USG

Jaarverslag Ondernemingsraad EPG-EdeA / USG 2015

2015

Voorwoord Beste collega’s, Met plezier en ook enige weemoed presenteren we je het jaarverslag van de Ondernemingsraad over het jaar 2015, het laatste jaarverslag dat wij als OR EdeA/ EPG opstellen. Ruim 19 jaar na de oprichting is EdeA op 1 november 2015 overgegaan naar USG en worden beide organisaties tot één organisatie geïntegreerd, die onder de bedrijfsnaam USG de activiteiten van EdeA voortzet. De dienstverlening van de WKC-Swentibold is bij RWE/Essent gebleven. Een aantal personeelsleden is overgegaan naar de organisatie van WKC-Swentibold, het merendeel is op 1 november van start gegaan bij het nieuwe USG. In ons overleg met bestuurder en vakbonden hebben wij als Ondernemingsraad de werkgarantie steeds centraal gesteld. Vanaf november 2015 zijn we in dezelfde samenstelling als OR USG verder gegaan, waarbij Theo Tummers is aangesloten als vertegenwoordiger namens de medewerkers die vanuit de aandeelhouders Sitech en Sabic al bij het voormalige USG waren gedetacheerd.

Ook 2016 belooft voor medewerkers en medezeggenschap een druk en uitdagend jaar te worden. Het USG 2020 programma vraagt inspanning en inzet van iedereen om de beoogde kostenreductie te realiseren en de positie van ons bedrijf te versterken. Op dit moment is nog geen zicht op de gevolgen voor organisatie en werkwijzen. Medio 2016 beginnen we met de voorbereiding van de verkiezingen voor de Ondernemingsraad voor de zittingsperiode 2017-2019. We zijn op zoek naar nieuwe, enthousiaste kandidaten. Dit jaarverslag geeft je een beeld van de rol en taken van een OR lid. Heb je interesse om invulling te geven aan de medezeggenschap binnen onze organisatie of heb je nog vragen over je kandidatuur, neem dan gerust contact op met een van de huidige OR-leden.

Marc Flinsenberg Voorzitter OR EdeA-EPG / USG

In dit jaarmagazine Inhoud 2 Voorwoord 2 Samenvatting 3 De OR EPG-EdeA/USG 4 Advies en instemming 6 Personeel 12 Ontwikkelingen en strategie 14 Zo kunt u ons bereiken 15

2

Samenvatting Het jaarverslag van de OR over het jaar 2015 is een bijzondere uitgave. Het jaar 2015 is het laatste jaar van de OR EPG-EdeA en tevens het eerste jaar van de OR-USG. De overgang van EPG-EdeA naar USG en RWE was in 2015 het alles bepalende thema. We hebben er voor gekozen om in éen verslag een terugkoppeling te geven van de activiteiten en inbreng van de OR in 2015. De Ondernemingsraad van EdeA-EPG / USG is een gekozen vertegenwoordiging van het personeel en een sparringpartner voor het MT. Het jaar 2015 was het derde jaar van de OR in de huidige samenstelling: Marc Flinsenberg (voorzitter), Tom Koeken (secretaris), Arjan Massen, Ed Holierhoek, Gina Schmitz, Jorn Meijntz, Marcel Penders, Servé Swelsen en Jan Vossen. Vanaf 1 november 2015 is Theo Tummers toegevoegd aan de OR USG.

Alles bij elkaar toch een hele reeks van uiteenlopende onderwerpen. In de toelichting op de activiteiten van de OR is in dit jaarverslag een onderscheid gemaakt in de belangrijkste aandachtsgebieden: Advies & Instemming, Personeel, Arbeidsvoorwaarden en Ontwikkeling & Strategie.

In dit jaarverslag vind je een overzicht van de onderwerpen die advies- en instemmingsplichtig waren of waarover overleg met de directeur, MT-leden van EdeA, medewerkers, klanten, vennoten of aandeelhouder heeft plaatsgevonden.

De rode draad van de OR is steeds het op een juiste manier behartigen van de belangen van het personeel en daarmee van de EdeA-organisatie en sinds november van USG. De kwaliteit van de afwegingen en besluitvorming, de continuïteit van het bedrijf en daarmee ook het perspectief voor de medewerkers staan daarbij centraal.

De OR heeft ook deel genomen aan het overleg met de directeur van Essent/RWE Generation NL.

Bevoegdheid Ondernemingsraad De Wet op de Ondernemingsraden (WOR) schrijft voor dat er tussen directie en medewerkers van een onderneming overleg moet plaatsvinden. Dit bevordert de informatie-uitwisseling en de betrokkenheid van de medewerkers bij de activiteiten van het bedrijf. Voor organisatorische onderwerpen moet de OR om advies worden gevraagd. Bedrijfseigen Regelingen (BER) over werktijden en arbeidsvoorwaarden kunnen alleen na instemming door de OR worden gewijzigd of als nieuwe BER worden opgesteld.

De OR is een gekozen orgaan en kent een zittingsperiode van drie jaar. Eind 2012 zijn er verkiezingen gehouden voor de OR-EPG-EdeA voor de zittings­ periode 2013-2015. Dit betekent dat de OR afgelopen jaar voor het derde jaar in dezelfde samenstelling werkzaam is geweest. Bij de overgang van EdeA naar USG zijn afspraken gemaakt om de verkiezingen voor de nieuwe zittingsperiode 2016-2018 uit te stellen tot na 2015. Verderop in dit jaarverslag komt dat nog aan bod.

CAO’s (zoals de sector-cao Energie en de bedrijfs-­ CAO) liggen formeel bij de werkgever en de vak­ bonden. De OR kan geen afspraken maken of ­wijzi­gingen aanbrengen in cao’s. Wel speelt de OR een rol bij de uitwerking van cao-onderdelen.

3

Samenstelling OR-EPG in 2015 4

Vanaf 1 november 2015 is de gehele samenstelling van de OR-EPG overgegaan naar de OR-USG. Theo Tummers is vanaf die datum aan de OR-USG toegevoegd als groepsvertegenwoordiger voor de vanuit de aandeelhouders gedetacheerde USG­medewerkers. Samenstelling Overlegvergadering Alle leden van de OR Taco Douma directie EPG-EdeA (tot 1 april 2015) Ludo Kroon directie EPG-EdeA (1 april tot 1 november 2015) Jos Visser directeur USG (vanaf 1 november 2015) Rob Mulders manager HRM Yvonne Frolichs toegevoegd secretaris OR

Marc Flinsenberg Tom Koeken Arjan Massen Ed Holierhoek Gina Schmitz Jan Vossen Jorn Meijntz Marcel Penders Servé Swelsen

Delenit enim ut

voorzitter secretaris lid lid lid lid lid lid lid

In 2015 vonden acht reguliere OR-vergaderingen, zeven reguliere OR-OV-vergaderingen plaats. Vanaf 1 november 2015 was dat formeel met de OR-USG. De directeur en de OR-voorzitter wisselden elkaar af als voorzitter van de Overlegvergadering. Aanvullend is op formele en informele wijze overleg gevoerd met Nikolaus Valerius (Essent/RWE) en, Dieter Hollmann (Sabic) als vennoten EdeA en met Jos Visser als directeur USG. Samenstelling commissies en afgevaardigden Dagelijks Bestuur: Voorzitter Marc Flinsenberg en secretaris Tom Koeken Agendacommissie: Voorzitter en secretaris (met eventueel aanvullend OR-lid, afhankelijk van de onderwerpen), met Rob Mulders en Yvonne Frolichs OR VMK-Arbocommissie: Gehele OR + deskundigen Tjebbe Prosje en bedrijfsarts Deelname in EdeA VGM-commissie: Arjan Massen Commissie Bedrijfseigen Regelingen: Jorn Meijntz, Ed Holierhoek, Gina Schmitz, Marcel Penders en Elian van de Schoor (HRM) Ontspanningscommissie EdeA: Namens de OR is Ed Holierhoek afgevaardigd Medezeggenschap Essent Productie: Tom Koeken en Jan Vossen Vitaliteitscommissie EdeA: Namens de OR zijn Gina Schmitz en Ed Holierhoek afgevaardigd (Ad hoc) Commissies Begeleidingscommissie Sociale Aangelegenheden: Marc Flinsenberg, Tom Koeken en één of twee OR-­leden op ad-hoc basis. Deskundige: manager HRM Commissie Advies en Instemming: Leden OR, samenstelling afgestemd op de onder­ werpen (+ referent door bestuurder aangewezen) Arbeidsinspectie: Bij voorkeur begeleidt Jan Vossen vanuit de OR een bezoek van de of wordt dit met Tom Koeken als secretaris afgestemd. Klachtencommissie: Namens de OR is Tom Koeken afgevaardigd.

5

Advies en instemming In het jaar 2015 is een aantal onderwerpen voor advies of instemming aan de OR voorgelegd. Directeur Eind 2014 ontving de OR het bericht van de benoeming van Taco Douma als plantmanager van de Eemscentrale als gevolg van ontwikkelingen elders binnen RWE. De profielschets die de OR heeft opgesteld voor de opvolger is grotendeels in de formele vacaturetekst opgenomen. Op dat moment waren vennoten al in gesprek over een andere samenwerkingsvorm die later tot de formele overgang zou leiden. De voortgang van de invulling van de vacature is hierdoor beïnvloed. Eind maart heeft de OR formeel kennis gemaakt met Ludo Kroon als nieuwe directeur voor EPG-EdeA. De overgang van EPG-EdeA naar USG betekende ook dat de OR vanaf 1 november 2015 in Jos Visser een nieuwe bestuurder heeft voor het formele overleg. In de aanloop naar de overgang had de OR al kennis gemaakt met hem.

Overgang EdeA Het vervolg in de samenwerking van RWE en de locatie Chemelot was het belangrijkste, en tevens meest omvangrijke adviestraject van 2015. Reeds in voorgaande jaren kwam in het informele en formele overleg een aantal onderwerpen steeds terug: herfinanciering van de door Essent beschikbaar gestelde lening, herziening van het elektriciteit en stoom contract met WKC-Swentibold en de bijbehorende organisatie. Inmiddels is de WKC-Swentibold een nieuw organisatie onderdeel van RWE/Essent, zijn de overige EdeA activiteiten met bijbehorend personeel overgegaan naar USG, en zijn nieuwe afspraken gemaakt voor de contracten m.b.t. WKC-S. De uitwerking van de hoofdlijnen had betrekking op veel uiteenlopende onderwerpen en tevens was er sprake van een groot aantal verschillende partijen met verschillende belangen. Naast EdeA, USG, klanten en vennoten waren dat de vakbonden en OR-EPG voor het personeel bij EdeA, de OR-Generation NL voor de WKC-S en de Centrale Ondernemingsraad voor de deelneming in EdeA. Zodra de hoofdlijnen duidelijk werden, heeft de ­ OR-EPG contact gezocht met de medezeggenschap binnen Essent/RWE om de belangen en aanpak op elkaar af te stemmen. De COR van Essent had bij eerdere verkoop trajecten goede ervaringen opgedaan met een zogenaamde levende meetlat, met een kader van aandachtspunten voor de toetsing van een adviesaanvraag. Deze ervaring en levende meetlat hebben we benut bij de overgang van EdeA.

6

Na enige discussie is er voor gekozen om één adviesaanvraag aan te bieden aan de OR-EPG en de COR van Essent, waarbij de OR-Generation NL préadvies zou geven aan de COR. De afstemming en coördinatie van de medezeggenschap lag bij de OR-EPG.

Voor de OR waren de hoofddoelen: • Zorgen dat niemand boventallig wordt • Zorgen dat niemand in arbeids­ voorwaarden erop achteruit gaat • Zorgen dat de nieuwe organisatie levensvatbaar is

Het heeft er ook toe geleid dat in een vrij unieke gezamenlijke overlegvergadering in Geertruidenberg de bestuurders de adviesaanvraag aan de OR-EPG, OR-Generation NL en de COR hebben toegelicht. Vanwege de omvang en diversiteit aan onderwerpen en de dynamiek die hoort bij een dergelijk project, is een aantal overleggroepen opgestart. Binnen de OR-EPG is een commissie gevormd bestaande uit Marc Flinsenberg, Tom Koeken, Jan Vossen en Jorn Meijntz. Samen met Hans de Wit, Eric-Jan Vaes, Romé van der Hoek en Ernst Meindersma waren zij de medezeggenschapsleden die bijna elke week contact hadden met bestuurders, MT-leden van EdeA, USG en Essent/RWE, vakbondsbestuurders en uiteraard de medewerkers in Geleen. Op een deel van deze doelen kon een OR invloed uitoefenen, maar de arbeidsvoorwaarden zijn primair een onderwerp voor overleg tussen vakbonden en werkgevers. De OR heeft daarom de vakbonden ingeschakeld. Eén van de belangrijkste voorwaarden voor een positief advies van de medezeggenschap was een met de vakbonden overeengekomen overgangsprotocol voor de arbeidsvoorwaarden. En voor vakbonden was een positief advies een belangrijke voorwaarde voor afronding van het protocol. Het overleg was frequent omdat bij de uitwerking op hoofdlijnen er regelmatig bijstellingen nodig bleken. Aan de hand van het door de OR gevoerde overleg werden zowel de adviesaanvraag als de levende meetlat bijgesteld.

Een van de bijzonderheden was het opstellen van de vacatures bij WKC-S. Voor de OR was het belangrijk dat medewerkers een realistisch beeld van de toekomstverwachtingen hadden, voordat zij zich kandidaat voor deze vacatures stelden. De OR heeft veel energie gestoken in gesprekken met medewerkers om hun een zo juist en compleet beeld van WKC-S en USG te geven. In lijn met andere adviestrajecten binnen Essent, is voorgesteld om via een Plaatsing Advies Commissie (PAC) toe te zien op een correcte en integere werving en selectie. Tom Koeken heeft hier namens de ­ OR-EPG, Hans de Wit namens de OR-Generation NL en Ludo Kroon en Marielle Schuurmans namens de bestuurder van WKCS in deel genomen De OR had al in een vroeg stadium onderkend dat mogelijk niet alle vacatures vanuit EPG zouden kunnen worden ingevuld. Toen dit ook de realiteit werd, leidde dit tot aanvullend overleg tussen OR en bestuurders en o.a. tot bijstelling van het formatieplan en het concept advies. De overgang van EdeA naar USG betekende ook het einde van de OR-EPG-EdeA en de inrichting van een nieuwe OR voor USG. Met de bestuurders werd afgesproken dat de OR-EPG-EdeA overgaat in de OR-USG met toevoeging van Theo Tummers als vertegenwoordiger van de groep vanuit de aandeelhouders gedetacheerden medewerkers.

7

Terugkijkend constateert de OR dat de hoofddoelen zijn bereikt en dat het adviestraject inspannend en constructief is geweest. Door al in een vroeg stadium via formeel en informeel overleg bij het traject betrokken te zijn, was de OR in staat om de besluitvorming mede te beïnvloeden.

Voor de medewerkers van de WKC-S organisatie is een lokaal overleg van de OR Generation NL opgestart. De intentie is om pas eind 2016 verkiezingen voor de nieuwe zittingsperiode 2017-2019 van de OR USG te organiseren. Dit geeft ons wat tijd om discussies over de integratie van oud USG en EdeA af te ronden. Tijdens het opstellen van dit jaarverslag is de uit­ voering van de overgang al ver in uitvoering en heb­ ben we een eerste evaluatiemoment achter de rug. Terugkijkend constateert de OR dat de hoofddoelen zijn bereikt en dat het adviestraject inspannend en constructief is geweest. Door al in een vroeg

8

stadium via formeel en informeel overleg bij het traject betrokken te zijn, was de OR in staat om de besluitvorming mede te beïnvloeden. Cameratoezicht Mede door initiatieven vanuit de OR is er een nieuwe regeling opgesteld voor cameratoezicht. Met camera’s en andere meld- en registratiesystemen wordt toezicht gehouden op veiligheid van operaties en processen. Hierbij zijn tevens regels nodig om de privacy van medewerkers te garanderen. De OR heeft ingestemd met de nieuwe regeling.

Contract arbodienst Eind 2014 is de Arbo Unie geselecteerd als nieuwe Arbodienst voor EdeA. De OR was betrokken bij het site brede selectieproces en heeft hierover advies uitgebracht. Na de uitwerking van de dienstverleningsovereenkomst voor EdeA heeft de OR instemming verleend. Na de overgang van de Arbodienst per 1 januari 2015 heeft de OR enkele malen gesproken met de bedrijfsarts over de praktische uitwerking van de overgang en de ervaringen van betrokkenen met de nieuwe dienstverlening. Deze overgang viel ook samen met een sprong in de ziekteverzuimcijfers voor de korte en lange termijn. De analyse naar mogelijke verklaringen heeft geen duidelijke oorzaak opgeleverd. Wel was dit aanleiding om de aanpassing van de target op ziekteverzuim ter discussie te stellen. Bedrijfsnoodplan Chemelot Het bedrijfsnoodplan (BNP) voor de locatie is van belang voor alle site users. De voorgenomen wijziging van het BNP was aanleiding tot de vorming van een commissie van de medezeggenschapsraden van diverse site users om zo de adviesaanvragen per site user efficiënt af te kunnen handelen. De wijziging had betrekking op een langere opkomsttijd van een derde blusploeg, telefonische wachtdienst van de bedrijfsarts en een beperking van de bezetting van twee naar één security officer in avonduren en tijdens de nacht. De OR-EPG heeft deel genomen aan deze commissie en het daaruit voortvloeiende advies overgenomen met enkele aanvullende bijzonderheden voor de USG omgeving.

FA-dagen continudienst Voor de continudienstmedewerkers zijn jaarlijks twee opkomstdagen tijdens kantooruren georganiseerd. De OR heeft voor deze opkomstdagen steeds een instemmingsaanvraag behandeld en voorzien van afspraken over het aantal dagen en de bijbehorende randvoorwaarden. Oproeprooster continudienst zomerperiode Sinds een aantal jaren wordt binnen de continu­ dienst gewerkt met een oproeprooster tijdens de zomervakantieperiode. Op basis van eerder gemaakte afspraken tussen OR en de afdeling Manufacturing, is de instemmingsaanvraag voor het oproeprooster 2015 afgehandeld. Bijzonderheid in 2015 was de combinatie van zomervakantie en de geplande Turn Arounds van F3400 en WKC-S. Dit heeft er toe geleid dat er ook gesprekken zijn gestart om de afstemming in komende jaren vroegtijdig op gang te krijgen. Overwerk en verlof De HRM-kwartaalrapportages zijn steeds een aanleiding om stil te staan bij de ontwikkeling van overwerk- en verlofsaldo’s. Zowel werkgever als de OR vinden het ongewenst indien medewerkers te vaak of te lang overwerken en hun verlofrechten niet opnemen. In overleg met de OR zijn rapportages en KPI’s opgesteld om de ontwikkelingen te kunnen volgen en waar nodig bij te sturen. De OR heeft kunnen waarnemen dat de ingezette acties hebben geleid tot een ontwikkeling in de gewenste richting, maar dat het medio 2015 niet is gelukt om deze lijn vast te houden. De OR richt zicht met name op acties die (onnodig) overwerk beperken.

9

Arbeidsvoorwaarden

10

Voor het onderwerp arbeidsvoorwaarden kent de OR de commissie Bedrijfseigen Regelingen (BER). Deze commissie streeft naar voorbereide concepten die de OR en de bestuurder uiteindelijk als hamerstuk kunnen goedkeuren. Targetregeling 2014/2015 De targetregeling is een vast onderdeel in de bedrijfs-cao. De directie stelde samen met de OR vast dat op de targetregeling 2014 een score van 86.8 % is behaald. De geldelijke bedragen die bij deze behaalde scores behoren, zijn in februari 2015 uitgekeerd aan de personen die op 31 december 2014 bij EPG in dienst waren. In de onderhandelingen over de targets voor 2015 zijn o.a. de definities voor de meetbaarheid aangepast. In het kader van de overgang van EdeA werd afgesproken dat de targetregeling 2015 naar rato wordt uitgekeerd aan de EPG-medewerkers die bij WKC-S zijn benoemd.

Werkkostenregeling Enkele jaren geleden heeft de wetgever wijzigingen aangebracht in de regelgeving voor vergoedingen van werk gerelateerde kosten door de werkgever. De uiterste invoerdatum was 1 januari 2015. Het gegeven dat er een werkkostenregeling moest komen is een gevolg van wetgeving en daarmee was het principe niet instemming plichtig. De keuzes die EdeA maakt om invulling te geven aan de wet en de noodzakelijke aanpassingen in bestaande bedrijfsregelingen, moeten wel als instemmingsaanvraag worden afgehandeld. Binnen de BER commissie is een aantal keren gesproken over de mogelijke onderwerpen die relatie met de nieuwe wetgeving hebben. Hierbij zijn ook de realisaties van de relevante posten onderzocht wat heeft geleid tot aanpassingen in enkele bedrijfseigen regelingen. De beschikbare fiscaal vrije ruimte lijkt voldoende om bestaande regelingen ook na 1 januari 2015 te kunnen continueren.

11

Personeel In 2013 is HRM gestart met kwartaal­ rapportages. Deze worden zowel in het MT als met de OR besproken. De kwartaal­rapportage geeft inzicht in de p ­ ersoneelsplanning, vacatures, toe­komstige uitstroom op basis van ­pensioen, overwerk, ziekteverzuim, in-, door- en uitstroom, boter-bij-de-vis­ bonussen, verlofsaldi en BER-acties. In-, door- en uitstroombeleid In 2015 verlieten drieëntwintig mede­ werkers de organisatie op basis van ontslag op eigen verzoek, prépensioen, overeengekomen beëindiging van de arbeidsovereenkomst of overlijden en traden vier nieuwe medewerker in dienst, 3 voor onbepaalde tijd en 1 voor bepaalde tijd. Het aantal USG-ers in actieve dienst op 31 december 2015 was 204. De gemiddelde leeftijd van alle EPG-­ medewerkers op 31 december 2015 was 52,32 jaar. In 2015 vonden er acht doorstroom­ mutaties plaats: allemaal wegens doorgroei naar een hogere functieschaal. De OR liet zich informeren over de mogelijke uitstroom in de komende jaren, de ontwikkelingen op het gebied van het ­ouderenverlof en de benodigde menskracht voor de nieuwe projecten. Ook het kwalitatieve personeelsplan met de OR besproken. In dit plan is bekeken welke medewerkers meer potentieel en/of ambitie hebben, hoe realistisch die ambitie is, en of de organisatie hiertoe mogelijkheden heeft/biedt of dat deze ambitie elders ingevuld moet worden.

12

Vacatures Vacatures, werving en selectie vormen een terugkerend agenda onderwerp. Behalve de nieuwe functies die het gevolg waren van de adviestrajecten zijn de volgende mogelijke vacatures aan de orde gekomen: • Directeur • HWTK distributie • (Sr) WTK Productie • TSE-W • WTK OBL Uiteraard zijn ook de vacatures die als gevolg van de overgang bij WKC-S zijn ontstaan, uitgebreid besproken. Deels vanwege de soms wat afwijkende functie inhoud en deels vanwege de mogelijke gevolgen voor de formatie en bezetting bij USG. Binnen Essent hebben de verslechterde marktomstandigheden geleid tot boventalligheid van personeel. Zowel het MT van EdeA als de OR-EPG-EdeA waren alert op mogelijkheden om Essent collega’s structureel of langdurig in Geleen in te zetten. Beoordeling en Ontwikkeling In januari 2015 zijn de resultaten van de Beoordelingsronde 2014 gepresenteerd. We hebben een gedifferentieerde verdeling over de vijf beoordelingsniveaus kunnen waarnemen en ook de verschillende doorsnijdingen naar hoofdafdelingen en functieniveau besproken. Voor de OR was het vooral van belang dat alle betrokkenen een actieve houding innemen om de gewenste ontwikkeling te realiseren.

Ook de hoofdlijnen van de kalibratiesessies en de vertaalslag naar ontwikkeling van gedrag naar BenO scores zijn met de OR besproken. Asbest In 2014 heeft de onverwachte asbestbesmetting in met name WKC-Noord veel inspanning van de EdeA-organisatie gevraagd. De OR vindt het van primair belang dat adequaat en tijdig wordt gereageerd met maatregelen die onnodige blootstellingsrisico’s voorkomen. Daarnaast vindt de OR de informatievoorziening belangrijk om te voorkomen dat onnodige onrust ontstaat. Afgelopen jaar is vooral gesproken over structurele maatregelen, zoals veiligstelling of sloop van leegstaande gebouwen.

Overige onderwerpen Daarnaast zijn de volgende overige onderwerpen in het overleg aan bod gekomen: • Arbeidstijdenwet • Arbeidsvoorwaarden (sector-CAO, bedrijfs-cao, RAB) • Audits • Controle verdovende middelen • HRM kwartaalrapportage • Jaaroverzicht verbetervoorstellen 2014 • Jaarrapportage Klachtencommissie • Opleidingen • Performance indicators • Personeelsplanning • Prioriteiten HRM-afdeling • Samenwerking tussen afdelingen • Toolbox-bijeenkomsten naar aanleiding van veiligheidsincidenten • Veiligheid, Gezondheid en Milieu • Vertrouwenscommissie • Werkdruk • Ziekteverzuim en re-integratie

13

Ontwikkelingen en strategie Elk jaar wordt het Investeringsplan en het Strategisch Meerjarenplan voor de komende jaren met de OR besproken, evenals het jaarverslag van EdeA en EPG over het voorgaande jaar. Mede op verzoek van de OR zijn medewerkers in personeelsbijeenkomst op hoofdlijnen hierover bijgepraat. Behalve deze agendapunten vormt ook het jaarlijks overleg met de managers van de hoofdafdelingen van EdeA een vast onderdeel van de jaarkalender van de OR. De OR heeft met de managers afspraken gemaakt om zich regelmatig door hen te laten bijpraten over relevante ontwikke­ lingen­binnen en buiten de organisatie. Enkele van de onderwerpen die in 2015 al aan bod zijn gekomen zijn het IT beleid en ontwikkelingen bij Enexis/Fudura waar onze organisatie op moet inspelen. De voortgang van projecten is een ­regelmatig terugkerend onderwerp ­geweest. De aandacht van de OR was vooral gericht op de te verwachten ­afname van de stoomvraag, de werkdruk en de effecten op betrouwbaarheid

14

De belangrijkste strategische onder­ werpen betroffen de overgang van EdeA naar USG / RWE, de te verwachten afname van de stoomproductie en de daarmee samenhangende inzet van WKC-S en de EdeA ketels, de vervanging van WAFA-Noord en de restlevensduur van de verschillende distributienetten. Na de overgang per 1 november 2015 werd het tijd om de aandacht te verleggen naar het integreren van het oude USG en EdeA in de nieuwe USG organisatie en de ontwikkelingen voor de USG Strategie 2020 te volgen. Tijdens het vervaardigen van dit jaarverslag was een aantal werkgroepen opgestart, maar zijn de bevindingen en suggesties nog niet bekend. Voor het jaar 2016 blijft het onderwerp Strategie 2020 voorlopig een vast agendapunt voor de overlegvergaderingen.

Zo kunt u ons bereiken Marc Flinsenberg (voorzitter) Manufacturing TA&P 06-2274 5902 / (0475) 56 29 62 [email protected]

Jan Vossen Technologie Maintenance Management 06-1213 5260 / (0475) 35 01 22 [email protected]

Tom Koeken (secretaris) QESH IV-TAB 06-1096 8039 / (046) 45 27 847 [email protected]

Jorn Meijntz Manufacturing BVC-S ploeg 505 (046) 70 21111 / (046) 45 88 971 [email protected]

Arjan Massen Manufacturing BVC-S ploeg 504 (046) 70 21116 / (046) 45 29 459 [email protected]

Marcel Penders Manufacturing BVC-S ploeg 503 (046) 70 21116 / (043) 35 80 016 [email protected]

Ed Holierhoek Manufacturing BVC-S ploeg 502 (046) 70 21116 / (046) 45 83 449 [email protected]

Servé Swelsen Manufacturing BVC-S (046) 70 21170 / 06-2060 5467 [email protected]

Gina Schmitz FE&S Administratie 06-2248 5459 / (046) 45 12 878 [email protected]

Theo Tummers Commercial Affairs Accountmanager 06-5101 7913 [email protected]

15

Energy to perform Colofon Geleen, februari 2016 OR EPG-EdeA / OR USG Kampstraat 101 6163 HE Geleen Postbus 603 6160 MH Geleen telefoon : 06-1096 8039 e-mail : [email protected] website : www.edea.nl Intranet : intranet EdeA onder Organisatie / OR Tekst Tom Koeken Eindredactie en productie Tom Koeken Ontwerp en opmaak Coppen communications+marketing