft ook dezelfde: ofwel 20 jaar als werknemer, ofwel 10 jaar in dezelfde sector.
Maar er zijn wel vier wijzigingen: • je moet tenminste 1 jaar anciënniteit in de onderneming hebben op het moment van de aankondiging van de collectieve afdanking; • je moet de brugpensioenleeftijd bereikt hebben op het moment van de aankondiging van de collectieve afdanking; je kunt dus niet meer, als je die leeftijd bijna in zicht hebt, in de ‘wachtzaal’ gezet worden tot het einde van de hele erkenningsperiode als onderneming in herstructurering; • je moet zes maanden actief deelnemen aan een tewerkstellingscel; • en je moet ook daarna als bruggepensioneerde tot je 58ste beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt.
Tewerkstellingscel Wie moet zo’n tewerkstellingscel oprichten? Werkgevers die één of meerdere werknemers willen afdanken met het oog op brugpensionering op een lagere leeftijd moeten een tewerkstellingscel oprichten om die werknemers maximale kansen op ander werk te geven. Wie gaan er naar de tewerkstellingscel? De tewerkstellingscel is in feite verplicht voor: • alle werknemers (jonger dan de normale brugpensioenleeftijd) die met brugpensioen kunnen en willen; • alle werknemers die 45 jaar of ouder zijn op het moment van de aankondiging van het collectief ontslag en die ook minstens één jaar anciënniteit heb-
| UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
ben: zij moeten kiezen tussen outplacement of tewerkstellingscel: als ze geen van beide doen, moeten ze zeker zijn van ander werk, anders riskeren zij 4 tot 26 weken schorsing van werkloosheidsuitkeringen na hun opzeggingstermijn. Voor alle andere werknemers is deelname aan de tewerkstellingscel vrijwillig. Ze krijgen evenwel geen inschakelingsvergoeding, maar evenmin een sanctie (zie verder). Hoe lang loopt de tewerkstellingscel? De tewerkstellingscel begint vanaf de eerste individuele afdanking te lopen tot aan de laatste individuele afdanking plus zes maanden. De cel zal bestaan uit de werkgever, tenminste één vakbond, het sectoraal opleidingsfonds (als dat bestaat). De gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding (VDAB voor Vlaanderen, BGDA voor Brussel) worden er best bij betrokken. Zij kunnen ervoor kiezen dat niet te doen. Als ze niet meedoen, wordt de tewerkstellingscel nog altijd opgericht, maar kan die niks doen inzake beroepsopleiding of arbeidsbemiddeling. Wie de cel gaat leiden? Alle betrokken partijen moeten dat onder mekaar uitmaken. Bij voorkeur VDAB of BGDA. Zo niet, is het een sociale bemiddelaar. Op vandaag zijn er ook nog geen duidelijke afspraken met de Gewesten over wat zij willen doen met tewerkstellingscellen. Hoe gaan die precies georganiseerd worden? Wat gaat ze doen? Wie gaat ze financieren? Het dreigt dus improvisatie te worden bij de eerste herstructurering onder de nieuwe regeling.
7
Welk inkomen krijg je? Moet je deelnemen aan de tewerkstellingscel, dan moet je niet meer werken voor je werkgever. En dan krijg je gedurende zes maanden elke maand een zogenaamde inschakelingsvergoeding. Die is gelijk aan je normaal loon (+ normale vergoedingen). Die zes maanden inschakelingsvergoeding worden wel afgetrokken van je opzeggingsvergoeding. Heb je als arbeider of ook als bediende geen recht op zes maanden opzeggingsvergoeding, dan maakt dit voor jou geen enkel verschil. Dan nog krijg je gedurende zes maanden je loon doorbetaald. Voor arbeiders (niet voor bedienden) kan de werkgever die meerkost terugbetaald krijgen door de RVA. Heb je als bediende een opzeggingsvergoeding van meer dan 6 maanden, dan wordt de rest van je vergoeding uitbetaald na die zes maanden tewerkstellingscel, of eerder als je intussen ander werk hebt. Niets belet echter om die opzeggingsvergoeding (min zes maanden) al uitbetaald te krijgen bij het begin van de tewerkstellingscel.
Brugpensioen Had je de brugpensioenleeftijd bereikt (bij de aankondiging) en heb je tijdens de zes maanden tewerkstellingscel geen andere werk gevonden, dan kan je met brugpensioen: • als arbeider kan je meteen na de tewerkstellingscel met brugpensioen; • als bediende kan je ook meteen nadien met brugpensioen als intussen afgesproken is dat de opzeggingstermijn ingekort wordt tot zes maanden. 8
Heb je de brugpensioenleeftijd bereikt maar heb je intussen ander werk, dan ook zal je je brugpensioen (d.w.z. de aanvulling van je werkgever) krijgen: • heb je ander werk in de zes maanden tewerkstellingscel, dan krijg je je aanvulling meteen na die zes maanden en kan die gecumuleerd worden met je nieuwe loon; • word je daarna opnieuw werkloos, krijg je (weer) je volle brugpensioen (= werkloosheid + aanvulling werkgever).
Beschikbaarheid Als kandidaat-bruggepensioneerde of als 45-plusser moet je actief deelnemen aan de tewerkstellingscel. Ook nadien moet je als bruggepensioneerde een passend werk of passende opleiding aannemen. Net zoals oudere werklozen sinds juli 2002 moeten nieuwe bruggepensioneerden na herstructurering beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt. Wat is passend werk of opleiding? Dat is werk dat aansluit bij je ervaring. Je hoeft niet langer dan 2 uur (heen en terug) onderweg te zijn naar je nieuwe werkplek. Nachtwerk mag je weigeren. En je hebt recht op een passend inkomen, in vergelijking met het bedrag van de werkloosheid dat je zult ontvangen. Je kunt een passende opleiding aangeboden krijgen, die aansluiting geeft op passend werk. Een opleiding voor een knelpuntenberoep is passend wanneer die redelijkerwijze aansluit bij je ervaring of diploma.
Hoe lang blijf je beschikbaar? Je blijft beschikbaar tot je 58. Maar heb je een loopbaan van 38 jaar achter de rug, dan kan je vrijgesteld worden. Maar zoals bij oudere werklozen gebeurt die vrijstelling maar na 1 jaar werkloosheid. Voor dat 1 jaar zouden de zes maanden in de tewerkstellingscel wel meetellen. Welke sanctie loop je op bij weigering van passend werk? Die sanctie kan gaan van verwittiging over schorsing met uitstel en tijdelijke schorsing (4 tot 52 weken) tot definitieve schorsing. Weiger je een passende opleiding twee keer binnen één jaar, dan is een definitieve schorsing mogelijk. Definitieve schorsing kan ook bij een tweede weigering van passend werk meer dan één jaar na de eerste weigering. Schorsing van werkloosheidsuitkering betekent ook verlies van de aanvulling door de werkgever. Voor wie geldt deze nieuwe regeling van beschikbaarheid? Vanaf 2006 voor nieuwe bruggepensioneerden ingevolge herstructurering. De andere nieuwe bruggepensioneerden beneden de 58 jaar (na 38 jaar loopbaan of na 20 jaar nachtarbeid) zouden beschikbaar moeten worden vanaf 2008. Behalve arbeidsongeschikte bouwvakkers.
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
Wanneer stoppen
II. CONVENTIONEEL BRUGPENSIOEN Met brugpensioen kun je vandaag op verschillende leeftijden: op 60, op 58, op 56 of vanaf 55 in sommige gevallen. Die leeftijden veranderen eigenlijk niet vanaf 2008. De regel blijft ook dat je de brugpensioenleeftijd moet bereiken binnen de periode dat de cao brugpensioen loopt. Het werkelijke begin van de brugpensionering mag wel buiten die periode liggen. Bijvoorbeeld als gevolg van de opzeggingstermijn. Voorbeeld: de cao brugpensioen loopt van 2005 tot en met 2007 en voorziet brugpensioen op 58 jaar. Je wordt 58 op 15 december 2007. Dat is OK, ook al begint je brugpensioen pas op 1 januari 2008 of nog later, bijv. omdat je opzeggingstermijn verlengd is met vakantie of een ziekteperiode.
•
ringen, d.w.z. als je daarvoor genoeg dagen gewerkt hebt: 624 dagen (= 24 maanden) in de laatste 36 maanden; en als je in het algemeen 20 jaar beroepsloopbaan hebt of in de sector 10 jaar in de laatste 15 jaar.
Je krijgt dan een werkloosheidsuitkering (aan 60% geplafonneerd) plus een aanvulling van je werkgever. Die aanvulling moet tenminste de helft bedragen van het verschil tussen je nettoloon en de werkloosheidsuitkering. Je nettoloon wordt berekend vertrekkend van je bruto loon, dat wel geplafonneerd kan worden op 3170,67 euro per maand.
Vanaf 2008 Cao nr. 17 blijft een algemene regeling voor alle werknemers in de privé-sector: de leeftijd blijft ook 60, maar de te bewijzen loopbaan wordt opgetrokken (zie tabel): Als je in 2008 60 wordt, kan je met brugpensioen mits 30 (man) of 26 (vrouw) loopbaanjaren. Word je 60 in 2012, heb je een loopbaan van 35 (man) of 28 (vrouw) nodig. De vereiste loopbaan is verschillend voor mannen en vrouwen omdat de regering rekening wou houden met de doorgaans kortere loopbaan van vrouwen. Wat is een loopbaan? Zie daarvoor verder blz. 11.
Brugpensionering in Wat vanaf 2008 wel verandert is de loopbaanvoorwaarde: het aantal jaren dat je moet gewerkt hebben om met brugpensioen te kunnen gaan. Wat zijn de nieuwe regelingen vanaf 2008, zoals we die nu al kennen?
Loopbaan Man
Vrouw
2008
30 jaar
26 jaar
2012
35 jaar
28 jaar
2016
35 jaar
30 jaar
2020
35 jaar
32 jaar
2024
35 jaar
34 jaar
2028
35 jaar
35 jaar
Brugpensioen op 60 jaar
Als je na je zestigste afgedankt wordt, heb je automatisch recht op brugpensioen: • als je recht hebt op werkloosheidsuitke-
© Belpress
Vandaag Brugpensioen vanaf 60 (cao nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad) is op vandaag een algemene regeling voor alle werknemers in de privé-sector.
| UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
9
Brugpensioen op 58 jaar Vandaag Brugpensioen is vandaag ook mogelijk vanaf 58 jaar: • als daarover een cao is afgesloten in je sector of onderneming. Zo’n cao kan gesloten worden voor maximum 3 jaar, maar altijd verlengd of vernieuwd worden voor opnieuw maximum 3 jaar; • als je een loopbaan van minimum 25 jaar kunt laten zien. Vanaf 2008 Ook dan blijft brugpensioen vanaf 58 nog heel goed mogelijk, in twee gevallen: • als je een langere loopbaan hebt gehad; • als je een zwaar beroep hebt gekend. - Langere loopbaan:
Word je 58 in 2008, dan kan je met brugpensioen als je 35 (man) of 30 jaar (vrouw) gewerkt (of gelijkgesteld) hebt. Word je 58 in 2010, moet je al 37 (man) of 33 (vrouw) jaar hebben. Die geleidelijke loopbaanverlenging eindigt bij 38 jaar. De regering wou eerst tot 40 jaar gaan. - Zwaar beroep: Na 2007 zul je ook nog op 58 met brugpensioen kunnen: - als je in totaal 35 jaar loopbaan hebt; - en tegelijk een zwaar beroep had gedurende minimum 5 jaar in de laatste 10 jaar of gedurende minimum 7 jaar in de laatste 15 jaar. Wat is een zwaar beroep? Dat moet nog uitgemaakt worden. Eén zwaar beroep staat al wel vast: werken in wisselende ploegen. Andere zware
Brugpensionering in
Vrouw
2008
35 jaar
30 jaar
2010
37 jaar
33 jaar
2012
38 jaar
35 jaar
2014
38 jaar
38 jaar
Brugpensioen op 56 jaar Vandaag Nu al bestaat brugpensioen op 56 voor sommige belastende beroepen: • voor bouwvakkers die arbeidsongeschikt zijn bevonden en die 33 jaar beroepsloopbaan hebben waarvan minimum 10 in de bouw; • voor werknemers met 33 jaar loopbaan waarvan tenminste 20 in ploegen-metnachtarbeid. Die brugpensioenregelingen moeten om de 2 jaar vastgelegd of verlengd worden bij interprofessioneel akkoord en daarna bij cao per sector of onderneming. Vanaf 2008 Ook na 2007 blijven die cao’s om de 2 jaar verlengbaar. Vanaf 2008 zouden nieuwe bruggepensioneerden op 56 jaar wel beschikbaar moeten blijven voor de arbeidsmarkt tot hun 58 jaar, behalve als ze arbeidsongeschikte bouwvakkers zijn (zie hiervoor: brugpensioen bij herstructurering).
Loopbaan Man
beroepen moeten nog vastgelegd worden in de Nationale Arbeidsraad.
© Belpress
Brugpensioen op 55, 56 of 57 jaar
10
Vandaag In een aantal sectoren (metaal, chemie, glas…) en ook ondernemingen bestaan brugpensioenregelingen op 55, 56 of 57 jaar voor werknemers na 38 jaar loopbaan. Dit zijn duidelijk uitstapregelingen voor mensen die jong zijn beginnen werken.
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
Vanaf 2008 Ook na 2007 kunnen de bestaande regelingen nog altijd verlengd worden, telkens voor maximum 3 jaar. Er kunnen wel geen nieuwe regelingen bijgemaakt worden. Tot en met 2010 kan ook de huidige leeftijd behouden blijven: 55, 56 of 57 naargelang de regeling nu. Na 2010 moet de leeftijd desgevallend wel opgetrokken worden: • vanaf 2011: 56 • vanaf 2013: 57 • vanaf 2015: 58 De loopbaanvoorwaarde blijft onveranderd: 38 jaar. Daarvoor kan, zoals nu, maximum 13 jaar werkloosheid meegeteld worden. Vanaf 2008 zouden nieuwe bruggepensioneerden wel tot hun 58 jaar beschikbaar moeten blijven voor de arbeidsmarkt. (zie hiervoor: brugpensioen bij herstructurering).
© Belpress
Wanneer stoppen
•
aantal uren per week x 52 ————————————————— = aantal dagen 5,77 •
N.B. De bestaande regelingen in het streekvervoer (De Lijn) blijven onveranderd, ook voor de leeftijd (55 jaar).
•
Loopbaan
•
De berekening van de loopbaan gebeurt in dagen: als je bijv. 30 jaar loopbaan moet kunnen bewijzen, moet je in feite 30 x 312 dagen (6 dagen-week) = 9360 dagen bewijzen. Wat telt vandaag mee voor je loopbaan? • alle gewerkte dagen, meer precies alle dagen waarvoor RSZ-bijdragen zijn betaald voor de werkloosheid: dus alle
maar: - al deze periodes worden tezamen maar meegeteld voor maximum 3 jaar, wel gerekend in arbeidsdagen, d.w.z. 3 x 312 dagen (6 dagenweek) = voor maximum 936 dagen; - periodes van volledige werkloosheid worden meegeteld voor 26 dagen per maand (6 dagenweek); periodes van deeltijdse werkloosheid (met behoud van rechten) worden ook meegeteld aan 26 dagen per maand, maar de gewerkte uren worden daarom niet meegeteld; - werkloosheid kan dan weer langer worden meegeteld voor sommige regelingen: - brugpensioen 56 jaar (bouw, nacht): 5 jaar werkloosheid ofte 1560 dagen; - brugpensioen 55-56-57 jaar na 38 jaar loopbaan: 13 jaar werkloosheid ofte 4056 dagen; - werkloosheid wordt niet meegeteld voor de loopbaan van 10 jaar (in de sector) voor brugpensioen op 60 jaar; - tijdkrediet en tevoren loopbaanonderbreking worden tenslotte maar gelijkgesteld voor de dagen gedurende 3 kalenderjaren.
gewerkte dagen in de privé-sector of als contractueel in de overheidssector; maar dus niet arbeidsperiodes als zelfstandige, als statutair ambtenaar of als leerling; deeltijdse arbeidsdagen: die prestaties worden omgerekend naar voltijdse dagen:
•
• •
arbeidsperiodes als werknemer in het buitenland; legerdienst of gewetensbezwaarde; alle soorten gelijkgestelde dagen: ziekte, (arbeids)ongeval, inhaalrust, feestdagen, staking…; arbeidsperiodes als tewerkgestelde werkloze, DAC, gesco…; dagen van tijdelijke werkloosheid of beroepsopleiding als werkloze; periodes van volledige werkloosheid; deeltijdse werkloosheid (deeltijds werk met behoud van werkloosheidsrechten, met of zonder inkomensgarantie-uitkering); tijdkrediet (voltijds of deeltijds) en arbeidsonderbreking voor opvoeding van een kind – 6 jaar (= loopbaanonderbreking van vóór 1985, zonder uitkering):
| UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
•
arbeidsonderbreking (vóór 1985) voor opvoeding van een tweede kind – 6 jaar: wordt nog apart gelijkgesteld voor maximum 3 jaar. 11
Voorbeeld 1: • je bent in totaal 6 maanden werkloos geweest : 156 dagen • daarnaast heb je een jaar halftijds tijdkrediet genomen toen je 40 was: 156 dagen • vanaf je 50ste ben je overgegaan naar een vierdagenweek: 4 dagen werken + 1 dag tijdkrediet, per jaar dus 52 dagen; maar omdat je eerder al een jaar tijdkrediet had kan het tijdkrediet vanaf je 50ste slechts voor 2 jaar meetellen = 104 dagen; na die twee jaren tellen nog enkel de 4 gewerkte dagen mee. Voorbeeld 2: je bent beginnen werken op je 20ste en je schakelt op je 50ste over op halftijds met tijdkrediet; dit tijdkrediet wordt maar gedurende 3 kalenderjaren gelijkgesteld, daarna tellen enkel de effectief gewerkte dagen • op 58 jaar zal je een loopbaan hebben van: - 20 – 49 jaar: 30 - 50 – 51 – 52 jaar: 3 35,5 jaar - 53 – 57 jaar (5:2) : 2,5 • net genoeg om in 2008 nog met brugpensioen te kunnen op 58 (als man en vrouw), maar niet meer in 2010 als man en in 2014 als vrouw. •
❳
Voorbeeld 3: • je bent voltijds beginnen werken op je 21ste, overgeschakeld naar halftijds op je 30ste, terug naar voltijds op je 45ste, en dan weer naar 4/5 (+ 1/5 tijdkrediet) vanaf je 50ste • op 58 jaar zal je een loopbaan hebben van: - 21 – 29 jaar : 9 - 30 – 44 jaar : 7,5 - 45 – 49 jaar: 5 28,5 jaar - 50 – 51 – 52 jaar: 3 - 53 – 57 jaar (5x4/5): 4 • helemaal niet meer voldoende voor brugpensioen op 58 jaar; en ook niet voor brugpensioen op 60 jaar als man.
❳
De loopbaanvereiste bijsturen Die voorbeelden laten zien dat het tegen 2008 hartstikke nodig is om de loopbaanberekening serieus bij te sturen. Vooral wat betreft de gelijkstelling van werkloosheid en tijdkrediet. Noteer: de gelijkstelling van werkloosheid en tijdkrediet voor brugpensioen verschilt grondig van die voor pensioen. Voor pensioen tellen mee: • alle vergoede werkloosheidsdagen; • de hele periode van brugpensioen; • alle jaren van tijdkrediet (1/5 of halftijds) vanaf 50 jaar; 12
•
tijdkrediet vóór 50 jaar: - halftijds en voltijds tijdkrediet : 3 jaar (kalenderjaren) - 1/5 tijdkrediet: 5 jaar.
Als vanaf 2008 de loopbaanvoorwaarde wordt opgetrokken tot 35 of 38 jaar, dan wordt het voor sommigen moeilijker of helemaal onmogelijk om nog op 58 of 60 met brugpensioen te kunnen: • uiteraard mensen die door studies later zijn beginnen werken; • ook mensen met gemengde loopbanen: zelfstandige – werknemer; ambtenaar – werknemer (bijv. in geprivatiseerde
• •
• •
openbare instellingen of overheidsbedrijven); deeltijds werkenden; werknemers (overwegend vrouwen) met onderbroken loopbaan voor opvoeding van kinderen; werknemers met beginjaren als leerjongen of leermeisje; en werknemers die loopbaanonderbreking of tijdkrediet hebben genomen vóór hun 50 en/of na hun 50 jaar.
Het ACV-voorstel is: • één langere periode van gelijkstelling: bijv. 9 jaren (vanaf 2008) en 13 jaren (vanaf 2012), omgerekend in dagen, d.w.z. 2808 en 4056 dagen; • daarmee kunnen gelijkgesteld worden: volledige werkloosheid; deeltijds werken met behoud van werkloosheidsrechten; voltijds en deeltijds tijdkrediet; arbeidsonderbreking voor eerste en tweede kind (vóór 1985); ouderschapsverlof, palliatief verlof, zorgverlof; tewerkstelling met leercontract; studiejaren na 20 jaar. De regering zegt: onderhandel daarover eerst met de werkgevers; komt er geen akkoord, dan zullen wij alvast tegen 2008 de gelijkstellingen verruimen met 5 jaar (in dagen) voor deeltijds tijdkrediet vóór 50 jaar. Dus niet voor tijdkrediet vanaf 50 jaar. Want, zegt de regering, wie vanaf 50 minder gaat werken moet langer (kunnen) werken voordat hij met brugpensioen kan. Dat is voor ons te weinig. Wij zullen blijven aandringen op bredere en langere gelijkstellingen.
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
© Belpress
Wanneer stoppen
III. BIJDRAGEN EN BELASTINGEN Bijdrage bruggepensioneerde De regeling blijft dezelfde: inhouding van 6,5% op het brugpensioen (werkloosheid + aanvulling), zonder dat het brugpensioen lager mag worden dan (bedragen februari 2006): • 1.139,80 euro zonder gezinslast • 1.372,91 euro met gezinslast. Ga je als bruggepensioneerde opnieuw werken, behoud je je aanvulling en moet je ook geen 6,5% inhouding meer betalen (zie verder).
Bijdrage werkgever Ook werkgevers moeten een bijdrage betalen voor RVA (werkloosheid) en RVP (pensioen) op de aanvulling brugpensioen die zij betalen. Die bijdrage is nu forfaitair en is hoger naarmate de brugpensioenleeftijd lager is. Die forfaitaire bijdrage gaat vanaf 2007 omgezet worden in een procentuele bijdrage die hoger is naarmate de brugpensioenleeftijd vroeger is:
De procentuele bijdragen zijn vanaf 2007 van toepassing op nieuwe zowel als reeds lopende brugpensioenen. Ook deze bijdrage valt weg zodra de bruggepensioneerde opnieuw gaat werken. (zie het hoofdstuk ‘Opnieuw gaan werken’.) N.B. Deze werkgeversbijdrage moet niet worden betaald in de non profitsector.
Belastingvermindering Discriminatie nieuwe gehuwde bruggepensioneerden: niet meer. Bruggepensioneerden krijgen een belastingvermindering, die wel kleiner is naarmate hun brugpensioen groter wordt of naarmate er ook nog andere inkomens zijn. Die belastingvermindering is vanaf 2004 gedecumuleerd: ze wordt alleen nog toegepast op het inkomen van de bruggepensioneerde zelf, en niet langer op het gezinsinkomen. Hierdoor betaal je minder belasting. Behalve nieuwe bruggepensioneerden in 2004 en 2005 die gehuwd zijn en wiens partner ook een inkomen heeft. Enkel en alleen voor hen bleef de belastingvermin-
Brugpensionering
Bijdrage (op aanvulling)
- 52 jaar
30%
- 55 jaar
24%
- 58 jaar
18%
- 60 jaar
12%
60+
6% minimum: 25 euro
| UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
dering berekend op het hele gezinsinkomen, enkel en alleen moesten ze daardoor in vergelijking meer belastingen betalen. Een verschil van 1000 euro en meer per jaar. Dat was klinkklare discriminatie van één groep bruggepensioneerden. Daartegen zijn wij als ACV ten strijde getrokken. Met volledig succes. Die fiscale discriminatie wordt ongedaan gemaakt, met terugwerkende kracht tot 2004 (aanslagjaar 2005). Wijziging vanaf 2006 Tot nu toe kregen brugpensioenen een belastingvermindering. Vanaf 2006 verandert die fiscale regeling: • de aanvullende vergoeding brugpensioen wordt in principe behandeld als loon en niet meer als brugpensioen, dus zonder belastingvermindering; • de aanvullende vergoeding brugpensioen blijft echter beschouwd als brugpensioen, dus met belastingvermindering, als in de cao brugpensioen of in de individuele brugpensioenregeling opgenomen is dat de aanvullende vergoeding doorbetaald blijft, ook tijdens periodes van werkhervatting als werknemer of als zelfstandige : - tot 31 december 2007 is het voldoende als in de cao of individuele overeenkomst niet uitdrukkelijk staat dat betaling van de aanvulling onderbroken wordt bij werkhervatting - vanaf 2008 moet in cao of individuele overeenkomst uitdrukkelijk staan dat de brugpensioenaanvulling doorbetaald blijft in geval van ander werk. 13
Canada Dry die nieuwe regeling geldt voor alle nieuwe brugpensioenen, ook als je helemaal niet de bedoeling hebt om nog opnieuw te gaan werken. Want de belastingvermindering geldt maar als het er uitdrukkelijk in staat, en dat zowel voor periodes van brugpensioen waarin je werkt als waarin je niet werkt.
De regering wil vroeger stoppen ontmoedigen door ook andere regelingen dan brugpensioen moeilijker en vooral duurder te maken. Voortaan moeten werkgevers en werknemers bijdragen betalen op zogenaamde canada dry–regelingen.
Dat betekent concreet vanaf nu voor nieuwe brugpensioenregelingen: • tot eind 2007 moet vermeden worden dat erin staat dat de aanvulling onderbroken wordt bij werkhervatting; • vanaf 2008 moet erin staan dat de aanvulling altijd betaald blijft tot de pensioenleeftijd, ook bij werkhervatting.
Canada dry is de koosnaam voor eindeloopbaanregelingen die geen brugpensioen zijn maar wel op brugpensioen lijken – zoals canada dry geen champagne is maar wel als champagne bubbelt. Zo’n regelingen waren vaak interessant, omdat ze, in vergelijking met brugpensioen, een vroegere uitstapleeftijd konden voorzien, omdat ze ook geen vervanging moesten voorzien en tenslotte ook geen bijdragen moesten betalen. Nu gaan ze alvast wel bijdragen moeten betalen.
•
© Belpress
Brugpensioen-cao’s die doorlopen tot na 2007 zullen dus tegen ten laatste eind 2007 moeten worden aangepast. Zo niet, zal de aanvullende vergoeding brugpensioen voor de nieuwe bruggepensioneerden in 2008 beschouwd worden als loon, zowel voor de fiscus als voor de RSZ.
14
•
Wat zijn Canada Dry?
•
Worden voortaan als canada dry bestempeld: • aanvullingen bij werkloosheidsuitkeringen voor werknemers vanaf 50 jaar, betaald door werkgever of sociaal fonds; • aanvullingen door werkgever of sociaal fonds bij tijdkrediet vanaf 50 jaar. Zijn geen canada dry: • aanvullingen bij tijdelijke werkloosheid; • aanvullingen bij werkloosheid voor alle werknemers, ongeacht leeftijd of anciënniteit, bijv. tijdelijke bijpassingen na (collectief) ontslag, of tijdelijke bijpassingen voor arbeiders om hun kortere opzeg te compenseren; die aanvullingen moeten wel staan in ofwel een sectorale cao van onbepaalde duur, ofwel in een bestaande sectorale cao van bepaalde duur die verlengd
•
•
wordt zonder uitbreiding van het aantal betrokken werknemers en zonder verhoging van de aanvulling (tenzij indexering of verhoging niet hoger dan de jaarlijkse aanpassing van brugpensioenen); aanvullingen bij de RVA-uitkering voor 1/5 tijdkrediet voor 50-plussers; aanvullingen bij overstap van zwaar naar lichter werk( cao 46); aanvullingen bij de uitkering voor ouderschapsverlof, palliatief verlof en zorgverlof; aanvullingen die al betaald zijn van vóór 45 jaar.
Worden ook niet beschouwd als canada dry: de eindeloopbaanregelingen in • het streekvervoer (De Lijn, MIVB / STIB, TEC); • de non profitsectoren; • het vrij onderwijs.
Vanaf wanneer? De nieuwe bijdrageregeling is in principe van toepassing op al wie in een canada dry–regeling komt na 30 september 2005. Dus blijven erbuiten: al wie al een canada dry had vóór 1 oktober 2005. Blijven er ook nog buiten: • wie zijn ontslag betekend heeft gekregen vóór 1 oktober 2005 maar pas na 1 oktober effectief werkloosheid en canada dry krijgt omdat eerst de opzeggingstermijn moet uitgedaan zijn; bijv. ontslag gekregen op 1 september 2005, opzeggingstermijn 16 maanden, effectief in werkloosheid op 1 januari 2007 + aanvulling werkgever;
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
© Belpress
Wanneer stoppen
•
wie effectief voor de eerste keer een canada dry-regeling heeft betaald gekregen nog vóór 1 januari 2006.
Al de andere nieuwe canada dry’s in feite sinds 1 januari 2006 moeten bijdragen gaan betalen – zowel werkgever als werknemer. De eerste maandelijkse bijdragebetaling moet gebeuren vanaf april 2006.
Welke bijdragen? De bijdragen zijn verschillend naargelang het gaat om: • bedrijfsregelingen: canada dry via bedrijfsakkoorden of via individuele regelingen; • sectorregelingen: canada dry via akkoorden in een paritair comité of in de Nationale Arbeidsraad. De bijdragen zijn soms ook nog verschillend naargelang het gaat om: • aanvullingen bij de werkloosheid; • aanvullingen bij tijdkrediet: halftijds werken + halve uitkering tijdkrediet (RVA) + aanvulling werkgever.
• •
1.139,80 euro /maand (zonder gezinslast) 1.372,91 euro /maand (met gezinslast)
1.2. Aanvullingen bij (halftijds) tijdkrediet Werkgever: normale RSZ-bijdrage (32,25%) op de aanvulling Werknemer : 6,5% op uitkering tijdkrediet + aanvulling, zonder dat de twee samen lager mogen worden dan de helft van de bedragen in 1.1, dat wil zeggen: • 569,90 euro (zonder gezinslast) • 686,46 euro (met gezinslast). Als er niet effectief halftijds gewerkt wordt (als er dus vrijstelling van arbeidsprestaties voorzien is): dan worden de bijdragen van werkgever en werknemer verdubbeld.
Werknemer: 6,5% op werkloosheid + aanvulling (eventueel vanaf 130 euro), zonder dat inkomen lager mag worden dan de bedragen in 1.1. Nieuwe regelingen (= cao’s vanaf 1.10.2005): zelfde bijdragen als bij bedrijfsregelingen Werkgever: normale RSZ-bijdrage (32,25%) op de aanvulling die hij betaalt, alsof het om loon gaat Werknemer: 6,5% op werkloosheid + aanvulling (= zelfde bijdrage als op brugpensioen), zonder dat het bedrag lager mag worden dan: • 1.139,80 euro /maand (zonder gezinslast) • 1.372,91 euro /maand (met gezinslast)
2.2. Aanvullingen bij landingsbanen: halftijds werken + halve uitkering tijdkrediet vanaf 50 jaar + aanvulling
2. SECTORREGELINGEN 2.1. Aanvullingen bij werkloosheid
I.
BEDRIJFSREGELINGEN
1.1. Aanvullingen bij werkloosheid
Bestaande regelingen (= cao’s van vóór 1.10.2005): Werkgever:
Werkgever: normale RSZ-bijdrage (32,25%) op de aanvulling die hij betaalt, alsof het om loon gaat Werknemer: 6,5% op werkloosheid + aanvulling (= zelfde bijdrage als op brugpensioen), zonder dat het bedrag lager mag worden dan: | UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
Bestaande regelingen: zelfde bijdragen als op aanvullingen bij werkloosheid (zie hierboven ‘bestaande regelingen’)
Leeftijd waarop canada dry
Bijdrage
Waarop
- 52 jaar
30%
aanvulling
52 – 55 jaar
24%
aanvulling
55 - 58 jaar
18%
58 - 60 jaar
12%
60 jaar +
6%
aanvulling, maar enkel op gedeelte boven 130 euro/maand
15
(Vervroegd) pensioen Nieuwe regelingen: zelfde bijdragen als op aanvullingen bij werkloosheid (zie hierboven ‘nieuwe regelingen’) Correcties: a. Als er effectief halftijds gewerkt wordt: • de werknemersbijdrage wordt verminderd met 95%; de bijdrage wordt dus symbolisch; • de werkgeversbijdrage kan ook verminderd worden met 95% als geregeld is dat werknemers in landingsbaan vervangen worden door een werkloze (die de voorbije 6 maanden niet in de onderneming heeft gewerkt): - de sectoren kunnen zo’n vervangingsregeling maken tot 1 april 2006; - de Nationale Arbeidsraad kan nadien ook nog zo’n regeling afspreken. b. Als er niet effectief wordt gewerkt: werkgevers- en werknemersbijdrage worden verdubbeld.
uitkering, dus met belastingvermindering naargelang de hoogte van de werkloosheidsuitkering en van het andere inkomen. Vanaf 2006 verandert de fiscale regeling: • aanvullingen bij werkloosheid worden in principe beschouwd en belast als loon, dus zonder belastingvermindering; • uitzondering: als werkgever of sociaal fonds tegelijk met de canada dry-regeling toezeggen om de aanvulling te blijven doorbetalen ook wanneer je opnieuw aan het werk gaat elders. Dan blijft de belastingvermindering voor werkloosheidsuitkeringen ook gelden voor aanvullingen bij de werkloosheid. Tot eind 2007 mag in de cao of in de individuele overeenkomst niet uitdrukkelijk vermeld staan dat de betaling onderbroken wordt bij werkhervatting. Vanaf 2008 zal wel degelijk uitdrukkelijk in de overeenkomst moeten staan dat de betaling blijft gebeuren, ook bij werkhervatting.
Welke belasting? Tevoren werd een canada dry–aanvulling fiscaal beschouwd als een werkloosheids-
Deze nieuwe fiscale regeling geldt enkel voor aanvullingen bij werkloosheid, niet voor aanvullingen bij tijdkrediet.
De wettelijke pensioenleeftijd voor werknemers is sinds dit jaar: • 65 jaar voor mannen (ongewijzigd); • 64 jaar voor vrouwen (63 jaar in 2005, en straks 65 jaar in 2009). Vervroegd pensioen blijft mogelijk vanaf 60 jaar als je een loopbaan van 35 jaar of meer kunt bewijzen. Die loopbaan is wel een andere loopbaan dan die voor brugpensioen. Tellen mee: • jaren als werknemer waarin je tenminste 1/3 van een voltijdse tewerkstelling gewerkt hebt; • jaren als zelfstandige; • jaren in overheidsdienst of bij de NMBS; • jaren van tewerkstelling in een land van de Europese Unie of in een land waarmee België een sociale zekerheidsverdrag heeft afgesloten (bijv. Marokko, Tunesië…); • periodes van loopbaanonderbreking voor opvoeding van een kind – 6 jaar (max. 3 jaar). Telt niet mee: het laatste gewerkte jaar als dat geen vol jaar is. Zou je bijvoorbeeld in april 2006 met vervroegd pensioen willen gaan, telt 2006 niet mee.
© Belpress
Bruggepensioneerden kunnen niet kiezen voor vervroegd pensioen, zij moeten op brugpensioen blijven tot de wettelijke pensioenleeftijd.
16
Het pensioenbedrag zelf wordt vanzelfsprekend berekend op basis van de loopbaanjaren tot aan de vervroegde pensionering (bijv. tot 60 jaar). De jaren nadien tot 65 jaar tellen niet mee. Een volledig pensioen veronderstelt 45 loopbaanjaren.
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
Minder gaan werken
Minder gaan werken
1. Tijdkrediet 2. Halftijds brugpensioen 3. Omzetting eindejaarspremie in vakantie
| UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
© Rob Stevens
4. Overstap zwaar naar lichter werk
17
Tijdkrediet Landingsbanen 1/5 tijdkrediet wordt een individueel recht voor 55-plussers: zij kunnen te allen tijde dit tijdkrediet nemen. Enkel voor sleutelfuncties kan een uitzondering worden gemaakt. Die sleutelfuncties zullen interprofessioneel worden vastgelegd. De sectoren zullen 6 maand hebben om ze bij te vijlen. Met andere woorden: werknemers van 55 jaar en ouder die 1 dag per week tijdkrediet nemen zullen voortaan niet meer meegeteld worden bij het percentage (bijv. 5%) werknemers in een onderneming dat tegelijkertijd met tijdkrediet mag zijn. Nu moet je 5 jaar in dienst in je onderneming zijn om recht te hebben op 1/5 of halftijds tijdkrediet. Die 5 jaar worden voortaan teruggebracht tot 2 jaar voor werknemers aangeworven na hun 50 jaar, en tot 1 jaar voor werknemers in dienst genomen na hun 55 jaar. Voortaan? Vanaf 1 januari 2007.
Voltijds tijdkrediet
men worden gedurende 1 jaar. Dat ene jaar kan bij cao (in sector of onderneming) verlengd worden tot maximum 5 jaar. De regering zegt nu dat je voltijds tijdkrediet nog wel langer dan 1 jaar kunt nemen, maar enkel als daarvoor een goeie reden bestaat. Volgens de regering zijn er drie goeie redenen: volgen van bijscholing, verzorging van zwaar ziek familielid, of opvoeding van een kind – 8 jaar. Daardoor zou volgens de regering moeten vermeden worden dat tijdkrediet genomen wordt voor bijv. wereldreizen langer dan één jaar. Sic. Dit betekent niet noodzakelijk dat de bestaande cao’s moeten worden aangepast. Die kunnen blijven wat ze zijn. Het betekent wel dat als je op basis van zo’n cao meer dan 1 jaar voltijds tijdkrediet wil nemen, je bij je aanvraag aan de RVA één van die drie redenen zult moeten opgeven. Ingangsdatum van deze wijziging: 1 januari 2007. Ook zal nog moeten uitgemaakt worden of werknemers die al in voltijds tijdkrediet zijn dat langer dan 1 jaar kunnen blijven doen.
© Belpress
Voltijds tijdkrediet kan vandaag volgens de algemene regeling (cao 77ter) geno-
Halftijds brugpensioen
18
Halftijds brugpensioen was tot nu toe het muurbloempje onder de eindeloopbaanregelingen. Zeker sinds zo’n ‘schoon kind’ als tijdkrediet voor 50-plussers (landingsbanen) zijn verpletterende opwachting heeft gemaakt. Daar kan het halftijds brugpensioen onmogelijk tegenop: • het is heel ingewikkeld; • de werkgever moet een aanvulling betalen en ook halftijds vervangen; • het kan pas vanaf 58 jaar (zonder cao) of 55 jaar (met cao); tijdkrediet vanaf 50; • het kan enkel halftijds; tijdkrediet kan ook voor 1/5; • de halftijdse bruggepensioneerde moet een bijdrage (4,5%) betalen en kan wel overgaan naar voltijds brugpensioen, maar die overgang is wel omslachtig. Nu canada dry duchtig duurder wordt, heeft halftijds brugpensioen misschien nieuwe levenskansen. Een kort overzicht van het (onveranderd) stelsel. Voor wie? In tegenstelling tot cao nr. 17 voor het voltijds brugpensioen, voert cao nr. 55 geen rechtstreeks en automatisch recht op halftijds brugpensioen in. Het is een kaderconventie die op een dubbel niveau moet worden geconcretiseerd: a. een akkoord tussen werknemer en werkgever: niemand kan worden verplicht deeltijds te werken. Het akkoord moet schriftelijk worden vastgelegd; dit geschrift moet de arbeidsregeling en het werkrooster bepalen, conform de wetgeving inzake deeltijdse arbeid. b. het individueel akkoord tussen werknemer en werkgever voltstaat indien de werknemer minstens 58 jaar oud is.
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
© Belpress
Minder gaan werken
Voor halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar moet er een cao zijn: ofwel binnen de sector, ofwel binnen het bedrijf. Je kunt met halftijds brugpensioen als je: • een loopbaan van 25 jaar als werknemer kunt bewijzen (bewijs zoals voor voltijds brugpensioen); • recht hebt op werkloosheidsvergoedingen; • voltijds hebt gewerkt in de laatste 12 maanden (van datum tot datum); • halftijds gaat werken (halftijds gemiddeld per arbeidscyclus); • en 55 (met cao) of 58 (zonder cao) bent. Welk inkomen? Logischerwijs moet het totale inkomen uit halftijds brugpensioen (met halftijds werken) hoger zijn dan het voltijds brugpensioen, maar lager blijven dan het loon voor voltijds werken. Het te waarborgen inkomen bij halftijds brugpensioen is daarom vastgelegd halverwege tussen het voltijds nettoloon en het voltijds brugpensioen. Anders gezegd: het te waarborgen inkomen is gelijk aan wat het voltijds brugpensioen zou zijn, verhoogd met de helft van het verschil tussen het voltijds nettoreferteloon en het voltijds brugpensioen. Het te waarborgen inkomen bestaat uit drie delen: 1. het half nettoreferteloon: • de helft van het brutomaandloon, geplafonneerd op 1585,33 euro; • min de persoonlijke RSZ-bijdrage; • min de bedrijfsvoorheffing. 2. de werkloosheidsuitkering: het bedrag per maand is quasi gelijk aan het bedrag van het halftijds tijdkrediet voor 50-plussers.
3. de aanvullende vergoeding van de werkgever: te waarborgen inkomen min half nettoreferteloon (zie 1.) en min werkloosheidsuitkeringen (zie 2.). Overgang naar voltijds brugpensioen? De overgang van halftijds naar voltijds brugpensioen is mogelijk. Eerste geval: de werknemer in halftijds brugpensioen heeft al de voorziene leeftijd van het voltijds brugpensioen bereikt op het ogenblik dat hij ontslagen wordt. Hij kan met voltijds brugpensioen zodra de opzegtermijn verstreken is. Voorbeeld: cao voltijds brugpensioen 58 jaar. Je bent in halftijds brugpensioen, wordt ontslagen op 58 ½ jaar en kunt met voltijds brugpensioen na de opzegtermijn van 4 of 8 weken (arbeider), van 3 maanden of meer (bediende). Tweede geval: de werknemer in halftijds brugpensioen heeft de voorziene voltijdse brugpensioenleeftijd nog niet bereikt op de datum van zijn ontslag. Hij kan met voltijds brugpensioen na het verstrijken van de normale opzegtermijn, maar die opzegtermijn begint pas te lopen vanaf het ogenblik dat hij de voltijdse brugpensioenleeftijd bereikt (= vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin hij de voltijdse brugpensioenleeftijd bereikt). Voorbeeld: cao voltijds brugpensioen 58 jaar. Je bent in halftijds brugpensioen en krijgt je ontslag op 57 ½ jaar om met brugpensioen te gaan. Je kunt met voltijds brugpensioen zodra je 58 wordt en dan je opzegtermijn uitdoet. Tussen 57 ½ en 58 jaar en tijdens de opzegtermijn vanaf 58 jaar blijf je normaal in halftijds brugpensioen.
| UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
De regeling in het tweede geval is een technisch compromis om tegelijkertijd twee dingen te vermijden: een vooraf geplande volautomatische overgang van half- naar voltijds brugpensioen (werkgeverswens) en een voortijdige afdanking van halftijds bruggepensioneerden zonder recht op voltijds brugpensioen (vakbondsbekommernis). De opzegtermijn wordt berekend alsof de halftijds bruggepensioneerde voltijds aan het werk was. De wettelijke mogelijkheid bestaat (Wet 26.07.1996) om de opzegtermijn bij overgang van halftijds naar voltijds brugpensioen te verkorten, bijv. voor bedienden. Het voltijds brugpensioen (zowel de werkloosheidsvergoeding als de aanvullende werkgeversvergoeding) wordt berekend alsof de halftijds bruggepensioneerde voltijds aan het werk was gebleven. Voor die berekening wordt zijn halftijds brutoloon vermenigvuldigd met 2. Overgang van halftijds tijdkrediet naar halftijds brugpensioen? Ook is de overgang van halftijds tijdkrediet (50+) naar halftijds brugpensioen in principe mogelijk. Maar halftijds brugpensioen veronderstelt wel voorafgaandelijk ten minste 12 maanden voltijds werk. Welk statuut? Halftijds bruggepensioneerden moeten worden vervangen, minstens halftijds, tijdens de ganse duur van het halftijds brugpensioen. De werkgever moet geen capitatieve bijdrage betalen. De halftijds bruggepensioneerde wel: 4,5% op werkloosheid + aanvulling. 19
Omzetting Overstap naar eindejaarspremie lichter werk Ben je tussen 50 en 55 jaar, dan ga je volgens het Generatiepact je eindejaarspremie kunnen omzetten in bijkomende vakantiedagen. Een volle eindejaarspremie zou moeten goed zijn voor 20 extra verlofdagen. Vakbonden en werkgevers krijgen van de regering de tijd tot eind 2006 om zo’n cafetariaplannetje uit te werken. Daarna zou de regering het doen. Het is dus nog niet voor dit jaar.
Je kunt als oudere werknemer met een zwaar beroep je werkgever om lichter werk vragen: • je moet dan op de hoogte gehouden worden van alle vacante lichtere jobs in de onderneming; • je krijgt bij overstap met inkomensverlies een tijdelijke financiële compensatie: ofwel een verlaging van persoonlijke RSZ-bijdragen ofwel een premie vanuit het Ervaringsfonds (bij het departement van Werk).
20
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
© R b St
Ook dit moet nog allemaal uitgewerkt worden.
© Belpress
Arbeidsrecht: zelfde regeling als voor halftijds tijdkrediet: berekening opzegtermijn alsof de arbeidsprestaties niet gehalveerd zijn, maar berekening opzegvergoeding op basis van het halftijds loon. Sociale zekerheid: zelfde regeling als voor halftijds tijdkrediet vanaf 50 jaar: • werkloosheid: recht op werkloosheidsvergoedingen alsof je voltijds was blijven werken; • kinderbijslag: volledig recht • recht op jaarlijks(e) vakantie(geld): pro rata de halftijdse prestaties; • ziekteverzekering: volledig recht; • ziekte- en invaliditeitsvergoedingen: - tijdens de periode van gewaarborgd loon: behoud werkloosheidsuitkering en aanvullende vergoeding werkgever; - nadien: recht op ziektevergoedingen alsof je voltijds was blijven werken; • pensioen: gelijkgestelde periode.
Langer werken
Langer werken
1. Pensioenbonus 2. Verhoging pensioenen 3. Aanvullende pensioenen 4. Loonplafond pensioen © Rob Stevens
5. Toegelaten arbeid 6. Pensioeninformatie | UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
21
Pensioenbonus Verhoging pensioenen Ga je met pensioen na 2006, dan kun je meer pensioen krijgen als je vanaf 2006 langer blijft werken, d.w.z. • én als je blijft werken na je 61 jaar; • én als je al 44 jaar loopbaan hebt en aan het werk blijft. Meer pensioen krijg je dus niet meer als je al met pensioen bent of in 2006 met pensioen gaat. Meer pensioen krijg je ook niet als je nog niet met pensioen bent maar al wel bent blijven doorwerken na 61 jaar of na 44 jaar loopbaan in 2005, 2004, 2003 of nog vroeger. Hoeveel meer kun je krijgen? Het bedrag van de pensioenbonus moet nog worden vastgelegd. Vroeger is gesproken van 25 of 30 euro meer per maand per langer gewerkt jaar. Werk je door op je 62, 63 en 64, zou je dus 75 of 90 euro per maand meer pensioen kunnen krijgen.
Het Generatiepact bevat ook een hoofdstuk over sociale verbeteringen en welvaartsvaste sociale uitkeringen.
Lage lonen en deeltijdse jobs Vanaf 1 oktober 2006 gaat het pensioen worden verbeterd voor nieuwe gepensioneerden die tijdens hun loopbaan een laag loon hadden en/of deeltijds gewerkt hebben. Twee verbeteringen: 1. Minimumrecht per loopbaanjaar Nu wordt in de pensioenberekening het loon dat meetelt voor elk gewerkt jaar verhoogd tot het nationaal minimumloon (14.810,70 euro op dit ogenblik): • als je werkelijk verdiend loon lager is; • als je tijdens dat jaar tenminste 1/3tijds gewerkt hebt;
•
en als je ook in je hele loopbaan tenminste 15 jaar (tenminste 1/3-tijds) werknemer/werkneemster bent geweest.
Dankzij die berekening op basis van het interprofessioneel minimumloon wordt het pensioen verhoogd voor wie een laag loon of deeltijdse jaren had. Maar daardoor mag het pensioen wel niet hoger worden dan 15.248,83 euro (gezinspensioen) of 12.199,05 euro (pensioen alleenstaande). Vanaf oktober wordt die regeling verbeterd: • het maximumbedrag kan worden verhoogd; • de loopbaan kan breder worden berekend, bijv. door jaren of periodes als zelfstandige of ambtenaar te laten meetellen. De precieze verbeteringen moeten nog worden vastgelegd. 2. Minimumpensioen Het minimumpensioen krijg je als je een volledige loopbaan hebt: • als je 45 (man) of 44 (vrouw) jaren loopbaan hebt; • als je elk van die jaren ook volledig hebt gewerkt of gelijkgesteld: d.w.z. ofwel een voltijds loon, ofwel tenminste 285 dagen (van tenminste 6 uren) of 1710 uren gewerkt of gelijkgesteld.
© Belpress
2/3 van het minimumpensioen krijg je als je tenminste 2/3 van zo’n volledige loopbaan hebt: dus tenminste 30 jaar loopbaan. Haal je die 30 jaar enkel door jaren als zelfstandige mee te tellen, dan heb je recht of het minimumpensioen voor zelfstandigen.
22
Die regeling voor een 2/3 minimumpensioen gaat worden verbeterd:
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
Langer werken
a. als je al 2/3 van een volledige loopbaan haalt met voltijds werken (elk jaar tenminste 214 dagen voltijds equivalent), en als je daarnaast nog deeltijdse jaren hebt, dan ga je een proportioneel minimumpensioen krijgen waarbij de deeltijdse jaren ook tellen als voltijdse: Bijvoorbeeld: je hebt 32 voltijdse en 10 deeltijdse jaren: je zult 42/45 (of 42/44) van het minimumpensioen krijgen. b. als je niet komt aan 2/3 van een volledige loopbaan met voltijdse jaren, maar wel deeltijdse jaren erbij, dan zul je een minimumpensioen pro rata krijgen: Bijvoorbeeld: je hebt 20 voltijdse en 12 halftijdse jaren: je zult 26/45 (of 26/44) van het minimumpensioen krijgen.
Welvaartsvastheid In het rijtje sociale verbeteringen staan twee verhogingen voor gepensioneerden aan te schuiven: • op 1 september 2006 + 2% voor de pensioenen ingegaan in 1998 en 1999; • op 1 september 2007 + 2% voor de pensioenen ingegaan in 2000 en 2001. Vanaf 2008 zou het nieuwe systeem van welvaartsvastheid voor pensioenen en andere sociale uitkeringen van stapel moeten gaan.
Aanvullende pensioenen
Loonplafond pensioen
De regering wou eerst de uitbetaling van het kapitaal van een groepsverzekering geleidelijk opschuiven naar 65 jaar. Dat hebben we kunnen tegenhouden. In de plaats is een ‘stimulerende’ maatregel gekomen: de belasting op pensioenkapitalen wordt verlaagd als je langer blijft werken.
Je pensioen als werknemer wordt berekend op basis van: • je loopbaan: de gewerkte en gelijkgestelde periodes; • je lonen verdiend tijdens die loopbaan: de werkelijk verdiende lonen voor gewerkte periodes; een fictief loon voor gelijkgestelde periodes (dat meestal gelijk is aan het laatst verdiende loon net tevoren).
Die belasting bedraagt nu: • 16,5% op het gedeelte van het kapitaal dat door de werkgever is gefinancierd • 10% op het gedeelte van het kapitaal dat je zelf met eigen bijdragen hebt opgebouwd. Daarnaast zijn er nog gemeentelijke opcentiemen. Die 16,5% wordt vanaf 2006 verlaagd tot 10%: • als je je kapitaal pas opneemt op je 65 jaar; • en als je tegelijk ook blijft werken tot je 65; • en als je al niet vroeger voorschotten hebt opgenomen of je groepsverzekering hebt gebruikt als borg voor een hypothecaire lening. Blijven werken tot je 65 zou volgens de minister van Financiën nogal ruim mogen opgevat worden. Praktisch zou het volstaan dat je laat zien dat je tot je 65 zou willen werken. Bijvoorbeeld: je bent ontslagen, je trekt werkloosheid maar je blijft actief zoeken naar werk, ook al heb je dat op 65 niet meer gevonden.
| UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
Dat werkelijk en fictief loon wordt voor de pensioenberekening wel geplafonneerd: voor 2005 op 43.314,93 euro bruto, voor 2004 op 41.564,11 euro en voor 2003 op 40.898,30 euro. Dit loonplafond wordt normaal geïndexeerd. Het wordt daarnaast om de twee jaar verhoogd met hetzelfde percentage als waarmee de reële lonen omhoog gaan. In concreto: het plafond wordt verhoogd met de loonnorm (= de reële verhoging zonder de indexering). Wat gaat de regering nu doen voor de jaren na 2006? • het plafond wordt nog altijd om de twee jaar verhoogd, maar enkel voor de werkelijk verdiende lonen; • het plafond wordt nog enkel geïndexeerd maar niet meer tweejaarlijks verhoogd voor fictieve lonen als het gaat om periodes van volledige werkloosheid, voltijds brugpensioen, volledige loopbaanonderbreking of voltijds tijdkrediet. De regering wil daardoor een (klein) verschil maken tussen werken en nietwerken. Eerst wou ze het (fictief) loon voor gelijkgestelde periodes terugbrengen tot het minimumloon. Dat zou erg geweest zijn. Daar hebben we een stokje voor kunnen steken. 23
Toegelaten arbeid Ook nu nog blijft de maatregel principieel onaanvaardbaar, maar blijft de weerslag beperkt. Kleine berekening: je zit op of boven het loonplafond en je gaat op 58 jaar met brugpensioen. Op dit ogenblik moet gerekend worden met een reële loonnorm van 1% voor twee jaar. Als het plafond voor die brugpensioenjaren zeven jaar lang (tot je 65) niet verhoogd wordt, dan kost die niet-verhoging je: • de eerste twee jaren : telkens 5,5 euro (pensioen alleenstaande) of 6,8 euro (gezinspensioen); • het derde en vierde jaar: 11 resp. 13,7 euro; • het vijfde en zesde jaar: 16,5 resp. 20,5 euro; • het zevende jaar: 22 resp. 27,5 euro. In totaal zal die niet-verhoging van het loonplafond je 88 (alleenstaande) of 110 euro (gezinspensioen) gekost hebben. Over de hele zeven jaar.
Vanaf 2006 mogen gepensioneerden na de wettelijke pensioenleeftijd (mannen: 65 jaar; vrouwen: 64 jaar) meer bijverdienen: • vanaf 2006: 15% meer; • vanaf 2007: nogmaals 10% meer.
Tegelijk heeft de regering aangekondigd dat toegelaten arbeid voor vervroegd gepensioneerden afgebouwd wordt. Dat is tot nu toe niet gebeurd. Dezelfde grenzen als in 2005 blijven van toepassing. Inkomensgrenzen voor toegelaten arbeid als werknemer (bruto):
zonder kinderen
met kinderen
vervroegd rustpensioen vóór 65/64 jaar (of een andere wettelijke pensioenleeftijd)
7.421,57 euro
11.132,37 euro
enkel overlevingspensioen vóór de wettelijke pensioenleeftijd
14.843,13 euro
18.553,93 euro
rust- of overlevingspensioen na de wettelijke pensioenleeftijd
vanaf 2006: 15.590,18 euro vanaf 2007: 17.149,20 euro
vanaf 2006: 19.300,98 euro vanaf 2007: 20.860,- euro
Vanaf 2006 valt ook de voorafgaandelijke aangifte van toegelaten arbeid weg, althans vanaf 65 jaar. Die controle gebeurt voortaan automatisch op basis van de gegevens van de pensioendiensten en bij de Kruispuntbank. Vervroegd gepensioneerden moeten nog vóór hun eerste pensioenbetaling een verklaring blijven afleggen over het uitoefenen van een beroepsactiviteit of over andere sociale uitkeringen, en ook aangifte blijven doen van toegelaten arbeid.
© Belpress
De regering heeft gezegd dat dit nieuwe loonplafond enkel zal gelden voor nieuwe bruggepensioneerden, en niet voor wie nu al in brugpensioen is.
Gepensioneerden
24
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
Langer werken
Weduwen en weduwnaars De regering plant een nieuwe regeling van toegelaten arbeid in geval van overlevingspensioen vanaf 2007. •
•
•
Overlevingspensioen en arbeidsinkomen (bruto) zouden kunnen worden tot één totaal bedrag: 26.200 euro, verhoogd met 3.710,80 euro per kind ten laste. Wordt dit plafond overschreden, dan wordt het overlevingspensioen evenredig verminderd met de overschrijding. In een overgangsfase (3 jaar) zou kunnen gekozen worden voor de voordeligste regeling: de bestaande of de nieuwe. Weduwen en weduwnaars die ook werken worden nu dubbel gestraft als ze niet (meer) kunnen werken wegens ziekte of (tijdelijke of volledige) werkloosheid. Pensioen kan immers niet worden gecumuleerd met andere sociale uitkeringen. Dat gaat veranderen. Overlevingspensioen zal wel kunnen doorbetaald blijven tijdens periodes van ziekte of werkloosheid, gedurende één jaar en tegen een lager bedrag (438,29 euro per maand). Dat is nog niet zoals het zou moeten, maar wel al een belangrijke doorbraak.
Bruggepensioneerden Mag je werken als bruggepensioneerde? Voor bruggepensioneerden zijn de regelen grotendeels dezelfde als voor (oudere) werklozen. In principe en ook in feite kun je brugpensioen niet cumuleren met arbeid: niet met voltijdse, deeltijdse of occasionele loonarbeid, en niet met een zelfstandige activiteit. Tijdens arbeidsperiodes verlies je je werkloosheidsuitkering.
Uitzonderingen: 1. Vrijwilligerswerk Je mag vrijwilligerswerk doen voor: • een vereniging, vzw of openbare dienst; • je kinderen en kleinkinderen, broers en zussen, als het niet gaat om hun beroepsactiviteit; • een andere privé-persoon (vriendendienst); • brandweer of dienst 100. Als de vereniging of instelling een algemene toelating heeft van de RVA om bruggepensioneerden op vrijwillige basis in te schakelen, dan moet je als bruggepensioneerde niks doen. Anders moet je je vrijwillige activiteit vooraf aangeven bij je werkloosheidskas. De RVA kan altijd zo’n vrijwillige activiteit weigeren, bijvoorbeeld omwille van het soort activiteit of de vele uren. 2. Onderhoud eigen goederen Je mag aan je eigen goederen werken: • Onderhoudswerken; • Verbouwingswerken.
| UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
Je moet het wel doen voor eigen rekening en zonder de bedoeling om winst te maken (= handel te gaan drijven). Maar de waarde van die goederen mag er wel door verhoogd worden. 3. Nevenactiviteiten Je mag bijkomende activiteiten doen: • als je die al tevoren deed, d.w.z. in de laatste 3 maanden vóór je brugpensionering, behalve als je al 58 jaar ben of als je al 1 jaar bruggepensioneerd bent, dan moet je een nevenactiviteit niet van tevoren gedaan hebben; • als je vooraf aangifte ervan doet, d.w.z. ten laatste op het moment dat je ermee begint; • als ze niet gebeuren tussen 7 en 18u of als het niet gaat om activiteiten die voornamelijk na 18u gedaan worden (nachtwaker, horeca, verzekeringsagent). Je werkloosheidsuitkering zal wel worden verminderd met het deel van je nettoinkomen dat hoger is dan 11,46 euro per dag. Om dat te berekenen wordt je nettojaarinkomen gedeeld door 312). 25
Pensioeninformatie 4. Politiek mandaat Zonder aangifte en zonder inkomensgrens mag: gemeente-, provincie- en OCMWraadslid, rechter of raadsheer in sociale zaken. Andere mandaten moeten aangegeven worden en inkomsten hoger dan 3.575,52 netto (per jaar) worden afgetrokken van de werkloosheidsuitkeringen. 5. Artistieke activiteiten Je kunt onbekommerd aan kunstbeoefening doen zolang het een hobby blijft, d.w.z. zolang je artistieke prestaties onbezoldigd blijven of zolang je je creaties niet commericaliseert. Je kunt dus boeken schrijven, schilderijen maken, in amateurtoneel optreden, aan niet-commerciële tentoonstellingen deelnemen… Zodra je echter inkomsten haalt uit je artistieke activiteit moet je die aangeven. Zijn die inkomsten hoger dan 3.575,52 euro (netto op een jaar), dan wordt je werkloosheid verminderd met het gedeelte daarboven.
De regering koestert een grotere ambitie. Straks (tegen 2010) zou iedereen op elk moment een individuele berekening van zijn pensioen moeten kunnen krijgen. En die berekening zou zowel het wettelijk pensioen als het eventueel aanvullend pensioen moeten aangeven. Vanaf 55 jaar zou je zelfs automatisch ieder jaar een berekening van je pensioen toegestuurd krijgen. De regering heeft daarmee nog een ande-
re bedoeling: ze wil je laten zien hoeveel pensioen je (maar) zult hebben. En ze zou tegelijk willen laten zien hoeveel meer je zou kunnen hebben als je wat langer zou blijven werken. Overigens kun je nu al vanaf 55 jaar een aanvraag doen om je pensioen geschat te krijgen: • ofwel bij je gemeente; • ofwel rechtstreeks bij de Infodienst Pensioenen (postbus 175, 1060 Brussel).
© Belpress
Mag je opnieuw gaan werken als bruggepensioneerde? Natuurlijk. Je krijgt dan wel geen werkloosheidsuitkeringen meer, maar je zult je brugpensioensupplement wel kunnen behouden. Zie volgend hoofdstuk. Word je opnieuw werkloos, krijg je ook opnieuw je werkloosheidsuitkering.
26
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
Opnieuw gaan werken
Opnieuw gaan werken
© Rob Stevens
1. Outplacement 2. Bijdrageverminderingen en tegemoetkomingen oudere werknemers 3. Behoud brugpensioen en canada dry 4. Werkhervattingstoeslag oudere werklozen 5. Seniorvakantie 6. Solidarisering brugpensioen 7. Tewerkstellingstraject
| UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
27
Outplacement Bijdrageverminderingen en tegemoetkomingen Ben je 45 jaar of ouder, ben je tenminste één jaar in dienst en word je afgedankt (niet om dringende redenen), dan heb je nu recht op outplacement, op begeleiding naar ander werk, op uitwerving in heel schoon Nederlands. Dat outplacement kun je zelf vragen bij je werkgever ten laatste twee maanden na het einde van je arbeidsovereenkomst. De hele regeling staat in cao nr. 82 van de Nationale Arbeidsraad. De regering heeft beslist om van dat recht een plicht te maken: • ben je 45 jaar of ouder en word je afgedankt, dan zal je werkgever je een outplacement moeten aanbieden; doet hij dat niet, dan zal hij 3.600 euro moeten storten aan de RVA om zo’n outplacement te financieren; • zelf zul je ook op zo’n outplacement moeten ingaan, anders riskeer je uitgesloten te worden van werkloosheidsuitkeringen gedurende 4 tot 52 weken; • ben je 45 of ouder en ben je erbij in een collectief ontslag, dan moet je ofwel een tewerkstellingscel actief meemaken (als je brugpensioen wil krijgen), ofwel minstens een outplacementbegeleiding doormaken (zie brugpensioen bij herstructureringen). Nieuw is nog dat ook bruggepensioneerden voortaan een outplacement kunnen vragen, tenminste die bruggepensioneerden die beschikbaar moeten blijven voor de arbeidsmarkt.
28
Oudere werknemers Voor oudere werknemers krijgen werkgevers extra bijdrageverlagingen (naast de structurele bijdrageverlaging die geldt voor alle werknemers): • momenteel 400 euro per kwartaal voor alle werknemers van 57 jaar en ouder; • daarnaast, vanaf april 2007, een nieuwe bijdrageverlaging voor werknemers vanaf 50 jaar met een ‘laag loon’ (= beneden 4000 euro per maand): die verlaging zou 50 euro per kwartaal belopen voor werknemers van 50 jaar en stijgen met telkens 50 euro per kwartaal per leeftijdsjaar, dus 100 euro voor 51-jarigen… Die bijdrageverlagingen zouden de hogere kost van oudere werknemers moeten compenseren.
Oudere werklozen Om werkgevers ertoe te brengen ouderen in dienst te nemen, bestaan al een aantal financiële tegemoetkomingen voor de aanwerving van werklozen van 45 jaar en ouder: • een bijdrageverlaging van 400 euro per kwartaal, zonder beperking van duur • een tussenkomst in het loon (zogenaamde Activa 45+): - voor 45-plussers die 6 maanden werkloos zijn: 1000 euro per kwartaal
het eerste jaar, 400 euro de vier volgende jaren; - voor 45-plussers die 12 maanden werkloos zijn: 1000 euro per kwartaal gedurende 5 jaar; - voor 45-plussers die 18 maanden werkloos zijn: 1000 euro per kwartaal gedurende 5 jaar + een activering van de werkloosheidsuitkering (500 euro per maand) gedurende 2,5 jaar.
Tewerkstellingspremie Op Vlaams vlak komt er een tewerkstellingspremie bij voor werkgevers die een +50-jarige werkloze aanwerven met een arbeidscontract voor onbepaalde duur. De werkgever krijgt een maandelijkse premie van de VDAB gedurende één jaar. Die premie hangt af van het brutoloon in de nieuwe job: Maandloon
Maandelijkse premie
800 tot 2000 euro
400 euro
2000 tot 3500 euro
700 euro
+ 3500 euro
1000 euro
Tewerkstelling moet gebeuren in het Vlaamse gewest. De premie is vrijgesteld van de vennootschapsbelasting.
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
Opnieuw gaan werken
Ben je met brugpensioen of heb je een canada dry (aanvulling bij werkloosheidsuitkering), dan kun je opnieuw gaan werken en toch je aanvulling brugpensioen of canada dry houden tijdens die periodes van werkhervatting. Ga je opnieuw werken, dan: • blijft je aanvulling brugpensioen of canada dry doorbetaald (natuurlijk niet je werkloosheidsuitkering); daartoe zal cao nr. 17 inzake brugpensioen aangepast worden; • wordt die aanvulling niet als loon beschouwd door de sociale zekerheid en ook niet door de fiscus : dus geen RSZ-bijdragen en dus belasting zoals op vervangingsinkomens (zoals tevoren); • moet je op die aanvulling brugpensioen of canada dry zelfs de bijzondere bijdrage (van 6,5%) niet meer betalen; • en moet ook je vroegere werkgever de bijzondere bijdrage op brugpensioenen of canada dry niet meer betalen. Je merkt het, zoveel vrijstellingen, de regering wil je kost wat kost opnieuw aan het werk. Er zijn maar twee voorwaarden: 1. je gaat opnieuw aan het werk als werknemer of als zelfstandige (in hoofdberoep), niet in bijberoep), maar wel voor een andere werkgever dan je laatste werkgever of een werkgever uit dezelfde groep als je laatste werkgever.
© Belpress
Behoud aanvulling brugpensioen en canada dry
2. je laatste werkgever moet duidelijk zeggen dat aanvullingen brugpensioen of canada dry doorbetaald zullen worden bij werkhervatting. Tot 31 december 2007 volstaat het dat de brugpensioen-cao of canada dry-regeling niet uitdrukkelijk zegt dat de betaling van de aanvullingen onderbroken wordt tijdens werkhervattingen. Vanaf 2008 moeten brugpensioen- en canada dry-regelingen zwart op wit ver-
| UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
melden dat aanvullingen doorbetaald blijven tijdens werkhervattingen. Staat her er niet in, dan zullen aanvullingen beschouwd wordoen als loon door RSZ en fiscus, en dan zullen de bijzondere bijdragen op brugpensioen en canada dry verdubbeld worden. N.B. Ga je opnieuw aan het werk tegen een lager loon, dan blijven je pensioen en je werkloosheid berekend op het hoogste loon. Dat was al vroeger geregeld.
29
Werkhervattingstoeslag oudere werklozen
Seniorvakantie
Oudere werklozen (+50 jaar en tenminste 20 jaar loopbaan) krijgen na één jaar werkloosheid een verhoogde werkloosheidsuitkering (een anciënniteitstoeslag). Als ze opnieuw aan het werk gaan, behouden ze die verhoging in de vorm van een werkhervattingstoeslag van 150 euro per maand (geïndexeerd momenteel 168,93 euro).
Er is nog een bijkomende stimulans om als oudere werkloze opnieuw aan het werk te gaan. Als je nu terug gaat werken en het jaar voordien werkloos was, heb je geen recht op vakantie en vakantiegeld. Als de onderneming sluit wegens vakantie, kun je wel tijdelijk werkloosheid krijgen. Maar als de onderneming niet sluit moet je ofwel blijven werken ofwel verlof zonder wedde nemen. Dat verandert vanaf 2007. Ben je 50 jaar, was je volledig werkloos of invalide het jaar tevoren en ga je opnieuw werken, dan heb je recht of vier weken betaalde vakantie: • ofwel vier volle weken ten laste van de RVA, als je het hele jaar voordien werkloos, bruggepensioneerd of invalide was: je krijgt vier weken werkloosheid aan 65% van je brutoloon (geplafonneerd op 1.743,89 euro); • ofwel vakantiegeld overeenkomstig de dagen dat je het jaar tevoren hebt gewerkt en een aanvulling tot 4 weken in de vorm van een werkloosheidsuitkering aan 65% van je geplafonneerd brutoloon.
Die verbeteringen gelden vanaf 1 april 2006. Maar niet als je voordien al opnieuw aan het werk was, zelfs niet als je aan het werk bent gebleven na 1 april 2006. De vervroeging van de werkhervattingstoeslag (vanaf 1 dag in plaats van 1 jaar werkloosheid) maakt de pas ingevoerde Vlaamse weerwerkpremie overbodig. Deze werd op 1 juli 2005 ingevoerd voor +50jarige werklozen die na een herstructurering of faillissement binnen het jaar opnieuw aan de slag gaan. Vanaf 1 april 2006 wordt deze maatregel ingetrokken. N.B. Ga je opnieuw aan het werk tegen een lager loon, dan blijven je pensioen en je werkloosheid berekend op het hoogste loon. Dat was al vroeger geregeld. © Belpress
Deze regeling wordt op twee punten verbeterd: 1. je krijgt die werkhervattingstoeslag ook al meteen als je als oudere werkloze nog geen jaar werkloos bent en opnieuw aan het werk gaat. Tenminste als het is bij een werkgever bij wie je in de laatste 6 maanden niet hebt gewerkt. Tenzij je tijdens die periode al de werkhervattingstoeslag kreeg; 2. je krijgt de werkhervattingstoeslag voortaan ook als je aan de slag gaat als zelfstandige (in hoofdberoep). Uiteraard
niet met opdrachten voor de werkgever bij wie je in de laatste 6 maanden hebt gewerkt.
Een gelijkaardige regeling bestaat al voor jongeren die na hun studies voor het eerst aan het werk gaan. Zij krijgen ook vier weken jeugdvakantie(geld). Zij kunnen dat maar één keer krijgen. 50-plussers kunnen seniorvakantie krijgen elk jaar dat ze het jaar voordien volledig werkloos, bruggepensioneerd of invalide waren. Maar niet voor jaren waarin ze met tijdkrediet (of loopbaanonderbreking) waren.
30
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
Opnieuw gaan werken
Solidarisering brugpensioen
Tewerkstellingstrajecten
Dikwijls wordt gezegd dat werkgevers geen oudere werklozen meer in dienst willen nemen om twee redenen: omdat ze meer zouden kosten (hoger loon) en omdat ze straks brugpensioen moeten betalen. Het eerste bezwaar wordt aangepakt met bijdrageverminderingen voor oudere werknemers. Ook voor het tweede bezwaar heeft de regering een oplossing proberen te vinden: oudere werknemers die in dienst worden genomen blijven recht hebben op brugpensioen, maar dat zal niet moeten betaald worden door hun nieuwe werkgever. Het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen neemt de betaling van het brugpensioensupplement over voor werknemers: • die op hun 50 jaar of ouder worden aangeworven en wier aanwerving ook onmiddellijk is aangegeven; • die in de twee jaar voordien niet in dienst zijn geweest, ook niet in een andere onderneming van de groep; • die tenminste één jaar in dienst zijn op het ogenblik dat ze afgedankt worden (met het oog op brugpensioen).
Via tewerkstellingstrajecten erkend door de Gewesten kunnen mensen tewerkgesteld worden: • voor 6 maanden (verlengbaar met 6 maanden) met een interimcontract; • voor beperkte tijd via terbeschikkingstelling bij andere of verschillende werkgevers.
Dit tewerkstellingstraject bestaat uit drie fasen: • eerst een interimcontract van maximum 1 maand; • dan een werkplekopleiding bij de gebruiker onder begeleiding van het uitzendkantoor, met een IBO-contract van maximum 6 maanden; • dan een arbeidscontract voor onbepaalde duur met de gebruiker, met een
Modaliteiten: • de VDAB moet het traject goedkeuren; • het IBO-contract wordt afgesloten tussen vier partijen: VDAB, uitzendkantoor, gebruiker en werkzoekende; • de gebruiker moet zich in dit contract engageren voor de tewerkstelling na de IBO met een arbeidscontract voor onbepaalde duur; • tijdens de IBO behoudt de werkloze zijn uitkering; bovenop betaalt de VDAB een productiviteitspremie, die wordt doorgerekend aan het uitzendkantoor; • het uitzendkantoor ontvangt voor de begeleiding tijdens de werkplekopleiding een vergoeding van de VDAB; • het uitzendkantoor ontvangt van de VDAB een bonus als de werkloze in opleiding sneller een vast contract krijgt dan aanvankelijk voorzien; • een bonus wordt ook gegeven als de werkloze na vaste aanwerving langer in dienst wordt gehouden (bijv. 12 maanden) dan aanvankelijk afgesproken; • de VDAB bewaakt de kwaliteit van de werkplekopleiding en de begeleiding.
© Belpress
Het Fonds neemt de brugpensioenbetaling wel pas over vanaf 60 jaar.
De regeling moet nog verder worden uitgewerkt. De trajecten zijn in elk geval bedoeld voor (oudere) werklozen en leefloontrekkers. De Vlaamse regering speelt al onmiddellijk in op die federale versoepeling voor interimarbeid. Voor 50-plussers, allochtonen en arbeidsgehandicapten komt er een nieuwe formule van IBO-interim, onder controle van de VDAB (IBO = individuele beroepsopleiding in de onderneming).
garantie dat de tewerkstelling minstens zo lang duurt als de IBO.
| UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
31
© Belpress
32
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
Bijlagen
Bijlagen
| UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
33
Bijlage 1: Tijdtafel
Generatiepact
(wijzigingen op 1 januari van elk jaar, tenzij anders vermeld) 2006
Brugpensioen:
• • •
Canada dry:
• • •
Pensioenen:
• • •
Oudere werklozen:
• •
herstructureringen (datum KB in Staatsblad, maart ?) behoud aanvulling bij werkhervatting (in principe april) fiscaliteit: - opheffing fiscale discriminatie nieuwe (sinds 2004) gehuwde bruggepensioneerden - aanvulling = in principe loon bijdragebetaling (april) behoud aanvulling bij werkhervatting (april) fiscaliteit: aanvulling = in principe loon toegelaten arbeid vanaf 65 (mannen) / 64 (vrouwen): +15% pensioenen ingegaan in 1998 + 99: +2% (september) verbetering voor lage lonen en deeltijdse loopbanen (oktober) werkhervattingstoeslag (april) tewerkstellingspremie Vlaanderen (datum: ?)
Verplicht outplacement 45+ (?) Overstap naar lichter werk (?) 2007
Tijdkrediet:
• •
55+: recht 1/5 voltijds: verlenging na 1 j.
Brugpensioen: werkgeversbijdragen in % Seniorvakantie Omzetting eindejaarspremie in vakantiedagen Pensioenen:
• • • •
toegelaten arbeid weduwen pensioenbonus loonplafond: bevriezing gelijkgestelde periodes pensioenen van 2000-2001 : +2% (september)
Bijdragevermindering voor 50+ (april) 2008
Brugpensioen 58 en 60 jaar: langere loopbaan Sociale uitkeringen: welvaartsvastheid
2010
Brugpensioen 58 jaar: langere loopbaan
2011
Brugpensioen 55 jaar (na 38 jaar): 56 jaar
2012
Brugpensioen 58 en 60 jaar: langere loopbaan
2013
Brugpensioen 56 jaar (na 38 jaar): 57 jaar
2014
Brugpensioen 58 jaar: langere loopbaan (vrouwen)
2015
Brugpensioen 57 jaar (na 38 jaar): 58 jaar
34
| UW LOOPBA ANEINDE VOLGENS H E T G EN ER ATIEPACT |
Bijlagen
Bijlage 2: Levensloop 45+
• •
50+
• • • • • • •
55+
Generatiepact
verplicht outplacement (na afdanking) herstructurering: tewerkstellingscel of outplacement herstructurering: brugpensioen (50, 52 of 55 jaar) na tewerkstellingscel canada dry: aanvulling bij werkloosheid tijdkrediet: halftijds of 1/5 vakantie i.p.v. eindejaarspremie (50 – 55 jaar) werkloze: werkhervattingstoeslag werkloze: tewerkstellingspremie (Vlaanderen) overstap naar lichter werk
•
brugpensioen (bestaande cao) na 38 jaar loopbaan (tot en met 2010) tijdkrediet: recht 1/5
56+
•
brugpensioen na 33 jaar loopbaan en 20 jaar nacht- en ploegenarbeid of arbeidsongeschikt bouw
58+
•
brugpensioen - na 25 jaar loopbaan (tot en met 2007) - na 35 jaar (M) of 30 jaar (V) loopbaan (vanaf 2008) - na 35 jaar loopbaan en zwaar beroep (vanaf 2008) - na 37 jaar (M) of 33 jaar (V) loopbaan (vanaf 2010) - na 38 jaar (M) of 35 jaar (V) loopbaan (vanaf 2012) - na 38 jaar (M en V) loopbaan (vanaf 2014)
60+
•
•
brugpensioen - na 20 jaar loopbaan (tot en met 2007) - na 30 jaar (M) of 26 jaar (V) (vanaf 2008) - na 35 jaar (M) of 28 jaar (V) (vanaf 2012) vervroegd pensioen
62+
•
pensioenbonus (vanaf 2007)
64+
•
pensioen V (tot en met 2008)
65+
•
pensioen M en (vanaf 2009) V
•
| UW LOOPBA ANEINDE VOLG ENS HET G ENER AT I EPACT |
35
Uw loopbaaneinde volgens het Generatiepact
Deze uitgave zal permanent bijgewerkt worden op www.acv-online.be