Uw aanvraag ontvangen: Ons kenmerk: Inlichtingen bij: 23 juli 2014 Z18535 de heer R. Pap (0529)

Stichting Landschap Overijssel De heer P. Hermens Poppenallee 39 7722 KW DALFSEN

Uw aanvraag ontvangen: 23 juli 2014

Ons kenmerk: Z18535

Onderwerp: brief + besluit aanvraag omgevingsvergunning

Inlichtingen bij: de heer R. Pap

Centrale nummer: (0529) 48 83 88 Datum: 28 januari 2015

Geachte heer Hermens, Op 23 juli 2014 hebben wij uw aanvraag omgevingsvergunning ontvangen voor een functiewijziging van het Witte Huis De Horte op het perceel Poppenallee 33 in Dalfsen. De aanvraag is bij ons geregistreerd onder het dossiernummer Z18535. Uw aanvraag met ontwerpbesluit en bijbehorende stukken worden op grond van de Algemene wet bestuursrecht ter inzage gelegd. Verlenen omgevingsvergunning Wij hebben besloten de omgevingsvergunning te verlenen. Het besluit met bijbehorende voorschriften hebben wij bijgevoegd. Wij raden u aan om alles zorgvuldig door te nemen. Dit kan veel misverstanden voorkomen. U moet namelijk de aan de vergunning verbonden voorschriften naleven. Publicatie Het besluit wordt door ons gepubliceerd op onze website www.dalfsen.nl (bekendmakingen), de Staatscourant en in het weekblad “Dalfser Courant” van 28 januari 2015. Beroepsclausule Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden, die tijdig zienswijzen hebben ingediend tegen het ontwerpbesluit, binnen zes weken na de dag van terinzagelegging van dit besluit een beroepschrift indienen. Dit is ook mogelijk als u kunt aantonen dat u tijdens de periode van terinzaglegging van het ontwerpbesluit hier redelijkerwijs niet toe in staat bent geweest. Voor het indienen van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd. Een beroepschrift kunt u indienen bij: Rechtbank Overijssel, Sector Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle; of digitaal via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht (alleen met DigiD). Naast het indienen van een beroep kunt u ook een voorlopige voorziening aanvragen. Voorlopige voorziening Het indienen van een beroepschrift schorst niet automatisch de werking van een besluit. Degene die een beroep heeft ingediend kan daarnaast bij spoedeisend belang een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de voorzieningenrechter: Rechtbank Overijssel, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle; of digitaal via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht (alleen met DigiD). Bij dit verzoek moet u een afschrift van het beroepschrift meesturen. Inwerkingtreding beschikking De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na afloop van de termijn voor het indienen van een beroepschrift. Het indienen van een beroepschrift schorst de werking van het besluit niet. Raadhuisstraat 1 Postbus 35, 7720 AA Dalfsen T (0529) 48 83 88 F (0529) 48 82 22 E [email protected] I www.dalfsen.nl

2

Indien binnen de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Nadere informatie Als u vragen hebt over deze brief, kunt u telefonisch of schriftelijk contact opnemen met de heer R. Pap, telefoonnummer 0529 488 226. Wij verzoeken u dan ‘ons kenmerk’ nummer te vermelden. Met vriendelijke groet,

namens burgemeester en wethouders van Dalfsen,

M.J. Duijtshoff, manager Publieksdienstverlening Bijlage: - Omgevingsvergunning

Z18535

3

OMGEVINGSVERGUNNING Wij hebben op 23 juli 2014 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen voor een functiewijziging van het Witte Huis De Horte op het perceel Poppenallee 33 in Dalfsen, kadastraal bekend Gemeente Dalfsen, sectie Y, nummer 12. De aanvraag is geregistreerd onder nummer Z18535. Het betreft een verzoek van: Stichting Landschap Overijssel de heer P. Hermens Poppenallee 39 7722 KW DALFSEN Besluit Gelet op § 2.1. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) besluiten wij de omgevingsvergunning te verlenen. De genoemde stukken maken deel uit van de vergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: 1. een aangewezen monument, te slopen, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen of te laten gebruiken waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht; 2. handelen in strijd met regels Ruimtelijke Ordening (RO). Procedure Wij hebben dit besluit voorbereid volgens de uitgebreide voorbereidingsprocedure in overeenstemming met artikel 3.10 van de Wabo. De aanvraag heeft betrekking op de activiteit monument, artikel 2.2, handelen in strijd met regels Ruimtelijke ordening, artikel 2.1 lid 1 sub c, en is beoordeeld aan § 2.3 van de Wabo. U heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat uw aanvraag voldoet aan de van toepassing zijnde regels en voorschriften en daarom verlenen wij u de gevraagde omgevingsvergunning. Ontvankelijkheid Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) getoetst op ontvankelijkheid. Daarbij is gebleken dat een aantal gegevens ontbrak. U bent hierop in de gelegenheid gesteld om aanvullende gegevens te leveren. We hebben de aanvullende gegevens ontvangen op 18 september 2014. Hierdoor is de wettelijke procedure verlengd met 55 dagen. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag en de latere aanvulling daarop voldoende informatie bevatten voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen. Ter inzage legging/Zienswijzen Het voornemen om de vergunning te verlenen voor de aangevraagde activiteiten is door publicatie op onze website www.dalfsen.nl (bekendmakingen) en in het weekblad “Dalfser Courant” van 19 november 2014 bekend gemaakt. Vervolgens hebben de ontwerp-omgevingsvergunning en de daarbij behorende stukken vanaf 20 november 2014 zes weken ter inzage gelegen en is een ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen kenbaar te maken. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. Bijgevoegde documenten De volgende documenten behoren bij het besluit: Naam bijlage Functiewijziging Witte Huis Ontwerp Witte Huis_pdf Tuinplan Witte Huis_pdf Onderbouwing functiewijziging Bijlage 3_2_pdf Bijlagen 2-1tm2-4_pdf Bijlage 4 fotos Witte Huis_pdf

Type

Datum ingediend

OLO aanvraagformulier OLO overig OLO overig OLO overig OLO overig OLO overig OLO overig

23 juli 2014 23 juli 2014 23 juli 2014 23 juli 2014 18 september 2014 18 september 2014 18 september 2014

Z18535

4

Bijlage 1_pdf Bijlage 5_pdf Bijlage 3_1_pdf monumentenadvies 14-10-2014 monumentenadvies 10-11-2014 Ruimtelijke Onderbouwing 15jan15

OLO overig OLO overig OLO overig OLO overig OLO overig Bijlage

18 september 2014 18 september 2014 18 september 2014 14 oktober 2014 10 november 2014 15 januari 2015

Beroepsclausule Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden, die tijdig zienswijzen hebben ingediend tegen het ontwerpbesluit, binnen zes weken na de dag van terinzagelegging van dit besluit een beroepschrift indienen. Dit is ook mogelijk als de belanghebbende aantoont tijdens de periode van terinzaglegging van het ontwerpbesluit hier redelijkerwijs niet toe in staat is geweest. Voor het indienen van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd. Een beroepschrift kunt u indienen bij: Rechtbank Overijssel, Sector Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle; of digitaal via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht (alleen met DigiD). Voorlopige voorziening Naast het indienen van een beroepschrift kunt u ook een voorlopige voorziening aanvragen. Het indienen van een beroepschrift schorst niet automatisch de werking van een besluit. Degene die een beroepschrift heeft ingediend kan daarvoor bij spoedeisend belang een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de voorzieningenrechter: Rechtbank Overijssel, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle; of digitaal via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht (alleen met DigiD). Bij dit verzoek moet u een afschrift van het beroepschrift meesturen. Inwerkingtreding vergunning De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na afloop van de termijn voor het indienen van een beroepschrift, tenzij ook een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend. Als binnen de termijn voor het indienen van een beroepschrift een verzoek om voorlopige voorziening is gevraagd treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Dalfsen, 28 januari 2015 namens burgemeester en wethouders van Dalfsen,

M.J. Duijtshoff, manager Publieksdienstverlening

Z18535

5

Inhoudelijke beoordeling Aan het besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag: - Het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen, dan wel herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een gemeentelijk of provinciaal monument op een wijze waardoor het monument wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht Bij het nemen van het besluit hebben wij overwogen dat: 1.

Het pand Poppenallee 33 in Dalfsen is aangewezen als beschermd monument in de zin van de Monumentenwet 1988; Volgens artikel 11, lid 2a van de Monumentenwet 1988 is het verboden, om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning een beschermd monument in enig opzicht te wijzigen;

2.

De monumentencommissie “Het Oversticht” heeft het bouwplan op 14 oktober 2014 deels van een negatief advies voorzien (zie bijgevoegd monumentenadvies 14-10-2014). De commissie concludeert namelijk dat het plan voor wijziging van het voormalige biljarthuisje leidt tot een onaanvaardbare aantasting van monumentale waarden. De commissie concludeert ook dat het plan voor de herinrichting rond het voormalige biljarthuisje niet leidt tot een onaanvaardbare aantasting van monumentale waarden. Dat advies nemen wij niet over omdat de werkzaamheden van het voormalige biljarthuisje al reeds zijn uitgevoerd en de vraag gesteld moet worden of hier handhavend opgetreden moet worden;

3.

De monumentencommissie “Het Oversticht” heeft het bouwplan op 10 november 2014 opnieuw voorzien van een advies (zie bijgevoegd monumentenadvies 10-11-2014). De commissie concludeert dat het plan voor wijziging van het voormalige biljarthuisje leidt tot een onaanvaardbare aantasting van monumentale waarden, maar dat het doorzetten van handhaving onevenredig zou zijn ten opzichte van de ernst van de aantasting. Dat advies nemen wij over.

- Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan (artikel 2.12) Bij het nemen van het besluit hebben wij overwogen dat: Op het perceel is het bestemmingsplan “Buitengebied gemeente Dalfsen” van toepassing. Het perceel is bestemd voor “Wonen” en heeft de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 6’. Het bouwplan is strijdig met het bestemmingsplan en de daarbij behorende regels, omdat het verhuren van ’t Witte Huis voor verschillende functies niet past binnen de bestemming “Wonen”. De algemene afwijkingsregels van het bestemmingsplan bieden geen mogelijkheid om hiervan af te wijken. Artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 3 Wabo biedt wel de mogelijkheid om met omgevingsvergunning van het bestemmingsplan af te wijken. Deze afwijking wordt kortweg het projectafwijkingsbesluit genoemd. Wij zijn wel bereid mee te werken aan het (bouw)plan via een projectafwijkingsbesluit op grond van artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 3 van de Wabo. Het project afwijkingsbesluit moet aan een goede ruimtelijke ordening voldoen. Deze ruimtelijke onderbouwing bevat alle onderwerpen die vanuit de ruimtelijke ordening van belang zijn. Alle aspecten die van belang zijn worden getoetst en toegelicht in de bijgevoegde bijlage: “Ruimtelijke Onderbouwing Omgevingsvergunning ‘t Witte Huis – De Horte”.

Z18535

6

Voorschriften Wij hebben de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbonden: - Het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan (artikel 2.12) 1. De hoofdlijnen van het reliëf, indien aanwezig, moeten in stand gehouden worden. 2. Het tuinplan moet binnen een jaar na inwerkingtreding van het besluit zijn uitgevoerd en moet daarna minimaal 5 jaar in stand worden gehouden. 3. ’t Witte huis kan beschikbaar worden gesteld voor functies zoals vergaderingen, bijeenkomsten, workshops, recreatie, educatie en andere functies van vergelijkbare aard waardoor er geen strijd ontstaat met regelgeving voor monumenten. 4. Ook kan de locatie dienen als trouwlocatie waar huwelijken kunnen worden voltrokken. 5. Activiteiten die horen bij een bedrijfs- of (zelfstandige) horecabestemming zijn niet toegestaan.

Verplichtingen Wij hebben de volgende verplichtingen aan de omgevingsvergunning verbonden: - Algemeen De vergunninghouder moet ervoor zorgen dat de omgevingsvergunning altijd op het werk aanwezig is en op aanvraag van de toezichthouders getoond kan worden. Wij wijzen u erop dat uw werkzaamheden de flora en fauna in het gebied kunnen aantasten. Het aanvragen van een ontheffing van de Flora- en faunawet is uw eigen verantwoordelijkheid. Indien u in overeenstemming werkt met de ‘Gedragscode van gemeenten Dalfsen, Staphorst en Zwartewaterland’, te vinden op www.drloket.nl, is een ontheffing niet nodig.

Z18535

     



   

   

            



  

    

   



!

  "

#$#$%

& "  

'( ) 

*   + 

    ,(

("-   .   /0*"" --

1.- 0

'" )



2 



3

4-))   -  - 

3

* 

 " ( ) 

3

5 " (  ) 

3

4-

  - ) 



4-

000-( ) 



  

 

3 6

2

 .- 

4  ) 6

7 +  

* 6

*( #$.8&93

: -  6

$#%;;;;

< 6

$#%;;###

9 - -



6



 = - 0-

 ( 6

0 - 0-

>" 6

?-  4 

!  "#$"

%  

  ! ! ""!

 

   



  8   ) +   ) +   -  ?  + 1  1  -"  @  -

 

-

 ( +      -    

-   -)  

@  -    

-   -)  

4-

 5 

 

!  "#$"

%  

 ! 

    



#! 

55

%$##;#

A   

$$$$%$##;#

& 

&+ 8 +"'  -

 -

8 +"'  -

$  %

? A 

2 -+



'

A -  

*

A   -



+ 

 



8 +" + 

&  !! 

*

##5





- 



   



& 

*"" --

"-

.- 

$% ! !

 

*"" --

 ##5.- 

(

 

$   

: - 

$#%$;B

<



9 - 

"  0+ =- +"  -0-

!  "#$"

%  

) 

    

!

*

##5





- 



   



& 

*"" --

*-

.- 

2 -   ) +     C -   

  "  - D 

* !   

9

   + " 

-



(  

 + " 

(  "+ + " 

( + + " 

 

+"  

9  -  -+ "-

 

E 3

!  "#$"

 (   "8     ,    #B$/

%  

, !"    "   !   

   

&   '   (  (   )

 *



  "% -  -%"  . 

  +  D

7)( +    * -( +    2

 -)( +   

'  -) 7)( +   + D

,2 ( /   

-     + - +  

+    D

#B$

  +  ( +   D

 

2+ ( +   

+

-



- -)-" D

2 +

--"  2

- -)-"  3 -" 

! " ) 

    +   D

E 3

   ) 

 +   D 

 

4  )   -

/ %   !  

 -)  - +  ( +      ) +  D

.)     5 1      2  - >   4  )1    4  ),( ) / '

4  - ,-



/ 4  -  - 1

-  C -  .) 1 )-+  :  " )   + - +    

 -)  ) +   + (  )C     D

A    (  A  

' +   

,2

- -)/-" 

!  "#$"

+   ) 

%  

, !"    !  "   " 0!  

    

 

, !"    !  "  " 0!  

?  -) 

-    -)    

   ) +   D

4   "- 4 +

  

9<"- "- 7

-"   " -   

7

-"  

?4 7

-+  (   ( -

4 + +   -)    

  ) +      

-   -)   0

   04  )   - " 0

4 + + + 



( )

  + ( )0

-

4 + + (  

( )

  + ( )0

(  )   - 0:  ( 

)) 0

4 +  

-

 + (  

( )    -)   0

! 

(  ) 0A

-- )  1-+ 

( -       "+ - 

  0F  -+ (

 " 0

!+ (  

( ) -)  D

E 3

 (

 ""    

 + - +  +    -    -     

- D

E 3

  

 ) + 

<"- "-D

E 3

!  "#$"

+   ) 

%  

   

# " 1 " "

 

 

   



    

 



' (

  

' (

    0" 

2

  

 

   2

 

( )   2

 

    (  2

  -     

-   -)  

#$#$%

! ( + -

' " G" 

' " 0" 

2

  

 

   2

 

( )   2

 

    ( 

#$#$%

! ( + -

:"- G" 

:"- 0" 

2

  

 

   2

 

( )  

#$#$%

! ( + -

!  "#$"

%  

   

2    

+ )   + - "    H , <- 4:/D

 

!  "#$"

%$$$

%  

C738 | witte huis Landschap Overijssel | schetsontwerp 28 juni 2013 | aanpassing 03-03-2014 | ten dAm Architecten

houtopslag

berging 0+

2

C738 | witte huis Landschap Overijssel | schetsontwerp 28 juni 2013 | aanpassing 03-03-2014 | ten dAm Architecten

witte huis ± 750 +

haard

1

routing

0

5

berging 0+

uitzicht

houtopslag

beschutting

witte huis ± 750 +

0+

haard

kwaliteiten

1

2

C738 | witte huis Landschap Overijssel | schetsontwerp 28 juni 2013 | aanpassing 03-03-2014 | ten dAm Architecten

± 750 +

verzicht

uitzicht

0

beschutting

5

houtopslag

berging 0+

± 750 +

witte huis ± 750 +

0+

haard

1

kwaliteiten

0

2

C738 | witte huis Landschap Overijssel | schetsontwerp 28 juni 2013 | aanpassing 03-03-2014 | ten dAm Architecten

w zon

5

mk

kast

houtopslag

0+

haard

1

2

ontwerp 01

0

C738 | witte huis Landschap Overijssel | schetsontwerp 28 juni 2013 | aanpassing 03-03-2014 | ten dAm Architecten

toilet

entree

haard

(venster-) bank

± 750 +

pantry

berging 0+

(venster-) bank

5

Datum: 28 mei 2014 Opgesteld door: Peter Hermens

>ĂŶĚƐĐŚĂƉƐƉůĂŶtŝƩĞ,ƵŝƐ

KƉĚŝƚŵŽŵĞŶƚŽŽŐƚŚĞƚĞƌĨǀĂŶŚĞƚtŝƩĞ,ƵŝƐƐůĞĞƚƐ͕ĞŶĚĞĚŝƌĞĐƚĞŽŵŐĞǀŝŶŐŝƐ ǀĞƌƌŽŵŵĞůĚ͘ĞĨƵŶĐƟĞǀĞƌĂŶĚĞƌŝŶŐďŝĞĚƚŬĂŶƐĞŶŽŵĞĞŶŇŝŶŬĞŬǁĂůŝƚĞŝƚƐŝŵƉƵůƐƚĞ ůĞǀĞƌĞŶŽƉĞŶŽŵŚĞƚĞƌĨ͘

,ĞƚǁŝƩĞŚƵŝƐŝƐĞĞŶďŝũnjŽŶĚĞƌŐĞďŽƵǁƚũĞŽƉŚĞƚŚŽĞŬƉƵŶƚǀĂŶƚǁĞĞďĞůĂŶŐƌŝũŬĞ ƚŽĞŐĂŶŐƐůĂŶĞŶǀĂŶůĂŶĚŐŽĞĚĚĞ,ŽƌƚĞ͘dŽĞŶŚĞƚůĂŶĚŚƵŝƐŶŽŐƉĂƌƟĐƵůŝĞƌďĞǁŽŽŶĚ ǁĞƌĚ͕ǁĂƐŚĞƚǁŝƩĞŚƵŝƐŝŶŐĞďƌƵŝŬĂůƐďŝůũĂƌƚŬĂŵĞƌ͘ĞĂĨŐĞůŽƉĞŶĚĞĐĞŶŶŝĂŚĞĞŌ ŚĞƚǁŝƩĞŚƵŝƐĂůƐǁŽŽŶŚƵŝƐŐĞĚŝĞŶĚ͘ ,ĞƚŐĞďŽƵǁƐƚĂĂƚŶƵĂůĞŶŝŐĞƟũĚůĞĞŐ͘^ƟĐŚƟŶŐ>ĂŶĚƐĐŚĂƉKǀĞƌŝũƐƐĞůǁŝůĚĞnjĞůŽĐĂƟĞŐĂĂŶǀĞƌŚƵƌĞŶĂůƐǀĞƌŐĂĚĞƌƉůĞŬ͘

ĂŶůĞŝĚŝŶŐ

-2-

>ŽĐĂƟĞtŝƩĞ,ƵŝƐ

-3-

>ŽĐĂƟĞtŝƩĞ,ƵŝƐ;ŝŶŐĞnjŽŽŵĚͿ

-4-

,ƵŝĚŝŐĞƐŝƚƵĂƟĞ

-5-

/ŶŐƌŝũƉĞŶŝŶŚĞƚďĞƐƚĂĂŶĚĞ ͻ ^ƚƵŬŬĞŶǀĞƌŚĂƌĚŝŶŐĞŶŽǀĞƌƚŽůůŝŐĞŐƌŝŶĚǀůĂŬŬĞŶǀĞƌǁŝũĚĞƌĞŶ;ƌĞƐƚĂŶƚĞŶǀĂŶ ǀŽŽƌŵĂůŝŐŐĞďƌƵŝŬĂůƐǁŽŽŶŚƵŝƐͿ ͻ ĨƌĂƐƚĞƌŝŶŐ͕ŚĞŬŬĞŶ͕ƉĂĂůƚũĞƐ͕ǀŽŐĞůŚƵŝnjĞŶŽƉƉĂůĞŶ͕ĞƚĐ͘ǀĞƌǁŝũĚĞƌĞŶ͘,ĞƚnjŝũŶ ƌĞƐƚĂŶƚĞŶǀĂŶƉĞƌƐŽŽŶůŝũŬĞĂĂŶŬůĞĚŝŶŐ͕ĚŝĞŶŝĞƚƉĂƐƐĞŶďŝũĚĞƐĨĞĞƌ͕ƐƚĂƚƵƵƌĞŶ ƵŝƚƐƚƌĂůŝŶŐǀĂŶŚĞƚůĂŶĚŐŽĞĚ͘ĞƌŽŵŵĞůŝŐĞĂĨƌĂƐƚĞƌŝŶŐĚŝĞŶĚĞǀŽŽƌŚĞĞŶŽŵ ŬŽŶŝũŶĞŶďƵŝƚĞŶƚĞŚŽƵĚĞŶ͕ĚĂĂƌŝƐŐĞĞŶŶŽŽĚnjĂĂŬŵĞĞƌǀŽŽƌ͘ ͻ ŽŵƉŽƐƚŚŽŽƉǀĞƌǁŝũĚĞƌĞŶ͘ ͻ >ŽƐƐĞůĂĂŶŵǀĞƌǁŝũĚĞƌĞŶ͘ĞnjĞďĞƵŬnjŽƌŐƚĚĂƚŶĞǀĞŶƐƚĂĂŶĚĞǁŝůĚĞŬĞƌƐŝŶĚĞ ǀĞƌĚƌƵŬŬŝŶŐŬŽŵƚ͘ĞŬĞƌƐŬƌŝũŐƚŶƵǁĞĞƌĚĞƌƵŝŵƚĞ͘ŽŽƌŚĞƚƌŽŽŝĞŶǀĂŶĚĞnjĞ ŵŬƌŝũŐƚŚĞƚtŝƩĞ,ƵŝƐďŽǀĞŶĚŝĞŶĞĞŶƉƌŽŵŝŶĞŶƚĞƌĞƉůĞŬŽƉŚĞƚůĂŶĚŐŽĞĚ͘ EŝĞƚůĂŶŐĞƌŐĞŽƌŝģŶƚĞĞƌĚŽƉƐůĞĐŚƚƐĠĠŶůĂĂŶ͕ŵĂĂƌĂůƐůĂŶĚŵĂƌŬŽƉŚĞƚŬŶŝŬƉƵŶƚ ǀĂŶƚǁĞĞůĂŶĞŶ͘ ͻ ĞƌŬĞŶƌŽŶĚŽŵĚĞŶŽŽƌĚĞůŝũŬĞŚĂĂŐǀĞƌǁŝũĚĞƌĞŶ͘ ͻ ĞĞůǀĂŶĚĞďĞƵŬĞŶŚĂĂŐĂĂŶĚĞĂĐŚƚĞƌnjŝũĚĞǀĂŶŚĞƚĞƌĨǀĞƌǁŝũĚĞƌĞŶ͕ŽŵƌƵŝŵƚĞ ƚĞŵĂŬĞŶǀŽŽƌĞĞŶĨƌĂĂŝĞƌĞĞŶƚƌĞĞĂĂŶĚĞĂĐŚƚĞƌnjŝũĚĞ ͻ ĞƵŬĞŶŚĂĂŐĂĂŶnjƵŝĚŬĂŶƚ;ŐƌĞŶnjĞŶĚĂĂŶŚĞƚǁĞŝůĂŶĚͿďĞǀĂƚŶƵŶŽŐŚŽŽŐƚĞǀĞƌƐĐŚŝůůĞŶ͘ĞnjĞŽǀĞƌĚĞǀŽůůĞĚŝŐĞůĞŶŐƚĞƚŽƚϵϬĐŵŚŽŽŐƚĞƚĞƌƵŐƐŶŽĞŝĞŶ͘ĂƚŽŽŐƚ ƐƚƌĂŬŬĞƌĞŶďŝĞĚƚnjŝĐŚƚĞŶŽǀĞƌŚĞƚǁĞŝůĂŶĚ͘ ͻ ŝũŚĞƚƚŽĞŐĂŶŐƐƉŽŽƌƚũĞůŽŽƉũĞŽŶĚĞƌĚĞďĞƵŬĞŶŚĂĂŐĚŽŽƌĚĞƚƵŝŶŝŶ͘ŝƚĚĞĞů ǁŽƌĚƚǀĞƌǁŝũĚĞƌĚ͘ŽŬŽŵƚŚĞƚǁŝƩĞŚƵŝƐďĞƚĞƌŝŶŚĞƚnjŝĐŚƚƚĞƐƚĂĂŶ͕njŝĐŚƚďĂĂƌ ǀĂŶƵŝƚĚĞůĂĂŶĞŶĂŶĚĞƌĞĚĞůĞŶǀĂŶŚĞƚůĂŶĚŐŽĞĚ͘ ͻ ,ĞƚŐĞďŝĞĚďŝŶŶĞŶĚĞďĞƵŬĞŶŚĂŐĞŶ;ƚƵŝŶǀĂŶŚĞƚǁŝƩĞŚƵŝƐͿ͕ĂůůĞďĞƉůĂŶƟŶŐǀĞƌǁŝũĚĞƌĞŶ͘,ŝĞƌƐƚĂĂƚŶŝĞƚƐǀĂŶ;ĞĐŽůŽŐŝƐĐŚĞͿǁĂĂƌĚĞĞŶŚĞƚŽŽŐƚƌŽŵŵĞůŝŐ͘KŵĚĂƚ ŽŽŬŝŶĚĞƚƵŝŶǀĞƌŐĂĚĞƌĚŵŽĞƚŬƵŶŶĞŶǁŽƌĚĞŶ͕ŝƐĞĞŶŶŝĞƵǁĞŝŶǀƵůůŝŶŐŶŽĚŝŐ͘

sŽŽƌƐƚĞůǀŽŽƌŬǁĂůŝƚĞŝƚƐǀĞƌďĞƚĞƌŝŶŐ

-6-

EŝĞƵǁĂĂŶůĞŐŐĞŶ ͻ ŽĐŚƚƐƚƌĂĂůǀĂŶĚŽŽƌŐĂĂŶĚĞƌŝũǁĞŐŵĞƚĞĞŶƐŵĂůůĞƐƚƌŽŽŬŬůŝŶŬĞƌƐǀŽůůĞĚŝŐ ŐĞƐĐŚŝŬƚŵĂŬĞŶǀŽŽƌĂůůĞǁĞŐŐĞďƌƵŝŬĞƌƐ͘sĂŶƵŝƚĚĞďŽĐŚƚĞĞŶŐƌŝŶĚƉĂĂĚũĞŶĂĂƌ ĚĞĞŶƚƌĞĞ;ĚŽŽƌĚĞŐŝŶĚĞďĞƵŬĞŶŚĂĂŐͿ ͻ ^ƟŶnjĞŇŽƌĂďĞŚŽƵĚĞŶĞŶŽŶƚǁŝŬŬĞůĞŶ;ƐŽŽƌƚĞŶĂůƐďŽƐŚLJĂĐŝŶƚ͕ĚĂƐŽŶĚĞƌůŽŽŬ͕ ŶĂƌĐŝƐ͕ŐĞǀůĞŬƚĞĚŽǀĞŶŶĞƚĞůͿ ͻ Aanplanten linde ͻ ĂŶůĞŐĂŌĂŬŬŝŶŐŐƌŝŶĚƉĂĚǀĂŶďĞƐƚĂĂŶĚĞǁĂŶĚĞůƉĂĚ͘KŶĚĞƌĚĞnjǁĂƌĞďĞƵŬĞŶ ǁŽƌĚƚĚŝƚŐƌŝŶĚƐƚĞĞĚƐĚƵŶŶĞƌďĞƐƚƌŽŽŝĚƌŝĐŚƟŶŐǁŝƩĞŚƵŝƐĞŶŚŽƵƚƐĐŚƵƵƌ͘ĂĂƌ njĂůŚĞƚǁĂƚnjĂŶĚŝŐĞƌnjŝũŶ͘ŝƚůŽŽƉƚŐĞůĞŝĚĞůŝũŬŽǀĞƌŝŶŚĞƚŐƌĂƐǀĞůĚĚĂƚĚĞƌĞƐƚǀĂŶ ĚĞƚƵŝŶǀĂŶŚĞƚtŝƩĞ,ƵŝƐǀŽƌŵƚ͘ ͻ sůŝŶĚĞƌƐƚƌŽŽŬĂĂŶƉůĂŶƚĞŶ;ƐŽŽƌƚĞŶĂůƐ͕ďƵĚĚůĞũĂ͕ƌƵŝƚ͕ŚĞŵĞůƐůĞƵƚĞůͿ ͻ WůĂĂƚƐĞŶďĞďŽƌĚŝŶŐďŝũǀŽŽƌͲĞŶĂĐŚƚĞƌƚŽĞŐĂŶŐ͘

dŽĞŬŽŵƐƟŐĞƐŝƚƵĂƟĞ

-7-

ƐƟŶnjĞ

ďŽƌĚ

ďĞƵŬĞŶŚĂĂŐ

gras

ǀůŝŶĚĞƌƐƚƌŽŽŬ

-8-

opslag /  ŚŽƵƚŚŽŬ

ƐƟŶnjĞ

grindpad / entree ďŽƌĚ

ǁŝƩĞŚƵŝƐ

ďĞƵŬĞŶŚĂĂŐ ƐƟŶnjĞ

ŐƌŝŶĚƉĂĚͬĞŶƚƌĞĞ͘ ,ĂĂŐ;ŐͿǀĞƌǁŝũĚĞƌĞŶ

ǁŝůĚĞŬĞƌƐ

ƐƟŶnjĞ

linde

dŽĞŬŽŵƐƟŐĞƐŝƚƵĂƟĞ;ƉůĂŶŽŶĚĞƌĚĞůĞŶͿ

!"#$ $ %&'&&#(&$)"*+,&#$-'./$0/$1(&*2$ %&'&&#(&$)"*+,&#$-'./$0/$1(&*2 3"#$ $ 4"#5,67"8$9:&;<=,,&*$->/$>&#?&:&*5@$5<;&6(&A;2$ 9:&;<=,,&*$->/$>&#?&:&*5@$5<;&6(&A;2 B&(;&+($$ C<=DA<,$-E<=?&EFA.$F8$*"#5?F&5$>A<,$G)&$>F;(&H2$ )"(A'$$ IJ$=A*<$IKLM$$ $ $ !" #$$%&''()*+,-./01/2&/3/,3)) ) >&($E&*&<5$:"#$5&$F:&;7&<5$<,$5"($&;$'<#5&;$EA5?&($E&,67A<,$G)&$>F;(&H/$$ )"($EA5?&($<,$:&;:"**&#/$)<($EA5?&($.&;5$#<&($E&,(&&5$""#$5&$?&EFA.&#$-'F#A'&#($ '"";$""#$5&$F#5&;7FA5$:"#$(A<#$&#$*"#&#$(&#$E&7F&:&$:"#$5&$E&DF&N&;,$-."#5&*"";,2/$ 4"#5,67"8$9:&;<=,,&*$DF&N($#A$<#NF',(&#$F8$)&$>F;(&$F'$5<($?"($(&$5<67(&#/$ $ X&#$'F?&*<=N7&<5$F'$<#NF',(&#$(&$?&#&;&;&#$<,$5&$F#(.A<,$G)&$>F;(&H$/$$ )<67(E<=$Z.F**&$&#$)"*+,&#$?&*&?&#$D"*$7&($'FF<&$*"#5?F&5$&&#$""#(;&NN&*<=N&$(&$:&;7A;&#$ *F6"(<&$D<=#$:FF;$:&;,67<**&$+A#6(<&,/$ZF"*,$'""(,67"88&*<=N@$;&6;&"(<&+$-5"?P#"67(2@$ &5A6"(<&+@$6A*(A;&&*@$.F;N,7F8,@$*&D<#?&#@$:&;?"5&;<#?&#$&#$"*,$E<=:FF;E&&*5$(;FA.*F6"(<&/$ C<=$5&#N&#$"E,F*AA($#<&($""#$D&*+,("#5&($GC<((&$>A<,H$<,$&&#$N*&<#$?&EFA.(=&$:"#$6"/$[@KK$\$]@KK$'&(&;/$>&($<,$=";&#*"#?$:&;7AA;5$ ?&.&&,($"*,$.F#<#?/$>&($E&,(&''<#?,8*"#$?&&+($&&#$.FF#E&,(&''<#?$""#/$ )&$7AA;."";5&$.",$V$MKKP'""#5$^$M/WKK$8&;$="";/$$ $ >&($?&EFA.$<,$A<(,(&N$?&,67
:1';/.0/.7/<=+;7) >&($C<((&$>A<,$*1/$X&#$N."*<(&<(,<'8A*,$<#$5&$X>1$<,$#<&($?F&5$'F?&*<=N$a$7&($ E&7&&;8*"#$.F;5($"*$6F#,&bA&#($A<(?&:F&;5/$$ C<=$?""#$5&$(A<#$;F#5$7&($C<((&$>A<,$N."*<("(<&+$:&;E&(&;&#@$DF5"($5<($&&#$8F,<(<&+$&++&6($ 7&&+($F8$7&($?&7&*&$&#,&'E*&$-D<&$E<=*"?&$QA<#$8*"#2/$ $ >-./?/.0/.0,) 3&;."67($.F;5($5"($5&$:&;?"5&;*F6"(<&$&#N&*&$.&;N5"?&#$8&;$.&&N$.F;5($:&;7AA;5$(/E/:/$ 5&$7<&;:FF;$?&#F&'5&$"6(<:<(&<(&#/$ $ @06(006'',.60((/,3)0,)='6(060,) )&$'"\<'"*&$E&D&((<#?$D"*$6"/$LI$8&;,F#&#$D<=#/$>&($'"\<'"*&$""#("*$"A(FS,$D"*$5A,$6"/$LI$ E&5;"?&#/$)&$8";N&&;8*""(,$""#$5&$TF88&#"**&&$7&&+($6"/$MK$8";N&&;8*""(,&#$&#$5&$ 8";N&&;8*""(,$E<=$7&($>A<,$G)&$>F;(&H$7&&+($FFN$6"/$MK$8*""(,&#/$0&($#"'&$5&$8";N&&;8*""(,$ ""#$5&$TF88&#"**&&$(&*($F8$.&;N5"?&#$7FF?A<($Lc$"A(FS,/$ )&D&$8";N&&;:FF;D<&#<#?&#$D<=#$;A<',67FF(,$:F*5F&$F'$7&($E&DF&N$F8$(&$:"#?&#/$ $ )&$""#:F&;$:"#$?F&5&;&#$D<=#$A<(&;,($E&8&;N($D<=#$&#$D"*$E&,(""#$A<($6"(&;<#?$:FF;$6"/$LI$ 8&;,F#&#/$ $ X\(;"$8&;,F#&&*$D"*$#<&($""#.&DA<,$G)&$>F;(&H/$ $ A/,',-/B;0),$$%&''() 4"#5,67"8$9:&;<=,,&*$'F&($&&#$:&;'<#5&;<#?$:"#$<#NF',(&#$:"#$6"/$V$LW/KKK$8&;$="";$ F8:"#?&#/$ $ B<=$:&;7AA;$:"#$?&'<55&*5$I$\$8&;$'""#5$&&#$5"?5&&*$&#$I$\$8&;$'""#5$&&#$5"?$D"*$5&$ F8E;&#?,($'<#A,$5&$NF,(&#$6"/$V$Lc/KKK$E&5;"?&#/$ $ C',30)D06&($E&(;&+($&&#$&&#:FA5&($?&EFA.$.F;5($F#5&;7FA5&#$"*,$ 'F#A'&#($&#$D<($<#$7&($'&&;=";&#$F#5&;7FA5,8;F?;"''"$:"#$4"#5,67"8$9:&;<=,,&*/$ $ @063+,,/,3=;/-E.)5$+1'-./?/.0/.0,) dF#("6($'&($5&$7&&;$e/$T"8$:"#$5&$"+5&*<#?$0<*<&A$&#$BFA.&#$7&&+($5A<5&*<=N$?&'""N($5"($ ?&&#$:&;?A##<#?$:FF;$5&$:&;EFA.$#F5
>&($(A<#8*"#$:FF;D<&($<#$7&($:&;.<=5&;&#$:"#$&#N&*&$,(;A
! ! ! ! !

!

!

!

! !

!

!

!

monumentencommissie

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dalfsen t.a.v. de heer R. Pap Postbus 35 7720 AA DALFSEN

BETREFT ADRES OPDRACHTGEVER INLICHTINGEN

: : : :

functiewijziging aan het Witte Huis de Horte Poppenallee 33 Stichting Landschap Overijssel drs. G.M. van Altena

Zwolle, 14 oktober 2014

UW KENMERK ADVIESKOSTEN ONS KENMERK

: : :

Z18535 203 M00141-2014

Geacht college, Bovengenoemde adviesaanvraag voor het wijzigen van het voormalige biljarthuisje aan de Poppenallee 33 in Hoonhorst is op 7 oktober 2014 door de monumentencommissie behandeld. De commissie heeft al eerder advies uitgebracht over een schetsplan voor het wijzigen van het terrein bij Poppenallee 33 in Hoonhorst op 24 juni 2014. Het plan beoogt een wijziging aan een gemeentelijk monument. De commissie adviseert op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) en de gemeentelijke erfgoedverordening.

BEOORDELINGSKADER

Het pand gelegen aan de Poppenallee 33 in Hoonhorst betreft het voormalige biljarthuisje, oorspronkelijk behorend bij het Huis De Horte. Het vierkante pand wordt gedeeltelijk omgeven door een beukenhaag en staat iets gedraaid in de as die gevormd wordt door de laan tussen Huis De Horte en Mataram.

BEVINDINGEN

In de vergadering van 24 juni concludeerde de commissie als volgt: “Het voornemen bestaat het pandje (in voorgaande jaren in gebruik als woonhuis) als vergaderlocatie te gaan verhuren en in verband daarmee de tuin en het omringende terrein op te schonen en her in te richten. De commissie vraagt of er onderzoek is gedaan naar de (vroegere) context van het voormalige biljarthuisje en of de haag er altijd gestaan heeft? Gelet op de nieuwe functie van het pandje kan de commissie zich voorstellen dat er mogelijk grotere ingrepen in de haag gedaan worden en dat het in de as gelegen huisje weer meer zichtbaar wordt. Op zich heeft de commissie geen bedenking tegen de nu beoogde ingrepen. Een ander deel van de aanvraag betreft de plaatsing van zonnepanelen naast de parkeerplaats bij de landbouwschuur. De commissie vindt de beoogde strakke plaatsing wel erg mathematisch voor dit landschappelijk ingerichte deel van het terrein. De commissie is van mening dat de locatie om meer ontwerp vraagt en dat er een geheel van gemaakt moet worden, opdat de nieuwe toevoeging een eigen plaats op het landgoed krijgt. Verder adviseert de commissie de toepassing van uitsluitend zwarte zonnepanelen, zonder randen. De commissie concludeert in dit stadium van de planontwikkeling dat het voorlopige plan voor de herinrichting rond het voormalige biljarthuisje niet leidt tot een onaanvaardbare aantasting van monumentale waarden. De commissie concludeert in dit stadium van de planontwikkeling dat het voorlopige plan voor de plaatsing van zonnepanelen op landgoed De Horte leidt tot een onaanvaardbare aantasting van monumentale waarden. De commissie ziet de definitieve aanvraag tegemoet.”

In de vergadering van 7 oktober ligt een wijziging van het voormalige biljarthuisje voor. In de ruimte op de begane grond is inmiddels een scheidingswand geplaatst. De wand doorsnijdt de bestaande profilering in het plafond en tast daarmee de betreffende interieurafwerking aan. De commissie is van mening dat de vormgeving van de wand ook in andere opzichten nogal grof is en dat de kwaliteit van het ontwerp zich slecht verdraagt met de bijzondere kwaliteit van het monument. Ook het iets aangepaste ontwerp van de tuin van het biljarthuisje en het omliggende terrein is bij de aanvraag ingesloten. De commissie concludeert dat het plan voor wijziging van het voormalige biljarthuisje leidt tot een onaanvaardbare aantasting van monumentale waarden. De commissie concludeert dat het plan voor de herinrichting rond het voormalige biljarthuisje niet leidt tot een onaanvaardbare aantasting van monumentale waarden.

CONCLUSIE

Hoogachtend,

Drs. ing. D.H. Baalman, directeur Namens deze, mr. ing. H.G.A.M. Verheyen, teamleider

Ruimtelijke Onderbouwing Omgevingsvergunning ‘t Witte Huis – De Horte

1

Inhoud Inleiding ......................................................................................................................... 2 Beleid ............................................................................................................................. 4 Gemeentelijk beleid ................................................................................................................................... 4 Rijksbeleid ................................................................................................................................................. 9

Onderzoek.................................................................................................................... 10 Archeologie .............................................................................................................................................. 10 Bodem ..................................................................................................................................................... 10 Duurzaamheid ......................................................................................................................................... 11 Ecologie ................................................................................................................................................... 11 Externe veiligheid .................................................................................................................................... 11 Geluid ...................................................................................................................................................... 13 Luchtkwaliteit ........................................................................................................................................... 13 Verkeer .................................................................................................................................................... 14 Water ....................................................................................................................................................... 14

Economische uitvoerbaarheid ................................................................................... 18 Overleg, zienswijzen en kennisgeving ...................................................................... 18 Vooroverleg ............................................................................................................................................. 18 Zienswijzen .............................................................................................................................................. 18 Kennisgeving overheidsdiensten ............................................................................................................. 18

1

Inleiding Projectomschrijving Landschap Overijssel wil de functie wijzigen van ‘t Witte Huis aan de Poppenallee 33 in Dalfsen dat onderdeel uitmaakt van het landgoed De Horte. Deze functiewijziging is nodig om middelen te genereren voor het landgoed De Horte. Door de functiewijziging kan het Witte Huis worden verhuurd voor functies zoals vergaderingen, trouwlocatie, bijeenkomsten, workshops, recreatie, educatie en andere functies van vergelijkbare aard. Gebruik dat hoort bij de bestemmingen Bedrijven en Horeca wordt daartoe niet gerekend. ‘t Witte Huis wordt alleen inpandig verbouwd. De buitenzijde van ‘t Witte Huis blijft ongewijzigd. Daarnaast wordt de tuin van ‘t Witte Huis landschappelijk ingepast. Zie voor meer informatie onderstaande figuren en het inrichtingsplan (bijlage). Huidige situatie

Toekomstige situatie

Geldende planologische situatie ‘t Witte Huis ligt in het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen en heeft de bestemming Wonen en de dubbelbestemming Waarde – Archeologie. Daarnaast geldt de Gebiedsaanduiding luchtvaartverkeerzone. Het verhuren van ‘t Witte Huis voor verschillende functies past niet binnen deze bestemmingen. Hieronder een uitsnede van de digitale verbeelding.

2

Situering ‘t Witte Huis ‘t Witte Huis aan de Poppenallee 33 in Dalfsen maakt onderdeel uit van het landgoed De Horte. Het Witte Huis ligt ten zuidwesten van de Kern Dalfsen en ten noordwesten van de kern Hoonhorst vlakbij de gemeentegrens van Zwolle. De locatie is op onderstaand figuur aangegeven met een rode cirkel.

Afwijking van het bestemmingsplan Voor dit project is het niet mogelijk om mee te werken met een binnenplanse of buitenplanse afwijking. Artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 3 Wabo biedt wel de mogelijkheid om met omgevingsvergunning van het bestemmingsplan af te wijken. Deze afwijking wordt kortweg het projectafwijkingsbesluit genoemd. Voor het projectafwijkingsbesluit mag de activiteit niet in strijd zijn met een goede ruimtelijke ordening. Daarnaast moet er bij het besluit een ruimtelijke onderbouwing worden gevoegd. Deze ruimtelijke onderbouwing bevat alle onderwerpen die vanuit de ruimtelijke ordening van belang zijn. De ruimtelijke onderbouwing moet aantonen er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd het projectafwijkingsbesluit te nemen. Daarnaast is er een verklaring van geen bedenkingen nodig van de gemeenteraad. De gemeenteraad van Dalfsen heeft een lijst met categorieën van gevallen vastgesteld waarvoor deze verklaring niet nodig is. Dit project valt binnen de lijst die door de gemeenteraad is vastgesteld. Het project past binnen geldend gemeentelijk beleid en er is een inrichtingsplan opgesteld. Daarom is er geen verklaring van geen bedenkingen nodig.

3

Beleid Gemeentelijk beleid Structuurvisie Buitengebied gemeente Dalfsen Het plangebied ligt volgens de Structuurvisie Buitengebied Dalfsen in het bos- en landgoederen landschap. De landhuizen, laanstructuren, landerijen en bosgebieden van de landgoederen zijn karakteristiek voor dit deelgebied ten zuiden van de Vecht. Het bos- en landgoederenlandschap is een recreatief aantrekkelijk gebied. Natuur wordt afgewisseld met lanen, boerderijen en landgoederen. Natuur en recreatie gaan hand in hand, waarbij de nadruk ligt op het beleven en behouden van het monumentale karakter van het gebied. De landbouw bloeit aan de randen van het gebied. Daar ligt het accent ligt op verbreding boven vergroting Ontwikkelingscriteria · Nieuwe functies die nodig zijn voor het behoud en beheer van landgoederen zijn mogelijk. · Als nieuwe functies nodig zijn ter behoud van de landgoederen, zal de gemeente daaraan meewerken. Er moet worden aangetoond dat de investering loont op de langere termijn. · Nieuwe ontwikkelingen moeten op een logische en natuurlijke wijze opgaan in het landschap en aansluiten bij de karakteristiek van de erven. Het kenmerkende rafelige silhouet van bebouwingsensemble en beplanting wordt versterkt en landschapsontsierende bebouwing wordt gesloopt. Door middel van een (verplicht) erfinrichtingsplan kan een goede inpassing worden gewaarborgd. · De gemeente zet in op het behoud van het monumentale karakter van het gebied. Concreet betekent dit dat de bestaande waarden dienen te worden gerespecteerd. Nieuwe ontwikkelingen dienen van een zodanige schaal en omvang te zijn dat dit past in het gebied. · Er moet kwaliteitsverbetering plaatsvinden. ’t Witte huis De gevraagde ontwikkeling is nodig voor het behoud en beheer van het landgoed De Horte. De opbrengsten die de verhuur van ’t Witte Huis genereert dekken voor een deel de verminderde subsidieopbrengsten. De investering die wordt gedaan is duurzaam en voor de langere termijn. Door Landschap Overijssel is een inrichtingsplan opgesteld. Uit dit inrichtingsplan blijkt, dat de ruimtelijke kwaliteit op het perceel versterkt. Het inrichtingsplan voldoet aan de ontwikkelingscriteria. Beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de Gemeente Dalfsen Op 23 juni 2014 heeft de gemeenteraad het beleid voor rood voor rood en vrijkomende agrarische bebouwing gewijzigd opgenomen in de nieuwe regeling “Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen”. Deze regeling gaat daarnaast ook in op kwaliteitsimpuls groene omgeving. Op deze ontwikkeling is het onderdeel ‘Hergebruik vrijgekomen (agrarische) bebouwing’ van toepassing. De regeling geeft aan dat de ruimtelijke kwaliteit moet verbeteren en dat uit een erfinrichtingsplan moet blijken dat er een kwalitatief hoogwaardige invulling wordt gegeven aan de inpassing van het erf. Het ingediende inrichtingsplan voldoet aan deze vereisten. De ontwikkeling voldoet ook aan overige vereisten van de beleidsregels. · Er vindt geen opslag plaats en de activiteiten vinden (in hoofdzaak) plaats in ’t Witte Huis zelf. · Doordat het gaat om een klein gebouw, kan slechts een beperkt aantal mensen in het gebouw aanwezig zijn. Een sterke verkeersbeweging brengt de ontwikkeling daarom niet met zich mee. · De agrarische bedrijven in de omgeving worden niet in hun bedrijfsvoering belemmerd. · De ontwikkeling voldoet aan geldende wet- en regelgeving op het gebied van milieu. Dit wordt nader onderbouwd in het hoofdstuk “Onderzoek”. · Het hergebruik is passend op het landgoed. De functies zijn redelijk kleinschalig van aard.

4

·

De opbrengsten van de nieuwe functies worden gebruikt voor het beheer en het behoud van het landgoed.

Landschapsontwikkelingsplan Het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) is een gemeentedekkende visie op de landschappelijke ontwikkeling van zeven verschillende deelgebieden. In het LOP is per deelgebied een beschrijving van het landschap gegeven. ’t Witte Huis ligt in het deelgebied ‘Bos- en landgoederenlandschap’. Vanuit het LOP geldt voor deze ontwikkeling het volgende criterium: · Mogelijkheden voor nieuwe economische dragers op bestaande landgoederen worden verder versterkt. Dit draagt bij aan de instandhouding van het landgoed. Externe veiligheidsbeleid Wat is externe veiligheid? Externe veiligheid gaat over veiligheid van bedrijven en bedrijfsmatige activiteiten en de risico's die zij vormen voor hun omgeving. Bij externe veiligheid spelen twee termen een grote rol: plaatsgebonden risico en groepsrisico. Het plaatsgebonden risico is de kans, dat zich op een bepaalde plaats over een periode van één jaar een dodelijk ongeluk voordoet, als direct gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen, als zich op die plaats 24 uur per dag en onbeschermd een persoon zou bevinden.' Het is hierbij niet van belang of zich op die plaats daadwerkelijk een persoon bevindt. Het plaatsgebonden risico is een abstracte grootheid. Personen die daadwerkelijk op die plaats zouden verblijven, lopen dat risico. De norm voor het plaatsgebonden risico in Nederland is in beginsel een kans van 1 op de miljoen per jaar (ofwel 10-6 per jaar). Groepsrisico geeft de kans aan dat in één keer een groep personen die zich in de omgeving van een risicosituatie bevindt, overlijdt vanwege een ongeval met gevaarlijke stoffen. Met de grootheid groepsrisico is getracht een maat voor maatschappelijke ontwrichting te creëren. Bij het groepsrisico gaat het om de werkelijk aanwezige bevolking in de omgeving van een activiteit met gevaarlijke stoffen en de spreiding van de bevolking in dat gebied. Externe veiligheidsbeleid Op landelijk niveau is afgesproken dat iedere gemeente zijn eigen externe veiligheidsbeleid dient te voeren. De gemeenteraad heeft het Externe Veiligheidsbeleid gemeente Dalfsen 2011- 2014 vastgesteld. De doelstelling van dit beleid is om samen met alle veiligheidspartners de huidige veilige woon- en leefomgeving in stand te houden en waar mogelijk te verbeteren. Er wordt ernaar gestreefd dat alle generaties bewoners van de gemeente Dalfsen zich veilig (blijven) voelen in hun leefomgeving. In het kort komt het in het beleid erop neer dat in woongebieden geen nieuwe risicobronnen worden toegevoegd. Op bedrijventerreinen is een nieuwe risicobron alleen toegestaan als de veiligheidscontour binnen de eigen inrichtingsgrens blijft. De bestaande risicobronnen mogen wel blijven, totdat de risicovolle activiteiten op die plek worden gestaakt. Over het groepsrisico is in het beleid aangegeven dat het bestuur van de gemeente Dalfsen verantwoordt of een bepaalde situatie aanvaardbaar wordt geacht. Een beslissing op het wel of niet aanvaardbaar zijn van een bepaald risico is in de regel niet eenvoudig, in verband met de verschillende belangen die hierin spelen. Naast het veiligheidsbelang speelt vanzelfsprekend ook een economische belangenafweging.

5

Provinciaal beleid Omgevingsvisie en -verordening – landschap De Omgevingsvisie richt zich op ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Ruimtelijke kwaliteit wordt gerealiseerd door naast bescherming vooral in te zetten op het verbinden van bestaande gebiedskwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen. Bestaande kwaliteiten worden beschermd en versterkt en nieuwe kwaliteiten worden toegevoegd. Duurzaamheid wordt gerealiseerd door een transparante en evenwichtige afweging van ecologische, economische en sociaal-culturele beleidsambities. In de volgende hoofdstukken is te lezen dat de plannen waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft aansluiten bij de Omgevingsvisie. In de Omgevingsvisie zijn gebiedskenmerken verwoord. Deze gebiedskenmerken zijn uitgewerkt in de Catalogus Gebiedskenmerken. De Omgevingsverordening regelt dat nieuwe ontwikkelingen bijdragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit in overeenstemming met de gebiedskenmerken. Verder moet in het bestemmingsplan onderbouwd worden dat de nieuwe ontwikkeling past binnen het ontwikkelingsperspectief van de Omgevingsvisie. Vooral van belang zijn de normerende en richtinggevende uitspraken die in de Catalogus gedaan worden. Ontwikkelingsperspectief ‘t Witte Huis ligt binnen het ontwikkelingsperspectief "Zone Ondernemen met natuur en water Bestaande natuur". Voor een duidelijke weergave zie onderstaande figuur.

Het samenhangend netwerk van gebieden met natuurkwaliteit, water en landschappelijke kwaliteit. Deze zone bestaat uit de EHS, de gebieden waar water de bepalende functie is (het watersysteem van brongebieden tot hoofdsysteem) en (landbouw)gebieden waar ruimte is voor ontwikkeling van economische dragers. Het gebruik van het bestaande gebouw is een nieuwe economische drager. De opbrengsten komen ten goede van het landgoed. Natuurlijke laag ’t Witte Huis ligt volgens de natuurlijke laag in een gebied met "Dekzandvlakten en ruggen".

6

Dekzandvlakten en -ruggen krijgen een beschermende bestemmingsregeling, gericht op instandhouding van de hoofdlijnen van het huidige reliëf. Ontwikkelingen dragen bij aan het beter zichtbaar en beleefbaar maken van de hoogteverschillen en het watersysteem. Bij ontwikkelingen is de (strekkings)richting van het landschap, gevormd door de afwisseling van beekdalen en ruggen, het uitgangspunt. In de voorwaarden behorende bij het projectafwijkingsbesluit is opgenomen in geval van reliëf de hoofdlijnen in stand gehouden moeten worden. Laag van het agrarische cultuurlandschap ’t Witte Huis ligt volgens de natuurlijke laag in het “jonge heide- en broekontginningslandschap".

Als ontwikkelingen plaatsvinden in de agrarische ontginningslandschappen, dan dragen deze bij aan behoud en versterking van de dragende lineaire structuren van lanen, bosstroken en waterlopen en ontginningslinten met erven en de kenmerkende ruimtematen. Doordat de ontwikkelingen op het erf zelf plaatsvinden blijft de kenmerkende ruimtemaat behouden. Aan bosstroken en lineaire waterlopen vinden geen wijzigingen plaats. De ontwikkeling is dan ook in overeenstemming met de richtinggevende bepaling van de verordening. De erfinrichting versterkt de aanwezige bebouwingsstructuur zie daarvoor het inrichtingsplan. Lust- en leisurelaag ’t Witte Huis ligt in een gebied dat wordt gekenmerkt door donkerte. Op onderstaande afbeelding is zichtbaar dat er een recreatieve route langs loopt en dat vlakbij het landhuis van De Horte staat (zwarte torentje).

7

Donkerte wordt een te koesteren kwaliteit. De ambitie is de huidige 'donkere' gebieden, ten minste zo donker te houden, maar bij ontwikkelingen ze liever nog wat donkerder te maken. Dit betekent op praktisch niveau terughoudend zijn met verlichting van wegen, bedrijventerreinen e.d. en verkennen waar deze 's nachts uit kan of anders lichtbronnen selectiever richten. Structureel is het vrijwaren van donkere gebieden van verhoging van de dynamiek het perspectief. De ambitie is het rustige en onthaaste karakter te behouden, zodat passages van autosnelwegen en regionale wegen niet leiden tot stedelijke ontwikkeling aan eventuele op- en afritten. Bundeling van stedelijke functies en infrastructuur in de 'lichte' gebieden. De Catalogus doet een richtinggevende uitspraak In de donkere gebieden alleen minimaal noodzakelijke toepassing van kunstlicht. Dit vereist het selectief inzetten en 'richten' van kunstlicht. De ontwikkeling voorziet niet in extra licht. Omgevingsverordening – generieke bepalingen De Omgevingsvisie introduceert de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO). Ontwikkelingen in de Groene omgeving gaan hierdoor samen met een impuls in kwaliteit. Bestemmingsplannen voor de groene omgeving kunnen – alleen voorzien in nieuwvestiging en grootschalige uitbreidingen van bestaande functies in de groene omgeving, als hier sociaaleconomische en/of maatschappelijke redenen voor zijn én er aangetoond is dat het verlies aan ecologisch en/of landschappelijk waarden in voldoende mate wordt gecompenseerd door investeringen ter versterking van ruimtelijke kwaliteit in de omgeving. Hier is geen sprake van nieuwvestiging of een grootschalige uitbreiding. Wel is er sprake van een nieuwe functie. Daarom is volgens de provincie Overijssel de KGO hier van toepassing. Voor de KGO heeft Landschap Overijssel een inrichtingsplan opgesteld. Volgens de Omgevingsverordening geldt het principe van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik. Hier gaat het om hergebruik van bestaande bebouwing, daarmee wordt voldaan aan dit principe. EHS ’t Witte Huis ligt volgens de kaart die behoort bij de Omgevingsvisie in de EHS. Dit is zichtbaar op onderstaande afbeelding.

8

In principe zou bij de herijking van de EHS bestaande bebouwing en verharding buiten de EHS blijven. ’t Witte Huis is echter binnen de EHS blijven liggen. Wij merken dit aan als een omissie waardoor er voor dit plan geen compensatieplan of afwijking nodig is. De parkeerplaats van landgoed De Horte en Landschap Overijssel ligt direct aan de Poppenallee en is ook buiten de EHS gebleven. De toename verkeersbewegingen ten opzichte van een woning of een locatie waar maximaal 12 personen kunnen vergaderen is beperkt. Zeker gelet op de verkeersbewegingen die al plaatsvinden op de provinciale weg en gelet de bezoekers van het landgoed en van Landschap Overijssel. Het plan voorziet niet in onevenredige nadelige gevolgen voor de EHS.

Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Sinds 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) in werking. De SVIR heeft verschillende nota's vervangen, zoals de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit. Ook zijn met het SVIR de ruimtelijke doelen en uitspraken vervallen die waren benoemd in de Agenda Landschap, Agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta. In de SVIR is aangegeven dat voor een aanpak die Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig maakt, het roer om moet in het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid. Er is nu te vaak sprake van bestuurlijke drukte, ingewikkelde regelgeving of een sectorale blik met negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van Nederland. Om dit te kunnen veranderen, brengt het Rijk de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij diegene die het aangaat (burgers en bedrijven), laat het meer over aan gemeenten en provincies ('decentraal, tenzij…') en komt de gebruiker centraal te staan. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op dertien nationale belangen. Voor die belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken ('je gaat er over of niet'). Buiten deze dertien belangen hebben gemeenten en provincies beleidsvrijheid. Tevens werkt het Rijk aan eenvoudigere regelgeving. Daarbij verwacht het Rijk dat gemeenten en provincies zich ook inzetten voor meer eenvoud en verdere integratie op het gebied van ruimtelijke regelgeving. Hierdoor neemt de bestuurlijke drukte af en ontstaat er ruimte voor regionaal maatwerk. Het dertiende nationale belang zoals genoemd in de SVIR is relevant voor deze ontwikkeling. Het dertiende belang is de zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. Hieraan voldoet dit bestemmingsplan.

9

Onderzoek Archeologie Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta. Daarmee heeft de zorg voor het archeologisch erfgoed een stevigere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het behoud van archeologische waarden en de introductie van het zogenaamde “veroorzakerprincipe”. Dit principe houdt in dat degene die de ingreep pleegt financieel verantwoordelijk is voor behoudsmaatregelen of een behoorlijk onderzoek van eventueel aanwezige archeologische waarden. Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. Voor de bekende waarden kan de beleidskaart behorende bij het Archeologisch beleidsplan gemeente Dalfsen worden geraadpleegd. Het Archeologische beleidsplan en de bijbehorende kaart zijn in 2012 geëvalueerd. De resultaten van de evaluatie zijn te vinden in de Notitie Evaluatie archeologiebeleid 2012 Gemeente Dalfsen. In deze Notitie worden wijzigingen aangebracht in het beleidsplan van 2008 en de bijbehorende kaart. Om te kunnen beoordelen wat de bekende waarden zijn en waarmee er rekening moet worden gehouden met planvorming en feitelijke werkzaamheden moeten het Archeologische beleidsplan van 2008 en de Notitie Evaluatie archeologiebeleid 2012 in samenhang gelezen worden. Het archeologiebeleid van de gemeente Dalfsen is via dubbelbestemmingen ook verwerkt in het bestemmingsplan Buitengebied Dalfsen. ’t Witte Huis ligt volgens de Archeologische monumentenkaart van de gemeente Dalfsen is een gebied met een lage verwachting. Daarnaast wordt de grond niet geroerd. Nader onderzoek is niet nodig. Een uitsnede van de gemeentelijke archeologische beleidskaart is hieronder te zien.

Bodem Omdat het perceel een woonbestemming heeft is er geen verkennend bodemonderzoek nodig.

10

Duurzaamheid De gemeente Dalfsen zet in op een "duurzaam Dalfsen", met als doelstelling een CO 2-neutrale gemeente in 2025. Duurzaamheid betekent letterlijk: geschikt om lang te bestaan. Het begrip wordt ook wel omschreven als een situatie waarbij voorzien wordt in de behoefte van de huidige generatie zonder voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Er zijn drie verschijningsvormen van duurzaamheid te onderscheiden: 1. ecologische duurzaamheid als het gaat om ecologische waarden; 2. economische duurzaamheid als het gaat om een zo efficiënt mogelijke productie en; 3. sociale duurzaamheid als het gaat om de leefkwaliteit van de mens. Hiermee worden zaken als sociale veiligheid en een schone woonomgeving bedoeld. Voor ruimtelijke maatregelen in de vorm van bestemmingsplannen, projectbesluiten en vrijstellingen zijn in beginsel alle drie verschijningsvormen van duurzaamheid relevant. De uiteindelijke keuze is een ruimtelijke afweging die op basis van bestuurlijke afwegingen wordt bepaald. De gemeente Dalfsen heeft een convenant afgesloten met de provincie Overijssel. In dit convenant is een aantal overwegingen en uitgangspunten benoemd. De provincie Overijssel en de gemeente Dalfsen willen de duurzaamheidsgedachte uitdragen in de samenleving. De ambitie van de provincie Overijssel is gericht op een groene, duurzaam schone provincie. "Duurzaamheid" is met "ruimtelijke kwaliteit" de groene draad in de provinciale omgevingsvisie. De speerpunten die worden genoemd "Investeren in duurzaam Overijssel" sluiten naadloos aan bij de gemeentelijke doelstellingen. Het gaat daarbij met name om de volgende speerpunten: Ÿ energie en klimaat; Ÿ veilige en gezonde leefomgeving; Ÿ duurzaam ondernemen; Ÿ biodiversiteit en integrale gebied- en plattelandsontwikkeling; Ÿ innoveren in duurzaamheid; Ÿ voorlichting en educatie. Met de toepassing van de Beleidsregels Ontwikkelen met Kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen wordt bijgedragen aan duurzame ontwikkeling van het buitengebied. Ook wordt er duurzaam in ruimtelijke kwaliteit geïnvesteerd.

Ecologie De belangrijkste wetten voor natuurbescherming in Nederland zijn de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Beide wetten zijn een Nederlandse vertaling van de Europese Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. De verplichtingen voor bescherming van natuurgebieden zijn overgenomen door de Natuurbeschermingswet 1998, terwijl de Flora- en faunawet zich richt op de bescherming van planten en dieren. Ecoloog Mark Zekhuis (Landschap Overijssel) heeft een inventarisatie van de locatie uitgevoerd. Er komen geen beschermde diersoorten op de locatie voor. Het tuinplan voorziet in het verwijderen van enkele struiken en opslag. Dit heeft geen negatief effect op de ecologische betekenis van de tuin. Door de relatief grotere open ruimte, het toevoegen van de vlinderborder en het planten van de wilde kers en linde is nu en op termijn het effect op de ecologische waarde zelfs erg positief.

Externe veiligheid Externe veiligheid gaat over de risico's die ontstaan als gevaarlijke stoffen worden vervoerd, opgeslagen of verwerkt. De locatie waar gevaarlijke stoffen worden vervoerd of verwerkt worden risicobronnen genoemd. Bij ruimtelijke plannen moet hier rekening mee worden gehouden.

11

Risicobronnen Binnen de gemeente zijn diverse risicobronnen aanwezig. Hieronder staan ze in het kort genoemd. LPG-tankstation In de gemeente Dalfsen zijn vijf bedrijven aanwezig waar gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen en die in meer of minder mate een belemmering opleveren voor hun omgeving. Het betreft inrichtingen die onder het Bevi vallen. Het onderstaande overzicht geeft de Bevi-inrichtingen weer. Ÿ Autobedrijf Lindeboom, Vossersteeg 99 in Dalfsen Ÿ Tankstation Rondweg in Dalfsen Ÿ Garage Ten Have, Weerdhuisweg 11 in Lemelerveld Ÿ Tankstation Westdal, Westeinde 92 in Nieuwleusen Ÿ Tankstation Oosterveen, Burgemeester Backxlaan 204 in Nieuwleusen Het plaatsgebonden risico is afhankelijk van de doorzet van de desbetreffende tankstation. Verder ligt er een contour om de LPG- vulpunt en LPG-reservoir. Deze variëren voor deze tankstations tussen de 15 en 45 meter. Route gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen worden in de gemeente vervoerd over de weg, spoor of via buisleidingen. Over de weg, zijn er 3 routes liggend in de gemeente: Ÿ N340 vanaf de gemeentegrens met Zwolle tot aan de gemeentegrens met Ommen; Ÿ N35 vanaf de gemeentegrens met Zwolle tot aan de gemeentegrens met Raalte; Ÿ N348 vanaf de gemeentegrens met Ommen tot aan de gemeentegrens met Raalte. Ÿ Net buiten de gemeente ligt de A28 waarop ook gevaarlijke stoffen vervoerd wordt. De volgende spoorlijnen worden ook gebruikt voor vervoer van gevaarlijke stoffen: Ÿ Baanvak Zwolle-Meppel (brandbare gassen en zeer brandbare vloeistoffen); Ÿ Baanvak Zwolle-Ommen (zeer brandbare vloeistoffen). Verder liggen circa 10 grotere aardgastransportleidingen in de gemeente. ’t Witte Huis Alle bestaande risicobronnen met hun zones zijn op een kaart weergegeven. Hierna staat een uitsnede van deze gemeentelijke risicokaart met aangegeven ’t Witte Huis.

Bron: Uitsnede gemeentelijke risicokaart Giskit viewer 2005 gem. Dalfsen

Toets aan risicokaart De groene kleur in de gemeentelijke risicokaart betekent dat de ontwikkeling zo ver van risicobronnen en de daarbij behorende zones ligt, dat externe veiligheid geen rol speelt voor deze ontwikkeling.

12

Conclusie: de afstand tot risicobronnen is dermate groot dat er vanuit externe veiligheid geen belemmeringen zijn.

Geluid De Wet geluidhinder (Wgh) heeft tot doel de mensen te beschermen tegen geluidsoverlast. Op basis van deze wet moet bij het opstellen van een bestemmingsplan aandacht te worden besteed aan het aspect "geluid". Op de geluidskaart van de gemeente Dalfsen is te zien dat de geluidsbelasting op de gevels van geluidgevoelige bebouwing zich in 2020 bevindt onder de 43 en 48 dB. Daarmee voldoet het voornemen aan de Wet geluidhinder. Zie onderstaande afbeelding.

Luchtkwaliteit Sinds 15 november 2007 is het Besluit luchtkwaliteit 2005 komen te vervallen en staat de regelgeving met betrekking tot luchtkwaliteit beschreven in de Wet milieubeheer, namelijk de Wet luchtkwaliteit. Het doel van deze wet is het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging. In deze wet zijn de richtlijnen van de Europese Unie geïmplementeerd. Voor Nederland geldt, dat alleen de verontreinigende stoffen zoals stikstofoxide en kleine zwevende deeltjes (PM10) van belang zijn. Bij de overige verontreinigde stoffen zijn in Nederland nauwelijks overschrijdingen gemeten. In de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 luchtkwaliteitseisen en de bijbehorenden speelt het begrip "in betekenende mate" een belangrijke rol. In de algemene maatregel van bestuur "Niet in betekenende mate" (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) zijn uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. Het begrip "niet in betekenende mate" is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor NO2 en PM10. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Vooralsnog geldt dat: Ÿ voor woningbouwlocaties met minder dan 1.500 woningen (in geval van één ontsluitingsweg) of 3.000 woningen (in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling) geen beoordeling op luchtkwaliteit meer hoeft plaats te vinden; Ÿ voor infrastructuur dat bij minder dan 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie) ook geen beoordeling op luchtkwaliteit meer hoeft plaats te vinden; Ÿ voor kantoorlocaties is dat bij minder dan 100.000 m² brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, of 200.000 m² brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.

13

Duidelijk is dat dit plan geen ontwikkelingen mogelijk maakt, waardoor de luchtkwaliteit in betekenende mate zal verslechteren. Er wordt derhalve voldaan aan de Wet luchtkwaliteit. Bijzondere aandacht verdient verder het op 16 januari 2009 in werking getreden Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen). Met deze AMvB wordt de bouw van zogenaamde gevoelige bestemmingen in de nabijheid van rijks- en provinciale wegen beperkt. Daartoe voorziet het besluit in zones waarbinnen luchtkwaliteitsonderzoek nodig is: 300 meter aan weerszijden van rijkswegen en 50 meter langs provinciale wegen (gemeten vanaf de rand van de weg).Waar in zo'n onderzoekszone de grenswaarden voor fijn stof of stikstofdioxide worden overschreden, mag het totaal aantal mensen dat hoort bij een gevoelige bestemming niet toenemen. Dit wordt bereikt door op zo'n plek de vestiging van bijvoorbeeld een school niet toe te staan. Is (dreigende) normoverschrijding niet aan de orde, dan is er ook geen bouwverbod voor gevoelige bestemmingen binnen de onderzoekszone. Wel moet in die situaties de locatiekeuze goed gemotiveerd worden; dat gebeurt in de context van de goede ruimtelijke ordening. De volgende gebouwen met de bijbehorende terreinen zijn aangemerkt als gevoelige bestemming: scholen, kinderdagverblijven, en verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. In de context van dit besluit worden ziekenhuizen, woningen en sportaccommodaties dus niet als gevoelige bestemming gezien. Voor dit plan heeft het Besluit gevoelige bestemmingen geen nadelige gevolgen.

Verkeer De ontwikkeling voorziet niet in een onaanvaardbare verkeersaantrekking. De locatie ligt goed ontsloten aan een provinciale weg. Direct aan het begin van de weg ligt een grote parkeerplaats. Daarop zijn voldoende plaatsen aanwezig voor de nieuwe functie van ’t Witte Huis.

Water Watertoets In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is een watertoets verplicht bij gemeentelijke bestemmingsplannen en projectbesluiten. De watertoets is een procesinstrument, waarbij het waterschap en de initiatiefnemer (gemeente) onderlinge afstemming zoeken. Relevant beleid Er zijn veel beleidstukken over water vastgesteld. Zowel de provincie, het waterschap als de gemeente stellen waterbeleid vast. De belangrijkste kaders zijn de Omgevingsverordening en –visie van de provincie Overijssel, het Waterbeheersplan 2010 – 2015 van het waterschap Groot Salland, het gemeentelijk rioleringsplan en het Waterplan van de gemeente Dalfsen. Invloed op de waterhuishouding Toename van het verharde oppervlak bedraagt niet meer dan 1500 m2. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beekdal, primair watergebied of een stedelijk watercorridor. Er is geen sprake van een nieuwbouwsituatie, alleen van een functiewijziging. In de onderstaande tabel is kort de relevantie van de waterhuishoudkundige aspecten aangegeven. Waterhuishoudkundig aspect Relevantie Toelichting Veiligheid Ja Plangebied ligt in dijkring 53 Salland Riolering en afvalwaterketen Ja Er ligt een persleiding van de riolering Wateroverlast (oppervlaktewater)

N.v.t.

Grondwateroverlast

N.v.t.

Grondwaterkwaliteit

Ja

Grondwaterlichaam Zand Rijn-

14

Oost, Grondwatertrap VII Volksgezondheid

N.v.t.

Verdroging

Nee

Natte natuur

Nee

Inrichting/beheer en onderhoud

N.v.t.

Recreatie

N.v.t.

Cultuurhistorie

Ja

Het huis maakt onderdeel uit van Landgoed De Horte

Voorkeursbeleid hemel- en afvalwater Er is geen sprake van een nieuwbouwsituatie, alleen van een functiewijziging. Hemelwater wordt geïnfiltreerd in de bodem en vuilwater afgevoerd via de bestaande persleiding. Drinkwaterwinning- Boringsvrije zone In de gemeente Dalfsen mogen ten zuiden van de Vecht (zien onderstaande afbeelding) geen boringen plaatsvinden in het diepe pakket van Salland. Hier is volgens de Provinciale Verordening alleen grondwaterwinning voor openbare drinkwatervoorziening toegestaan. In deze zone heeft de provincie de mogelijkheid om ontheffing te verlenen van de Verordening ten behoeve van het onttrekken van grondwater aan de bodem. Gelet op deze provinciale bevoegdheid is het opnemen van regels in het bestemmingsplan niet nodig. Watertoetsproces De gemeente heeft het waterschap Groot Salland geïnformeerd over het plan via de planologische procedure. 4.3.1 Waterafvoer en veiligheid Bij waterveiligheid gaat het om voorkomen van dijkdoorbraken en overstromingen met mogelijk grote aantallen slachtoffers, omvangrijke economische schade en maatschappelijke ontwrichting als gevolg. Voor de Vecht en zijn buitendijkse gebieden/ uitwaarden en dijken zijn de aspecten waterafvoer en bescherming tegen overstromingen van het hoogste belang. 4.3.1.1 Overstromingsrisicoparagraaf Quickscan Op de functiekaart water zijn 'dijkringgebieden' aangegeven. Dijkring Vollenhove (9) en Salland (53) liggen voor een groot gedeelte, aan de westzijde, in de gemeente. Dijkring Vollenhove ligt ten noorden van de Vecht, ten zuiden van de Vecht ligt dijkring Salland. De gebieden waarin de dijkringen zijn gelegen lopen risico op een overstroming. De dijkringen zijn in de Waterwet vastgelegd. Gedeputeerde Staten hebben toezicht op de veiligheid van de primaire keringen. Bij de verdere ontwikkeling en herinrichting van de lage delen moet aandacht worden gegeven aan voorzieningen die bij overstroming het aantal slachtoffers en de omvang van de schade kunnen beperken. Het plangebied is gelegen binnen dijkring 53: Salland. Voor ruimtelijke plannen in deze dijkring is een overstromingsrisicoparagraaf vereist. De locatie is op een uitsnede van de wateratlas weergegeven.

15

In de omgevingsverordening van de provincie Overijssel is aangegeven dat van gemeenten verwacht wordt dat in bestemmingsplannen gemotiveerd wordt waarom ontwikkelingen plaatsvinden in overstromingsgevoelige gebieden. Daarbij wordt verwezen naar de risicokaart van de provincie. Voor gebieden die snel en diep onderlopen mag in principe geen nieuwe bebouwing worden toegevoegd. Bij gebieden binnen de dijkringen is het gewenst dat de initiatiefnemer nadenkt over beschermende voorzieningen. Dit wordt verwoord in de overstromingsrisicoparagraaf. Risico-inventarisatie Voor de keringen van dijkring 9 en 53 geldt een veiligheidsnorm van 1/1250 per jaar. Dit betekent dat in een situatie van 1 maal in de 1250e jaar de waterkering de optredende waterstand moet kunnen keren. De risicokaart geeft de maximale overstromingsdiepte aan maar niet de tijd tot een overstroming aan. Het plangebied ligt in dijkring 53 Salland. Voor deze dijkring geldt de overstromingsrisicozone: minder snel en ondiep. De maximale waterdiepte die in geval van een overstroming hier bereikt kan worden bedraagt 50 cm tot 2 meter. De Maximale stroomsnelheid is minder dan 0,5 meter per seconde per diepte meter. De afstand tussen de Vecht en het plangebied is 2,5 kilometer.

Aanvullend op de waterkeringen is er een draaiboek hoogwater beschikbaar en worden inwoners via de Denk Vooruit campagne geïnformeerd. De Veiligheidsregio zet bij een mogelijke overstroming in op evacuatie naar de hogere delen van Dalfsen. Maatregelen en voorzieningen 16

Verondersteld wordt dat bij een overstroming er gezien de kenmerken van het plangebied, de afstand tot de vecht en omgeving voldoende tijd zal zijn om eventueel benodigde maatregelen te treffen en of te evacueren. Het is niet bekend wat de precieze waterhoogte zal zijn bij een overstroming. Gelet op de hoogteligging van het landgoed ten opzichte van de omgeving, is het daadwerkelijke risico waarschijnlijk gering. Om schade door hoog water zo veel mogelijk te beperken, zal de eigenaar over de volgende mogelijkheden geïnformeerd worden: · zodanig inrichten gebouw zodat bij eventuele overstromingen schade zoveel mogelijk wordt beperkt (bijv. materiaalgebruik, minder gevoelige ruimten begane grond); · opstellen van evacuatie plan; · belangrijke functies dan wel belangrijke apparatuur (bijv. generator e.d.) verhoogd of op eerste verdieping situeren; Conclusie Samengevat kan voor het plangebied worden opgemerkt dat, gelet op de afstand tot de Vecht, de overstromingsdiepte en dat dit gebied binnen de zone minder snel en ondiep het risico op overstroming naar verwachting laag is. Vanuit het plangebied kan door de afstand tot de Vecht en dat er sprake is van minder snel en ondiep overstromingsrisico is er ook in dit gebied voldoende tijd om op basis van zelfredzaamheid te redden. Verder gaat dit plan over het veranderen van het gebruik van een gebouw. Hierdoor kan alleen maatregelen getroffen worden op het vlak van inrichten van het gebouw zodat bij eventuele overstromingen schade zoveel mogelijk wordt beperkt (bijv. materiaalgebruik, minder gevoelige ruimten begane grond). Ten slotte kan de eigenaar belangrijke functies dan wel belangrijke apparatuur (bijv. generator e.d.) verhoogd of op eerste verdieping situeren. Deze mogelijkheden om de schade bij een overstroming te beperken zullen aan de aanvrager worden doorgegeven.

17

Economische uitvoerbaarheid De kosten voor de procedure worden via de leges verhaald. De Wet ruimtelijke ordening vereist geen exploitatieplan. Eventuele planschade kan via de afgesloten ontwikkelingsovereenkomst worden verhaald. De economische uitvoerbaarheid is hiermee voldoende gegarandeerd.

Overleg, zienswijzen en kennisgeving Vooroverleg In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro en artikel 6.18 Bor is het projectafwijkingsbesluit toegezonden aan verschillende overheidsinstanties. Provincie Overijssel De Provincie Overijssel heeft op 24 juli 2014 aangegeven dat het plangebied ligt binnen dijkring 9: Vollenhove. Daarom moet er een overstromingsrisicoparagraaf worden opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing. Deze reactie is verwerkt in het onderdeel water van de ruimtelijke onderbouwing. Veiligheidsregio IJsselland De Veiligheidsregio IJsselland heeft geen inhoudelijke reactie. Waterschap Groot Salland Het Waterschap Groot Salland heeft per brief gedateerd op 13 augustus 2014 aangegeven geen opmerkingen te hebben.

Zienswijzen Het projectafwijkingsbesluit heeft in ontwerp vanaf 20 november 2014 zes weken ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingediend.

Kennisgeving overheidsdiensten Provincie Overijssel Per mail van 10 december 2014 heeft de provincie Overijssel aangegeven dat het plan geen reden vormt om GS te adviseren een zienswijze in te dienen. Het plan is niet in strijd met het provinciaal beleid. Waterschap Groot Salland Het waterschap heeft niet gereageerd.

18