tijdschrift voor bibliotheek & archief
Periodiciteit: Maandelijks • maart 2015 • Afgiftekantoor: Turnhout • Erkenningsnummer: P802070
2015 | 2
Universiteitsbibliotheek Gent Meer dan alleen de Boekentoren
Airport Library spreidt de vleugels De Groene Aap komt uit de mouw Jan Braeckman over uitleenmodellen voor e-boeken Mediaraven
VVBAD
omdat informatie belangrijk is
VLAAMSE VERENIGING VOOR BIBLIOTHEEK, ARCHIEF & DOCUMENTATIE Statiestraat 179 +32 3 281 44 57
2600 Berchem
[email protected]
www.vvbad.be
editoriaal
VERANTWOORDELUKE UITGEVER Julie Hendrickx, Statiestraat 179, 2600 Berchem
Het lek in de heilige graal
HOOFDREDACTEUR
Carol Vanhoutte, voorzitter sectie OB
Julie Hendrickx •
[email protected]
Patrick Vanouplines, voorzitter VVBAD
REDACTIE Klaartje Brits, Beatrice De Clippeleir, Gerd De Coster, Ingrid De Pourcq, Noël Geirnaert, An Labis, Myriam Lemmens, Kris Michielsen, Paul Nieuwenhuysen, Veronique Rega, Peter Rogiest, Saskia Scheltjens, Eva Simon, Patrick Vanhoucke, Bruno Vermeeren.
Samenwerking is van oudsher een hoog goed in de bibliotheekwereld. Misschien komt die bereidheid tot samenwerken wel voort uit een structurele frustratie eigen aan het beroep: zelfs de Library of Congress kan onmogelijk alle beschikbare informatie bevatten. Interbibliothecair leenverkeer (IBL) is dan ook de heilige graal van het bibliotheekwerk. Door bibliotheken te benaderen als netwerk, krijgt de bibliothecaris — en de gebruiker om wie het natuurlijk te doen is — potentieel toegang tot alle mogelijke informatie. In het digitale tijdperk is immers nog heel wat informatie niet digitaal beschikbaar.
REDACTIESECRETARIS Tom Van Hoye •
[email protected] REDACTIEADRES VVBAD • META Statiestraat 179, 2600 Berchem Tel. 03 281 44 57
[email protected] • http://www.vvbad.be/meta Reageer op Twitter: #overmeta
De heilige graal in stand houden, vraagt de inzet van velen. Naast de bibliotheken die optreden als aanvragers en als leveranciers, is er in Vlaanderen Impala. Dat platform staat in voor de verwerking van vraag en aanbod. De virtuele gazelle treedt ook op als ‘clearinghuis’, zodat alle deelnemers per kwartaal maar één factuur of één betaling ontvangen. Impala rekent een kleine transactiekost aan per geslaagde aanvraag. De bibliotheek die het materiaal levert, kan via het platform kosten doorrekenen aan de aanvrager. Vaak is de dienstverlening voor openbare bibliotheken bijna gratis, aangezien de vijf provincies voor de openbare bibliotheken op hun grondgebied de grootste kost op zich nemen.
ADVERTENTIES Marc Engels •
[email protected] LAY-OUT Marc Engels DRUK EVM META verschijnt 9x per jaar, niet in januari, juli en augustus. META is een uitgave van de VVBAD en is begrepen in het lidmaatschap, maar is ook verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie op http://www.vvbad.be/lidmaatschap. ISSN 2033-639X
In Vlaanderen is die heilige graal nu lek geslagen. De provincie Antwerpen heeft immers beslist om IBL niet langer te subsidiëren. Op het moment dat we dit schrijven, is de volledige impact van die beslissing nog niet duidelijk. Aangezien aan elke aanvraag kosten verbonden zijn, lijkt het logisch dat de Antwerpse bibliotheken die vanaf nu gaan doorrekenen (dat principe wordt ook door de wetenschappelijke bibliotheken al gehanteerd, zij het dat daar vaak subsidiering gebeurt door de universiteit zodat studenten IBL-aanvragen tegen een gereduceerd tarief kunnen doen). Aanvragende openbare bibliotheken zouden de kosten, kunnen doorrekenen aan hun gebruikers. Als die daardoor minder boeken gaan aanvragen via IBL, wordt het beheer van Impala duurder voor de deelnemers. Dat zijn niet alleen openbare bibliotheken. Zo’n 40 procent van de IBL-aanvragen komt immers van bibliotheken van universiteiten, hogescholen of andere instellingen. Een negatieve spiraal dreigt en de bibliotheekgebruiker wordt het slachtoffer. Het lek in de heilige graal is een rechtstreeks gevolg van de beslissing van de Vlaamse regering om de provincies hun persoonsgebonden bevoegdheden te ontnemen. Het illustreert hoe die beslissing dieper liggende gevolgen heeft waar geen minister ooit aan gedacht heeft en sectoren treft die er eigenlijk niet onder zouden mogen lijden. Het illustreert vooral ook hoe op zijn minst sommige provincies al volop begonnen zijn met de afbouw van hun persoonsgebonden bevoegdheden, nog voor de overdracht goed en wel geregeld is. Ongetwijfeld hopen ze zo middelen voor zichzelf veilig te stellen. Leggen ze dat ook even uit aan de bibliotheekgebruiker?
META 2015 | 2 |
1
inhoud
META 2015/2 Jaargang 91 - maart 2015
vaste rubrieken 1 Editoriaal Het lek in de heilige graal 4 Nieuws 24 Signalement De Boekentoren in de steigers 26 Etalage Afdeling Documentatie & Archieven VRT 27 Inzet Patrick Vanhoucke
38 Uitgepakt Archiveren van websites
28
Joris Janssens
Over de schutting Mediaraven Andy Demeulenaere
30 Trend De eerste energiepassieve bib van België in Sint-Pieters-Woluwe Linda Teirlinck
39 Kroniek • De IAML-conferentie • Ronde Tafel Algemeen Rijksarchief • Studiebezoek OKBV
31
Het cijfer
31
Het plan
36
De Vraag Waarin verschilt Bios3 van Bios2?
44 Toepassing
Lynn Moerenhout
44 Personalia
“Negentig procent van alles wat op de sociale media verschijnt is heerlijk hapklare onzin”
45
Zo gehoord Eva Simon
47 Activiteiten 48 Uitzicht
37 Column Infotopia Laurent Meese
37 Citaat
2 | META 2015 | 2
19
inhoud
Sinds begin 2014 onderzoekt Ruben Mantels de geschiedenis van de Universiteitsbibliotheek Gent. Aanleiding daarvoor is de tweehonderdste verjaardag van de Gentse Universiteit in 2017. De Universiteitsbibliotheek ontstond echter al in 1797. META liet Ruben vertellen over het prille begin, de Gentse hoofdbibliothecarissen, de omvangrijke collectie en — hoe kan het ook anders — het gebouw. Hoog tijd om ook de lopende restauratie van de Boekentoren eens in beeld te brengen!
interview Ruben Mantels
14
“Het interessantste om zien is hoe de perceptie rond de Boekentoren veranderde doorheen de tijd. Vandaag is het gebouw bekender dan de bibliotheek.”
artikels Airport Library spreidt de vleugels
.............. 8
Dick van Tol
De Groene Aap komt uit de mouw
............ 19
Tina Baert en Hilde De Brandt
Essay: Uitleenmodellen voor e-boeken Jan Braeckman
8
............ 32
nieuws
Hart boven Hard: de bibliotheken in een burgerbeweging Hart boven Hard is een jonge burgerbeweging die veel van zich laat spreken. Van studenten en gepensioneerden tot sociale en culturele organisaties, allen lijken ze te willen ze gaan voor “hart” boven “hard”. META sprak met Hugo Franssen, een van de initiatiefnemers. Hugo Franssen was hoofdredacteur van uitgeverij EPO en is sinds kort op pensioen.
Wat wil Hart boven Hard bereiken? Hugo Franssen: We willen mensen en organisaties samenbrengen. We spreken alleman aan voor wie “groei” niet het enige doel kan zijn en “elk voor zich” niet het enige middel. We zijn in allerlei sectoren doende. Zowat overal wordt hetzelfde gevoel gedeeld: dat het zo niet verder kan. Met de besparingen in het onderwijs, de zorg en de rusthuizen, het openbaar vervoer, de werkloosheid… breekt het beleid af wat jarenlang is opgebouwd. Hart boven Hard wil graag zuurstof voor de samenleving, en niet dat alle zuurstof uit de samenleving alleen naar de bedrijven gaat
Wat is de plaats van de bibliotheeken archiefsector daarin? Hugo Franssen: Net om zuurstof te geven aan bedrijven gaat het beleid overal besparen, en cultuur wordt dan gezien als allerlaatste prioriteit. Journalist Hans Vandeweghe nam in De Morgen de subsidies voor cultuur onder vuur. Hij vond ze te hoog, in vergelijking met die voor de sport. Hij zwaaide daarbij met het argument dat sport een groter publieksbereik heeft dan cultuur. Maar cultuur is veel meer dan een paar grote “vuurtorens”. Aan de activiteiten van de Vlaamse sociaalculturele sector — en dat zijn er maar liefst 300.000 per jaar — nemen jaarlijks zo’n 10 miljoen mensen deel. In Vlaanderen maken 2 miljoen mensen gebruik van het aanbod van bibliotheken. De klassieke idee van cultuurspreiding verdient bescherming.
Cultuur is een waarde die het leven verrijkt. We vatten het in de baseline van Hart boven Hard zo samen: “Waar winst het wint van waarde, wordt verlies het resultaat.” De bibliothecarissen willen een rijk aanbod en professionaliteit bieden. Welnu, die verzuchting kunnen we met Hart boven Hard in een bredere context aan bod laten komen en laten horen. In onze Hartenwensen komt de verdediging van onze bibliotheken dan ook aan bod.
Hoe zijn jullie “Tien hartenwensen” tot stand gekomen? Hugo Franssen: We willen de discussie verdiepen rond wat allemaal aan het verschuiven is in België en Europa. Wat staat op het spel? Welke lijnen tekenen zich af? En welke keuzes maken wij? De weerslag daarvan zijn onze “Tien hartenwensen”, om het schip van de samenleving een solidaire koers te laten varen. En met ook concrete voorstellen: het belasten van vermogens bijvoorbeeld, en de uitbouw van de openbare dienstverlening. Het gaat in de hartenwensen om drie dingen: verbinden, verdiepen en verbreden. Ze zijn het resultaat van de inbreng van allerlei mensen. 350 mensen hebben er op een hartslag-dag over gebrainstormd, van gedachten gewisseld, naar elkaar geluisterd… De neerslag daarvan is daarna nog via allerlei vergaderingen en fora gefinetuned. We willen spreken met één stem. We willen niet dat de een voor zichzelf uit de brand sleept wat de ander dan extra moet ophoesten. We geloven in een samenleving die alle mensen versterkt, en niet alleen de sterksten.
Met de Grote Parade van 29 maart wil Hart boven Hard het signaal geven dat de huidige besparingen niet aanvaard worden. De Parade moet tegelijk spetteren van creativiteit, vrolijkheid en humor, zeggen jullie. Wat zijn jullie van plan? Hugo Franssen: De Grote Parade van ons en onze Franstalige zusterorganisatie Tout autre Chose draait om de hartenwensen De Parade op zondag 29 maart in Brussel wordt een kleurrijke, muzikale, creatieve optocht. Met jong en oud, wit en gekleurd, gezinnen en verenigingen. Met veel kleur, gezang, toeters en bellen, verkleedpartijen, vlaggen en wimpels. Samen gaan we een sterk, veelkleurig signaal geven vanuit de samenleving: Er is wél een alternatief! > Meer info: http://www.hartbovenhard.be
4 | META 2015 | 2
nieuws
Minister pleit voor betere samenwerking Koninklijke Bibliotheek en Vlaamse erfgoedbibliotheken
Geen sancties voor sluiten openbare bibliotheken Dat antwoordde minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD) op verschillende vragen in de commissie Cultuur. Marius Meremans (N-VA) vroeg de minister of de huidige verplichting voor lokale besturen om een openbare bibliotheek te organiseren zal blijven bestaan als het decreet Lokaal Cultuurbeleid wordt gewijzigd. “En als dat zo is,” ging Meremans verder, “wat zullen dan de sancties zijn als de gemeente deze verplichting niet nakomt? Wordt dit op een of andere wijze gekoppeld aan de financiële stromen vanuit het Gemeentefonds?” Ook Yamila Idrissi (sp·a) uitte haar bezorgdheid: “Als er geen decretale verplichting meer zou zijn, hoe zou men dan een sanctie kunnen opleggen? Is er geen wettelijk kader nodig dat in een verplichting voorziet vooraleer dat kan?” Minister Gatz (Open VLD) was zeer duidelijk in z’n antwoord. Het is een beleidskeuze van deze regering dat met het voorliggend voorontwerp van decreet alle Vlaamse gemeenten in de toekomst ook autonoom kunnen beslissen over de oprichting en de organisatie van een gemeentelijke openbare bibliotheek. De minister heeft alle vertrouwen in de lokale besturen en hij gaat ervan uit dat het wegvallen van die verplichting niet resulteert in het massaal sluiten van lokale bibliotheken. Over eventuele sancties was de minister ook duidelijk: “Aangezien de verplichting tot het organiseren van een gemeentelijke openbare bibliotheek op termijn wegvalt, zijn er uiteraard ook geen sancties bepaald. Wat we conform het regeerakkoord wel doen, is een andere ondersteunende relatie met de lokale besturen uitbouwen. Ik verwijs daarbij nogmaals naar de diverse systemen van monitoring die reeds operationeel — Bios, CCinC — of in ontwikkeling zijn.” (TVH)
Dat de Vlaamse erfgoedbibliotheken ongerust zijn over de moeizame samenwerking met de Koninklijke Bibliotheek is geen geheim. Manuela Van Werde (N-VA) informeerde de minister hier nogmaals over tijdens de commissie Cultuur. “De erfgoedbibliotheken hebben het over een gebrek aan dynamiek, en dat voor een instelling die toch een gidsbibliotheek zou moeten zijn, zoals in de ons omringende landen het geval is. De werking is zeer sterk intern gericht en er is weinig transparantie naar buiten toe” aldus Van Werde. Ook voor Caroline Bastiaens (CD&V) klinkt deze kritiek bekend in de oren. “We horen inderdaad van onze eigen Vlaamse erfgoedbibliotheken de vraag naar meer samenwerking en meer transparantie. Zeggen dat alles fout loopt en dat er geen samenwerking is, is wat overdreven. Maar het is goed dat dit punt aan de oppervlakte komt.” Minister Gatz (Open VLD) zei dat hij op de hoogte is van de moeizame samenwerking. Hij beseft dat er “een spanningsveld bestaat tussen de reikwijdte en de ambities van een nationale bibliotheek versus een Vlaams consortium van erfgoedbibliotheken.” De minister had al een overleg met zijn federale collega, staatssecretaris Elke Sleurs (N-VA), bevoegd voor het wetenschapsbeleid en voor de Koninklijke Bibliotheek en alle federale wetenschappelijke instellingen. “Dit gesprek was een aanzet om na te gaan hoe de samenwerking met federale wetenschappelijke instellingen verbeterd kan worden,” vervolgde Gatz, “Ik heb begrepen dat zij nu de aansturing en de beheersovereenkomsten met de diverse instellingen die onder haar ressorteren, onder meer de Koninklijke Bibliotheek, de komende weken en maanden zal bekijken.” De minister eindigde zijn antwoord met een belofte: “We moeten zeker kunnen verkrijgen dat de samenwerking en coördinatie meer ter harte worden genomen. Ik ben er op dit moment niet van op de hoogte, maar ik neem aan dat langs Franstalige kant, vanuit de Franse Gemeenschap, dezelfde vraag kan bestaan. Ik zal even wachten tot door de federale overheid de nieuwe beheersovereenkomsten en de aansturing een stukje gemoderniseerd en geactualiseerd worden. Maar we moeten absoluut — al was het maar in de vorm van een project — tot samenwerking kunnen komen. We zullen ons daar zeker voor inzetten.” (TVH)
Jeugdinfotheek.be in een nieuw jasje Dé referentie voor jeugdinformatie Jeugdinfotheek.be kreeg een nieuw logo, een aangepaste look & feel en een aantal verbeterde functionaliteiten. Jeugdinfotheek. be is een online database met informatieproducten op maat van kinderen en jongeren, over tal van thema’s die kinderen en jongeren aanbelangen. Informatie over liefde en seksualiteit, werken, wonen, geld, leren, familie & vrienden, ... Naast een overzicht in het aanbod aan infofolders, informatieve websites, spelen, affiches, … vind je er ook onderzoeken en artikels over jeugdinformatie. Tot slot geeft deze website een overzicht van alle organisaties die zich bezig houden met het informeren van kinderen en jongeren. Jeugdinfotheek.be richt zich naar iedereen die te maken krijgt met kinderen en jongeren en hen op een goede manier wil informeren over thema’s die hen aanbelangen. Het is een handige tool voor bibliotheekmedewerkers om op zoek te gaan naar relevant materiaal op maat van kinderen en jongeren. Jeugdinfotheek. be wordt samen met verschillende organisaties up-to-date gehouden en wil stelselmatig uitgroeien tot dé verzamelplaats van alle correcte en relevante informatie op maat van kinderen en jongeren. Jeugdinfotheek.be is een initiatief van De Ambrassade, die hiermee de positie van jeugdinformatie en het jeugdinformatienetwerk wil versterken. Maakt jouw organisatie ook informatieve content voor kinderen en jongeren? Vraag dan een login aan door een mailtje te sturen naar
[email protected]. Bron: De Ambrassade
META 2015 | 2 |
5
nieuws
Literair archief Hugo Claus naar Letterenhuis Dankzij het Erfgoedfonds van de Koning Boudewijnstichting verwerft het Letterenhuis het uitzonderlijke en unieke literair archief van Hugo Claus (1929-2008). De nalatenschap van Claus bevat handschriften, dagboeken en losse dagboeknotities, correspondentie, dossiers rond markante gebeurtenissen en een omvangrijke collectie foto’s. Mede dankzij de medewerking van de erven, die ernaar streefden om het archief als één geheel te bewaren en toegankelijk te maken, kon de Koning Boudewijnstichting recent de nalatenschap van Hugo Claus aankopen. Het betreft een aanzienlijk deel van zijn archief. Deze literair-historische stukken zijn van uitzonderlijk wetenschappelijk belang. Een groot deel werd nog nooit ontsloten en bleef zelfs onbekend. Het archief is eerst en vooral een getuige van het werk van een van de belangrijkste 20e-eeuwse auteurs uit de Vlaamse literatuur, via correspondentie, manuscripten, typoschriften en drukproeven van zowel poëzie, proza als theater- en filmstukken, notitieboekjes en persoonlijke documenten zoals agenda’s, dagboeken, documentatie rond literaire prijzen … De nalatenschap zal vorsers de mogelijkheid geven om niet alleen het werk van Claus nog beter te leren kennen, maar ook zijn manier van werken, zijn ideeën omtrent literatuur en kunst, de invloed die hij heeft gehad (en nog steeds heeft) op jongere generaties schrijvers en zijn belang als schakelfiguur in de Vlaamse literatuur. De aankoop van het nalatenschap van Hugo Claus past volledig binnen de missie van het Erfgoedfonds van de Koning Boudewijnstichting. De aankoopcommissie heeft geoordeeld dat de coherentie van de nalatenschap en zijn belang voor de literatuurgeschiedenis de aanzienlijke financiële inspanning waard zijn. Het Fonds heeft hieraan zijn bijna volledig jaarlijks aankoopbudget besteed. De stad Antwerpen is de Koning Boudewijnsstichting dan ook bijzonder erkentelijk voor de overdracht. Het Letterenhuis verwerft op deze manier de intact gebleven papieren nalatenschap van Claus, die hij na zijn dood (Claus stierf in Antwerpen op 19 maart 2008) achterliet. Het rijke en unieke archief van acht meter lang bevat 42 archiefdozen, acht ringmappen en zes verhuisdozen. Het Letterenhuis zal dit archiefmateriaal volgens de regels ordenen en ontsluiten via de online databank Agrippa. Bron: Letterenhuis
Anet.be in worldcat.org Het Anet bibliotheeknetwerk sloot in 2014 met OCLC een overeenkomst voor het opladen van de volledige Anet catalogus in WorldCat, een databank die de collecties van ca. 70.000 bibliotheken wereldwijd ontsluit.
Rechtzetting Bij het interview met Wouter Schallier (Hernán Santa Cruz Library, ECLAC, Verenigde Naties) in META 2015/1 ont-
Begin februari 2015 werden de ca. 2 miljoen titelbeschrijvingen van het Anet bibliotheeknetwerk in WorldCat.org geladen. Anet levert daarmee de eerste Belgische bijdrage aan WorldCat. Door records bij te dragen aan WorldCat hoopt Anet de internationale zichtbaarheid van zijn bibliotheekcollecties te verhogen. De meeste collecties van de Anet-bibliotheken zijn algemeen van aard en gericht op de behoeften van onderzoek en onderwijs. Daarnaast herbergen de collecties ook heel wat documentair erfgoed uit bibliotheken zoals Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Museum Plantin-Moretus, Letterenhuis, UAntwerpen, Koninklijk Conservatorium e.a.
brak een disclaimer: “Posities en meningen in dit interview zijn volledig voor rekening van de auteur, en vertegenwoordigen niet noodzakelijk de positie van ECLAC/CEPAL.”
De toetreding van Anet tot WorldCat opent verder mogelijkheden tot verrijking van lokale metadata met open datasets die OCLC ter beschikking stelt, met name VIAF (Virtual International Authority File) en WorldCat Works (meer info: http:// www.oclc.org/data.en.html). Het WorldCat-project wordt centraal gefinancierd door de Universiteit Antwerpen en de Stad Antwerpen. Jan Corthouts
6 | META 2015 | 2
nieuws
Vlaamse regering beslist in 2015 over toekomst VIAA
Mediawijs.be lanceert online leertraject mediawijsheid
Midden januari 2015 werd de toekomst van VIAA, het Vlaams Instituut voor Archivering, besproken door de Vlaamse regering. Er werd beslist dat 2015 een overgangsjaar zal worden waarbij de focus zal liggen op digitalisering en archivering.
Ben je ook gebeten door de mogelijkheden van nieuwe media? En wil je je graag meer verdiepen in thema’s zoals online privacy en online reclame? Of wil je graag weten hoe je een social media beleid opstelt voor jouw organisatie? Raak je soms niet meer wijs uit alle nieuwe concepten, tools, …?
Minister van Cultuur & Media Sven Gatz maakt hiervoor in 2015 1.320.000 euro vrij. Om het archiefmateriaal voor onderwijs te ontsluiten, doet Minister Hilde Crevits een inspanning van 121.000 euro. Met de overdracht van de nog resterende middelen uit 2013-2014 betekent dit dat VIAA over een budget van ongeveer 3.300.000 euro beschikt voor 2015. Tijdens dit overgangsjaar zal er in het kader van de begrotingsopmaak van 2016 gezocht worden naar een oplossing op lange termijn voor de structuur, de financiering, de opdracht en huisvesting van VIAA, alsook voor de derde kernopdracht: het openstellen van het digitaal archief voor het brede publiek. Bron: VIAA
Mediawijs.be is in januari van start gegaan met de ‘Mediacoach MOOC’, een online leertraject over mediawijsheid voor professionelen. Met deze MOOC (Massive open online course) kom je op een laagdrempelige manier meer te weten over uiteenlopende mediawijze thema’s. Bovendien kan je ook met andere deelnemers kennis en informatie uitwisselen. Wil je ook graag deelnemen? Geen probleem, je kan nog steeds registreren via deze link: http://mediacoach.mediawijs.be/user/ register en zo de verschillende modules volgen. De modules van het basistraject blijven gedurende het hele jaar voor iedereen gratis beschikbaar. Je kan dus zelf kiezen waar en wanneer je een module volgt. Bron: mediawijs.be
BRENG UW ARCHIEF TOT LEVEN AXIELL ALM is de leidinggevende leverancier van collectie management systemen, online-publicatie en mobieleoplossingen. Eén van Axiell’s producten is Adlib Archief: een professioneel software pakket voor het beheer van historische, bedrijfs- en overheidsarchieven. Adlib Archief voldoet aan alle gangbare standaarden. Een krachtige thesaurus, koppeling met digitale media en andere externe bestanden behoren tot de standaard functionaliteit. Met Adlib Archief legt u het verleden vast voor de toekomst!
Meer dan 2600 klanten gebruiken onze software wereldwijd, van kleine (privé)collecties tot nationale archieven.
AXIELL ALM Netherlands BV Postbus 1436, 3600 BK Maarssen Nederland
t +31 (0)346 58 68 00
[email protected] www.axiell-alm.com
artikel
Airport Library spreidt de vleugels Dick van Tol, senior adviseur/projectleider bij ProBiblio
In juli 2010 opende op Amsterdam Airport Schiphol een bibliotheek, een initiatief van de Nederlandse openbare bibliotheken. Afgelopen september sloot Airport Library vanwege een herinrichting van het betreffende deel van de luchthaven. Vooruitlopend op de mogelijke doorstart van een nieuwe bibliotheek op een andere plek wordt in dit artikel teruggekeken op de afgelopen vier jaar. Het begin Bij verschillende Nederlandse bibliotheekorganisaties liepen er al mensen met het idee rond, maar eind 2006 besloten twee medewerkers van de VOB — de branchevereniging — en ProBiblio, serviceorganisatie voor bibliotheken in de provincies Noord- en Zuid-Holland, dat er maar eens serieus werk van gemaakt moest worden: een bibliotheek op Schiphol. De simpele gedachte was om iets te betekenen voor de miljoenen Nederlanders die op vliegvakantie gaan en — plat gezegd — leesvoer willen meenemen. Concreet gevolg van het initiatief van de twee medewerkers was dat schrijver dezes als projectleider werd aangemerkt en niet gehinderd door enige kennis van de organisatie bij de nationale luchthaven een mailtje stuurde naar het algemene e-mailadres van Schiphol Group. Daarin werd in heel algemene zin gevraagd of er belangstelling en mogelijkheden waren voor een 8 | META 2015 | 2
bibliotheekvoorziening op Schiphol. Zo klein en enigszins klungelig kan een groot project beginnen. De mail werd al heel snel beantwoord met de mededeling dat er op dat moment geen plek was, maar mét de uitnodiging om met een plan te komen voorzien van het aantal benodigde ruimte. Op Schiphol worden tienduizenden vierkante meters verhuurd aan met name winkels en horeca. Hierop is met vertegenwoordigers van zes bibliotheekorganisaties, op basis van gewonnen informatie over Schiphol, een concept voor een luchthavenbibliotheek uitgewerkt. De groep heeft zich daarbij laten adviseren door het toenmalige Hoofd tentoonstellingen van het Rijksmuseum. Hij was projectleider van de dependance die dit museum in 2005 op Schiphol opende en waarvan de bibliotheek graag buurvrouw wilde worden.
Concept Amsterdam Airport Schiphol profileerde zich rond 2006 niet als zomaar een luchthaven, maar als een AirportCity met alle voorzieningen van een moderne grote stad. Onze mening: daar hoort ook een bibliotheek bij. Met die boodschap is Schiphol benaderd, in de eerste mail en op andere belangrijke momenten in de beginfase. Het idee van een bibliotheek op Schiphol, tot binnenkort de drukste plek van Nederland (Amsterdam Centraal Station neemt het stokje over), paste binnen het in die tijd ontwikkelde uitgangspunt dat bibliotheken zich meer moeten laten zien op plaatsen waar al veel mensen komen en waar zij op die plek voor die mensen van waarde kunnen zijn. Ook de Strandbibliotheek (vanaf 2005) en de Bibliotheek ‘op het station’ (opening pilotvestiging Haarlem in 2011, voorbereidingen vanaf 2006) zijn op basis van dat uitgangspunt ontwikkeld.
artikel
Al direct is het idee van het uitlenen van Airport Library was geheel gebaseerd boeken aan Nederlandse vakantiegan- op zelfbediening. Elke werkdag werd gers losgelaten ten faveure van een ver- de bibliotheek bezocht door één van de blijfsbibliotheek die met name buiten- ‘airport librarians’, op één na gepensioneerde bibliothecarissen die tegen een landse overstappers een ontspannende en inspirerende plek biedt om hun vaak vrijwilligers- en reiskostenvergoeding de bibliotheek op orde houden en bezoekers lange wachttijd door te brengen. helpen. Een aanvullende dienstverlening Een dergelijke voorziening sloot niet wordt geleverd via het Twitter-account alleen beter aan bij de manier waarop @airprtlibrarian. Bibliothecaris en kunstbibliotheken zich toen ook al ontwikkel- kenner Jeanine Deckers verspreidt voor den, maar ook bij de situatie op Schiphol een internationale groep volgers interesen de verwachtte behoefte bij de reizi- sante nieuwsfeiten over de Nederlandse gers. Schiphol is één van de belangrijkste cultuur. Ook reageert zij op alle tweets overstapplaatsen voor intercontinentale over Airport Library, meestal van bezoekers. vluchten, met 22 miljoen transferreizigers per jaar: 42 procent van het totaal aantal De details van het concept zijn samen met jaarlijkse reizigers dat via de luchthaven Schiphol uitgewerkt. Airport Library heeft vliegt. het geluk gehad dat Schiphol plannen Als algemene doelstellingen van Airport had voor modernisering van de Holland Boulevard. Dit gebied heeft als functie Library zijn gesteld: • onder de aandacht brengen van de om de wachttijd voor overstappende reizigers te veraangenamen. Schiphol had Nederlandse cultuur • bieden van waardevolle invulling van al de wens om op de nieuwe Holland Boulevard “iets met lezen te doen”. Het wachttijd • positief beïnvloeden van het imago van plan voor een bibliotheek paste daar bij. de Nederlandse openbare bibliotheken. Zoals ook het onderwerp van de bibliotheek, de Nederlandse cultuur, aansloot bij het Holland-thema van het verblijfsDienstverlening De dienstverlening van Airport Library gebied. (90m²) bestond uit de volgende onderdelen: • vertaalde Nederlandse fictie in 30 talen • fotoboeken, filmpjes en wisselende fotopresentaties en kleine objectex- “Mooie verhalen kwamen onder meer van een posities die een beeld geven van de familie die maar liefst 23 uur in de bibliotheek Nederlandse cultuur doorbracht zonder zich te vervelen.” • muziek van Nederlandse musici • lees- en werkplekken • permanente openstelling. De filmpjes en de muziek werden via iPads aangeboden. Bij de opening van de bibliotheek waren de negen iPads in Airport Library de eerste exemplaren in een openbare ruimte in Nederland. Tienduizenden bezoekers hebben daardoor in deze bibliotheek voor het eerst met de tablet kennis kunnen maken. Gedurende twee jaar zijn er met aanvullende sponsoring van nationaal bibliotheekservicebedrijf NBD Biblion ook activiteiten georganiseerd rond de jaarlijks terugkerende landelijke leesbevorderingsacties.
Opening Een lange bouwstop op Schiphol vanwege de economische crisis en een tamelijk lang traject om de financiering rond te krijgen, zorgden ervoor dat pas op 10 maart 2010 aan alle voorwaarden werd voldaan om daadwerkelijk te starten. Begin juli ging Airport Library open voor publiek. In slechts 19 weken is de bibliotheek op basis van niet meer dan een omschrijving van het concept en enkele afbeeldingen van hoe de bibliotheek er volgens ons uit zou kunnen zien,
META 2015 | 2 |
9
artikel
Hoe de Airport Library Nederlandse cultuur promoot De gedachte achter de Airport Library in zijn huidige vorm is altijd geweest om reizigers kennis te laten maken met Nederland. Om die miljoenen passagiers die op Schiphol moeten wachten op hun volgende vlucht een vleugje Nederlandse cultuur te laten snuiven. Om ze te laten zien dat AMS meer is dan alleen een afkorting voor een vliegveld maar dat bij dat vliegveld een heel land hoort met zijn eigen cultuur en een eigen geschiedenis. Vanaf het moment dat er zekerheid was over de komst van de Airport Library werd ik verantwoordelijk voor de inhoudelijke kant van de bibliotheek: ik heb de collectie samengesteld (die behalve uit boeken ook bestaat uit iPads met filmpjes en muziek) en ik organiseerde de tentoonstellingen: digitale fototentoonstellingen en kleine tentoonstellingen in vitrines. De collectie van de Airport Library is onderverdeeld in een aantal thema’s: architectuur, fotografie, design, kunst, geschiedenis, literatuur, muziek en Amsterdam. Dat laatste is geen cultureel thema, maar dat leek ons voor de herkenbaarheid van de bibliotheek wel zinvol. De andere thema’s zijn gekozen omdat het gebieden zijn waar Nederland op dit moment iets te betekenen heeft of in het verleden heeft betekend. Dat vergroot de kans dat reizigers iets herkennen. In de collectie zitten boeken over bijvoorbeeld Rembrandt, Van Gogh en Rietveld maar ook over Mecanoo, Marcel Wanders en Anton Corbijn. Het onderdeel ‘literatuur’ bestaat uit boeken van Nederlandse (en enkele Vlaamse) auteurs in vertaling. In samenwerking met het Nederlands Letterenfonds is er een collectie opgebouwd van vertalingen in meer dan 32 verschillende talen. De meeste bezoekers hebben niet voldoende tijd om een heel boek uit te lezen (behalve bij stakingen of andere calamiteiten) maar de bedoeling van deze verzameling is om mensen op een idee te brengen en om te laten zien dat Nederlandse literatuur ook vertaald is. De rest van de collectie is in het Engels, omdat Engels de internationale luchtvaarttaal is. Er is ook een kleine collectie kinderboeken en strips, van Nederlandse auteurs en illustratoren uiteraard. Voor het onderdeel muziek heeft de Centrale Discotheek in Rotterdam muziek verzameld rondom thema’s als “winnaar van de Edison Award” of “Nederlandse artiesten die op 1 hebben gestaan in de Amerikaanse Top 100”. Die muziek was via de iPads te beluisteren. Niet alleen bij muziek, ook bij andere onderdelen van de collectie heb ik me laten adviseren. Ik ben behalve bibliothecaris ook kunsthistoricus maar mijn kennis van bijvoorbeeld Nederlandse fotografie is beperkt dus maakte ik graag gebruik van de ervaring van het Nederlands Fotomuseum. Ook bij de tentoonstellingen heb ik vertrouwd op de expertise van de deskundigen: ik benaderde zelf musea of instanties (bijvoorbeeld het Anne Frank Huis of
“Mensen gaan als ze thuis zijn op zoek naar de boeken die ze op Schiphol gezien hebben en ik weet van zeker één uitgever die door onze collectie op het idee gebracht werd om een Nederlands boek te vertalen.”
het Stadsarchief Amsterdam) met een verzoek om samenwerking. Bij het inrichten van de tentoonstelling kregen de musea vervolgens de vrije hand: zij weten immers het beste hoe ze hun eigen collectie onder de aandacht willen brengen. Bij het selecteren van de boeken voor de collectie heb ik geprobeerd me te verplaatsen in de bezoekers. Ik ging ervan uit dat het merendeel van de mensen per toeval bij onze bibliotheek terecht komen en ze niet per se geïnteresseerd zijn in Nederlandse cultuur. Ze moeten dus verleid worden om van de bibliotheek gebruik te maken. Dat betekent dat boeken er aantrekkelijk uit moeten zien: ze moeten een herkenbaar omslag hebben of anderszins intrigeren zodat mensen nieuwsgierig gemaakt worden. Overigens heeft de bibliotheek door de jaren heen een klein vast publiek gekregen: er zijn reizigers die regelmatig op Schiphol moeten overstappen en dan een paar uurtjes in de bibliotheek gaan zitten. Niet per se vanwege de collectie maar ook omdat ze er rustig kunnen werken: er staat een grote leestafel met stopcontacten voor laptop en telefoon en er is gratis wifi, zoals overal op het vliegveld. We hebben maar beperkt zicht op hoe mensen reageren op onze bibliotheek: de Airport Library is 24 uur per dag toegankelijk en er is gemiddeld anderhalf uur per dag een bibliothecaris aanwezig. Uit de reacties die de bibliothecarissen krijgen en uit ons gastenboek blijkt dat bezoekers de bibliotheek zeer waarderen: eindelijk een niet-commerciële plek waar je rustig kunt zitten te midden van alle drukte. Mensen zijn verrast een bibliotheek aan te treffen en staan open voor wat daar te vinden is. We zien bezoekers diep verzonken in een boek over Nederlandse kunst of urenlang luisterend naar Nederlandse muziek. Mensen gaan als ze thuis zijn op zoek naar de boeken die ze op Schiphol gezien hebben en ik weet van zeker één uitgever die door onze collectie op het idee gebracht werd om een Nederlands boek te vertalen. Dus met die mensen hebben we ons doel bereikt: het promoten van Nederlandse kunst en cultuur. Jeanine Deckers, airportlibrarian
1 0 | META 2015 | 2
artikel
door partners van Schiphol ontworpen en gebouwd en door ProBiblio en haar partners inhoudelijk en technisch opgetuigd. De officiële opening is verricht door prinses Laurentien, die zeer actief is op het gebied van de bestrijding van laaggeletterdheid, en kreeg zeer veel landelijke publiciteit op televisie en radio en in de dagbladen.
Organisatie Opdrachtgever van Airport Library was ProBiblio. Zij fungeerde zowel als (contract)partner van Schiphol als van alle andere partijen die organisatorisch, inhoudelijk of financieel hebben bijgedragen. ProBiblio werd op de grote lijnen aangestuurd door een stuurgroep waarin de directeuren van de openbare bibliotheken van Amsterdam en Haarlemmermeer en een MT-lid van ProBiblio zitting hadden. Voor de collectie en de activiteiten is met dertig Nederlandse culturele instellingen samengewerkt. Ten aanzien van de collectie adviseerden zij wat er aangeschaft zou moeten worden en/of leverden de media zelf. Belangrijkste partners waren het Nederlands Letterenfonds, dat alle vertaalde Nederlandse fictie leverde alsmede materiaal voor enkele literatuurexposities, en Muziekweb dat alle muziek heeft verzorgd. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen was vier jaar lang de hoofdfinancier. Daarnaast is meebetaald door ProBiblio, Schiphol, Openbare Bibliotheek Amsterdam en nog enkele partijen met kleinere bijdragen. ProBiblio verzorgde de exploitatie van Airport Library. Dat was praktisch, omdat zij dicht bij de luchthaven gevestigd is.
Resultaten De hierboven genoemde algemene doelstellingen van Airport Library zijn kwantitatief vertaald naar: • minimaal 200.000 bezoekers in de derde periode van 12 maanden • minimaal 200 media-uitingen in de eerste drie jaar. Als we daar naar kijken, kan worden vastgesteld dat deze beoogde resultaten ruimschoots zijn gehaald. Al in het eerste jaar werden 300.000 bezoekers
geteld, in het derde jaar 325.000. Het aantal media-uitingen is op bijna 1000 uitgekomen, het eerste halfjaar waren het er al 600. Tot de verbeelding spraken onder meer een artikel in The New York Times (met de fraaie titel An unlikely sanctuary of books), een reportage op locatie op de Amerikaanse nationale publieke radiozender en een item op het WitRussisch televisiejournaal. Daarnaast zijn het hoofdzakelijk media op het gebied van reizen die aandacht aan de bibliotheek hebben besteed. Van de meer dan een miljoen bezoekers in de afgelopen vier jaar hebben we kunnen zien en tellen wat ze in de bibliotheek hebben gedaan. Natuurlijk was het gebruik van een deel van die bezoekers beperkt: ze keken even welke Nederlandse literatuur er in hun eigen taal te vinden is of ze zapten wat heen en weer op de iPads. Maar opvallend is toch hoeveel bezoekers ruim de tijd namen om van de Nederlandse cultuur te proeven of er zelfs op te studeren. Het zijn vooral de paar duizend bijdragen aan het digitale logboek en de reacties die de bezoekers aan de airport librarians geven die een beeld geven van wat een bibliotheek op een luchthaven kan betekenen. Mooie verhalen kwamen onder meer van een familie die maar liefst 23
META 2015 | 2 |
11
artikel
uur in de bibliotheek doorbracht zonder zich te vervelen en — weliswaar buiten de doelgroep — van de luchthavenbeveiliger van Poolse afkomst die vele middagpauzes in de bibliotheek spendeerde om de boeken van Harry Mulisch in zijn moedertaal te lezen. Niet zelden laten bezoekers in het logboek weten met welk specifiek aspect van de Nederlandse cultuur zij hebben kennis gemaakt. Dat zijn vaak mooie, persoonlijke ervaringen.
een aantal gerenommeerde Engelse en Amerikaanse media werd uitgeroepen tot de beste nieuwe voorziening op een luchthaven wereldwijd 2010-2011. En in vrijwel alle sinds de opening van Airport Library opgestelde juryrapporten waarin Schiphol wordt beoordeeld — in de zeer competitieve wereld van luchthavens zijn dit er meerdere per jaar — wordt de bibliotheek genoemd als een kenmerk waarmee deze luchthaven zich positief onderscheidt.
Ook aardig: de vele tweets — vaak met foto — van verraste bezoekers of voorbijgangers. Airport Library wordt dagelijks enkele tientallen keren gefotografeerd.
Intussen zijn er ook op een stuk of tien andere luchthavens in de wereld bibliotheken of bibliotheekachtige voorzieningen geopend. De invulling daarvan verschilt sterk: van een bookswap waar bezoekers eigen boeken kunnen achterlaten en andere boeken kunnen meenemen en een voorziening waar e-books
Prijzen en navolging Het heeft ons verheugd dat Airport Library door de reisjournalisten van
1 2 | META 2015 | 2
geleend kunnen worden tot een bibliotheek met een Chinese en Engelstalige collectie waarvan het digitaal beschikbare deel wordt gebruikt als showcase voor de verschillende apparaten die het land fabriceert en exporteert. Bibliothecarissen vragen ons regelmatig hoeveel boeken er nou gestolen zijn. Airport Library is een open ruimte op een anonieme plek als een luchthaven die vier jaar aan één stuk door open is geweest. Het antwoord op die vraag geeft vertrouwen in de mensheid: het aantal verdwenen boeken bedraagt enkele tientallen. En er is maar één iPad gesneuveld. De kosten daarvan wegen op geen enkele manier op tegen de voordelen van een zo toegankelijke ruimte zonder (de kosten van) beveiligingspoortjes.
artikel
Er zijn natuurlijk ook zaken beneden verwachting gebleven. Zo hebben de iPads zeker de eerste jaren vanwege het zeer intensief gebruikte wifinetwerk van Schiphol niet 100 procent van de tijd naar behoren gefunctioneerd. Ook duurde het wel even voordat we de iPads volledig hadden afgesloten voor ongewenst gebruik. En met een aantal gewenste partners is de samenwerking niet van de grond gekomen.
wat een bibliotheek zou kunnen betekenen voor de eigen klanten en voor het eigen imago. Vooral met enthousiasme en doorzettingsvermogen is het gelukt de andere partijen te overtuigen. Zij hebben ingezien dat hun commercialisering grenzen kent en dat ook het bieden van maatschappelijke waarde belangrijk is. Zij herkenden de waarde van de bibliotheek als niet-commerciële, betekenisvolle, rustige oase in een zeer drukke, vluchtige en op profijt gerichte omgeving.
Toekomst Schiphol heeft al begin 2013 laten weten dat Airport Library in 2014 plaats zou moeten maken vanwege een herinrichting van de Holland Boulevard. Aanleiding is de centralisatie van de bagagecontrole die nu nog aan de gates plaatsvindt. Schiphol maakte ook direct duidelijk graag een nieuwe bibliotheek te willen openen, elders in hetzelfde verblijfs gebied. Aangeboden werd een ruimte van ca. 300m². Deze ruimte wordt ingevuld als zitgebied, waaraan verspreid in de ruimte de bibliotheekfunctie kan worden vormgegeven. Vanaf begin 2013 is ProBiblio op zoek gegaan naar een landelijke opdrachtgever binnen de Nederlandse bibliotheeksector. De bibliotheek op Schiphol is immers een landelijke voorziening en ProBiblio is een serviceorganisatie voor slechts een deel van de Nederlandse bibliotheken. Er is een nieuwe opdrachtgever gevonden die nu in gesprek is met Schiphol en het Ministerie van OCW om tot een nieuwe bibliotheek te komen. Deze organisatie treedt binnenkort zelf naar buiten wanneer er duidelijkheid is. De geplande opening van de nieuwe Airport Library is eind 2015.
Vervolgens zijn Schiphol en NS volledig omgeslagen en willen zij intussen zelfs meer en sneller dan de bibliotheeksector kan opbrengen. U las al dat Schiphol al vanaf begin 2013 over een nieuwe bibliotheek wil praten. En NS heeft de wens dat er een keten van minimaal tien stations bibliotheken wordt gerealiseerd en stelt daarvoor mooie locaties beschikbaar. Het is leerzaam om te ervaren dat bibliotheek en — in dit geval — vervoersbedrijven gezamenlijke belangen hebben en elkaar kunnen versterken. En het blijkt dat je met enig op terecht zelfvertrouwen gebaseerd lef grote partijen tot interessante vormen van samenwerking kunt bewegen. Bibliotheken creëren daarmee mogelijkheden om op aansprekende plaatsen en met een gerichte invulling voor een groot en deels nieuw publiek van waarde te zijn.
“What a great inviting, comfortable space! My 6hr layover went by like a breeze thanks to the Library. All airports should be like this — well designed and with much to keep you interested. Thanks!” Bron: digitale gastenboek van Airport Library
Lef Een opvallende les die is geleerd met Airport Library en ook de Bibliotheek ‘op het station’ is dat bibliotheken hoge waardering kunnen oogsten bij samenwerkingspartners die niet als eerste voor de hand liggen. Zowel bij Schiphol als bij de Nederlandse Spoorwegen viel het kwartje niet meteen. De betrokkenen hadden in veel gevallen geen (goed) beeld van de bibliotheek in het algemeen en van
META 2015 | 2 |
13
Ruben Mantels
“Het is bijna aandoenlijk om te zien hoe iedereen trachtte die collectie te beheersen.”
interview
De geschiedenis van de Gentse universiteitsbibliotheek Interview: Julie Hendrickx Foto’s: Stefan Tavernier
In 2017 viert de Universiteit Gent haar tweehonderdste verjaardag, dan moet de Boekentoren gerenoveerd zijn en de geschiedenis van de universiteitsbibliotheek beschreven. De traditie wil dat het de hoofdbibliothecaris is, die de geschiedenis van de eigen instelling (be-)schrijft. Maar traditie haalt het niet langer van hun hedendaagse statuut, dat onderzoek niet meer toelaat. “Dus nemen ze mensen zoals ik in dienst.” De ik-persoon hier is Ruben Mantels, auteur van Gent. Een geschiedenis van universiteit en stad, 1817-1940. Naar eigen zeggen geen specialist in bibliotheekgeschiedenis, eerder de juiste persoon op de juiste plaats. Zijn onderzoeksachtergrond loodste hem immers al vaak door de Gentse universiteitsbibliotheek en haar collectie. Hij wil geen enge instellingsgeschiedenis schrijven, wel een ruime cultuurgeschiedenis. De universiteitsbibliotheek als een gemeenschap van professoren, studenten, medewerkers en genootschappen, en hoe die bijdraagt aan de wetenschappelijke en literaire cultuur in Gent. Ik laat hem vooral vertellen. Gelukkig is er altijd veel bewaard geweest over de geschiedenis van de universiteitsbibliotheek. Die werd al in 1797 opgericht. In de context van de Franse Revolutie dus waarin elk departement zijn eigen centrale school oprichtte. Bij die centrale school moest een bibliotheek ingericht worden. Hier in Gent heeft Karel van Hulthem — een gekend bibliofiel — die departementale bibliotheek uit de grond gestampt, die vanaf 1804 werd overgedragen aan de stad. Ze bevond zich aan de Ottogracht, in de Baudelookapel. Toen de Universiteit dan in 1817 werd opgericht, heeft de Stad Gent de bibliotheek geschonken aan de universiteit. Wel onder de notoire clausule dat de volledige collectie, inclusief de aanwinsten, zou terugkeren naar de Stad Gent indien de universiteit, om één of andere reden, zou ophouden te bestaan. De universiteit heeft dus eigenlijk het vruchtgebruik van de collectie gekregen, maar moest die wel toegankelijk maken en de kosten ervan dragen. Een van de vorige hoofdbibliothecarissen heeft daarom eens geschreven dat de stad zich op een handige manier van een stuk patrimonium verlost wist. Tot 1940 was de bibliotheek zowel stads- als universiteitsbibliotheek. Maar eigenlijk was die museale collectie en die wetenschappelijke literatuur niet afgestemd op het grote volk. De bibliotheek was net als de universiteit een elitaire instelling. In 1921 heeft de stad, met de invoering van de wet-Destrée die steden en gemeenten verplichtte om een bibliotheek in te richten, zelfs nog een tijd met zijn ‘stadsbibliotheek’ geschermd. Tot grote onvrede van jullie voorganger Bibliotheekgids trouwens. Pas in de jaren veertig krijg je dan wel die splitsing met de oprichting van een nieuwe stadsbibliotheek die na enkele omwegen op het Gentse Zuid is terecht gekomen, en waarvan Johan Daisne de eerste bibliothecaris was.
Brandpunt van verschillende visies Het interessantste om zien is hoe de perceptie rond de Boekentoren veranderde doorheen de tijd. Vandaag is het gebouw bekender dan de bibliotheek. Maar aanvankelijk was het een zwaar gecontesteerd gebouw dat zeker niet bij iedereen in de smaak viel. Onder andere de hoofdbibliothecaris René
Apers was niet gelukkig met het torenconcept omwille van de bibliotheekeconomische nadelen. Ook de Tweede Wereldoorlog zorgde voor de nodige complicaties: de plannen die Henry Van de Velde had voor het interieur werden nauwelijks gerealiseerd. Toch waren de plannen positief onthaald door de universiteit omdat de nieuwe bibliotheek een statement moest worden van de nieuwe Vlaamse Universiteit — in 1930 was de universiteit vernederlandst. Het was dus een Nederlandstalige Rijksuniversiteit die zich moest bewijzen en het gebouw was daar een symbool van. Maar dat kantelde al snel in de jaren vijftig en zestig. Door de democratisering van het hoger onderwijs was er een massale instroom van nieuwe studenten. De universiteit zat niet meer te wachten op een monument. Modernisme moest wijken voor utilitaire nieuwbouw. En het gebouw had toen ook al gebreken zoals betonrot. De Boekentoren werd door het universiteitsbestuur ervaren als een onhandig gebouw dat de universiteit geld kostte. Het was ook toen dat er allerhande ingrepen aan het gebouw gebeurden die onrecht deden aan Van de Veldes ontwerp. Pas in de jaren tachtig kwam de toestand van het gebouw terug onder de aandacht. Sinds 1992 is het gebouw een beschermd monument. Onder Sylvia Van Peteghem, de huidige hoofdbibliothecaris, was er de campagne voor de Monumentenstrijd in 2007 die veel persaandacht genereerde. Maar het was met de figuur van André Singer dat er het één en ander aan het rollen is gegaan. Singer kocht in 2003 de originele plannen van Henry Van de Velde. Tot zijn ontstelling moest hij vaststellen dat de Boekentoren nog slechts een schim was van het originele idee van Van de Velde. Hij bekostigde de studies om de renovatiekosten in te schatten. Men besefte meer en meer dat dit een uniek gebouw is dat geherwaardeerd moet worden en terug in oorspronkelijke staat hersteld moet worden. De universiteit heeft er lang over gedaan om tot dat inzicht te komen, pas in 2005 is de beslissing voor de restauratie gevallen. Maar een universiteit wordt uiteindelijk alleen afgerekend op de kwaliteit van haar onderwijs en onderzoek, niet op haar patrimonium. Nu is er terug een trots!
META 2015 | 2 |
15
interview
Eigenlijk was het bibliotheekgebouw, al van in het prille begin, de inzet van een voortdurende strijd. Zo was aan de Ottogracht de bibliotheek ondergebracht in een oud abdijgebouw op — de naam zegt het zelf al — zeer drassig gebied. Dat was een constante strijd tegen insijpelend water, vocht en schimmel. Het gebouw was ook ontoereikend: te klein, weinig functioneel en te veraf gelegen van de binnenstad. Vanaf het midden van de 19e eeuw zijn er aanzetten en soms vergevorderde plannen om te verhuizen. Maar pas in 1933 werd er beslist om een nieuw gebouw op te richten. Het is wel typisch dat het bibliotheekgebouw continu in vraag gesteld wordt. Het hangt samen met het heersende idee van de ideale bibliotheek op een bepaald moment en welk gebouw
duizend studenten. Exponentieel meer bezoekers betekende ook dat de bibliotheek professioneler gerund moest worden. Vanaf dan werd de ontsluiting van de collectie belangrijker: het opstellen van betere catalogi, ze publiek toegankelijk maken, ... In het interbellum speelt de vernederlandsing een belangrijke rol. Ze verbrak de band tussen stad en universiteit. Zo liep het aantal schenkingen van de stedelijke elite aan de bib terug. In de 19e eeuw was, dankzij het netwerk van de hoofdbibliothecaris, de bibliotheek sterk betrokken in het Gentse stadsleven. Figuren als Jules de Saint-Genois en Ferdinand Vanderhaeghen maakten door hun lidmaatschap van oudheidkundige genootschappen, tijdschriftredacties en sociétés allerhande de bibliotheek een onderdeel van het culturele leven. De bibliotheek was dan ook
“Het is wel typisch dat het bibliotheekgebouw continu in vraag gesteld wordt. Het hangt samen met het heersende idee van de ideale bibliotheek op een bepaald moment en welk gebouw er aan dat beeld beantwoordt.”
er aan dat beeld beantwoordt. Het bibliotheekgebouw zal dus ook een van de aandachtspunten in het boek worden, zowel architecturaal, de beleving van het gebouw, maar ook dat het steeds een brandpunt is van verschillende visies.
Machtsbalans De Gentse universiteitsbibliotheek volgt uiteraard het algemene ontwikkelingspatroon van wetenschappelijke bibliotheken. In eerste instantie is er die museale collectie, afkomstig van de opgeheven kloosters en abdijen. Men zette ook sterk in op die collectie met aankopen en schenkingen van eerder antiquarische collecties en geleerdenbibliotheken. Maar vanaf de tweede helft van de 19e eeuw werd het onderwijs en onderzoek minder encyclopedisch en meer experimenteel. In de exacte wetenschappen kwamen laboratoria en ook in de geesteswetenschappen ontstond er een meer positief wetenschappelijke instelling. De bibliotheek werd ingeschakeld in dit nieuwe model van onderwijs en onderzoek en bouwde bijgevolg zijn collectie uit. Professoren konden hun lijstjes doorsturen naar de hoofdbibliothecaris die per faculteit een budget beheerde. De bibliotheek was niet langer een museale instelling maar ondersteunde het onderwijs en onderzoek door de aankoop van tijdschriften, wetenschappelijke reeksen en referentiewerken. Ondertussen had de Gentse universiteitsbibliotheek nog steeds de functie van stadsbibliotheek wat betekende dat iedereen er vrij binnen en buiten mocht. Het studentenaantal is ook lang beperkt gebleven tot enkele honderden. Pas in 1914 oversteeg men de 1 6 | META 2015 | 2
vaak de zetel van sociétés die daar vergaderden — en vaak achteraf hun bibliotheek en archief schonken. Uiteraard ontstond er een wisselwerking tussen die genootschappen en de universiteitsbibliotheek, die na 1930 verdween. Daardoor werd de bibliotheek meer dan voordien een instelling die er alleen voor de universiteit en zijn professoren en studenten was. Na de Tweede Wereldoorlog moest de universiteitsbibliotheek zich meer en meer bewijzen. Het was niet meer vanzelfsprekend dat er zoveel geld naar toe ging. De museale collectie werd behouden maar sinds de jaren vijftig is er omzeggens geen aankoopbudget meer voor oude werken en handschriften. Na een lange periode van collectie-uitbouw, kwam de gebruiker centraal te staan, en werd de bibliotheek een universitaire dienst die alle middelen moest inzetten om het boek zo snel mogelijk naar de lezer te brengen. Hoofdbibliothecaris Karel van Acker zijn uitspraak was dat de bibliotheek naar de lezer moest trekken, en niet omgekeerd. Het opstellen van centrale catalogi, het openen van buitenleeszalen en de nieuwe mogelijkheden van de automatisering kwamen daarbij op de voorgrond. Met een figuur als Herbert van de Sompel was de Gentse universiteitsbibliotheek zelfs erg vooruitstrevend op het vlak van bibliotheektechnologie. Een derde naoorlogse evolutie, die zeker niet uniek is voor Gent, was de verhouding tussen de centrale universiteitsbibliotheek en de seminariebibliotheken. Die beweging zie je ontstaan vanaf
interview
tientallen seminariebibliotheken. De centrale universiteitsbibliotheek heeft zich dan weer geprofileerd als de spil van een ruimer bibliotheeknetwerk.
Mythische bibliothecarissen Wat de Gentse universiteitbibliotheek en haar geschiedenis zo boeiend maakt, is de aanwezigheid van een aantal grote persoonlijkheden zoals haar stichter Karel Van Hulthem. Zijn privébibliotheek was de bakermat van de Koninlijke Bibliotheek in Brussel. Dan heb je Jules de Saint-Genois die in de jaren vijftig en zestig van de 19e eeuw bibliothecaris was. Hij was een letterkundige en ook actief in de Vlaamse beweging, onder meer als voorzitter van het Willemsfonds. Hij was altijd zeer gul om zijn bibliotheek open te stellen voor allerlei letterkundigen, ook als ze (nog) niet bekend waren. Er zijn brieven bewaard gebleven van Hendrik Conscience die vroeg om bepaalde handschriften toegestuurd te krijgen. De Saint-Genois was iemand die besefte dat een bibliotheek een instelling moest zijn die ten dienste stond van de ontluikende vaderlandse letterkunde en geschiedenis. Er waren immers heel wat rijke privébibliotheken, maar slechts weinig openbare plaatsen waar je terecht kon om handschriften in te kijken.
1900 vanuit het idee om de collectie zo dicht mogelijk bij de professoren en studenten te brengen. In de seminariebibliotheek was er een direct contact met de bronnen, men kon er onmiddellijk aan de slag. Maar die bibliotheken werden groter, talrijker, een tweede circuit dat een eigen aankooppolitiek voerde in functie van het lopend onderzoek. Dat creëerde een soort machtsbalans tussen de centrale bibliotheek en de seminaries en tal van praktische problemen, zoals de inschakeling van de seminariecollecties in het interbibliothecaire bruikleenverkeer, de opname ervan in de centrale catalogus, de wildgroei van soms piepkleine bibliotheekjes met vage openingsuren en collectieprofielen. Dat proces is nog steeds lopende. Pas recent opende de faculteitsbibliotheek Letteren, een groepering van
Een ander icoon was Ferdinand Vander haeghen. Vanderhaeghen was eigenlijk een de Saint-Genois in het kwadraat. Hij was een groot bibliograaf maar ook — een beetje oneerbiedig geformuleerd — een halve gek die maniakaal verzamelde. Zijn collectie ‘vliegende blaadjes’ is bekend. Er zitten een miljoen stuks in en dat gaat van reclameblaadjes tot soms ook grotere verenigingsarchieven die dankzij hem bewaard zijn gebleven. Toen Vanderhaeghen in 1869 werd aangesteld als hoofdbibliothecaris schonk hij zijn privécollectie aan de universiteitsbibliotheek, een interessante deal die de collectie ongeveer verdubbelde. Via zijn connecties zouden veel van die rijke privébibliotheken uit het Gentse uiteindelijk in de bibliotheek belanden en zo een openbaar karakter krijgen. In de twintigste eeuw is er Willem De Vreese. Een aparte man, met een moeilijk karakter, die fout was in Wereldoorlog I. Maar hij was een modern en zeer vooruitziend bibliothecaris en een groot pleitbezorger van openbare bibliotheken. Hij zette net als Vanderhaeghen grootschalige bibliografische ondernemingen
META 2015 | 2 |
17
INTERVIEW
op. Tijdens de oorlogsjaren was er wel een tweespalt in de bibliotheek. Er was een kleine verzetsbeweging die geleid werd door de volgende hoofdbibliothecaris Paul Bergmans, en dan had je het activistisch bolwerk van De Vreese en zijn dochter Nora, onderbibliothecaris en éérste vrouw ooit die in de Gentse universiteitsbibliotheek werkte. Daar komt in 1918 een einde aan met de ter dood veroordeling omwille van vergaand activisme van De Vreese. Uiteindelijk vluchtte hij naar Rotterdam waar hij bibliothecaris werd van de stedelijke bibliotheek. Hij bouwde die uit tot een schitterende bib. Dergelijke mythische figuren vind je niet meer terug onder de hoofdbibliothecarissen in de twintigste eeuw. Wel professionals, managers, bibliothecarissen die technisch onderlegt zijn. Dat hangt ook samen met de evolutie van de wetenschappelijke bibliotheken die steeds meer nood hebben aan een goed management. De hoofdbibliothecarissen kwamen wel nog altijd uit het professorenkorps maar hielden zich minder en minder bezig met onderzoek. Het waren ook voornamelijk humane
collectie te beheersen. En om bijvoorbeeld die centrale catalogus tot stand te brengen. Op Belgisch niveau zijn we wat dat betreft lang ‘een bananenland’ geweest. We waren een van de weinigen die er niet in slaagden om een centrale catalogus te realiseren. Onder andere omdat de rol van de Koninklijke Bibliotheek moeilijk lag, het politieke evenwicht was niet evident en men raakte het bovendien niet eens over de nodige bibliografische regels. Pas in de jaren tachtig, door de druk van de automatisering, kwam het er van. Voor de Gentse context betekende dit een samenwerking tussen de centrale bibliotheek en de seminariebibliotheken die noodgedwongen ook hun collecties mee in de centrale catalogus moesten steken. De eigen collectie afschermen ging niet langer. Ook elders ging het traag. De eerste catalogus van de handschriften is die van Jules de Saint-Genois, in 1851 gepubliceerd. De tweede is pas begin jaren 1970, door Albert Derolez opgemaakt. Men heeft er 120 jaar over gedaan om nog eens een nieuwe inventaris van de handschriften op te stellen! Ze waren decennia zoet om gewoon in te halen om wat men onder Vanderhaeghen verzamelde. Daar
“De Boekentoren werd door het universiteitsbestuur ervaren als een onhandig gebouw dat de universiteit geld kostte.”
wetenschappers. Van Hooydonck in de jaren negentig was de eerste hoofdbibliothecaris die uit de exacte wetenschappen kwam, hij was een chemicus. Maar de schaalvergroting en het steeds groter wordende takenpakket zorgt ervoor dat bibliothecarissen minder prominente figuren zijn, die meer op de achtergrond werken en als professionele bibliothecarissen hun bibliotheek runnen.
Ontsluiting: een werk van lange adem In de 19e eeuw stond de collectie centraal, maar men besefte snel dat een collectie alleen niet volstaat maar dat je die toegankelijk moet maken, dat je die moet ontsluiten. Vanderhaeghen had bijvoorbeeld heroïsche plannen om, verspreid over tientallen jaren, de volledige collectie te ontsluiten. Het kadert ook in het toenmalige ideaal om een bibliografie van alles tot stand te brengen. Vanderhaeghen was ook wel mee met die documentaire beweging die informatie wilde ontsluiten op een universele manier. De ontsluiting van de volledige collectie is anderzijds ook een verhaal van de ene hoofdbibliothecaris die een systeem begon dat de volgende hoofdbibliothecaris door weer een ander systeem verving. Zo waren er verschillende vormen van ontsluiting die werden aangemaakt, geprobeerd en weer stopgezet. Het is bijna aandoenlijk om te zien hoe iedereen trachtte die 1 8 | META 2015 | 2
is een groot deel van de twintigste eeuw voor nodig geweest, nog in de jaren 1950 en 1960 is men bezig vooroorlogse schenkingen en aankopen te verwerken. Men ‘ontdekte’ aanwinsten in de eigen collectie. Met die elektronische systemen in de jaren tachtig kon men eigenlijk opnieuw beginnen om al die steekkaartcatalogi in te voeren. Een werk dat nog altijd niet voltooid is. Er zijn nog altijd collecties die nog niet beschreven zijn. Het is een continu achterna hollen van wat er aanwezig is in huis. Nu, dat zal elders ook wel het geval zijn, ik denk niet dat Gent daar alleen in staat.
De frustraties van een onderzoeker Ik ben nu een klein jaartje bezig met de Gentse bibliotheekgeschiedenis maar ik vraag me af … één van de frustraties is dat er geen goede bibliotheekgeschiedenis van België of Vlaanderen bestaat. Er is het boek van Ludo Simons (Het Boek in Vlaanderen sinds 1800, Een cultuurgeschiedenis), waar de bibliotheekgeschiedenis ook aan bod komt. Er zijn verschillende deelonderzoeken en ook beknopte overzichten gepubliceerd, maar een echt goede synthese is er nog niet. In Nederland heb je van Paul Schneiders een heel mooie bibliotheekgeschiedenis van de Middeleeuwen tot vandaag. Ook ik maak een synthese van maar één bibliotheek. Door er zo mee bezig te zijn, merk je wel dat er een serieuze inhaalbeweging te maken valt. En dat er veel te vertellen is.
artikel
> Zie ook p. 30
Duurzaam lokaal cultuurbeleid
De Groene Aap komt uit de mouw Tina Baert, Ecolife vzw en Hilde De Brandt, LOCUS
Het project ‘Groene Apen’ werd onlangs afgerond. Twee jaar lang ondersteunden en begeleidden Ecolife en LOCUS tal van bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra en de intermediaire organisaties bij het verduurzamen van hun activiteiten. Hiervoor werd een traject uitgewerkt met informatief materiaal, netwerkmogelijkheden, goede praktijkvoorbeelden en instrumenten op maat. Lokale pilootprojecten over heel Vlaanderen gingen aan de slag met het aanbod. Interne milieuzorg en duurzaamheid geen optie, maar een must Tijdens het verloop van het project publiceerde het Intergovermental Panel for Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties (VN) haar vijfde rapport onder de titel Climate Change 2013: The Physical Science Basis. Daarin bevestigt het panel met nog meer stelligheid dan in de vorige rapporten dat het klimaat verandert, dat de mens daar in grote mate mee voor verantwoordelijk is en dat een drastische beperking van de uitstoot van broeikasgassen nodig is, willen we de toekomstige generaties behoeden voor een planetaire catastrofe. Eigenlijk niets nieuws onder de zon. Evenmin nieuw, is de vaststelling dat er op het hoogste niveau van de wereldpolitiek, zoals de VN-Klimaatconferenties, nog steeds onvoldoende doeltreffende maatregelen worden genomen om de situatie in handen te nemen. En toch zijn er redenen om hoopvol te zijn want het lokale niveau engageert zich wél voor het klimaat. Zo ondertekenden heel wat steden en gemeenten, ook in Vlaanderen, het zogenaamde Burgemeestersconvenant. Het Burgemeesterconvenant is een Europese
beweging van lokale en regionale overheden die zich op vrijwillige basis verbinden om de CO2-uitstoot op hun grondgebied te verminderen. Andere lokale maatschappelijke actoren nemen ook de handschoen op. Zo ook het lokale cultuurbeleid. Met steun van het subsidiefonds voor Duurzaam Lokaal Milieubeleid (DuLoMi) van de Vlaamse overheid startten Ecolife en LOCUS in 2012 het project ’Groene Apen‘ op. Het doel? Een aantal belangrijke spelers van het lokaal cultuurbeleid ondersteunen in hun duurzaamheidstraject, in samenwerking met de VVBAD, Bibnet, de Vereniging Vlaamse Cultuur- en gemeenschapscentra (VVC), de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen.
Het Groene Apen-traject De eerste projectfase benutten we om via een online bevraging beter zicht te krijgen op de stand van zaken en de behoeften en kansen met betrekking tot milieuzorg binnen het lokaal cultuurbeleid. Een aantal trends werden op die manier bevestigd. De aandacht voor duurzaamheid en milieuzorg is bij vele cultuuractoren aanwezig en groeiend. Daarnaast zijn er voldoende opportuniteiten om
milieuzorg verder uit te bouwen en te verankeren in de werking van deze organisaties. Tot slot bevestigde de bevraging de meerwaarde van het voorop gestelde begeleidingstraject en wakkerde het de motivatie om milieuzorg op de agenda te plaatsen binnen het lokale cultuurbeleid verder aan. In de tweede fase, de pilootfase, werden acht organisaties verspreid over Vlaanderen, actief betrokken bij het project. Met behulp van de praktische inbreng van deze cultuuractoren werden specifieke instrumenten en een set van gerichte begeleidingsmethodieken ontwikkeld. In de derde fase werd een definitief aanbod samengesteld waarmee openbare bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra aan de slag kunnen. Elf organisaties, waaronder vijf bibliotheken tekenden in op Groene Apen. Ze maakten gebruik van één of meerdere instrumenten en doorliepen onder begeleiding van Ecolife een milieuzorgtraject. Dit laatste omvatte een impactanalyse van de werking, een workshop rond strategische visievorming om naar een gedragen (toekomst)visie rond duurzaamheid toe te werken en het opstellen van een concreet actieplan rond interne milieuzorg.
META 2015 | 2 |
19
artikel
“Ruim twee jaar later blijkt de ecologische component van duurzaamheid in de Vlaamse lokale cultuursector een waardevolle invulling te hebben gekregen. Ondertussen zijn er overal Groene Apen.”
Inspirerende voorbeelden De Bib van Leuven en bibliotheek De Boekenmolen van Molenbeek namen actief deel aan Groene Apen. Sanne Clerinx, productieverantwoordelijke 30CC, en Tjorven Vanden Eynde, cultuurbeleidscoördinator, samen met Linda Bruyninckx, bibliothecaresse, getuigen over hun ervaring zowel intern binnen de eigen organisatie als met hun publiek.
Draaiboek Milieuzorg in het lokaal cultuurbeleid Het draaiboek Milieuzorg in het lokaal cultuurbeleid is een belangrijk onderdeel van het uitgebreide instrumentarium van Groene Apen, en meteen ook een samenvatting ervan. Deze e-publicatie is gericht naar de trekkers van milieuzorg binnen een cultuurorganisatie. Ze bevat alle informatie om concreet aan de slag te gaan en medewerkers en stakeholders actief te betrekken bij een duurzaamheidstraject. Het draaiboek bestaat uit drie hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk gaan we in op de unieke kansen die bibliotheken, cultuur- en gemeen-
Was de Bib Leuven vóór Groene Apen al actief rond duurzaamheid? Bib Leuven: Wij hadden samen met het Leuvense cultuurcentrum 30CC al een weg afgelegd op vlak van duurzaamheid, zowel rond interne milieuzorg als rond het sensibiliseren van publiek. 30CC lanceerde een aantal jaren geleden ‘Donderdag Veggiedag’ voor de artiesten, was medeoprichter van de Leuvense ‘Klimaatweek’ en stond mee aan de wieg van ‘Leuven Klimaatneutraal 2030’. De bibliotheek Tweebronnen was al begonnen de eigen - en de publiekswerking te verduurzamen, onder andere via thematafels en het weggeven van boeken. Gezien de stad Leuven het Burgemeestersconvenant ondertekende en tegen 2030 klimaatneutraal wilt zijn, is het vanzelfsprekend dat deze lijn ook wordt doorgetrokken in alle stedelijke werkingen.
schapscentra kunnen grijpen op vlak van milieuzorg dankzij hun permanente publiekswerking. Het tweede hoofdstuk legt uit hoe lokale cultuurorganisaties door het aanstellen van een ecocoach en/of het opstarten van een ecoteam werk kunnen maken van een gedragen ecologisch actieplan. In het derde hoofdstuk ten slotte geven we een overzicht van belangrijke milieuthema’s en -acties die in zo’n plan kunnen worden opgenomen. Het draaiboek is te vinden op de website www.groeneapen.be die alle instrumenten gratis ter beschikking stelt, aangevuld met inspirerende praktijkvoorbeelden. Al de tools en thema’s zijn op maat van de sector: gaande van gerichte rekenmodules om impacten in kaart te brengen en interactieve workshops rond sensibilisering tot lijsten met publiekscampagnes of interessante filmpjes en ludieke animaties als de energiequiz of de sorteertest.
2 0 | META 2015 | 2
Van welk aanbod van Groene Apen hebben jullie gebruik gemaakt? Bib Leuven: Via Groene Apen werden we extra gecoacht om onze praktijk duurzamer te maken, om personeel en publiek te sensibiliseren. Zo vulden de collega’s van de cultuurdienst een gedragsscan in, waaruit bleek dat er intern nog heel wat werk aan de winkel is. Daarnaast voerde 30CC een mobiliteitsenquête uit bij het publiek. Een van de bevindingen was dat er nog potentieel is om bezoekers te motiveren op een milieuvriendelijkere manier naar onze activiteiten te laten komen.
Artikel
© Bib Leuven.
Hoe zal Groene Apen verder gezet worden na afloop van het project? Bib Leuven: De bibliotheek engageert zich op verschillende manieren om het ecologisch bewustzijn te vergroten zowel bij personeel als bij het publiek. Er was een ecoteam voor de directie Cultuur dat getrokken werd door de Bib Leuven en cultuurcentrum 30CC. Vanuit dat ecoteam werden er een aantal sensibiliseringsacties georganiseerd naar eigen medewerkers toe, waaronder tweemaal een vorming rond een specifiek duurzaamheidsthema. Dit ecoteam ging onlangs op in de Werkgroep Interne Duurzame Ontwikkeling (WIDO) van de Stad Leuven waarin alle diensten vertegenwoordigd zijn. Wat was de motivatie van bibliotheek De Boekenmolen om in het Groene Apentraject te stappen? De Boekenmolen: De Vlaamse Gemeen schap formuleerde ‘duurzaamheid’ als een van de beleidsprioriteiten. In navolging werd ook in het geïntegreerde cultuurbeleidsplan 2014 – 2019 expliciet verwezen naar het duurzaam omgaan met
projecten en met de omgeving. Één van de doelstellingen in het plan spreekt bijvoorbeeld van het verwerven van kennis over de gemeente, over (het gebruik van de) openbare en groene ruimten en over lokaal erfgoed binnen de gemeente en de bredere omgeving. Een voorgestelde actie werd omschreven als: “De lokaal cultuurbeleidsactoren en scholen wisselen expertise uit en werken samen om culturele (sensibiliserings)acties uit te werken rond zwerfvuil, mobiliteit en ecologie”. De manier om concreet met deze doelstellingen en thema’s om te gaan, was niet onmiddellijk duidelijk voor de bibliotheek en cultuurdienst. Molenbeek heeft dan ook met een enthousiaste en oprechte motivatie gereageerd op de oproep van Groene Apen.” Wat was de meerwaarde van Groene Apen voor De Boekenmolen? De Boekenmolen: De reflex naar de buitenwereld en blik op de opportuniteiten die bibliotheken en culturele diensten hebben om ook het publiek mee te betrekken in het duurzame karakter van de bibliotheek en haar omgeving,
die hebben we samen met Ecolife ontdekt. De interesse van de bibliotheek en diepere inzichten in duurzaamheids- en aanverwante thema’s is aangewakkerd tijdens de contacten met Groene Apen. Zo startten we met onze derde partner in het lokaal cultuurbeleid, GC De Vaartkapoen, een traject op om de reflectie over een duurzame en tegelijk culturele benadering van Molenbeek op gang te trekken. Vervolgens begeleidde Ecolife een concrete brainstormsessie om ideeën aan te reiken rond specifiek gekozen thema’s van zwerfvuil en groene ruimten. Op die manier gaven we het traject met GC De Vaartkapoen vorm in concrete acties. Op welke manier verzekeren jullie de doorwerking van Groene Apen? De Boekenmolen: Groene Apen heeft voor de bibliotheek duidelijk een inhoudelijk reflectieproces in het begin van 2014 op gang gebracht. Vanaf 2015 resulteert dat in een engagementsverklaring om van duurzaamheid een centraal ankerpunt in de bibliotheek te maken en drie concrete acties op korte en lange termijn te ontwikkelen. De bibliotheek zal starten met
META 2015 | 2 |
21
artikel
© Annelies Surkijn, GC De Vaartkapoen.
Lokale cultuurinstellingen strategische partners in CO2-neutraal-debat Duurzaamheid gaat over verantwoordelijkheid, over de ambitie reken-
Ruim twee jaar later blijkt de ecologische component van duurzaamheid
schap te geven aan volgende generaties hoe de samenleving vandaag
in de Vlaamse lokale cultuursector een waardevolle invulling te hebben
wordt ingericht. De urgentie is hoog genoeg, maar de verleiding om
gekregen. Ondertussen zijn er overal Groene Apen. Voor hen is een ecolo-
naar de andere kant te blijven kijken, is ook groot. Terwijl de leiders op
gische aansturing van hun bibliotheek of cultuur-,gemeenschapscentrum
wereldniveau moeilijke tot onmogelijke gesprekken blijven voeren, kan
evident en deel van de dagelijkse aansturing van het huis. Het verant-
lokaal verschil worden gemaakt. Een beweging die aan de gang is, en
woord gebruik van energie en de zorgzame omgang met energieverslin-
waar lokale culturele instellingen een rol in spelen zonder van hun eigen
dende producten en producties, wordt er gekoppeld aan lokale identiteit
hoofddoel af te wijken. Integendeel: het is geïntegreerd in hun dagelijks
— het plaatselijk biertje op de receptie — en sociale rechtvaardigheid — de
doen en handelen, onderdeel van de rijke ervaring en traditie die ze heb-
toenemende aandacht voor fairtrade. De bekommernis beperkt zich niet
ben opgebouwd.
tot de trekkers in het gelijknamige project. De ’groene golf’ verspreidt zich in de bibliotheken en cultuurhuizen van Vlaanderen. Daarmee doen
In 2012 stelde LOCUS de publicatie Naar een duurzaam lokaal cultuur-
ze waar ze al decennialang goed in zijn: de deuren openen voor een
beleid samen, een handige reader die duurzaamheid in zijn volle breedte
maatschappelijke tendens om daarbinnen een — meer of minder toon-
aankaart. Tijdens de ‘Locustoer’, de jaarlijkse sectordag van het steun-
aangevende — rol te spelen. Ze werken aan een groen draagvlak door
punt, werd dat jaar gezocht naar wat dat kan betekenen: duurzaamheid
die inspanningen — hoe bescheiden ook — te communiceren: hier drinkt
binnen het lokaal cultuurbeleid. Een oefening die breed en omvattend
men fairtrade-koffie, hier poetst men met ecologische producten, hier
was en daardoor niet voor de hand liggend. Toch bleek toen al: lokale
beperkt men overdadig licht, hier gebruikt men geen vel papier te veel.
culturele instellingen — bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra
Klinkt het banaal, dat is het allerminst. Het is in bevattelijke en helder
— voelen zich mee verantwoordelijk. Zijn bereid om aan deze maatschap-
communiceerbare verschuivingen dat een voorbeeldfunctie op een niet
pelijke uitdaging mee invulling en richting te geven. Een bibliotheek is
bedreigende manier kan worden opgenomen.
immers meer dan een collectie boeken, een cultuur- of gemeenschapscentrum is meer dan een podium. Het zijn huizen van kennis en debat, van
En intussen is er ook het grotere werk. In steeds meer Vlaamse steden
cultuurspreiding en cultuurparticipatie. Het zijn huizen met een opdracht
en gemeenten wordt het Burgemeestersconvenant voor lokale duurzame
tot versterken van mens en samenleving. Als kunst en cultuur de wereld
energie ondertekend, net zoals in vele andere steden en gemeenten over
al niet kunnen redden, ze kunnen wel meehelpen haar te veranderen.
heel Europa. Ook dat illustreert het voortschrijdend inzicht dat lokaal
2 2 | META 2015 | 2
artikel
een forse investering, waarbij een deel van haar collectieaankoop gewijd wordt aan de ecologische gedachte en creatieve oplossingen. Verder zal zij ook haar kruidentuin omvormen van een decoratief gegeven tot een educatieve belevenistuin. Ten slotte zal de bibliotheek ook haar rol als expertisecentrum vervullen bij de partners en linken onderhouden en verder ontwikkelen met auteurs en gastsprekers met kennis van ecologie, en dit alles ook ter beschikking stellen van anderen.
Algemene vaststellingen Een 20-tal cultuuractoren namen deel aan het duurzaamheidstraject van Groene Apen. Door in te zetten op interne milieuzorg verkleinden ze de impact van hun organisatie op het milieu. Op die manier dragen ook cultuurorganisaties bij aan de strijd tegen de klimaatverandering. Eén van de grootste troeven van de cultuursector ligt echter in haar externe werking, in de interactie met het publiek. Niet alleen door een inhoudelijk aanbod over ecologie en duurzaamheid. Maar ook door dat aanbod op een duurzame manier te organiseren, bijvoorbeeld op vlak van de publieksmobiliteit of evenementen. Op beide niveaus heeft een cultuurorganisatie een belangrijke voorbeeldfunctie.
De sectororganisaties LOCUS (onder andere met ‘Locustoer’) en Pulse hebben duurzaamheid al enkele jaren op de agenda. Naar analogie met ‘Jonge Sla’ voor de podiumkunsten en ‘Green Track’ voor de kunstenorganisaties heeft Groene Apen deze dynamiek verder versterkt. Maar de integratie van milieuzorg is een werk van korte én lange adem. Het gaat om een goed evenwicht tussen het behalen van quick wins, korte termijn successen en het uitvoeren van een lange termijn actieplan gericht op de blijvende verankering van milieuzorg in de dagelijkse werking van de cultuurorganisatie.
Hoe verder? Groene Apen is er in geslaagd ecologische verantwoordelijkheid in bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra te vertalen naar hanteerbare instrumenten en praktische begeleiding rond interne milieuzorg. Het is nu tijd om een coherente visie en een strategische aanpak verder te ontwikkelen waarmee de cultuurorganisaties zich in het klimaatbeleid van de gemeente kunnen inschrijven. > Meer info? Surf naar de website van Groene Apen: www.groeneapen.be > Groene Apen werd gerealiseerd met steun van de Vlaamse Overheid
verschil kan worden gemaakt. Het behalen van de CO2-normen in 2020
de instrumentele bits & bytes, de aandacht gaat naar de ‘digitale samen-
of nadien is een uitdaging die nooit alleen door de duurzaamheidsamb-
leving’. Mensen, verbindingen tussen mensen en participeren aan cultuur
tenaar kan worden gerealiseerd. Er is een lokaal strategisch en vooral
en samenleving blijven daarbij belangrijke aandachtspunten. Ook op het
geïntegreerd netwerk nodig, een beleid waar de lokale bibliotheken en
vlak van eco-verantwoordelijkheid kunnen sterke verbindingen gemaakt
cultuur- en gemeenschapscentra een belangrijke rol dienen op te nemen.
worden vanuit de nieuwe focus.
Ze hebben ervaring in leer- en gemeenschapsvormende processen, ze zijn uitstekend geplaatst om het hoe en waarom van de ecologische
Eén voorbeeld: het faciliteren van projecten van upcycling en recycling
voetafdruk niet alleen te documenteren, maar er ook actief, creatief en
in bibliotheken en culturele centra. Een ander voorbeeld is de optimali-
artistiek mee aan de slag te gaan. Daarom is het van groot belang dat zij
satie van openbare computerruimten met een kritische analyse van het
zich inschrijven in de brede beleidsdoelstelling van de gemeente.
energieverbruik van de schermen, of het duurzaamheidsaspect inbrengen in lastenboeken rond digitale aankopen. Dergelijke initiatieven zijn
Bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra en projecten van het
een versterking van het traject dat met Ecolife werd doorlopen en gaan
lokaal cultuurbeleid hebben hier een rol te spelen, maar ook LOCUS als
tot in het strategische hart van de gemeente. De uitdaging van biblio-
Vlaams steunpunt voor bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra
theken, cultuur- en gemeenschapscentra ligt in hun blijvende profilering
heeft dat. Samen met het werkveld en organisaties uit de milieu- en
als change agent in de lokale context en daarbuiten. Een rol die hen op
natuursector moet het steunpunt op zoek naar een efficiënte manier om
het lijf geschreven is. Want waar kan een cultuurverandering beter in
verantwoordelijkheid te nemen in dit issue. Dat gebeurt door de Groene
gang worden gezet en mee opgenomen dan op de plek waar cultuur en
Apen als ambassadeurs zichtbaar te maken, dat gebeurt door de instru-
de verspreiding ervan de dagelijkse richting en zelfs het bestaansrecht
menten die met Ecolife werden ontwikkeld toegankelijk te houden en te
van de organisatie bepalen.
promoten. Maar er kan meer. Hilde De Brandt, teamcoach LOCUS Sinds de beleidsnota van cultuurminister Sven Gatz kreeg LOCUS een nieuwe opdracht. Het uitgangspunt om vanuit sociaal-maatschappelijke analyse te werken voor de spelers van het lokaal cultuurbeleid blijft, maar de focus daartoe vertrekt vanuit het digitale — en dat is veel ruimer dan
META 2015 | 2 |
23
signalement
De Boekentoren in de Foto’s: Geert Roels
2 4 | META 2015 | 2
signalement
steigers META 2015 | 2 |
25
etalage
Afdeling Documentatie & Archieven VRT Christine Fetweis en Jan Vanregemorter
De openbare omroep beschikt over een zeer rijk en kostbaar archief. De dienst Documentatie & Archieven zorgt ervoor dat recent audiovisueel materiaal, digitaal geproduceerd, meteen wordt beschreven en digitaal wordt opgeslagen. Analoog beeld- en geluidsmateriaal dat gedurende vele jaren zorgvuldig is bewaard op oude dragers, wordt stap voor stap gedigitaliseerd zodat het voor altijd bewaard blijft en sneller toegankelijker is. Vanwege de grote omvang van het VRT-archief is de digitalisering een werk dat vele jaren zal duren. Wat is jullie opdracht en hoe vullen jullie die in? één nieuw MAM-systeem. Daarin kan je het Onze afdeling D(ocumentatie) & A(rchieven) gekozen audio- of videofragment met één klik beluisteren of bekijken. Om een grote hoeveelstaat in voor het conserveren, ontsluiten en opnieuw ter beschikkingstellen van VRT- heid audiomateriaal van metadata te voorzien producties en externe content, d.i. geschreven experimenteren we met ‘speech-to-text’. De pers en commerciële muziek. Wij stellen hier resultaten zijn nog niet perfect, maar best wel ons eigen archief voor. Dat is uniek en herbergt bruikbaar. Voor verdere digitalisering van het dagelijkse VRT radio-, televisie- en muziek- ‘oude’ archief werken we samen met het Vlaams producties. D&A is opgezet voor programma- Instituut voor Archivering. Het VIAA zal het makers maar de audiovisuele collectie is ook audiovisueel VRT-materiaal ontsluiten naar een breder publiek (onderwijs – wetenschappelijk belangrijk voor het collectieve geheugen. Wij archiveren dit erfgoed voor eigen gebruik en onderzoek – bibliotheken). stellen het beschikbaar voor externen. Wat maakt jullie team zo uniek? Hoe zou je jullie archiefcollectie omschrijven? Ondanks de groeiende cultureel-maatschappelijke relevantie blijft D&A vooral een producOnze audiovisuele collectie is omvangrijk: in tiearchief. Metadatering en annotatie moeten totaal 400.000 uren televisie, 145.000 uren radio, 40.000 analoge concert- en studio- aan hoge eisen van radio- en televisiemakers opnames, duizenden digitale muziekopnames. voldoen. We hebben heel wat expertise opgeIntussen zijn meer dan 200.000 uren audio- bouwd, elk deelarchief is specialist binnen visueel materiaal gedigitaliseerd. Om dit alles zijn vakgebied. In 2008 werden de archieven goed te kunnen beheren is het VRT-archief samengevoegd, een uitgelezen kans voor kruisbestuiving: verworven kennis delen en eenvoropgedeeld in subafdelingen. Het Beeld- en Woordarchief archiveert televisie- en radio- miger werken met respect voor ieders eigen materiaal. De Audiotheek legt muziekopna- kwaliteiten. mes en geluiden vast in een digitaal muziekbeheersysteem, een centrale databank waarin Welke achtergrond hebben de teamleden? programmamakers opnames kunnen opzoe- Dit varieert. Elk deelarchief zoekt specialisten ken, beluisteren en exporteren naar hun Play- binnen zijn vakgebied. Bij de Audiotheek zijn de archivarissen musicologen en muzikanten en out systemen. superviseren klanktechnici de technische flows Welke ambities willen jullie nog graag verwe- van het digitale muziekbeheersysteem. Ook bij Beeld en Woord vinden we een mix van comzenlijken? In 2015 stappen Beeld en Woord over naar petenties, mensen met een archiveringsachtereen Media Asset Management System. Nu zit- grond naast mensen die in productie hebben ten metadata en audiovisuele essence elk in gestaan en een goed overzicht hebben van wat een eigen systeem. Dit brengen we samen in door de jaren heen werd geproduceerd. 2 6 | META 2015 | 2
“Voor verdere digitalisering van het ‘oude’ archief werken we samen met het Vlaams Instituut voor Archivering.”
> Zie ook p. 48
inzet
Patrick Vanhoucke:
“Vernieuwing en continuïteit moeten hand in hand gaan” Hoe ben je in de bibliotheeksector beland? Na mijn lerarenopleiding wachtte in 1992 de dienstplicht. Ik koos voor burgerdienst en kwam bij de VVBAD terecht. Jo Cooymans was algemeen voorzitter, Marc Storms stafmedewerker en Marijke Hoflack redactiesecretaris. Als secretariaatsmedewerker mocht ik me bezighouden met de samenstelling van het mededelingenblad Info (dat was toen nog letterlijk knip-en-plakwerk), met de Vlabidocgids, de Week van de Openbare Bibliotheek en de InformaticaMarkt. Een eerste werkervaring die — door het contact met al die inspirerende mensen — mijn interesse voor de sector heeft bezegeld.
“Wat mij betreft mag de VVBAD weer terug wat meer een grassroots beweging worden.”
In hoeverre hebben je studies en vorige werkervaringen je voorbereid op je huidige job? Ik volgde de initiatie (‘Akte van Bekwaamheid’), het graduaat en het postgraduaat (dat laatste als vrije student). Gedurende acht jaar beheerde ik kantoren, magazijnen en shoppingcentra. Maar dat was niet waar m’n hart voor klopte. Ik werd bibliotheekassistent in Anderlecht en doorliep verschillende functies in de toenmalige Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek (HOB). In 2012 werd de HOB omgevormd tot Muntpunt en werd het Streekgericht Bibliotheekbeleid binnen de administratie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie ondergebracht. Daar werk ik nu. Ik ervaar het als een voordeel dat ik zowel in de front- als de backoffice van de bibliotheek heb kunnen werken. Hoe lang ben je al actief binnen de VVBAD? En wat was je motivatie om lid te worden? Na mijn burgerdienst kreeg ik bij de VVBAD nog een contract van bepaalde duur. Toen ik de VVBAD in 1994 als werknemer verliet, ben ik onmiddellijk zelf lid geworden. Nu dus iets meer dan twintig jaar geleden. Vanwege mijn interesse vond ik het vanzelfsprekend om lid te worden van de beroepsvereniging die de belangen van de informatieprofessional verdedigt. Zelfs in de periode dat ik niet in de sector actief was, bleef ik lid. Dat stelde me in staat om op de hoogte te blijven van wat er reilde en zeilde.
Wat haal je er voor jezelf uit, zowel persoonlijk als professioneel? Meer dan andere organisaties is de VVBAD voor mij een caleidoscoop op de sector. Door de oprichting van steunpunten en overlegorganen is de werking van de vereniging de afgelopen twintig jaar erg veranderd. Maar het leggen van kruisverbanden binnen de sector en het creëren van mogelijkheden tot dialoog en ontmoeting zijn een constante gebleven. En dat heeft me altijd heel erg aangesproken. Het tweejaarlijkse Informatie (aan Zee) heb ik weleens de hoogmis van de informatieprofessional genoemd. Oecumene als middel tegen verkokering.
Patrick Vanhoucke (°1968) werkt voor het Streekgericht Bibliotheekbeleid van de Vlaamse Gemeenschaps commissie dat de Neder l a n d s t a l i g e
openbare
bibliotheken in het Brussels gewest ondersteunt. Hij is lid van de redactie van META en geeft les in de Initiatie BDI in CVO Brussel. Patrick woont in Sint-JansMolenbeek en gaat graag
Welk thema ligt je nauw aan het hart? “Als we willen dat alles blijft zoals het is, moet
alles anders worden”, zegt Tancredi Falconeri in de roman De tijgerkat van Lampedusa. Wat me nauw aan het hart ligt is de vraag hoe we als bibliothecaris, archivaris of documentalist relevant kunnen blijven. Bij ons in Brussel zie ik een nieuwe generatie bibliothecarissen opstaan (en af en toe vallen, dat hoort erbij). Mijn hoop is op die nieuwe generatie gevestigd. Maar vernieuwing en continuïteit moeten hand in hand gaan. Wie zegt dat afzonderlijke bibliotheekopleidingen overbodig zijn, vindt bij mij geen gehoor. Zeker, de opleidingen moeten nog beter afgestemd worden op de noden van deze tijd. En we moeten nuanceren: niet voor èlke functie moet je per se een bibliotheekdiploma op zak hebben. Ook moeten we meer doen wat we zelf zo graag prediken: levenslang leren.
naar de film.
Hoe hoop je dat de vereniging zelf zal evolueren in de toekomst? Samen met de Wet Destrée die in 1921 de oprichting van openbare bibliotheken voorzag, zal de vereniging in 2021 haar honderdste verjaardag vieren. Ik hoop van harte dat ze dat jaartal in goede gezondheid haalt. Wat mij betreft mag de VVBAD weer terug wat meer een grassrootsbeweging worden. Belangenbehartiger, zonder meer, maar met een grotere nadruk op het hart. Met meer persoonlijke leden dan institutionele. Of om het anders te zeggen: “Informatieprofessional, vraag niet wat de Vereniging voor jou kan doen, maar vraag wat jij voor de Vereniging kunt doen.”
META 2015 | 2 |
27
over de schutting
Mediaraven Grijp de kansen van digitale media! Andy Demeulenaere
Mediaraven vzw ondersteunt het brede jeugdwerk met raad en daad in werken met digitale media, inhoudelijk én technisch, via vorming, advies, voorbeelden, toepassingen maken, diensten, expertise en contacten. Deze jonge organisatie kan toch al bogen op heel wat ervaring.. Wanneer werd Mediaraven opgericht? Mediaraven vzw startte in 2013 als fusie van Jeugdwerknet en JAVI.tv. Jeugdwerknet vzw werd in 1996 opgericht om de mogelijkheden van internet en ICT te ontsluiten voor het jeugdwerk en voor jeugdinformatie. JAVI.tv werd in 2001 opgericht om met jongeren online televisie te maken in en voor het jeugdwerk. Met de fusie tot Mediaraven vzw koos de organisatie expliciet voor het gebruik van alle digitale media met en voor alle kinderen, jongeren en al hun begeleiders. Wat is jullie opdracht en hoe vullen jullie die in? Mediaraven vzw grijpt de kansen van digitale media met kinderen, jongeren en hun begeleiders. Met onze ervaring en expertise creëren we samen de experimenteerruimte waarin zij hun mediacompetenties en mediawijsheid ontwikkelen, online informatie delen over of voor de jeugd of het jeugdwerk en organisaties en instellingen die werken met kinderen en jongeren ondersteunen in werken met digitale media. Mediaraven verzorgt daarvoor workshops en kampen voor kinderen en jongeren in opdracht van jeugddiensten, bibliotheken en allerlei organisaties. We organiseren zelf verschillende jongerenprojecten, zoals de jongerenredactie die video- en tekstreportages maakt voor Allesoverjeugd.be, een aantal e-inclusieprojecten met organisaties voor maatschappelijk kwetsbare jongeren ... We begeleiden vorming in open aanbod en op maat over digitale communicatie, jongeren en nieuwe media, softwarepakketten enz. We ontsluiten informatie voor jeugdwerkers op mediahelpdesk.be, jeugdorganisaties.be en spelensite.be. We ondersteunen de non-profit bij het maken van websites, videoproducties. Wat hebben jullie al kunnen verwezenlijken? We zijn bijzonder trots op een aantal samenwerkingen met bibliotheken, zowel bij het begeleiden van workshops of kampweken in bibliotheken, als bij het begeleiden van 8 | META 2015 | 2 2
stageprojecten voor de Mediacoachopleiding voor bibliotheekmedewerkers, bij het uitwerken van tabletmethodieken voor jongerenrondleidingen in enkele bibliotheken en bij de klastabletblogwedstrijd I@School. Vooral in dat laatste project konden we op stadsniveau de connectie maken tussen onze activiteit, de stadsbib en de deelnemende klassen. Per stad gaven we zo de leerkrachten een opleiding blogs, video-, audio- en tekstreportages maken op tablets in de bib, gaven we de klassen vier halve dagen vorming in de klas zelf en organiseerden dan weer de finale awardceremonie in de bib. Zeker wanneer een klas de link legde tussen hun blog en de bib (één van de winnaars had een blog over boeken), voelde je de vonk overslaan. We zijn ook zeer enthousiast over onze UiTtesters: een tweewekelijkse werking voor 12-16-jarigen, waarbij zij een culturele activiteit in de stad uittesten en daar een videoreportage over maken. Eens de werking goed in gang geschoten is, merken we dat de jongeren vriendjes meebrengen en dat je een soort ‘jeugdbewegingetje’ krijgt. Dat geeft ons veel energie! De laatste twee jaar mochten we voor verschillende instanties echte informatieve producten maken: een brochure over homoseksualiteit, waarbij we je smartphone meteen doorlinken naar verschillende filmpjes online, een kaartspel over mediawijsheid (CASPAR-game), waarbij je de quizvragen per kaart met je tablet online moet vinden, een zoektocht in de bibliotheek met bestaande apps voor op tablets. Wij bouwen al jaren websites en draaien al jaren videoproducties, maar deze cross-mediale producten hebben toch een eigen extra dimensie. We voeren ook tweejaarlijks het Apestaart jarenonderzoek naar het bezit en gebruik van nieuwe media bij kinderen en jongeren. De bijhorende studiedag is met 250 deelnemers telkens vlot uitverkocht. In 2016 willen we er voor 10 jaar Apestaartjaren een internationale tweedaagse van maken!
Televisiekamp met jongeren.
over de schutting
Welke ambities willen jullie nog graag verwezenlijken? Mediaraven zet de komende jaren in op nog meer activiteiten voor kinderen en jongeren: we trachten onze UiT-testers geografisch en qua leeftijdsgroepen uit te breiden. We werken ook aan een nieuw aanbod dat digitale media verbindt met techniek en elektronica. En we bouwen aan een Europees netwerk van jongerenmedialabs, waarmee we samen uitwisselingen en projecten kunnen opzetten. We blijven ook zoeken naar mogelijkheden om specifiek doelgroepen de stap naar digitale media te kunnen laten zetten: OKAN-klassen, maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren, jongeren en ouderen intergenerationeel samen. Wat kunnen jullie de BAD-sector nog bijbrengen? Onze expertise ligt vooral in hoe je digitale media kunt inzetten om te communiceren met jongeren én om met jongeren zelf aan de slag
te gaan. Als echte jeugdwerkers houden we ervan de nadruk te leggen op de kansen van digitale media en op actief zelf media maken. Veel bibliotheekmedewerkers zijn experten in het organiseren en ontsluiten van hun collectie, wij helpen hen graag om dat te vertalen naar de leefwereld van jongeren. En andersom, wat kunnen jullie nog leren van de BAD-sector? Tot nog toe bouwden wij vooral op de lokale inbedding en contacten van een bibliotheek. Als Vlaamse organisatie mis je dat lokale netwerk. Verder is mediawijsheid ook een centraal thema in onze werking: daar kunnen de informatievaardigheden van bibliothecarissen en documentalisten ons best nog wel een stuk verder helpen! Eén van de vragen waarmee we daarbij worstelen is hoe we een project kunnen opzetten om over heel Vlaanderen in dezelfde periode heel veel klassen aan mediawijsheid te laten werken.
“Veel bibliotheek medewerkers zijn experten in het organiseren en ontsluiten van hun collectie, wij helpen hen graag om dat te vertalen naar de leefwereld van jongeren.”
Gamen in de bibliotheek in de Digitale Week.
META 2015 | 2 |
29
trend
De eerste energiepassieve bib van België in Sint-Pieters-Woluwe Linda Teirlinck, OB Sint-Pieters-Woluwe
In de Brusselse gemeente Sint-Pieters-Woluwe opende begin februari 2015 het nieuwe bibliotheekgebouw haar deuren na 27 jaar gehuisvest te zijn in twee oude en kleine prefab-paviljoentjes. De gemeente opteerde voor een nieuwbouwproject met oog voor duurzaamheid. Als bibliothecaris was ik zeer nauw betrokken bij alle stappen in dit dossier en kon ik uitgebreid met de architecten overleggen over de eigenheid van het doelpubliek, de accenten die we in de werking wilden leggen en de rol die de bib kan en moet spelen in het culturele veld. Deze inhoudelijke input namen ze mee in hun ruimtelijke uitwerking ervan. Het Brusselse architectenbureau PLUS Office Architects tekende een toekomstgericht bibliotheekontwerp uit van ca. 1000 m² binnenruimte. Aangezien een openbare bibliotheek geen statisch gegeven is en mee evolueert met de maatschappij qua collecties en taken werd er gekozen voor een open plan met een dragende gevel en slechts enkele kolommen. Dit maakt een flexibele invulling van de ruimte mogelijk. Voor de materialen koos men gerecycleerde grondstoffen, milieuvriendelijke materialen, duurzame houtsoorten en duurzame onderhoudsproducten. Energie-passief betekent natuurlijk doorgedreven isolatie met driedubbele beglazing en betonnen muren van 20 cm dik afgewerkt met een extra isolerende houtvezelplaat. Door het groendak wordt het hemelwater maximaal natuurlijk geïnfiltreerd en opgeslagen om hergebruikt te worden. Het wateroverschot komt via een infiltratiebekken weer in de bodem terecht. Enkel bij zware regenval stroomt er water door naar de riolering. De warmteproductie verloopt via een geothermische warmtepomp en luchtverversing via twee luchtgroepen voorzien met warmteterugwinning. Er is ook een actieve koeling gezien de massiviteit van het gebouw. Het energieverbruik wordt bijna volledig ingevuld met energie uit zonnepanelen en beperkt door daglicht-gestuurde armaturen en in de personeelsruimten en toiletten lampen die enkel branden als er iemand aanwezig is. Door de centrale ligging van de leestuin is er overal daglicht. Men kan door de tuin van de ene in de andere afdeling kijken. Alle beplanting trekt vlinders aan zodat het een vlindervriendelijke 0 | META 2015 | 2 3
tuin wordt. Bij mooi weer kan men er rustig zitten met een boek of tijdschrift. Ook de mobiliteit is een aspect van duurzaamheid. De fiets- en voetpaden in de buurt zijn zeer goed uitgerust en gescheiden van de rijweg. Op het voorpleintje van de bib is er een fietsenstalling. Er is een bushalte vlakbij en een tramhalte op 500 m.
Groene aap Ook in de werking wordt het duurzaamheidsaspect verder uitgebouwd en geaccentueerd. Daarom werden we door LOCUS en Ecolife naar voor geschoven als pilootproject voor ‘Groene apen’ en is het een belangrijk aandachtspunt in het nieuwe cultuurbeleidsplan. De bib zal zich profileren als een informatiecentrum voor de bevolking rond dit onderwerp met een uitgebreide collectie naast lezingen en workshops over dit thema. Verder worden aan de inkom van de bib de plaatselijke good practices van inwoners, scholen of de Agenda 21 ambtenaar in de kijker geplaatst.
Foto: Valerie Janssens.
De bib wil alle bevolkingsgroepen aantrekken en met mekaar in contact brengen. Rolstoelgebruikers kunnen via de hellende vlakken en de lift overal makkelijk geraken. De jeugdafdeling wordt sterk uitgebreid met o.a. een aparte peuterhoek. Doordat veel leerlingen thuis geen Nederlands spreken, wordt lezen soms als saai en moeilijk ervaren. Leesplezier ontwikkelen is dan ook een prioriteit in onze werking. Een aantrekkelijk (mede door henzelf) ingerichte 4teens afdeling moet het afhaken van de adolescenten tegengaan. Voor de vele expats in Sint-Pieters-Woluwe is er het “Europa plein” met literatuur in andere talen, taalcursussen en praktische info afgestemd op anderstaligen die Nederlands willen leren of Vlamingen die interesse hebben in een andere taal. Dit wordt een unieke ontmoetingsplek, een brug tussen Nederlands- en anderstaligen, Belgen en niet-Belgen in een open en multiculturele omgeving.
> Zie ook p. 19
het cijfer / het plan
13,05 Dat is de gemiddelde prijs die een consument in Vlaanderen betaalde voor een boek in 2014 (bron GfK). Sommigen beweren dat boeken duurder zullen worden als een gereglementeerde boekenprijs wordt ingevoerd. Klopt dit? In Frankrijk bestaat een vaste boekenprijs sinds 1981. In een langlopend onderzoek stelt men vast dat er een stevige prijsdaling heeft plaats gehad tussen 1994 en 1998, nl. van 13,10 euro naar 11,30 euro. Dit ligt aan het wegvallen van de aankoop van duurdere papieren encyclopedieën en woordenboeken. Na 1998 is de gemiddelde aankoopprijs van boeken rond de 11,50 euro blijven schommelen bij een constant stijgende prijsindex. “De afwezigheid van een prijzenoorlog op het niveau van de detailhandel heeft kunnen vermijden wat gebeurd is in het Verenigd Koninkrijk, nl. dat uitgevers worden gedwongen de prijs van moeilijk verkoopbare boeken te verhogen om de grote kortingen die ze moeten geven aan de detailhandel op de bestsellers te compenseren.” (Situation du livre p. 67)
David Lankes komt naar België De Amerikaanse bibliotheekgoeroe David Lankes verzorgt op donderdag 17 september de keynote op Informatie aan Zee 2015. David Lankes geeft leiding aan het library science programma van de Syracuse University’s School of Information Studies in Syracuse, New York. Hij is tevens directeur van het Information Institute of Syracuse (IIS), een onderzoekscentrum en denktank op het gebied van educatie, technologie en bibliotheekwerk. Door sectorgenoten wordt hij omschreven als een van de grote denkers en onderzoekers op het gebied van toekomstig bibliotheekwerk. Hij is ook een uitermate boeiende en eloquente spreker. Naar eigen zeggen verzorgde hij al meer dan 187 lezingen op nationale en internationale congressen.
Prijsdaling In Vlaanderen heeft de UA dit ook onderzocht (Verdickt, 2014). Voor een gebonden roman betaalde de consument in 2013 dezelfde prijs als in 2005. Rekening houdend met de inflatie, kost een literair boek vandaag 13,8 procent minder dan in 2001. De gemiddelde prijs van een paperback kende vanaf 2005 ook een daling, maar volgt sindsdien de evolutie van de indexstijging. Romans, goed voor 1/3 van de totale boekenverkoop, zijn de voorbije 12 jaar niet in prijs toegenomen. Meer zelfs: het prijsverschil tussen een paperback en een gebonden boek wordt steeds kleiner, terwijl een gebonden boek veel duur zamer is. Uitgevers zijn zich zeer bewust zijn van de prijsgevoeligheid bij de consumenten. Ten slotte nog één cijfer: in 2014 betaalde de consument in Nederland gemiddeld 12,62 euro voor een boek (bron GfK). Deze prijs ligt in Nederland 3,3 procent lager dan in Vlaanderen, terwijl in Nederland een vaste boekenprijs geldt. Conclusie: er kan geen verband worden vastgesteld tussen de prijsevolutie van boeken en het al dan niet invoeren van een gereglementeerde boekenprijs.
Lankes publiceerde in 2011 The Atlas of New Librarianship, waarmee hij de ABC-CLIO/Greenwood Award 2012 won, de prijs van de American Library Association voor het beste boek over bibliotheken. In 2012 verscheen Expect More: Demanding Better Libraries For Today’s Complex World. Daarin betoogt hij dat bibliotheken van grote waarde kunnen zijn voor de gemeenschap waarin ze functioneren, mits ze meer inzetten op leren en kennis, zonder vast te blijven zitten aan traditionele functies, ‘bakstenen’ en boeken. Die gemeenschappen mogen wat Lankes betreft de lat voor ‘hun’ bibliotheken hoger leggen: “Expect More is a rallying call to communities to raise the bar, and their expectations, for great libraries.” David Lankes is een pleitbezorger voor het heruitvinden van de bibliotheek(sector) aan de hand van wat hij “New Librarianship” noemt. Het uitgangspunt: kennis is het resultaat van conversaties. New librarians zijn bibliothecarissen die functioneren als (be-) geleider van gesprekken en discussies in een gemeenschap maar die ook opentrekken, verrijken, vastleggen en opslaan. Om z’n boek te promoten, maar vooral om z’n kennis te delen gaat Lankes in 2015 op een heuse wereldtournee en houdt hij in september halt in Oostende voor Informatie aan Zee. Wij kijken er alvast naar uit! U ook?
Jef Maes, hoofd Kenniscentrum Boek.be > Download gratis het boek Expect More: Demanding > Zie ook http://jefboeken.blogspot.be/2015/01/worden-boeken-duurder-door-een.html
Better Libraries For Today’s Complex World http://quartz.syr.edu/blog/?page_id=4598
META 2015 | 2 |
31
essay
Uitleenmodellen voor e-boeken Foto: Birgit Reynders.
Jan Braeckman, Bibnet
Bibnet liet samen met Bibliotheek.NL een internationaal vergelijkend onderzoek uitvoeren naar uitleenmodellen voor e-boeken. 1 In deze bijdrage schetsen we wat de behandelde thematiek is en voegen we enkele beschouwingen toe bij het onderzoek in de hoop dat meer mensen het rapport willen lezen en participeren aan het debat over e-boeken in bibliotheken. 2 Deze bijdrage wordt geschreven terwijl de evaluatie van het pilootproject ‘E-boeken in de bib’ volop loopt, en maakt geen voorafname op de conclusies van deze evaluatie. Bibnet en Bibliotheek.NL bestelden het rapport A Review of Public Library E-lending Models om na te gaan hoe openbare bibliotheken in andere landen e-boeken aanbieden. Wie neemt welk initiatief? Hoe zijn de projecten opgevat en welke akkoorden hebben ze met uitgevers? Vooral op dit laatste lag de klemtoon van het onderzoek: hoe ontwikkelen uitleenmodellen zich op basis van de akkoorden die gesloten worden met de uitgevers.
die een groot deel van de Amerikaanse bibliotheekmarkt dekt. Daarnaast is er het Duitse Onleihe, ontwikkeld door EKZ, een private firma vergelijkbaar met het Nederlandse NBD. EKZ ontwikkelde een uitleenmodel waarin individuele bibliotheken per boek kunnen kiezen tussen diverse licenties. Heel veel uitgevers, ook de grote, participeren aan Onleihe. EKZ maakt een selectie uit hun aanbod, waaruit dan de bibliotheken op hun beurt kunnen kiezen.
Uit het rapport blijkt alvast dat de praktijk in de onderzochte landen zeer verschillend is. Zo is er het project CALIFA van een bibliotheekconsortium in Californië dat zich specifiek richt op het aanbod van auteurs die uitgeven in eigen beheer, kleine uitgevers en onafhankelijke distributeurs. Die focus ontstond om niet afhankelijk te zijn van de grote spelers in de VS: de grote uitgeverijen die heel lang weigerden om e-boeken ter beschikking te stellen aan bibliotheken, en een speler zoals Overdrive
Een andere belangrijke vaststelling is dat de uitleenmodellen en de relaties met de uitgevers sterk evolueren doorheen de tijd. Notoir zijn de evoluties in Denemarken en Zweden. In Denemarken werd het bibliotheekinitiatief eReolen na verloop van tijd geboycot door de grote uitgevers die een alternatief bibliotheekplatform bouwden. Uitgevers werden nochtans opmerkelijk goed vergoed door de bibliotheken. Maar omdat alle bibliotheekdiensten wettelijk gratis moeten zijn in Denemarken
3 2 | META 2015 | 2
essay
werden ook e-boeken gratis aangeboden en was er gewoon geen verkoop van e-boeken. Het alternatieve platform van de grote uitgevers was echter niet succesvol en ondertussen is er een akkoord waarbij ook de grote uitgevers terug aansluiten op eReolen. Ook in Zweden was er een complexe evolutie. Het land liep voorop in het uitlenen van e-boeken door bibliotheken via een systeem van enkele uitgevers. Maar de komst van een concurrerend systeem, en groeiend ongenoegen van de bibliotheken met de voorwaarden die uitgevers stelden, leidde tot een bijzonder gespannen relatie tussen bibliotheken en uitgevers, inclusief wederzijdse aanvallen in de pers. Ondertussen zijn de plooien gladgestreken en is er een doorbraak in de relaties. Er zijn meer types van licenties gekomen en e-boeken worden veel sneller ter beschikking gesteld voor uitleen.
meer boeken in het Tsjechisch. In Slovenië is er een businessmodel uitgewerkt waarbij een aankoop door de bibliotheek ervoor zorgt dat sommige boeken gedigitaliseerd worden. De Franstalige wereld, Frankrijk en Québec, is bijzonder omdat ze systemen uitwerken waarbij de boekhandel ook betrokken wordt bij de uitleenprojecten.
Wrijving Per project wordt ook de ‘friction strategy’ besproken. Dit is een concept dat past binnen het debat over de rol die de bib speelt binnen de boekenmarkt. Indien bibliotheken alle boeken gratis aan hun publiek zouden bezorgen zonder uitleenlimieten, zou er uiteraard geen verkoop van boeken meer zijn. Dus moeten bibliotheken hun collectie ter beschikking stellen op een manier
“Een goede relatie veronderstelt dat beide partijen willen experimenteren, een open dialoog voeren over de resultaten en cijfers, en regelmatige bijsturing aanvaarden.”
In totaal bespreekt het rapport e-boekprojecten in 15 landen. Geen enkel project is gelijk. Dat heeft natuurlijk te maken met de context waarbinnen elk project tot stand komt, en de karakteristieken van de verschillende actoren. Per project worden in het rapport telkens volgende elementen besproken: (1) het ontstaan en de omvang van het project, (2) de commerciële, politieke en culturele context, (3) de karakteristieken van de collectie, (4) financiële en technische aspecten, en (5) waar mogelijk informatie over de gebruikers. Het rapport gaat daar per project op in en maakt op het einde enkele algemene conclusies. We overlopen hier enkele aspecten in vogelvlucht. Het beleid speelt een belangrijke rol. In Europese landen zijn het vaak nationale overheden die e-boekprojecten mogelijk maken. Dat kan onder de vorm van middelen voor nationale organisaties die de projecten leiden, middelen voor technologische ontwikkelingen, of door katalysator te zijn tussen bibliotheken en leveranciers. Of door een combinatie hiervan. Waar overheidsinitiatief ontbreekt worden initiatieven genomen door commerciële partijen of semi-commerciële partijen zoals EKZ in Duitsland en Belletrina in Slovenië. Opmerkelijk is de bijzondere rol die opgenomen wordt door grote steden in Scandinavische landen om een bepaald project op te zetten of om te wegen op de ontwikkeling van een uitleenmodel. Ook in Frankrijk rust heel veel initiatief bij de bibliotheken zelf. Ook de karakteristieken van de boekenmarkt spelen een rol. In kleine taalgebieden is een van de uitdagingen om überhaupt e-boeken ter beschikking te hebben. Zo biedt het project in Tsjechië ook Engelstalige werken terwijl het publiek vraagt om
die ‘wrijving’ veroorzaakt en de gebruiker met een aantal drempels confronteert die ervoor zorgen dat er ook nog ruimte is voor verkoop. In de fysieke wereld bestaat de frictie uit de uitleentermijn, het feit dat als iemand een boek uitleent niemand anders het gelijktijdig kan lezen, de verplaatsing naar de bib enz. De digitalisering van boeken laat toe om al deze klassieke fricties achterwege te laten. Vandaar het gevarieerde debat over uitleenmodellen en de fricties die ze met zich meebrengen. Een belangrijke conclusie van het rapport is dat de relatie met de uitgevers cruciaal is in de zoektocht naar modellen die meer aangepast zijn aan een digitale omgeving. En een goede relatie veronderstelt dat beide partijen willen experimenteren, een open dialoog voeren over de resultaten en cijfers, en regelmatige bijsturing aanvaarden. Aan de ene kant van het spectrum staat het ‘single user model’: één titel aan één gebruiker gelijktijdig uitlenen. Dit model houdt in dat de bib een licentie koopt op een e-boek en het vervolgens serieel uitleent via streaming of downloaden naargelang van de afspraken. Dit model is een kopie van het fysieke uitleenproces en vergt dus ook vergelijkbare uitleensystemen. Het is ook een model dat makkelijk toelaat om de boeken gratis uit te lenen en alle kosten door de bib te laten dragen omdat die zelf beslist over hoeveel licenties men neemt voor welk boek. Aan het andere eind van het spectrum staat het ‘pay per loan’ model: de gebruiker heeft toegang tot alle boeken en hij of de bib betaalt per ontlening. Dit model houdt rekening met het digitale karakter van e-boeken, vermijdt de fricties uit het fysieke uitleenmodel door tegemoet te komen aan de behoefte van de gebruiker om een boek ter beschikking te hebben op
META 2015 | 2 |
33
essay
het ogenblik dat hij het wenst. Als de bib alle kosten op zich wil nemen, om zo het gebruik van de boeken gratis te maken is dit model problematisch aangezien het gebruik van de e-boeken en de kosten voor uitlenen niet te voorspellen zijn. In diverse landen ontwikkelen zich dan ook hybride modellen, vaak op basis van de leeftijd van het boek. Recente boeken worden aangeboden binnen het single user systeem. Naarmate titels ouder zijn wordt gelijktijdig gebruik mogelijk gemaakt. 3 Enkele beschouwingen bij de twee extremen van het spectrum. Het single user model sluit aan bij de fricties van het fysieke uitleenmodel. In dit model doen we alsof het boek van drager verandert maar dat alle andere aspecten van het ecosysteem van het boek hetzelfde blijven. Dat is niet evident. Uitgevers experimenteren ondertussen met businessmodellen die wel aangepast zijn aan de digitale mogelijkheden. Kijk maar naar Elly’s Choice. Of nieuwe partijen staan op en creëren een ‘all you can read’ model zoals Spotify dit doet voor muziek. Of men organiseert een leensysteem zoals Amazon. Dus puur uit principe of gewoonte vasthouden aan een model voor e-boeken in de bib dat ‘hetzelfde maar anders’ is zou op termijn wel eens nefast kunnen zijn, want niet meer aangepast aan de digitale werkelijkheid. Het vermijdt ook de vraag naar wat nu de specifieke meerwaarde is van de bib. Het pay per loan model sluit meer aan bij het gedrag dat men observeert bij het publiek dat online actief is: men zoekt, vindt en wil onmiddellijk kunnen lezen. Het sluit ook beter aan bij het inzicht dat het e-boek, of e-lezen zich moet positioneren in de bredere online vrijetijdsbesteding en dus dat e-boeken ter beschikking moeten staan aan het publiek op wijzen die vergelijkbaar zijn met andere digitale content. Maar ook dit model is niet zonder problemen. Het model is moeilijk te budgetteren voor een bibliotheek, waardoor er dan toch weer artificiële inperkingen worden georganiseerd. In sommige landen ziet men dan bijvoorbeeld dat op een bepaald moment de e-boeken ‘op’ zijn voor de rest van het jaar of de maand, omdat het budgetteerbare volume uitlenen opgebruikt is. De oplossing in het Vlaamse project is om de kost door te schuiven naar de gebruiker. Maar ook dat roept vragen op want, indien dit zonder specifieke meerwaarde wordt toegepast, brengt het de bib zeer dicht bij de werking van de boekhandel: hetzelfde maar goedkoper. Dit is geen goede invulling van de maatschappelijke opdracht van de bib. Wat zijn dan goede criteria om een uitleenmodel vorm te geven? Bij het debat daarover is het alvast zinvol om voldoende kritische afstand te nemen van de bestaande praktijk. Zo meten bibliotheken hun eigen succes af aan het aantal mensen die ze bedienen, of het aantal uitleningen die ze halen, want dat zijn cijfers waar het beleid naar luistert. Dat wordt dan vertaald in een vraag naar veel en recente boeken want het publiek vraagt daar naar. Voor de fysieke collectie heeft men doorheen de jaren een praktijk ontwikkeld waarbij gebalanceerd wordt tussen 3 4 | META 2015 | 2
het inspelen op die vraag, maar daar niet te ver in te gaan: we kopen zeker ook de populaire titels, maar in niet te veel exemplaren om de diversiteit van de collectie te kunnen bewaren. In een pay per loan uitleenmodel is dat evenwicht weg want elke gebruiker kan op elk moment elk boek lezen. Op die manier verschuift in de digitale omgeving de problematiek van collectievorming naar publiekswerking. De vraag is niet langer alleen “hoe divers is onze collectie”, maar “hoe divers is het leesgedrag van ons publiek”. 4
In de kijker Wie de sociale media over het gebruik van online content volgt weet het al langer: de long tail bestaat niet. 5 In tegenstelling tot de verwachtingen is het niet zo dat de universele beschikbaarheid van content leidt tot een diverser gebruik. Integendeel, online is de impact van de hype, de bestseller nog groter dan in de fysieke wereld. De verkoop van de ‘midlist’ boeken lijdt daaronder. Midlist boeken zijn typisch titels die men ontdekt bij het grasduinen in de boekhandel of bib. Online ‘vindt’ men die boeken niet. Een ervaring die hierop aansluit in het Vlaamse project is dat de drie boeken die Bibnet bovenaan ‘In de kijker’ zet op de e-boekpagina merkelijk beter uitlenen dan de andere. Dus als de bib zichzelf als taak blijft zien om mensen te helpen hun grenzen te verleggen, nieuwe zaken te ontdekken, zichzelf te ontwikkelen, lijkt er in de digitale wereld nog een belangrijke rol weggelegd voor de bibliotheek. Om dit te verduidelijken is Denemarken een interessante case. Zoals hoger al geschetst was het Deense uitleensysteem dat ontwikkeld werd door de overheid zo succesrijk dat er geen verkoop van e-boeken meer was. Daarop organiseerden de grote uitgevers een eigen systeem voor ontlening van e-boeken via de bibliotheken en trokken ze al hun boeken terug uit het overheidssysteem. De collectie van het overheidssysteem verschraalde dus ontzettend. Nochtans bleef het aantal uitleningen in dat systeem op hetzelfde niveau, met een collectie die enkel bestond uit de fondsen van de kleinere uitgevers. Een van de mogelijke verklaringen die de Deense collega’s zien is dat het overheidssysteem, als deel van de digitale bibliotheekinfrastructuur, meer verrijkende informatie biedt zoals biografische informatie van auteurs en boekrecensies. Mensen gaan op zoek naar inspiratie voor hun volgende boek en appreciëren het advies van professionals. De fysieke bibliotheek is daarbij een belangrijke bron van inspiratie met haar opstelling van de collectie, thematafels, mondeling advies en nog meer. Mensen komen er naar toe en browsen doorheen de collecties. Het is een ingesleten praktijk, die overigens nog steeds werkt, ook voor de boekhandel. 6 Om die inspiratie ook online te bieden moeten we kunnen experimenteren met nieuwe vormen van online campagne voeren, lijstjes en overzichten aanbieden, ondersteuning bieden aan leesclubs en andere vormen van netwerken. En we moeten kunnen inspelen op het surfgedrag van de nieuwe barbaren zoals Allesandro Baricco 7 ze noemt: wat
essay
men wil weten en kennen is wat men nu (onmiddellijk) vindt op het web en onmiddellijk kan gebruiken. Het uitleenmodel van e-boeken moet dergelijke nieuwe vormen van leesbevordering mogelijk maken en ondersteunen.
“Voor meer dan de helft van de lezers is de overstap naar het digitale boek (nog) niet gewenst.”
1 Te vinden op http://www.bibnet.be/ portaal/Bibnet/Collectie/Vlaams_eboekplatform/. Het onderzoek kwam tot stand met de steun van de Nederlandse Taalunie. Het hoofdonderzoek werd uitgevoerd door Dan Mount van Civic Agenda, met een supplement door Frank
Daarenboven komen de uitleenmodellen voor e-boeken tot stand op een moment dat het publiek voor e-boeken nog volop in ontwikkeling is. In dit verband is een onderzoek van Olivier Braet en Valérie Anne Bleyen interessant waarbij de boekenlezer in het algemeen werd bevraagd. Enkele interessante feiten, uit hun rapportering op de Boekenbeurs, over de karakteristieken van e-lezers: • Er zijn regelmatige lezers en onregelmatige lezers. De regelmatige lezers zijn eerder vrouw en ouder en als ze e-boeken lezen zal het vaker op een e-reader zijn. Onregelmatige lezers verkiezen e-lezen op tablets. Maar in verhouding zijn er bij de onregelmatige lezers meer mensen geïnteresseerd in e-boeken dan bij de regelmatige lezers. • Voor meer dan de helft van de lezers is de overstap naar het digitale boek (nog) niet gewenst. • Gratis, zowel legaal als illegaal, neemt een belangrijk aandeel in bij e-lezen. • Wat betreft de verkoopmodellen voor e-boeken: de grootste groep is geïnteresseerd in een klassiek aankoopmodel (34 procent), de daaropvolgend grootste groep wil niet betalen voor e-boeken (16 procent) of, op dezelfde hoogte, wil een boek huren of lenen (15 procent). 11 procent wil een ‘Spotify voor boeken’, en 10 procent wil gratis boeken met reclame in. 12 procent weet het niet of wil iets anders.
Huysmans, consultant en professor bibliotheekwetenschappen in Amsterdam. In het rapport worden e-boekprojecten besproken van in totaal 15 landen. 2 Zie http://kenniskantoor.bibliotheek. be/group/e-boeken-in-de-bib 3 Zie bijvoorbeeld Duitsland en Zweden in het rapport. 4 Het onderzoek leert ons niet zoveel over gebruikers. De opdrachtgevers wisten dat dit een apart onderzoek waard is en bovendien is vergelijkbaar materiaal tussen de landen niet voorhanden. Toch enkele sprokkels: gebruikers lezen recente boeken (Denemarken), ze zijn tevreden over de bibliotheekdienst als die gradueel verbetert (Finland), ze gebruiken de e-boekdienst van de bib vaak buiten de openingsuren van de bib (Estland, Vlaanderen). 5 Zie ook het onderzoek van Hélène Veragten, Het consumentengedrag bij de online aankoop van boeken,
De vraag die we hier kunnen bij stellen is: wie van deze groepen bedient de bib, wie wil de bib bedienen in de toekomst?
juni 2014, op http://www.boekenvak. be/boekbe/onderzoek-en-innovatie. 6 Zie opnieuw naar het onderzoek
De zoektocht naar een goed uitleenmodel voor e-boeken is een zoektocht naar een model dat best past in een nieuwe digitale omgeving, dat het best aansluit bij wat gewenst is door het publiek, dat betaalbaar is voor bibliotheken en aansluit op hun maatschappelijke opdracht, en dat interessant is voor uitgevers en auteurs om mee in te stappen. De voorlopige tussentijdse conclusie van het rapport is: experimenteren en met elkaar aan de slag blijven. Onze aanvullende conclusie: we moeten dit doen met steeds het doel voor ogen om de bib een maatschappelijk relevante bijdrage te laten leveren aan het ecosysteem van auteur tot lezer.
van Hélène Veragten. 7 Alessandro Baricco, De Barbaren, De Bezige Bij, 2012. 8 Een onderzoek in het kader van ‘Uitgeverij van de toekomst’ van Boek.be: Is Vlaanderen klaar voor het digitale boek? http://www. boekenvak.be/sites/default/files/ Bijlage%20PB%20141201%20 Samenvatting%20SURVEY%20 PERS.pdf.
META 2015 | 2 |
35
DE VRAAG
Waarin verschilt Bios3 van Bios2? Lynn Moerenhout, Vlaamse overheid
Sinds 1995 beschikt de Vlaamse overheid over digitale werkingscijfers van openbare bibliotheken dankzij het Bibliotheek Informatie- en OpvolgingsSysteem, kortweg Bios. Evoluties in de bibliotheeksector maakten een vernieuwing van het systeem noodzakelijk en in 2006 werd overgestapt naar Bios2. Begin 2015 kwam er opnieuw een update: Bios3. De ontwikkeling van Bios3 gebeurde in samenspraak met de sector. Een werkgroep (bestaande uit bibliothecarissen en vertegenwoordigers van de provinciale diensten Streekgericht Bibliotheekbeleid, Bibnet en LOCUS) stelde een nieuwe gegevensset samen en deed suggesties voor nieuwe functionaliteiten. Daarnaast houdt Bios3 rekening met nieuwe wetgeving. Er wordt gefocust op de Vlaamse beleidsprioriteiten uit het decreet Lokaal Cultuurbeleid en omwille van het nieuwe Koninklijk Besluit op de Leenvergoeding wordt het aantal uitleningen en het aantal verlengingen van materialen voortaan apart geregistreerd.
Wat is nieuw in de applicatie? Het luik Adresgegevens uit Bios2 wordt in Bios3 opgenomen onder Bibliotheekgegevens, waar alle actuele informatie van de bib wordt bijgehouden. Belangrijk is het up-to-date houden van het adres en de openingstijden omdat deze gegevens vanuit Bios3 doorstromen naar onder meer Bibliotheekportalen. De Jaargegevens beschrijven de situatie van het voorbije werkjaar voor personeel, collectie en gebruik, werking en financiën. Ze moeten jaarlijks voor 1 mei door de bibliotheek worden ingevuld.
activiteiten georganiseerd worden met het oog op de doelgroepenwerking van de bib, werd ook dat aspect toegevoegd. Ook het ruime netwerk aan partners zullen we via de registratie van activiteiten kunnen schetsen. Verder werd servicepunt als een nieuw type locatie toegevoegd, naast hoofdbibliotheek en bedieningspunt, zodat bibliotheken gerichter kunnen communiceren over hun diensten.
Slimme aanpassingen Ook het gebruiksgemak van de nieuwe Bioswebsite is verbeterd. In Bios3 kunnen meerdere gebruikers per bib gegevens invoeren. Gebruikers kunnen zelf hun wachtwoord en e-mailadres beheren.
Heel wat items die in de bibliotheekwerking op het achterplan raakten, worden niet meer opgevraagd en enkele elementen werden hervormd om de relevantie ervan te verhogen. Een van de nieuwigheden in Bios3 zijn de uitgebreide cijfers over de digitale toepassingen. Het merendeel van deze cijfers wordt aangeleverd door Bibnet en moeten de bibliotheken dus niet zelf ingeven.
Om de werklast te verminderen, worden diverse gegevens die beschikbaar zijn in andere databanken, zoals collectiegegevens, automatisch ingeladen. Verder kan men tijdens het invullen van de jaargegevens tegelijkertijd de gegevens van het vorig werkjaar bekijken. Een andere nieuwe functie zijn de automatische controles die gebeuren tijdens het invoeren van gegevens. Het systeem geeft de gebruiker directe feedback aan de hand van fouten en meldingen. Een verplicht gegeven dat nog niet werd ingevuld is een voorbeeld van een fout. Een melding is dan weer een vermoeden van een fout (bijv. een opvallende stijging van een gegeven).
Daarnaast werd de rubriek Activiteiten uitgebreid om de diversiteit aan bibliotheekactiviteiten in kaart te brengen. In de werkgroep werd aangegeven dat bibliotheken hun activiteiten organiseren vanuit duidelijke doelstellingen, die in het bibliotheek- of gemeentelijk beleid worden bepaald. Gezien veel van die
De systematisch ontsloten bibliotheekgegevens bespannen een periode van twintig jaar. Dit historisch overzicht levert zowel de Vlaamse overheid als de lokale besturen een schat aan informatie die onontbeerlijk is voor de uitvoering en evaluatie van een degelijk lokaal cultuurbeleid.
3 6 | META 2015 | 2
COLUMN
Infotopia Laurent Meese
Negentig procent van alles wat op de sociale media verschijnt is heerlijk hapklare onzin. Dus keek ik niet vreemd op toen ik in een tweet las dat “tijd verspillen op het internet” een vak aan de universiteit geworden is, meer bepaald aan de University of Pennsylvania. Mijn nieuwsgierigheid was meteen gewekt. Tijdverspilling doceren doe je door de kat bij de melk te zetten. Tijdens de cursus zullen de studenten wekelijks drie uur moeten doorbrengen met ‘nutteloos’ surfen op internet. De controversiële Amerikaanse professor Kenneth Goldsmith hoopt zo zijn studenten in een digitaal schemergebied te leiden, vergelijkbaar met de door de surrealististen geprezen lucide staat tussen waken en dromen. Het laatste nieuws checken, je status op Facebook bijwerken of een zoveelste online spelletje spelen, het zijn dingen die je doet terwijl je in een wachtzaal vertoeft of op de trein staat te wachten, maar het kan nu dus ook in een college, en niet eens verdoken achter een cursus.
Ik vermoed dat de pret voor de studenten snel gedrukt zal worden. Zeker als ze over hun eigen surfgedrag ook nog eens een kritisch werkstuk moeten schrijven. De menselijke geest werkt tegenwoordig als een webbrowser, zonder wifi of internetverbinding valt alles stil. Retweeten is het nieuwe kritische denken. Ondertussen werd in Vlaanderen de IBWopleiding door de Universiteit Antwerpen opgedoekt. De storm is nu wat gaan liggen maar de verontwaardiging blijft groot. Dat de enige opleiding voor informatie- en bibliotheekwetenschap op universitair niveau omwille van besparingen geschrapt werd is veelzeggend voor de serieux die ons beroep nog oproept. In Infotopia waant iedereen met een laptop zich bibliothecaris, of informatiespecialist als de M/V een hippe iPad-bezitter is. Terwijl ik de petitie voor het behoud van het Postgraduaat IBW ondertekende had ik een déjà vu en een gevoel van vergeefsheid. Het is pas als je iets op blank hout wil afkloppen, dat je beseft dat bijna
Laurent Meese is hoofdbibliothecaris van het Museum voor Natuurwetenschappen (KBIN) in Brussel. Hij is nauw betrokken bij digitaliseringsprojecten, maar leest het liefst papieren boeken. Onder het alter ego Bibman is hij sinds 2005 actief als biblioblogger.
de hele wereld uit aluminium en plastic bestaat. Mijn persoonlijke variant op de wet van Flugg is al even ongerijmd. Als ik een petitie onderteken voor een nobel doel, dan loopt het meestal slecht af en wordt dat doel of quotum allerminst bereikt. Ik kan niet zorgvuldig genoeg zijn in de keuze van mijn doelen. Elke ketter heeft zijn letter.
dive citaat
“I think we need public libraries
in the same way we need wilderness. Both are sanctuaries of a king. Both are storehouses of diversity.”
Anna Kirkpatrick, “Rounding out the summer”
META 2015 | 2 |
37
uitgepakt
Archiveren van websites Joris Janssens, PACKED
De meeste organisaties hebben reeds een aantal websites versleten. Bij de overgang van een oude naar een nieuwe website staan organisaties vaak voor de vraag hoe ze de oude website kunnen archiveren. Vaak bevat zo’n oude website interessante gegevens die niet meer relevant zijn voor de nieuwe website, maar wel een historische waarde hebben voor de organisatie. Wat is dan de eenvoudigste manier om die informatie te archiveren?
Nog niet zo heel lang geleden werden websites gebouwd enkel met gebruik van statische HTML-bestanden: eenvoudige tekstbestanden met een opmaak waarmee een webbrowser de inhoud kan omvormen tot een webpagina. Om deze websites te archiveren volstond het simpelweg om het mapje met HTML-bestanden van de website op de server, naar je eigen computer te kopiëren. Maar statische HTMLpagina’s worden, eens opgeladen op de server, zelden of nooit nog gewijzigd omdat je telkens de HTML-code moet aanpassen. Recente websites maken daarom gebruik van een Content Management System (CMS): een databank waarin de website-informatie wordt beheerd en die webpagina’s ad hoc samenstelt op het ogenblik dat ze geopend worden. Hierdoor wordt de website ‘dynamisch’, maar ook heel vluchtig en moeilijk te archiveren. De eenvoudigste manier om zo’n dynamische website te archiveren is om hem op regelmatige tijdstippen terug ‘statisch’ te maken. 1 Dit kan je doen met behulp van een webcrawler. Een webcrawler is een stukje software dat een website bezoekt en alle publiek toegankelijke data (html-pagina’s, afbeeldingen, documenten ...) downloadt. Op die manier wordt een statische kopie van de website gemaakt.
Statisch archiveren Er zijn verschillende tools beschikbaar om websites ‘statisch’ te archiveren. De ene vraagt al wat meer technische kennis dan de andere. Een
tool die eenvoudig is in installatie en gebruik is HTTrack 2. HTTrack beschikt over een webcrawler die alle toegankelijke informatie op je website kopieert naar een gekozen map op je computer. Bij het omzetten van een dynamische naar een statische website wordt meestal alle inhoudelijke informatie overgezet. Geavanceerde functies zoals het doorzoeken van je website via het zoekveld op de webpagina’s zullen echter niet meer werken, aangezien het CMS voor deze functionaliteit instond. Om de website veilig op te slaan, verpak je de HTML-pagina’s vervolgens in een zip- of bagbestand 3, voor je hem opneemt in je digitale archief.
1 Er bestaan ook complexere manieren die trachten ook de functionaliteit en veranderlijkheid van de website te bewaren door het CMSsysteem zelf te archiveren. 2 Zie http://www.httrack.com/, beschikbaar voor Windows, Mac en Linux. Een andere veelgebruikte webcrawler, die ontwikkeld werd door The Internet Archive en een aantal nationale bibliotheken, is Heretrix (https://webarchive.jira. com/wiki/display/Heritrix/Heritrix). 3 Zie http://en.wikipedia.org/wiki/ BagIt
Mocht je er niet in slagen zelf je website te archiveren, kan je vertrouwen op een externe dienst om je website te laten crawlen. De grootste, externe websitearchiveringsdienst is de Wayback Machine 4 van The Internet Archive, die op deze manier ondertussen al meer dan 400 miljard pagina’s gearchiveerd heeft. De Wayback Machine archiveert de meeste websites zonder dit te melden. Op zekere tijdstippen wordt door de dienst een momentopname van je website genomen. Neem dus zeker al eens een kijkje om uit te vinden welke momentopnames van jouw website al gearchiveerd werden. Het grootste voordeel van deze aanpak is dat je zelf geen tijd of kennis nodig hebt. Een nadeel is dat je voor de keuze van de momentopname afhankelijk bent van een externe dienst.
4 Zie https://archive.org/web/
> Dit artikel werd bezorgd door PACKED vzw dat als expertisecentrum digitaal erfgoed kennis, ervaring en deskundigheid omtrent
De homepage van The Wayback Machine: https:// archive.org/web/web.php
3 8 | META 2015 | 2
digitaal erfgoed centraliseert en verspreidt. Vragen voor PACKED vzw zijn welkom via
[email protected].
kroniek
De IAML-conferentie: een doe-het-zelfcongres
13-18 juli 2014 - Antwerpen
“I am so glad I had the opportunity to attend IAML, and it has truly invigorated my love of music librarianship. Thank you so much for everything.” “This was my first IAML, and honestly, one of the best conferences I have ever been to (and I have attended many conferences). The music programs truly added to the conference, and enriched my experience — it was exposure in the most real way possible. I would be sad to see too much changed — it was an amazing experience for me.” “I was really amazed with the venue - all of the equipment was easy to use and friendly, and the catering was superb.” “I liked the mixture from excursions with sightseeing and visits of libraries in the Antwerp conference.” Dit zijn maar enkele van de overwegend lovende commentaren die opdoken in de enquête die gehouden werd na afloop van de IAML Antwerp 2014 Conference die van 13 tot 18 juli 2014 in het Koninklijk Conservatorium Antwerpen werd georganiseerd. IAML staat hier voor International Association of Music Libraries, Archives and Documentation Centres. Deze in 1951 gestichte internationale beroeps- en belangenvereniging wil de activiteiten van muziekbibliotheken, -archieven en -documentatiecentra promoten en ondersteunen, en nationale en internationale projecten en samenwerkingsverbanden faciliteren. Wereldwijd heeft IAML leden in 57 landen, waarvan 25 landen een eigen nationale afdeling hebben. België is hierbij — wie zal het verbazen? — een speciaal geval. IAML aanvaardt slechts één
vertegenwoordiging per land en omdat dit niet spoort met de federale structuur van ons land is er alsnog geen nationale Belgische representatie. De Vlaamse instellingen hebben zich wel officieus gegroepeerd als IAML-F en zouden als dusdanig onder de vleugels van de VVBAD schuil gaan. Maar daarover leest u hier later ongetwijfeld meer. Toen in 2012 bleek dat de Danish Music Library Association zijn engagement om het congres in 2013 in Århus te organiseren niet langer kon waarmaken wegens onvoorziene besparingen en het supprimeren van de bibliotheek in kwestie, kwam het internationale IAML-bestuur bij de Belgische muziekbibliotheken aankloppen. Het was al van 1982 geleden dat de jaarlijkse IAML-conferentie in België had plaatsgevonden; gastheer was toen Bernard Huys van de muziekafdeling van de Koninklijke Bibliotheek. Om het gat dicht te fietsen werden de Weense organisatoren gevraagd om hun organisatie één jaar te vervroegen — van 2014 naar 2013, een huzarenstukje waarin de Wieners con brio slaagden — en werden er voor 2014 Belgische kandidaten aangezocht. In mei 2012 werden er vanuit België twee kandidaturen bij het IAMLbestuur ingediend: Brussel (de Koninklijke Bibliotheek) en Antwerpen (een conglomeraat van vijf Vlaamse instellingen, met name de conservatoriumbibliotheken van Antwerpen, Brussel (NL) en Gent, MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek] en het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek). Op basis van het ingediende bid book werd de organisatie aan Antwerpen toegewezen, wat in Brussel toch voor enige wrevel zorgde.
zware kostenpost — deden we, op twee jobstudenten na, met eigen mensen.
Door het laattijdige afzeggen van de Denen was de voorbereidingstijd voor Antwerpen korter dan normaal en was het voor de sowieso al armlastige organiserende instellingen al laat om via subsidieaanvragen en fundraising de nodige fondsen te verzamelen. Daarom werd gekozen voor een nononsense doe-het-zelfaanpak, onder het motto: wat we zelf doen, doen we goedkoper, en hopelijk (bijna) even goed.
Door een doortastende aanpak — zo werd het aantal vergaderingen tot het absolute minimum beperkt — en een efficiënte samenwerking tussen de verschillende partners, slaagden we er toch in om met weinig mensen en middelen alle voorbereidingen nipt, maar tijdig klaar te hebben.
De (soms onvermoede) competenties van de collega’s werden gemobiliseerd en gedynamiseerd, zodat we alles home made konden fabriceren. Van het logo en de website tot het complexe online registratie- en betaalsysteem; alles werd in eigen huis gemaakt, waardoor het budget beheersbaar bleef. Ook de technische omkadering, het permanent bemannen van de conference desk en de catering — altijd een
Aangezien niet alle IAMLleden jaarlijks het congres bijwonen en we geprangd zaten tussen muzikale grootsteden als Wenen (2013) en New York (2015) durfden we niet op een massale opkomst te rekenen. Tweehonderd deelnemers was onze voorzichtige schatting en alleen in onze stoutste dromen hoopten we op 250 deelnemers, want meer inschrijvingen betekent natuurlijk meer inkomsten. Uiteindelijk
META 2015 | 2 |
39
kroniek
de deelnemers die het congres zo aantrekkelijk maakte. Men leert veel van de collecties, de problemen en de oplossingen van iemand die, vanuit zijn context, heel anders tegen de zaken aankijkt.
De IAML-conferentie.
rondden we de kaap van 300 inschrijvingen. Dat was ongetwijfeld mee te danken aan het mooie omkaderende programma en de buzz die we de maanden voordien via de sociale media wisten te creëren.
Er was ook veel tijd om te netwerken, want met de openingssessie op zondag en de slotmanifestatie op vrijdag is het IAML-congres traditiegetrouw een lange zit. Bovendien werd er al vanaf de vrijdag vergaderd door werkgroepen en het internationaal bestuur, en werden er de zaterdag nadien nog post conference tours aangeboden. Op zondag 13 juli opende de conferentie in het Antwerps Conservatorium met de gebruikelijke IAML Council, waarna in het Elzenveld een feestelijke receptie werd aangeboden. Nadat gouverneur Cathy Berx in haar bezielende toespraak de congresgangers had verwelkomd, lieten die zelf ook van zich horen: ze creëerden er de voor de gelegenheid gecomponeerde vierstemmige Biercanon van Frank Agsteribbe, die hen met dat spitante werkje zowel de uitspraak als de smaak van de Belgische bieren aanleerde.
Die congresbezoekers kwamen letterlijk uit alle windstreken, van Armenië tot Brazilië, en van Australië tot Zuid-Korea. De grootste groep waren de Amerikanen (48), op de voet gevolgd door de Belgen (44). Sommigen werkten in prestigieuze bibliotheken als de Library of Congress, ‘s Maandags ging het conof op exotische plekken als gres dan echt van start met Qatar, terwijl een andere con- een plenaire openingssessie, gresbezoeker er van droomde waarin Jean-Pierre Rondas om op Malta een muziekbi- op een even erudiete als bliotheek te beginnen. Ook geestige manier België voor verschillende types muziek- buitenlanders expliceerde, Pierre Delsaerdt een opgebibliotheken en -archieven merkte lezing hield over erfwaren vertegenwoordigd; van muziekafdelingen van open- goedbibliotheken en research, bare bibliotheken en nationale en de ondernemende musici bibliotheken, over orkest- en van neoScores in een verconservatoriumbibliotheken nieuwende concertpresentot documentatiecentra. Het tatie hun webapplicatie voor was precies die mix van ver- digitale partituren demonschillende achtergronden van streerden. Een mooie start 40 | META 2015 | 2
voor wat een boeiende (en vermoeiende) week zou worden met een 90-tal lezingen en werksessies, twee avondconcerten en een dagelijks lunchconcert. Met die concerten wilde de organisatie de buitenlandse muziekinformatiespecialisten in contact brengen met voor hen onbekende Vlaamse muziek. Voor een van de avondconcerten konden we een beroep doen op de welwillende medewerking van deFilharmonie. Samen met de Britse dirigent Martyn Brabbins en pianist Levente Kende bracht het orkest werk van Luc Van Hove. De fel gesmaakte lunchconcerten werden dan weer ingevuld door medewerkers en studenten van de organiserende instellingen. Zo konden verbaasde congresbezoekers een concert bijwonen van een medewerkster van de Antwerpse conservatoriumbibliotheek, die ze op andere momenten ook koffie zagen schenken en concertprogramma’s flyeren. Iedereen was multi-inzetbaar, met als gevolg dat iemand die de conference desk bemande soms wel eens een spurtje door de gangen moest trekken om op tijd haar/zijn lezing te kunnen geven. Een nieuwigheid in Antwerpen was dat woensdag helemaal werd voorbehouden voor bezoeken aan muziekbibliotheken en -instellingen. De deelnemers konden kiezen voor bezoeken aan Antwerpen (Museum Vleeshuis, Museum PlantinMoretus, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience); Brussel ( Ko n i n k l i j ke B i b l i o t h e e k , Conservatoriumbibliotheek, Muntpunt, MIM); Gent (Conservatoriumbibliotheek,
Sint-Baafskathedraal); en Leuven (Centrale Bibliotheek KU, Huis van de Polyfonie). In de verschillende steden werden er ook korte concerten georganiseerd en in de vooravond troffen de bezoekers aan Brussel en Leuven elkaar nog in Mechelen, waar ze op een beiaardconcert werden vergast. Logistiek waren deze stadsbezoeken een ingewikkelde organisatie, maar ze werden door de deelnemers gesmaakt omdat ze zo op korte tijd een becommentarieerd beeld kregen van de situatie in onze contreien — en van het wispelturige Belgische weer. Waar we op de openingszondag nog zowat wegspoelden, verliep op vrijdag het farewell dinner op de BadBoot onder een loden zon. Geen wonder dat verschillende congresgangers een verkwikkende duik namen. Het was een, zeg maar, stevig feestje en voor enkele van de organisatoren was het luttele uren later dan ook een pijnlijk ontwaken. Om 8.00 u. vertrokken op zaterdagmorgen post conference tours naar Brugge en Ieper. Meteen een mooi einde van een geslaagd congres, dat toonde dat ook kleine organisaties met veel inspanning en creativiteit een dergelijk groots project tot een goed einde kunnen brengen. Jan Dewilde
kroniek
Ronde Tafel Algemeen Rijksarchief: Van data protection tot right to erasure
2 december 2014 - Brussel
De Europese Commissie bereidt al enkele jaren een Data Protection Regulation (DPR) voor die streeft naar een betere bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De verouderde Richtlijn van 1995 wordt herzien, verruimd en vooral aangepast aan de informatierevolutie die internet teweeg heeft gebracht. Het Europese Parlement amendeerde het voorliggende ontwerp op talrijke plaatsen en keurde de draft in eerste lezing goed op 12 maar 2014. De Europese Raad buigt er zich nog over. In 2015 zou de DPR van kracht moeten worden. Alle lidstaten streven naar een harmonisering van de regelgeving en zullen hun nationale wetgeving richten op het Europese juridische kader. Het Europese Hof van Justitie bracht intussen de privacy problematiek volop in de belangstelling door het baanbrekende arrest dat het velde op 13 mei 2014 over de rol van Google met betrekking tot het privacy-recht (het zogenaamde Google Spain-arrest). Het Hof oordeelde dat Google, ook voor de in de zoekindex aanwezige gegevens, moet voldoen aan de strenge regels van het privacy-recht. Iedereen die opgenomen is in die index kan een verzoek tot inzage, correctie en verwijdering indienen.
problematiek van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en maakte een status questionis op. Voor definitieve en concrete antwoorden of aanbevelingen is het wachten op de definitieve Europese regelgeving. In zijn inleiding op de gespreksronde schetste algemeen rijksarchivaris Karel Velle de problematiek. Hij stelde zich de vraag hoe de nieuwe bepalingen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het ‘right to be forgotten and to erasure’ (artikel 17 van de DPR) het verwerven, waarderen en selecteren, ontsluiten en ter beschikking stellen van archieven zullen beïnvloeden. Gelden die bepalingen ook voor papieren archieven en voor zoekinstrumenten van archiefdiensten? Kunnen ook (klein)kinderen zich in naam van hun (groot)ouders beroepen op het recht om vergeten te worden? Hoe rijmt die regelgeving met de deontologische code van de archivaris, met de principes van toegang en openbaarheid, met het recht op vrije meningsuiting en met het recht op/de plicht tot herinnering? Zullen overheden geen misbruik maken van dit recht op vergeten en op wissen van persoonlijke informatie (bijvoorbeeld door te weigeren archief over te dragen aan een archiefdienst) en zo een moderne vorm van censuur plegen?
Tijdens een Ronde Tafel, georganiseerd door het Algemeen Edouard Rijksarchief, bogen een 25-tal O n d e r z o e k e r Cruysmans (UCL/USL-B) Belgische archivarissen en specialisten zich over de con- relativeerde de rechten ter bescherming van de persoonsequenties die de nieuwe lijke levenssfeer en het recht regelgeving kan/zal hebben voor de omgang met infor- ‘vergeten te worden’. Hij stelde matie door archivarissen. De dat de rechten waardoor de burger controle krijgt over Ronde Tafel verkende de
zijn gegevens op het web, niet absoluut zijn, maar dat een rechtbank ze steeds in balans zal brengen met het recht op informatie van burger en maatschappij of met de persvrijheid. Volgende elementen zouden daarbij door de rechtbanken in rekening kunnen worden gebracht: het historisch belang van de informatie, het tijdsverloop tussen de feiten en hun openbaarmaking of het publiek karakter van een bepaald figuur. Theo Thomassen, hoogleraar Archivistiek aan de Universiteit Amsterdam, stelde dat Europa via een aangepaste regelgeving controle wil krijgen op de macht van internetbedrijven die informatie willekeurig kunnen selecteren, combineren of manipuleren. Hij relativeerde de invloed van de verwachte richtlijnen op de archiefpraktijk en voorzag ook afwijkingen op artikel 17 voor de dataverwerking met het oog op archivistische, historisch-wetenschappelijke en statistische doeleinden. Hij verwachtte dat — eenmaal de regelgeving een feit — jurisprudentie uitsluitsel zou bieden inzake een aantal consequenties, leemten, onduidelijkheden en limieten van de wetgeving. Ten slotte brak hij een lans voor de aanwezigheid van archivarissen bij de aanmaak van papieren en digitale archieven. Archivarissen zouden documenten al bij hun creatie moeten kunnen aanduiden als privacygevoelig of openbaar. Zij zouden beide categorieën eenduidig moeten kunnen onderscheiden en afzonderen en zo mee uitmaken wat precies online geplaatst mag worden. Ook zouden ze moeten betrokken worden bij de ontwikkeling
van procedures in verband met de (automatische) vernietiging of bewaring van documenten. Archivarissen zouden ook hun diensten kunnen aanbieden bij het anonimiseren van databanken; zo blijft informatie bewaard en privacy gerespecteerd. In de gedachtewisseling die volgde na de twee uiteenzettingen van de sprekers werd o.a. gewezen op de autonomie van de nationale archiefwetgeving die overeind blijft als wettelijk kader, ook na de nieuwe Europese regels. Ook het recht van de burger op inzage in wat over hem/haar wordt bewaard, ook in nietopenbare archieven, kwam ter sprake. Cruysmans benadrukte dat de huidige Belgische wetgeving het bewerken toestaat van gegevens voor statistische, historische en wetenschappelijke doeleinden, mits anonimisering. Willem Debeuckelaere, voorzitter van de Privacycommissie, wees er op dat de privacywetgeving niet geldt voor overledenen. Hij riep de aanwezige archivarissen op om concrete vragen en problemen in hun archiefpraktijk inzake privacy te signaleren aan de commissie. Het Rijksarchief wil over deze belangrijke thematiek een internationaal colloquium organiseren in het voorjaar van 2015. De Ronde Tafel bakende alvast een aantal invalshoeken af, tekende krijtlijnen uit en lanceerde een oproep tot onderwerpen en sprekers voor dit internationaal treffen. De thematiek verdient in elk geval de volle aandacht van alle archivarissen. Godfried Kwanten
META 2015 | 2 |
41
kroniek
Studiebezoek OKBV
5 december 2014 - Antwerpen
Kunst met een tekstuele dimensie, fascinerende boeken en een prachtige bibliotheek: welke (kunst)bibliothecaris kan hier aan weerstaan? De tentoonstelling ‘Heilige boeken’ in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience was voor het Overleg kunstbibliotheken Vlaanderen (OKBV) dan ook een uitgelezen gelegenheid om een studiebezoek aan Antwerpen te organiseren. Vrijdag 5 december begon voor een twintigtal collega’s met een rondleiding door de geschreven wereld van het Jodendom, het Christendom en de Islam. In de magnifiek mooie Nottebohmzaal nam een gedreven gids ons mee op een ontdekkingsreis langs eeuwenoude teksten, zoals die werden neergepend in al dan niet verluchte handschriften of vastgelegd in vaak sierlijk geïllustreerd drukwerk. Via de vele zorgvuldig geselecteerde verschijningsvormen van de Heilige teksten lieten de curatoren ons zien welke rol de Tenach, de Bijbel en de Koran speelden in het leven van gelovigen, vroeger en nu. Aan de start van de tentoonstelling lagen enkele van de vroegste, nog bestaande verschijningsvormen van de openbaring van de drie grote monotheïstische godsdiensten broederlijk naast elkaar. Eeuwenoude commentaren in de marge van nog veel oudere manuscripten, boven de regel zwevende annotaties voor het lezen van de klinkerloze Hebreeuwse teksten toonden hoe tekst en studie verenigd gaan. De tentoonstelling combineerde bekendere topstukken met verborgen parels: het enige Belgische exemplaar van de 42-regelige 42 | META 2015 | 2
Gutenbergbijbel — het eerste volwaardig gedrukte boek dat in het Westen verscheen, maar ook de bijbeluitgave van humanist Robert Estienne, die in 1557 voor het eerst de bijbelverzen nummerde. Verderop lagen een 19e-eeuwse Koran uit WestAfrika, bestaande uit honderden met de hand beschreven losse bladen, een door een katholiek gecensureerde ‘Rabbijnenbijbel’, en een rijk geïllustreerde Estherrol, het enige geschrift uit het Oude Testament waarin de naam van God niet voorkomt en aldus volgens de joodse traditie geïllustreerd mag worden. Indrukwekkend! OKBV koppelde dit inspirerende tentoonstellingsbezoek aan een rijk gevuld en net zo toepasselijk namiddagprogramma. Na de intieme, bijna sacrale sfeer in de Nottebohmzaal, bracht een frisse wandeling ons naar meer hedendaagse regionen in het FotoMuseum. Tijdens het overlegmoment werd ex-voorzitter Johan Eeckeloo (Conservatorium Brussel) van harte bedankt om zijn jarenlange inzet voor onze commissie. Ook met Ute Staes (Rubenianum Antwerpen) en Veerle Verhasselt (Museum voor Schone Kunsten Gent) zal het OKBV zich inzetten voor het overleg tussen kunstbibliothecarissen, met in 2015 een bezoek aan Hasselt en Genk, een workshop over inhoudelijke ontsluiting en (de voorbereiding van) een studiedag over schade in bibliotheekcollecties en -gebouwen. Na de vergadering vertelde Ellen Storms (ad interim bibliothecaris Fotomuseum Antwerpen) over het geheime
wapen van het FotoMuseum: Oorlog verbeeld werd in kranten, magazines en postkaarten. de museumbibliotheek. De Hier werd belicht hoe beelden collectie, die in zijn geheel als cultureel erfgoed beschouwd niet enkel conflicten vastlegwordt, is de grootste en meest den, maar er ook een belanggespecialiseerde over fotogra- rijke rol in speelden. Door de fie binnen het Nederlandse publicatie ervan in dagbladen taalgebied. Vanaf 1965 wordt en tijdschriften, werd het front hier de meest relevante infor- als het ware onderdeel van het matie over het domein actief dagelijkse leven. Foto’s die zo verzameld. Twee grote bruik- het leven in de loopgraven lijlenen, die nog steeds deel uit- ken op te roepen, blijken echmaken van de collectie, vul- ter toch niet zonder meer uit den de collectie aanzienlijk het leven gegrepen te zijn — meer nog: soms is het zelfs aan: één van de Association nauwkeurig georkestreerde Belge de Photographie en propaganda. Ook in op het een andere van de firma Agfa-Gevaert. De gespeciali- eerste gezicht vredige familieseerde literatuur, fotoboeken, portretten, blijkt de foto van omvangrijke tijdschriftencol- een verloren zoon of afwezige lectie en duizenden docu- echtgenoot, steevast in milimentatiemappen ondersteu- tair uniform, ‘gemonteerd’ te nen dagelijks de werking van zijn. Photoshop anno ‘14-’18… Fascinerende zinsbegoochehet FotoMuseum, en kan op afspraak geraadpleegd wor- ling uit het begin van de 20e den in de ruime leeszaal. Met eeuw met andere woorden de deelname aan het project — of ook: de ontdekking dat Boekensteun van Vlaamse ook toen een foto niet altijd E r fg o e d b i b l i o t h e e k , ko n gewoon een afbeelding van bibliothecaris Inneke Daghelet de realiteit was. de nodige fondsen verwerven voor de preservering van het Ute Staes geïllustreerde weekblad ABC (1932-1973). De middag werd afgerond met een rondleiding in het FoMu, waar we deelgenoot werden van Nick Hannes' visie op het Middellandse zeegebied: van een vrouw genietend van een sigaret tijdens een trouwerij in een tankstation tot een eenzame reddingshelikopter boven een gladde zee. Sterke beelden over crisis, migratie en creativiteit, waardoor de kloof tussen de rauwe realiteit en de opgeblonken stranden uit reisbrochures zichtbaar werd. De tentoonstelling ‘Shooting Range: Fotografie in de vuurlinie?’ toonde hoe de Groote
Verhoog uw klant- en medewerkertevredenheid met ICT- en betaaloplossingen van Tracs
· · · · ·
Ervaren ICT-partner die met u blijft meedenken en ontwikkelen Single point of contact Multifunctionele ICT-oplossing Ervaren en bereikbare customer service afdeling All-in transparant onderhoudscontract
eenvou d iger! bibleven veel t w ij he kt aa m Tracs iseren, kunnen n te auto mat eek. ge th in io el bl bi nd ha Do or ken van de ta rn ke de n op elke bib! ons toelegge rwaarde vo or Een hele mee is Mol h, bibliothecar Annemie Bosc
Kopieeroplossingen PC reserverings- en printoplossingen
Informatiesysteem oplossingen
Online reserveren van lokalen en activiteiten
Betaaloplossingen Beveiligingsoplossingen
Beveiligd wifi
Tracs Systems nv Wetenschapspark 7 Diepenbeek 3590 BELGIUM
Anthony Vavrinek
[email protected] Sales & Marketing | Tracs Systems nv T: +32 48 555 6107 | F: +32 11 560 495 W: www.tracs.be
Personalia
Op vrijdag 16 januari overleed Marc Vanhauter op 64 jarige leeftijd na een lange strijd. De afgelopen maanden bleef hij heel hard vechten, tot op het laatste had hij nog zo’n ‘goesting’ in het leven. Hij kwam in 1991 in dienst van de provincie Antwerpen en stond mee aan de wieg van het provinciearchief. Marc kon de deputatie en het management overtuigen van het belang van een goed archiefbeheer voor de organisatie. Hij zorgde er mee voor dat in 2004 een archivaris aangesteld werd. Tot vorig jaar was hij secretaris en penningmeester van KAPA (de Kring van Archivarissen in de Provincie Antwerpen), een vereniging waar hij zich met veel liefde en enthousiasme voor inzette. Zo organiseerde hij de tweejaarlijkse uitstap naar collega archivarissen in Nederland om de uitwisseling van kennis te bevorderen. Marc was een goede bekende in Nederlandse archiefkringen.
Marc was ook bekend en geliefd binnen de sector van de amateurkunsten, als jarenlange logistiek begeleider van de organisatie koor- en orkesttornooien. Marc was sociaal actief zowel binnen als buiten de provincie; hij was vakbondsafgevaardigde voor de ACOD en actief lid van de organisatie Cunina. Vanuit zijn overtuiging en oprecht sociaal engagement nam hij het altijd op voor de kwetsbare in de samenleving. Hij stond altijd voor iedereen klaar. Marc was bij de collega’s gekend als “de man met de strik”. Hij was heel geliefd omwille van zijn goede humeur, positieve ingesteldheid en grote hulpvaardigheid. Marc was een levensgenieter. Hij overleed aan de vooravond van zijn pensioen waarvoor hij nog zoveel plannen had. Eén van zijn grote dromen was een laatste grote reis naar Peru. We zullen hem missen. Caroline Van Camp
toepassing
Spaar je batterij! Ilse Depré, De Bib Leuven
Tablets en smartphones zijn dagdagelijkse tools geworden, waar we liever niet zonder vallen. Daarom enkele tips om energie te besparen. Ga naar Instellingen > Algemeen > Gebruik > Batterijgebruik (iOS8), Instellingen > Toestelinfo > Batterijgebruik of Instellingen > Accu (Android) om je batterijverbruik te monitoren. Schakel functies zoals 3G, Bluetooth en GPS/locatievoorziening pas aan als je ze echt nodig hebt. Activeer de Vliegtuigmodus om met één knop alle dataverkeer (ook wifi) uit te schakelen, maar wel nog naar een film te kijken of een boek te lezen. Verminder de helderheid van je scherm, en gebruik een donkerkleurige achtergrond. Verklein de schermvergrendeltijd, en verminder het geluidsvolume. Laat niet te veel apps naast elkaar draaien, maar sluit ze volledig. Vermijd
44 | META 2015 | 2
ook dat apps op de achtergrond synchroniseren en informatie binnenhalen, via Instellingen > Algemeen > ‘Ververs apps op achtergrond’ (iOS) of Instellingen > Gegevensgebruik > menuknop > ‘Gegevens automatisch synchroniseren’ (Android). Activeer zo weinig mogelijk widgets, want die maken regelmatig verbinding met het internet en kosten energie. Laat de batterij nooit te warm worden: leg je toestel niet in de zon of op de verwarming en haal het uit het hoesje bij het opladen. Wacht bij een lithiumion batterij niet tot die volledig leeg is, maar herlaad sneller (bijv. bij 20%). Gebruik het toestel beter niet tijdens het opladen, en haal het uit de oplader zodra de batterij weer op 100 procent staat. > Meer info en nuttige app: http://bibidee.blogspot.com
zogehoord
Eva Simon:
“Alle genres kunnen, zolang er maar een wild kantje aan zit” Heb je een favoriete groep/zanger/zangeres? Dat moeten PJ Harvey en Nick Cave zijn. Beiden volg ik sinds begin jaren negentig. Het eerste concert dat ik ooit bijwoonde, was dat van PJ Harvey in de Vooruit in 1993, de nacht voor mijn allereerste examen aan de universiteit. Het eerstvolgende concert dit jaar wordt dat van Nick Cave in Den Haag. Naar welk genre gaat je voorkeur uit? Meer nog dan over een groep of zanger(es) kan ik lyrisch worden over genres. Dat gaat dan met periodes. Zo denk ik met plezier terug aan mijn gangstarapfase. Toen heb ik eens een fuif ge-dj’d met afwisselend Eastcoast en Westcoast. Restanten daarvan in mijn cd-collectie: Ice Cube en Notorious B.I.G. Bovendien vergaan oude liefdes niet. Zo luister ik momenteel graag naar Franse hardcore rap, onder meer Psy 4 de la Rime en Kenny Arkana uit Marseille. Ik bestudeer daarbij graag de teksten over het leven in de banlieues. Verder heb ik een lange triphop-, electro- en technoperiode achter de rug, waarnaar ik nog geregeld teruggrijp: Massive Attack, Portishead, Underworld, Leftfield, The Knife, Autechre ... Tijdens een trektocht op Cuba ontdekte ik reggeaton. Ook van dat genre staat er een en ander op het cd-rek. Kortom, alle genres kunnen, zolang er maar een wild kantje aan zit. Lieflijke singer-songwriternummers zullen me doorgaans maar matig bekoren. Ook bepaalde geluidseffecten en klanken kunnen maken dat iets me aanspreekt. Zeker de helft van de nummers in mijn
top 100 aller tijden bevat een flinke partij distortion. Die vervorming kan je vinden in de muziek van 2nd Gen of Aphex Twin, in de noise van Sonic Youth of The Raveonettes, of meer recent in de garage rock van The Kills. Daarnaast ben ik gek op industriële klanken zoals je die aantreft bij Einstürzende Neubauten, Ministry en vooral Nine Inch Nails. Ook dubstep is in die zin boeiend. Die muziek laat zich prima analyseren en in de meer agressieve brostepvariant gebruikt men weer gretig distortion plugins. Wat is je favoriete album aller tijden? Na het geweld van hierboven kom ik nu toch aanzetten met iets meer ‘romantisch’. Natural History van Talk Talk kan ik blijven beluisteren: stuk voor stuk songs die net voldoende experimenteel zijn. Elk nummer leidt regelrecht naar een oorgasme. Heb je een ‘guilty pleasure’? Ik luister wel eens naar Madonna en George Michael. Madonna’s Live to tell is een fantastische slow en George Michael is simpelweg een begenadigd zanger. Zijn cover van Roxanne vind ik fenomenaal. Wat was het eerste plaatje dat je ooit kocht? Dat zullen cassettes geweest zijn, en als ik het me goed herinner waren dat toen samen Out Of Time van R.E.M. en Royalty in Exile van The Scabs (I gave you hard times, baby!). Welke artiest zou je willen aanraden aan de META-lezers? Ik kan iedereen Mon-o-Phone en Too
Tangled (foto) aanraden. Dat zijn twee duo’s van eigen bodem met als grootste gemene deler: rauwe, ongepolijste songs met een flinke dosis punk. Daarnaast wil ik de META-lezers graag uitnodigen op een feestje met TLP aka Troubleman. Nog niet zo lang geleden kwam ik onbedoeld op zo een party terecht. De dansvloer stond letterlijk in vuur en vlam. Zonder meer de beste DJ die België kent. Hoe kom je aan je muziek? Ik luister vooral via YouTube, en als ik interesse heb in een volledig album, dan koop ik het op cd. Wat is je meest gespeelde nummer in iTunes? Momenteel is dat Golden Brown van The Stranglers: heerlijk klavecimbel, heerlijke wals. Hoe en waar luister je naar muziek? Dat is of in bed met de ogen dicht, of aan bureau met de ogen open, of in de auto, ook met de ogen open.
EVA SIMON Eva Simon is docente aan de Bibliotheekschool van Gent en vermaakt zich onder het motto ‘informatie organiseren is een kunst’ met sociale media en metadata. In 2010 stond ze aan de wieg van de Bib Web Awards die eind 2014 voor de 3e keer werden uitgereikt. Eva houdt ook van informatietalen, gegevensbanken en lettersoep.
META 2015 | 2 |
45
Activiteiten
Kwalitatief werken en risico management bij archief- en documentbeheer FAAD-studievoormiddag zaterdag 18 april 2015
Welke strategie zal je hanteren als gebruikers het archief bashen op Facebook omdat ze niet tevreden zijn over de dienstverlening? Hoe kan je voorkomen dat je tentoonstelling vastloopt op een slechte timing? Wat als de informaticus van je instelling ziek wordt terwijl de directeur vraagt om je automatiseringsproject sneller te implementeren? Voorkomen is beter dan genezen. We kunnen risico’s beperken door op een degelijke manier te werken of door ze goed in te schatten. Risicoanalyse en risicobeheersing zijn een constante bij flexibel archief- en documentbeheer. Risicobeheersing wordt door de meeste archivarissen gelinkt aan een calamiteitenplan. Daar gaan we in deze studiedag nu eens niet op in. Maar als je tips wil verzamelen over kwalitatief werken en risicobeheersing bij je archiefwerk, dan is de jaarlijkse FAAD-studiedag weer vernieuwend, verfrissend, gezellig en... zonder noemenswaardig risico. Kortom: een must! De sprekers van dienst zijn Bart Ballaux (Vrije Universiteit Brussel), Jana Van Bouwel (OCMW Vilvoorde) en Sofie Roebben (Provincie Antwerpen). De titels van de lezingen worden zo snel mogelijk meegedeeld op de website (www.faad.be)
Praktisch Datum Locatie Inschrijven
18 april 2015, 9.30 u. – 13.00 u. Vrije Universiteit Brussel, campus Etterbeek, Promotiezaal: D.2.01, 1e verdieping in gebouw D Inschrijven doe je door te mailen naar
[email protected]. Deelname aan de studievoormiddag is gratis.
De Staat van het Boek Op maandag 23 maart organiseert het BoekenOverleg voor de vijfde keer de Staat van het Boek. Tijdens dit symposium geven prominente sprekers hun visie op de dynamiek van het boekenvak en de letterensector. Dit jaar staat de Staat van het Boek in het teken van leesbevordering. Hoe divers wordt er gelezen? Bereiken we een uiteenlopend publiek? Wat zijn de voorwaarden voor een positief leesklimaat? En hoe kan lezen bijdragen aan onze mentale gezondheid? Centrale spreker is psychiater Dirk De Wachter. Hij zegt: “Kunstenaars, in het bijzonder schrijvers, voelen de problemen van deze tijd veel beter aan dan wetenschappers. Als ik wil weten hoe mijn patiënten de maatschappij ervaren, heb ik veel meer aan een hedendaagse roman dan aan een jaargang van The American Journey of Psychiatry.” Dit licht hij graag verder toe in zijn keynote. Andere sprekers zijn onder meer Chokri Ben Chikha, Mieke Van Hecke, Rachida Lamrabet, Charles Ducal en Marita de Sterck. We sluiten af met een interview met Sven Gatz, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel, over het belang van leesbevordering, boeken en literatuur.
Van Tatertaal tot ABC – Vormingsdag voor medewerkers jeugdbibliotheken In de voormiddag brengen we een bezoek aan bibliotheek Vilvoorde, die onder andere met Taalpunt Nederlands en het project Tatertaal een lans breekt voor actieve taalstimulering en -ondersteuning. Na de lunch sporen we samen naar kunstenhuis Art Basics for Children. Geïntegreerd in het huis bevindt zich een voortdurend groeiende bibliotheek met de meest interessante en inspirerende boeken en ideeën rond kunst en educatie. Ervaren ABC-gidsen maken ons wegwijs in de vele activiteiten die zij van hieruit ontwikkeld hebben. Iedereen die interesse heeft voor taalstimulerende projecten, activiteiten en collecties en die zijn/haar kijk op kunst educatie wil verbreden is welkom!
Praktisch Datum Plaats
28 april 2015, 10.00 u. OB Vilvoorde, Grote Markt 9, Vilvoorde Prijs 50 euro (VVBAD-leden)/ 80 euro (niet-leden) In de prijs zijn een broodjeslunch, treinticket VilvoordeBrussel en de rondleidingen begrepen. Inschrijven Via http://www.vvbad.be/ activiteiten
Activiteitenkalender 20.03
Studiebezoek OKBV Limburg
VVBAD 23.03
De Staat van het Boek
Boekenoverleg, VVBAD
28.04
Van Tatertaal tot ABC -
2015
Vormingsdag voor medewerkers jeugdbibliotheken
De Staat van het Boek is een uitgelezen ontmoetingsmoment voor auteurs, vormgevers, uitgevers, boekverkopers, bibliothecarissen, opiniemakers, beheersvennootschappen, organisatoren van literaire evenementen, politici, beleidsverantwoordelijken en lezers.
VVBAD 30.04
Studienamiddag metadatauitwisseling
VVBAD
Praktisch Datum Plaats Prijs Inschrijven
23 maart 2015, 13.00 u. – 18.00 u. Vlaams Parlement, Brussel 35 euro Via http://staatvanhetboek.be/
Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten
META 2015 | 2 |
47
uitzicht
Studio Marconi Foto: VRT
> Zie ook p. 26
48 | META 2015 | 2
www.wegwijzerbibliotheken.be
WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRA 1
• INFORMATIE BEHEREN EN TER BESCHIKKING STELLEN •
WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN SCIENCES DE L’INFORMATION & DOCUMENTATIECENTRA 1 ET DE LA DOCUMENTATION • INFORMATIE BEHEREN EN
TER BESCHIKKING STELLEN •
12/07/11 22:34
OP NAAR DE BIBLIOTHEEK VAN DE TOEKOMST MET WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRA
WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRA 2
• INFORMATIE BEHEREN EN TER BESCHIKKING STELLEN •
In deze digitale tijden staan bibliotheken en documentatiecentra voor grote uitdagingen: teruglopende bezoekers- en uitleenaantallen tegengaan, nieuwe inkomstenbronnen zoeken, een evenwicht zoeken tussen analoge en mobiele dragers, inspelen op de behoeften van de verschillende doelgroepen… Wegwijzer voor bibliotheken & documentatiecentra is een praktische gids die alle facetten van bibliotheek- en documentatiebeheer omvat. U krijgt een zo compleet mogelijk antwoord op onderstaande vragen en veel meer!
WEGWIJZER BIBLIOTHEKEN SCIENCES DEVOOR L’INFORMATION & DOCUMENTATIECENTRA 2 ET DE LA DOCUMENTATION • INFORMATIE BEHEREN EN
TER BESCHIKKING STELLEN •
12/07/11 22:34
• INFORMATIE BEHEREN EN TER BESCHIKKING STELLEN •
WEGWIJZER VOOR BIBLIOTHEKEN & DOCUMENTATIECENTRA 3
• Hoe de werkprocessen verbeteren in bibliotheken en documentatiecentra? • Wat zijn de voordelen van open access? En hoe werkt dit praktisch? • Hoe een digitaliseringstraject opstarten? • Welke online communicatiekanalen aanwenden? • Wat kan je als informatieprofessional met linked open data? • Hoe de retrieval-techniek toepassen? • Hoe kunnen (openbare) bibliotheken de eigen inkomsten verhogen?
WEGWIJZER BIBLIOTHEKEN SCIENCES DEVOOR L’INFORMATION & DOCUMENTATIECENTRA3 ET DE LA DOCUMENTATION • INFORMATIE BEHEREN EN
TER BESCHIKKING STELLEN •
12/07/11 22:35
Abonnees kunnen het boek nu ook online lezen op www.wegwijzerbibliotheken.be De website wordt na elke nieuwe aflevering bijgewerkt.
BESTELKAART Ja, ik bestel . . . ex. van Wegwijzer voor bibliotheken & documentatiecentra tegen 69 euro* voor VVBAD-leden of 99 euro* voor niet-leden. Bestuur/Organisatie:
Stuur of fax onderstaande bestelbon naar Politeia • Ravensteingalerij 28 • 1000 Brussel Fax: 02 289 26 19 • Tel: 02 289 26 10, of bestel via www.politeia.be • e-mail:
[email protected]
.....................................................................................................................................................................................
Naam: .......................................................................................................................................................................................................................... Functie: ...................................................................................................................................................................................................................... Adres: Tel:
.........................................................................................................................................................................................................................
................................................................................................................................................................................................................................
E-mail: ........................................................................................................................................................................................................................ BTW: ............................................................................................................................................................................................................................ * Prijs inclusief btw maar exclusief verzendkosten. Losbladige publicatie met abonnement. De bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd tegen € 0,55 per pagina, website-updates tegen € 29 tot schriftelijke wederopzegging. Prijs geldig tot 30/06/2014. Check voor actuele prijzen steeds onze website www.politeia.be. Uw gegevens worden in vertrouwen behandeld en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.
DATUM & HANDTEKENING
Eindelijk inzicht in collectiebeleid en -planning.
V-eyeQ is een applicatie voor collectiebeheer en -planning. Met V-eyeQ kunnen bibliotheken aanzienlijke besparingen realiseren door middel van een efficiënter collectiebeleid. Ze kunnen het gebruik van de collecties intensiveren en op elk moment instant-inzicht krijgen in hoe de collectie presteert. Contact:
[email protected]