UPDATE WEGCODE Module 4
auteur: Karin Verleysen
Uitgeverij: Rij-Huis Varendreef 95 8750 Wingene Tel. 050 27 56 98 Web: www.rij-huis.be Mail:
[email protected] Editie 03/2014
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
© Rij-Huis
2
Bijscholing Rijschoollesgever
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
INHOUD Massa’s ..................................................................................................................................................... (Eigen massa, ledige massa, M.B.T., M.T.M.)
pg. 5
Plaats op de openbare weg 1. Algemene regel 2. Uitzonderingen op de algemene regel 3. Plaats van motorfietsen op de openbare weg 4. Plaats van 2-wielige bromfiets klasse B op de openbare weg 5. Plaats van fietsers, bromfietsers en 3/4 wielers zonder motor wanneer er geen berijdbaar fietspad aanwezig is 6. Plaats van fietsers, bromfietsers en 3/4 wielers zonder motor wanneer er een berijdbaar fietspad aanwezig is 7. Samenvatting Wegmarkeringen...................................................................................................................................... 1. Overlangse wegmarkeringen 2. Dwarse wegmarkeringen 3. Andere wegmarkeringen
pg. 24
Parkeerreglementering............................................................................................................................. 1. Hoe stilstaan en parkeren 2. Stilstaan- en parkeerverbod 3. Parkeren verboden 4. Andere beperkingen op langdurig parkeren (24 u, 8 u, 3 u, blauwe zone, ...) 5. Gedepenaliseerde overtredingen 6. Samenvatting: stilstaan- en parkeren
pg. 7
Verkeer in fietsstraten...............................................................................................................................
pg. 34
Snelheid .................................................................................................................................................. 1. Relatieve snelheidsbeperkingen 2. Absolute snelheidsbeperkingen 3. Samenvatting: snelheid
pg. 35
Inhalen + inhaalverbod............................................................................................................................
pg. 41
Recentste wijzigingen............................................................................................................................... 1. Nieuwe verkeersborden (C6, F8, B22, B23, ...) 2. Ritsen 3. Gordeldracht (wie vrijstelling, strengere bestraffing, ...) 4. Motorfietsen die tussen de rijstroken rijden (filefilteren) 5. Nieuwe bepaling “plaatselijk verkeer” en “plaatselijke bediening”
pg. 45
Bijscholing Rijschoollesgever
3
© Rij-Huis
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
© Rij-Huis
4
Bijscholing Rijschoollesgever
Massa
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Eigen massa is het gewicht van een rijklaar voertuig, zonder bestuurder, passagiers of lading
Ledige massa is de eigen massa, zonder brandstof, bestuurder, passagiers of lading
Laadvermogen de op het voertuig toegelaten lading, bepaald met inachtneming van de M.T.M.
Massa in beladen toestand (M.B.T.) het gewicht van het voertuig + gewicht van de bestuurder + gewicht van de passagier(s) + gewicht van de lading dit is het maximum gewicht of het hoogste gewicht dat toegelaten wordt op een weg; M.B.T. zal men nagaan met behulp van openbare weegbrug
Bijscholing Rijschoollesgever
5
© Rij-Huis
Massa
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Maximum toegelaten massa (M.T.M.) de hoogst toegelaten gewicht van een voertuig, met bestuurder, passagier(s) en lading inbegrepen, bepaald door de constructeur van het voertuig en is een constante = eigen massa + laadvermogen
+ 3,5 T
+ 7,5 T
MAX 3T
De begrippen M.T.M, laadvermogen, M.B.T. zijn zeer belangrijk in verband met - de leeftijd om met bepaalde voertuigen te mogen rijden - het soort rijbewijs dat voor elk voertuig wordt vereist - welke lading toegelaten is - welke verkeersborden specifiek van toepassing zijn - welke snelheidsbeperkingen moeten nageleefd worden
© Rij-Huis
6
Bijscholing Rijschoollesgever
Plaats van bestuurder
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
1. Algemene regel Wanneer de openbare weg een rijbaan omvat, moeten de bestuurders deze rijbaan volgen. Nota: dit betekent dat het verboden is op andere delen van de openbare weg te rijden zoals bvb. gelijkgrondse bermen. Elke bestuurder die de rijbaan volgt, moet zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan blijven. Noto: rechts rijden, eender waar: autosnelwegen, éénrichtingsverkeer Altijd rechts? Ja behalve bij wegdek in slechte staat, putten in het wegdek, waterplassen, andere weggebruikers (fietsers, voetgangers) op de rijbaan. Wanneer de openbare weg twee of meer rijbanen omvat die duidelijk van elkaar gescheiden zijn, bvb door een effen grond, een niet voor voertuigen toegankelijke ruimte, een verschil in niveau, mogen de bestuurders de ten opzichte van hun rijrichting links gelegen rijbaan niet volgen, behoudens plaatselijke reglementering. 2. Uitzonderingen op de algemene regel . op pleinen behalve als het verkeer er door verkeersborden of wegmarkeringen wordt gereglementeerd moet de bestuurder niet zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan blijven. . F13 en F15
F13: keuze van rijstrook F15: keuze van richting Na de aanwijzingen te hebben opgevolgd moet de bestuurder zijn plaats rechts opnieuw innemen, zodra de omstandigheden dit toelaten. . rijstrookkeuze Binnen de bebouwde kom mogen de bestuurders de rijstrook volgen die het best aan zijn bestemming beantwoordt: . op rijbanen met éénrichtingsverkeer in rijstroken verdeeld . op rijbanen met tweerichtingsverkeer verdeeld in 4 of meer rijstroken waarvan er ten minste twee zijn bestemd voor iedere rijrichting. (2 x 2 rijstroken) . in meerdere files rijden Wanneer de verkeersdichtheid het rechtvaardigt, mag het verkeer in meerdere files geschieden : . op rijbanen met tweerichtingsverkeer in vier of meer rijstroken verdeeld, op voorwaarde dat alleen gereden wordt op de rijstroken bestemd voor het verkeer in de gevolgde rijrichting; . op rijbanen met éénrichtingsverkeer zowel met als zonder rijstroken; . op rijbanen verdeeld in rijstroken waarboven verkeerslichten in de vorm van naar beneden gerichte groene pijlen zijn aangebracht. . op rotondes Behalve indien een gedeelte van de openbare weg voor hem is voorbehouden (d.w.z. als er een fietspad is), moet de bestuurder niet zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan rijden op een rotonde. Hij moet evenwel de markeringen die de rijstroken afbakenen, in acht nemen. In dat geval mag hij de rijstrook volgen die best aan zijn bestemming beantwoordt.
Bijscholing Rijschoollesgever
7
© Rij-Huis
Plaats van bestuurder
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
3. Plaats van motorfietsen op de openbare weg . je rijdt alleen In afwijking van de verplichting zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan te blijven, mag de bestuurder van een motorfiets op een rijbaan die niet verdeeld is in rijstroken zich over de ganse breedte begeven voor zover deze slechts opengesteld is in zijn rijrichting en op de helft van de breedte langs de rechterzijde indien de rijbaan opengesteld is in beide rijrichtingen. De bestuurder van een motorfiets mag zich op een rijbaan die verdeeld is in rijstroken over de ganse breedte van de rijstrook waarop hij rijdt, begeven. Het is het geheel van het voertuig, de bestuurder, de passagier en de lading die in aanmerking moeten worden genomen om de plaats van de motorfietser te bepalen. De rijbewegingen door de bestuurder van een motorfiets uitgevoerd op het gedeelte van de rijbaan dat hij mag innemen, worden niet als manoeuvres en vereisen geen gebruik van de richtingaanwijzers. Nota: . vroeger was de afwijking van de verplichting om zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan te blijven alleen van toepasssing op een rijbaan die niet verdeeld is in rijstroken, nu werd dit aangevuld met een afwijking op een rijbaan die verdeeld is in rijstroken. . je rijdt in groep (minimum 2) Wanneer motorfietsers met ten minste twee in groep rijden op een weg met rijstroken, moeten ze niet achter elkaar rijden; ze mogen in dezelfde rijstrook in twee evenwijdige rijen geschrankt rijden, met een voldoende veiligheidsafstand onderling. Wanneer de rijbaan niet verdeeld is in rijstroken, mogen ze niet meer dan de helft van de rijbaan in beslag nemen. Als het kruisen onmogelijk is moeten zij desgevallend achter elkaar rijden. De motorfietsers die in een groep van meer dan 50 deelnemers rijden, moeten vergezeld worden door ten minste twee wegkapiteins. Groepen van 15 tot 50 deelnemers mogen vergezeld zijn door ten minste twee wegkapiteins. Deze wegkapiteins moeten ten minste 25 jaar oud zijn en een retro-reflecterende veiligheidsvest dragen, waarop in zwarte letters op de rug het woord « wegkapitein » voorkomt.
© Rij-Huis
8
Bijscholing Rijschoollesgever
Plaats van bestuurder
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
4. Plaats van 2-wielige bromfiets klasse B op de openbare weg . Wanneer de snelheid beperkt is tot 50 km/u of minder, mogen de bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse B in dezelfde omstandigheden het fietspad aangeduid door het verkeersbord D7 of door wegmarkeringen zoals bepaald in artikel 74 volgen, op voorwaarde dat zij de andere weggebruikers die zich hierop bevinden niet in gevaar brengen. . Wanneer een hogere snelheidsbeperking geldt, moeten de bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse B in dezelfde omstandigheden het fietspad aangeduid door verkeersbord D7 of door wegmarkeringen zoals bepaald in artikel 74 volgen, wanneer dit aanwezig en bruikbaar is. Evenwel: . indien het fietspad gesignaleerd is door het verkeersbord D7 met als onderbord M6, moeten zij het fietspad volgen . indien het fietspad gesignaleerd is door het verkeersbord D7 met als onderbord M7, mogen zij het fietspad niet volgen. Nota: . de maximum toegelaten snelheid is bepalend voor de plaats van de 2-wielige bromfiets klasse B op de openbare weg (voorheen was de factor ‘binnen of buiten de bebouwde kom’ bepalend) 5. Plaats van fietsers, bromfietsers en 3/4 wielers zonder motor wanneer er geen berijdbaar fietspad aanwezig is geen berijdbaar fietspad aanwezig fietser
MOET rijbaan volgen mogen rechtsgelegen . parkeerzones . gelijkgrondse bermen volgen op voorwaarde de weggebruikers aldaar niet in gevaar te brengen
2 wielige bromfiets klasse A
MOET dit deel van de openbare weg gebruiken
NOOIT
3/4 wieler zonder motor (max. breedte lading inbegrepen < 1 m)
MOET rijbaan volgen
NOOIT
2 wielige bromfiets klasse B
MOET rijbaan volgen
NOOIT
Bijscholing Rijschoollesgever
9
© Rij-Huis
Plaats van bestuurder
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
6. Plaats van fietsers, bromfietsers en 3/4 wielers zonder motor wanneer er een berijdbaar fietspad aanwezig is berijdbaar fietspad aanwezig
fietser
MOET rechtsgelegen fietspad volgen
MOET fietspad volgen indien in hun rijrichting is gesignaleerd
2 wielige bromfiets klasse A
MOET rechtsgelegen fietspad volgen
MOET fietspad volgen indien in hun rijrichting is gesignaleerd
3/4 wieler zonder motor (max. breedte lading inbegrepen < 1 m)
MAG fietspad volgen
2 wielige bromfiets klasse B
. snelheidsbeperking ≤ 50 km/u: MAG fietspad volgen op voorwaarde de weggebruikers niet in gevaar te brengen . snelheidsbeperking > 50 km/u MOET fietspad volgen
NOOIT
behalve
Verlaten van het fietspad: Wanneer de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen het fietspad moeten volgen, mogen zij dat verlaten om: . van richting te veranderen, . om in te halen . of omheen een hindernis te rijden. Voorzichtigheid op fietspaden De gebruikers van het fietspad mogen elkaar noch hinderen, noch in gevaar brengen, noch een gevaarlijk gedrag vertonen ten opzichte van andere weggebruikers.
© Rij-Huis
10
Bijscholing Rijschoollesgever
Plaats van bestuurder
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Algemene regel elke bestuurder die de rijbaan volgt, moet zo dicht mogelijk bij de rechterrand van die rijbaan blijven.
Uitzonderingen . op pleinen zonder wegmarkeringen . verkeersborden F13 en F15; na opvolging zodra mogelijk terug uw plaats rechts innemen . vrije rijstrookkeuze binnen de bebouwde kom op: - rijbanen met éénrichtingsverkeer met rijstrookindeling - rijbanen met tweerichtingsverkeer met 4 of meer rijstroken waarvan ten minste 2 bestemd voor iedere rijrichting . bij fileverkeer als het verkeer zeer druk is op: - rijbanen met éénrichtingsverkeer zowel met als zonder rijstrookindeling - rijbanen met tweerichtingsverkeer met min. 4 rijstroken op voorwaarde dat er gereden wordt op de rijstroken in gevolgde rijrichting - rijbanen met rijstroken waarboven de naar beneden gerichte groene pijlen branden . op rotonde, in geval van rijstrookindeling vrije rijstrookkeuze toegestaan (let op bij veranderen van rijstrook = voorrang verlenen aan alle weggebruikers)
Inrichtingen bestemd om het verkeer te geleiden Verkeersgeleider/-zuil
Verdrijvingsvlak
Vluchtheuvel
op verkeersgeleider verboden op: - te rijden - stil te staan - te parkeren
op verdrijvingsvlak verboden op: - te rijden - stil te staan - te parkeren
steeds rechts voorbijrijden tenzij:
steeds rechts voorbijrijden tenzij:
langs welke kant je voorbij moet rijden hangt af van de plaats waar verdrijvingsvlak werd aangebracht
-
of
Bijscholing Rijschoollesgever
11
- de behoefte van het verkeer het rechtvaardigt om links voorbij te rijden of
© Rij-Huis
Plaats van bestuurder
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Pechstrook De strook gelegen rechts van de rijbaan van de autosnelweg of de autoweg Het is verboden op de pechstrook te rijden behalve: - voor prioritaire voertuigen met een dringende opdracht - voor personen of diensten opgeroepen door het openbaar ministerie of door de federale en lokale politie, om zich bij sterk vertraagd of stilstaand verkeer naar de plaats van een incident langs of op de autosnelweg of autoweg te begeven. - voor takelwagens, om zich bij sterk vertraagd of stilstaand verkeer, naar de plaats van een incident langs of op de autosnelweg te begeven. De takelvoertuigen en de voertuigen van de door het openbaar ministerie of door de federale of lokale politie opgeroepen personen of diensten moeten, wanneer zij op de pechstrook rijden om zich naar de plaats van een incident op of langs de autosnelweg of autoweg te begeven, één of twee oranjegele knipperlichten gebruiken.
Autosnelweg vanaf 3 rijstroken in de gevolgde rijrichting - autobus/-car - voertuigen/slepen met M.T.M. > 3,5 ton enkel de 2 rechts gelegen rijstroken gebruiken tenzij F13 en F15 Weefstrook
© Rij-Huis
12
Bijscholing Rijschoollesgever
Parkeerreglementering
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Regels betreffende stilstaan en parkeren 1. Hoe stilstaan of parkeren? Elk stilstaand of geparkeerd voertuig moet worden opgesteld: - Rechts ten opzichte van zijn rijrichting Indien het een rijbaan is met eenrichtingsverkeer, mag het evenwel langs de ene of langs de andere kant opgesteld worden.
Ook in een erf of in een woonerf mogen de voertuigen links en rechts in de rijrichting worden opgesteld
- Buiten de rijbaan op de gelijkgrondse berm of, buiten de bebouwde kommen, op eender welke berm. Indien het een berm betreft die de voetgangers moeten volgen, moet langs de buitenkant van de openbare weg een begaanbare strook van 1,5 meter breed vrijgelaten worden. Indien de berm niet breed genoeg is, moet het voertuig gedeeltelijk op de berm en gedeeltelijk op de rijbaan opgesteld worden. Indien er geen bruikbare berm is, moet het voertuig op de rijbaan opgesteld worden. Elk voertuig dat volledig of ten dele op de rijbaan opgesteld is, moet geplaatst worden: - zover mogelijk van de aslijn van de rijbaan - evenwijdig met de rand van de rijbaan, behoudens bijzondere plaatsaanleg (vb. zaagtandparking) - in één enkele file uitzondering: Haaks op de rand van de rijbaan Motorfietsen zonder zijspan of aanhangwagen mogen evenwel haaks op de rand van de rijbaan parkeren voor zover zij daarbij de aangeduide parkeermarkering niet overschrijden. Nota: bovenstaande uitzondering wijzigt niks aan het huidige verkeersreglement; voertuigen mochten voorheen ook al haaks opgesteld worden voor zover ze buiten de rijbaan werden opgesteld.
Bijscholing Rijschoollesgever
13
© Rij-Huis
Parkeerreglementering
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Hoe fietsen en tweewielige bromfietsen opstellen? Niet bereden fietsen en tweewielige bromfietsen worden niet als voertuigen beschouwd. Fietsen en tweewielige bromfietsen moeten buiten de rijbanen en parkeerzones worden opgesteld, op voorwaarde dat zij de andere weggebruikers niet hinderen en het verkeer onveilig maken. Fietsen en tweewielige bromfietsen mogen ook gestald worden op plaatsen gesignaleerd door een P-bord (E9a) met onderbord M1 of M8.
M1 E9a+M8 Nota: Indien de wegbeheerder de parkeerplaatsen in de parkeerstroken wilt voorbehouden voor het stallen van fietsen en/of tweewielige bromfietsen, dan moet hij bijgevolg deze borden plaatsen. Het voorzien van beugels of rekken is dus niet voldoende. Motorfietsen opstellen? In tegenstelling tot tweewielige bromfietsen zijn niet bereden motorfietsen wel voertuigen. De motorrijder moet dus dezelfde regels opvolgen als diegene die gelden voor alle andere bestuurders. Het verkeersreglement voorziet wel dat motorfietsen mogen op de trottoirs en, binnen de bebouwde kom, op de verhoogde bermen worden opgesteld, zonder het verkeer van de andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken. Nota: Buiten bebouwde kom is het toegelaten voor ieder voertuig om stil te staan of te parkeren op een verhoogde berm tenzij verkeersborden jou dat verbieden of verplichten. Voor motorfietsen is het vanaf nu ook toegelaten om zowel binnen als buiten bebouwde kommen op verhoogde bermen op te stellen, zonder het verkeer van andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken. Meerdere motorfietsen binnen een afgebakend parkeervak Wanneer meer dan één motorfiets binnen een afgebakend parkeervak bedoeld voor één auto wordt geparkeerd, dan moet voor dat parkeervak slechts één maal betaald worden. Parkeren op plaatsen aangeduid met verkeersbord E9a
E9b. Parkeren uitsluitend voor motorfietsen, personenauto’s, auto’s voor dubbelgebruik en minibussen.
© Rij-Huis
14
Bijscholing Rijschoollesgever
Parkeerreglementering
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Parkeren op plaatsen aangeduid met verkeersbord E9i
E9i. Parkeren uitsluitend voor motorfietsen. 2. stilstaan- en parkeerverbod Algemene regel: Op gelijk welke plaats waar het voertuig voor anderen een gevaar of een hindernis kan vormen, is stilstaan en parkeren verboden. In het verkeersreglement worden enkele voorbeelden opgesomd: - op trottoirs, behalve plaatselijke reglementering. Uitzondering: de motorfiets die voortaan op trottoirs en binnen de bebouwde kom op de verhoogde bermen mag worden opgesteld, zonder het verkeer van andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken en op voorwaarde dat een begaanbare strook van ten minste 1,50 meter vrij gelaten wordt. - binnen de bebouwde kom op de verhoogde bermen, behalve plaatselijke reglementering - op de oversteekplaatsen voor voetgangers;
- op de oversteekplaatsen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen;
- op de fietspaden (een fietspad wordt aangeduid door ofwel wegmarkeringen, ofwel door de gebodsborden D7 of D9); - op verkeersgeleiders en verdrijvingsvlakken - op dambordmarkeringen; - op verhoogde inrichtingen aangekondigd door de borden A14 en buiten de kruispunten ook door het bord F87. In een zone 30 of in een erf of woonerf worden de verhoogde inrichtingen echter niet gesignaleerd;
- op overwegen - op autosnelwegen en autowegen, behalve waar een verkeersbord van het type E9a het toelaat.
Bijscholing Rijschoollesgever
15
© Rij-Huis
Parkeerreglementering
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Het stilstaan en parkeren is verboden op de rijbaan: - op minder dan 5 meter voor een oversteekplaats voor voetgangers; - op minder dan 5 meter voor een oversteekplaats voor fietsers; Nota: opgelet het parkeren of stilstaan op minder dan 3 meter is een overtreding van de tweede graad, het stilstaan of parkeren tussen 3 meter en 5 meter voor een oversteekplaats is een overtreding van de eerste graad.
5 meter
- onder de onderbruggingen en in de tunnels; - onder de bruggen, behalve bij plaatselijke reglementering; - nabij de top van een helling of in een bocht wanneer de zichtbaarheid onvoldoende is
© Rij-Huis
16
Bijscholing Rijschoollesgever
Parkeerreglementering
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Het stilstaan en parkeren is verboden zowel op de rijbaan als op de berm: - op plaatsen waar het stilstaan en parkeren verboden is door de verkeersborden E3; - op minder dan 5 meter: . in de nabijheid van kruispunten, van de verlenging van de naastbijgelegen rand van de dwarsrijbaan, behoudens plaatselijke reglementering;
5 meter
. van de plaats waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen verplicht zijn het fietspad te verlaten om op de rijbaan te rijden of de rijbaan te verlaten om op het fietspad te rijden.
Nota: opgelet het parkeren of stilstaan op minder dan 3 meter is een overtreding van de tweede graad, het stilstaan of parkeren tussen 3 meter en 5 meter voor een oversteekplaats is een overtreding van de eerste graad.
Bijscholing Rijschoollesgever
17
© Rij-Huis
Parkeerreglementering
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
- op minder dan 20 meter: . voor de verkeerslichten op kruispunten, behoudens plaatselijke reglementering;
20 meter
. voor de verkeerslichten buiten kruispunten. Indien het voertuig niet hoger is dan 1,65 m en het verkeerslicht is meer dan 2 m boven de rijbaan opgesteld, dan is het stilstaan en parkeren wel toegelaten; . voor de verkeersborden (zowel op en buiten kruispunten). Indien het voertuig niet hoger is dan 1,65 m en het verkeersbord is meer dan 2 m boven de rijbaan opgesteld, dan is het stilstaan en parkeren wel toegelaten;
© Rij-Huis
18
Bijscholing Rijschoollesgever
Parkeerreglementering
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
3. Parkeren verboden Het parkeren is verboden, maar het stilstaan is dus wel toegelaten op de volgende plaatsen: op minder dan: - 1 meter voor of achter een stilstaand of geparkeerd voertuig;
1m
1m
1m
1m
- 15 m langs weerszijden van een bord voor een tram-, trolleybus- of bushalte; op elke plaats: - waar het voertuig het instappen of het wegrijden van een ander voertuig zou verhinderen; - voor de inrit van een eigendom, behalve als een nummerplaat leesbaar voor de inrit is aangebracht; - waar de voetgangers, fietsers en tweewielige bromfietsers op de rijbaan moeten om rond een hindernis te gaan of te rijden.
- waar het voertuig de toegang tot buiten de rijbaan aangelegde parkeerplaatsen zou verhinderen; - waar de doorgang van spoorvoertuigen zou belemmerd worden;
Bijscholing Rijschoollesgever
19
© Rij-Huis
Parkeerreglementering
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
- wanneer de vrije doorgang op de rijbaan minder dan 3 meter zou worden;
3 meter
- in woonerven en erven, behalve wanneer het parkeren wel toegelaten is door een verkeersbord van het type E9, wegmarkeringen of een wegbedekking in een andere kleur waar de letter P is aangebracht; - in voetgangerszones. op de rijbaan: - verdeeld in rijstroken, behalve als de borden van het type E9a of E9b het toelaten; - langs de gele onderbroken streep; - op rijbanen met tweerichtingsverkeer tegenover een ander stilstaand of geparkeerd voertuig, wanneer twee voertuigen elkaar daardoor moeilijk zouden kunnen kruisen;
© Rij-Huis
20
Bijscholing Rijschoollesgever
Parkeerreglementering
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
- op de middelste rijbaan van een openbare weg met drie rijbanen;
Buiten de bebouwde kommen: - op een rijbaan van een openbare weg waarop het verkeersbord B9 (voorrangsweg) is aangebracht; - aan de linkerzijde van een rijbaan van een openbare weg met twee rijbanen of op de middenberm; Nota: parkeren op een middenberm is altijd verboden, ook binnen een bebouwde kom, zelfs op een gelijkgrondse middenberm, want artikel 23 stelt dat voertuigen enkel op verhoogde of gelijkgrondse bermen mogen worden opgesteld.
Bijscholing Rijschoollesgever
21
© Rij-Huis
Parkeerreglementering
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
op plaatsen waar het parkeren gereglementeerd is door de borden: - op parkeerplaatsen aangeduid met het bord van het type E9 (P-bord) aangevuld met een pictogram van een rolstoel, behalve voor de voertuigen gebruikt door personen met een handicap die houder zijn van een speciale kaart;
- op plaatsen waar een verkeersbord een andere reglementering oplegt. Bijvoorbeeld een bord E9e verplicht het parkeren op de berm of het trottoir, en dus is het parkeren op de rijbaan verboden (maar het stilstaan op de rijbaan is dan wel toegelaten);
- op plaatsen waar het parkeren verboden is door het bord E1 of de borden E5 en E7 wanneer het beurtelings parkeren op deze plaatsen geldt.
Het parkeren is verboden op de openbare weg wanneer het voertuig te koop of te huur wordt gesteld. 4. Andere beperkingen op het langdurig parkeren Het is verboden op de openbare weg langer te laten parkeren dan: . 24 uur voor motorvoertuigen die niet meer kunnen rijden en aanhangwagens . 8 uur binnen de bebouwde kom voor auto’s, slepen en aanhangwagens met een maximale toegelaten massa van meer dan 7,5 ton, behalve op de plaatsen waar het verkeersbord E9a, E9c of E9d is aangebracht. . 3 uur voor reclamevoertuigen. . Blauwe zone Elke bestuurder die, op een werkdag of op de dagen vermeld op de signalisatie, een auto, een vierwielige bromfiets, een driewieler met motor of een vierwieler met motor parkeert in een zone met beperkte parkeertijd, moet op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig een parkeerschijf aanbrengen, die overeenstemt met het model dat bepaald is door de Minister van Verkeerswezen. Nota: voorheen moest enkel de bestuurder van een auto verplicht de parkeerschijf plaatsen, nu heeft dit uitbreiding tot meerdere voertuigen.
© Rij-Huis
22
Bijscholing Rijschoollesgever
Parkeerreglementering
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
5. Gedepenaliseerde overtredingen De wet van 7 februari 2003 houdende de verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid, die o.a. de wet op de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, wijzigt, brengt ingrijpende wijzigingen met zich mee voor het parkeren. Deze wet depenaliseert immers vanaf 1 maart 2004 enkele overtredingen in verband met het parkeren: - het parkeren op plaatsen waar het parkeren betalend is; - het parkeren in een blauwe zone; - het parkeren op plaatsen waar de blauwe zone reglemetering van toepassing is; - het parkeren op plaatsen voorbehouden voor houders van gemeentelijke parkeerkaart (met inbegrip van de bewonerskaarten en de parkeerkaarten voor autodelen); - het parkeren op plaatsen waar de borden van het type E9 zijn geplaatst, aangevuld door een onderbord met een vermelding die de parkeerduur beperkt (bijvoorbeeld max. 15 min.) Deze overtredingen worden bijgevolg niet strafrechterlijk vervolgd; het zijn dus de gemeenten die ze voortaan moeten “bestraffen” niet langer de politie. Om de gedepenaliseerde overtredingen te kunnen handhaven kunnen de gemeenten een belasting- of een retributiereglement aannemen. Nota: kortom alles waar parkeren beperkt wordt in de tijd, zoals blauwe zone, betalend parkeren e.d. werd uit het strafrecht gehaald.
Bijscholing Rijschoollesgever
23
© Rij-Huis
Parkeerreglementering
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
6. Samenvatting: Stilstaan- en parkeren
Stilstaan/parkeren verboden
Bijzondere plaatsen
. overal waar het gevaarlijk is . in voetgangerszone . op het trottoir . binnen bebouwde kom op verhoogde berm behalve toelating met bord . op fietspad . in woonerven behalve op aangeduide plaatsen . op oversteekplaats voor fiets/bromfiets en voetgangers . op verdrijvingsvlakken . op verhoogde inrichting . P-plaatsen voor personen met een handicap . op een overweg . op autoweg en autosnelweg behalve E9a
enkel op de rijbaan eventueel op de berm mag
Parkeren verboden stilstaan mag
. < 5 m voor oversteekplaats . in een tunnel, onder brug . nabij de top van een helling . in een bocht waar het gevaar oplevert
. waar voetgangers rond hindernis op de rijbaan komen . < 3 meter vrije doorgang . tegenover ander voertuig - kruisen bemoeilijken . op rijbaan met rijstroken . op middelste rijbaan van weg met 3 rijbanen . langs de gele onderbroken streep . op
gelegen
. links op de rijbaan van openbare weg met 2 rijbanen
op rijbaan en berm
of op de middenberm gelegen
.
.
. < 5 m voor en achter einde fietspad . < 5 m van een kruispunt . < 20 m van verkeerslicht aan kruispunt . < 20 m van verkeerlicht buiten kruispunt tenzij licht 2m boven grond en 1,65m hoogte voertuig/lading . < 20 m van verkeerbord tenzij bord 2m boven grond en 1,65m hoogte voertuig/lading
. < 1 m voor of achter ander voertuig . instappen of wegrijden bemoeilijkt . < 15 voor en achter een bus-/tramhalte . voor inrit of garagepoort of inrit parkeerplaats . spoorvoertuigen doorgang
© Rij-Huis
24
Bijscholing Rijschoollesgever
Wegmarkeringen
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
1. Overlangse wegmarkeringen
Doorlopende witte streep . Een doorlopende streep op de rijbaan betekent dat het iedere bestuurder verboden is deze te overschrijden . ze mag nooit overschreden worden = “muur” . maar kan soms onderbroken worden over een korte afstand . op een rijbaan met verkeer in beide richtingen is het verboden links van die streep te rijden . parkeren is verboden op de rijbaan.
Onderbroken witte streep . een onderbroken streep betekent dat het iedere bestuurder verboden is deze te overschrijden, behalve: . om in te halen, . om links af te slaan, . om te keren . of om van rijstrook te veranderen. . wanneer de trekken van de onderbroken streep korter zijn en dichter bij elkaar getrokken, kondigen zij het naderen van een doorlopende streep aan. . parkeren is verboden op de rijbaan
Bijscholing Rijschoollesgever
25
© Rij-Huis
Wegmarkeringen
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Doorlopende en onderbroken streep naast elkaar getrokken . wanneer een doorlopende en een onderbroken streep naast elkaar getrokken zijn, moet de bestuurder alleen rekening houden met de streep die zich aan zijn kant bevindt. . de bestuurders die deze strepen overschreden hebben om in te halen mogen ze evenwel opnieuw overschrijden om hun normale plaats op de rijbaan te hernemen. . parkeren is verboden op de rijbaan
Voorlopige markeringen . hebben dezelfde betekenis als de normale witte of doorlopende strepen . men moet geen rekening houden met de nog bestaande “overlangse” wegmarkeringen (doorlopende of onderbroken witte streep) . kunnen bestaan uit: . doorlopende of onderbroken oranje streep . doorlopende of onderbroken oranje streep gevormd door oranje spijkers
© Rij-Huis
26
Bijscholing Rijschoollesgever
Wegmarkeringen
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Onderbroken strepen die een fietspad vormen . twee evenwijdige witte onderbroken strepen getrokken op de openbare weg, eventueel langs de rijbaan, en niet breed genoeg voor het autoverkeer bakenen een fietspad af. . fietspad is ingericht voor het verkeer van fietsers en tweewielige bromfietsers klasse A . stilstaan en parkeren op het fietspad is verboden.
Busstrook Op een rijbaan met het verkeersbord F17, is de rijstrook die afgebakend is met brede onderbroken strepenen waarin het woord “BUS” is aangebracht, voorbehouden aan: . voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer, . taxi’s en . voertuigen voor schoolvervoer bedoeld in artikel 39bis. Het woord “BUS” en het verkeersbord F17 worden herhaald na ieder kruispunt. Fietsers, bromfietsers, motorfietsers, voor het vervoer van passagiers ontworpen en gebouwde voertuigen met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en de voertuigen bestemd voor het woon-werkverkeer die gesignaleerd zijn door het bord afgebeeld in het vijfde lid en behorend tot de categorieën M2 en M3, bedoeld in het technisch reglement van de auto’s, mogen deze rijstrook volgen indien respectievelijk één of meerdere van de volgende symbolen zijn aangebracht op het bord F17 of op een onderbord. Deze symbolen mogen eveneens op de busstrook worden herhaald.
Bijscholing Rijschoollesgever
27
© Rij-Huis
Wegmarkeringen
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Het hieronder afgebeelde bord op het voertuig bestemd voor woon-werkverkeer heeft een zijde van ten minste 0,40 m; de achtergrond ervan moet van retro-reflecterende producten voorzien zijn.
Dit bord moet goed zichtbaar op het linkergedeelte vooraan en achteraan op het voertuig aangebracht zijn; het moet verwijderd of afgedekt worden wanneer het voertuig niet gebruikt wordt voor woon-werkverkeer. De prioritaire voertuigen mogen op deze rijstrook rijden wanneer hun dringende opdracht het rechtvaardigt. . De andere voertuigen mogen hierop niet rijden behalve om omheen een hindernis op de rijbaan te rijden en in de onmiddellijke nabijheid van een kruispunt om van richting te veranderen. . Deze voertuigen mogen de busstrook dwarsen om een parkeerplaats gelegen langs de busstrook in te nemen of te verlaten of een eigendom op te rijden of te verlaten en op kruispunten. Wanneer fietsers de busstrook mogen volgen moeten zij achter elkaar gaan rijden. Nota: In het reglement wordt dezelfde afspraak niet opgelegd voor de bromfietser blijkbaar heeft de wetgever dit vergeten.
© Rij-Huis
28
Bijscholing Rijschoollesgever
Wegmarkeringen
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Bijzondere overrijdbare bedding Een of meerdere brede witte doorlopende strepen of de markering, bedoeld in artikel 77.8, bakenen de bijzondere overrijdbare bedding af die voorbehouden is aan voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer. De woorden “Bus, Tram” mogen op de bijzondere overrijdbare bedding worden aangebracht. Het verkeersbord F18 wordt herhaald na ieder kruispunt. Fietsers, bromfietsers, motorfietsers, voor het vervoer van passagiers ontworpen en gebouwde voertuigen met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, de voertuigen bestemd voor het woon-werkverkeer die gesignaleerd zijn door het bord afgebeeld hiervoor en behorend tot de categorieën M2 en M3, bedoeld in het technisch reglement van de auto’s, en taxi’s mogen deze bedding volgen indien respectievelijk één of meerdere van de volgende symbolen, en voor taxi’s het woord “TAXI”, zijn aangebracht op het bord F18 of op een onderbord. Deze symbolen, alsook het woord “TAXI”, mogen eveneens op de bijzondere overrijdbare bedding worden herhaald.
De prioritaire voertuigen mogen op deze bedding rijden wanneer hun dringende opdracht het rechtvaardigt. . De andere voertuigen mogen de bijzondere overrijdbare bedding dwarsen om een parkeerplaats gelegen langs deze bedding in te nemen of te verlaten of een eigendom op te rijden of te verlaten en op kruispunten. . Zij mogen hierop niet rijden behalve om omheen een hindernis op de rijbaan te rijden. De bestuurders die er rijden moeten, in voorkomend geval, de verkeerslichten bedoeld in artikel 62ter. opvolgen. Ze moeten bovendien in de toegelaten richtingen voortrijden. Wanneer variabele signalisatie wordt gebruikt, mogen de markeringen vervangen worden door witte lichtspijkers.
Bijscholing Rijschoollesgever
29
© Rij-Huis
Wegmarkeringen
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Verschil tussen busstrook en bijzondere overrijdbare bedding Busstrook maakt deel uit van de rijbaan
Bijzondere overrijdbare bedding maakt deel uit van de openbare weg
- bord F17 aan het begin - moet na elk kruispunt herhaald worden
- bord F18 aan het begin - moet na elk kruispunt herhaald worden
Wegmarkering
- brede witte onderbroken streep - woord ‘BUS’ verplicht en herhaald na elk kruispunt
- één of meer brede witte overlangse doorlopende strepen of dambordmarkering. - de woorden ‘BUS’, ‘TRAM’ zijn facultatief. - bij variabele signalisatie mogen lichtspijkers de markeringen vervangen.
Voertuigen die er altijd gebruik mogen van maken
- geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer. - schoolbussen - taxi’s
- geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer.
Voertuigen die er onder bepaalde voorwaarden gebruik mogen van maken
- Fietsers, bromfietsers, motorfietsers, personenvervoer (> 8 zitplaatsen), woon-werkverkeer: indien symbool vermeld op of onder F17 - Prioritaire voertuigen: bij een dringende opdracht - Andere voertuigen: gebruik alleen toegelaten om langsheen een hindernis te rijden en in de onmiddellijke nabijheid van een kruispunt om van richting te veranderen oversteken toegelaten: - op kruispunten - om een eigendom te verlaten of op te rijden - om een langsheen de busstrook gelegen parkeerplaats op te rijden of te verlaten
- Fietsers, bromfietsers, motorfietsers, personenvervoer (> 8 zitplaatsen), woon-werkverkeer: indien symbool vermeld op of onder F17 - Taxi’s: indien het woord ‘taxi’ is vermeld op of onder het bord F18 - Prioritaire voertuigen: bij een dringende opdracht - Andere voertuigen: gebruik alleen toegelaten om langsheen een hindernis te rijden oversteken toegelaten: - op kruispunten - om een eigendom te verlaten of op te rijden - om een langsheen de bedding gelegen parkeerplaats op te rijden of te verlaten
Stilstaan en parkeren
parkeerverbod; stilstaan is toegestaan.
stilstaan- en parkeerverbod
Signalisatie
© Rij-Huis
30
Bijscholing Rijschoollesgever
Wegmarkeringen
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Overlangse strepen die de werkelijke rand van de rijbaan aanduiden . witte doorlopende streep de werkelijke rand van een rijbaan, een trottoirband of een boordsteen van een verhoogde berm mag wit geschilderd worden om deze beter zichtbaar te maken . gele onderbroken streep is de enige gele streep die in het verkeersreglement is opgenomen wordt aangebracht op een trottoirrand, op de rand van een rijbaan of op de boordsteen van een verhoogde berm parkeren is verboden op de rijbaan langs deze streep
Overlangse strepen die de denkbeeldige rand van de rijbaan aanduiden Een brede witte doorlopende streep mag op de rijbaan aangebracht worden om de denkbeeldige rand van de rijbaan aan te duiden . de andere kant van de streep is voorbehouden om stil te staan en te parkeren, behalve op autosnelwegen en autowegen. In een dergelijke parkeerzone mogen dwarsstrepen de plaatsen afbakenen waar de voertuigen zich moeten opstellen als ze stilstaan en parkeren.
Bijscholing Rijschoollesgever
31
© Rij-Huis
Wegmarkeringen
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
2. Dwarse wegmarkeringen Stopstreep . een witte doorlopende streep haaks op de rand van de rijbaan is een stopstreep, . duidt de plaats aan waar de bestuurder moet stoppen ingevolge het stop-bord of verkeerslichten om voorrang te verlenen . men moet stoppen voor de stopstreep en niet erop
Witte haaietanden . een witte dwarsstreep gevormd door witte driehoeken duidt de plaats aan waar de bestuurders zo nodig moeten stoppen ingevolge de omgekeerde driehoek
Oversteekplaats voor voetgangers . worden afgebakend door witte banden, evenwijdig met de as van de rijbaan . stilstaan, parkeren en stoppen op de oversteekplaats is verboden Oversteekplaats voor fietsers en tweewielige bromfietsers . worden afgebakend door twee onderbroken strepen gevormd door witte vierkanten of parallellogrammen . stilstaan, parkeren en stoppen op de oversteekplaas is verboden
© Rij-Huis
32
Bijscholing Rijschoollesgever
Wegmarkeringen
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
3. Andere wegmarkeringen Voorsorteringspijlen . witte voorsorteringspijlen duiden de rijstrook aan die de bestuurders moeten volgen om in de door de pijlen aangewezen richting te rijden. . op het kruispunt moeten de bestuurders bovendien de of één van de richtingen volgen die aangewezen zijn op de rijstrook waarin zij zich bevinden. Rijstrookverminderingspijlen . deze pijlen kondigen een vermindering van het aantal rijstroken aan die in de gevolgde richting mogen gebruikt worden. Je moet dan van rijstrook veranderen zonder de anderen te hinderen Witte opschriften . op de rijbaan mogen de door verkeersborden gegeven aanwijzingen herhalen. Verkeersgeleiders en verdrijvingsvlakken . geleiden het verkeer ; mogen op de grond worden aangebracht door witte evenwijdige schuine strepen. . de bestuurders mogen niet rijden, stilstaan of parkeren op deze markeringen. Opstelvak aanduiden voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen. . de zone, aansluitend op een fietspad, afgebakend door twee stopstrepen en waarin het symbool van een fiets in het wit is gereproduceerd duidt de plaats aan waar de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen zich enkel tijdens de rode fase van de verkeerslichten mogen opstellen. . de andere bestuurders moeten tijdens de rode fase van de verkeerslichten stoppen voor de eerste stopstreep. Voorsorteringsstroken aanduiden voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen. . bij het naderen van een kruispunt mogen voorsorteringsstroken voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen door middel van witte doorlopende strepen afgebakend worden. In deze stroken moet in het wit het symbool van de fiets en de pijl die de te volgen richting aanduidt, worden gereproduceerd. Deze voorsorteringsstroken zijn voorbehouden voor de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen. Dambordmarkering . zij bakent de plaats af voorbehouden aan voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer op een bijzondere overrijdbare bedding of de plaats die eigen beddingen en bijzondere overrijdbare beddingen met elkaar verbinden. . stilstaan en parkeren op deze markering is verboden.
Bijscholing Rijschoollesgever
33
© Rij-Huis
Verkeer in fietsstraten
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Nota: Het nieuwe begrip ‘fietsstraat’ wordt toegevoegd aan artikel 2 : 2.61. « fietsstraat » : een straat die is ingericht als fietsroute, waar specifieke gedragsregels gelden ten aanzien van fietsers, maar waarop tevens motorvoertuigen zijn toegestaan. Een fietsstraat wordt gesignaleerd met een verkeersbord dat het begin en een verkeersbord dat het einde aanduidt. Een nieuw artikel 22novies wordt ingevoerd (verkeer in fietsstraten) Art. 22novies. In fietsstraten mogen de fietsers de ganse breedte van de rijbaan gebruiken voor zover deze slechts opengesteld is in hun rijrichting en de helft van de breedte langs de rechterzijde indien de rijbaan opengesteld is in beide rijrichtingen. Motorvoertuigen hebben toegang tot fietsstraten. Zij mogen de fietsers evenwel niet inhalen. De snelheid mag in een fietsstraat nooit hoger liggen dan 30 kilometer per uur.
© Rij-Huis
34
Bijscholing Rijschoollesgever
Snelheid
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
1. Relatieve snelheidsbeperkingen Elke bestuurder moet zijn snelheid regelen zoals vereist door de . aanwezigheid van andere weggebruikers, in ‘t bijzonder de meest kwetsbaren . weersomstandigheden . plaatsgesteldheid . haar belemmering . de verkeersdichtheid . het zicht . de staat van de weg . de staat van de lading . de staat van het voertuig; zijn snelheid mag geen oorzaak zijn van ongevallen, noch het verkeer hinderen. Iedere bestuurder moet kunnen stoppen voor voorziene hindernis Iedere bestuurder moet rekening houdend met zijn snelheid een voldoende veiligheidsafstand bewaren. Elke bestuurder moet vertragen, als hij trek-, last- of rijdieren of vee op de openbare weg nadert. Hij moet stoppen, als deze dieren tekenen van angst vertonen. Het is verboden . abnormaal traag te rijden zonder reden . plots te remmen zonder geldige reden . een bestuurder aan te sporen of uit te dagen tot overdreven snelheid Veiligheidsafstand droog wegdek: snelheid gedeeld door twee nat wegdek: (snelheid gedeeld door twee) x 1,5 Nota: . twee- en drie-seconden-regel . buiten de bebouwde kommen moeten bestuurders van voertuigen en slepen met een maximale toegelaten massa van meer dan 7,5 ton of langer dan 7 meter, onderling een afstand houden van ten minste 50 meter. . buiten de bebouwde kommen moeten bestuurders van auto’s die in konvooi rijden voor een gezamelijk te maken tocht, onderling een afstand houden van ten minste 50 meter. (legervoertuigen die in konvooi rijden, moeten deze afstanden niet houden wanneer zij rijden: tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag) Stopafstand = reactieafstand + remafstand reactieafstand vb. 90 km/u -> (90:10) x 3 = 27 m per seconde stopafstand 2 vb. 90 km/u -> (90:10) = 81 m
Bijscholing Rijschoollesgever
35
© Rij-Huis
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
2. Absolute snelheidsbeperkingen
in snelheidszones kunnen herkenningstekens aangebracht worden om bestuurders te herinneren in welke snelheidszone hij zich bevindt.
120 km/u
uitz. 90 km/u . voertuigen/slepen met MTM > 3,5 ton . autobus/car . spijkerbanden 90 km/u
50 km/u . vakantiezone ‘50’ binnen de bebouwde kom
filefilteren igv motorrijders
40 km/u . Voertuig voor traag vervoer 30 km/u . Vakantiezone ‘30’ binnen de bebouwde kom
© Rij-Huis
36
Bijscholing Rijschoollesgever
Snelheid
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
25 km/u . defect voertuig slepen Let op: sedert 1/03/2014 is het verboden om een voertuig met een nood-of hulpkoppeling te slepen op de autosnelweg of autoweg. Daardoor werd ook art. 21.5 opgeheven met de verplichting om de voertuigen die met een noodkoppeling of met een hulpkoppeling gesleept werden, bij de eerste afrit de autosnelweg te verlaten. . folkloristische voertuigen . slepen van: . kermisvoertuigen, woonwagens inbegrepen . landbouwvoertuigen met 2 aanhangwagens, binnen een straal van 25 km van de hoeve . aannemersvoertuigen . miniatuurslepen in toeristische centra . publiciteitsmaterieel (max. 25 meter lang) 20 km/u
filefilteren igv van motorrijders max. 20 km/u bij gestopt verkeer
Stapvoets . Voorbijrijden van voetganger op de rijbaan, indien 1 meter niet kan nageleefd worden.
Aard van het voertuig: 18 km/u, 25 km/u, 45 km/u, 60 km/u, 75 km/u . gemotoriseerd voortbewegingstoestel (18 km/u) . bromfiets klasse A, rijwiel met hulpmotor (25 km/u) . bromfiets klasse B (45 km/u) . voertuigen/slepen met MTM > 7,5 ton, voertuigen met spijkerbanden (60 km/u) . autobus/car In de bebouwde kom kan een hogere of lagere snelheid toegelaten of opgelegd worden door C43. Indien een hogere snelheid is voorzien, mag de bestuurder van een bus/car de eigen max. voertuigsnelheid (75 km/u) niet overschrijden; de bestuurder van een vtg./sleep met MTM > 7,5 ton of vtg. met spijkerbanden de eigen max. voertuigsnelheid (60 km/u) niet overschrijden.
Bijscholing Rijschoollesgever
37
© Rij-Huis
© Rij-Huis
38
45
50
50
50
Br. Klasse B
Motorfiets
Personenauto
Vrachtauto > 3,5 t
50
50
50
25
Vrachtauto > 7,5 t
Autobus/car
Vtg. met spijkerb.
Defect vtg. slepen
en ≤ 7,5 t
25
Br. Klasse A
25
30
30
30
30
30
30
30
25
30
25
60
70
60
70
70
70
45
25
70
25
60
75
60
80
80
80
45
25
80
25
60
75
60
90
90
90
45
25
25
90
90
90
90
120
120
/
/
25
90
90
90
90
90
90
45
25
25
90
90
90
90
120
120
45
25
25
30
30
30
30
30
30
30
25
20
20
20
20
20
20
20
20
20
S
T
E
O
V
P
A
T
S
Snelheid MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Bijscholing Rijschoollesgever
Snelheid
MODULE 4: UPDATE WEGCODE 3. Samenvatting: Snelheid
Snelheidsbeperkingen volgens de omstandigheden
Volgafstand
Snelheid aanpassen aan omstandigheden zoals aanwezigheid weggebruikers, weersomstandigheden, plaatsgesteldheid, belemmering, verkeersdichtheid, zicht, staat van de weg, staat en de lading van zijn voertuig
- vtgn./slpn. M.T.M. > 7,5 ton op bruggen ten minste 15 meter houden
Iedere bestuurder moet kunnen stoppen voor voorziene hindernis Elke bestuurder moet vertragen, als hij trek-, last- of rijdieren of vee op de openbare weg nadert. Hij moet stoppen, als deze dieren tekenen van angst vertonen.
- vtgn./slpn. M.T.M. > 7,5 ton - vtgn./slpn. langer dan 7 meter - auto’s in konvooi ten minste 50 meter houden
Het is verboden
Zelfcontrole volgafstand droog wegdek: 2 seconden regel (21, 22)
. abnormaal traag te rijden zonder reden . plots te remmen zonder geldige reden . een bestuurder aan te sporen of uit te dagen tot overdreven snelheid
nat wegdek: 3 seconden regel (21, 22, 23) afstand tussen 2 verlichtingspalen = meestal 50 meter
Stopafstand = reactieafstand + remafstand reactieafstand vb. 90 km/u -> (90:10) x 3 = 27 m per seconde remafstand op droog wegdek 2 vb. 90 km/u -> (90:10) = 81 m : 2 = 40,5 m remafstand op nat wegdek 2 vb. 90 km/u -> (90:10) = 81 m : 2 = 40,5 x 1,5 = 60,75 m
Hoge snelheid = minder zicht = meer stopafstand! Bijscholing Rijschoollesgever
39
© Rij-Huis
Snelheid
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Maximum Snelheid ≠ verplichte snelheid! 120 km/u
Maximum snelheid
uitz. 90 km/u: . voertuigen/slepen M.T.M. > 3,5 ton . autobus/car . spijkerbanden
t.e.m. X-punt
90 km/u
70 km/u
. vakantiezone ‘70’ buiten bebouwde kom
50 km/u
30 km/u
. moto’s tussen traagrijdende file . vakantiezone ‘50’ buiten bebouwde kom
25 km/u . Defect voertuig slepen . Folkloristische voertuigen
Stapvoets
. vakantiezone ‘30’ binnen bebouwde kom
. Slepen van: - kermisvoertuigen - landbouwvoertuigen - aannemersvoertuigen - miniatuurslepen - publiciteitsmaterieel (max 25 meter lang)
. Voorbijrijden van voetganger op de rijbaan, indien 1 meter niet kan nageleefd worden (art. 40.6; art. 40.7)
© Rij-Huis
20 km/u
. moto’s tussen gestopte file
Aard van het voertuig . Gemotoriseerd voortbewegingstoestel (18 km/u) . Bromfiets klasse A, rijwiel met hulpmotor (25 km/u) . Voertuig voor traag vervoer (40 km/u) . Bromfiets klasse B (45 km/u) . Voertuigen met MTM > 7,5 ton, spijkerbanden (60 km/u) . Autobus/car (75 km/u)
40
Bijscholing Rijschoollesgever
Inhalen + inhaalverbod
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Gereglementeerde rijbeweging . een gereglementeerde rijbeweging waarbij beide bestuurders in beweging zijn en . beide in dezelfde richting rijden, . op hetzelfde deel van de openbare weg . en waarbij de ene de andere voorbijsteekt
Geen inhalen . een stilstaand of geparkeerd voertuig voorbijrijden . als de bestuurders de aanwijzingen van borden F13 en F15 opvolgen . als verkeer in rijstroken verloopt in bebouwde kom . als verkeer in meerdere files verloopt bij verkeersdrukte . motorrijder bij traagrijdende of gestopte file (filefilteren) wordt echter wel beschouwd als inhalen: bij het naderen van een oversteekplaats voor voetgangers en oversteekplaats voor fietsers
Het inhalen gebeurt LINKS 2 uitz. RECHTS inhalen . voorligger die links afslaat . als spoorvoertuig de rijbaan volgt zowel in beweging als stilstaand 4 uitz. mag spoorvoertuig LINKS inhalen wanneer rechts niet kan op rijbanen met tweerichtingsverkeer wegens: . de engte van de doorgang . een stilstaand/geparkeerd voertuig op voorwaarde dat het tegemoetkomende verkeer niet gehinderd wordt . een vaste hindernis op rijbanen met éénrichtingsverkeer wanneer behoefte van het verkeer het rechtvaardigt
Bijscholing Rijschoollesgever
41
© Rij-Huis
Inhalen + inhaalverbod
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Verplichtingen van inhalende bestuurder . is de weg over een voldoende afstand vrij, moet mijn voorligger niet uitwijken . is geen bestuurder begonnen met mij in te halen . kan ik mijn plaats opnieuw rechts innemen . kan ik in zeer korte tijd inhalen . voornemen tijdig genoeg kenbaar maken
Verplichtingen van ingehaalde bestuurder . goed rechts houden . snelheid niet opdrijven
Tijdens het inhalen . voldoende links uitwijken als de breedte van de rijbaan het niet toelaat mag men de gelijkgrondse berm volgen, zowel bij het links als het rechts inhalen, op voorwaarde dat men de andere weggebruikers die zich daarop bevinden niet in gevaar brengt . richtingsaanwijzers doven
Na het inhalen . rechter richtingsaanwijzers opnieuw aanzetten . plaats opnieuw volledig rechts op de rijbaan innemen, zodra dat kan zonder bezwaar voor de andere bestuurders uitzondering: wanneer de bestuurder onmiddellijk opnieuw wil inhalen op: . rijbanen met éénrichtingsverkeer . rijbanen met min. 4 rijstroken op v.w. dat gereden wordt op de rijstroken in gevolgde rijrichting . richtingsaanwijzers doven
© Rij-Huis
42
Bijscholing Rijschoollesgever
Inhalen + inhaalverbod
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Algemeen LINKS inhaalverbod . als de bestuurder de tegemoetkomende weggebruikers niet van voldoende ver kan zien . indien een doorlopende witte/oranje streep overschreden wordt . een verhoogde inrichting
Zowel LINKS of RECHTS inhaalverbod . motorvoertuigen mogen fietsers niet inhalen in fietsstraat
Het LINKS inhalen van een . gespan . voertuig > 2 wielen is verboden . verbod slaat op alle bestuurders
. verbod slaat op bestuurders vrachtauto's
Bijscholing Rijschoollesgever
43
© Rij-Huis
Inhalen + inhaalverbod
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Het LINKS inhalen van een . gespan . voertuig > 2 wielen . 2 wielig motorvoertuig is verboden . op een overweg met verkeersbord zonder slagbomen of verkeerslichten . op kruispunten waar voorrang verleend moet worden - met verkeersbord
of
- komende uit een aardeweg of pad . op kruispunten waar voorrang van rechts geldt . bij het naderen van de top van een helling of een bocht als het zicht onvoldoende is behalve als kan ingehaald worden zonder dat de doorlopende witte streep overschreden wordt . als de in te halen bestuurder stopt voor een oversteekplaats voor voetgangers, fietsers of bromfietsers of deze oversteekplaatsen nadert op plaatsen waar het verkeer niet geregeld wordt door een bevoegd persoon of door verkeerlichten . wanneer de in te halen bestuurder zelf een ander voertuig dan een tweewielig voertuig inhaalt, behalve op een rijbaan met 3 of meer rijstroken opengesteld in de gevolgde rijrichting . bij neerslag, voor bestuurders van voertuigen/slepen met een MTM > 7,5 ton, op de autosnelwegen, autowegen en wegen met ten minste 4 rijstroken m/z middenberm. . buiten bebouwde kom voor de bestuurders van voertuigen/slepen gebruikt voor vervoer van zaken met een MTM > 3,5 ton op de openbare wegen waarvan de rijbaan twee rijstroken in de gevolgde rijrichting omvat behalve bij toelating door verkeersbord uitgenomen bij neerslag blijft inhaalverbod van kracht voor vtgn/slpn. met MTM > 7,5 ton dit geldt niet t.o.v. landbouwvoertuigen of voertuigen die gebruik maken van voorbehouden rijstrook voor traag verkeer
© Rij-Huis
44
Bijscholing Rijschoollesgever
Recente wijzigingen
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
1. Nieuwe verkeersborden.
F8. Tunnel. Tunnel met een lengte van meer dan 500 meter. Op onderborden wordt de lengte van de tunnel en eventueel zijn naam aangeduid.
F45b. Doodlopende weg, uitgezonderd voor voetgangers en fietsers.
C24a. Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen die de gevaarlijke goederen, bepaald door de voor vervoer van gevaarlijke goederen bevoegde Ministers, vervoeren. Een onderbord met vermelding van de letter B, C, D of E duidt aan dat het verbod geldt voor alle voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren waarvoor de toegang tot wegtunnels van respectievelijk categorie B, C, D of E verboden is, zoals deze categoriee?n voorzien zijn in artikel 1.9.5.2 van bijlage A van het Europees verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR), ondertekend te Genève op 30 september 1957.
Bijscholing Rijschoollesgever
45
© Rij-Huis
Recente wijzigingen
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
D4. Verplichting voor voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren om de door de pijl aangeduide richting te volgen. De plaatsgesteldheid bepaalt de stand van de pijl. Een onderbord met vermelding van de letter B, C, D of E duidt erop dat de verplichting geldt voor voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren en waarvoor de toegang tot wegtunnels van respectievelijk categorie B, C, D of E verboden is, zoals deze categorieën voorzien zijn in artikel 1.9.5.2 van bijlage A van het Europees verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR.), ondertekend te Genève op 30 september 1957.
C6. Verboden toegang voor bestuurders van motorvoertuigen met vier wielen, geconstrueerd voor onverhard terrein, met een open carrosserie, een stuur als op een motorfiets en een zadel. Het K.B. van 28 december 2011 laat fietsers in sommige gevallen toe om het rode of oranjegeel licht voorbij te rijden, hetzij om rechts af te slaan, hetzij om rechtdoor te rijden. Hiertoe worden twee nieuwe voorrangsborden in het leven geroepen.
B22. Krachtens verkeersbord B22 mogen fietsers de in artikel 61 bedoelde driekleurige verkeerslichten voorbijrijden om rechts af te slaan, wanneer het verkeerslicht op rood of oranjegeel staat, op voorwaarde dat zij hierbij voorrang verlenen aan de andere weggebruikers die zich verplaatsen op de openbare weg of op de rijbaan.
B23. Krachtens verkeersbord B23 mogen fietsers de in artikel 61 bedoelde driekleurige verkeerslichten voorbijrijden om rechtdoor te rijden, wanneer het verkeerslicht op rood of oranjegeel staat, op voorwaarde dat zij hierbij voorrang verlenen aan de andere weggebruikers die zich verplaatsen op de openbare weg of op de rijbaan vanaf het rode of oranjegele licht.
© Rij-Huis
46
Bijscholing Rijschoollesgever
Recente wijzigingen
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Het bord B23 mag enkel gebruikt worden op voorwaarde dat de fietsers geen verkeersstroom moeten dwarsen. Nota: De nieuwe borden B22 en B23 zijn voorrangsborden en vormden voorheen een conflict met art. 6.3 van de wegcode. Dit artikel werd onlangs gewijzigd. 6.3. Als de verkeerslichten op een bepaalde plaats werken gelden hier de verkeersborden betreffende de voorrang niet die op dezelfde weg geplaatst zijn. Deze bepaling geldt noch voor het oranjegeel knipperlicht, noch voor de lichten boven de rijstroken, noch voor de voorrangsborden B22 en B23.
C23. Verboden toegang voor bestuurders van voertuigen bestemd of gebruikt voor het vervoer van zaken.
C33, C35 en C39 zijn geldig vanaf het verkeersbord tot en met het volgend kruispunt.
C43. Vanaf het verkeersbord tot en met het volgend kruispunt, of tot elk verkeersbord C43 met of zonder zonale geldigheid, of tot het verkeersbord dat het begin of het einde van een bebouwde kom, van een woonerf of erf, of van een voetgangerszone aanduidt, verbod te rijden met een grotere snelheid dan deze die is aangeduid. - De vermelding “km” op het verkeersbord is facultatief. - Wanneer op een onderbord een bepaalde massa is aangeduid, is het verbod slechts van toepassing op voertuigen waarvan de maximale toegelaten massa hoger is dan de aangeduide. Het verkeersbord C43 met de vermelding 30 km per uur, geplaatst boven het verkeersbord F1, F1a of F1b is van toepassing op alle openbare wegen binnen de bebouwde kom. Bijscholing Rijschoollesgever
47
© Rij-Huis
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
Recente wijzigingen
Een onderbord waarop het bovenstaand symbool is afgebeeld, duidt aan dat het parkeren voorbehouden is voor elektrische voertuigen. De categorie van voertuigen mag worden afgebeeld op dit onderbord. Voorbeeld :
Meerdere categorieën van voertuigen mogen op dit onderbord worden vermeld.
2. Ritsen Artikel 12bis. Ritsen De bestuurders die, bij sterk vertraagd verkeer, rijden op een rijstrook die ophoudt of waarop het verder rijden wordt verhinderd, mogen slechts vlak voor de versmalling invoegen in de aangrenzende vrije rijstrook. De bestuurders die rijden op die vrije rijstrook moeten vlak voor de versmalling beurtelings voorrang verlenen aan één invoegende bestuurder; in geval het rijden in zowel de linker als in de rechter rijstrook wordt verhinderd, moet eerst voorrang worden verleend aan één bestuurder op de rechter rijstrook en daarna aan één bestuurder op de linker rijstrook. Nota: door het invoeren van dit nieuwe artikel heeft men daardoor ook artikel 12.4 moeten aanpassen. art. 12.4. De bestuurder die een maneuver wil uitvoeren, moet voorrang verlenen aan de andere weggebruikers. Worden inzonderheid als manoeuvres beschouwd : van rijstrook of van file veranderen, de rijbaan oversteken, een parkeerplaats verlaten of oprijden, uit een aanpalende eigendom komen, keren of achteruitrijden. Wordt niet als manoeuvre beschouwd : zich op het einde van een fietspad op de rijbaan begeven om rechtdoor te rijden of van rijstrook of van file veranderen bij het ritsen bedoeld in artikel 12bis.
© Rij-Huis
48
Bijscholing Rijschoollesgever
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
3. Vrijstelling van de gordeldraagplicht art. 35.2.1. Worden evenwel vrijgesteld van het verplicht gebruik van de veiligheidsgordel en het kinderbeveiligingssysteem : 1° de bestuurders die achteruit rijden; 2° de bestuurders van taxi’s wanneer zij een klant vervoeren; 3° De bestuurder van een prioritair voertuig, bedoeld in artikel 37, wanneer hij personen vervoert die een potentiële bedreiging vormen of in de onmiddellijke omgeving van de plaats van de interventie. De passagiers van een prioritair voertuig, bedoeld in artikel 37, wanneer een persoon die een potentiële bedreiging vormt, wordt vervoerd of in de onmiddellijke omgeving van de plaats van de interventie of wanneer ze de persoon verzorgen die wordt vervoerd. 4° de personen die in het bezit zijn van een vrijstelling op grond van gewichtige medische tegenindicaties afgeleverd door de Minister bevoegd voor verkeersveiligheid, of zijn gemachtigde, of, indien zij in het buitenland wonen, door de bevoegde instanties van dat land. 5° de beambten van de Post, wanneer zij, in het kader van de postbedeling en postophaling, achtereenvolgens, op plaatsen die op korte afstand van elkander gelegen zijn, postzendingen uitreiken of ophalen. Nota: Het niet dragen van de veiligheidsgordel is een overtreding van de 2de graad; het niet correct gebruiken van kinderbeveiligingssystemen bij het vervoer van kleine kinderen of het niet correct vastzetten is een overtreding van de 3de graad. 4. Motorfietsen die tussen de rijstroken rijden (filefilteren) art. 16.2bis Het sneller rijden tussen twee rijstroken of files dan de voertuigen die gestopt zijn of traag rijden in die rijstroken of files wordt niet als inhalen beschouwd, behalve voor de toepassing van artikel 17.2.5°. In dat geval mag de motorfietser evenwel niet sneller rijden dan 50 km per uur en mag het snelheidsverschil tussen de motorfietser en de voertuigen die zich in die rijstroken of files bevinden niet meer dan 20 km per uur bedragen. Op autosnelwegen en autowegen moet hij daarenboven tussen de twee meest links gelegen rijstroken rijden. Nota: Voor de motorrijder worden enkel de snelheid en de plaats van het filefilteren wettelijk geregeld: . Je mag niet sneller dan 50km/u rijden bij het filefilteren en het snelheidsverschil met de andere voertuigen mag niet meer dan 20 km/u bedragen. Bij gestopt verkeer mag je dus maximaal 20 km/u rijden. . Op autosnelwegen en autowegen moet je tussen de twee meest links gelegen rijstroken rijden. Andere wettelijke bepalingen zijn er niet, dus voor je eigen veiligheid en de doorstroming blijf je best de algemene gedragsregels aanhouden. 5. Nieuwe bepaling “Plaatselijk verkeer” of “plaatselijke bediening” art. 2.47. “Plaatselijk verkeer” of “plaatselijke bediening”: de voertuigen van de bewoners en hun bezoekers, de voertuigen voor levering inbegrepen, de voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer, de voertuigen voor onderhoud en toezicht, wanneer de aard van hun opdracht dit rechtvaardigt, de prioritaire voertuigen bedoeld in artikel 37 en fietsers en ruiters.
Bijscholing Rijschoollesgever
49
© Rij-Huis
MODULE 4: UPDATE WEGCODE
© Rij-Huis
50
Bijscholing Rijschoollesgever