UNK
V \ U
W,ATT RSC H A P P Ľ N
Bezoekadres Koningskade 40
' z, ī ī ī n ^ u n m uj
2596 A A D e n H a a g
Postadres Postbus 93218 2509 A E D e n H a a g
Telefoon
WÄTERSC NO.
De ledenwaterschappen ta.v. hoofden Financiën
I N G E K
KM
0703519751 Fax 0703544642
" 7 JAN 2013.
datum
ons kenmerk
contactpersoon
4 januari 2013
65761 LB
L.S. Yeung
bijlage(n)
uw kenmerk
emaîl
1
[email protected]
betreft
doorkiesnummer
factuur bijdrage 2013
070 351 98 54
Hierbij ontvangt u de factuur inzake uw bijdrage aan de Unie van Waterschappen over het jaar 2013. Zoals bekend is de begroting 2013 van de Unie op 5 oktober 2012 in de ledenvergade ring goedgekeurd. U wordt verzocht de factuur binnen 14 dagen te voldoen.
Begroting 2013
Inhoudsopgave
Kader
5
Programma's
11
M e e r j a r e n b e g r o t i n g o p hoofdlijnen
33
Begroting b a t e n e n lasten
35
Toelichting begroting b a t e n e n lasten
36
Contributiebijdrage W a t e r s c h a p p e n 2 0 1 3
38
KADER De Unie van Waterschappen is de vereniging van alle waterschappen in Nederland en de werkgeversorganisatie van ongeveer 11.000 waterschapsmedewerkers bij 25 waterschappen in Nederland. De waterschappen zijn verantwoordelijk voor het beheer van waterkeringen, het regionale waterbeheer en het zuiveren van afvalwater. Het Uniebureau ondersteunt de vereniging op het gebied van beleidsontwikkeling, belangenbehartiging en lobby bij de Europese Unie, het parlement en de ministeries, en bestuurlijke besluitvorming (binnen de vereniging, met het Rijk, IPO en de VNG, het Parlement, de Europese instellingen en andere belangenorganisaties). Daartoe is een uitgebreid netwerk opgebouwd. Deze taken worden voor en met de waterschappen voorbereid en uitgevoerd waarbij bestuurders en medewerkers van waterschappen betrokken worden bij Uniewerkzaamheden; tevens wordt bij het implementeren van vastgestelde of nieuwe regelgeving (meer) gebruik gemaakt van de expertise van medewerkers van waterschappen. Visie en doelstelling De Unie van Waterschappen wil leidend zijn in de strategische discussie over regionaal waterbeheer, in zowel de nationale als internationale context, met als doel: 'Duurzaam waterbeheer'. De Unie streeft ernaar de meest inspirerende gesprekspartner over regionaal waterbeheer te zijn en dus aanwezig te zijn op plekken waar (belangrijke) besluiten worden genomen. De ambitie is te excelleren in strategisch netwerken, adequaat in te spelen op veranderingen, initiatieven te nemen en communicatief te zijn: te inspireren en te verbinden, kennis van zaken te hebben, inhoudelijk generalist en volwaardige gesprekspartner te zijn en het kennen van de 'ins' en 'outs' van de 'Haagse' en 'Brusselse' bureaucratie. Een vereniging die er ook voor zorgt dat haar leden als regionale waterbeheerders optimaal kunnen (samen)werken aan waterveiligheid, voldoende en schoon water. Kortom, een (h)erkend belangenbehartiger die: »
* '
»
» «
»
de waterschappen in Den Haag en Brussel (via Bureau Brussel) door middel van een krachtige lobby vertegenwoordigt en zichtbaar laat zijn als een krachtige, doeltreffende, doelmatige, transparante en dienstverlenende overheid. als volwaardige partner meepraat en meebeslist over alle zaken die raken aan 'het zijn' van een professionele, moderne overheid. beschikt over goede contacten/netwerken bij verschillende ministeries zoals Financiën, EL&I, l&M, BZK, SZW, andere koepelorganisaties, verenigingen, maatschappelijke organisaties en het parlement. zo veel mogelijk gezamenlijk optrekt met andere koepels zoals VNG en IPO; met als doel de samenwerking tussen waterschappen, gemeenten en provincies in de regio te bevorderen. de ervaringen van de waterschappen optimaal inzet als belangenbehartiger; hiertoe zijn er goede contacten binnen de waterschappen. brede kennisuitwisseling en samenwerking tussen de waterschappen onderling maar ook tussen de waterschappen en andere partijen stimuleert en faciliteert; daarbij worden de nodige verbanden gelegd en belemmeringen weggenomen. er voor zorgt dat waterschappen met één mond naar buiten treden en doen wat ze beloven.
Hiermee anticipeert de Unie op veranderende wensen van waterschappen, veranderende maatschappelijke vraagstukken en toenemende internationalisering. De beoogde proactieve inzet van het Uniebureau wordt bereikt met een programmaorganisatie die op samenwerking is gericht. Deze begroting vormt het raamwerk voor de werkzaamheden van de Unie van Waterschappen in 2013. De begroting is gebaseerd op het Bestuursprogramma en het Bestuursakkoord Water.
5
Bestu u rs p rog ra m m a Het bestuur van de Unie van Waterschappen heeft in het Bestuursprogramma 2010- 2013, genaamd Scherp aan de wind, het beleid op hoofdlijnen vastgelegd. Zij streeft hierin naar een daadkrachtige, zichtbare, eensgezinde en betrouwbare Unie van Waterschappen. Het Bestuursprogramma focust op een viertal thema's, te weten: 1. Wateropgaven (kernwoorden: waterveiligheid, waterkwantiteit en waterkwaliteit) 2. De kracht van de waterschappen (kernwoorden: slagvaardig, doelmatig, zichtbaar) 3. Innovatieve oplossingen (kernwoorden: innovatieve overheid, internationale samenwerking) 4. De kracht van de Unie (kernwoorden: visievorming, aangaan nieuwe coalities, aantrekkelijk werkgeverschap) Deze thema's zijn in het Bestuursprogramma verder uitgewerkt, met onderwerpen als waterveiligheid, -kwaliteit en -kwantiteit, doelmatig waterbeheer, waterschapsverkiezingen, internationale samenwerking en aantrekkelijk werkgeverschap. Zichtbaarheid, verbinding met de waterschappen en het aangaan van (nieuwe) coalities zijn daarbij steeds terugkomende elementen. Bestuursakkoord Water Op 23 mei 2011 is het Bestuursakkoord Water getekend door Rijk, VNG, IPO, VEWIN en Unie. Waterschappen, gemeenten, provincies, drinkwaterbedrijven en het Rijk hebben concrete afspraken gemaakt over het waterbeleid in Nederland. Het belangrijkste doel van het Bestuursakkoord Water is met minder kosten en minder bestuurlijke drukte Nederland de komende jaren droog en veilig te houden. Dit is een belangrijke stap vooruit, gezien de uitdagingen waarvoor de watersector staat. In het akkoord hebben de waterschappen meer taken en verantwoordelijkheden gekregen. De uitdagingen om Nederland nu en in de toekomst droog te houden, en voldoende schoon water beschikbaar te hebben, zijn groot. Door de klimaatverandering neemt de wateroverlast toe. Verdroging is een steeds groter probleem voor de landbouw en de natuur. Het Bestuursakkoord Water anticipeert op deze veranderingen en de benodigde investeringen, door de komende jaren, onder andere, in te zetten op een doelmatigheidswinst die oploopt tot 750 miljoen euro per jaar in 2020. Naast structurele besparingen voorziet het Bestuursakkoord Water een stevige reductie van bestuurlijke drukte. Uitgangspunt hierbij is "je gaat erover of niet". Op het gebied van de waterveiligheid krijgen de waterschappen meer verantwoordelijkheid. De waterschappen nemen de helft van de financiering en uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor hun rekening. Thema's De werkzaamheden van de Unie van Waterschappen in 2013 worden ingericht rond de thema's die voortkomen uit het Bestuursprogramma en het Bestuursakkoord Water, met als aandachtspunten: »
klimaatbestendig maken van Nederland
»
de uitvoering van werken in relatie tot KRW, Deltaprogramma en NWB afspraken
»
gebiedsgericht samenwerken (veel meer integrale aanpak)
»
meer invloed van de Europese wetgevende macht (position papers in Brussel)
»
uitvoering Deltaprogramma
»
doelmatig beheer van de waterketen
6
Organisatie Het Uniebureau wordt aangestuurd door een tweehoofdig directieteam. Er wordt gewerkt binnen vier programma's die de doelstellingen van het Uniebureau op een samenhangende wijze clusteren: Vereniging S Communicatie, Waterbeleid, Moderne Overheid en Innovatie&lnternationaal. Hiernaast kent de Unie een Bestuurlijk Juridisch account en een Stafbureau Bedrijfsvoering. De Programma's worden hieronder kort beschreven, verderop in deze begroting volgt een uitgebreidere beschrijving. Programma Vereniging S Communicatie: sturing van beleids- en besluitvormingsprocessen. Kenmerkende producten en diensten in dit programma zijn: «
ondersteuning bij de uitvoering van het bestuursprogramma, voorbereiding van commissievergaderingen, bestuurs- en ledenvergaderingen
»
communicatie
»
bestuurlijke overleggen
»
lobbyrol
In 2013 wordt voor dit programma een uitgave begroot van ê 799.000,De beschikbare formatie is 7,2. Programma Waterbeleid: de beïnvloeding van het nationale beleid S besluitvormingsproces. Kenmerkende producten en diensten in dit programma zijn: »
Richting geven, sturen en bijdragen aan het Hoogwaterbeschermingsbeleid
»
Volgen van de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en Waterkwantiteit (WB21) en het NBW
»
Richting geven aan het volgende KRW-proces en agrarische emissies verder terugdringen.
»
Zorgen dat waterschappen goede instrumenten bezitten om hun taken uit te voeren (fiscale beleid herijken en waterschappen profileren in Waterwetgevingsprocessen en onderliggende AMvB's).
In 2013 wordt voor dit programma een uitgave begroot van ŭ 200.000,De beschikbare formatie volgens begroting is 6,1. Programma Moderne Overheid: waterschappen positioneren als volwaardige medeoverheid die goed toegerust is op zijn taak. Het programma vertegenwoordigt de waterschappen in Den Haag en Brussel door middel van een krachtige lobby en maakt hen zichtbaar als een krachti ge, doeltreffende, doelmatige, transparante en dienstverlenende overheid. De prioriteiten voor 2013 zijn: » I ntensiveren van samenwerking in de (afVal)waterketen; »
Vergroten van de doelmatigheid, onder andere door de samenwerking tussen water schappen onderling en waterschappen en derden te versterken;
«
Professionaliseren van de bedrijfsvergelijkingen, monitoring en informatievoorziening;
»
Aantrekkelijk werkgeverschap.
7
In 2013 wordt voor dit programma een uitgave begroot van C 610.000,De beschikbare formatie volgens begroting is 9,5 Programma Innovatie en Internationaal: het profileren van innovatie en bestuurlijke vernieuwing. Kenmerkende thema's in dit programma zijn: »
Kennis en Innovatie
»
Klimaat en Energie
»
Europese beleidsontwikkeling en belangenbehartiging
»
Coördinatie van de sectorale inzet van waterschappen op bepalend (inter) nationaal beleid (Water Mondiaal, Water 2020)
»
Versterken strategische positie van waterschappen bij gebiedsontwikkeling
In 2013 wordt voor dít programma een uitgave begroot van C 690.000,De beschikbare formatie volgens begroting is 6,3. Account Bestuurlijk Juridisch: interne afstemming en samenwerking op bestuurlijk gebied versterken. Kenmerkende producten en diensten van dit Account zijn: »
Participeren in wetgevingstrajecten met alle nazorg
»
Algemeen: Grondwet, Wet gemeenschappelijke regelingen, Algemene Wet Bestuursrecht etc.
«
Waterschapswet
«
Fiscale Wetgeving
»
Omgevingswetgeving: water (wijzigingen Waterwet)
»
Institutionele vraagstukken
In 2013 wordt voor dit account een uitgave begroot van C 37.000,De beschikbare formatie volgens begroting is 5,0. Daarnaast zorgt het Stafbureau Bedrijfsvoering voor de ondersteuning van het bureau en de vereniging (14,3 fte). Bezetting Uniebureau Ongeveer 55 medewerkers voeren de werkzaamheden uit. Hierbij wordt er naar gestreefd 10 7o in te vullen met medewerkers van waterschappen voor tijdelijke projecten, in verband met tijdelijke vervanging en uit een oogpunt van loopbaanontwikkeling. Het aantal fte zal in 2013 gelijk blijven (51,7). 0
Personeel De werkwijze van de medewerkers is aan het veranderen, mede als gevolg van de veranderende omgevingseisen. De nadruk binnen werkzaamheden van de beleidsmedewerkers komt nog meer te liggen op de lobby, communicatie (in- en extern) en de regie van beleidsprocessen. In 2011 is een strategische HR notitie vastgesteld waarin dit wordt aangegeven, maar waarin ook de persoonlijke ontwikkeling in relatie tot de organisatiedoelstellingen centraal staat. De sleutel tot succes is het bieden van richting, ruimte en resultaat en vanuit die conclusie zijn de benodigde competenties nader beschouwd en aangepast.
8
Financiële gevolgen en verwachte contributiestijging De totale begroting bedraagt ongeveer 9 miljoen euro. Daarvan is ongeveer 6,4 miljoen bestemd ten bate van de exploitatie (kapitaallasten, personeelslasten, huisvesting et cetera). Dit betekent dat uiteindelijk circa 2,5 miljoen euro bestemd is om de programma's hun activiteiten te kunnen laten verrichten; hiervan is ongeveer 30 7o bestemd voor zogenaamde niet beïnvloedbare posten zoals contributies, lidmaatschappen of aangelegenheden waarbij de Unie slechts een rol heeft als 'kassieľ. I n percentages ziet de verdeling er als volgt uit: 0
Programma Moderne Overheid
Prcmriimma verenigingen Crmmunicatie
934 Programma Innovatie en
8X Programma waterbeleid Programma Account DJZ inrlütipf
Programma Directie
394
71*
Het uitgangspunt bij het maken van de begroting voor 2013 was dat het totaal van de uitgaven van de Unie gelijk bleef aan de voorziene totale uitgaven voor 2012. Dit is reeds in 2011 bij de begrotingsbesprekingen vastgelegd. Dat betekende dus feitelijk het hanteren van een '0' lijn waarbij deze voor een aantal jaren zou moeten gelden. De stijging van de contributiebijdrage is echter uiteindelijk vastgesteld voor 2013 op maximaal 3 A waarbij de uitgaven niet zouden mo gen stijgen. De hoogte van dat percentage was gerelateerd aan de compensatie van het deel dat in 2011 ten laste van de Algemene Reserve was gebracht. Dit gold ook overigens ook al voor 2012. Voor de jaren na 2013 zal de 'stijging' in principe weer 0 ĥ zijn. 0
0
Ontwikkeling Al gemene Reserve grafisch weergegeven (weerstandvermogen van 1 miljoen wordt ongeveer in 2020/2021 bereikt) 4.500,000 -ļ 4.000.000 3.500.000 3.000.000 2.500.000 -
•••v
2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000 0 200S 2007 2003 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
9
R i s i c o ' s en onzekerheden Er is een aantal risico's en onzekerheden in 2013 en daarna voor het financieel beheer. Hieronder een overzicht. Risico's in de begroting voor 2013 zal conform de meerjarenbegroting gerekend worden met huuropbrengsten die op ongeveer 1/3 van de inkomsten liggen van de huurinkomsten in 2011. Op dit moment is het nog allerminst zeker dat ook die inkomsten gehaald zullen worden. Enige compensatie in huurderving zal wel worden gevonden in de huisvesting van het programmabureau n H W B P t o t eind 2013. Daarnaast wordt is eerder geconstateerd dat de financieringsprojecten de komende jaren naar verwachting 'opdrogen' en dat dit voor een korte periode in het jaar liquiditeitsbehoefte met zich kan brengen. Dat betekent dat geld moet worden geleend, hetgeen extra rentekosten met zich mee brengt. Een prognose liet eerder al zien het probleem zich in 2013 voor het eerst kan voordoen. Door een tijdige betaling van de contributiebijdrage van de leden lijkt dit echter voorkomen te kunnen worden.Een ander risico is dat de capaciteit van het Uniebureau nog immer onvoldoende is voor de hoeveelheid werk. De Programma's ontwikkelen activiteiten die voortkomen uit het Bestuursprogramma en het Bestuursakkoord Water. Deze zijn leidend, maar een en ander genereert extra werk hetgeen met dezelfde hoeveelheid medewerkers moet worden gedaan. Een schatting laat zien dat er zo'n 50 acties uit het akkoord en het programma (zullen) voortvloeien die becijferd zijn op 4 tot 5 fte. Weliswaar zal gebruik gemaakt worden van de waterschappen, hetgeen goed is voor de betrokkenheid, maar dit zal niet altijd direct rendement opleveren. Mede om die reden is per Programma bekeken welke zaken (regulier werk) eventueel niet meer zouden kunnen worden uitgevoerd wanneer de ambities en afspraken uit het Bestuursprogramma en het Bestuursakkoord Water leidend zijn. Onzekerheden De uitwerking van de val van het kabinet en de daarop volgende verkiezingen kunnen een verschuiving in het politieke landschap te zien geven. De gevolgen v o o r d e Unie-werkzaamheden, mede in relatie tot het hiervoor genoemde Bestuursakkoord (en dus ook voor de begroting in 2013 en verder) kunnen op moment van schrijven van deze begroting vanzelfsprekend nog niet worden ingeschat. In 2012 zal een Klanttevredenheidsonderzoek worden gehouden onder de leden. De resultaten van dat onderzoek kunnen leiden tot een aantal acties waar nader te bepalen middelen voor nodig zijn. Vooralsnog lijkt dit echter binnen de bestaande post Directie te kunnen geschieden. In maart 2012 heeft het ministerie van l&M een grote conferentie over het bestuursakkoord water georganiseerd. Op bestuurlijk niveau is afgesproken dit jaarlijks te herhalen. Wellicht dat gevraagd wordt aan de Unie van Waterschappen een en ander in 2013 te organiseren. De Unie is daartoe overigens in principe toe bereid. De eventuele kosten worden vooralsnog geschat op ongeveer C 80.000,- waarvan wellicht nog een deel ten laste kan worden gebracht van het saldO 2012.
10
PROGRAMMA VERENIGING EN COMMUNICATIE Programmaleider: Pierre de Vries Portefeuillehouder: Peter Glas
Het programma Vereniging en Communicatie vormt het kloppend hart van de Unie van Waterschappen. Het programma faciliteert de visievorming over de vereniging, strategieontwikkeling, standpuntbepaling en besluitvorming van de vereniging. Het programma behartigt verder de belangen van de waterschappen in de lobby en de in- en externe communicatie. Het programma draagt bij aan de zichtbaarheid van de waterschappen als een daadkrachtige betrouwbare en doelmatige overheid waar de zorg voor droge voeten en schoon water in de beste handen is. De waterschappen die steeds de nieuwste inzichten meenemen en dit efficiënt doen en voor een acceptabele prijs, Waterschappen zijn zeer (zelfkritisch in het sturen op de balans tussen kosten en maatschappelijke baten van hun werk. Nederland is en blijft de veiligste delta. De waterschappen zetten zich hier dag en nacht voor in; Nederland heeft internationaal gezien een toppositie in watermanagement, waarbij de waterschapssector als een kweekvijver voor innovaties en exportkansen fungeert. De Unie van Waterschappen heeft het overzicht over de watergerelateerde onderwerpen die bij de waterschappen, in de nationale en Europese politiek, bij de departementen, de andere koepelorganisaties en in de maatschappij spelen. De Unie is de belangenbehartiger van de waterschappen en ook de spreekbuis namens de waterschappen. De Unie bevordert onderlinge verbinding tussen de waterschappen en onderhoudt actief contacten met de landelijke politiek, de departementen, de koepelorganisaties van medeoverheden en maatschappelijke belangenorganisaties. Om zijn taken goed te kunnen vervullen, weten de medewerkers binnen het programma wat er speelt in de diverse programma's bij het Uniebureau, bij de waterschappen en in de politiek en maatschappij. Het programma verbindt de waterschappen in de vereniging en de vereniging met de politiek en met maatschappelijke organisaties. Speerpunten 2013 In 2013 ligt de focus op de uitvoering van het bestuursprogramma en het faciliteren van het besluitvormingsproces in Unieverband rond met name de implementatie van de acties uit het Bestuursakkoord Water. In 2013 wordt vooral aandacht besteed aan ledenbinding, interne en externe communicatie en versterking van de lobby. Dit tegen de achtergrond van het feit dat er sprake zal zijn van nieuwe politieke verhoudingen en een nieuw kabinet. Mogelijk is ook sprake van waterschapsverkiezingen. Daar zal dan aparte aandacht naar uit moeten gaan en zal ook besluitvorming moeten plaatsvinden over inzet van mensen en middelen in samenhang met activiteiten van de afzonderlijke waterschappen. Het in 2012 gehouden klanttevredenheidsonderzoek onder de waterschappen leidt eventueel tot extra acties die in overleg met de bestuursdiensten van de waterschapen in 2013 worden opgepakt. De betrokkenheid van en de relatie met de AB-leden wordt versterkt. In 2013 worden er op het terrein van verenigingsmanagement voorstellen gedaan om, eventueel buiten de reguliere vergaderstructuur om, tegemoet te komen aan behoefte en zelfs de noodzaak om als Unie steeds sneller met een standpunt te komen. Het gebruik van social media, en de uitbouw daarvan, wordt versterkt. De speerpunten sluiten nauw aan bij een aantal thema's uit het Bestuursprogramma en het Bestuursakkoord Water
11
Bestuursprogramma Het programma Vereniging en Communicatie draagt bij aan de volgende thema's uit het bestuursprogramma. Krachtige organisatie Het bestuur staat voor een daadkrachtige, zichtbare, eensgezinde en betrouwbare Unie van Waterschappen. Een vereniging die er voor zorgt dat haar leden als regionale waterbeheerders optimaal kunnen samenwerken aan waterveiligheid, voldoende, schoon en aantrekkelijk water. Het Programma Vereniging en Communicatie draagt hieraan bij door een krachtige lobby en communicatie waardoor de waterschappen duidelijk zichtbaar zijn in de politieke arena's in Den Haagl. De belangenbehartiging in Brussel loopt via het Programma Internationaal en Innovatie Pers, communicatie en PR De bekendheid van en de bestaansrechtdiscussie over de waterschappen, en het daaraan gekoppeld imago vragen blijvende aandacht (zie ook het programma Moderne Overheid). De Werkgroep Communicatie speelt daar een belangrijke rol in. Om het werk van de waterschappen helder 'op de kaart te zetten', worden de contacten met Kamerleden en de media onderhouden en worden gezamenlijke PR-activiteiten richting maatschappelijke koepels en belangengroeperingen gepland.. Daarnaast dragen het blad Het Waterschap, 'de factsheets', de wekelijkse e-mailbrieven, de websites via duidelijke boodschappen richting pers en politiek er toe bij dat de Unie als inspirerende gesprekspartner wordt gezien. De waterschappen en Unie treden gezamenlijk actief naar buiten en bepalen, gecoördineerd door de Werkgroep Communicatie, de mediamomenten met nieuws dat ze zelf regisseren en waarmee ook meer positieve publiciteit wordt gegenereerd (free publicity). Daarnaast wordt gewerkt aan een gezamenlijk Merkenbeleid en ons gezamenlijk verhaal: de corporate story. Om het effect daarvan te kunnen meten is er in 2012 een O-meting gedaan die in 2013 wordt vervolgd met een 1-meting. In 2012 is het gebruik van social media door de Unie sterk verbeterd. Dit wordt in 2013 verder uitgebouwd en extra mogelijkheden voor benutting van 'social' media worden verkend en benut. Relatiebeheer Relatiebeheer speelt een belangrijke rol in het zichtbaar maken en op de kaart zetten van het werk en de positie van het waterschap. Het gaat over opbouwen en onderhouden van goede structurele interne en externe relaties. De Waterschapsdag, Bestuurdersdag, Waterdineren Waterbarbeque zijn bij uitstek gelegenheden om doelmatig waterbeheer en de positionering van de waterschappen op een inspirerende wijze te presenteren. Voor de belangrijke dossiers zijn factsheets, voorzien van het standpunt van de Unie, opgesteld. Deze bevatten de punten die onder de aandacht van derden moeten worden gebracht (lobbyagenda). Het lobby- en relatiemanagement worden daartoe op een professionele wijze verder vorm gegeven. Er wordt een jaarverslag opgesteld voor de contacten (waterschappen, politiek, koepels, maatschappelijke organisaties). De informatievoorziening richting leden en derden via websites en Share Point blijft de nodige aandacht krijgen. Wekelijks worden de voorzitters en de secretaris-directeuren met een e-mailnieuwsbrief, en de digitale nieuwsdienst en knipseldienst (die breder worden verspreid) geïnformeerd over vermeldenswaardige ontwikkelingen. De binding van de Unie met de AB-leden van de waterschappen voor het verkrijgen van draagvlak voor ons werk verdient aandacht. In 2013 zal de relatie met de AB-leden van de waterschappen worden versterkt onder andere via de social media en de betrokkenheid bij de bestuurdersdagen.
12
Educatie Educatiebeleid bestaat uit verschillende elementen. Enerzijds gaat het om kennisoverdracht en verbreding van draagvlak over waterbeheer en veiligheid aan jongeren. Anderzijds is het gekoppeld aan arbeidsmarktcommunicatie (programma Moderne Overheid) en de activiteiten op het gebied van Water Governance en de waterleerstoelen (programma Innovatie en Internationaal). De Unie zal voornamelijk zorg dragen voor het onderling verbinden van 'kennisgroepen' en het stimuleren van partijen, waaronder de waterschappen, om hiermee aan de slag te gaan. Dit alles in goed overleg met de Regiegroep Watereducatie. De in 2012 vastgestelde visie op arbeidsmarkt communicatie en de daarmee samenhangende uitwerking zal ter hand worden genomen (zie ook programma Moderne Overheid). Dit impliceert dat er ook een herijking plaatsvindt over de rol van de Unie ten aanzien van het educatiebeleid. Om de jeugd actief te laten meedenken over doelmatig waterbeheer en het bestuur te adviseren over de wijze waarop waterschappen de jeugd kunnen bereiken zijn de jeugddijkgraaf en het jeugdwaterschap geïntroduceerd. De Unie vervult een coördinerende rol bij het jeugdwaterschap. Acties uit het bestuursprogramma worden gekoppeld aan activiteiten van het Jeugdwaterschap. Het ambitieuze doel voor 2013 is dat alle waterschappen met één persoon in het jeugdwaterschap vertegenwoordigd zijn. Daarnaast vervult de Unie een coördinerende rol in de diverse activiteiten die onder de vlag van 'Droppie Water' worden ontwikkeld. Het Waterschap Het Waterschap is het onafhankelijke tijdschrift dat het werk van de waterschappen en de belangengroepen daaromheen vanuit een bestuurlijk perspectief bij geïnteresseerden voor het voetlicht brengt. Het blad heeft een strategische functie in het duurzaam waterbeheer. De kwaliteit van het blad als informatiebron over (achtergronden van) beleid, kritische beschouwingen en als opiniërend medium wordt zoveel mogelijk behouden en zo mogelijk versterkt. Een bredere verspreiding naar bedrijven en kennisinstellingen op het gebied van water kan daar aan bijdragen. In 2012 is een lezersonderzoek gehouden door de Sdu. De uitkomsten daarvan zullen worden meegenomen in de discussie over de nadere positionering van het blad en het gebruik van digitale media. De kracht van de Unie Het bestuur wil de kracht van de waterschappen optimaal benutten voor de vereniging en de sector als geheel. Visievorming en standpuntbepaling zijn de belangrijkste taken van de Unie. Een goede verenigingsstructuur is daarvoor onmisbaar. Snelheid van besluitvorming enerzijds en draagvlak anderzijds dienen in balans te zijn. De door de commissie Organisatie en Werking Unie van Waterschappen (Commissie Doornbos) en door het Bestuur overgenomen voorstellen ten aanzien van de besluitvorming en samenwerking binnen de verenigingsstructuur worden verder vormgegeven. In 2013 worden er op het terrein van verenigingsmanagement voorstellen gedaan om, eventueel buiten de reguliere vergaderstructuur om, tegemoet te komen aan de noodzaak om als Unie steeds sneller met een standpunt te komen. Daarnaast houden de portefeuillehouders via de accountgesprekken voeling met de besturen van de individuele waterschappen en in de diverse overlegstructuren wordt het geluid van de waterschappen naar voren gebracht en hun belangen behartigd.
13
Verenigingsstructuur De verenigingsstructuur is de ruggengraat van de vereniging. De verandering van de verenigingsstructuur is in 2012 samen met de waterschappen verder geoptimaliseerd. Het betreft onder andere voorraadagenda's van de commissies ten behoeve van een helder besluitvormingsproces De toegankelijkheid van de vergaderstukken voor alle waterschappers (medewerkers en bestuurders)is met de plaatsing op SharePoint sterk verbeterd. Ook in 2013 zijn de vergaderingen van de commissies zo ingepland dat alle stukken van de commissies in een bepaalde week beschikbaar zijn voor behandeling in het eigen waterschap. Om gesteld te staan voor de toenemende vraag vanuit de waterschappen, de politiek en de maatschappij om als Unie snel met een standpunt of een reactie te komen zal de mandatering van de portefeuillehouder verder worden versterkt. Van mandatering vooraf naar verantwoording achteraf. Tevens zal een structuur voor snelle besluitvorming worden ontwikkeld. Daarnaast zal aan de betrokkenheid van AB-leden en de secretaris directeuren bij vereniging extra aandacht worden besteed. Secretariaat werkgroepen, commissie .bestuur en LV Alle beleidsmedewerkers van de Unie (ongeveer 30 fte) leveren een bijdrage om tot 'gedragen' besluitvorming te komen. Hun inzet resulteert in een stukkenstroom van beleidsnotities, rapporten, en brieven die aan werkgroepen, commissies, bestuur en (veelal) de ledenvergaderingen worden voorgelegd. Om die stukkenstroom in goede banen te leiden en vergaderingen te kunnen faciliteren, heeft elke werkgroep en commissie, alsook het bestuur en de ledenvergadering, een eigen secretaris. Ze faciliteren de totstandkoming van heldere bestuurlijke kaders vooraf en daarna de besluitvorming binnen de Uniestructuur. Ze zorgen voor het opstellen van de agenda, verzamelen van de stukken, het bijwonen van de vergadering, het maken van het verslag en het uitzetten van eventuele acties. Daarbij vindt regulier overleg plaats tussen programmaleiders, secretaris en de portefeuillehouders in de aanloop naar behandeling van stukken in commissies, bestuur en LV. Het overleg met de bestuursdiensten van de waterschappen wordt voortgezet. Ondermeer om de uitkomsten van het klanttevredenheidsonderzoek en mogelijke vervolgacties te toetsen en om tot verdere efficiency in de stukkenstroom en besluitvorming te kunnen komen. SharePoint vervult een belangrijke schakel in de informatievoorziening naar de leden. Waterschapsaccounts De leden van het bestuur zijn als waterschapsaccounthouder aanspreekpunt voor de regio. Zij worden daarbij ondersteund door medewerkers van de Unie. De bestuursleden houden voeding met de besturen van de waterschappen door in elk geval eenmaal per jaar een bestuursvergadering van het waterschap bij te wonen om over bestuurlijke onderwerpen met het bestuurslid van de Unie van gedachten te wisselen. Overleggen Het bestuursprogramma en het Bestuursakkoord Water worden uitgevoerd, onder andere via een gestroomlijnde interne besluitvormingsstructuur. Waterschappen spreken als regel met één mond. De van belang zijnde onderwerpen worden in de daarvoor geschikte gremia geagendeerd ten einde de doelstelling van het doelmatig waterbeheer dichterbij te brengen en de positie van de waterschappen te versterken. Er wordt structureel overleg gepleegd met van belang zijnde departementen en belangrijke koepelorganisaties. Belangrijke koepelorganisaties zijn bijvoorbeeld: VNG, IPO, VNO-NCW, VEWIN, Landbouw- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO), Vereniging Eigen Huis (VEH) etc. Het betreft ongeveer een 40 tal overleggen. Daarnaast is er regelmatig inhoudelijk overleg met Kamerleden.
14
Aangaan nieuw coalities Samenwerking met andere partijen en het aangaan van nieuwe coalities met bijvoorbeeld het bedrijfsleven en andere koepelorganisaties biedt mogelijkheden voor effectief en zichtbaar waterbeheer. De Unie regisseert en verbindt om waar mogelijk (nieuwe) coalities tot stand te laten komen. In 2013 ligt de focus op het aangaan van nieuwe coalities op terrein van innovatie die te vinden zijn in de gouden driehoek (bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen) om de doelstelling van doelmatig waterbeheer dichterbij te brengen (zie ook programma l&l). Om tevens als krachtige sector op dat terrein te kunnen opereren zal de samenwerking tussen de zusterorganisaties Stowa, Het Waterschapshuis en de Unie wordt zowel ambtelijk als bestuurlijk verder versterkt. Het in 2011 vastgestelde bestuursprogramma bevat een 24-tal ambities die doorwerken in concrete acties in de diverse programma's. De voortgang daarvan wordt door het programma Vereniging en Communicatie bewaakt en geëvalueerd en gelet, op de politieke bestuurlijke en economische ontwikkelingen, daar waar nodig geactualiseerd. Het Bestuurakkoord
Water
Het Bestuursakkoord water heeft tot doel om het watersysteem op orde te krijgen en te houden. Eind 2011 is er een groot aantal acties en maatregelen geformuleerd die door de diverse overheden worden op gepakt. De specifiek van belang zijnde acties voor het programma Vereniging en Communicatie zijn het samen met RWS opstellen van een gezamenlijk mobiliteitsplan (actie 39) en op het terrein van onderwijs het versterken van de inspanningen om het onderwijs over water te structureren en te verbeteren. Eind 2013 wordt het Bestuursakkoord Water geëvalueerd. Het programma Vereniging en Communicatie speelt een belangrijke rol in het bewaken van de uitvoering van alle acties uit het bestuursprogramma. Mogelijke knelpunten worden gesignaleerd en voorstellen voor oplossing daarvan geformuleerd. In 2013 ligt de focus de evaluatie van de uitvoering zal zoals overeengekomen in het bestuursakkoord zelf.
15
PROGRAMMAPLAN WATERBELEID Programmaleider: Mark van der Werf Portefeuillehouders: Jan Geluk voor Hoogwaterbescherming, Stefan Kuks voor Waterkwaliteit en Gert Verwolf voor Waterkwantiteit
De werkzaamheden van het programma Waterbeleid hebben tot doel de waterschappen te faciliteren om de Nederlandse regionale waterhuishouding op het gebied van waterkwantiteit, waterkwaliteit en hoogwaterbescherming op orde te krijgen en te houden tegen aanvaardbare prijs. Het speerpunt is om de waterschappen in de Haagse discussies over waterbeheer beter te positioneren. Om doelen te bereiken richt het programma Waterbeleid zich op de beïnvloeding van het beleid en het besluitvormingsproces voor de primaire taken van het waterschap (waterkwantiteit, waterkwaliteit en hoogwaterbescherming). Dit geschiedt via de Unievereniging (themagroepen, werkgroepen en commissies). Hiervoor worden de ministeries (ambtelijk en bestuurlijk), koepelorganisaties, verenigingen, maatschappelijke organisaties, het parlement, maar ook de waterschappen benaderd. De Unie doet dit door te lobbyen in Brussel en Den Haag, door te onderhandelen, door afspraken te maken en convenanten te sluiten. Ook door partijen te stimuleren en te ondersteunen en door de tactische inzet van het ambtelijke, bestuurlijke, politieke en het informele communicatiespoor om beschreven doelen te bereiken. Beleidsmedewerkers, programmaleider en directie zorgen met elkaar voor de implementatie van de inhoudelijke waterbeheer-onderdelen uit het Bestuursprogramma Scherp aan de Wind 2010-2013 en het Bestuursakkoord Waŕer 20112015 (BAW). I n samenspraak wordt er voor gezorgd dat er een duidelijke beschrijving (focus) is van wat de waterschappen en de Unie wil bereiken en binnen welke randvoorwaarden (kaders) dit moet gebeuren. Het programma zorgt verder voor de invulling van de behoefte van beleidsmedewerkers aan verbondenheid met collega's op inhoud, werkwijze en gezelligheid. Het programma zorgt daar om voor inhoudelijke dwarsverbanden binnen de drie inhoudelijke waterthema's van het pro gramma namelijk: Hoogwaterbescherming, waterkwaliteit en waterkwantiteit. Het BAW en het Bestuursprogramma bepalen voor een groot deel de focus van de werkzaam heden. Maar ook lopende zaken, interacties met werkzaamheden uit andere programma's van de Unie en andere waterbeleidsontwikkelingen zijn medebepalend. Hieronder worden voor de 3 thema's de werkzaamheden toegelicht. Waterkwaliteit De Unie probeert met deze activiteiten de waterschappen te helpen de waterkwaliteit verder te verbeteren tegen een aanvaardbare prijs. Het Bestuursprogramma geeft aan dat de waterschappen moeten werken aan het terugdrin gen van agrarische diffuse bron n en en het zorgen voor een verbeterin g van het zuiveri n gsre n de ment. De Unie zet zich met waterschappen in om de agrarische emissies (nutriënten, bestrij dingsmiddelen) verder terug te dringen door hier met de agrarische sector, l&M en EL&I afspra ken over te maken. Waterschappen worden gestimuleerd om zelf zuiveringen te verbeteren in plaats dat verbeterslagen door het Rijk worden opgelegd. De Unie start met een eerste verken ning om Verontreinigingsheffing in te zetten voor lozingen op oppervlakte water vanuit de land bouw.
16
Volgens het BAW moet er een actualisatie en versimpeling van planvorming gaan plaatsvinden (WBP's, SGBP, ORBP's) en moet er een voorstel gemaakt moet worden voor taakoverdracht voor zwemwater. De Unie neemt dit proactief op en maakt voorstellen voor de stuurgroep Doelmatig waterbeheer, liefst samen met RWS en IPO, zodat medio I eind 2013 dit tot besluitvorming leidt. In Bestuursprogramma taat verder dat de waterkwaliteit slimmer gemonitord moet worden. De Unie komt met een voorstel om waterschappen beter inzicht laten krijgen in de toestand van de waterkwaliteit zodat het gesprek met vervuilers kan worden aangegaan. De monitoringsprogramma's worden samen met de waterschappen tegen het licht houden. Er komt naar aanleiding van het BAW een voorstel om op gebied van monitoring verdergaande samenwerking te bereiken tussen RWS en waterschappen. Waterkwaliteit zou meer integraal benaderd moeten worden in plaats van 'een checklijst voor stofjes en normen'. Er zou een landelijk samenhangend waterkwaliteitsbeleid gemaakt moeten worden. De Unie gaat hiervoor actief lobbyen bij het ministerie van l&M en zorgt voor de noodzakelijke afstemming tussen DG-Milieu en DG-Ruimte S Water. De consequenties van het Natuurakkoord maken dat waterschappen worden opgezadeld met extra kosten voor indirecte economische groei (bijvoorbeeld:landbouw mag verder groeien en op snelwegen mag harder worden gereden). Dit zorgt voor extra stikstof emissie die gecompenseerd moet gaan worden door waterpeilopzet in natuurgebieden. De Unie zorgt voor duidelijk standpunten over de KRW-consequenties van de herijking EHS en voor standpunten over hydrologische maatregelen voor de Programmatische aanpak stikstof (PAS). In het Bestuursprogramma staat dat de Unie invulling moet geven aan de lopende activiteiten. Het programma Waterbeleid gaat o.a. inzet leveren voor standpunten over visbeheer, extra prioritaire stoffen, grondwaterkwaliteit, inbreng leveren op de Europese prioritaire dossiers. Minder doen: De Unie gaat minder inzet plegen om het overzicht houden van de voortgang van de KRW-maatregelen en de voortgang van de tweede versie stroomgebiedbeheerplannen. Vooralsnog is er weinig inzet op de technische kant van RWZI's (met uitzondering van grondstof en energie terugwinning). Ook wordt minder gedaan aan Stedelijk waterkwaliteitbeheer. Waterkwantiteit: De Unie stimuleert waterschappen het watersysteem op orde te krijgen en te houden. Dus niet teveel en niet te weinig water. Daarnaast zorgt de Unie ervoor dat het water- en ruimtelijk ordening-domein dichter bij elkaar worden gebracht, zodat waterschappen meer invloed krijgen op ruimtelijke ontwikkelingen. Het BAW, de evaluatie van de Watertoets en delta deelprogramma Nieuwbouw en Herstructurering (dpNH) dragen bij aan het dichter bij elkaar brengen van de domeinen water en ruimtelijke ordening. De Unie stimuleert de waterschappen om meerdere wegen te gaan bewandelen om hun waterdoelen te bereiken. In het Bestuursprogramma staat dat de waterschappen verder invulling moeten geven aan de BAW afspraken. De Unie is bezig met voorstellen om het BAW op hoofdlijnen te integreren in het BAW. De Unie heeft een leidende rol bij de watertoets (evaluatie, watertoetsproces op 3 landelijke structuurvisies) en zorgt dat de lessen uít de evaluatie samen met de BAW-gedachte worden overgenomen in het dpNH. De Unie zorgt voor integratie van de lessen uit het actieprogramma Water en Ruimte en biedt de lerende netwerken (COP's) actief aan aan dpNH. De inzet is verder om de watertoets te borgen in het nieuwe Omgevingswet.
17
Het programma maakt samen met de waterschappen een standpunt over integrale gebiedsvisie en integrale gebiedsopgave om er voor te zorgen dat waterbelangen vanaf het begin worden meegenomen bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Er zal duidelijk worden gemaakt dat waterschappen flexibel genoeg zijn om de gebiedopgave (groen, rood, blauw, maar ook ondergrond/grondwater) centraal te stellen in plaats van vast te houden aan eigen waterbelang. De Unie stimuleert samen met de Stowa de waterschappen om hun wateropgave te herijken volgens een met elkaar afgesproken uniforme werkwijze, de watersysteemtoets. Op die manier uiten waterbeheerders een vergelijkbare ruimteclaim en kunnen daarmee in gesprek gaan met de gebiedspartners over de vraag of potentiële overlast acceptabel is of niet. Het programmamma zorgt voor actieve inbreng en standpuntbepaling in het delta(deel)programma zoetwater. De Unie pleit voor een goede balans tussen hoofdwatersysteem en regionaal watersysteem oplossingen. Daarnaast behartigt de Unie de belangen van waterschappen bij het opstellen van de strategie watervoorraad IJsselmeer. Volgens het BAW moet er een actualisatie en versimpeling van planvorming gaan plaatsvinden (WBP's, SGBP, ORBP's). De Unie neemt dit proactief op en maakt voorstellen voor de stuurgroep Doelmatig waterbeheer over wat er in het Waterbeheerprogramma volgens de waterschappen moet komen te staan. Het Bestuursprogramma spreekt over het voortzetten van lopende activiteiten. Het programma Waterbeleid draagt bij aan verbetering van het beeld en de positie van de waterschappen bij de beslissers. Dat waterschappen dienen een krachtiger uitvoerder te zijn voor de lopende en komende uitvoeringsprojecten (KRW, W B 2 1 , Hoogwaterbescherming). Het programma zet in op de uitvoering van integrale multi-sectorale gebiedprocessen zodat de fysieke ondergrond (water en bodem) medeordenende principes worden. Er zal voor gezorgd worden dat waterschappen de benodigde bevoegdheden houden in omgevingswet. Tevens wordt ingezet op grondwaterbeheer, onder andere door middel van een grondwatervisie, teneinde waterschappen daarin een stap vooruit te laten maken. De inbreng van de waterschappen zal worden gecoördineerd bij eventuele droogte. Minder doen: De Unie gaat minder doen aan stedelijk waterbeheer. De Gedragscode flora en fauna is opgesteld. De landelijke actualiteiten zullen worden gevolgd en eventueel zal worden bijgestuurd op gebied van waterbodem; de inzet loopt echter wel terug. De Unie probeert het NBW-proces op hoofdlijnen, hoe partijen onacceptabele wateroverlast kunnen voorkomen, uit te dragen en focust niet op onderliggende afspraken en deadlines. Hoogwaterbescherming: De Unie oefent invloed uit op het rijksbeleid om de waterschappen in de discussie over hoogwaterbescherming beter te positioneren.
18
In het Bestuursprogramma staat dat de waterschapambities voor het Deltaprogramma met kracht moeten worden uitgevoerd en dat het regionaal watersysteem moet worden meegenomen bij Deltabeslissingen. De Unie stelt daarvoor per generiek deelprogramma (Veiligheid, Zoetwater, Nieuwbouw S Herstructurering en Deltaprogramma met deltabeslissingen) een position paper op en brengt de punten daaruit via beïnvloedinglijnen in. De belangrijkste aandachtspunten zijn: a) Zorgen voor herkenbare deltabeslissingen in het deltaprogramma. b) Zorgen voor een standpunt en actieve beïnvloeding rondom het onderwerp nieuwe normen primaire keringen en de risicobenadering. c) Het delta deelprogramma Nieuwbouw en Herstructurering draagt bij aan het dichter bij elkaar brengen van de domeinen water en ruimtelijke ordening. De Unie streeft er naar dat de lessen uit de evaluatie watertoets worden overgenomen in delta(deel)programma Nieuwbouw S Herstructurering (dp NH). De Unie zorgt voor integratie van de lessen uit het actieprogramma Water en Ruimte en zal de lerende netwerken (COP's) actief aanbieden aan dit deltadeelprogramma. d) Zorgen voor een duidelijk standpunt bij het meerlaags veiligheid concept voor het deelprogramma NH. e) Zorgen dat er een beleidstandpunt komt over windmolens op dijken. Een vervolg daarop is een beleidstuk over wat kan wel en wat niet met dijken. f) Er wordt gezorgd voor een actieve inbreng en standpuntbepaling in het delta(deel)programma zoetwater. Er zal worden gepleit voor een goede balans tussen hoofdwatersysteem en regionaal watersysteem oplossingen. De belangen van de waterschappen worden behartigd bij het opstellen van de strategie watervoorraad IJsselmeer. In het Bestuursprogramm en het BAW staat dat verantwoordelijkheden voor aanleg, beheer en onderhoud van waterkeringen en een deel van het nieuwe hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP) naar de waterschappen overgedragen wordt. Het gaat er om recht te doen aan een evenredige zeggenschap in het nHWBP. De Unie zorgt voor procesbegeleiding van de stukken uit het kernteam nHWBP naar de waterschappen en zorgt voor standpuntbepaling en inbreng daarvan in de stuurgroep nHWBP. Volgens het BAW moet er een actualisatie en versimpeling van planvorming gaan plaatsvinden (WBP's, SGBP, ORBP's). De Unie neemt dit proactief op en maakt voorstellen voor de stuurgroep Doelmatigwaterbeheer over wat er in het Waterbeheerprogramma volgens de waterschappen komt te staan. Voor de R O R is de Unie bezig om te proberen er voor te zorgen dat er voor een door rijk, europa en waterschappen acceptabel ORBP, meteen sobere inhoud, doelmatig tot stand wordt gebracht. Zoals in het BAW staat probeert de Unie de waterschappen te stimuleren met RWS afspraken te maken over overdracht van Areaal. In het Bestuursprogramma wordt gesproken over het voorzetten van lopende activiteiten. Het programma draagt bij aan het streven beeld en de positie van de waterschappen bij de beslissers te verbeteren. Daar bij zal worden benadrukt dat waterschappen een krachtiger uitvoerder zijn voor de lopende en komende uitvoeringsprojecten (KRW, W B 2 1 , Hoogwaterbescherming). De Unie coördineert de landelijke activiteiten van de muskus- en beverrattenbestrijding. De Unie stimuleert de afronding van het VNK-2 programma zodat dit instrument ingezet kan worden om te zorgen voor een doelmatigere uitvoering van het nHWBP. We volgen en beïnvloeden indien nodig het proces van de verlengde 3 toetsing keringen. e
Minder doen: De Unie gaat minder doen aan regionale keringen, kust en kennis. Voor kennis en innovatie zal meer de samenwerking met de STOWA worden gezocht.
19
PROGRAMMA MODERNE OVERHEID Programmaleider: Cathelijn Peters Portefeuillehouder: wordt genoemd bij de diverse onderwerpen
Het programma Moderne overheid draagt eraan bij dat de waterschappen door burgers, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties worden erkend en gewaardeerd als volwaardige medeoverheid die goed toegerust is op zijn taak. Het programma Moderne Overheid houdt zich bezig met de processen die de (kern)taken van de waterschappen ondersteunen. Sleutelwoorden hierbij zijn zichtbaar, krachtig, transparant, doeltreffend, doelmatig, rechtmatig, betrouwbaar en dienstverlenend. Het programma leverteen bijdrage aan het zo goed mogelijk functioneren van de waterschappen. Dit betekent dat namens de waterschappen in Den Haag en Brussel als volwaardige partner wordt meegepraat en meebeslist over zaken die raken aan het zijn van een professionele, moderne overheid. Prioriteiten 2013 Het programma Moderne Overheid kent voor 2013 de volgende prioriteiten: » Doelmatig beheer van (afval)waterketen; » Vergroten van de doelmatigheid, onder andere door de samenwerking tussen waterschappen onderling, en waterschappen en derden, te versterken; « Professionaliseren van de bedrijfsvergelijkingen, monitoring en informatievoorziening; « Aantrekkelijk werkgeverschap. Deze speerpunten sluiten nauw aan bij een aantal thema's uit het Bestuursprogramma, het Bestuursakkoord Water en de Bestuursafspraken. 1. Het programma MO draagt bij aan de volgende thema's van het Bestuursprogramma: Wateropqaven: Krachtige organisaties: Om de wateropgaven te kunnen realiseren moeten de waterschappen kunnen opereren als krachtige, doeltreffende, doelmatige, transparante en dienstverlenende organisaties. Het programma Moderne Overheid draagt hieraan bij door de waterschappen in Den Haag en Brussel door middel van een krachtige lobby als dusdanig zichtbaar te maken en het programma zet zich in op de beïnvloeding van het nationaal en Europees beleid (in samenwerking met het programma l&l) het gaat om zaken die betrekking hebben op de waterschappen als overheidsorganisatie. Samenwerken in de afvalwaterketen (PortefeuiiiehouderGert Verwolf): Het programma zet zich in voor het verder vergroten van de doelmatigheid in de waterketen. Een doelmatig beheer van de waterketen zorgt er niet alleen voor dat de taken worden uitgevoerd tegen de laagste maatschappelijke kosten maar draagt tevens bij aan het verbeteren van de kwaliteit van het oppervlaktewater. April 2010 zijn de Unie en de VNG gestart met het landelijk project Samenwerking afvalwaterketen dat als uiteindelijk resultaat moet leiden tot een besparing van C 380 miljoen in de afvalwaterketen vanaf 2020. De afspraken tussen de VNG en de Unie zijn integraal opgenomen in het Bestuursakkoord Water. Acties 23 t/m 29 uit het BAW worden door de Unie en VNG gezamenlijk opgepakt om dit te realiseren. Kernbegrippen van de inzet vanuit de Unie zijn faciliteren (juridisch, communicatie en kennis), stimuleren en monitoren. In 2013 zal regie worden gevoerd op de feitelijke implementatie van deze verstrekkende optimalisatie in de keten. Stap 2 van de interventieladder zal worden uitgevoerd: visitaties. Deze visitaties worden voorbereid door bij alle 60 regio's informatie op te vragen en onafhankelijk te laten toetsen. Hiervoor wordt 20
een regionaal toetsingskader toegepast. Vervolgens worden in 2014 bezoeken gebracht aan de achterblijvende regio's. Voor de voorbereiding van de visitaties verhoogt de Unie samen met de VNG het gezamenlijk projectbudget. De kracht van de waterschappen Doelmatig waterbeheensamenwerken (Portefewiiehouder.Huub Hieltjes): het implementatieprogramma Storm zal moeten worden uitgevoerd. Deze doelstelling raakt het programma Moderne Overheid waar het gaat om kostenbesparingen en verbeteringen van efficiency, meer samenwerking tussen waterschappen en strategische partners en het verbeteren van de zichtbaarheid en het imago van de sector. Binnen de scope van Moderne Overheid zijn er afspraken gemaakt over het versterken van de samenwerking op het gebied van inkoop en aanbesteden, HRM, ICT, administratieve processen, belastingen, crisisbeheersing, bedrijfsvoering en e-overheid. Deze afspraken zullen met de waterschappen moeten worden ingevuld en uitgewerkt. Ook wordt gekeken naar samenwerkingsvormen met de regionale diensten van RWS om meer gezamenlijk op te trekken als waterbeheerders in de regio. Het programma Moderne overheid faciliteert, ondersteunt, communiceert en monitort deze afspraken. Bedríjfsvergelijkingen (PortefeuiiiehouderHuub Hieltjes): De roep om transparantie en de behoefte aan informatie nemen alleen maar toe. Ook uit het Bestuursakkoord Water komt weer een extra behoefte aan informatie en dus monitoring voort. Het programma MO draagt er zorg voor dat deze extra behoefte wordt ingevuld binnen de huidige jaarlijkse uitvraag voor Waterschapspeil en Waterschapsspiegel zodat de toenemende behoefte aan informatie niet leidt tot extra inspanningen van de waterschappen op dit terrein (zie voor verdere inzet 2013: monitoring en bedríjfsvergelijkingen). De kracht van de Unie Aantrekkelijk werkgeverschap (Portefeuillehouder: Gerard Doornbos): Het programma MO zet zich in om de waterschappen te positioneren als aantrekkelijk werkgever. De waterschappen moeten blijvend kunnen beschikken over gekwalificeerde en betrokken medewerkers om met hen de grote opgaven, waarvoor zij zich gesteld zien, in te vullen. Het programma MO zet zich hiervoor in door met de vakorganisaties een toekomstbestendige CAO af te sluiten en deze uit te voeren en door invulling te geven aan de visie op arbeidsmarktcommunicatie. Kernbegrippen voor onze inzet op dit dossier zijn: in verbinding staan, van buiten naar binnen (goede voorbeelden andere sectoren, bevorderen verdergaande samenwerking), aansluitend en inspelend op toekomstige behoeften van de waterschappen. 2. Het programma MO is voor het Bestuursakkoord vooral actief op waterketen,slim combineren (crisisbeheersing, inkoop en aanbesteding, samenwerking belastingen, investeren in menselijk kapitaal), monitoring en bedrijfsvergelijking Transparant over de voortgang: Monitoring en bedríjfsvergelijkingen (PortefeuiiiehoudenHuub Hieltjes): in het BAW staat verwoord dat er transparantie zijn over de voortgang van de uitvoering van het BAW. Eind 2013 wordt het BAW geëvalueerd. Er zal monitoring plaatsvinden over de voortgang en hier zal jaarlijks over worden gerapporteerd in Water in beeld. Ook is afgesproken dat jaarlijks gerapporteerd wordt over de lokale lastenontwikkeling en is afgesproken dat driejaarlijks benchmarks zullen worden gecontinueerd. Het programma Moderne Overheid geeft hieraan invulling door twee keer per jaar de benodigde gegevens uit te vragen bij de waterschappen. Jaarlijks wordt een boekje uitgebracht met informatie over de waterschapsbelastingen (waterschapspeil light), tweejaarlijks wordt een totaaloverzicht gegeven van de prestaties van waterschappen d.m.v 'waterschapspeil' en 'waterschapsspiegel' en daarnaast worden de verschillende bedríjfsvergelijkingen gefaciliteerd. Waterschapspeil en de bedríjfsvergelijkingen zijn bedoeld om transparantie zijn over het waterschapswerk, om verantwoording af te leggen, om inzicht te krijgen in het eigen functioneren en daarvan te leren en zodoende de bedrijfsvoering te verbeteren. Er worden vier doelgroepen onderscheiden: externe belanghebbenden, waterschapsbestuurders, directie/management van waterschappen en de experts op de werkvloer. Transparantie en verant21
woording is vooral verbonden aan WaterschapspeilZ-spiegel en bedient de externe belanghebbenden en bestuurders. Externe belanghebbenden krijgen inzicht in de doelstellingen en kosten van het waterbeheer en bestuurders van een waterschap kunnen kijken hoe de ambities van hun waterschap zich verhouden met de ambities van andere waterschappen. Het leren en verbeteren is vooral gerelateerd aan de bedríjfsvergelijkingen en bedient hoofdzakelijk de waterschapsorganisaties. Een derde, afgeleid doel is het positioneren van de waterschapssector als moderne, professionele, vernieuwende organisaties die efficiënt met de beschikbare middelen omgaan. Hierín wordt nauw samengewerkt met het programma V&C. In 2013 verschijnt er weer een nieuwe bedrijfsvergelijking zuiveringsbeheer en een bedrijfsvergelijking onderhoud kunstwerken. Het databeheer van de BVZ zal vanaf 2013 worden beheerd en onderhouden door Het Waterschapshuis. De rapportages Waterschapspeil, Waterschapsspiegel en de bedríjfsvergelijkingen zullen voor de waterschapssector de belangrijkste input leveren voor de evaluatie van het BAW die eind 2013 moet zijn afgerond. Hiermee wordt er voor gezorgd dat de waterschappen niet onnodig worden belast met extra uitvraag van gegevens. Doelmatig beheer van de waterketen (Portefeuillehouder: Gert Verwolf) Zie voor de inzet op dit dossier in 2013 de tekst onder Bestuursprogramma: Samenwerken in de afvalwaterketen. Werkzaamheden slim combineren Organisatie crisisbeheersing (Portefeuillehouder: Jan Geluk) De waterschappen zullen in nauwe samenwerking met RWS invulling geven aan de afspraken die in het BAW zijn gemaakt over crisisbeheersing. Netcentrisch werken (een multidisciplinaire werkwijze die ervoor zorgt dat alle betrokkenen snel en gelijktijdig hetzelfde, actuele beeld van een crisissituatie hebben) zal verder worden uitgerold. Net netcentrisch werken draagt bij aan verbeterde informatievoorziening bij crisisbeheersing. Er zal een platform worden ingericht waar de waterschappen ervaringen delen, afspraken maken over een uniforme aanpak die aansluit bij de landelijke, netcentrische werkwijze van de veiligheidsregio's, met een planning die het waterschap past. De adviesgroep crisisbeheersing, bestaande uit de calamiteitencoördinatoren van de waterschappen, geeft invulling aan de visie op crisisbeheersing. De Unie participeert in de Stuurgroep Management Overstromingen (SMO). De SMO streeft ernaar om de samenwerking tussen de waterschappen en Rijkswaterstaat te versterken, en daarmee een verbetering van de crisisbeheersing binnen de waterkolom rond de dreiging van overstromingen te realiseren. Inkoop en aanbesteding (Pońefeuillehouder.Huub Hieltjes) Er wordt invulling gegeven aan verdergaande samenwerking met RWS op het terrein van I n koop en aanbesteden. Er zijn vijf kansrijke terreinen benoemd waarop deze samenwerking ver der uitgebouw gaat worden: inkoop (o.a. baggerwerken), assetmanagement, meetnetten, ener gie en arbo, veiligheid en milieu. I n 2013 ligt met het project Professionalisering inkoop en aan besteden waterschappen de focus op doelmatigheid: door professionalisering en samenwerking geld besparen. I n 2013 zal ingezet worden op de volgende zaken: innovatief aanbesteden (in samenwerking met l&l), ontwikkelen inkooppakketstrategie, pakketspecialisten (gedeelde ken nis), verbeterde communicatie en coördinatie gezamenlijk inkoop. Belastingheffing en in vorderin g (Portefeuillehouden Huub Hieltjes) De Unie werkt samen met de VNG aan het verder bevorderen van de samenwerking tussen waterschappen en gemeenten bij het heffen en invorderen van belastingen. Dit met name op het terrein van het wegnemen van (wettelijke) belemmeringen en op het terrein van informatie voorziening en communicatie. Doei hiervan is om de kwaliteit verder te verbeteren, de kwets baarheid van de organisatie te verkleinen en de perceptiekosten zoveel mogelijk te verlagen.
22
Investeren in menselijk kapitaal (Portefeuillehouder.Gerard Doornbos) In 2013 wordt gezamenlijk met het programma V&C invulling gegeven aan de Visie en strategie Arbeidsmarkt 2020. Met het doel om ook in de toekomst voldoende gekwalificeerde medewerkers aan de waterschappen te kunnen binden wordt ingezet op het verbeteren van de bekendheid van en kennis over de waterschappen. Dit begint al op jonge leeftijd. De aanbevelingen van de stuurgroep watereducatie zullen worden opgevolgd. Er zal worden ingezet op het stimuleren van de populariteit van bèta onderwijs. Gezamenlijk (ook met het bedrijfsleven) zullen inspanningen worden geleverd om het bestaande wateronderwijs te structureren en te verbeteren. De allianties met de watersector (o.a. RWS) worden verder versterkt. Daarnaast zal worden ingezet op het zijn van een aantrekkelijk werkgever. De arbeidsvoorwaarden van de waterschappen zullen moeten blijven aansluiten bij de wensen en behoeften van de toekomstige medewerker van een waterschap (zie boven). 3. Het programma MO werkt actief met het Rijk, VNG en IPO aan de volgende onderwerpen uit de Bestuursafspraken 2011-2015. Werken
bij de overheid
(Portefeuillehouder. Gerard Doornbos):
Rijk, IPO, VNG en UvW spannen zich in voor goed werkgeverschap en richten zich daarbij in het bijzonder op: "
De arbeidsmarkt voor overheidspersoneel (mobiliteit). Mobiliteit verbetert de aansluiting tussen vraag en aanbod, kan helpen overschotten en tekorten beter te verenigen, kan bijdragen aan vergroting van de bestuurskracht en geeft werknemers meer mogelijkheden tot professionele groei. Samen met het Rijk, IPO en VNG wordt inzet gepleegd om de arbeidsmobiliteit tussen de verschillende sectoren te bevorderen. » Een veilige publieke taak voor personeel en politieke ambtsdragers. " Het vergroten van de efficiëntie door het verhogen van de arbeidsproductiviteit. » De professionaliteit van het personeel en de integriteit van de ambtelijke medewerkers en de politieke ambtsdragers in het openbaar bestuur (en het monitoren hiervan). Deze afspraken uit de bestuursafspraken moeten nog nader worden ingevuld en zijn nu nog weinig concreet. Duidelijk is dat hier aandacht aan besteed zal moeten worden maar nog niet duidelijk hoeveel inzet dit zal vergen. Verminderen van regeldruk (PortefeuiilehoudenHuub Hieltjes): De waterschappen hebben zich net als het Rijk, gemeenten en provincies verbonden om de administratieve lasten voor burgers en bedrijven met minimaal 5Vo per jaar te verminderen. Hiertoe is een uitvoeringsagenda opgesteld. De vermindering van regeldruk gaat samen met een verbeterde dienstverlening. Binnen het Programma MO wordt hier met de waterschappen hard aan gewerkt. De monitoring van deze afspraak zal via de jaarlijkse uitvraag van Waterschapspeil plaatsvinden. De waterschappen hebben in 2011 een eigen Visie op dienstverlening opgesteld. I n 2012 is hiervoor een implementatieplan opgesteld. In 2013 zal gestart worden met de implementatie van een set van minimale servicenormen voor alle waterschappen. Financieel economische dossiers (Portefeuillehouder: Huub Hieltjes) Door de val van het kabinet is het op moment van schrijven onduidelijk of de Wet Houdbare Overheidsfinanciën begin 2013 al van kracht zal zijn. Wat wel duidelijk is, is dat de wet, meer in het bijzonder de afspraken die in 2012 over de beheersing van het EMU-saldo zijn gemaakt, in 2013 gevolgen hebben voor de waterschappen en de Unie. De waterschappen zijn gevraagd hun begrotingen 2013 zo veel mogelijk in overeenstemming te brengen met de afspraken en begin 2013 wordt duidelijk hoe dit uitpakt. Conform het afgesproken beheersingsmechanisme wordt dit een onderwerp waarover bestuurlijk zal worden gesproken. Begin 2013 zullen ook afspraken met het nieuwe kabinet moeten worden gemaakt over de ruimte in het EMU-saldo van de waterschappen in 2014 e.v. De waterschappen zullen hierop moeten inspelen en de Unie zal hiervoor, zo veel mogelijk in samenspraak met het Rijk en de andere decentrale overheden, handreikingen doen. De informatievoorziening van de waterschappen over het EMU-saldo aan 23
het CBS (6 rapportages per jaar) zal in 2013 verbeterd moeten worden. Het rijk wil dat het schatkistbankieren in 2013 verplicht wordt voor de decentrale overheden. Ondanks dat de Unie, samen met VNG en IPO, zal lobbyen om dit voornemen van tafel te krijgen, moet er rekening mee worden gehouden dat schatkistbankieren realiteit wordt. De Unie zal zich inzetten voor een zo praktisch mogelijke toepassing, opdat de administratieve lasten zo beperkt mogelijk zuilenzijn. Zowel in het Bestuursakkoord Water (BAW) als de Bestuursafspraken 2011-2015 zijn afspraken gemaakt over de ontwikkeling van de lokale lasten en het monitoren daarvan. De belastingen van de waterschappen krijgen aandacht in zowel de monitor van het BAW (die deels wordt gepubliceerd in Water in Beeld) als in de nieuwe lokale lastenmonitor die door onder aanvoering van het ministerie van BZK wordt ontwikkeld. De Unie is bij beide trajecten betrokken en zorgt voor een zo uniform mogelijke benadering in beide monitors. De Unie zorgt tevens voor het zo mogelijk goed belichten van de doelmatigheidswinst die de waterschappen in het kader van het BAW bereiken. Ook op andere dossiers van financieel-economische aard blijft de Unie in 2013 de belangen van de waterschappen in 'het Haagse' behartigen. Dit geldt voor onderwerpen zoals Wet Fido, rechtmatigheid, verslaggeving, markten overheid, vpb-plicht. Deze belangenbehartiging vindt onder andere plaats in gremia zoals de BZK-werkgroep Fido, de BZK-commissie BBV (verslaggeving en rechtmatigheid), het Kernteam, het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen het OverhedenOverleg en alle voorbereidende overleggen voor deze platforms. De werkgroep Middelen fungeert als dossierteam om input te verzorgen op de financieeleconomische dossiers die in Brussel spelen, zoals aanbestedingen, mededinging, de diensten van algemeen belang, PPS etc. E- overheid
(Portefeuillehouder: Jan Geluk)
Rijk en mede-overheden willen de kwaliteit van dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen handhaven en waar mogelijk verbeteren. Gebruik van de e-overheid is hiervoor randvoorwaardelijk. Dit leidt tot een compacte overheid: die efficiënt werkt en zo dicht mogelijk bij de burgers staat. Het Programma MO zet zit zich met de waterschappen en Het Waterschapshuis in voor de implementatie van het Nationaal uitvoeringsprogramma e-overheid (NUP). Belangrijke bouwstenen hiervoor zijn de basisregistraties (zoals de Basisregistratie Grootschalige Topografie, het Nieuw Handelsregister, de Basisregistratie Ondergrond en de Basisregistratie Adressen en Gebouwen) en de basisvoorzieningen zoals Mijnoverheid.nl. Door al bekende gegevens binnen de overheid met elkaar te delen, kan de overheid efficiënter opereren en de dienstverlening verbeteren. Zo hoeft een burger of bedrijf bepaalde gegevens niet steeds opnieuw aan te leveren, maar volstaat één melding. Om de gegevens te kunnen delen, zet de Nederlandse overheid een Stelsel van Basisregistraties op. Er zijn 13 basisregistraties, die samen het Stelsel van Basisregistraties vormen. De 13 basisregistraties wisselen onderling gegevens uit. In het NUP hebben de overheden met elkaar afgesproken dat voor het beheer van deze essentiële registraties alle overheden een bijdrage leveren in de vorm van budgetfinanciering. Dit houdt in dat naar rato van gebruik de waterschappen een vast bedrag per jaar betalen voor het gebruik van een basisregistratie. Eind 2012 en in het begin van 2013 zal naar aanleiding van het rapport ' Wie van de drie' een nieuwe discussie gevoerd worden over budgetfinanciering. Naast de basisregistraties zijn de waterschappen ook bezig met het elektronisch publiceren van bekendmakingen en de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen. In 2013 zal ook aan het onderwerp informatiebeveiliging en cybercrime de nodige aandacht worden besteed.
24
4. Overig: Naast onderwerpen die een plek hebben gekregen in het BP, het BAW of de BA voert het programma MO nog andere werkzaamheden uit. Waarderìngskamer
(Portefeuillehouder: Huub Hieltjes)
De Waarderingskamer, een zelfstandig bestuursorgaan met een publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid, bevordert in de rol van toezichthouder het vertrouwen in een juiste uitvoering van de Wet WOZ. De waterschappen dragen voor een vierde deel bij aan de apparaatskosten en participeren met de Unie in verschillende commissies (regelgeving en controle, gegevensuitwisseling). Jaarlijks is er een bestuurlijk WOZ-overleg met de bewindspersonen van Financiën en BZK. In 2013 zullen de belangrijkste thema's zijn: de Landelijke Voorziening WOZ, de openbaarheid van de WOZ-gegevens en het vertrouwen van de burger in de WOZ, het toezicht op de uitvoering door gemeenten en samenwerkingsverbanden. Geoinformatie
(Portefeuillehouder: Jan Geluk)
De waterschappen hebben een groot belang bij geo-informatie, omdat een groot deel van hun informatie een topografisch element heeft. De Unie van Waterschappen verzorgt de lobby en belangenbeharing in de Haagse gremia op dit vakgebied. De input hiervoor wordt geleverd door de subwerkgroep geo-informatie. De subwerkgroep haakt aan bij de landelijke ontwikkelingen op het gebied van geo-informatie en zorgt voor vakinhoudelijke coördinatie, de professionalisering van het geo-werkveld en het opstellen van adviezen voor bestuur en andere overleggen. Op dit dossier wordt nauw samengewerkt met HWH. HWH is de uitvoerder van een aantal belangrijke geoprojecten van de waterschappen (AHN, beeldmateriaal). Wegbeheer
(Portefeuillehouder: Jan Geluk)
De Unie faciliteert de kennisuitwisseling tussen de wegbeherende waterschappen. De Unie fungeert als vraagbaak en makelaar tussen waterschappen en kennisorganisaties op beheer en mobiliteitsvraagstukken. Het optimaal functioneren als koepelorganisatie vraagt om het opbouwen en in stand houden van contacten met andere koepelorganisaties, rijksoverheid, kenniscentra (innovatie en onderzoek). De Unie behartigt de belangen van de wegbeherende waterschappen in het bestuurlijk overleg van het verkeersdepartement. De Unie zorgt in 2013 voor een afgestemd standpunt inzake de evaluatie van de Wet herverdeling wegenbeheer in 2013. Minder of niet Omdat prioriteit gegeven zal worden aan de extra acties die voortkomen uit het Bestuursakkoord en Bestuursprogramma kan binnen het programma MO in 2013 geen of slechts zeer beperkt tijd worden besteed aan de onderstaande onderwerpen: In zijn algemeenheid zal binnen het programma minder tijd beschikbaar zijn voor de ondersteuning bij implementatie en uitvoering van beleid (bijvoorbeeld op het gebied van dienstverlening, CAO, inkoop en aanbesteden, Europees beleid). Bovendien zal er minder tijd beschikbaar zijn voor de inhoudelijke (advies)rol vanuit de Unie naar de sector. De focus en tijdsbesteding komt te liggen op de meer strategische lobby en netwerkrol. De (ambtelijke) inzet van de Unie in de Waarderingskamer zal worden beperkt. De inbreng van de LV W O Z zal door de waterschappen worden ingevuld. De inzet van de Unie op het dossier dienstverlening zal worden beperkt Financieel economische dossiers: SEPA (naar 1 Europese betaalmarkt: NWB), Staatssteun (Kenniscentrum Europa Decentraal heeft veel kennis hierover), Rekenkamers, BTW compensatiefonds (blijven bij ingenomen standpunt), Waterprijsbeleid (kiezen voor beperkte bijdragen en invulling door Unie met Kosten baten Waterbeheer: KBW, de discussie rondom Vennootschapsbelasting en PPS.
25
PROGRAMMA INNOVATIE EN INTERNATIONAAL Programmaleider; Sonja Timmer Brand Portefeuillehouder: Stefan Kuks (Innovatie), Gerard Doornbos (Internationaal) en Gert Verwolf voor onderdeel klimaatakkoord
Doel Het programma Innovatie en Internationaal verkent, agendeert, beïnvloedt en stimuleert nieuwe onderwerpen, Brusselse dossiers en thema's om kansen te creëren voor de dagelijkse praktijk van het waterbeheer, zodat waterschappen nationaal en internationaal goed geëquipeerd zijn voor toekomstige uitdagingen en zich kunnen positioneren als een innovatieve en toekomstgerichte waterbeheerder en op samenwerking gerichte medeoverheid. Zichtbaarheid.verbinden, flexibel zijn kernwoorden die het programma karakteriseren. Voor 2013 heeft Innovatie en Internationaal de volgende speerpunten: 1) Innovatieplatform - topsector water 2) Duurzaamheid 3) Europese beleidsontwikkeling en belangenbehartiging 4) Focus internationale samenwerking op bepalend (inter)nationaal beleid (Water Mondiaal, Water OS, Water 2020) Deze speerpunten sluiten nauw aan bij een aantal thema's uit het bestuursprogramma en het bestuursakkoord water. Het programma l&l draagt bij aan de volgende thema's van het bestuursprogramma. Thema de kracht van de waterschappen via de Topsector Water, innovatieplatform van de Unie, lobby Bureau Brussel. Thema innovatie oplossingen via het innovatieplatform van de Unie, actieve deelname Topsector Water, uitvoering Klimaatakkoord, Lokale Klimaatagenda, Energiefabriek, Groen Gas Nederland, Nutriëntenplatform, Ketenakkoord Fosfaat, kennisagenda, Grondstoffenfabriek, het Europees Innovatieplatform Water en (internationale evenementen. Thema de kracht van de Unie via lobby Bureau Brussel en Topsector Water. Kennis en Innovatie (Innovatieplatform-Topsector Water) De ledenvergadering heeft in december 2011 ingestemd met de visie op innovatie. Dit beslaat verschillende onderdelen die in 2013 verder worden uitgebouwd en opgepakt, waaronder in ieder geval het innovatieplatform van de Unie. Het innovatieplatform is in 2012 gestart en bouwt verder uit in 2013. Het platform is een inspirerende omgeving waar innovatieve ontwikkelingen in gang worden gezet en waar deze ontwikkelingen door afstemming en bundeling van separate initiatieven massa krijgen. Het platform is gericht op de toekomst van de waterschappen als collectief. STOWA is lid van het platform en vormt de koppeling tussen kennis en de dagelijkse praktijk. Kennisvragen en de implementatie en doorontwikkeling van innovatie bespoedigen is het doel. Het platform bepaalt zelf de thema's waar het op in zet, ondersteunt door het Uniebureau dat de reflectie van de Haagse ontwikkelingen verzorgt. De contacten met de wetenschap en het bedrijfsleven worden versterkt. Het programma l&l en de waterschappen zijn een betrouwbare gesprekspartner voor de Topsector Water en de ministeries van EL&I en l&M. De Unie bewaakt de invulling van het innovatiecontract Deltatechnologie. De Unie heeft regelmatig overleg met de programmadirectie Topsector Water/ Water Mondiaal I Water OS bij het l&M. Bestuurlijk is de Unie vertegenwoordigd in de kernteams Deltatechnologie en Watertechnologie. Vanuit de business cases Building with Nature, Flood Control 2100, Digitale Delta en Proeftuin NL wordt de rol van de waterschappen voor de regionale opgave - launching customer - kennismarkt ingevuld. Het programma Waterbeleid geeft de inhoudelijke kaders mee voor Building with Nature, Flood Control 2100. 26
Vanuit het programma l&l wordt ingezet op verbreding van de positie van de waterschappen in Den Haag, door in ieder geval het contact met het ministerie van EL&I uit te bouwen en daarbij in te zetten op het economisch belang van waterschappen voor de thuismarkt en voor de export, op het regionaal belang van waterschappen voor innovatiegerichte experimenteerruimte, op het regionaal belang van waterschappen bij het verbinden van water met landbouw, natuur, landelijk gebied, of kort gezegd de regiofunctie, die vanouds voor het ministerie van LNV van belang was maar die wordt verbreed met economische zaken. De relatie met VNO-NCW en Bouwend Nederland die in 2012 is gestart wordt versterkt.Er wordt gewerkt aan een multiplierstudie wat de regionale economische waarde van de waterschappen in een helder kader weergeeft. Waterschappen zijn n.l. actief in een regionale hub. Dit wordt gebruikt in de Haagse lobby. Waterschappen worden gestimuleerd om buiten de kaders te werken en strategische nieuwe allianties aan te gaan. Bij samenwerking ontstaan innovaties op het snijvlak van waterbeheer, duurzame energiewinning, watertechnologie en inrichting van de openbare ruimte. Tot slot is de Unie een volwaardige partij in landelijke kennis- en innovatienetwerken (Innovatieberaad l&M, Innovatie-Estafette, Raad voor Deltaonderzoek en Kennisplatform Water). Klimaat en Energie (duurzaamheid) De Unie zet stevig in op duurzaamheid. Dit beslaat een breed palet, waaronder het Klimaatakkoord, de Lokale Klimaatagenda, het Ketenakkoord Fosfaat, Nutriëntenplatform, Meerjarenakkoord Energie-efficiency 2001-2020 (MJA3), de Energiefabriek en de Grondstoffenfabriek. Voor MJA3 wijzigt de focus naar een strategische lange termijn discussie over zuivering (routekaart SenterNovem, task force waterketen). Voor het klimaatakkoord ligt het accent op implementatie door waterschappen en uitdragen van goede voorbeelden. Het klimaatakkoord is aangevuld met de in 2011 ondertekende Lokale Klimaatagenda die doorwerkt tot 2020, opdat waterschappen invulling kunnen geven aan de daar gestelde ambities. Ondersteuning vanuit AgentschapNL is daar een onderdeel van. De Energiefabriek bewijst dat waterschappen zich bewust zijn van de innovatieve mogelijkheden in hun werkveld in de waterketen. Er wordt gewerkt aan een convenant waarbij alle waterschappen zich committeren om bij renovatie van een rwzi of een nieuw te bouwen rwzi er voor te kiezen energieneutraal te zijn. Het Ketenakkoord Fosfaat loopt door tot eind 2013. Het akkoord dient meerdere doelen, zoals het sluiten van de fosfaatkringloop, maar ook vermindering van effecten op het oppervlaktewater, minder diffuse lozingen. Er is een nauwe relatie met de Grondstoffenfabriek; de kans om vanuit afvalwater stoffen te halen om te vermarkten. Het concept Grondstoffenfabriek is in 2011 tijdens de Innovatie-estafette gelanceerd tijdens de TedXBinnenhof in juni 2012, en het business plan wordt in 2013 verder uitgewerkt. In 2011 is de Unie 'founding father' geweest van het nutriënten platform. In 2012 is de Unie toegetreden tot de stuurgroep van het nutriëntenplatform. Het doel van het platform is om waterschappen naast 'blauw' ook als 'groen' te positioneren. Waterschappen zijn een moderne, innovatieve en duurzame overheid en hebben de potentie om de meest duurzame overheid te worden. Er is een link met Bureau Brussel vanuit het Nutriëntenplatform om Europese regelgeving te beïnvloeden, zoals de Revision Fertilisation Regulation. De International Water Association (IWA) heeft aangeboden om de Energiefabriek met gelijksoortige Europese spelers op te pakken en te verkennen of er een Europees project met Europese financiering mogelijk is. Dit brengt het concept Energiefabriek, en vragen die leven bij het opereren op de markt, op een Europees niveau. Het thema duurzaamheid in brede zin heeft een sterke relatie met het programma Moderne Overheid (aanbesteden, interne organisatie van de waterschappen) en Waterbeleid (relatie water-landbouw).
27
Europese beleidsontwikkeling en belangenbehartiging Door middel van Bureau Brussel (3 medewerkers), de gezamenlijke vertegenwoordiging van de Unie van Waterschappen en VEWIN bij de instellingen van de Europese Unie, geeft de Unie van Waterschappen invulling aan deze verantwoordelijkheid. Verder is een medewerker gedetacheerd bij de Europese Commissie die zich richt op de ontwikkeling van een Europees Innovatieplatform Water. Bureau Brussel heeft een nauwe interactie met het onderdeel Innovatie van het programma l&l. Op strategische momenten wordt de Energiefabriek gepromoot bij de Brusselse instanties om het pad te effenen bij het wegnemen van belemmeringen om vervolgens kansen te kunnen creëren. De betrokkenheid en inbreng van de waterschappen is nodig voor het voeren van een effectieve belangenbehartiging. Waterschappen leveren via het dossierteam (pro)actief relevante informatie aan en worden nauw betrokken bij het tot stand komen van de inhoudelijke positiebepaling op Europese dossiers. Daarnaast zijn waterschapsmedewerkers actief in Nederlandse interbestuurlijke dossierteams en in de werkgroepen van de Europese koepels. Jaarlijks stelt Bureau Brussel een werkplan op met prioritaire dossiers (o.a. richtlijn prioritaire stoffen, GLB, aanbesteden) welke bestuurlijk wordt geaccordeerd. Alle Brusselse prioritaire dossiers worden door het bestuur van de Unie op inhoud verdeeld over de unie werkgroepen en commissies om zorg te dragen voor een goede inhoudelijke discussie en positiebepaling. De inhoudelijke kennis komt vooral vanuit het programma Waterbeleid (landbouw - prioritaire stoffen - waterschaarste etc.) Bureau Brussel richt zich naast de water en milieu dossiers ook op financieel economische dossiers, het programma Moderne Overheid geeft daarvoor de inhoudelijke input. De Unie zoekt actief naar nauwe samenwerking met de nationale vakdepartementen op het gebied van de Brusselse prioritaire dossiers, met als doel beter invulling te kunnen geven aan de Haagse component van de Brusselse lobby. Hiertoe is nauw contact tussen Bureau Brussel met het programma Verenigingszaken en Communicatie. Het programma l&l heeft ook een directe relatie met de griffie voor de vaste Kamercommissie van Europese Zaken in de Tweede Kamer. Bureau Brussel onderhoudt een goed functionerend netwerk met de leden van het Europees Parlement, de ambtenaren van de Europese Commissie en overige relevante stakeholders. Voorts is er een actieve inzet in de Europese koepelorganisaties (European federation of national associations of drinking water suppliers and waste water services - EUREAU; European Union of Water Management Associations - EUWMA en European Water Association - EWA; European Centre of Employers and Enterprises providing pubic services - CEEP). Deze koepels zijn van groot belang omdat het de mogelijkheid creëert om door een actieve inzet de Nederlandse als ook een Europese positie naar voren te brengen in Brussel, waarmee de impact van de positie wordt versterkt. Voorts bezoekt Bureau Brussel regelmatig waterschappen en organiseert het bezoeken van waterschappen aan Brussel. Internationale en Europese beleidsontwikkeling (met focus op internationale samenwerking op bepalend (internationaal beleid (Water Mondiaal, Water OS, Water 2020) Vanaf 2012 treden waterschappen meer als sector naar buiten op de vijf delta's en een aantal prioritaire landen. Er is grotendeels aangesloten bij keuzes vanuit het Rijk. Daardoor kunnen eenvoudiger allianties ontstaan en kunnen waterschappen kennis halen en brengen. Het internationaal beschikbaar stellen van de specifieke kennis en kunde van de waterschappen wordt tot op zekere hoogte tot de maatschappelijke verantwoordelijkheid en taak van het waterschap gerekend. Internationale samenwerking kan bovendien in sterke mate bijdragen aan de voortzetting van strategische kennisontwikkeling van de waterschappen en het werken aan innovatieve methoden om met nieuwe uitdagingen om te gaan. Via internationale samenwerking promoten de waterschappen het model van decentraal waterbeheer. Wederkerigheid is troef. Er wordt verder gewerkt aan het opzetten van een kennispool van waterschappers om de bundeling op internationale samenwerking verder vorm te geven en capaciteit te bundelen en te delen. De kennispool heeft een relatie met arbeidsmarkt - VNO NCW. 28
In 2013 worden de prioritaire landen 'langs de meetlat' gelegd om te beoordelen aan de hand van criteria of de focus op internationale samenwerking concreet gestalte krijgt. Door de Commissie Internationaal zullen desgewenst besluiten worden genomen over nadere prioritering of uitbreiding van het aantal landen. De focus op internationale samenwerking behelst een nauwe samenwerking met de ministeries van BUZA, EL&I, l&M, het NWP, Partners voor Water, VNG international, NGO's, STOWA, Vewin en haar achterban, kennisinstituten en Europese organisaties. Vanaf 2011 is geïnvesteerd in contacten met de OESO, resulterend in een studie van de OESO naar multilevel governance in OESO landen, waaronder Nederland. Dit krijgt een vervolg in de vorm van een indepth-study waarin Nederland (Unie en het ministerie van l&M) aan OESO vraagt om een nadere analyse te doen naar het Nederlandse waterschapsmodel - het bestuursakkoord water - klimaat voor innovatie. In 2013 is deze studie gereed en wordt deze gebruikt richting Nederlandse politiek - ondernemers - departementen en internationaal. De Unie van Waterschappen is betrokken bij toonaangevende (inter)nationale gremia, zoals de Stockholm Wereld Water Week.'de Internationale Water Week 2013. De Unie van Waterschappen geeft ondersteuning bij grensoverschrijdende evenementen en overleggen. Primair zijn waterschappen actiefin de commissies van de Rijn, Maas, Schelde en Eems. Het Bestuursprogramma en het bestuursakkoord krijgen de volle aandacht en prioriteit van het Uniebureau. Dit betekent keuzes maken en voor 2013 houdt dit in dat het programma l&l niet meer of minder inzet op: » Kennis. Hiertoe worden met STOWA afspraken gemaakt over invulling en vertegenwoordiging. » Ruimtelijke ordening. In 2012 is het actieprogramma Water en Ruimte vervlecht met het onderdeel Nieuwbouw en Herstructurering vanuit het Deltaprogramma. Zie ook het onderdeel Gebiedsontwikkeling bij het programma Waterbeleid. Het bedrag van C 120.000,- dat daar in 2012 voor was geraamd zal nu worden ingezet voor OESO studie en Innovatieplatform. « Waterbewustzijn/waarde van water/recreatie. De afgelopen jaren heeft de Unie de nodige inzet geleverd. Dit wordt in 2013 'low key' ingevuld. Het bedrag van ê 25.000,- zal worden ingezet voor Duurzamheid. « WaterWegen. In 2012 heeft WaterWegen een plek gekregen in het innovatieplatform van de Unie en is het onder aansturing gekomen van de vereniging van secretaris directeuren. Het bedrag van C 155.000,- wordt ingezet voro het Innovatieplatform. » Permanente aanwezigheid internationale evenementen. Als deelname gewenst is, zal de inzet 'low key' worden ingevuld.
29
ACCOUNT BESTUURLIJK JURIDISCH Programmaleider: Sonja Timmer (portefeuillehouder Huub Hieltjes) Accounthouder: Hans Bolkestein
Het account BJ levert bijdragen in de totstandkoming van tal van nieuwe wet- en regelgeving, voor zover van belang voor de waterschappen. Met de waterschappen wordt samengewerkt om juridische producten op te stellen (bijvoorbeeld de actualisatie van de model Keur van de Unie van Waterschappen of een model aanvraagformulier Watervergunning). Daarbij geldt dathet account BJ de regie heeft op proces en inhoud. Per jaar zijn er 3 tot 4 BJ-Netwerkdagen en is er een fiscalistendag. De medewerkers werken, waar nodig, samen met beleidsmedewerkers in verschillende programma's. De BJ-werkzaamheden moeten op de juiste plek, op het juiste moment door mensen met de juiste deskundigheid worden uitgevoerd . Onderdelen * Participatie in wetgevingstrajecten met alle nazorg. " Algemene aangelegenheden: Grondwet, W e t gemeenschappelijke regelingen, Algemene wet bestuursrecht, Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, Algemene wet rijksbelastingen. Waterschapswet » Fiscale Wetgeving: aanpassing belastingstelsel, modernisering verontreiniginggsheffing en zuiveringsheffing, kwijtscheldingsbeleid en samenwerking met gemeenten op fiscaal gebied. " Omgevingswetgeving water (wijzigingen Waterwet): de werkzaamheden die daar onder vallen hebben betrekking op ruimte (AMvB Ruimte), milieu (nieuwe AMvB's, vorming regionale uitvoeringsdiensten, natuur (nieuwe Natuurwetgeving), bodem, nieuwe Raamwet omgevingsrecht, Wetgeving die moet worden aangepast naar aanleiding van Bestuursakkoord W a t e r e n Hoofdlijnenakkoord, service verlenen (zo mogelijk met juristen van waterschappen en alleen als het landelijk opportuun is), organiseren van BJ-Netwerkdagen en fiscale Netwerkdagen (in 2012 zullen dat er 5 zijn); gerechtelijke procedures voeren dan wel waterschappen hierbij ondersteuning bieden (Raad van State: Gedragscode Flora en Fauna; Hoge Raad: Wilnisdijk; rechtbanken: bezwaren systeemheffing ongebouwd); schrijven van artikelen voor het blad 'Het Waterschap' of juridisch vaktijdschrift. » Institutionele aspecten In het bestuursakkoord water is opgenomen dat in de toekomst de besturen van de waterschappen voor de categorie ingezetenen via indirecte verkiezingen door de gemeenteraad worden gekozen. In het bestuursakkoord is door de Unie van Waterschapen een voorbehoud gemaakt ten aanzien van indirecte verkiezingen. De Unie is van mening dat directe verkiezingen de beste manier is om de bestuurders van de waterschappen te kiezen. Echter, het departement van Infrastructuur en Milieu voert het beleid van het regeerakkoord uit en dient een wetsvoorstel met de introductie van indirecte verkiezingen in. De Unie van Waterschappen schrijft niet mee aan het wetsvoorstel maar geeft indien nodig wel aanwijzingen aan het departement van l&M om de verkiezingen zo optimaal mogelijk te organiseren. In het bestuursakkoord water is verder opgenomen dat er een voorstel komt om de omvang van besturen (tweede kamer - provincie - gemeente - waterschap) te verkleinen. Het initiatief voor wetgeving ligt bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het Uniebureau is proactief betrokken bij de ontwikkeling van deze regelgeving.
30
Nog meer aandacht zal er in 2013 zijn voor de verbinding m e t Brussel' en de verbinding met het Waterschapshuis voor wat betreft wet- en regelgevende aspecten; het pro-actief acteren in de voorbereiding van de overdracht van het vaarwegbeheer naar waterschappen en wegenbeheer naar de algemene democratie; aanpassing wet- en regelgeving naar aanleiding van Actie Storm en Regeerakkoord; netwerken, lobbyen en regievoeren. 1
Daar staat tegenover dat vanwege de beperkte capaciteit niet (meteen) elke vraag vanuit een waterschap kan worden beantwoord en dat de Unie meer de regie gaat voeren en juristen uit waterschappen gaat betrekken bij verschillende onderwerpen in plaats van als Unie zijnde zelf zaken uit te zoeken.
31
STAFBUREAU BEDRIJFSVOERING Het doel van het bureau is het primaire proces op adequate, snelle en efficiënte manier te ondersteunen/adviseren. Het betreft ondersteunen en adviseren in brede zin waarbij er voor wordt gezorgd dat werkprocessen effectief en efficiënt kunnen worden uitgevoerd. Het bureau Bedrijfsvoering hecht veel waarde aan de mening van diegenen die ondersteund en geadviseerd worden. Zij worden gezien als (interne) opdrachtgevers die weten wat zij nodig hebben. Het bureau speelt daar op in, maar adviseert ook pro-actief op basis van verworven nieuwe inzichten. Het bureau Bedrijfsvoering onderschrijft het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen en is daar alert op bij de inkoop van goederen en diensten en de keuze van leveranciers. De meerwaarde van het feit dat verschillende ondersteunende diensten in één bureau zijn samengevoegd is evident en voldoet aan hetgeen gebruikelijk is bij andere organisaties. De flexibele instelling van medewerkers is daarbij een vereiste maar ook een gegeven. De begroting 2013 van het stafbureau bestaat voornamelijk uit personele kosten en de kosten die nodig zijn om het proces te laten 'draaien' zoals kantoorkosten, kosten catering, onderhoudskosten etc. Taken en ontwikkelingen: In essentie zorgt Bedrijfsvoering er voor dat er 'gewerkt' kan worden; daarbij is een aantal taken te onderscheiden. P&O: Zorg dragen dat medewerkers voldoende plezier en uitdaging in de werkzaamheden houden. Daarvoor tools en ondersteuning aanbieden. Uitvoering geven aan afspraken die met waterschappen zijn gemaakt ofwel dat zelfstandig beleid, toegesneden op het Uniebureau, wordt ontwikkeld. Zorg voor arbeidsomstandigheden en verzuimbegeleiding. In 2013 zullen adviezen die in 2011 zijn verwoord in een Strategisch HR document voor zover nog nodig een nadere invulling krijgen. Nadruk zal liggen op de kracht van de mensen die bij de Unie werken. De kernwoorden 'ruimte, richting en resultaat' staan bij de ontwikkeling van het HR beleid centraal. Financiën: Financiële administratie en een adequate Planning en Control cyclus. Essentieel is dat op goede wijze wordt geadministreerd en vervolgens juiste rapportages en waarheidsgetrouwe prognoses kunnen worden gemaakt. ICT: Ook In 2013 zal de nadruk gaan liggen op het benutten van de nieuwe mogelijkheden die er zijn om processen zo efficiënt mogelijk te laten lopen en waarbij met name het tijd- en plaats onafhankelijk werken aandacht zal krijgen. De activiteiten binnen de ICT zullen zich concentreren op de ondersteuning in de vorm van 1 lijns hulp, adviseren inzake gestroomlijnde processen en anticiperen öp ontwikkelingen die van belang zijn om de Bedrijfsvoering in zijn totaliteit goed te laten functioneren. e
Interne zaken: (secretariaat, receptie, post en repro, Digitale Informatie Voorziening, huisvestingsbeheer, catering): Onder deze noemer valt een veelheid aan activiteiten. Het secretariaat zal conform het Handboek Secretariaat ondersteuning op verschillende niveau's geven aan medewerkers, programmaleiders en directie. Bij de Digitale Informatie Voorziening zal de aandacht steeds meer uit gaan naar de actieve informatievoorziening en daar wordt nadrukkelijk een link gelegd met het Programma Vereniging en Communicatie (bijvoorbeeld de dagelijkse digitale nieuwsbrief en knipselkrant). Via Interne zaken wordt ook het huisvestingsbeheer uitgevoerd. Daartoe behoort ook de zorg voor de huurders. Een aantal speerpunten kunnen, min of meer los van bovenstaande, voor 2013 nog apart worden benoemd t.w.: -mogelijkheden 'het nieuwe werken' voor zover mogelijk uitbouwen -strategisch HRM beleid verder implementeren en onderhouden -zo mogelijk aanhaken bij initiatieven in relatie tot 'shared service'. 32
CM
r~
N- h - NO) CO m rs. CM
o
CM CO CO
CO
cd
CB O O CD O l O c o h CD CN
CO •ţ—
O
lO
co
O Ui LO c o
co CN
sí
SN
r
N" co " í CN L O N h CN •«ř
CM co co co
O
CN
O
CO
\—
T—
CD
03 O O OJ CD O c o CO CN
co —
O
CO
Įx. 1^.
•«í LO
O LO c o
CO CN
T—
tř lO
O lO c o
rs. co cd
CM
I r N" CN LO c n CO N" T— CN s
O O h~ c o CD OS O c o co CD |s CD CM
co
O
co
cd
rOP
1»
CM
O CM
CM
r~
e' LO
en
|s CN
N
CO
"* T—
CN co co
O
cn
T—
ro f
1"
O O)
O
r
O co CO CN
co
O
cd
v
"* m
CO
CD LO c o CŅ
O
CN
CO 09
o CU
O
rsi
N
c:
CM
CU
o O sz O
c o CN CN O O) m CO o N r CNJ
- c\5
CU
co
O
O
r
03 O c o CO CN
CD
co
O
X—'
CO
rt LO CO
O
cn
LO CO T—
IS. is. co
cd
CN
•tf
O ^1" O r O CO CO O CO N c n ^t h c o CN "*
O
Is. co
cd
O
O
LO CO CN
O O LO "*
O co
u? 1»
CM
ss Ŵ: v . •DQ-..'.'..
ŭ)
o
CM co co cd
co
ra
CD
\—
N
'a 0ū\
O)
r
O) CO CN ^ t
•*
O TT ş. o
ra
LO
CO ia O CD LO CO CN
ra
r
co co
•*—
co
co co
CD CD N CN O LO m T ~
m o
T—
co
CD
CD h m
cd
LO CO CO
CN CD
CŅ
IS. CO
CN
CU
ĉ CD CD L-
CD C CD
u Ui
O
E CD
Ui
O O
ca m o co 'c c
c
Ä
(0
CO
E E
O
s
ra
co JS ^ ro
4a. Z
.35'
Ui
in
(O
E
t;
ř—
O Q
X LU
ço ō5 ~ m 9í «5
c .33
C
"O
CU
E
CU
co
CD
'5. 2 .2Ž g, CO
ffi
ŝ
3
X. 0 H <
-Ş
X.
.ai*.
O
O
O
O
O
O
T-
Ol
CO
O
.5ŕ
•«f
" * •sr L o
O a x
« 5 to
o i
co "es
E E
I -
ü
O
c
c
CD
18 CD
O
J—i
a
O
Ui
a.
- I
L.
CD
c
CD
O) O
CO
CD
CD
T3 CD
c
5
2 5» . E Ş
O
.b:
-íC Q
O
'Ē
CD
<
CD CO
> a5 c o N O •ĉ .çu āj ^
co
co c co co CD
z
c
LU (0
O
c "c ÇD
CD
Ui CQ -1
'ü D)
<
> >
<
O O
c O
CD O CD O
«r
J h-
O h-
LO
O
LO
O
CN CM
I
O CD
fv.
CN
I*. IV.
SO
O CN LO O LO T CN CM
O "3-
LO LO
O
o CN
O CN
O
CO
o
00
CN
CN
O T -
O CN
O CN
CN O co
O CN
O CN
CN O CO
o
O CN
CN O CO
CN
IS.
00
O
O
CN Ifì O
CO T CN CN
LO
O -"Ť
|v.
to
O
CN O CN CU
O O
sz CL
O O) CZ
O) CU .Q
O
LO LO
Cf)
C
O
•1
CNJ
CN
CM CM
'*3 CO
IV. |V,
co
cd
0»
CQ cn
lO
'J3 CN ì-
O
O
O CN
CM CN
:
O CN
LO LO
O
co
co cw
co
O
S3 CM
c
oo
ĉū cu
a
r r n h Tf N
c 'S ?
CN
CN
OJ CO CD v-
CM V cd
it
r*. oo :
cu o
0Ĺ
u •3
3
3
-13
•s
CO CU
c
3
co
: Q.
CŪ
O
ffi
O
u -M
c
| c
jx.
31 'C
Z
•? •—n
LU 1-
'E .E
<
u
CO
JW
ín
CU CU
cn
•c Ş •o
g w
u
E
co cn
CU O)
O) e
I c?
2 .Q
CL
03
o
C O
O
ÇU CU x -O
CL
C
0
O DĊ CO O) O CN CM CO CO CO CO
c CU
2 -*-»
co O
c 1—
o
JQ
CU
Q.
O
z
a
LU
Ç •2ì
o c
<
çu
.Q
O 03
75 i -
o c
CU
ŨQ
CB
<
"O
co
"3
I-
ja c
o
ü
O
Begroting baten en lasten
Begroting baten e n lasten
Workolijko cijfers
Begroting
Begroting
2011
2012
2013
A. Baten I.
Contributies
II. III.
8.110.986
ì.355.230
ì.600.744
Verhuur
490.951
210.000
210.000
Programma's
183.137
20.000
20.000
20.833
5.000
5.000
8.805.907
I.590.230
ì.835.744
8.805.907
8.590.230
i.835.744
2.650.000
2.654.000
IV. Overige baten Subtotaal Bijzondere posten Totale baten B. Lasten I.
Projectkosten programma's
2.885.437
II.
Personeelskosten
4.556.529
4.703.231
4.757.244
III.
Huisvestingskosten
308.293
292.090
297.000
IV.
Algemene kosten
440.671
451.166
436.500
V.
Kosten diensten
149.172
140,394
143.500
VI.
Afschrijvingen vaste activa
237.220
323.093
278.575
61.877
50.000
50.000
8.609,974
8.616.819
8.609.974
8.616.819
VII. Onvoorzien Subtotaal
8.639.199
Totale lasten
8.639.199
Resultaat voor financiële baten en lasten
C
«
166.708
19.744-
218.925
C. Financiële baten en lasten I.
Rentebaten
67.443
40.000
40.000
II.
Rentelasten
349.137
334.000
317.925
III.
Overige lasten
96.420
126.256
130.000
Saldo financiële baten en lasten
378.114-
420.256-
407.925-
Exploitatieresultaat
211.406-
440.000-
189.000-
211.406
440.000
189.000
Onttrekkingen via algemene reserve
35
Toelichting begroting baten en lasten Werkelijke cijfers 2011
Toeiichtina op boqrotina van baton on lasten
Begroting
Begroting
2012
2013
A. Baten Opbrengst "Het Waterschap" * * Vanaf 2012 in de contributiebijdrage, echter ivm BTW wordt dit bedrag apart gefactureerd. Opbrengst overige publicaties
156.000
27.137
ē
20.000
20.000
III. Proaramma's
183.137
ŝ
20.000
20.000
Diversen
20.833
5.000
5.000
IV. Overiae baten
20.833
5.000
5.000
B. L asten 336.859 575.604 524.233 106.143 101.204 665.394 576.000
Moderne Overheid Vereniging en Communicatie Innovatie en I nternationaal Waterbeleid Account BJZ Directie Bijzondere posten * * De zogenaamde bijzondere posten (vroegere extracomtabele posten) zijn in 2011 in de begroting opgenomen als apart onderdeel. Vanaf 2012 zijn de posten conform afspraak over de programma's verdeeld. I. Proiektkosten oroaramma's
ë
2.885.437
3.626.023 537.565 186.804 318.040 357 94.677 62.735 83.946 353.618
Salariskosten Pensioenlasten Uitzendkrachten Sociale lasten Wervingskosten Overige personeelskosten Opleidingskosten Reis en verblijfkosten Terug ontvangen salarissen II. Personeelskosten
ē
ē
Schoonmaak Energie Onderhoud gebouw Belastingen Kantoor Brussel Beveiliging gebouw Overige huisvestingskosten
2.650.000
ē
Leaseauto Kantoorkosten Telefoonkosten Acccountants en advieskosten Documentatie Portokosten 1 drukwerk Contributies en abonnementen Verzekeringen
3.903.197 585.479 130.000 300.356 5.000 73.500 97.580 74.625 412.493 4.757.244
82.989 70.166 56.239 30.630 52.685 15.157 427
82.083 86.813 42.329 27.114 37.551 14.632 1.568
80.000 81.500 49.500 30.500 40.000 15.000 500
292.090
297.000
440.671 36
2.654.000
4.703.231
146.874 97.455 41.035 50.171 78.431 2.556 24.149
IV. Alaemene kosten
3.670.323 550.548 130.000 274.538 15.000 91.000 91.758 70.683 190.619
610.000 799.000 690.000 200.000 37.000 318.000
4.556.529
ŭ
308.293
III. Huisvestinqskosten
480.000 759.000 604.000 280.000 77.000 450.000
ē
153.000 110.000 64.000 42.052 54.575 4.419 23.120 451.166
15.000 127.500 105.500 55.000 50.000 57.500 2.000 24.000 436.500
Toelichting begroting baten en lasten Werkelijke cijfers 2011
Toolichtinq op bcqrotrnq van baten cn Ijsten Restaurant Receptie Lasten verhuur VI. Kosten diensten Afschrijvingslasten Afschrijvingslasten Afschrijvingslasten Afschrijvingslasten
ë
gebouwen hardware software overige inventaris
VII. Afschriivinqen vaste activa
ë
Organisatorische ontwikkelingen VIII. Orqanisatorische ontwikkelinqen
ë
Begroting
Begroting
2012
2013
79.549 44.853 24.770
ë ë ë
76.605 52.289 11.500
149.172
ë
140.394
162.575 39.735 8.742 26.168
ë ë ë ë
162.575 40.000 22.000 98.518
237.220
ë
323.093
61.877
ë
50.000
61.877
ë
50.000
ë
50.000
67.443
ë
40.000
ë
40.000
67.443
ë
40.000
ë
40.000
348.204 933
ë
334.000
349.137
ë
334.000
96.420
ë ë ë
126.256
96.420
ë
126.256
80.000 50.000 13.500 ë
143.500 162.575 40.000 16.000 60.000
ë
278.575 50.000
C. Financiële baten en lasten Rente betaalrekeningen 1. Rentebaten
ë
Rente hypothecaire lening Financiële lasten II. Rentelasten
ë
Mutatie voorziening groot onderhoud Mutatie pensioenvoorziening Dotatie dubieuze debiteuren III. Overiqe lasten
ë
317.925 e
317.925 120.000 10.000
ë
130.000
ë ë ë ë ë ë ë ë
100.000,00 1.500,00 5.000,00 3.000,00 3.000,00 5.000,00 5.000,00 122.500,00
ë ë ë
900.000,00 2.500,00 902.500,00
Begroting Muskus- en Beverratten Muskusratten Salaris (incl. werkgverslasten) Vergaderingen, lunches Adviesgroep Techniek&Tactiek Communicatie S Website Huisvesting S accountant (UvW) Opleiding, cursus Landelijke dag Beverratten Inzet organisaties Adviesgroep Totale bijdrage Muskus- en Beverratten *
ë 1.025.000,00
*Bijdrage Muskus- en Beverratten zit niet in de contrubutiebijdrage ivm andere verdeelsleutel wordt de bijdrage apart gefactureerd.
37
I O r - l f l C D t O t N n i í ) 0 1 0 i - * O n S S C O O N O ) N t M I O • o n i D t D i n o T - t o n i n N i n i n c o w c s m v - i D N i n c o i i i N (O i n co co c o co c o c d T- C N İ C N i n " ļ r^ ţ o o r— c o T- o i c o s * n M n m n i n T - i - o o ) i í ) ( û iń in in w t t ^
^ *
1
y y OU
V
yy
y y MP
x—
O co CM cd CM
CO CO ca CN CO
co co Oî cd co
co O CO c o CD LO LO LO T—
V V
UP y y
MU OU y y
CO l O N - O ••er co N co co co c o N x— CO LO O T— CD ai c d CD " í CO O) N CN
yy
yy yy y y
co o CN c o c o LO f~ X— LO c o N cd c o ai LO CN T— LO c o LO
CM co cd N-
yy yy
yy yy yy
co o co cd CD
LO c o CM CM c o CM c d N- co
co LO cri co
įtm
yy yy
O ^— O) O co LO co ö c d T— " Ť CM LO
yy o o o •d CM
o
yy
yy yy yy
yy
yy yy
yy yy
yy y y yy yy y y
yy yy
yy yy
O O LO cd
o o lO cd
o o lO cd
O O lO cd
O O LO cd
o o LO CD
o O LO cd
o o LO CO
o o LO cd
O O LO CD
yy yy yy yy yy yy
yy
yy yy yy
yy
yy yy
T— CN
,-
: o o i LO ļ CO
yy yy y y
yy yy y y
o O LO cd
O O in cd
o o m cd
O O LO cd
LO o CO c o o Oi o oo (35 O T— o o i cd CN ai CM c o c o c o c o LO co co co N- "* r»
T— LO LO LO c o ai T— c d c o LO c o LO m
o o LO CD
"í
LO O ) O co O co q o' LO CM T— co co co
o O LO CD
o o LO CD
o o LO cd
yy yy yy yy
CO CN CO r c o T— CN c o r~ N- r LO c d LO x— O o Oî c o c o c o CN
"*
o o LO CD
o o LO cd
o o LO cd
yy yy yy
o O lO co'
yy y y
N- LO CO CM CO LO O) O o CO CM es' c d •* LO c d CO r~ CO t o CM c o CM CM CM
o o LO CD
O O O CO LO
yy yy
o CM CD 00 t— CO CO CM CN CM
co cd O co co CO
CO
ca
03 CL
O)
i
(3 SS
çu 'sz
c
Ü co : CL > : CO
i o
r. 2
CO
c
ÍS
—
O X O- Q .
E E CO
CO " Ö ' CO 1
CO
CU 0) CUsz sz O cj 03 CU 0 ) CO CO
r
r
D l DJ D ) O O O O O O X X X
0)
5
03 . 03
Q
CL .
CO
sz O
co 03
03 03 O
co Q
CC
CL CL CO C O
SZ
O
Q
c c 03 0 ) 03 C U
o 03
M
C (0 . Ē
<
E S co E
C O CO C O
E
CD
co Q
co co
03
Ü
co
(0 03
O. O.
ai r
5jx
sz O
~1
CU
as
CO
c
co
•a
c
S E
i co
ĵ l 03
ro
c
C
I JC
>
03
T3 ^
i co
c
E
rp :W
03 •o c 03
•a
CU
c cu 13 OO c o c
! CO
i
c 03
sz o
sz ü
CO CO
N Oî
ĩć.
X
CL CL CO C O
-C O
SZ
ço co 03 03
-4—'
5!
O
l i
(O
> E
c Ş ca ś .
cu ca ļM
UJ
o3
co
CD
2 8
O
CO
O
Z O. Q.
co co sz sz O O
o. CO
sz O
o . LO ca co sz sz ü O
ço ço 03 co co co 03 03
l—
1—
I—
03
03
03
l i l l l l
a
3