uur

REGIONAAL PLATFORM ZIEKENHUISHYGIËNE Vlaams-Brabant / Brussel Verslag vergadering • Aalst • 07/03/07 • 12.30 - 14.00 uur

Aanwezig: UZBrussel Tina De Beer, verpleegkundige-ziekenhuishygiënist Lieve Blommaert, verpleegkundige-ziekenhuishygiënist Ingrid Wybo, geneesheer-ziekenhuishygiënist Gespecialiseerd ziekenhuis “Inkendaal" Roger Haenen, verpleegkundige-ziekenhuishygiënist Algemeen ziekenhuis Jan Portaels Nicole Verbraeken, verpleegkundige-ziekenhuishygiënist PSC St.-Alexius Brussel Albertine De Greef, verpleegkundige-ziekenhuishygiënist (?) Psychiatrisch ziekenhuis Kliniek De Pelgrim Ilse Schuddinck, verpleegkundige-ziekenhuishygiënist (?) Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis - Campus Aalst Francine De Meerleer, verpleegkundige-ziekenhuishygiënist An Willemse, verpleegkundige-ziekenhuishygiënist Paul Jordens, geneesheer-ziekenhuishygiënist Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis - Campus Asse Jan Bellon, geneesheer-ziekenhuishygiënist Regionaal ziekenhuis St.-Maria Ilse Cassiman, verpleegkundige-ziekenhuishygiënist

Verontschuldigd: Algemeen ziekenhuis Jan Portaels Sonja De Bock, geneesheer-ziekenhuishygiënist Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis - Campus Asse Arlette Sterckx, verpleegkundige-ziekenhuishygiënist Gezondheidsinspectie Emmanuel Robesyn

1. Goedkeuring verslag van de vorige vergadering Geen opmerkingen. Het verslag wordt goedgekeurd.

2

2. Mededeling Dr. S. De Bock (Jan Portaals, Vilvoorde) zal niet langer de functie van geneesheerziekenhuishygiënist op zich nemen.

3. Feedback van de vergaderingen van het Federaal Platform Dr. P. Jordens brengt verslag uit van de laatste 3 vergaderingen van het Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëne. Verschillende onderwerpen worden kort toegelicht:

•

Koninklijk Besluit: het KB betreffende de verplichte registratie van nosocomiale infecties werd op 24/11/06 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

•

Koninklijk Besluit: het voorstel tot aanpassing betreffende de erkenningsnormen ziekenhuishygiëne en het bijhorende financieringsbesluit kreeg een positief advies van de Inspectie van Financiën. Indien het voorstel goedgekeurd wordt door de Raad van State zal het KB gepubliceerd worden (publicatie voorzien zomer ’07). Het voorstel van het FP betreffende de bestaffing van de teams voor ziekenhuishygiëne

in

gespecialiseerde,

geriatrische

en

psychiatrische

ziekenhuizen zal verdedigd worden tijdens het begrotingsconclaaf in maart. Het budget wordt geschat op +/- 4 miljoen euro. Concreet betekent het voorstel dat voor

instellingen

<

100

bedden

minimaal

0.25

FTE

verpleegkundige-

ziekenhuishygiënist en 0.1 FTE geneesheer-ziekenhuishygiënist en voor instellingen

>

100

bedden

minimaal

0.50

FTE

verpleegkundige-

ziekenhuishygiënist en 0.25 FTE geneesheer-ziekenhuishygiënist voorzien wordt. Dr. Jordens stelt de vraag of het voorstel aan de verwachtingen voldoet. Er wordt geantwoord dat er zelfs meer gekregen is dan gevraagd. Dr. Jordens beaamt dit. Er wordt immers vaak ‘meer’ gevraagd, zodat men iets ‘aanvaardbaar’ kan bereiken. De bekommernis van ‘hoe dit ingevuld zal worden’ wordt geuit, zowel naar mankracht, als naar de invulling (topics) toe. Wat met de opleiding verpleegkundige-ziekenhuishygiënist? De opleiding werd / wordt voorzien aan de KULeuven, alsook in het NVKVV. De interesse voor de opleiding is beperkt (beperkt aantal studenten). Men vraagt zich dan ook af of het FP de opleiding moet aanmoedigen. Indien het KB goedgekeurd wordt, zal er immers een grote nood aan hygiënisten zijn. Er wordt gesteld dat er sowieso een overgangsperiode zal moeten voorzien worden, alvorens de invulling gerealiseerd kan worden. •

Plaatsvervanger vertegenwoordigers RP: vanuit het FP wordt er gevraagd om een vaste vervanger voor de vertegenwoordigers van het RP (Dr. Wybo en Dr. Jordens) aan te duiden. Indien zij niet aanwezig kunnen zijn, zal de

_________________________________________________________________________________ Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne Vlaams-Brabant / Brussel - verslag vergadering 07/03/2007

3

plaatsvervanger hen vertegenwoordigen op het FP. Er wordt voorgesteld dat de vervangers uit hetzelfde ziekenhuis komen (UZBrussel / OLV), aangezien de communicatie dan makkelijker kan verlopen. Alle leden gaan akkoord met deze beslissing. Na overleg in de betrokken ziekenhuizen, zullen de namen doorgegeven worden aan het FP. •

Hygiëne in het operatiekwartier: het finaliseren van de vragenlijst is nog niet gebeurd. De vertaling zou nog ‘lopende’ zijn. De officiële bevraging zal beperkt worden tot

‘het operatiekwartier’ (basisanalyse), maar de instellingen zullen aangemoedigd worden om een opsplitsing te maken per OK (aparte analyses). Het invullen van de vragenlijst zal tijdrovend en niet evident zijn, aangezien verschillende partijen (ziekenhuishygiëne, schoonmaak, …) moeten betrokkenen worden bij het invullen ervan. •

Website: op de FOD portaalsite (www.hicplatform.be) is er plaats gemaakt voor

elk de regionaal platform. Per RP werd een contactpersoon aangeduid die alle teksten moet leveren. De contactpersoon van ons RP (RPZ Vlaams-Brabant / Brussel) is Dr. I. Wybo. Iedere maand zijn wijzigingen / aanvullingen (verslagen, teksten, …) mogelijk. Er wordt een beveiliging voorzien (! tot nu toe is de website toegankelijk voor het publiek). Van zodra de beveiliging gerealiseerd wordt, zal onze ledenlijst alsook een inleidende tekst op de site geplaatst worden. Er zijn verschillende niveaus (met een verschillende ‘toegankelijkheid’) voorzien: FP – FP en RP – RP. •

Campagne handhygiëne 2006 – 2007 is afgerond. De overheid maakt opnieuw een

budget vrij voor een derde campagne, voorzien in 2008 (om de 18 maanden). Het FP benadrukt het ‘tijdrovend aspect’ van deze campagnes en wil eens kritisch nadenken over de gebruikte formule. Dit zal besproken worden tijdens een volgend FP, maar uiteraard ook in de werkgroep nationale campagne handhygiëne. Er wordt benadrukt dat elk ziekenhuis de vrijheid heeft om ‘de mate waarin de campagne doorgevoerd wordt’ zelf te bepalen. Opleiding kost nu eenmaal tijd en energie. •

Kwaliteitsindicatoren: het project ligt momenteel opnieuw stil. De werkgroep is recent niet meer bijeengekomen. Het samenstellen van de lijst van kwaliteitsindicatoren heeft veel tijd en energie gevraagd van de verschillende leden van het Federaal Platform. Er wordt verwacht dat er druk zal komen vanuit FOD (Dhr. Decoster) en de werkgroep bijgevolg op korte termijn opnieuw zal samenkomen.

•

Dr. Jordens geeft aan dat Dr. P. De Mol en Dr. B. Gordts een brief opgesteld hebben t.a.v. de voorzitter van de HGR en minister Demotte met de vraag naar een


4

hervorming van de HGR, zodat deze instantie bindende nationale richtlijnen zou kunnen opstellen (vergelijkbaar met WIP in Nederland). De HGR wordt als ideaal forum beschouwd, maar een hervorming dient doorgevoerd te worden (vanwege de impact op de ‘workload’) om ‘het opstellen van directieve guidelines’ te kunnen realiseren. De werking van HGR steunt momenteel op de ‘goodwill’ van een aantal personen in werkgroepen. In de toekomst zal dit (moeten) veranderen. De realisatie van deze hervorming zal tijd nodig hebben.

4. MRSA-tranfertdocument (2003): in gebruik? Het MRSA-transfertdocument is een van de eerste realisaties van het RP geweest. Er wordt gevraagd in hoeverre dit document gebruikt wordt in de verschillende instellingen en of de nood bestaat om het document te herzien en eventueel aan te passen. De huidige noden en vragen zijn immers verschillend met die van een aantal jaar geleden. Zo zal ook, vanwege de toenemende omvang van het probleem, Clostridium difficile een plaats moeten krijgen op het document. Er wordt opgemerkt dat het transfertdocument meestal maar in één richting gebruikt wordt: van ziekenhuis naar rusthuis, terwijl de nood bestaat dat soortgelijke informatie ook van rusthuis naar ziekenhuis zou doorgegeven worden.

In het Algemeen Ziekenhuis Jan Portaels in Vilvoorde wordt er gewerkt met het document, maar er is een duidelijk verschil in gebruik wat betreft de verschillende specialismen (geriatrie versus inwendige geneeskunde). Een opmerking bij de huidige versie is dat er geen mogelijkheid bestaat om aan te duiden dat er reeds 2x gedekoloniseerd werd. Nu moet dit extra genoteerd worden. UZBrussel zal binnenkort met een elektronische versie werken, waarin de belangrijkste zaken van het transfertdocument werden opgenomen. Het gespecialiseerde ziekenhuis “Inkendaal" gebruikt het document niet. De MRSA status werd bevraagd aan de verschillende ziekenhuizen, waarvan 80% niet de gevraagde info doorgeeft. Van de overige 20%, is 30 % MRSA+. Er wordt aangegeven dat er geen duidelijk stramien terug te vinden is in de verschillende ziekenhuizen. In de instelling wordt niet systematisch gescreend. In het Regionaal ziekenhuis St.-Maria is het document opgenomen in het ontslagdocument, zodat de kans dat het ingevuld wordt aanzienlijk toeneemt. Het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis gebruikt het document in zijn ‘oorspronkelijke vorm’. De twee psychiatrische instellingen maken geen gebruik van een dergelijk document.

Een belangrijk besluit bij de bespreking van dit onderwerp is dat er een groot communicatieprobleem bestaat tussen de verschillende instellingen (tussen de acute en de chronische sector). Het loont zeker de moeite om het document te herzien. De voorkeur gaat


5

uit naar één document dat gebruikt kan worden voor o.a. MSRA, C. difficile en scabiës. Er zal een voorstel opgemaakt worden tegen de volgende vergadering.

5. Vragen vanuit de verschillende instellingen Het is de bedoeling om vragen op voorhand te bezorgen, zodat er een antwoord kan geformuleerd worden tegen de volgende vergadering. Iedereen vindt het een goed principe. De mogelijkheid bestaat om het onderwerp eventueel ook te bespreken op het FP.

Er is een vraag gekomen van Hugo Van den Berge in verband met het gebruik van handalcohol in een psychiatrische instelling waar patiënten met alcoholmisbruik en drugverslaafden behandeld worden. De producten op basis van alcohol hebben een te sterke geur. Het wassen van de handen is mogelijk, maar -vanwege de lage beschikbaarheid van wastafels- niet evident om dit in de praktijk veelvuldig te doen. Er wordt gevraagd of er alternatieven (non-alcohol) voor een goede handontsmetting bestaan. Zo bestaat er een ontsmettende gel zonder toevoeging van alcohol (‘Esense Hand Rub van Ebiox’). De werking van het product zou in de literatuur niet eenduidig beschreven zijn. Er zal navraag gedaan worden bij Mevr. T.J. Daha (WIP), Dr. A. Simon (UCL) en Dr. Bruyneel (UA), zodat er een antwoord kan geformuleerd worden tegen het volgend RP. Francine De Meerleer stuurt de informatie per mail door (http://www.ebiox.com/).

Een tweede en laatste vraag werd gesteld door Ilse Cassiman in verband met de houding van instellingen t.o.v. chronisch MRSA-dragerschap bij personeelsleden. Naar aanleiding van MRSA+ van twee neonaten, werden de personeelsleden op neonatologie / bevallingskwartier gescreend. Twee personeelsleden werden positief bevonden, waarvan iemand (vroedvrouw) na verschillende dekolonisaties met Isobetadine niet negativeert (MRSA, mupirocine resistent). De therapietrouw zou gegarandeerd zijn en de partner en kinderen blijken niet positief. Er wordt voorgesteld om de dekolonisatie uit te voeren met Fusidine. In uiterste nood kan Zyvoxid gebruikt worden. Ook het gebruik van een masker tijdens de werkzaamheden en het toepassen van een goede handhygiëne wordt sterk aangeraden. Eventueel moet er verder gezocht worden naar de plaatsen waar MRSA teruggevonden wordt (stoelgang, amandelen, …), aangezien de plaatsen die positief zijn zeer wisselend zijn (neus, keel, perineum).

Er wordt afgesproken dat de vragen telkens (minstens 1 week) op voorhand doorgestuurd worden. Het is vanzelfsprekend dat ‘hoogdringende zaken’ ook nog mogelijk zijn.


6

DE VOLGENDE VERGADERING ZAL PLAATSVINDEN OP WOENSDAG 13 JUNI 2007 OM 12U 30 IN HET UZBRUSSEL


uur

Recommend Documents