thEAtERStUDIO bEEL LAAG
ISCM WORLD MUSIC DAYS 2012 ZA 3 NOV 2012 witte zaal / 17 uur E-XXI olv. Filip Rathé podium rode zaal / 18.15 uur ChampdAction blauwe zaal / 20 uur Spectra Ensemble olv. Filip Rathé muziekstudio / 21.30 uur John Eckhardt artiestenfoyer / 22.30 uur afterparty
2012-2013 Nieuw Vlaams & internationaal Blindman [sax] + [drums] Whiplash do 4 okt 2012 ISCM World Music Days za 3 & zo 4 nov 2012 Emanon Ensemble olv. Raf De Keninck wo 28 nov 2012 Koninklijk Concertgebouworkest olv. Otto Tausk za 15 dec 2012 Spectra Ensemble olv. Filip Rathé Palimpsest wo 16 jan 2013 ChampdAction Labo #4 zo 24 feb 2013 Guido De Neve & Jan Michiels wo 22 mei 2013 Reigakusha Gagaku Ensemble & Ictus olv. Georges-Elie Octors Music with silent aitake’s do 20 juni 2013
ism. ISCM-Vlaanderen, Muziekcentrum Vlaanderen met steun van de Vlaamse Gemeenschap, SABAM cultuur, Wallonie-Bruxelles International, Fédération Wallonie-Bruxelles, Kanselarij van de Eerste Minister er zijn geen inleidingen bij de concerten van ISCM World Music Days in deSingel teksten programmaboekje Joep Christenhusz coördinatie programmaboekje deSingel
gelieve uw GSM uit te schakelen
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.
reageer & win
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen ChampdAction, Solo © Daisy Gelaude
ISCM WORLD MUSIC DAYS 2012 za 3 nov 2012
zo 4 nov 2012
17 uur / witte zaal E-XXI olv. Filip Rathé Kai-Young Chan (HK) Tinkles in the Rain Yordan Goshev (BUL) Diagonals Madeleine Isaksson (SE) Sondes Jocelyn Morlock (CAN) Theft Onur Türkmen (TUR) Lines for an ensemble
18 uur / theaterstudio Hermes Ensemble olv. Wim Henderickx & Marco Angius vj Kurt ralske Xavier Dayer (CH) Le désert, c’est ce qui ne finit pas de finir / L’océan, c’est ce qui finit de ne pas finir Wong Chun Wai (CHI) Nhemamusasa Jonathan Harvey (UK) Sringara Chaconne Wim Henderickx (B) Atlantic Wall’ voor ensemble, video & electronics (wereldcreatie)
18.15 uur / podium rode zaal ChampdAction Solo’s Steven Snowden (USA) Ground Round Annelies Van Parys / Anneleen De Causmaecker (B) Parcours Luc Brewaeys (B) Black Rock Unfolding Serge Verstockt (B) A la recherche de temps 20 uur / blauwe zaal Spectra Ensemble olv. Filip Rathé Light Eric Nathan (USA) Walls of Light Demián Luna (ARG) Ecos de Luz Filip Rathé (B) Avec diamants extrêmes Miguel Farias (CL) Estelas Karel Goeyvaerts (B) Das Haar 21.30 uur / muziekstudio John Eckhardt contrabas, basgitaar & electronics Selectie European Competition for Live Electronic Music Projects 2012 Alexander Schubert (D) Bifurcation fury Ilya Ziblat Shay (ISR) Voor contrabas en elektronica Marco Donnarumma (I/GB) Ominous Jasna Velickovic (SER) Shadow study #7 Roberto David Rusconi (I/GB) Elegia 22.30 uur / artiestenfoyer afterparty
20 uur / blauwe zaal Aquarius olv. Marc Michael De Smet C-W Tao (TW) Tsang Tse C Halka (USA) Dipuku Rauda E Hughes (UK) ‘Homeward Bound’ uit ‘A burred flame’ G Balint (ROE) Din Demult E Malachevsky (ARG) Do not pass by like a dream F Cattin (CH) Comédie 2 E Mendoza (VEN) Susurro II A Ritchie (NZ) This sea we cross over R Coryn (be) A Game of Fives
Muzikale Wereldtentoonstelling
za 3 nov 2012 / 17 uur / witte zaal E-XXI olv. Filip Rathé Kai-Young Chan (HK) Tinkles in the Rain (2011, Belgische creatie)
7’30”
Yordan Goshev (BUL) Diagonals (Belgische creatie)
5’
Madeleine Isaksson (SE) Sondes (2009, Belgische creatie) Jocelyn Morlock (CAN) Theft (2009, Belgische creatie)
16’ 11’30”
Onur Türkmen (TUR) Lines for an ensemble (2009, Belgische creatie)
8’
Kai-Young Chan / Tinkles in the rain Dries Brouwers viool Rhea Vanhellemont altviool Enrique Manzano Méndez fluit Toon Quanten klarinet Ellen Schepers piano Yordan Goshev / Diagonals Manon Stassen, Dries Brouwers viool Rhea Vanhellemont altviool Tine Hubrechts cello Lester Van Loock piano Madeleine Isaksson / Sondes Manon Stassen viool Jan Sciffer cello Chrissy Dimitriou fluit Tom van de Graaf hobo/althobo Tomonori Takeda klarinet Geert Callaert piano Vincent Moermans percussie Jocelyn Morlock / Theft Manon Stassen viool Tine Hubrechts cello Toon Quanten klarinet Maarten Meukens piano Vincent Moermans percussie Onur Türkmen / Lines for an ensemble Dries Brouwers viool Rhea Vanhellemont altviool Tine Hubrechts cello Jago Moons piano Vincent Moermans percussie
“International diversity” en “global showcase” zijn sinds jaar en dag kernwoorden van de World Music Days. Het festival wil niets minder zijn dan een muzikale wereldtentoonstelling, waarbij zoveel mogelijk windrichtingen zijn vertegenwoordigd. Tijdens dit concert wordt de daad bij die ambitieuze woorden gevoegd. Onder leiding van dirigent Filip Rathé zet e-XXI, het studentenensemble van de Werkgroep Hedendaagse en Actuele Muziek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen, zich aan een gevarieerd en internationaal programma, waarin het van Turkije naar Canada gaat. En van Hong Kong, via Bulgarije naar Zweden. Keizerlijk liefdeslied Kai-Young Chan begon zijn muziekstudies aan de Chinese Universiteit van Hong Kong en leerde de fijne kneepjes van het componeren aan de muziekfaculteit van de Universiteit van Pennsylvania. Niettegenstaande zijn Amerikaanse studietijd put Chan nog altijd rijkelijk uit de traditionele muziek en literatuur van zijn vaderland. Dat is ook overduidelijk het geval in ‘Tinkles in the rain’, waarmee Chan zich in 2011 een finaleplaats verwierf tijdens de New Generation compositiewedstrijd van het Hong Kong Composers Guild. De titel van het werk verwijst naar een legende rondom de Chinese keizer Ming, die de dood van zijn geliefde concubine Yang betreurde in een liefdeslied dat hem werd ingefluisterd door de regen. Chan: “Met mijn ‘Tinkles in the rain’ heb ik een eigentijdse variant gecomponeerd van die keizerlijke muziek. Een hoofdrol is weggelegd voor de klarinet, omdat dit instrument qua timbre nauw verwant is aan de ‘bili’, een traditioneel Chinees blaasinstrument waarop keizer Ming zichzelf begeleidde. In de openingsmaten maak ik bovendien veelvuldig gebruik van toonloze ruisgeluiden. Een verwijzing naar de regen, waaruit keizer Ming volgens de overlevering zijn muzikale inspiratie putte.” Spontane dialoog Yordan Goshev (°1960) studeerde hoofdvak piano en compositie aan de voormalige Staatsacademie voor Muziek te Sofia (Bulgarije). Tussen 1994 en 1999 was hij bovendien werkzaam aan ditzelfde instituut als docent harmonie en partituurspel. Als componist is Goshev actief in diverse genres. Zo schreef hij een omvangrijke symfonie, in 2002 uitgevoerd door het Perugia Symphony Orchestra, uiteenlopende theatermuziek en vocale composities, en heeft hij talrijke kamermuziekwerken op zijn naam staan. Daaronder ook ‘Diagonals’ voor piano en strijkkwartet, een stuk dat de componist bestempelt als een “spontane dialoog tussen de vijf instrumen-
Filip Rathé © Walpurgis
ten, waarbij het lijkt of de spelers aan het improviseren zijn.” Dat eenieder zijn eigen zegje kan doen, vaak zonder de ander uit te laten praten, mag blijken uit de zeer polyfone structuur van het werk: lange, toonladderachtige figuren raken gaandeweg met elkaar verknoopt, imiteren elkaar en ontwarren weer. Plastische toontaal Volgens de Zweedse componiste Madeleine Isaksson (°1956) is haar muzikale idioom een optelsom van uiteenlopende invloeden. Op haar lijstje met muzikale voorbeelden staan onder meer Brian Ferneyhough, Iannis Xenakis en Giacinto Scelsi. Net als dit drietal onderzoekt Isaksson de fysieke eigenschappen van de klank. Wat onderscheidt klanken van elkaar en wat doet ze mengen? Hoe gedragen klanken zich in muzikale dimensies als register en tijd? En hoe gedijen ze tussen contrasten als licht-donker of licht-zwaar? Haar antwoorden formuleert zij in een zeer plastische toontaal die zij al even beeldend omschrijft: “in mijn muziek raken stemmen verweven. Ze komen samen, stapelen opeen, zweven over plateaus en oppervlaktes, vallen in gaten, verdampen en vinden rust.” Hoewel bovenstaande woorden afkomstig zijn uit een toelichting bij haar ensemblestuk ‘Failles’, zouden ze even goed van toepassing kunnen zijn op het werk dat vanmiddag wordt uitgevoerd: ‘Sondes’ (2009). Uitgangspunt voor de compositie was het Japanse begrip ‘Ma’, dat zoiets betekent als ‘interval’ of ‘afstand in tijd en ruimte’. In ‘Sondes’ wordt die afstand tastbaar gemaakt, omdat elk instrument volhardt in zijn eigen tempo, zijn eigen weg volgt in de muzikale ruimte. Doorwaakte nacht De Canadese Jocelyn Morlock (°1969) is een oude bekende van de International Society of Contemporary Music: haar deelname aan de World Music Days in Roemenië (1999), waar haar kwartet ‘Bird in the tangled sky’ werd uitgevoerd, betekende naar eigen zeggen haar internationale doorbraak. Inmiddels behoort Morlock tot Canada’s meest vooraanstaande componisten. In 2002 behaalde zij een top tien klassering bij de International Rostrum of Composers en vorig jaar nog kreeg zij een Juno-nominatie (de Canadese Grammy’s) voor haar koorwerk ‘Exaudi’ (2004). Voor het stuk dat vanmiddag op het programma staat, ‘Theft’ (2009), haalde Morlock haar inspiratie uit de magisch-realistische roman ‘Honderd jaar eenzaamheid’ van Gabriel García Marquez. In het bijzonder uit de passage waarin de Colombiaanse schrijver een dorp beschrijft dat wordt bevolkt door een horde slapeloze snoepers: “Kinderen en volwassenen sabbelden met genoegen op de heerlijke groene insomnia-haantjes, de voortreffelijke roze insomnia-visjes en de zachte gele insomnia-paardjes, zodat bij het gloren van de maandagochtend het hele dorp nog klaarwakker was.”
Volgens Morlock, tijdens het schrijven van het stuk zelf geplaagd door insomnia, wordt de muziek gekenmerkt door een manisch karakter: “ ‘Theft’ verklankt het paniekgevoel dat opkomt wanneer je na een doorwaakte nacht de vogels weer hoort zingen. Vogelzang roept dan een uitermate surreële sfeer op. Net als de rest van de wereld trouwens, bij voldoende slaapgebrek...” Muzikaal schoonschrift Hoewel de Turkse componist Onur Türkmen (°1972) zijn studietijd begon met een opleiding environmental engineering, bleek zijn liefde voor muziek als snel sterker. In 1995 trok hij daarom naar Boston om zich aan Berklee College of Music in het muzikantenvak te bekwamen. Eenmaal terug in Istanboel zocht hij de schoolbanken van de Technische Universiteit weer op, al liet hij de bouwkunde voor wat zij was en studeerde hij uiteindelijk af met een proefschrift over hedendaagse speeltechnieken op traditionele Turkse instrumenten. Logisch dus dat inheems instrumentarium tevens een rol speelt in Türkmens eigen muziek. Titels als ‘Hat for kemençe and strings’ (2011) en ‘The book of hat for kemençe, ud and ney’ (2008) spreken boekdelen. Ook opvallend: het begrip ‘hat’, dat refereert naar het lijnenspel van Arabische kalligrafie. Türkmens muziek laat zich dan ook het best omschrijven als een muzikaal schoonschrift van eenstemmige melodielijnen, die in bonte klankkleurmengsels aan het oor voorbij trekken. Türkmen zegt over zijn ‘Lines for Ensemble’ (2009) dat vanmiddag op het programma staat: “Zoals veel van mijn werk is het stuk op een nietdialectische manier gestructureerd. Ik zoek dus niet naar tegenstellingen en polarisaties in het muzikale materiaal, maar veeleer naar een dialoog tussen mijn intuïtie en de melodie, de ‘hat’. De muziek wordt dan ook gedragen door eenstemmige melodielijnen die zich organisch ontwikkelen uit verschillende maqâms (Arabische toongeslachten). Begin en einde van de melodische frases zijn ambigu. Zij vloeien in elkaar over en ontvouwen zich in eenheid van ruimte en tijd die eindeloos uitdijt.”
za 3 nov 2012 / 18.15 uur / podium rode zaal ChampdAction Solo’s Steven Snowden (USA) Ground Round (2010, Belgische creatie)
6’40”
Annelies Van Parys (B) / Anneleen De Causmaeker (B) Parcours (2011)
25’
Luc Brewaeys (B) Black Rock Unfolding (2009)
16’
Serge Verstockt (B) A la recherche de temps (2005) 14’ Arne Deforce cello Jan Van Hoecke blokfluit Benjamin Dieltjens klarinet Thomas Moore trombone Anneleen De Causmaecker scenografie Roel Das elektronica Mark Dedecker techniek & elektronica
Made in Flanders De World Music Days bieden het organiserende land ieder jaar een uitgelezen mogelijkheid om zich muzikaal te profileren. Het zal dus niet verbazen dat er in de programmering van deze editie flink wat ruimte is ingelast voor werk van Vlaamse bodem. Dit mag onder meer blijken uit het huidige concert, want naast de Amerikaan Steven Snowden verschijnen maar liefst drie Vlaamse componisten ten tonele: Luc Brewaeys, Annelies van Parys en Serge Verstockt. Alle vier componeerden zij een solowerk, waarbij de grenzeloze mogelijkheden van elektronica, multimedia en interdisciplinaire kruisbestuiving werden afgetast. Koehandel De Amerikaanse componist Steven Snowden is naar eigen zeggen “geobsedeerd door de expressieve eigenschappen van geluid”. In de breedste zin van het woord welteverstaan, want op zijn werkenlijst treft men zowel traditionele orkestmuziek als multimedia-installaties aan. “En alles wat daar zoal tussenin ligt.” De muzikale kennis voor dat gevarieerde oeuvre deed Snowden op aan de Universiteit van Colorado. Momenteel volgt hij bovendien een postgraduate studie aan de Universiteit van Texas, als hij tenminste niet bezig is met de ontwikkeling van interactieve geluidssystemen of de organisatie van zijn eigen festival voor hedendaagse muziek, Fast Forward Austin. Op het platteland rondom de Texaanse hoofdstad viel Snowden trouwens ook het idee in voor ‘Ground round’ (2010), een stuk voor trombone en live elektronica. De compositie is namelijk gebaseerd op de rappe spraakwaterval van Texaanse veehandelaren, in de oren van Snowden een soort gezang dat een “heel eigen arsenaal aan ritmes, melodische frases en cadensen” in zich herbergt. Middels elektronische manipulaties weet Snowden fragmenten koeiengeloei en een opname van veilingleider John Korrey om te toveren tot een duistere ravebeat waarop de solist zijn gang kan gaan. Maar in de slotmaten keert de landelijke rust terug en klinkt een plechtig “veilingskoraal”. Ongehoorde fluittimbres Annelies van Parys (°1975) studeerde compositie bij Luc Brewaeys aan het Conservatorium van Gent, waar zij inmiddels zelf werkzaam is als docente analyse en orkestratie. Haar ‘core business’ blijft echter het componeren, een vak dat zij de afgelopen jaren met een ongelooflijke verve en productiviteit beoefende. Zo ging in 2008 haar ‘Tweede symfonie’ in première bij het Symfonieorkest van Vlaanderen, was in 2010 haar eerste avondvullende muziektheatervoorstelling ‘An index of memories’ te zien en baarde
ChampdAction, Solo © Daisy Gelaude
zij in 2011 opzien met haar muziek bij ‘An Oresteia’. Afgelopen voorjaar oogstte zij bovendien veel succes met haar instrumentatie van Debussy’s opera ‘Pelléas et Mélisande’, door De Standaard omschreven als: “Een wonder van een arrangement, dat door scherpe kleurkeuzes een eigen stem krijgt.” In ‘Parcours’ (2011), voor solo blokfluit, speelt Van Parys eveneens een virtuoos spel met klankkleur. Niet alleen verkent zij een arsenaal aan eigentijdse speeltechnieken, door haar slimme gebruik van elektronica en, jawel, water (!) weet zij bovendien ongehoorde timbres aan de fluit te ontlokken. Minstens even opzienbarend is de theatrale mis-en-scène van ‘Parcours’, die voor rekening kwam van Anneleen de Causmaecker. In haar vormgeving onderzoekt zij hoe beeld, muziek, mens en ruimte zich tot elkaar verhouden. “Tussen deze vier aspecten heb ik een dialoog willen creëren, waarbij het beeld de muziek weerspiegelt en versterkt.” Ontplooiing van de celloklank Op een concert met een uitgesproken Vlaams stempel mag de naam Luc Brewaeys (°1959) natuurlijk niet ontbreken. In de afgelopen decennia ontpopte Brewaeys zich namelijk tot een van de succesvolste componisten die Vlaanderen rijk is en deed hij van zich horen met enkele prestigieuze premières. Zo werd in 2007 zijn opera ‘l’Uomo dal fiore in bocca’ ten doop gehouden in de Koninklijke Muntschouwburg en zal aankomende december zijn orkestwerk ‘...sciolto nel foro universale del vuoto...’ een eerste uitvoering beleven in Het Concertgebouw te Amsterdam én in deSingel Kern van Brewaeys’ succes is zijn betoverende toontaal. Die kenmerkt zich eerst en vooral door een lyrische gestiek en een bedwelmende klankschoonheid. Hij werd dan ook gevormd door klankvorsers als Franco Donatoni, Brian Ferneyhough en Iannis Xenakis, en legde zijn oor eveneens gretig te luister bij Gerard Grisey en Tristan Murail; zogenaamde ‘spectrale’ componisten die boventoonstudies en klankonderzoek gebruiken als bouwstenen voor hun muziek. In zijn eigen werk weet Brewaeys die invloeden op een unieke manier naar zijn eigen hand te zetten. In de woorden van de bevriende componist Jonathan Harvey, eveneens een ervaren rot waar het spectrale compositietechnieken betreft: “Wat Luc doet is ongelooflijk origineel. Hij weet een spectrale schrijfwijze schijnbaar moeiteloos te combineren met duidelijk gearticuleerde ritmes en melodieën, wat zijn muziek een uitzonderlijke vitaliteit en expressie verleent.” Ook in ‘Black rock unfolding’ (2009), geschreven als een virtuoze proeve voor cellist Arne Deforce, is het expressiviteit wat de klok slaat. Brewaeys greep tijdens het componeren terug op materiaal uit een eerder ensemblestuk, ‘Cardhu’ (naar de gelijknamige Speyside single malt whisky). “Harmonische en ritmische ideeën ‘ontvouwen’ zich aldus voor een tweede
keer”, verduidelijkt de componist. Tegelijkertijd heeft het ‘unfolding’ uit de titel betrekking op het ‘ontplooien’ van de celloklank. Met een vernuftig gebruik van elektronica weet Brewaeys een uiteenlopend arsenaal aan effecten uit de luidsprekers te toveren. Van subtiele timbre-manipulaties tot huiveringwekkende klankvermenigvuldigingen. Vloeibare tijd en kleimannetjes Al tijdens zijn studietijd raakte Serge Verstockt (°1957) in de ban van de elektronische muziek. Aanvankelijk aan het Conservatorium van Antwerpen, waar hij in Joris Delaets Studio voor Experimentele Muziek kennis nam van elektronische geluidsmanipulatie; tussen 1983-85 aan het Instituut voor Sonologie in Utrecht, waar Verstockt zich bij Gottfried Michael Koening verdiepte in computergestuurde compositie. Sindsdien is elektronische technologie onlosmakelijk verbonden gebleven met Verstockts muzikale denkwereld. Zoveel mag blijken uit de baanbrekende projecten die hij realiseerde met ChampdAction, het productieplatform voor experimentele muziek dat hij in 1988 oprichtte. Voor Benjamin Dieltjens, vaste klarinettist bij ChampdAction, schreef Verstockt in 2005 zijn ‘A la recherche du temps’. Aanleiding voor de compositie was een compositie van minimal-grondlegger Steve Reich, ‘New York cointerpoint’, waarin een solo klarinet in veelspraak raakt met vooraf opgenomen partijen op tape. Uitgekiende ritmische verschuivingen tussen de stemmen zorgen voor auditieve moiré-effecten en zetten de luisteraar op het verkeerde been. In ‘A la recherche du temps’ voert Verstockt die desoriëntatie een paar stappen verder. Ook hij ensceneert een dialoog tussen solo klarinet en elektronische partijen, die bovendien allemaal uit exact hetzelfde materiaal bestaan. Alleen plaatst hij het materiaal steeds in een andere tijdsdimensie door het te versnellen, te vertragen en terug te laten keren naar het ‘tempo giusto’. De muzikale tijd wordt zo uit zijn verband gerukt, wordt vloeibaar. “Een beetje zoals dat bekende kinderprogramma op televisie, waarin geboetseerde kleimannetjes steeds van vorm veranderen.”
Licht
za 3 nov 2012 / 20 uur / blauwe zaal Spectra Ensemble olv. Filip Rathé Light Eric Nathan (USA) Walls of Light (2009, Belgische creatie) Demián Procupez Luna (ARG) Ecos de Luz (2008, Belgische creatie) Filip Rathé (B) Avec diamants extrêmes (2010, Belgische creatie) Miguel Farias (CL) Estelas (2010, Belgische creatie) Karel Goeyvaerts (B) Das Haar (1990) Jan Vercruysse fluit Luk Nielandt hobo Kris Deprey klarinet Wim Van Volsem fagot Serge Rigaumont trompet Roel Smedts trombone Pieter Jansen viool Veerle Van Gorp viool Bram Bossier altviool Jan Sciffer cello Ben Faes contrabas Frank Van Eycken percussie Luc Van Loo piano
7’ 9’30” 8’ 12’ 10’30”
Hoe verhoudt het visuele zich tot het auditieve? Of preciezer: hoe verhouden licht en kleur zich tot klank? Op deze vragen probeert het Spectra Ensemble onder leiding van Filip Rathé antwoord te geven in een programma met de toepasselijke titel ‘Light’. Traditiegetrouw geeft het gezelschap hierbij de ruimte aan recent werk van jonge internationale componisten, al passeert er vanavond ook werk van Vlaamse makelij de revue:’...das Haar’ (1990) van Karel Goeyvaerts en ‘Avec diamants extrêmes’ (2010) van Rathé zelf. Veelkleurige partituur Eric Nathan (°1983) behaalde zijn master compositie aan de Universiteit van Indiana en volgt momenteel een doctoraal opleiding aan Cornell University, waar hij onder meer studeert bij componist en Lutosławski-kenner Steven Stucky. Muzikaal gezien gaat het de jonge Amerikaan voor de wind: zijn composities worden wereldwijd uitgevoerd – van Tanglewood tot Seoul, van Canada tot Groot-Brittanië – en reeds voor zijn dertigste kan hij bogen op een lange lijst van nominaties en prijzen. Twee van die prijzen ontving Nathan voor zijn ensemblestuk ‘Walls of light’ (2009) dat werd bekroond met de ASCAP Morton Gould Young Composer Award en dat tevens een ereplaats behaalde tijdens de Amerikaanse ISCM Composition Competition. De titel van het werk is ontleend aan een serie schilderijen van beeldend kunstenaar Sean Scully, waarin de schilder het spel van zonlicht op OudMexicaanse tempelmuren verbeeldt. Het tweede deel, met zijn puntige articulaties, refereert direct aan Scully’s abstracte weergave van licht als felgekleurde horizontale en verticale vlakken. Maar ook voor de hoekdelen putte Nathan inspiratie uit licht: “flakkerend, gloeiend en brekend licht” in het eerste, “een veelkleurige zonsondergang” in het derde. Even veelkleurig is Nathans partituur, die uitblinkt in elegante texturen en dito instrumentaties: veel vlinderachtige clusters, fladderende trillers en nauwkeurig afgewogen timbremengsels. Twee werelden De Argentijnse componist Demián Luna Procupez (°1975) begon zijn studies aan de Universidad Nacional de Cérdoba. In 2002 trok hij naar Barcelona, waar hij werd toegelaten tot het Conservatorio Superior de Música del Liceu. In de Catalaanse hoofdstad woonde Luna tevens enkele invloedrijke workshops bij, onder meer van Jonathan Harvey, Georges Asperghis, Brian Ferneyhough en bovenal Kaija Saariaho. Het werk van laatstgenoemde componiste kenmerkt zich namelijk door een fascinatie voor het visuele. Karakteristiek zijn titels als ‘Lichtbogen’,
Spectra Ensemble © Anthony Fiumara
‘Prisma’, ‘Verblendungen’ of ‘Notes on Light’. Dat Luna die fascinatie deelt mag blijken uit ‘Ecos de Luz’ (Licht-echo’s) (2008), een stuk voor zevenkoppig ensemble dat reeds werd bekroond met de Francisco Guerrero Marín Award. “Eigenlijk is mijn compositie gebaseerd op een woordspeling”, legt Luna uit. “De titel verenigt twee begrippen uit totaal verschillende werelden, de visuele en de auditieve. Ik heb die dubbelzinnigheid in mijn muziek willen vertalen. Het stuk opent daarom met een heldere harmonie in dito klankkleuren: een klinkende lichtflits zo men wil. Geleidelijk aan begint die openingsgeste resonanties en echo’s te genereren in het ensemble. Daarbij speel ik met het idee van voortdurende variatie: de echo van een geluid is immers ook steeds anders dan het origineel.” Bewust vaag In muzikaal opzicht is Filip Rathé (°1966) van vele markten thuis. Niet alleen ontpopte hij zich in de afgelopen decennia tot een veelgevraagd dirigent (van zijn eigen Spectra ensemble, maar ook als gastdirigent van het Symfonieorkest van Vlaanderen, het Vlaams Radio Koor, het HERMESensemble en het Aquarius Ensemble), hij is tevens actief als musicoloog, conservatoriumdocent en componist. Tot Rathé’s jongste werken behoort ‘Avec diamants extrêmes’ (2010). Een ‘work in progress’ dat in zijn voltooide versie acht deeltjes zal omvatten, die elk verwijzen naar een zinsnede uit de openingsverzen van Paul Valéry’s symbolistische gedicht ‘La jeune Parque’: Qui pleure là, sinon le vent simple, á cette heure Seule, avec diamants extrêmes ?... Mais qui pleure, Si proche de moi-même au moment de pleurer? Vanavond brengt het Spectra Ensemble de eerste twee delen over het voetlicht, te weten ‘Qui pleure là’ en ‘Si proche de moi-même’. In zijn schriftelijke toelichting, die qua poëtisch gehalte weinig onderdoet voor Valéry’s verzen, probeert Rathé bewust vaag te blijven om zo de verbeelding van de luisteraar te prikkelen: “Onbewuste associaties genereren continu wisselende bewegingen in lichaam en geest. Het geheugen als toekomst van ons verleden. Het heden: nooit compleet en steeds vervagend. Muziek die ontstaat uit basale emotionele gestes, een ongrijpbaar verhaal vertaald in klank in een schijnbaar onomkeerbare tijd. Associatie als constructief plan, gestes als bouwsteen, beweging in/is tijd.” Sporen Na een studie van zeven jaar aan de Universiteit van Chili, schreef de jonge componist Miguel Farías (°1983) zich vier jaar geleden in bij de conservatoria van Genève en Lyon. Vanuit Zwitserland en Frankrijk timmerde de Chileen vervolgens stevig aan zijn muzikale loopbaan. Zo bereikte hij in
Spanje de finale van de Queen Sofia Prize for Musical Composition, viel hij in de prijzen tijdens een compositiewedstrijd van Ensemble Intercontemporain, en liet hij in België reeds van zich horen als finalist van zowel Tactus 2008 als de Koningin Elisabethwedstrijd voor Compositie 2009. Afgelopen juni ging bovendien in Chili zijn eerste opera, ‘Renca, Paris y Liendres’ in première. Daarnaast schrijft Farías geregeld voor gerenommeerde gezelschappen als Ensemble Intercontemporain, Ensemble Aleph en Ensemble Contrechamps. Voor laatstgenoemde componeerde hij ‘Estelas’ (2010) voor klarinet, cello, piano en percussie. “In de verschillende secties van het stuk wordt het materiaal uit de openingsmaten op een andere manier behandeld”, aldus Farías. “In feite gaat het dus om een variatievorm, maar dan wel zodanig dat iedere variatie een afdruk achterlaat”. Ziehier het waarom van de titel, die vrij vertaald ‘sporen’ betekent. Eeuwig licht Bij de term serialisme denkt men in eerste instantie aan het rijtje Stockhausen, Boulez, Nono. Vreemd, want welbeschouwd was het de Antwerpse componist Karel Goeyvaerts die – na goed op te hebben gelet in de Parijse analyseklas van Messiaen – de seriële componeertechniek gestalte gaf in werken als zijn ‘Sonate voor twee piano’s’ (1950-51). Het zou echter niet lang duren voordat Goeyvaerts zich twijfelend terugtrok uit de hoek van de avant-garde en in stilte een heel eigen idioom ontwikkelde. Dat hij in zijn latere werken niet terugschrok voor eenvoud en welluidendheid, mag blijken uit ‘Aquarius’, de opera waaraan hij de laatste tien jaar van zijn leven werkte en die pas in 2009 zijn geënsceneerde wereldpremière beleefde. Uit Goeyvaerts late jaren stamt ook ‘...das Haar’ (1990), een titel die verwijst naar Brechts ‘Ballade des ertunkenen Mädchen’, waarin het haar van het meisje de laatste band met het aardse leven vertegenwoordigd. Treffende symboliek, want Goeyvaerts schreef het werk naar aanleiding van de ziekenhuisgeluiden die hij hoorde na een bijna fataal hartinfarct. Nachtelijke bliepjes van een hartmonitor en het geluid van een zwakke ademhaling vinden hun weg naar een klankwereld die wordt beheerst door doodsangst. Voor zolang als het duurt tenminste, want in de slotmaten klinkt het eeuwige licht door in welluidende samenklanken.
za 3 nov 2012 / 21.30 uur / muziekstudio John Eckhardt contrabas, basgitaar & electronics Selectie European Competition for Live Electronic Music Projects 2012 Alexander Schubert (D) Bifurcation fury (2012, Belgische creatie) Ilya Ziblat Shay (ISR) Voor contrabas en elektronica (2012, Belgische creatie) Marco Donnarumma (I/GB) Ominous (2012, Belgische creatie) Jasna Velickovic (SER) Shadow study #7 (2012, Belgische creatie) Roberto David Rusconi (I/GB) Elegia (2012, Belgische creatie)
Innovatieve Elektronica Voor de vijfde editie van de European Competition for Live Electronic Music Projects konden de deelnemende componisten kiezen uit twee opdrachten: 1) Schrijf een werk voor contrabas of basgitaar in combinatie met live elektronica, uit te voeren door bassist John Eckhardt. 2) Componeer een stuk voor live elektronica, al dan niet in combinatie met een instrument, waarin componist en uitvoerder dezelfde persoon zijn. In beide gevallen gold als eis dat er op een innovatieve manier gebruik moest worden gemaakt van de elektronische middelen. De stukken van de vijf componisten die hier het best in slaagden worden tijdens dit concert over het voetlicht gebracht; hetzij door de componisten zelf. Hetzij door John Eckhardt, die als muzikale duizendpoot meer dan geknipt is voor deze klus. Aan ervaring op de meest uiteenlopende muzikale terreinen heeft Eckhardt namelijk geen gebrek. De Duitse basgitarist en contrabassist begon zijn muzikale loopbaan in diverse funkbands en jazzcombo’s, maar werd tijdens zijn studie aan de Musikhochschule Lübeck onomkeerbaar op het spoor van de improvisatie en hedendaagse muziek gezet. Sindsdien bouwde hij een imponerende staat van dienst op. Hij trad frequent op met gezelschappen als Ensemble Modern, musikFabrik, Ensemble Resonanz en Klangforum Wien, en werkte veelvuldig samen met projectieartieste Katrin Bethge en geluidskunstenaars als Karlheinz Essl en Alvin Lucier. Daarnaast nam hij een aantal spraakmakende cd’s op, waaronder een registratie van Xenakis’ ‘Theraps’ en het eigen project ‘Xylobiont’, waarop Eckhardt de klankmogelijkheden van de contrabas grondig binnenstebuiten keert. Wiskundige inspiratiebron De Duitse componist Alexander Schubert (°1979) typeert zijn muziek als ‘cross-genre’. In zijn werk tast hij naar eigen zeggen graag grenzen af, hetzij tussen genoteerde en geïmproviseerde muziek, hetzij tussen uiteenlopende genres als hardcore, free jazz en avant-garde. Een ander spanningsveld dat Schubert al enige tijd uitputtend verkent, is het snijvlak tussen akoestische en elektronische muziek. Aanvankelijk tijdens zijn studie multimedia-compositie aan de Musikhochschule Hamburg en zijn werk aan het Instituut voor Muziek en Akoestiek te Karlsruhe, momenteel met een PhD-onderzoek naar ‘gestural composition’. Schubert: “Ik onderzoek hoe ik met behulp van sensoren de fysieke bewegingen van de uitvoerder in mijn composities kan verwerken. Die bewegingen triggeren vervolgens elektronische geluiden die als contra-
punt dienen voor het akoestische materiaal.” Dat Schubert langs die weg verbluffende resultaten weet te bereiken mag blijken uit stukken als ‘Laplace tiger’ (voor drums, sensors en live elektronica) of ‘Weapon of choice’ (voor viool, sensors en live elektronica. Ook in ‘Bifurcation fury’ (2012), voor basgitaar en live electronics, maakt Schubert op slimme wijze gebruik van lichaamsbeweging. De cryptische titel verwijst naar de wiskundige bifurcatietheorie, die Schubert inspireerde tot de software setup van de live electronica. De theorie beschrijft hoe dynamische systemen overgaan van een onstabiele beginsituatie naar twee stabiele evenwichtstoestanden. Eigen draai Na een studie aan de Rubin Academy of Music in Tel Aviv trok Ilya Ziblat Shay (°1975) naar Nederland, waar hij een master compositie voltooide aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag. Momenteel is hij als PhD-student bovendien verbonden aan de Universiteit van Leiden en het Orpheus Instituut te Gent. Als contrabassist en basgitarist focust Ilya zich vooral op de hedendaagse improvisatiepraktijk. Invloeden daaruit gebruikt hij ook rijkelijk in zijn eigen werk, dat reeds werd uitgevoerd door gezelschappen als Asko|Schönberg, Ensemble MAE en Ensemble Klang. “Mijn muziek beweegt zich tussen uitersten”, aldus de componist, “tussen uitgeschreven materiaal en improvisatie, maar ook tussen akoestische en elektronische klankbronnen.” Die vlieger gaat tevens op voor Ziblat Shay’s nieuwe werk voor contrabas en elektronica – zo nieuw dat het stuk nog geen definitieve titel heeft. De compositie bestaat uit een dialoog tussen enerzijds een elektronische soundscape op tape en anderzijds de solo-baspartij, die echter door de bassist zelf kan worden vormgegeven. “Door middel van een pedaal kan de uitvoerder de elektronische soundtrack stop zetten”, weidt Ziblat Shay uit. “Hij is dus niet met handen en voeten gebonden aan een op voorhand vormgegeven reeks van gebeurtenissen, maar kan al improviserend zijn eigen draai geven aan het stuk.” Geluidgeworden vlees De geboren Italiaan Marco Donnarumma (°1975) woont al enige jaren in Groot-Brittanië. Hier studeert hij momenteel aan de Universiteit van Edinburgh en is hij als PhD-student onderzoeker bij de Embodied Audio Visual Interaction Research Group aan de Universiteit van Londen. Donnarumma zelf beschrijft zijn activiteiten als “een samenkomst van biomedia, muziek, theater en baanbrekende softwareprogrammering” of als “botsing van kritische creativiteit en gehumaniseerde technologie”. Mooie woorden, die er in concreto op neer komen dat Donnarumma onderzoekt hoe hij het menselijk lichaam kan gebruiken als muziekinstrument.
Daarin boekt hij verbluffende successen, zoals mag blijken uit het door hem ontwikkelde Xth Sense, een ‘biofysisch systeem’ dat met behulp van sensoren de menselijke spieractiviteit gebruikt als stimulus voor live elektronische geluidsproductie. Men mag Donnarumma dus letterlijk nemen als hij zijn ‘Ominous’ (2012) omschrijft als “een sculptuur van vleesgeworden geluid” (of beter: geluidgeworden vlees). Gewapend met een arsenaal sensoren mimet Donnarumma met zijn lichaam een onzichtbaar beeldhouwwerk. De energie die zijn spieren en pezen daarbij opwekken, wordt versterkt, digitaal bewerkt en via negen luidsprekers terug de zaal ingestuurd. “Het natuurlijke geluid van mijn lichaam en zijn virtuele tegenhanger smelten geleidelijk samen tot een grillig geluidsobject”, verteld Donnarumma. “De toeschouwer ‘ziet’ door middel van het geluid de sculptuur die zijn ogen niet kunnen waarnemen.” Geluidsschaduwen Na te hebben gestudeerd aan de muziekfaculteit van de Universiteit der Kunsten in Belgrado, begon Jasna Velickovic (°1974) aan een postgraduate opleiding aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Onder de vleugels van Louis Andriessen en Gilius van Bergeijk startte zij hier een zoektocht naar manieren om instrumenten te bespelen zonder ze aan te raken. Met succes zo blijkt, want inmiddels is haar werk uitgevoerd tijdens onder meer de Gaudeamus Muziekweek, de Muziekbiënnale Zagreb en het prestigieuze Holland Festival. Vorig jaar kreeg haar compositie Last song bovendien een eervolle vermelding tijdens de Unesco International Rostrum of Composers. Net als in ‘Last Song’ maakt Velickovic in het vanavond uitgevoerde ‘Shadow study #7’ gebruik van zelfgemaakte elektronische apparaten om zonder aanraking klanken aan haar instrumentarium te ontlokken. In dit geval een zither en metalen objecten die door middel van koperen spoelen tot klinken worden gebracht. Velickovic: “om dit te bewerkstelligen stuur ik geluidsmateriaal door de spoelen dat ik op voorhand heb gedownload van het internet; uiteenlopend van sirenes tot stemgeluiden. In de spoelen worden die geluidsfragmenten omgezet in een elektromagnetisch veld dat op zijn beurt de zithersnaren en de metalen voorwerpen doet trillen. Het uiteindelijke resultaat is dus een resonantie, een schaduw van bestaand geluid.” Klank als microkosmos Roberto David Rusconi studeerde piano, compositie en elektronische muziek aan het Conservatorium van Padua. In 2001 trok hij, uit onvrede met het culturele klimaat in zijn geboorteland, naar Groot-Britannië, waar hij diverse muziekondernemingen opzette en momenteel een PhD-studie
volgt bij George Benjamin aan King’s College. Inmiddels is Rusconi’s muziek wereldwijd uitgevoerd door vooraanstaande gezelschappen als Klangforum Wien, Ensemble Contrechamps en het Kairos String Quartet, evenals door musici als David Alberman, Garth Know en Burkhard Weber. Ook was Rusconi vorig jaar prijswinnaar van de Zeitklank Compositiewedstrijd te Wenen en zal hij het Verenigd Koninkrijk vertegenwoordigen tijdens de World Music Days 2013. In zijn ‘Elegia’, speciaal geschreven voor Eckhardt, neemt Rusconi de geluiden van de contrabas als basis voor een elektronisch gegenereerd klanktapijt. In zijn eigen woorden: “ akoestische grond- en boventonen dienen als fundering voor elektronische klankbouwwerken die verticaal en horizontaal uitdijen. De klank wordt zo tot een microkosmos, waarin transformaties in tijd en ruimte kunnen ontstaan, die op hun beurt weer een uitwerking hebben op de perceptie en emoties van het publiek.”
John Eckhardt © John Eckhardt
e-XXI is een sinds 2010 opgericht studentenensemble binnen de werking van WHAM (Werkgroep Hedendaagse en Actuele Muziek van het Koninklijk Conservatorium van de Artesis Hogeschool Antwerpen). Ze worden gecoacht door componisten als Wim Henderickx, Luc Van Hove en dirigenten als Koen Kessels en Filip Rathé. Filip Rathé (°1966) studeerde piano en directie aan het Koninklijk Conservatorium van Gent. Hij vervolmaakte zich verder als dirigent bij Laszlo Heltay en Pierre Cao en studeerde compositie bij Lucien Goethals. Aan de Universiteit van Gent behaalde hij een Meestergraad Musicologie bij Professor Herman Sabbe. Sinds 1993 is Filip Rathé artistiek leider en dirigent van het SPECTRA Ensemble waarmee hij concerteerde doorheen Europa en Zuid-Amerika en meer dan 130 nieuwe werken creëerde. Hij was gastdirigent van o.m. het Symfonieorkest van Vlaanderen, het Vlaams Radio Koor en verschillende ensembles (o.a. I Solisti del Vento, Hermes Ensemble, Aquarius Ensemble (N), Musiques Nouvelles). Filip Rathé schreef o.m. ‘Canção do Caminho’ (SSAATTBB, 1998), ‘O ultimo poema’ (ensemble, 2001), ‘Das Utopias’ (17 string players, 2003), ‘Canção de vidro’ (16 voices, 2004) en ‘La velocidad de las Tinieblas’ (amplified voice and ensemble, 2005). Op dit ogenblik voltooit hij op vraag van de Neue Vokalsolisten Stuttgart de cyclus ‘No marmore de tua bunda’ voor zes solostemmen. Zijn werken werden gecreëerd door o.m. het Vlaams Radio Koor, ASKO (N), SPECTRA Ensemble, Collegium Instrumentale Brugense, Exaudi, Kremerata Baltica en de Neue Vokalsolisten Stuttgart. ChampdAction is een productiehuis voor actuele muziek en klankkunst met een grote openheid naar andere kunstdisciplines zoals beeldende kunst, videokunst, theater en dans. Radicale artistieke keuzes stonden en staan hierbij voorop. Eén van de wezenskenmerken van ChampdAction is dat de organisatie zich steeds blijft vernieuwen en ook vandaag een voortrekkersrol blijft spelen in het intussen drastisch veranderde muzieklandschap. ChampdAction bestaat sinds 1988 en resideert al tien jaar in deSingel, waar het Studio ChampdAction betrekt. Niet alleen de finaliteit van een uitvoering is belangrijk, maar ook het proces ernaartoe, de educatieve werking, de ontwikkeling van software en elektronica en alles wat met pre- en postproductie of archivering te maken heeft. Het is door de verbanden te leggen tussen al deze verschillende deelaspecten, dat het artistieke proces steeds voortgestuwd wordt. ChampdAction biedt onderdak aan artiesten als het gitaarkwartet ZWERM, Serge Verstockt, Stefan Prins, Yannis Kyriakides, Tim Vets, Ann Eysermans ea. Met deze artiesten bouwt ChampdAction al enkele jaren of langer een intensieve relatie uit. ChampdAction werkt tenslotte regelmatig samen met andere ensembles en kunstenaars: oa. Kunst/Werk en Marc Vanrunxt, Collectief Reflexible, Slagwerkgroep
Den Haag, Collegium Vocale Gent, BlIndman ea. Een belangrijk aspect in de werking van ChampdAction is Studio ChampdAction. Deze werd uitgebreid met een preproductie studio en biedt een grote en unieke meerwaarde aan het hele Vlaamse kunstenlandschap. Er wordt software ontwikkeld voor eigen en andere actuele kunstproducties, er worden opnames gerealiseerd en producties klaargestoomd voor het concertpodium. Een dergelijk goed uitgebouwde studio is uniek voor de kunstcampus en voor het Vlaams kunstenlandschap in het algemeen. ChampdAction maakte de laatste jaren heel wat cd opnames, zoals de cd’s op de archiefreeks die tot doel heeft nieuw werk van componisten op een democratische manier te verspreiden. Spectra Ensemble werd opgericht in 1993. Acht geïnspireerde musici vormen de kern van het ensemble. Zij werken reeds meer dan tien jaar samen en ontwikkelden zo een unieke sound en een opmerkelijke muzikale coherentie. Het ensemble is een gedreven pleitbezorger van Vlaamse hedendaagse componisten op de internationale muziekscene. Filip Rathé is artistiek leider en dirigent van het ensemble. Spectra creëert vele opdrachtwerken in constante dialoog met referentiewerken in een ruime waaier aan presentatievormen zoals concerten, happenings, muziektheater en multimedia events. De niet-dogmatische programma’s en eigenzinnige vertolkingen worden door zowel scheppende kunstenaars, organisatoren als publiek sterk gewaardeerd. Hieruit groeiden samenwerkingen met o.a. Luca Francesconi, Lucien Goethals en Nicolaus A. Huber. Spectra treedt op in Europa en Zuid-Amerika en op festivals als Ars Musica (B), Transit (B), Festival Musica Nova (Brazilië), November Music Festival (Nl/B/D), Musica Sacra (Nl), OEROL Festival (NL), Huddersfield Contemporary Music Festival (GB), het Traiettorie Festival (It), de Biennale Venezia (It) en de World Music Days (2010, Sydney en 2012 Antwerpen). De Duitse basgitarist en contrabassist John Eckhardt begon zijn muzikale loopbaan in diverse funkbands en jazzcombo’s, maar werd tijdens zijn studie aan de Musikhochschule Lübeck onomkeerbaar op het spoor van de improvisatie en hedendaagse muziek gezet. Sindsdien bouwde hij een imponerende staat van dienst op. Hij trad frequent op met gezelschappen als Ensemble Modern, musikFabrik, Ensemble Resonanz en Klangforum Wien, en werkte veelvuldig samen met projectieartieste Katrin Bethge en geluidskunstenaars als Karlheinz Essl en Alvin Lucier. Daarnaast nam hij een aantal spraakmakende cd’s op, waaronder een registratie van Xenakis’ ‘Theraps’ en het eigen project ‘Xylobiont’, waarop Eckhardt de klankmogelijkheden van de contrabas grondig binnenstebuiten keert.
tHeAteRStUDIO beeL LAAg
ISCM WORLD MUSIC DAYS 2012 Zo 4 NOV 2012 theaterstudio / 18 uur Hermes Ensemble olv. Wim Henderickx & Marco Angius blauwe zaal / 20 uur Aquarius olv. Marc Michael De Smet
2012-2013 Nieuw Vlaams & internationaal Blindman [sax] + [drums] Whiplash do 4 okt 2012 ISCM World Music Days za 3 & zo 4 nov 2012 Emanon Ensemble olv. Raf De Keninck wo 28 nov 2012 Koninklijk Concertgebouworkest olv. Otto Tausk za 15 dec 2012 Spectra Ensemble olv. Filip Rathé Palimpsest wo 16 jan 2013 ChampdAction Labo #4 zo 24 feb 2013 Guido De Neve & Jan Michiels wo 22 mei 2013 Reigakusha Gagaku Ensemble & Ictus olv. Georges-Elie Octors Music with silent aitake’s do 20 juni 2013
ism. ISCM-Vlaanderen, Muziekcentrum Vlaanderen met steun van de Vlaamse Gemeenschap, SABAM cultuur, Wallonie-Bruxelles International, Fédération Wallonie-Bruxelles, Kanselarij van de Eerste Minister er zijn geen inleidingen bij de concerten van ISCM World Music Days in deSingel teksten programmaboekje Joep Christenhusz coördinatie programmaboekje deSingel
gelieve uw GSM uit te schakelen
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.
reageer & win
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen videostill 'Atlantic Wall' © Kurt Ralske
ISCM WORLD MUSIC DAYS 2012 za 3 nov 2012
zo 4 nov 2012
17 uur / witte zaal E-XXI olv. Filip Rathé Onur Türkmen (TUR) Lines for an ensemble Kai-Young Chan (HK) Tinkles in the Rain Jocelyn Morlock (CAN) Theft Yordan Goshev (BUL) Diagonals Madeleine Isaksson (SE) Sondes
18 uur / theaterstudio Hermes Ensemble olv. Wim Henderickx & Marco Angius vj Kurt ralske Xavier Dayer (CH) Le désert, c’est ce qui ne finit pas de finir / L’océan, c’est ce qui finit de ne pas finir Wong Chun Wai (CHI) Nhemamusasa Jonathan Harvey (UK) Sringara Chaconne Wim Henderickx (B) Atlantic Wall’ voor ensemble, video & electronics (wereldcreatie)
18.15 uur / podium rode zaal ChampdAction Solo’s Luc Brewaeys (B) Black Rock Unfolding Annelies Van Parys / Anneleen De Causmaeker (B) Parcours Steven Snowden (USA) Ground Round Serge Verstockt (B) A la recherche de temps 20 uur / blauwe zaal Spectra Ensemble olv. Filip Rathé Eric Nathan (USA) Walls of Light Demián Luna (ARG) Ecos de Luz Miguel Farias (CL) Estelas Filip Rathé (B) Avec diamants extrêmes Karel Goeyvaerts (B) Das Haar 21.30 uur / muziekstudio John Eckhardt contrabas, basgitaar & electronics Selectie European Competition for Live Electronic Music Projects 2012 22.30 uur / artiestenfoyer afterparty
20 uur / blauwe zaal Aquarius olv. Marc Michael De Smet François Cattin (CH) Comédie 2 Eduardo Andrés Malachevsky (ARG) Do not pass by like a dream Ed Hughes (UK) ‘Homeward Bound’ uit ‘A burred flame’ Emilio Mendoza (VEN) Susurro II Roland Coryn (be) Sleep now, o sleep now Anthony Ritchie (NZ) This sea we cross over George Balint (ROE) Din Demult Charles Halka (USA) Dipuku Rauda Chin Wen Chao (TW) Tsang Tse
Lijden en Liefde
zo 4 nov 2012 / 18 uur / theaterstudio HERMESensemble olv. Marco Angius & Wim Henderickx / vj Kurt Ralske Xavier Dayer (CH) Le désert, c’est ce qui ne finit pas de finir / L’océan, c’est ce qui finit de ne pas finir (2010, Belgische creatie) 12’ Wong Chun Wai (CHI) Nhemamusasa (2011, Belgische creatie)
6’
Jonathan Harvey (UK) Sringara Chaconne (2008, Belgische creatie)
14’
Wim Henderickx (B) Atlantic Wall (2012, wereldcreatie)
30’
Mireille Capelle mezzo Karin De Fleyt fluit, piccolo, altfluit Joost Gils hobo, Engelse hoorn Peter Merckx klarinet, basklarinet Wouter Aerts clarinet in A, contrabasklarinet Dirk Noyen fagot, contrafagot Simon Haspeslagh hoorn Serge Rigaumont trompet Bram Fournier trombone Marco Fusi viool Orsolya Horvath viool Marc Tooten altviool Stijn Saveniers cello Lode Leire contrabas Geert Callaert piano Marc Maes synthesizer Jorrit Tamminga electronics Gaetan La Mela percussie Kurt Ralske visuals
Het HERMESensemble is meer dan gewoon een gezelschap voor hedendaagse muziek. Het Antwerpse collectief heeft interdisciplinaire samenwerking namelijk hoog in het vaandel staan, waardoor veel concerten ook een expliciet visueel karakter krijgen. Vanavond wordt dat visuele aspect ingevuld door Kurt Walske, die de wereldcreatie van Wim Henderickx’ ‘Atlantic Wall’ opluistert met zijn videokunst. Henderickx schreef een werk dat stil staat bij oorlogsleed, een thema dat ook ten grondslag ligt aan ‘Nhemamusasa’ van de jonge Chinees Wong Chun Wai. De Brit Jonathan Harvey zocht zijn inspiratie daarentegen in de liefde. De illusie van oneindigheid Xavier Dayer (°1972) studeerde aanvankelijk compositie bij Eric Gaudibert in zijn geboorteplaats Genève, waarna hij aan het Parijse IRCAM zijn licht opstak bij Tristan Murail en Brian Ferneyhough. Inmiddels behoort hij tot de meest succesvolle componisten die Zwitserland rijk is: hij ontving diverse prijzen, die hem onder meer werden uitgereikt door Heinz Holliger en Henri Dutilleux, en componeert voor gezelschappen als Ensemble Contrechamps, Ensemble Intercontemporain en de Swiss Chamber Soloists. Dayer over zijn ‘Le désert, c’est ce qui ne finit pas de finir / l’Océan, c’est ce qui finit de ne pas finir’ (2010): “de woestijn en de oceaan bieden beide een glimp van het oneindige. Welbeschouwd is die oneindigheid natuurlijk denkbeeldig, want de oceaan raakt altijd weer een kust en omgekeerd raakt de woestijn uiteindelijk weer de aan zee. Het idee van een nooit eindigende voortzetting is dus eigenlijk een illusie die wordt veroorzaakt door de enorme hoeveelheden van hetzelfde materiaal: water, dan wel zand. In mijn compositie heb ik dat idee in muziek willen vertalen. Zij berust daarom op twee soorten muzikaal materiaal: het een bestaat uit vloeiende melodieën (voor mij een analogie met water), het andere uit korte, repeterende noten (een soort ‘auditief zand’, zo men wil). Deze twee elementen worden vermenigvuldigd door het ensemble: imitaties en overlapping vinden plaats. Uiteindelijk treedt er dus een muzikale illusie van oneindigheid op. Het citaat van Edmond Jabès, dat trouwens ook een favoriet was van Luigi Nono, leek mij de meest geschikte titel voor een dergelijke compositie: “De woestijn is dat, wat nooit ophoudt met eindigen / De oceaan is dat wat ophoudt niet te eindigen.”
Gekapte takken Wong Chun Wai studeerde aan de Hong Kong Academy for Performing Arts en volgt momenteel een master compositie aan de muziekfaculteit van de Chinese Universiteit van Hong Kong. De afgelopen jaren deed Wong zich gelden als een veelzijdig componist, die zich evenzeer thuis voelt in populaire genres als de musical als in religieuze muziek. Daarnaast componeerde hij diverse filmscores voor de Hong Kong Film Association en heeft hij een bijzondere affiniteit met de traditionele Chinese muziek en bijbehorend instrumentarium. Voor ‘Nhemamusasa’ liet Wong zich echter inspireren door een ander werelddeel. De titel verwijst namelijk naar een specifieke stemming van de Afrikaanse ‘mbira’ (lees: een inheemse duimpiano), maar duidt in het Afrikaans tevens een geïmproviseerde hut aan. “Letterlijk betekent het woord zoiets als ‘gekapte takken voor een tijdelijk onderkomen’”, aldus Wong, “en die overlevingstechniek wordt nog altijd toegepast door Afrikaanse rebellen.” Daarmee raken we aan het diepere thema van Wongs compositie: het oorlogsgeweld dat diepe sporen heeft nagelaten op het Afrikaanse continent. Naast verwijzingen naar Afrikaanse cross-rhythms en typische melodische wendingen, wordt het ‘Nhemamusasa’ daarom gekenmerkt door een beklemmende sfeer die het lijden van het Afrikaanse volk verklankt. Variaties op een liefdesmotief Jonathan Harvey (°1939) behoort al jaren tot de meest gespeelde avantgarde componisten van zijn generatie. Zijn muziek werd dan ook al meerdere keren bekroond, onder meer met de prestigieuze Musical Composition Prize of Monaco, die hij in 2009 ontving voor zijn orkestwerk ‘Speakings’. Kern van Harvey’s succes ligt in de prikkelende dubbelzinnigheid van zijn muziek. Een groot deel van zijn oeuvre ontsprong aan de technologie van de elektronische muziekstudio, maar ademt tegelijkertijd een ongeëvenaarde spirituele diepgang. Zijn partituren zijn abstract, maar tevens uiterst concreet in hun geestrijke zeggingskracht. Al op jonge leeftijd werd Harvey ingewijd in de moderne muziek. Hij studeerde bij Schönberg-enthousiasteling Hans Keller, raakte al vroeg in de ban van Karlheinz Stockhausen en maakte dankzij Milton Babbitt – bruistablet van de Amerikaanse avant-garde – een eerste kennismaking met de elektronische muziek. Ook van grote invloed: de geschriften van de Oostenrijkse antroposoof Rudolf Steiner en Harvey’s interesse in het Boeddhisme en Oosterse filosofie. Beide werelden vielen samen in de jaren zeventig, toen Harvey zich aan het IRCAM-instituut met behulp van computeranalyses verdiepte in de elementaire klankdeeltjes. Verworven inzichten kristalliseerden zich uit in composities als ‘Mortuos plango, vivos voco’ (1980) en ‘Bhakti’ (1982); net
als ‘Sringara chaconne’ (2008) dat vanavond wordt gespeeld, klinkende essays in klankkleuronderzoek met een sterk spirituele inslag. Met de titel ‘Sringara chaconne’ verwijst Harvey naar één van de negen Indiase rasa’s (lees: gemoedstoestanden), die ten grondslag liggen aan de traditionele Indiase kunsten. Vrij vertaald betekent sringara ‘liefde’, hetzij tussen man en vrouw, hetzij tussen het individu en het goddelijke. Harvey vangt die amoureuze essentie in vier sensibele akkoorden, die vervolgens worden onderworpen aan subtiele variatietechnieken. Een beetje zoals in de chaconne, een barokke variatievorm op een herhaald basmotief. Gesublimeerd oorlogsleed Sinds het midden van de jaren negentig, de periode dat hij doorbrak met zijn ‘Raga’s’ voor orkest, valt de naam Wim Henderickx (1962) niet meer weg te denken uit het Vlaamse muziekleven. Inmiddels is hij huiscomponist bij Muziektheater Transparant, wordt er bij het eigen cd-label van deFilharmonie ruimschoots aandacht besteed aan zijn orkestrale oeuvre en ging begin dit jaar zijn ‘Eerste symfonie’ in première bij het Nationaal Orkest van België. Daarnaast onderhoudt Henderickx een hechte band met het HERMESensemble. Het Antwerpse collectief voor moderne muziek nam onder meer zijn cd ‘Disappearing in Light’ op en verzorgde tevens de muziek bij de succesvolle muziektheaterproductie ‘Medea’. Vanavond geeft het gezelschap, onder leiding van Henderickx zelf, de wereldpremière van zijn ‘Atlantic Wall’ (2012). De titel verwijst naar de kolossale verdedigingslinie die de Duitsers in de vroege jaren veertig optrokken langs de Westkust van het Europese vasteland. De compositie is dan ook een terugblik op de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog. “Maar op een introspectieve manier”, verzekert Henderickx. “Met mijn muziek wil ik de diepmenselijke pijn sublimeren tot een bijna spirituele beleving.” Om die beleving zo compleet mogelijk te laten zijn, maakt Henderickx een uitvoerige verkenning van de stem van mezzosopraan Mireille Capelle. Kurt Ralske tekende bovendien voor pakkende videobeelden. Daarnaast zoekt Henderickx een extra klankdimensie door het gebruik van live elektronica, die werd gerealiseerd in samenwerking met Jorrit Tamminga. Akoestische klank en resonantie worden in ‘Atlantic Wall’ dus vermengd met elektronische klankschaduwen. Ziehier het waarom voor de ondertitel die Henderickx zijn nieuwe compositie meegaf: ‘Voix de l’ombre’.
zo 4 nov 2012 / 20 uur / blauwe zaal Aquarius olv. Marc Michael De Smet François Cattin (CH) Comédie 2 (2008, Belgische creatie) Eduardo Andrés Malachevsky (ARG) Do not pass by like a dream (2009, Belgische creatie)
6’30”
Ed Hughes (UK) Homeward Bound (2010, Belgische creatie)
6’
Emilio Mendoza (VEN) Susurro II (Belgische creatie)
9’
Roland Coryn (BE) Sleep now, o sleep now (2011)
5’
Anthony Ritchie (NZ) This sea we cross over (2010, Belgische creatie)
Marc Michael De Smet
14’
4’30”
George Balint (ROE) Din Demult (2007, Belgische creatie)
9’
Charles Halka (USA) Dipuku Rauda (2009, Belgische creatie)
4’
Ching- Wen Chao (TW) Tsang Tse (2011, Belgische creatie)
9’
sopraan Baiba Bartkevica Mady Bonert Annemie Clarysse Annelies Meskens Penelope Turner Lieve Van Lancker
tenor Jos Braeken Tom Deneckere Steven Hofman Steven Marien Thomas Meert Peter Ratinckx
alt Carolien De wilde An Janssens Martine Renson Marleen Schampaert Tin Siegers Leen Willems
bas Frederik Meireson Rudy Tambuyser Peter Van Damme Lieven Van den Eede Luc Van Ocken Patrick Vanreckem
A Capella Cocktail Het Vlaamse kamerkoor Aquarius heeft al bijna twintig jaar een zwak voor hedendaags repertoire. Dat maakt de zangersclub geknipt voor het slotconcert van de World Music Days, waarin een dik uur aan eigentijdse koormuziek uit alle windstreken zal klinken. Uit ruim dertig inzendingen koos dirigent Marc Michael De Smet negen composities. Geen makkelijke taak, want de kwaliteit was over het geheel genomen meer dan goed, de geografische spreiding erg groot en de stilistische verscheidenheid enorm. Toch is het De Smet gelukt om een kleurrijke a capella cocktail samen te stellen. Visioen Na ettelijke jaren in de Geneefse compositieklas van Eric Gaudibert, begon François Cattin in Bern aan een studie muziekwetenschap. Wellicht is het vanwege die musicologische basis dat de Zwitser in zijn composities op bijna filosofische wijze aan de grenzen van het strikt muzikale morrelt. Exemplarisch zijn stukken als ‘Eclipse’, een ‘performance’ voor driehonderd musici en een stad. Of ‘Ecoute’, dat in een ruim twintig uur durende uitvoering de tijd uit zijn voegen rukt. En wat te denken van Cattins ‘Comédies’, een reeks werken waarin hij de notatie van toonhoogtes resoluut vermijdt? Hoe dergelijke muziek klinkt, kunt u vanavond zelf ervaren. Want ook in ‘Comédie 2’ omzeilt Cattin het gebruik van vaste toonhoogtes. In het werk voor twaalf solo zangers gaat de componist bovendien aan de haal met het idee van de Goddelijke openbaring. Daarvoor gebruikt hij fragmenten uit Dante’s beschrijving van het paradijs en de bijbelse tekst over Saulus op reis naar Damascus. “Aanvankelijk vertolken de koorleden die teksten onafhankelijk van elkaar, als twee gescheiden werelden. De vrouwen zingen Dante, de heren de bijbelse parabel. Maar langzaam vloeien ze over in elkaar, her- en erkennen ze elkaar in een onuitsprekelijk visioen.” Zoals de partituur het voorschrijft is een belangrijke visuele component weggelegd voor camera’s en beeldschermen – en dat is een primeur voor het concert van vanavond. Grote liefde De muzikale carrière van Eduardo Andrés Malachevsky (°1960) verliep niet bepaald alledaags. Na een conservatoriumopleiding directie en compositie besloot de Argentijn om op zijn 24e in te treden in een streng cisterciënzer klooster, waar bij gedurende veertien jaar een teruggetrokken en contemplatief leven leidde. Dat Malachevsky de kloosterorde uiteindelijk verliet, had alles te maken met de grote liefde die hij in zijn monnikentijd opdeed voor koormuziek. In
1998 besloot hij die liefde na te jagen, en met succes: inmiddels is hij een veelgevraagd koordirigent en -componist. Zijn muziek kenmerkt zich dan ook door vernuftig gebruik van de verschillende facetten van de menselijke stem. Zo mag blijken uit ‘Do not pass like a dream’ (2009), een stuk voor a capella koor op een eigenhandig vertaald gedicht van Rabindranath Tagore. “In the deep shadows of the rainy July...”, begint de tekst. Even schaduwachtig is Malachevsky’s partituur, die grossiert in mistige klankstapelingen, chromatische rookgordijnen en een keur aan sfeer verhogende sis- en blaasklanken. Duistere keerzijde De Britse componist Ed Hughes (°1968) had leermeesters als Alexander Goehr (Cambridge) en Michael Finnissy (Southhampton), en liet de afgelopen jaren op uiteenlopende vlakken van zich horen. Zo componeerde Hughes onder meer voor London Sinfonietta, schreef hij een opera (‘The birds’) voor The Opera Group en maakte hij nieuwe scores bij legendarische stomme films als ‘Regen’ en ‘Pantserkruiser Potemkin’. Zijn ‘Homeward bound’ dat vanavond op het programma staat is afkomstig uit zijn grootschalige koorcompositie ‘A buried flame’ (2010). Voor het aangrijpende werk putte Hughes inspiratie uit gedichten van (ex)gevangen uit Guantanamo Bay: “Ik was in de eerste plaats helemaal ondersteboven van het persoonlijke lijden dat in die gedichten wordt uitgedrukt”, bekent Hughes. “Maar op een hoger plan gaat het even zeer om het besef dat ‘the war on terror’ een duistere keerzijde heeft, die leidt tot opsluiting zonder proces en andere onrechtvaardigheden.” Levende surround set De Venezolaanse componist Emilio Mendoza (°1953) is wat men noemt een muzikale veelvraat. Jazzgitarist, voorzitter van stichtingen voor etnomusicologie en popmuziek, hoofd van het Audio Visual Integrated Art project aan de Universidad Simon Bolivar: Mendoza doet het allemaal en met evenveel enthousiasme. Even gevarieerd was Mendoza’s studietijd. Na een conservatoriumopleiding in zijn geboorteland behaalde hij zijn doctoraaldiploma compositie aan de Catholic University of America (Washington) en deed hij aan de Musikhochschule Düsseldorf onderzoek naar het componeren met elektronica. Die technische achtergrond kwam Mendoza goed van pas bij het schrijven van ‘Susurro II’: volgens hemzelf een “elektronische compositie voor een niet-elektronisch instrument, namelijk een gemengd koor”. In het werk laat de componist zijn zangers namelijk ‘white noise’ (lees: elektronische ruis) imiteren door het toonloos vertolken van een arsenaal aan ruisklanken. Hoewel Mendoza minieme kleurschakeringen aanbrengt (“vergelijk het met de grijs- en bruintinten van een droogboeket”) wil hij met ‘Susurro II’
eerst en vooral de ruimte onderzoeken. Het koor staat dan ook verdeeld over de zaal opgesteld, als een levende surround set. Onderdrukte onrust Voor het laatste werk van dit slotconcert grijpt Aquarius terug op een oude bekende: Roland Coryn (°1938). De muziek van de Kortrijkse componist stond immers al vaker op de lessenaars van het kamerkoor en afgelopen zomer maakte het gezelschap nog opnames voor een cd die is gewijd aan Coryns belangrijkste koorcomposities (‘A meeting with...’, vanaf medio 2013 op de markt). Vanavond staat ‘Sleep now, o sleep now’ op het programma. Het “koorlied”, zoals de componist het stuk bestempelt, verklankt een gelijknamige gedicht uit de bundel ‘Chamber music’ van James Joyce. Coryn: “zoals bij iedere lectuur spiegelt de lezer zich aan de tekst. In dit lied heb ik getracht de onderdrukte onrust die het gedicht kenmerkt tot uitdrukking te brengen. Daartoe leek mij het gebruik van het ritme van de pavane een goed middel. Het is een ingetogen en sober stuk, op enkele uitbarstingen na.” Golvende lijnen Via zijn vader kreeg de Nieuw-Zeelandse componist Anthony Ritchie (°1960) de Engelse muziek met de paplepel ingegoten: Ralph Vaughan Williams, Herbert Howells, veel Gerald Finzi, dat werk. Daarnaast ontlook door toedoen van de ouderlijke platenkast al op jonge leeftijd een liefde voor Béla Bartók. Beide invloeden lieten zo hun sporen na in Ritchie’s verdere muzikale ontwikkeling. Tijdens zijn studietijd, die hij doorbracht in Christchurch (Canterbury University) en in Boedapest, waar hij na een disseratatie over Bartók compositie studeerde aan de Franz Liszt Academie. Maar ook in zijn verdere leven, zoals mag blijken uit de ‘pastorale’ trekken van veel van zijn kamermuziek en de ritmische vitaliteit van bijvoorbeeld zijn drie Symfonieën en zijn Pianoconcert. Met het koorwerk ‘This sea we cross over’ (2010) schreef Ritchie een eerbetoon aan de nauwe band tussen Nieuw-Zeeland en Australië. De tekst ontleende hij aan een gedicht van Jenny Bornholdt over vele oorlogsslachtoffers van het Australian & New Zealand Army Corps. “Bornholdt gebruikt de zee als een referentiepunt”, aldus de componist, “en ook in mijn muziek neemt de zee een belangrijke plaats in, zoals blijkt uit de lange golvende lijnen.” Er was eens George Balint (°1961) behaalde zijn master orkestdirectie aan de Nationale Muziekuniversiteit van Boekarest, waar hij in 2003 tevens promoveerde op een onderzoek naar “theoretische perspectieven op muzikale interpretatie”. Als dirigent van het Nationaal Operette Theater bewijst hij al enkele
jaren die theorieën ook prima in praktijk te kunnen brengen. Daarnaast is Balint actief als componist. Naar eigen zeggen is hij het meest thuis in kamermuzikale genres, uiteenlopend van instrumentaal solowerk tot koormuziek, en werkt hij “vanuit een Roemeens ethos, maar dan wel benadert vanuit een moderne expressie”. Die werkwijze werpt zijn vruchten af, zoals mag blijken uit de vier keer dat de Roemeense Componisten Unie een werk van hem bekroonde. Onder deze stukken de koorcompositie ‘Din demult’ (2007) – vrij vertaald: ‘Er was eens’ – waarin Balint een subjectieve duik neemt in de muzikale krochten van het collectief onderbewuste. Daarbij baseerde hij zich vooral op de folklore van Afrikaanse pygmeestammen die, niet toevallig, bekend staan op hun eeuwenoude muziekcultuur en complexe polyfonie. Stoomfluiten en spoorbielzen De achternaam van Charles Halka verraadt een Oost-Europese komaf. Reden voor de Amerikaanse componist om na een studie aan het Peabody Conservatory te Baltimore zijn licht op te steken aan de conservatoria van Sint Petersburg en Vilnius. In Vilnius deed Halka, met financiële ruggensteun van het Fulbright Center, onder meer onderzoek naar de traditionele Litouwse volksmuziek. Werkzaamheden die in 2009 resulteerden in ‘Julius’, een opera met folkloristische wortels over de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog. Het koorstuk ‘Dipuku Rauda’ (2009) is afkomstig uit de eerste akte van ‘Julius’ en verklankt de angst van een groep vluchtelingen die samengepakt zit in een trein. Door ritmisch gebruik van de oud-Litouwse teksten weet Halka een beklemmende sfeer neer te zetten, waarin hier en daar imitaties van stoomfluiten en dreunende spoorbielzen doorklinken. Ritmische klanktaal De Taiwanese Ching-Wen Chao (°1973) behaalde haar doctoraal aan Stanford University, waar zij studeerde bij Jonathan Harvey, Brian Ferneyhough en Jean-Claude Risset. Ook bracht zij in Californië talloze uren door in het Center for Computer Research in Music and Acoustics. Noeste arbeid, die er weliswaar voor zorgde dat Chao’s muziek vandaag de dag wereldwijd wordt uitgevoerd door vooraanstaande gezelschappen als het Arditti String Quartet, Klangforum Wien en het Taiwan National Symphony Orchestra. Ondanks haar internationale succes zocht Chao het voor haar koorcompositie ‘Tsang tse’ aanmerkelijk dichter bij huis. De titel van het stuk verwijst naar de ritmische patronen die ten grondslag liggen aan traditionele Taiwanese muziek, en die eeuwenlang zijn overgeleverd in mondelinge formules, een soort ritmische klanktaal. De tekst van ‘Tsang tse’ is grotendeels ontleend aan die mondelinge formules, evenals de ritmische drive die het stuk van begin tot eind kenmerkt.
François Cattin Comédie 2 originele Franse tekst zie inlegblad Nederlandse vertaling: sopranen/alten En ik zag een licht, op een rivier gelijkend, vol goud-gesprankel tussen bei zijn oevers, met al de kleuren van een wondere lente ‘De stroom en de topazen, die in en uit gaan, en de lach der bloemen zijn ’t schemerig voorspel van der waarheid klaarte. Toch is hun taal en zin in zich niet donker; alleen van u komt hier het onvolmaakte, omdat uw blik niet stijgt tot op hun hoogten.’ Zoals wij in het lied meer stemmen onderscheiden zo zag ik in ’t licht van Venus nieuwe luchters zich meer of minder in ’t rad bewegen, alnaar de graad, denk ik, van ’t eeuwig schouwen. ‘Tot u het licht der ogen, dat in mijn gloed verging, wordt weergegeven, zal ’t dienstig zijn, dat spreken ’t zien vergoede. O zeg mij dan: waarop richt zich uw liefde? En blijft verzekerd, dat ’t gezichtsvermogen in u gedoofd, maar geenszins werd vernietigd. ‘Laat uw begeerte naar buiten gloeien en aan ons zich tonen, getekend met uw diepste zielestempel’ Zo droomt men daaromlaag, met open ogen. En plots scheen dag bij dag gevoegd te wezen of Hij, die alles kan, de hemelruimte een tweede zon tot sieraad had gegeven. Zoals wij in het lied meer stemmen onderscheiden Zo droomt men daaromlaag, met open ogen
‘En blijft verzekerd, dat ’t gezichtsvermogen in u gedoofd, maar geenszins werd vernietigd.’ De vrouwen toch, die door deez’ hemelgaarden u tot geleidster is, heeft in haar ogen De kracht die was in Ananias’ handen (*Ananias legde Paulus de handen op en genas zijn blindheid. (Bijbel: Handelingen 9,10) ‘Ontsluit weer de ogen en ge zult me ontwaren zoals ik ben, want reeds is u verschenen wat u de kracht schenkt om mijn lach te dragen’ En ik zag een licht, op een rivier gelijkend.
tenoren/bassen “Saul, Saul, waarom vervolg je mij?” Onderweg, niet ver van Damascus, gebeurde er tegen het middaguur iets onverwachts: opeens werd ik omstraald door een fel licht uit de hemel. Ik viel neer op de grond en hoorde een stem tegen me zeggen: “Saul, Saul, waarom vervolg je mij?” Ik vroeg: “Wie bent u , Heer?” En de Heer antwoordde: “Ik ben Jezus van Nazareth, die jij vervolgt.” De mensen die bij me waren, zagen wel het licht, maar hoorden niet de stem van hem die tegen mij sprak. Ik vroeg: “Wat moet ik doen, Heer? “ De Heer zei tegen mij: “Sta, op en ga naar Damascus, daar krijg je precies te horen wat je opdracht is. Omdat het stralende licht me blind gemaakt had, namen mijn reisgenoten mij bij de hand en brachten me zo naar Damascus. Daar kwam een zekere Ananias naar me toe. Hij ging voor me staan en zei: “Saul, broeder, open je ogen!” En op datzelfde ogenblik kon ik hen zien. (uit: Handelingen van de Apostelen, hfdst 22)
Eduardo Andrés Malachevsky Do not pass by like a dream
Ed Hughes Homeward Bound
In the deep shadows of the rainy July, with secret steps, thou walkest, silent as night, eluding all watchers.
Begins this journey without reins, Ends in capture without aims; Now lying in the cell awake, With merriment and smiles all fake: Freedom is spent, time is up – Tears have rent my sorrow’s cup; Home is cage, and cage is steel Thus manifest reality’s unreal Dreams are shattered, hope are battered, Yet with new status one is flattered! The irony of it – detention and all: Be so small, and stand so tall. Years of tears and days of toil Are now but fears and tyrants’ spoil; Ordainment has surely come to pass, But endure alone one must this farce. Now ‘patience is of virtue’ taught, And virtue is of iron wrought; So poetry is in motion set (Perhaps, with appreciation met). Still the paper do I pen, Knowing what, but never when – As dreams begin, and nightmares end – I’m homeward bound to beloved tend.
Today the morning has closed its eyes, heedless of the insistent calls of the loud east wind, and a thick veil has been drawn over the ever-wakeful blue sky. The woodlands have hushed their songs, and doors are all shut at every house. Thou art the solitary wayfarer in this deserted street. Oh my only friend, my best beloved, the gates are open in my house -do not pass by like a dream Rabindranath Tagore
Moazzam Begg [c] University of Iowa Press, 2007
Emilio Mendoza Susurro II
Roland Coryn Sleep now, o sleep now
geen tekst, spatiale elektronische compositie
Sleep now, O sleep now, O you unquiet heart! A voice crying “Sleep now” Is heard in my heart. The voice of the winter Is heard at the door. O sleep, for the winter Is crying “Sleep no more” My kiss will give peace now And quiet to your heart. Sleep on in peace now, O you unquiet heart! James Joyce
Anthony Ritchie This sea we cross over This sea we cross over and over. Tides turning on gold and sheep. On rain On sand On earth the fallen lie beneath. On geography On women standing. Matilda waltzing. On people of gardens and movement. On trade and union. This sea a bridge of faith This sea we are contained and moved by. Based on text by Jenny Bornholdt
Charles Halka Dipuku Rauda (oorspronkelijke tekst in het Litouws) Fear grips the mind Determination tramples the heart. The birch sap is strained No home but hard frost The distant land Our eyes of horror Lost among forests Trampled without feeling. What will the children see If you don’t flee further, Where will you hide your eyes From fate’s clutches? Maybe elsewhere will be better Maybe others will be kind. Fear grips the mind Determination tramples the heart.
George Balint Din Demult geen tekst, proeve van primitieve communicatie
Ching-Wen Chao Tsang Tse geen tekst, gebaseerd op percussieklank
HERMESensemble HERMESensemble is een Antwerps collectief voor hedendaagse muziek en kunst. Het repertoire en de uitvoeringspraktijk van de klassieke avantgarde vormen steeds het startpunt van de producties, maar het ensemble streeft er bewust naar artistieke grenzen te verleggen; enerzijds zoekt het confrontaties op met oude muziek, pop- en wereldmuziek, anderzijds onderzoekt het synergieën met andere disciplines zoals (muziek)theater, beeldende kunsten, video, film en multimedia. Vele van de concerten worden door een expliciet visueel karakter gekenmerkt, zoals de projecten met historische films. Vaak vinden ze plaats op bijzondere, passende locaties, zoals bijvoorbeeld de monumentale kunstwerken van Anish Kapoor of in een interessante industriële architectuur. De producties presenteren muziek van onder meer John Cage, Salvatore Sciarrino, Kaija Saariaho, Morton Feldman, Ivan Fedele, Peter Ablinger, Jérôme Combier, Joby Talbot, Hans Abrahamsen en Yan Maresz, de Belgen Luc Brewaeys, Frédéric D’haene, en Wim Henderickx en jong talent als Hanne Deneire, Thomas Smetryns, Bram Van Camp en Annelies Van Parys. HERMESensemble is ensemble in residentie van AMUZ, concerteert regelmatig in de belangrijkste Belgische concertzalen en festivals, en is daarnaast vaak te gast op vooraanstaande podia in Amsterdam, G.H. Luxemburg, Maastricht, Parijs en Venetië. www.hermesensemble.be Marco Angius De Italiaanse dirigent Marco Angius (°1969) studeerde piano, compositie en orkestdirectie aan het conservatorium Santa Cecilia te Rome en promoveerde op een thesis over de pianowerken van Salvatore Sciarrino in de universiteit van Bologna. Hij was de assistent-dirigent van Bruno Aprea op het internationaal festival Martina Franca, Wexford Festival Opera, en het festival van Spoleto. In 1994 won hij de dirigentenprijs van Milaan en in 1996 de dirigentenprijs Maurizio Rinaldi in Rome. Recent leidde hij het Orchestra Sinfonica Nazionale della Rai di Torino (Rai Nuova Musica 2006 met premières van Stockhausen), Orchestra Teatro Lirico in Cagliari (Italiaanse première van een nieuwe orkestversie van de ‘Lyrische Suite’ van Alban Berg). In augustus 2000 dirigeerde hij de wereldpremière van ‘Studi per l’intonazione del mare’ van Salvatore Sciarrino voor 100 fluiten, 100 saxofoons en soli. Hij is de oprichter en dirigent van Ensemble Algoritmo, en leidde het onder meer in ‘Laborintus II’, ‘Canticum Novissimi Testamenti’ van Luciano Berio (Parco della Musica, Rome, 2003), ‘Begleitmusik zu einer Dichtspielszene’ van Giorgio Battistelli (Rome, 2004), en opnamen van ‘Mixtim’ van Ivan Fedele (Stradivarius, 2006), ‘Luoghi d’infinito andare’ van Nadir Vassena (Altrisuoni, 2005). In 2004 bracht hij ‘Rot’ (1972) van Domenico Guaccero uit, één van de meest invloedrijke componisten uit de nieuwe muziekbeweging van de jaren ’60-’70 (bij Die Schachtel).
Recent werd hij uitgenodigd door Muzyka Centrum Krakow (2005), met een nieuwe productie van ‘Frau Frankenstein’ van Giorgio Battistelli in de Poolse Filharmonie -klankprojectie door Alvise Vidolin); Warschau Herfstfestival 2006 voor een nieuwe productie van de opera ‘Luci mie traditrici’ van Salvatore Sciarrino; Festival Traiettorie 2006 in Parma; Festival Pontino in 2006; Teatro Lirico Sperimentale in Spoleto, waar hij de winnende operacompositie van de Orpheusprijs 2007 zal dirigeren, in coproductie met Teatro dell’Opera in Rome, seizoen 2007-‘08; en Instituzione Universitaria dei Concerti in Rome (concerten in 2007). Marco Angius doceert orkestdirectie aan het conservatorium van Lugano sinds 2004, en aan het Santa Cecilia conservatorium te Rome. Wim Henderickx Wim Henderickx studeerde compositie en percussie aan het Conservatorium van Antwerpen, volgde masterclasses in Darmstadt en sonologiestudies aan het Ircam in Parijs en het Conservatorium in Den Haag. Hij doceert compositie en muziekanalyse aan de Conservatoria van Antwerpen en Amsterdam en leidt jaarlijks een compositiestage voor jongeren (Musica). Hij componeert kamermuziek, orkestwerken en opera’s en zag diverse werken bekroond in zowel binnen- als buitenland. Vreemde culturen zijn vaak een inspiratiebron. Met deFilharmonie, altviolist Leo De Neve en percussionist Gert François nam hij zijn drie Raga’s op (1999, MDC7833). ‘Confrontations’ voor Afrikaanse en Westerse percussie werd geproduceerd met het Zuiderpershuis (2004). Zijn ‘Saeta’ en ‘In Deep Silence’, met gitariste Raphaella Smits verscheen bij Accent (2006, ACC24177). Als huiscomponist bij Muziektheater Transparant realiseert hij al meer dan tien jaar opera’s en werken voor muziektheater, waaronder ‘Achilleus’ voor jongeren en ‘Een Totale Entführung’ met Ramsey Nasr. Sinds 2007 werkt hij regelmatig samen met HERMESensemble als componist en dirigent. Tijdens het festival opera XXI in 2011 ging ‘Medea’, op tekst van Peter Verhelst, in deSingel in première met de Veenfabriek, Muziektheater Transparant en HERMESensemble met Wim Henderickx als dirigent en percussionist. www.wimhenderickx.com Aquarius Het kamerkoor Aquarius heeft in de loop der jaren naast twee naamveranderingen eveneens een repertoireverschuiving doorgemaakt. In 1995 groepeerden een twintigtal zangers uit België, Nederland en Luxemburg zich tot het ‘Benelux Selection of the World Youth Choir’, om zo te kunnen deelnemen aan het wereldjeugdkoor te Chili. Onder leiding van Marc Michael De Smet bleef ook nadien het koor verder bestaan, al werd de naam gewijzigd in het ‘Goeyvaerts Consort’. Door zich te noemen naar Karel Goeyvaerts, dé pionier van de hedendaagse muziek na 1950 in
Vlaanderen, gaf het koor toen al te blijken dat men resoluut de weg van hedendaagse muziek zou inslaan. Deze naamsverandering moest symbool staan voor progressieve, avontuurlijke en actuele programmatie en vormgeving. De keuze voor actuele muziek werd ruim opgevat. De bonte veelstemmigheid van onze tijd weerspiegelde zich in de keuze van de stukken. Het Goeyvaert Consort zong Cage naast Theodorakis, Eisler naast Stockhausen, Rihm naast Poulenc, Pärt naast Schnittke, en ook Vlaamse componisten kregen een podium. Kleinere solo-bezettingen acteerden in coproducties met oa. Spectra, Limelight, Quatuor Danel, Blindman, Symfonieorkest van Vlaanderen en Goeyvaerts Strijktrio, en ook werd geëxperimenteerd met muziektheaterproducties. Het koor organiseerde twee eigen festivals in 1998 en 2001, en daarnaast stond het op de planken in Nederland, Frankrijk, Duitsland, Polen, Spanje, Estland… Hun discografie omvatte in deze tweede fase 6 opnamen. In 2007 veranderde het koor opnieuw van koers. Het repertoire evolueerde van hoofdzakelijk hedendaagse koormuziek naar een dialoog tussen nieuwe en oude muziek, met als nieuwe naam ‘Aquarius’. De cd/dvd ‘Het Lam Gods bezongen’ illustreert deze nieuwe wending: het project mengt oude muziek (von Bingen, gregoriaans, Palestrina, de Victoria) met minder oude (Bruckner, Brahms, Verdi) en moderne muziek (Poulenc, Barber, Pärt, Gorecki). Aquarius valt met andere woorden niet langer in een hokje te plaatsen. De keuze om alle facetten van de actuele muziek te brengen levert in plaats van een herkenbaar beeld een kakelbonte veelheid op. De ‘44 Harmonies’ van John Cage voor het voetlicht brengen naast het machtige, bijbelse scheppingsverhaal van Gunter Bialas (1907-1995) is zowel de traditie als de avant-garde laten spreken. De grote, nieuwe koormuziek naar het kleine Vlaanderen halen, de formidabele, kleine Vlaamse koormuziek naar de grote wereld uitdragen, de vele tongen van zo vele belangrijke artiesten laten spreken en van het podium de wereld maken, zijn de uitdagingen die Aquarius graag nog jaren aangaat. www.gc-aquarius.be Marc Michael De Smet Marc Michael De Smet, dirigent en cellist, studeerde aan de conservatoria van Gent, Brussel en Maastricht. Als dirigent is hij leerling van Lucas Vis, wiens voorliefde voor de hedendaagse muziek hij deelt. Hij bezocht daarnaast masterclasses van Franco Ferrara in Sienna (Italië) en de internationale koorleiderscursus onder leiding van Laszlo Heltay. Hij kreeg compositielessen van de Belgische componist Norbert Rosseau en de Nederlander Louis Andriessen. Naast zijn zangcomposities, schreef hij ook wat werk voor theater. Zo componeerde hij in 1996 de muziek voor ‘De Trojaanse vrouwen’, een productie van KNS. Daarnaast componeerde hij meer dan 150 liederen voor sopraan en cello. Zijn werk ‘ter nagedachtenis’, vijf liederen voor sopraan en cello werd in 2001 bekroond in de Provin-
ciale wedstrijd voor compositie (Oost-Vlaanderen).De Smet was tien jaar lang assistent – leraar kamermuziek aan de conservatoria van Mons en Brussel. Momenteel doceert hij koor en koordirectie, vocaal ensemble en kamermuziek aan het Conservatorium van Gent. De Smet heeft er reeds een boeiende en afwisselende muzikale carrière opzitten. In 1983 stichtte hij De Nieuwe Muziekgroep, een ruim ensemble voor hedendaagse muziek dat hij leidde gedurende 7 jaar. De nieuwe muziekgroep tekende voor meer dan honderd Belgische creaties en maakte talloze radio-opnamen. In 1989 mocht De Smet met het Nederlandse Aquarius Ensemble de kamerorkestversie van Goeyvaerts’ opera ‘Aquarius’ begeleiden. In België stichtte en dirigeerde hij respectievelijk het Elceric koor (Gent), het Brecht/ Eisler koor (Antwerpen – Gent – Brussel) en De tweede adem (Gent) (amateurkoren). Hij dirigeerde eveneens de filmmuziek voor ‘Le huitième jour’ van Jaco Van Dormael. In 1995 richtte hij het Goeyvaerts Consort op, nu Aquarius, een kamerkoor, gespecialiseerd in hedendaagse vocale muziek, dat op korte tijd internationale weerklank verwierf. Marc Michael De Smet gaf ook lezingen over enkele belangrijke Belgische componisten: Norbert Rosseau, Louis de Meester, Karel Goeyvaerts, Lucien Goethals. Hij schreef een studie over Louis De Meester en werkt momenteel aan een monografie over Norbert Rosseau. In 1988 kreeg hij voor de promotie van de Vlaamse muziek de Julien Roussel-prijs. In 2005 ontving hij de Fuga-prijs (SABAM) voor de promotie van de Belgische muziek.
binnenkort in deSingel Nieuw Vlaams & internationaal
emanon ensemble olv. raf de keninck
G Ligeti Zes Bagatellen voor blazerskwintet L Van Hove Chamber Symphony (wereldcreatie) G Ligeti ‘ Musica Ricercata’ voor piano Chamber Concerto for 13 Instrumentalists
wo 28 nov 2012 blauwe zaal / 20 uur
€ 18 basis € 14 -25/65+ € 8 -19 jaar inleiding Mark Delaere 19.15 uur / blauwe foyer
architectuur theater dans muziek
WWW.DeSINgeL.be
t +32 (0)3 248 28 28 dEsguinlEi 25 / B-2018 antWErpEn
Word FAN van dEsingEl op FACebOOk
desingel is een kunstinstelling van de vlaamse gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor
mediasponsors