U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor VERBATIM NAS HARD DRIVE. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de VERBATIM NAS HARD DRIVE in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen, maat, accessoires, enz.). Uitgebreide gebruiksaanwijzingen staan in de gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing VERBATIM NAS HARD DRIVE Gebruikershandleiding VERBATIM NAS HARD DRIVE Handleiding VERBATIM NAS HARD DRIVE Bedieningshandleiding VERBATIM NAS HARD DRIVE Instructiehandleiding VERBATIM NAS HARD DRIVE
Uw gebruiksaanwijzing. VERBATIM NAS HARD DRIVE http://nl.yourpdfguides.com/dref/3871724
Handleiding samenvatting: Het lampje gaat uit wanneer de schijf volledig is uitgeschakeld. 3 Achterpaneel Op het achterpaneel vindt u interfaceaansluitingen en een verzonken microschakelaar waarmee u het apparaat kunt resetten. Zie onderstaande afbeelding. 1. AAN/UIT-knop. Zodra de wisselstroomadapter correct op de NASschijf en op een stopcontact is aangesloten, kunt u op de AAN/UIT-knop drukken om de schijf in te schakelen. Druk nogmaals op de AAN/UIT-knop om de schijf uit te schakelen. Het lampje knippert circa 15 seconden terwijl de schijf wordt afgesloten, zoals hierboven beschreven. Gelijkstroomingang. @@Ethernet-aansluiting. Via deze aansluiting kunt u de schijf op het netwerk aansluiten. @@USB- A-aansluitingen (2 elk). @@@@De unit wordt dan gereset, net als wanneer u uw computer opnieuw opstart. Als het probleem aanhoudt, of u de instellingen (zoals het beheerderswachtwoord) niet meer weet, moet u de Reset-knop vijf seconden lang ingedrukt houden. In dat geval worden de fabrieksinstellingen hersteld. Ventilator. De ventilator is ontworpen om extra koeling te bieden als de temperatuur in de unit tot boven het ingestelde punt stijgt. Zorg voor voldoende ventilatie door erop toe te zien dat de ventilatieopeningen niet worden geblokkeerd. De draaiende schijf genereert ook warmte wanneer geen gegevens worden gelezen of geschreven. U kunt voorkomen dat de ventilator onnodig blijft draaien door de uitschakeltijd van de schijf te verkorten (zie verderop, onder NAS-beheer / Geavanceerd / Onderhoud / Schijfhulpprogramma). 6. Info over de vaste schijf De interne vaste schijf van de NAS-schijf is voorgeformatteerd in de indeling EXT2, zodat deze meteen kan worden gebruikt voor opslag via het netwerk. Opmerking: de capaciteit is afhankelijk van het model. 1 MB = 1.000.000 bytes/1 GB = 1.000.000.000 bytes/1 TB = 1.000. 000.000.000 bytes. Een deel van de capaciteit wordt gebruikt voor reeds aanwezige software, formatteren en andere functies en is daarom niet beschikbaar voor gegevensopslag. Hierdoor, en ook vanwege verschillende berekeningsmethodes, kan het zijn dat uw besturingssysteem minder megabytes/gigabytes/terabytes meldt. De vaste schijf is een complex elektronisch opslagsysteem en moet met zorg worden behandeld, zoals u een gevoelige draagbare computer of ander geavanceerd elektronisch apparaat zou behandelen. Stel de unit niet bloot aan schokken, hoge temperaturen of sterke magnetische velden. Schakel de unit UIT wanneer u deze niet gebruikt. De NAS-schijf gaat dan langer mee. De NAS-schijf op uw bureau plaatsen Plaats de NAS-schijf op een stevig bureau of stevige tafel waarop geen rommel ligt die de luchtstroom rond de unit kan blokkeren. 5 Meegeleverde software Op de meegeleverde cd-rom vindt u de Gebruikershandleiding en drie softwaretoepassingen: 1) Finder.exe, 2) Nero backupsoftware en 3) TorrentFlux. Finder.exe Dit is een Windows-toepassing die alle Verbatim NAS-schijven binnen uw netwerk opzoekt en het IP-adres van elke gevonden schijf weergeeft. U kunt deze toepassing gebruiken door het bestand Finder. exe te kopiëren naar uw Windows-computer en vervolgens erop te dubbelklikken om de toepassing te starten. Back-upsoftware Op de cd-rom treft u Nero backupsoftware aan. U kunt deze toepassing op een clientcomputer met Windows installeren door de map Nero op de cd te openen en te dubbelklikken op het bestand setupx om de installatie te starten. Het venster voor installatie van Nero wordt weergegeven. Volg de installatiewizard om de software te installeren. Voordat u met Nero een back-up van uw bestanden kunt maken op de NAS-schijf, moet u een stationsletter toewijzen aan de bestemmingsmap. Deze procedure wordt verderop beschreven, onder Bediening van de NAS-schijf / Bestanden delen in Windows / Bladeren op Deze computer. TorrentFlux TorrentFlux is een implementatie van het BitTorrent-protocol. De installatie van dit optionele protocol wordt verderop beschreven, in NAS-beheer / Geavanceerd / Onderhoud / Een nieuwe service installeren. Aansluiten op het netwerk Voor de installatie van de NAS-schijf hebt u een vrije Ethernet-poort op een router of switch nodig. Sluit de NAS-schijf met behulp van de meegeleverde CAT-6 Ethernet-kabel aan op het lokale netwerk. Zet eerst de router (of Ethernet-switch) aan, en zet vervolgens de NAS-schijf aan. In de onderstaande afbeelding ziet u een voorbeeld van een doorsnee LAN-configuratie. 6 Voordat u probeert verbinding met het netwerk tot stand te brengen, kan het nuttig zijn wat kennis te nemen van wat achtergrondinformatie over de wijze waarop de NAS-schijf gegevens omgaat met gegevens van het netwerk. Sleutel tot het begrip hiervan zijn de fundamentele beginselen van gebruikersaccounts en gedeelde mappen. 7 Gebruikersaccounts voor de NAS-schijf De NAS-schijf houdt de gegevens die door de netwerkgebruikers worden opgeslagen bij aan de hand van de bestemmingsmap van de gegevens (in dit document verder ook aangeduid als "gedeelde map" of "netwerkmap"). Bovendien moet de NAS-schijf voor elke map bijhouden wie gegevens in de map mag lezen en schrijven. Hiervoor gebruikt het systeem gebruikersaccounts en groepen. Een groep is een verzameling specifieke gebruikersaccounts. Tijdens het instellen van toegangsrechten tot een nieuwe netwerkmap hebt u de mogelijkheid aanpassingen te maken voor afzonderlijke gebruikers of voor een hele groep gebruikers, door te verwijzen naar de groepsnaam. In de standaard fabrieksinstellingen zijn twee voorgedefinieerde gebruikersaccounts opgenomen die elk unieke eigenschappen hebben. Deze gebruikersaccounts zijn: · · admin guest-share Aan beide gebruikersaccounts is tevens een voorgedefinieerde map toegewezen. De naam van de map is gelijk aan de naam van de bijbehorende gebruikersaccount. De naam "guest-share" is ook een van de voorgedefinieerde groepsnamen. Daarnaast is er een voorgedefinieerde map "public" die in eerste instantie niet is gekoppeld aan een specifieke gebruikersaccount. In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van deze gegevens. Voorgedefinieerde naam public admin guest-share @guest-share admin guest-share Groep Gebruikersaccount Netwerkmap public admin guest-share De aanvankelijke eigenschappen van deze voorgedefinieerde groepen, accounts en netwerkmappen zijn: · De map "public" is toegankelijk voor elke gebruiker van een lokale netwerk waarvoor een gebruikersaccount is ingesteld. Voor toegang tot deze map moet u zich aanmelden met uw gebruikersnaam en wachtwoord. De map "guest-share" is toegankelijk voor elke gebruiker van een lokale netwerk, ook gebruikers waarvoor geen gebruikersaccount is ingesteld. Voor toegang tot deze map hoeft u geen gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren. Deze map is ook toegankelijk via anonieme FTP. · 8 · De groep @guest-share kent twee leden, namelijk de gebruiker "admin" en de gebruiker "guest-share". De map "admin" is een besloten map voor de gebruiker "admin".
Uw gebruiksaanwijzing. VERBATIM NAS HARD DRIVE http://nl.yourpdfguides.com/dref/3871724
Dit betekent dat alleen de gebruiker "admin" toegang heeft tot deze map. · Deze begininstellingen kunt u met het beheerprogramma wijzigen. Het beheerprogramma opent u in een webbrowser. Voordat u kunt beginnen met het opslaan van gegevens (behalve als gebruiker "admin" of als anonieme gebruiker van de map guest-share) moet u met behulp van het beheerprogramma een nieuwe gebruikersaccount maken, waarin uw Gebruikersnaam en Wachtwoord zijn vastgelegd. Daarnaast kunt u andere instellingen verrichten voor uw gebruikersaccount. U kunt bijvoorbeeld desgewenst voor elke gebruiker een eigen besloten map instellen. Deze map krijgt automatisch een naam die gelijk is aan de gebruikersnaam. U kunt een gebruiker ook toegangsrechten geven voor andere mappen op de schijf, hetzij alleen voor lezen, hetzij voor lezen en schrijven. De NAS-schijf aansluiten op het LAN Nu dat u iets meer weet over gebruikersaccounts, kunt u de NAS-schijf aansluiten op het lokale netwerk. Voer de volgende stappen uit. 1. Controleer of de apparatuur van het lokale netwerk is ingeschakeld en het netwerk naar behoren functioneert. Het is raadzaam een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol) in te schakelen volgens de aanwijzingen in de handleiding van uw netwerkapparatuur. Mogelijk wordt deze procedure in de documentatie van uw apparatuur behandeld in het gedeelte "Automatisch IP-adressen toewijzen". Voor het beheren van de instellingen van de NAS-schijf moet u een webbrowser op een pc of Mac gebruiken. Zorg er daarom voor dat deze pc of Mac is ingeschakeld en op het lokale netwerk is aangesloten. Sluit de meegeleverde CAT-6 Ethernet-kabel aan tussen de Ethernet-poort van de NASschijf en een Ethernet-switch (100 Base-T of 1000 Base-T), of een vaste of draadloze router. Zorg ervoor dat de NAS-schijf en de clientcomputer zich binnen hetzelfde subnet bevinden (bijvoorbeeld 192.168.1.x). 9 2. 3. 4. 5. Sluit de bijgesloten wisselstroomadapter aan op de NAS-schijf en vervolgens op het stopcontact. Druk op de AAN/UIT-knop aan de achterkant van de NAS-schijf. Het groene lampje aan de voorzijde gaat branden als teken dat het apparaat is ingeschakeld. Wacht totdat de NAS-schijf is opgestart. De verbinding met het netwerk wordt automatisch ingesteld. Dit kan enige minuten in beslag nemen, afhankelijk van de configuratie en instellingen van het lokale netwerk. Tijdens de automatische configuratie wordt de volgende procedure gevolgd, afhankelijk van de huidige netwerkinstellingen: a. De DHCP-client wordt standaard geactiveerd. De router, of een ander apparaat binnen het lokale netwerk dat de DHCP-service verzorgt, kent derhalve automatisch een IP-adres toe aan de NAS-schijf. b. Als binnen het geïsoleerde netwerk geen DHCP-server beschikbaar isinstellingen te verrichten. Voor meer geavanceerde functies vindt u de beschrijving verderop, onder "NAS-beheer". 1. Klik op Snelle installatie om de selectiegroep uit te vouwen. Naam, wachtwoord, hostnaam, IP-adres en tijd instellen Een speciale installatiewizard helpt u bij het configureren van de taal van de gebruikersinterface, het beheerderswachtwoord, de hostnaam, het IP-adres en de tijd. 2. Kies Wizard. 3. Selecteer de gewenste taal in het vervolgkeuzemenu. Als u de optie "browserinstellingen gebruiken" kiest, wordt de taal automatisch ingesteld in overeenstemming met de huidige taalinstelling van de browser. Als het beheerprogramma de taal van de browser niet ondersteunt, wordt Engels als standaardtaal geselecteerd. Kies Volgende om verder te gaan. Op het volgende scherm kunt u een nieuw wachtwoord instellen voor de gebruiker "admin". Als u het huidige wachtwoord wilt behouden, kiest u Volgende om verder te gaan naar het volgende scherm. Het wachtwoord moet bestaan uit minimaal vijf en maximaal acht tekens. Op het volgende scherm kunt u een nieuwe hostnaam instellen voor de NAS-schijf. Als u de huidige hostnaam wilt behouden, kiest u Volgende om verder te gaan naar het volgende scherm. 4. 5. 13 6. Op het volgende scherm kunt u kiezen of u automatisch adressen wilt laten toewijzen of vaste adressen wilt instellen voor het IP-adres en DNSadres (Domain Name System) van de NAS-schijf. Het is raadzaam de DHCP-service te gebruiken in uw netwerkomgeving en de standaardinstellingen op dit scherm te gebruiken. Als het binnen het netwerk noodzakelijk is statische IP-adressen toe te wijzen, kunt u deze op het formulier in dit venster invullen. Kies Volgende om verder te gaan. 7. Op het volgende scherm kunt u de datum en tijd handmatig instellen, of een NTP-server (Network Time Protocol) gebruiken. Het is nuttig de juiste datum en tijd in te vullen omdat in de diverse statuslogboeken die verderop in deze handleiding worden beschreven ook tijdsvermeldingen worden opgenomen. Nadat u de gewenste instellingen hebt verricht, kiest u Volgende. Op dit scherm ziet u een overzicht van de instellingen die u in de voorafgaande stappen hebt verricht, ter controle. U kunt teruggaan om de instellingen te bewerken of de getoonde instellingen bekrachtigen door Voltooien te kiezen 8. Nieuwe gebruikersaccount toevoegen 9. Vervolgens voegt u een nieuwe gebruikersacchreven in Stap 18. Start de instelling van de netwerkmap door op de knop Snelle installatie / Netwerkmap toevoegen te klikken. 17 Vul de naam van de nieuwe map in op het beginscherm. @@De naam van de netwerkmap moet beginnen met een letter. Nadat u de naam hebt ingevoerd, wordt het pad naar de nieuwe netwerkmap automatisch weergegeven. @@Wanneer u klaar bent met dit formulier kiest u Volgende om verder te gaan. 16. Op de volgende twee schermen kunt u de toegangsrechten voor de nieuwe netwerkmappen instellen. De toegangsinstellingen voor Server Message Block (SMB) / Common Internet File System (CIFS) worden afzonderlijk ingesteld van de toegangsinstellingen voor het Network File System (NFS). Op het eerste van de twee schermen, "Windows, FTP-toegang" kunt u de toegangsinstellingen voor SMB/CIFS configureren. U kunt alle gebruikers en groepen toegang voor lezen en schrijven toekennen door de optie "Allen toelaten" te selecteren. In plaats daarvan kunt u de toegangsrechten geen toegang, alleen toegang voor lezen of toegang voor lezen en schrijven ook voor elke gebruiker of groep afzonderlijk instellen. Groepsnamen in de lijst zijn te herkennen aan het teken "@" aan het begin van de naam. Klik wanneer u klaar bent met dit formulier op Volgende om verder te gaan met het instellen van de NFS-toegangsrechten. 18 17. Het volgende scherm bevat de instellingen voor NFS-toegang. Dit is in hoofdzaak van belang als u van plan bent binnen uw netwerk Linux-systemen te gebruiken en het NFSprotocol te gebruiken voor het delen van bestanden. U kunt alle gebruikers NFS-toegang tot de netwerkmap verlenen door het selectievakje "Allen toelaten" in te schakelen. Als u dit selectievakje niet inschakelt, kunt u NFS-toegangsrechten afzonderlijk instellen voor specifieke IP-adressen of specifieke subnetten.
Uw gebruiksaanwijzing. VERBATIM NAS HARD DRIVE http://nl.yourpdfguides.com/dref/3871724
Wanneer u klaar bent met dit formulier kiest u Voltooien. 18. U bent nu klaar met het verrichten van de basisinstellingen. U kunt nu terugkeren naar Stap 9 om nog meer gebruikersaccounts, groepen of netwerkmappen toe te voegen, verder gaan om meer geavanceerde instellingen te verrichten zoals beschreven onder "NAS-beheer", of op Afmelden klikken om het beheerprogramma af te sluiten en te beginnen met het gebruik van de NAS-schijf voor het opslaan en delen van uw gegevens. Bediening van de NAS-schijf Nadat de NAS-schijf is aangesloten op het netwerk en geconfigureerd voor de netwerkomgeving, is deze toegankelijk voor alle computers binnen hetzelfde subnet van het lokale netwerk. Meer gevorderde gebruikers kunnen ervoor kiezen een naamserver (bijvoorbeeld een WIN-server of DNS-server) te configureren zodat de schijf ook kan worden bereikt vanuit een ander subnet. U kunt de volgende acties uitvoeren: · · · · · Bestanden naar de NAS-schijf slepen. Gegevens naar de NAS-schijf kopiëren en plakken. Mappen maken en verwijderen. Bestanden en mappen delen. Een back-up maken van uw gegevens. 19 De wijze waarop u toegang kunt verkrijgen tot de schijf is afhankelijk van het besturingssysteem op de computer, Nu volgt een kort overzicht van de wijze waarop bestanden kunnen worden geraadpleegd in Windows en Mac OS X. Raadpleeg de documentatie van uw computer voor meer gedetailleerde aanwijzingen voor het delen van bestanden in het door u gebruikte besturingssysteem. Bestanden delen in Windows De NAS-schijf ondersteunt het Microsoft Common Internet File System (CIFS), ook bekend als het SMB-protocol (Server Message Block). Het SMB-protocol is op de NAS-schijf geïmplementeerd in de vorm van de populaire Samba-software. Elke pc met Windows 2000, Windows XP of Windows Vista kan toegang verkrijgen tot de gedeelde bestanden op de NAS-schijf. Wanneer u de map eenmaal hebt geopend in Deze computer of Windows verkenner, kunt u op dezelfde wijze bestanden naar de map slepen als bij een gewone map. Er zijn diverse andere manieren om de gedeelde mappen op de NAS-schijf te bekijken in Windows. U hebt bijvoorbeeld de volgende mogelijkheden: · · · · Het dialoogvenster Uitvoeren gebruiken, te bereiken via de knop Start op de werkbalk. Bladeren in de Netwerkomgeving. Het dialoogvenster Zoeken gebruiken, te bereiken via de knop Start of het Verkenner-venster, Apparaten opzoeken in Deze computer. Het dialoogvenster Uitvoeren Bij deze methode kunt u de NASschijf opzoeken door te klikken op de knop Start op het bureaublad en Uitvoeren te selecteren. Typ in het vak Openen: de tekst "\\verbatimnas" en klik op OK. In plaats daarvan kunt u ook "\\" gevolgd door het IP-adres van de NAS-schijf invoeren en op OK klikken. Bladeren in de Netwerkomgeving Open het Verkenner-venster en dubbelklik op Netwerkomgeving of Mijn netwerklocaties. Blader naar Workgroup om de gedeelde mappen op de NAS-schijf te bekijken. 20 Het dialoogvenster Zoeken Klik op de knop Start op het bureaublad en kies Zoeken. Gebruik het dialoogvenster Zoeken om te zoeken naar Computers. Voer "verbatimnas" in als naam van de computer die moet worden gezocht en klik op Nu zoeken om de aangesloten NAS-schijf te vinden. Dubbelklik op de vermelding van de NAS-schijf om verbinding te maken en de gedeelde mappen erop te bekijken. Bladeren in Deze computer Open Deze computer en dubbelklik op Mijn netwerklocaties. Blader naar Workgroup om de gedeelde mappen op de NASschijf te bekijken. Wanneer u de gedeelde mappen op de aangesloten NAS-schijf eenmaal hebt gevonden, kunt u een stationsletter aan een map koppelen. [U moet een stationsletter aan een map toewijzen om bestanden op de NAS-schijf te kunnen opslaan met de meegeleverde back-upsoftware.] Klik met de rechtermuisknop op de map en kies "Netwerkverbinding maken". Vul het dialoogvenster van Windows in (voer een stationsletter in voor het logische station en voer het pad naar de netwerkmap in) en klik op Voltooien. U kunt u nu aanmelden met de Samba-gebruikersaccount die u hebt ingesteld in het dialoogvenster "Gebruiker toevoegen". De NAS-schijf wordt in `Deze computer' vermeld onder `Netwerkstations'. Bestanden delen met Mac OSX Een Mac waarop Mac OS X wordt gebruikt kan toegang verkrijgen tot een aangesloten NASstation. Klik op Netwerk, open de map "Workgroup" en zoek naar het apparaat "verbatimnas". Dubbelklik op "verbatimnas" om het verbindingsvenster te openen. Wanneer u wordt gevraagd het gedeelde SMB/CIFS-volume waarmee u verbinding wilt maken te selecteren, selecteert u een van de netwerkmappen uit het vervolgkeuzemenu. U wordt gevraagd uw gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren ter verificatie. Als "gebruikersnaam" gebruikt u de "Korte naam" van het Mac OS die u hebt gebruikt tijdens het instellen van de account op de NAS-schijf. Zodra de verificatie is voltooid, wordt de gedeelde map op het bureaublad weergegeven. U kunt nu bestanden naar de map slepen, net als u dat kunt doen bij gewone mappen. 21 Attaching USB-apparaten aansluiten Op het achterpaneel van de NAS-schijf bevinden zich twee USB-A-poorten. USB-A-poorten kunnen worden gebruikt voor het aansluiten van een USB-printer of een USB-opslagapparaat, zoals een flashgeheugen. In de volgende paragrafen wordt beschreven hoe u deze USB-apparaten kunt installeren en gebruiken terwijl de NAS-schijf op het netwerk is aangesloten. Een printer aansluiten Nadat u een USB-printer op de NAS-schijf hebt aangesloten en geïnstalleerd, kunt u via elke gebruikersaccount afdruktaken naar de printer sturen. Voer de volgende stappen uit om de USBprinter aan te sluiten en te installeren: 1. Sluit de USB-kabel van de USB-printer aan op een van de USB-Aaansluitingen op het achterpaneel van de NAS-schijf. Zet de printer aan. De instelling Printserver in het beheerprogramma is standaard ingeschakeld. Als deze om een of andere reden eerder is uitgeschakeld, moet u het beheerprogramma openen en het selectievakje Inschakelen onder Geavanceerd/ Bestanden en printers / Printserver inschakelen. U kunt ook een beschrijving van de printer invoeren. 2. 3. Vervolgens moet u de instructies van het besturingssysteem van uw computer opvolgen om ervoor te zorgen dat de printer wordt herkend en het juiste printerstuurprogramma wordt geïnstalleerd. Voor Windows 2000, Windows XP en Windows Vista gelden bijvoorbeeld de volgende aanvullende stappen: 4. Open de map verbatimnas in Verkenner of Mijn netwerklocaties en zoek de gedeelde printer op. Standaard is hieraan de naam "lp" toegekend. Dubbelklik op de map "lp". Windows vraagt of u het stuurprogramma voor de printer wilt installeren. Klik op "Ja". 5. 22 6. Het venster "Printer selecteren" wordt geopend en u wordt gevraagd de merknaam, de modelnaam en het modelnummer van de printer te selecteren.
Uw gebruiksaanwijzing. VERBATIM NAS HARD DRIVE http://nl.yourpdfguides.com/dref/3871724
Nadat u het printermodel hebt geselecteerd wordt het stuurprogramma voor de printer op de computer geïnstalleerd. Als u de printer niet in de lijst kunt vinden, kunt u in plaats daarvan de cd-rom met het stuurprogramma van de printerfabrikant plaatsen en de aanwijzingen opvolgen voor het installeren van het stuurprogramma vanaf de cd. U kunt controleren of de verbatimnas printer is geïnstalleerd door naar Geavanceerd / Printers en faxen te gaan. Onder Printers en faxen ziet u het pictogram van de verbatimnas printer. 7. Uw printer is nu gereed om afdruktaken te verwerken, net als een gewone printer die op uw systeem is aangesloten. Een USB-opslagapparaat aansluiten U kunt ook een van de twee USB-A-poorten gebruiken om een ander USB-opslagapparaat, zoals een flashgeheugen, op de unit aan te sluiten. Wanneer het opslagapparaat eenmaal op de NAS-schijf is aangesloten, kunt u er bestanden naartoe slepen net als naar een ander opslagapparaat. U kunt de volgende typen USB-opslagapparaten aansluiten: · Flashgeheugen · Vaste schijf · Geheugenkaartlezer Voer de volgende stappen uit om een USB-opslagapparaat aan te sluiten en te gebruiken: 1. Sluit de USB-kabel van het apparaat (of de USB-connector van het apparaat) aan op een van de USB-A-aansluitingen op het achterpaneel van de NAS-schijf. Als het apparaat beschikt over een eigen voeding, moet u het apparaat inschakelen. Het apparaat is nu zichtbaar in Verkenner. Als het apparaat niet direct zichtbaar is, kan dit erop duiden dat het is geformatteerd in een bestandsindeling die niet compatibel is met de NAS-schijf. In dat geval moet u de extra stap nemen die wordt beschreven in Stap 4. 2. 3. 23 4. U moet het apparaat herformatteren met het beheerprogramma zodat de NAS-schijf het kan herkennen. CONTROLEER VOOR U HIERMEE DOORGAAT OF U ALLE GEGEVENS OP HET APPARAAT VEILIG OP EEN ANDER OPSLAGAPPARAAT HEBT OPGESLAGEN. Open het beheerprogramma en ga naar het scherm Geavanceerd / onderhoud / Schijfhulpprogramma. Selecteer het apparaat in de lijst met apparaten. Het aankoppelpunt wordt weergegeven als /mnt/USBx, waarbij x een volgnummer is. Selecteer in het vervolgkeuzemenu de bestandsindeling FAT32. Klik vervolgens op de knop Formatteren. U wordt gevraagd om de bewerking te bevestigen. Kies Ja om verder te gaan. @@@@@@Bestandsservers, printservers en netwerkmappen instellen. Systeeminstellingen verrichten, zoals IP-adres, datum en tijd. Services inschakelen, zoals DHCP, Apple Bonjour en Media Server. @@@@Hier vindt u invoervakken voor Gebruikersnaam en Wachtwoord. @@@@De gebruikersnaam moet beginnen met een letter. @@@@De gebruikersnaam en het wachtwoord worden dan automatisch ingevuld. @@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@Hier treft u een veld aan om een groepsnaam in te vullen. @@@@De groepsnaam moet beginnen met een letter. @@De groepsnaam wordt dan automatisch ingevuld. @@@@@@@@@@@@@@@@@@Dit dialoogvenster wordt verderop in dit referentiegedeelte besproken. Bestanden en printers Met deze groep instellingen kunt u de naam van de Windows-werkgroep instellen, bepaalde serverprotocollen (zoals FTP, NFS en printserver) inschakelen en volledige controle uitoefenen over het maken en beheren van mappen (netwerkmappen) op de schijf. Bestandsserver U opent het hoofdscherm met instellingen voor bestandsservers met Geavanceerd / Bestanden en printers / Bestandsserver. Op dit scherm vindt u de opties voor Windows-werkgroepen, voor de Windows Internet Naming Service (WINS), voor het inschakelen van het File Transfer Protocol (FTP), en voor de Network File System (NFS) server. Elke subgroep wordt hieronder beschreven. Nadat u het formulier hebt ingevuld, klikt u op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Windows-instellingen Met deze instellingen kunt u het transportprotocol NETBEUI in- en uitschakelen. Dit protocol is vereist voor SMB/CIFS-bestandsdeling in Windows. Dit protocol moet bijvoorbeeld zijn geactiveerd om gedeelde mappen te kunnen zien in "Mijn netwerklocaties". Het is standaard ingeschakeld. 29 Als Windowsinstellingen is ingeschakeld kunt u de naam en beschrijving van de Windowswerkgroep wijzigen. Als een WINS-server beschikbaar is, kunt u desgewenst het IP-adres ervan invullen. FTP-serverinstellingen U kunt de FTP-serverondersteuning in- of uitschakelen. Als u deze ondersteuning inschakelt, kunt u het poortnummer invullen dat u voor FTP wilt gebruiken (standaard poort 21). Nadat FTP is ingeschakeld kunt u zich via FTP op afstand bij de NAS-schijf aanmelden met uw gebruikersnaam en wachtwoord. U hebt dan FTP-toegang tot de mappen waarvoor u over toegangsrechten beschikt. Als u zich anoniem aanmeldt via FTP hebt u toegang tot de map guest-share, mits Gasttoegang (zie verderop) is ingeschakeld. Om de FTP-server te kunnen bereiken via het WAN, moet een openbaar IP-adres worden toegewezen aan de NAS. In plaats daarvan kunt u ook in de configuratie van een Network Address Translation (NAT) router een publiek IP-adres koppelen aan het IP-adres van de NASschijf binnen het LAN. NFS-serverinstellingen Het Network File System (NFS) werd ontwikkeld om het mogelijk te maken een schijfvolume dat zich in een externe computer bevindt te koppelen aan een computer alsof het een lokale vaste schijf betreft. U kunt de NFS-serverondersteuning in- of uitschakelen. Als uw thuisnetwerk uitsluitend uit Windows-computers bestaat en geen grote noodzaak bestaat om NFS-ondersteuning te gebruiken voor het delen van bestanden, kunt u dit selectievakje uitgeschakeld laten om systeembronnen vrij te houden voor andere servers. NFS en Samba leveren vergelijkbare functionaliteit voor bestandsdeling. Het belangrijkste verschil is dat Windows-computers beschikken over Samba-compatibele clients en servers als onderdeel van hun standaardnetwerkondersteuning. UNIX-systemen zijn standaard meestal voorzien van NFS, terwijl Samba in dat geval wordt gebruikt om bestanden te delen met Windows-computers. Op de NAS-schijf is Samba overigens altijd ingeschakeld. 30 Instellingen voor gasttoegang Als Gasttoegang is ingeschakeld, hebben alle gebruikers van het lokale netwerk toegang tot de map "guest-share", zelfs als ze geen gebruikersaccount hebben. Hier kunt u desgewenst ook opslagquota (in megabytes) instellen, tenzij de schijf is geformatteerd in de bestandsindeling FAT32, waarin de quotafunctie niet wordt ondersteund. Wanneer de gasttoegang is ingeschakeld, kunt u de map guest-share tevens via anonieme FTP bereiken. Als de gasttoegang is uitgeschakeld, is anonieme FTP niet toegestaan. Gasttoegang is standaard ingeschakeld. @@Hier vindt u invoervakken voor Naam netwerkmap en Pad netwerkmap. @@@@De naam van de netwerkmap moet beginnen met een letter. @@@@@@@@@@@@@@@@Op het scherm voor SMB/CIFS-toegang (Windows, FTP-toegang) kunt u alle gebruikers en groepen toegang voor lezen en schrijven geven door het selectievakje "Allen toelaten" in te schakelen. In plaats daarvan kunt u de toegangsrechten geen toegang, alleen toegang voor lezen of toegang voor lezen en schrijven ook voor elke gebruiker of groep afzonderlijk instellen.
Uw gebruiksaanwijzing. VERBATIM NAS HARD DRIVE http://nl.yourpdfguides.com/dref/3871724
Wanneer u klaar bent met dit formulier klikt u op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Op het scherm voor NFS-toegang kunt u alle gebruikers en groepen toegang voor lezen en schrijven geven door het selectievakje "Allen toelaten" in te schakelen. U kunt ook toegang verlenen aan afzonderlijke computers door het IP-adres van de clientcomputer of een subnetbereik in te voeren. Wanneer u klaar bent met dit formulier klikt u op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Printserver Dit scherm kunt u openen via Geavanceerd / Bestanden en printers / Printserver. Hier kunt u de printserverfunctie inschakelen of uitschakelen. Standaard is de functie ingeschakeld. Als een printer is aangesloten op een van de USB-A-poorten, zoals eerder beschreven onder "Een printer aansluiten", wordt de naam ervan op dit scherm vermeld. U kunt desgewenst een beschrijving van de printer invoeren. Wanneer u klaar bent met dit formulier klikt u op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Systeem In de groep Systeem kunt u instellingen verrichten voor IPadressen, datum en tijdinstellingen, besturings- en foutmeldingsservices, en elementaire informatie bekijken over het product en het schijfgebruik. LANinstellingen U bereikt dit scherm via Geavanceerd / Systeem / LAN-instellingen. In het bovenste veld ziet u de huidige hostnaam (standaard is "verbatimnas"). U kunt de hostnaam wijzigen door een nieuwe naam in te voeren. 32 Vervolgens ziet u de IP-adresinstellingen. Normaal laat u deze in de standaardinstellingen staan: "IP-adres automatisch verkrijgen" en "DNS-serveradres automatisch verkrijgen". Als deze opties zijn ingeschakeld, gaat de NAS-schijf te werk als DHCP-client en probeert deze een IP-adres en DNS-serveradres te verkrijgen van de DHCP-server binnen het lokale netwerk. In sommige LAN-omgevingen zult u vaste adressen op het formulier moeten invullen. Onder aan het scherm ziet u het MAC-adres (Media Access Control) van het apparaat. Wanneer u klaar bent met dit formulier klikt u op Opslaan om de instellingen op te slaan. Tijdinstellingen U bereikt dit scherm via Geavanceerd / Systeem / Tijdinstellingen. U kunt de datum, tijd en tijdzone handmatig invullen of een NTP-server (Network Time Protocol) selecteren die binnen het lokale netwerk bereikbaar is. Wanneer u klaar bent met dit formulier klikt u op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. De tijdklok maakt gebruik van een batterij zodat de klok ook blijft lopen wanneer de NAS-schijf is uitgeschakeld. Server uitschakelen Als het nodig is de bestandsserver uit te schakelen of opnieuw op te starten, kunt u dat doen met de knoppen die u aantreft onder Geavanceerd / Systeem / Server uitschakelen. Deze functie is handig als de beheercomputer zich niet in de buurt van de NAS-schijf bevindt. Anders kunt u de server gewoon uitschakelen door de NAS-schijf uit te zetten. Informatie U kunt basisinformatie over het systeem, zoals de firmwareversie en het IP-adres, bekijken door Geavanceerd / Systeem / Informatie te kiezen. Dit scherm bevat geen gebruikersinstellingen. 33 Schijfgebruik Basisinformatie over de vaste schijf, zoals de totale en vrije ruimte, kunt u bekijken door Geavanceerd / Systeem / Schijfgebruik te selecteren. Als u een USB-opslagapparaat hebt aangesloten op een van de USB-A-poorten, zoals eerder beschreven onder "Een USBopslagapparaat aansluiten", ziet u ook informatie over dit apparaat op het scherm. Foutmeldingen De NAS-schijf kent diverse voorzieningen voor het bewaken van de status van het apparaat en het melden van fouten. U kunt deze voorzieningen inschakelen via het scherm Geavanceerd / Systeem / Foutmeldingen. De instellingen zijn in vier secties gegroepeerd, zoals hieronder beschreven. Nadat u het formulier hebt ingevuld klikt u op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Bewakingsservices Hier kunt u instellen welke van de volgende vier functies u in de gaten wilt houden: · Schijfgebruik. U krijgt een melding te zien wanneer ongeveer 90% van de totale opslagcapaciteit is bereikt. Windows-bestandsdelingsserver. U krijgt een melding te zien als zich een fout voordoet bij het Samba-protocol. FTP-server. U krijgt een melding te zien als een FTP-fout wordt waargenomen. DHCP-server. U krijgt een melding te zien als zich een fout voordoet bij het DHCP-protocol. · · · Controle-interval Hier kunt u instellen hoe vaak u functies wilt laten controleren. U kunt kiezen uit elk uur of elke dag. 34 Kennisgevingen via e-mail De NAS-schijf kan een e-mailbericht versturen met statusinformatie betreffende de functies die worden bewaakt. U kunt deze voorziening inschakelen door het selectievakje "Inschakelen" n te schakelen en het IP-adres van de e-mailserver die de automatische kennisgevingen gaat verwerken in te vullen op het formulier dat vervolgens wordt weergegeven. Daarnaast kunt u maximaal vijf (5) bestemmingsadressen invullen voor deze kennisgevingen via e-mail. Pop-upmeldingen Naast het verzenden van kennisgevingen via e-mail biedt het systeem de mogelijkheid met behulp van de Windows Messenger-service een pop-upbericht op het scherm weer te geven. U schakelt deze voorziening in door het selectievakje "Inschakelen" in te schakelen. Er verschijnt dan een formulier waarop u de hostnamen van maximaal vijf (5) computers kunt invullen die de pop-upmeldingen moeten ontvangen. Voor deze functie moet de Messenger-service op de computer zijn ingeschakeld en geactiveerd. Tevens mag de service niet zijn geblokkeerd door de netwerkbeheerder. Pop-upmeldingen worden niet ondersteund voor Vista en Windows 7. Netwerkservice In de groep Netwerkservice kunt u instellingen verrichten door de ingebouwde DHCP-server, het Bonjour-protocol en Media Server. Als u nog andere services hebt geïnstalleerd met behulp van de functie "Nieuwe service installeren", wordt het menu voor de geïnstalleerde service hier eveneens getoond. DHCP-server In de meeste netwerkomgevingen is meestal al een DHCP-service (Dynamic Host Configuration Protocol) actief, die automatisch IPadressen toekent aan aangesloten apparaten. Waarschijnlijk wordt deze service geboden door de router in uw thuisnetwerk. In het zeldzame geval dat uw apparatuur deze service niet levert, kunt u de ingebouwde DHCP-server van de NAS-schijf gebruiken. U bereikt het hoofdscherm van de DHCP-server via Geavanceerd / Netwerkservice / DHCP-server. 35 U schakelt de DHCP-server in door het selectievakje "Server inschakelen" in te schakelen. Deze optie is standaard uitgeschakeld. U krijgt een formulier te zien waarmee u desgewenst de wijze kunt instellen waarop door de DHCP-server van de NAS-schijf adressen worden toegewezen aan clients. U kunt in het vervolgkeuzemenu ook een maximale leaseduur instellen. Wanneer u klaar bent met dit formulier klikt u op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Als uw lokale netwerk apparatuur met vaste IP-adressen bevat die u door de server bij het toewijzen van nieuwe adressen wilt laten vermijden, kunt u deze statische IP-adressen en MACadressen instellen op het scherm dat verschijnt wanneer u klikt op de knop Statische IP, onder aan op de pagina.
Uw gebruiksaanwijzing. VERBATIM NAS HARD DRIVE http://nl.yourpdfguides.com/dref/3871724
Vergeet tijdens het invoeren van statische IP-adressen niet de aangebrachte wijzigingen op te slaan. Nadat de DHCP-server enige tijd actief is geweest binnen het lokale netwerk, kunt u terugkeren naar dit scherm om te bekijken welke adressen zijn toegewezen. U kunt de adressenlijst bekijken door te klikken op de knop DHCP-leaselijst, onder aan op de pagina. Bonjour Bonjour is een multi-platform, zero-configuration netwerkoplossing van Apple. Met Bonjour kunt u in een handomdraai een netwerk vormen van computers en andere intelligente apparaten, gewoon door deze op elkaar aan te sluiten. U kunt het Bonjour-protocol in- en uitschakelen op het scherm dat u bereikt via Geavanceerd / Netwerkservice / Bonjour. Standaard is deze optie ingeschakeld. Klik op Opslaan om eventueel aangebrachte wijzigingen te bewaren. iTunes-server Op deze pagina kunt u tevens de ingebouwde iTunes-server inschakelen. Bonjour moet zijn ingeschakeld om de iTunes-server te kunnen gebruiken. De iTunes-server stelt de clientcomputer in staat muziek die is opgeslagen in de map /public/music op de NAS-schijf af te spelen. U kunt muziekbestanden met behulp van Samba of FTP naar deze locatie kopiëren. U kunt iTunes ook gebruiken om muziek te downloaden van de Apple iTuneswebsite. iTunes is standaard uitgeschakeld. 36 Media Server Met Media Server (van TwonkyMedia) kunt u muziek, foto's en videobeelden delen met compatibele clientapparaten die op uw lokale netwerk zijn aangesloten. Het protocol Media Server (ook bekend als UPnP AV) kunt u in- en uitschakelen op het scherm dat u kunt bereiken via Geavanceerd / Netwerkservice / Media Server. Standaard is deze optie uitgeschakeld. Klik op Opslaan om eventueel aangebrachte wijzigingen op te slaan. Alleen de beheerder heeft toegang tot deze menuoptie. De server maakt onder andere gebruik van de UDP-poorten 1030, 1900, 9080 en de eerste drie vrije TCP-poorten boven 9000. De server ondersteunt de volgende indelingen, in overeenstemming met de corresponderende DLNA 1.5-mediaprofielen: · Geluid: LPCM, MP3, WMA, · Afbeeldingen: JPEG · Video: WMV, MPEG2 Daarnaast ondersteunt de server de volgende aanvullende indelingen (bestandsextensies): · Geluid: M4A, M4B, MP4, 3GP, WAV, OGG, FLAC, AAC, MP2, AC3, MPA, MP1, AIF, ASF · Afbeeldingen: PNG, TIF, TIFF, BMP, GIF · Video: MP1, MPG, SPTS, MP4, AVI, VOB, DivX, 3GP, VDR, MPE, DVR-MS, Xvid, M1V, M4V, MOV, MPV, MKV, FLV, MTS · Afspeellijsten: M3U, M3U8, PLS, WPL Wanneer Media Server eenmaal is ingeschakeld, verschijnt een nieuwe knop waarmee u de gebruikersinterface van de TwonkyMedia-server kunt openen in een nieuw browservenster. Deze gebruikersinterface biedt u volledige toegang tot alle instellingen van Media Server. De indeling van het menu van deze gebruikersinterface is als volgt: 37 agina / Serverstatus Basisinstellingen Eerste stappen pp Taal Servernaam Navigatiestructuur Delen Locatie van materiaal Opnieuw scannen over x minuten Clients / Beveiliging gg Internetradio Geavanceerde instellingen Externe toepassingen p g Naamgeving g g Muziekstructuur Fotostructuur Videostructuur Netwerk Diverse Ondersteuning Onderhoud Veelgestelde vragen g g 38 Meer informatie over de TwonkyMedia-server vindt u in de aanvullende documentatie op de cd-rom. TorrentFlux TorrentFlux is een open-source implementatie van het BitTorrent-protocol, oorspronkelijk geschreven door Bram Cohen. Dit protocol voor peer-to-peer bestandsoverdracht is uiterst efficiënt voor het overbrengen van grote gegevensbestanden. U kunt het TorrentFlux-protocol in- en uitschakelen op het scherm dat u bereikt via Geavanceerd / Netwerkservice / TorrentFlux. Standaard is deze optie uitgeschakeld. Klik op Opslaan om eventueel aangebrachte wijzigingen te bewaren. Alleen de beheerder heeft toegang tot de instellingen van TorrentFlux. Waarschuwing: Verbatim distantieert zich uitdrukkelijk van het gebruik van deze software voor illegale activiteiten, zoals het downloaden en/of delen van auteursrechtelijk beschermd materiaal. Het gebruik van deze software voor illegale doeleinden kan leiden tot ernstige juridische gevolgen voor degenen die zich daaraan schuldig maken. De bestemmingsmap voor het torrentbestand wordt in eerste instantie ingesteld op /mnt/ide1/ public. Voor een juiste werking vereist dit protocol toegang tot bepaalde poorten. Zorg er daarom voor dat de router, firewall of uw ISP niet poort 8080 of het standaard poortbereik van 49160-49300 blokkeert. Wanneer TorrentFlux eenmaal is ingeschakeld, verschijnt een nieuwe knop waarmee u de gebruikersinterface van TorrentFlux kunt openen in een nieuw browservenster. Deze gebruikersinterface biedt volledige toegang tot de verschillende functies en instellingen van deze toepassing. U hebt bijvoorbeeld de volgende mogelijkheden: · · Het pad en de naam van het seedbestand invullen in het dialoogvenster "Torrentbestand openen". U kunt ook naar de locatie van het torrentbestand bladeren door op de knop Bladeren te klikken. De maximale bandbreedte (in KB/s) voor het downloaden instellen. De maximale bandbreedte (in KB/s) voor het uploaden instellen. Een nieuwe seed toevoegen aan het systeem met de knop Toevoegen. 39 · · · · · · · Een downloadtaak starten met de knop Start. Een downloadtaak stoppen met de knop Stop. Een taak verwijderen met de knop Verwijderen. De statusgegevens van alle taken vernieuwen met de knop Vernieuwen De indeling van het menu van deze gebruikersinterface is als volgt: Beginscherm Informatie torrentbestand: Torrent voor uploaden selecteren URL voor torrentbestand selecteren Zoeken naar torrents RSS-torrents Ruimte op schijf p j Serverstatistieken / Wie Alle Directorylijst yj Mijn directory j y Directory Geschiedenis 40 Gebruiker selecteren Wachtwoord Thema Taal Cookiebeheer Berichten Beheer Instellingen g Wachtrij j Zoekinstellingen g Activiteiten Koppelingen pp g RSS Nieuwe g gebruiker Back-up starten p Voor meer informatie kunt u terecht op de TorrentFlux-website: www.torrentflux.com. 41 Onderhoud In de groep Onderhoud vindt u instellingen voor de formattering en status van de schijf, firmwareupgrades, en methoden voor het in één keer wijzigen van alle instellingen. Schijfhulpprogramma U bereikt dit scherm via Geavanceerd / Onderhoud / Schijfhulpprogramma. U krijgt een tabel te zien met de status van alle gedetecteerde opslagapparaten. Het als eerste vermelde apparaat ("/ dev/hda/") is de hoofdgegevenspartitie op de NASschijf. Als u nog een ander opslagapparaat hebt aangesloten op een van de USB-A-poorten, wordt de status daarvan vermeld op de volgende regel van de tabel. Vanuit deze tabel kunt u met behulp van de daar aanwezige knoppen de volgende bewerkingen uitvoeren op het geselecteerde opslagapparaat: Bestandssysteem formatteren De vaste schijf is in de fabriek voorgeformatteerd met de bestandsindeling EXT2. Als u de indeling wilt wijzigen in EXT3 of FAT32 kiest u de gewenste indeling in het vervolgkeuzemenu en klikt u op Formatteren.
Uw gebruiksaanwijzing. VERBATIM NAS HARD DRIVE http://nl.yourpdfguides.com/dref/3871724
Let op: tijdens het formatteren van de schijf worden alle gegevens op de schijf gewist en worden alle instellingen teruggezet naar de standaard fabrieksinstellingen. Zorg ervoor dat u eerder opgeslagen gegevens veiligstelt voordat u de schijf herformatteert.. Houd er rekening mee dat de bestandsindeling FAT32 geen ondersteuning biedt voor het instellen van schijfquota voor gebruikers. Daarnaast bieden EXT2 en EXT3 nog andere voordelen ten opzichte van FAT32: · · · 42 Snellere gegevensdoorvoer. Mogelijkheid tot het toewijzen van opslagquota aan gebruikers. Ondersteuning van schijfcodering Zoals eerder gezegd kunt u de wachtwoorden die zijn gekoppeld aan de gebruikersaccounts gebruiken om gegevens te beschermen tegen toegang door onbevoegden. Voor een nog hoger niveau van bescherming kunt u er eventueel voor kiezen codering in te schakelen op het moment dat u de vaste schijf formatteert. U kunt gegevenscodering (alleen beschikbaar bij EXT2 en EXT3) inschakelen door het selectievakje Coderen in te schakelen voordat u het formatteren start. Nadat u de schijf hebt geformatteerd met codering, worden alle gegevens voortaan versleuteld op de schijf opgeslagen. Hiervoor wordt het 128-bits AESalgoritme gebruikt. Denk goed na voordat u deze functie selecteert, want het proces van coderen/decoderen resulteert in tragere prestaties. De overdrachtssnelheid bij codering bedraagt soms slechts 20-30% van wat u kunt bereiken op een niet-gecodeerde schijf. De standaardinstelling is niet-gecodeerd. In het geval van externe opslagapparaten die u aansluit om een van de USB-A-poorten is het mogelijk dat u deze met behulp van het Schijfhulpprogramma moet herformatteren in de bestandsindeling FAT32 om het apparaat te kunnen koppelen aan de NAS-schijf. Scannen Klik op de knop Scannen als u de schijf wilt controleren op fouten. Deze bewerking kan lang duren. Ontkoppelen Klik op de knop Ontkoppelen als u het externe opslagapparaat wilt ontkoppelen. Deze knop kan niet worden gebruikt voor de primaire vaste schijf. Details Klik op de knop Details als u een gedetailleerd statusoverzicht van de schijf wilt bekijken. Als u pas een wijziging hebt aangebracht in een opslagapparaat, kunt u klikken op de knop Vernieuwen aan de onderkant van de tabel om de nieuwste statusgegevens in de tabel te laten weergeven. 43 In het vak aan de onderkant van het scherm Schijfhulpprogramma kunt u instellen na hoeveel tijd de vaste schijf automatisch moet worden stilgezet. Als u de schijf laat stilzetten wanneer deze niet in gebruik is, kunt u energie besparen, de levensduur van de schijf verlengen en de bedrijfstemperatuur verlagen (waardoor de koelventilator ook niet onnodig hoeft te draaien). De standaardinstelling is 30 minuten. Druk op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Firmware-upgrade Als een recentere versie van de interne firmware van de NAS-schijf beschikbaar is, kunt u deze downloaden en installeren. De nieuwere firmwareversie kent mogelijk betere prestaties of extra functies die u mogelijkheden bieden die niet aanwijzig zijn in de huidige versie. U bereikt dit scherm via Geavanceerd / Onderhoud / Firmware-upgrade. Maak een notitie van het huidige versienummer, boven aan dit scherm. Bezoek vervolgens de Technical Support-website (zie het gedeelte Ondersteuning verderop in deze handleiding) om te kijken of een nieuwere versie beschikbaar is. Als dat zo is, volgt u de downloadinstructies van de website. Nadat u het upgradebestand hebt gedownload naar uw computer, bladert u erheen vanaf het scherm Firmware-upgrade en klikt u op de knop Upgrade starten. Configuratie opslaan Nadat u alle instellingen van de NAS-schijf hebt geconfigureerd, kunt u de volledige configuratie opslaan zodat u deze later weer kunt bekijken. U kunt dit doen door naar het scherm Configuratie opslaan te gaan door Geavanceerd / Onderhoud / Configuratie opslaan te kiezen en op de knop Opslaan te klikken. Er wordt dan een configuratiebestand (met de naam "config.tar") opgeslagen op de door u opgegeven locatie. Configuratie herstellen Als u een configuratiebestand hebt opgeslagen, zoals hierboven beschreven, kunt u het later weer activeren om alle instellingen van het apparaat in één keer te herstellen. U opent dit scherm via Geavanceerd / Onderhoud / Configuratie herstellen. Vervolgens bladert u naar het opgeslagen configuratiebestand en klikt u op de knop Herstellen. 44 Fabrieksinstellingen herstellen U kunt alle instellingen van de NAS-schijf terugzetten naar de standaard fabrieksinstellingen door Geavanceerd / Onderhoud / Fabrieksinstellingen herstellen te kiezen. Vervolgens klikt u op dit scherm op de knop Fabrieksinstellingen herstellen. Een andere methode om het apparaat terug te zetten naar de fabrieksinstellingen, zoals eerder beschreven, is de Reset-knop langer dan vijf seconden indrukken. Nieuwe service installeren De software voor de meeste netwerkservices is al opgenomen in de firmware van de NAS-controller. Dit betekent dat de toepassingsprogramma's zijn opgeslagen in het interne flashgeheugen van de controller. Sommige netwerkservices kunnen echter worden geïnstalleerd vanaf uw pc of de meegeleverde cd-rom. Hierdoor is het mogelijk in de toekomst functionaliteit toe te voegen. Tevens is het mogelijk een zeer omvangrijke toepassing uit te voeren vanaf een beschermde partitie op de NAS-schijf, als er onvoldoende ruimte is in het interne flashgeheugen. Een voorbeeld is de toepassing TorrentFlux, een implementatie van het BitTorrent-protocol. Verbatim heeft de TorrentFlux-toepassing in de fabriek op de vaste schijf geïnstalleerd. Wanneer u de NAS-schijf voor het eerst inschakelt, treft u dit protocol aan onder Geavanceerd / Netwerkservice / TorrentFlux. Als u later echter besluit deze toepassing te verwijderen of de vaste schijf te formatteren, zult u de toepassing weer vanaf de meegeleverde cd-rom moeten installeren als u TorrentFlux in de toekomst weer wilt gebruiken. U kunt TorrentFlux weer installeren door Geavanceerd / Onderhoud / Nieuwe service installeren te selecteren. Vervolgens bladert u naar de locatie van het RAR-bestand van TorrentFlux op de cd-rom. De volledige bestandsnaam ziet er ongeveer als volgt uit: torrentflux_1_14_3_2_vrb.rar Klik op "Upload" om de toepassing op de vaste schijf te installeren. Het proces neemt enkele minuten in beslag. @@@@@@@@Gewoonlijk is dat de beheerder. U kunt dit scherm openen via Persoonlijke gegevens / Beheeraccount / Account. Het bovenste gedeelte bevat velden voor het wijzigen van het wachtwoord, de taalinstellingen van het beheerscherm, en de optionele beschrijvende tekst. Het onderste gedeelte bevat actuele informatie betreffende het schijfgebruik en de gedeelde mappen van de huidige gebruiker. Wanneer u klaar bent met dit formulier klikt u op Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Afmelden Nadat u alle wijzigingen die u in deze sessie wilde aanbrengen hebt uitgevoerd, kunt u op de knop Afmelden klikken om de sessie te beëindigen.
Uw gebruiksaanwijzing. VERBATIM NAS HARD DRIVE http://nl.yourpdfguides.com/dref/3871724
47 Technische ondersteuning Als er problemen zijn met de installatie of het gebruik van uw Verbatim product, bezoekt u een van de Verbatim websites voor technische ondersteuning: www.verbatim-europe.com. @@@@@@@@Daarnaast kunt u bellen naar het telefoonnummer 00 800 3883 2222 vanuit de volgende landen: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Ierland, Italië, Luxemburg, Monaco, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Spanje, Zweden en Zwitserland. Vanuit alle overige landen belt u met +353 61 226586. Voorwaardenbeperkte garantie Verbatim Limited garandeert dat dit product vrij is van defecten in materiaal en bewerking voor een periode van 2 jaar vanaf de aankoopdatum. De garantie geldt niet voor batterijen. Indien het product gedurende de garantieperiode defect blijkt te zijn, wordt het product kosteloos vervangen. U kunt het product met het originele aankoopbewijs retourneren naar de plaats van aankoop, of contact opnemen met Verbatim. U kunt krachtens deze garantie uitsluitend aanspraak maken op een vervangend product. Deze garantie is niet van toepassing op normale slijtage of op schade die ontstaat door afwijkend of verkeerd gebruik, misbruik, verwaarlozing of ongevallen, of door incompatibiliteit of slechte prestaties vanwege de gebruikte computerhardware of software. VERBATIM KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR GEGEVENSVERLIES OF VOOR INCIDENTELE, BIJZONDERE OF GEVOLGSCHADE, ONGEACHT DE OORZAAK, OOK NIET VOOR DE GEVOLGEN VAN NIET-NAKOMING VAN DE GARANTIE. U kunt aan deze garantie specifieke wettelijke rechten ontlenen. Afhankelijk van het land of rechtsgebied hebt u mogelijk ook nog andere rechten. 48 AEEA-kennisgeving De Europese AEEA-richtlijn (Richtlijn Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur), die op 13 februari 2003 van kracht is geworden, heeft geleid tot belangrijke veranderingen in de afvalverwerking van elektrische apparaten. Het AEEA-logo (links afgebeeld) op het product of op de productverpakking geeft aan dat dit product niet mag worden aangeboden met het gewone huishoudelijk afval. Raadpleeg uw leverancier of uw gemeente voor meer informatie over inzameling, verwerking en hergebruik van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Naleving FCC-regels Deze apparatuur is getest en geschikt bevonden met het oog op de beperkingen voor digitale apparatuur van Klasse B, in lijn met Deel 15 van de FCC-regels. Deze beperkingen zijn opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze ook uitstralen. Als de apparatuur niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan interferentie optreden die schadelijk is voor radiocommunicatie. Het is echter niet gegarandeerd dat er in bepaalde opstellingen geen interferentie kan optreden. Als deze apparatuur schadelijke interferentie aan de radio- of tv-ontvangst veroorzaakt (dit kunt u testen door de apparatuur uit en weer aan te zetten), kunt u op de volgende manieren proberen dit tegen te gaan: Plaats de antenne van de ontvanger in een andere richting of op een andere plaats. Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger. Sluit de apparatuur aan op een ander stroomcircuit dan waarop de ontvanger is aangesloten. Vraag de verkoper of een ervaren radio-/tv-monteur om hulp. 49 CE-verklaring Hierbij wordt verklaard dat dit product in overeenstemming is met de essentiële veiligheidsvoorschriften van richtlijn 89/336/EEC en de amendementen daarop inzake de onderlinge aanpassing der wetgeving van de lidstaten betreffende elektromagnetische compatibiliteit. Deze verklaring is van toepassing op alle exemplaren die identiek aan het testmodel zijn geproduceerd. EN 55022: 1998 + A1: 2000 +A2: 2003 EN 61000-3-3:1995 + A1: 2001 EN 55024: 1998 + A1: 2001 + A2: 2003 IEC 61000-4-2: 1995 + A1: 1998 + A2: 2000 IEC 61000-4-3: 2002 + A1: 2002 IEC 61000-4-4: 1995 + A1: 2000 + A2: 2001 IEC 61000-4-5: 1995 + A1: 2000 IEC 61000-4-6: 1996 + A1: 2000 IEC 61000-4-8: 1993 + A1: 2000 IEC 61000-4-11: 1994 + A1: 2000. RoHS Compliance Dit product voldoet aan Richtlijn 2002/95/EC van het Europees Parlement en de Europese Raad d.d. 27 januari 2003 inzake de beperking van het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (RoHS), alsmede aan de amendementen op de Richtlijn. 50 .
Uw gebruiksaanwijzing. VERBATIM NAS HARD DRIVE http://nl.yourpdfguides.com/dref/3871724
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)