Meer dan werk alleen 5 jaar vrijwilligerswerk door ABN AMRO medewerkers
Colofon ‘Meer dan werk alleen’ is een uitgave van ABN AMRO Business Unit Nederland, in opdracht van Sustainability. © 2009 Copyright ABN AMRO NV
Concept: Corrina Schoordijk (Sustainability), Met andere woorden... Maaike Kuyvenhoven, Martin Raven, def. Amsterdam (Arjen Klinkenberg) Redactie: Corrina Schoordijk (Sustainability), Met andere woorden... Maaike Kuyvenhoven Tekst: Met andere woorden... Maaike Kuyvenhoven Ontwerp en vormgeving: def., Amsterdam Fotografie: Ron Offermans, De Beeldredaktie, Graciëlle Owen Druk: Over de Linden Posthuma Drukkerij Over de Linden Posthuma werkt met plant aardige inkt en is gecertificeerd om op FSC-papier te drukken. Ook in de rest van hun bedrijfsvoering staat het behoud van het milieu voorop.
$"
"!"# ! %#
! ### & !!# "
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, het zij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Meer dan werk alleen 5 jaar vrijwilligerswerk door ABN AMRO medewerkers
1
2003-2008: vijf jaar vrijwilligerswerk door ABN AMRO medewerkers. Voor 2003 werd er door medewerkers ook al het nodige vrijwilligerswerk gedaan, maar met ingang van 2003 is er meer focus. Het vrijwilligerswerk wordt voortaan ingevuld rondom het thema Jeugd, talent en achterstand. Daar komt later het thema Duurzaam Ondernemen bij. Het aantal vrijwillligers per jaar wisselt. Het enthousiasme niet. De energie waarmee wordt gewerkt, brengt zoveel teweeg. De afgelopen jaren verscheen er een digitaal jaarverslag waarin de verhalen van een aantal vrijwilligers werd verteld. Nu doen we dat in boekvorm, met een evenredige hoeveelheid aandacht voor de ontvangende partij. Want het is leuk dat twee keer per week collega’s naar scholen in de Bijlmer trekken om de kinderen te helpen bij het leren lezen, zie pagina 12, maar wat is het effect ervan? Het vrijwilligerswerk brengt in ieder geval in alle gevallen positieve energie, een gevoel van trots en verrijking van geest en vaardighedenmet zich mee. En dat al vijf jaar lang. Wat een winst voor alle partijen. 2
Robert Charlier trapt af met een verhaal over zijn vrijwilligerswerk en de rol van ABN AMRO in de maatschappij. Daarna lees je de verhalen van zes vrijwilligers die zich al jaren inzetten als leeshulp van basisschoolleerlingen, coach van vmbo-leerlingen of begeleider bij het inmiddels vermaarde vrijwilligersproject Ster van Noord. Om er maar een paar te noemen. Ook lees je bij elk verhaal voorbeelden van vergelijkbare projecten die nu plaatsvinden of in de afgelopen vijf jaar plaatsvonden. Achterin het boek wordt het vrijwilligerswerk door medewerkers van ABN AMRO in breder perspectief geplaatst. 3
vragen aan directeur HR, Robert Charlier
Doe jij vrijwilligerswerk? ‘Een keer per maand kom ik met een groep vrienden bij elkaar om te bespreken wat we kunnen organiseren. De afgelopen jaren zijn we met een groep autistische kinderen op stap geweest. We verzinnen kleine projecten om die uitstapjes te financieren. Inzamelacties, kerstbomenverkoop, dat soort dingen.’ Waarom autistische kinderen? ‘Ik ben me voor hen gaan inzetten door de verhalen van anderen. Ik heb zelf drie gezonde kinderen van 11, 9 en 6 en ik realiseer me nu pas welke impact een autistisch kind heeft op een gezin. De kinderen hebben rust, regelmaat en overzicht nodig. Daarom gaan wij bijvoorbeeld met ze naar de Efteling als het pretpark voor iedereen gesloten is wegens technisch onderhoud. Gaan we twintig keer met elkaar naar de Fata Morgana. Als we onderweg aankondigen dat we frietjes gaan eten, is de bus niet meer te 4
houden. Maar die frietjes zitten in een beker, dus raakt niemand ze aan. Frietjes horen op een bord. Zo’n uitstapje is indrukwekkend voor beide partijen. Ik weet dat de kinderen met wie ik op stap ben geweest, nog weken over deze dag napraten.’ Wanneer dóe jij dit allemaal? ‘Inderdaad. Gewoon dóen. Met relatief weinig tijd en inzet kun je zoveel bereiken. Ik hoor soms van medewerkers dat ze ook wel “iets” willen doen maar dat ze niet weten waar ze moeten beginnen. Daar ligt voor een deel een taak voor de afdeling Sustainability, maar het is voor iedereen ook gewoon een kwestie van doen. Ik heb laatst met een groep van vijftien man op één zaterdag een huis opgeknapt waar kinderen van gescheiden ouders even op adem kunnen komen. Na afloop hoor ik die hele groep zeggen hoe leuk het is, en vooral hoe makkelijk. Je moet het gewoon een keer gedaan hebben.’
‘Ik heb de afgelopen twee jaar gemerkt hoe wijd en diep ABN AMRO vertakt zit in de maatschappij. Dankzij de perikelen van de afgelopen twee jaar zijn wij ons nu nog meer bewust van de manier waarop we opereren in die maatschappij.’
Wat voor taak ligt er voor Sustainability? ‘Sustainability, in het bijzonder Maatschappelijke Betrokkenheid, heeft heel goed werk gedaan de afgelopen vijf jaar. De belangrijkste taak van deze afdeling is communicatie, mensen op weg helpen. Als je mensen een steuntje in de rug geeft, zijn ze meer geneigd iets te ondernemen. Hoe meer je faciliteert, hoe groter je bereik is.’ Dus: uitbreiding en intensivering van de maatschappelijke betrokkenheid? ‘Het is nu de vraag hoe onze bank zich gaat positioneren in de Nederlandse markt. Daar hoort onze maatschappelijke rol ook bij. We moeten zeker niet stoppen met waar we mee bezig zijn. Juist nu moeten we doorgaan. Mensen vinden hoe langer hoe meer twee dingen belangrijk: flexibiliteit en zingeving. We willen ons eigen leven zelf inrichten èn het moet ergens over gaan. Er komt een generatie aan
voor wie diversity geen enkel issue is en die niet spreekt over allochtonen en autochtonen maar over Fatima en Bob. Daarbij heb ik de afgelopen twee jaar gemerkt hoe wijd en diep ABN AMRO vertakt zit in de maatschappij. Dankzij de perikelen van de afgelopen twee jaar zijn wij ons nu nog meer bewust van de manier waarop we opereren in de maatschappij. Onze mede werkers zijn meer dan ooit bezig geweest met klanten en hun netwerk. De voorbeeldrol van ABN AMRO is alleen maar duidelijker geworden. We hebben de kennis, een enthousiast leger aan medewerkers, de middelen en de logistieke mogelijkheden. Lees dit boek er maar op na. We hebben al zoveel mooie dingen gedaan. Onze maatschappelijke inzet zie ik de komende vijf jaar intenser worden, ja.’ 5
Coaching Calvijn 2003 t/m 2008
265 vrijwilligers 280
kinderen (soms 1 coach op 2 kinderen)
Coaching Calvijn met juniorcollege
‘Als je een droom hebt, moet je niet opgeven’
Michel Moraid de Almeida, Accountmanager International Clients
6
7
Coaching Calvijn met juniorcollege
Coaching Calvijn college De school: ‘Bij veel leerlingen leeft het idee “ik word toch niks meer”. De coaching door ABN AMRO medewerkers helpt die houding te veranderen.’
Hans Laan, teamleider Brede School, Calvijn met Junior college, Amsterdam ‘Onze leerlingen zitten op het vmbo in de laagste niveaus en dat weten ze. Van de toekomst hebben velen heel onrealistische verwachtingen: of ze worden dokter of ze gaan de criminaliteit in. Bij veel leerlingen leeft het idee “ik word toch niks meer”. De coaching door ABN AMRO medewerkers helpt om die houding te veranderen. De kinderen staan eens rustig stil bij wat ze later kunnen en willen doen. De coach brengt het gesprek op gang over het bereiken van een bepaald beroep: wat kan wel, wat niet. En hoe dan? Thuis vindt dat gesprek vaak niet plaats omdat er weinig aandacht voor het onderwerp is. Zonder de c oaching zouden meer kinderen in het derde leerjaar op de verkeerde plek zitten. En het is niet alleen dat. Er gebeuren nog zoveel andere dingen. De leerlingen leren een andere wereld kennen. Ze moeten zich gedragen. Ze hebben geen steun aan vriendjes of vriendinnetjes, de coaching is een-op-een. Dat is eng in het begin. Maar ze vinden het zo leuk. De coaches regelen van alles: een bezoek aan een garage of een kapper. Ooit heeft een coach een vlucht met een vliegtuig geregeld. Als de coach een keer moet afbellen, is de teleurstelling groot.’ 8
Michel Morais de Almeida (r.): ‘Officieel mag ik maar één keer per jaar coachen omdat mijn vrijwilli gersverlof daarmee op is, maar de laatste keer heb ik vier vrije dagen gespaard om toch nog een keer mee te kunnen doen.’
ABN AMRO medewerkers coa chen leerlingen van het Calvijn met Juniorcollege in Sloter vaart, Amsterdam, sinds 2002/2003. Dit project sluit naadloos aan bij het overkoe pelende thema van ABN AMRO ’s vrijwilligerswerk: Jeugd, talent en achterstand. Alle leerlingen in het tweede leerjaar van het vmbobasison derwijs krijgen een coach aan gewezen. Juist in dit jaar is de coaching belangrijk: aan het eind van het tweede jaar moe ten de leerlingen een keuze maken voor een onderwijspro fiel. De coaching bestaat uit vijf middagen en start met een beroepentest. De leerlingen gaan vervolgens mee naar de werkplek van de coach, gaan een middag op ‘snuffelstage’ bij het beroep van hun keuze, maken een verslag van de mid dag en leren dat verslag te presenteren. Top drie beroepskeuze jongens
1 ICT 2 Automonteur 3 Beveilliger Top drie beroepskeuze meiden
1 Kinderdag verblijf 2 Uiterlijk verzorging. (kapper, schoonheidspecialiste) 3 Administratieve mede werkster
9
Coaching Calvijn met juniorcollege
Michel Morais de Almeida, al jaren coach op het Calvijn met Juniorcollege, Amsterdam ‘Ik noem dit mijn kleine-broertje-project. Ik heb een broertje van acht jaar jonger dat ik min of meer zelf heb opgevoed. Ik herken veel in de jongens die ik begeleid. Daarom vind ik dit zo leuk om te doen. Ik vertel de leerlingen veel over mijzelf, mijn eigen ouders, vrienden die bepaalde keuzes hebben gemaakt en daardoor verkeerd terecht zijn gekomen. We praten niet alleen over studies maar ook over roken. Officieel mag ik maar één keer per jaar coachen omdat mijn vrijwilligersverlof daarmee op is, maar de laatste keer heb ik vier vrije dagen gespaard om toch nog een keer mee te kunnen doen. Ik wil heel graag iets doen waar de bank geen geld aan verdient. Ik maak mooie dingen mee. Een van de leerlingen, een Marokkaans meisje, vertelde dat ze graag de bankwereld in wilde. Volgens haar moeder was dat onmogelijk omdat ze een hoofddoek droeg. Ze was verbaasd toen ik zei dat dat onzin was. Ik zei haar: ik denk nu aan appel. Hoe denk jij dat die appel eruit ziet en smaakt? Rood, zoet, zei ze. Nee, zei ik, mijn appel is groen en zuur. Ik heb haar geprobeerd uit te leggen dat ze moet uitvinden hoe haar appel eruit ziet en dat ze niet moet opgeven omdat iemand zegt dat het zus-en-zo is. Dat als je een droom hebt, je niet moet opgeven. Het verhaal van die appel vergeet ze nooit meer, zei ze achteraf.’ 10
De coach: ‘Ik wil heel graag iets doen waar de bank geen geld aan verdient.’
Alternatief coachings- programma
Dansproject LEF Sinds 2003 begeleiden en coachen medewerkers van de lijn Cliëntenservice van het Customer Contact Center Nijmegen, kinderen bij de voorbereiding voor en het opvoeren van een dans musical. Het CCC werkt hier voor samen met De Linden berg, Huis voor de Kunsten in Nijmegen. Dit dansproject heet LEF. De kinderen die meedoen komen thuis niet of nauwelijks met kunst en cul tuur in aanraking. Ook in 2009 gaat LEF door. Dit jaar is gekozen voor de voorstelling ‘De kleren van de keizer’. Wil je meer weten over het project, neem dan contact op met collega Esther Boonstra.
11
leeshulp
‘Ze geven je hoofdpijn èn een heel goede dag’ Andre Westerveld, redacteur Bankbreed
12
Leeshulp 2003 t/m 2008
586 vrijwilligers 375 kinderen
5250
gelezen AVI boekjes
13
Leeshulp
De directeur: ‘Medewerkers van bedrijven als ABN AMRO zijn het in mijn ogen verplicht zich goed te realiseren in welke wijk ze werken.’ Bart Jan Commissaris, directeur levensbeschouwe lijke basisschool De Polsstok in Amsterdam Zuidoost ‘’s Morgens vroeg spuugt de metro op het station Amsterdam Bijlmer ArenA twee mens typen uit: forenzen en de plaatselijke bevolking. De forenzen, “de mantelpakken en stropdassen”, lopen naar rechts, richting ABN AMRO, en de bewoners verdwijnen in het grijs van de flats. Twee verschillende werelden die elkaar tegenkomen op straat maar elkaar niet ontmoeten. Ik vind dat erg jammer. In een samenleving dien je elkaar te ontmoeten, weten wie de ander is. Je kunt onwetend heel oud worden, maar voor een sterke samenleving is contact heel belangrijk. Dit leeshulpproject zorgt voor dat contact. Onze leerlingen hebben een normaal potentieel maar hebben minder kansen in hun omgeving. 14
Het is voor hen van groot belang in contact te komen met mensen die kansen hebben gekregen en gegrepen. We leren door te kopiëren, zeg ik altijd. Als we onze kinderen niet in staat stellen te kopiëren, als we hen in de zijlijn laten meedoen, dan weet ik niet wat er gebeurt. Er ontstaat dan in ieder geval een sub-maatschappij. Medewerkers van bedrijven als ABN AMRO zijn het in mijn ogen verplicht zich goed te realiseren in welke wijk ze werken. Je moet weten waar je onderdeel van uitmaakt. Nu weet het groepje ABN AMRO medewerkers dat je prima kunt praten met de “streetwise” kinderen uit de wijk die ze in hun lunchpauze tegenkomen, en andersom ook natuurlijk. Alle leerlingen van groep 4 krijgen twee keer per week leeshulp. Ze leren technisch lezen, ze leren de letters met de bijbehorende klanken in een hoog tempo te reproduceren. Begrijpend lezen is een ander verhaal. Maar het technisch lezen moet je voor je tiende onder de knie hebben, anders wordt verder leren echt lastig. Een achterstand haal je na je tiende heel moeilijk weer in. Sinds we met het project zijn gestart, acht jaar geleden, is het leesniveau van de leerlingen in de groepen vier en hoger met tien tot vijftien procent gestegen. De didactiek van het taalonderwijs ontwikkelt zich ook steeds meer, maar het leeshulpproject heeft ook zeker aan die stijging bijgedragen.’
André Westerveld bij ‘zijn’ leerlingen op De Polsstok: ‘Wanneer ik slechts één kind heb besmet met het leesvirus, is het project wat mij betreft al geslaagd.’
Leeshulp
Op drie scholen in Amsterdam Zuidoost komen twee keer per week leeshulpen. In groepjes van vier leren de kinderen ‘technisch lezen’. De leeshulp let op uitspraak en leestekens en licht moeilijke woorden toe. Kinderen die van de basis school afkomen met een leesen taalachterstand, lopen die achterstand op de middelbare school vaak niet meer in. Om die reden doen de kinde ren vaak een lager niveau opleiding dan ze hadden gekund als ze geen taalachter stand hadden. De leeshulp helpt een taalachterstand te voorkomen.
15
Leeshulp
De leeshulp: ‘Ik vind lezen heerlijk. Daarom wilde ik leeshulp worden.’
André Westerveld, redacteur Bankbreed
Andere educatieve programma’s
De Koppeling
De Koppeling is een school voor speciaal basisonderwijs in Rotterdam. Collega’s ondersteunden de kinderen met een taal- en leerachterstand. Van 2005 tot en met 2008 gingen jaarlijks zo’n 40 collega’s uit Rotterdam met de kinderen op pad. In groepjes van vier maakten ze uitstapjes omtrent woordenschatthema’s. Als op school ‘Keuken’ centraal stond, bakten ze met leerlingen koekjes in het kantoor aan de Coolsingel.
Workshops internetbankieren
Senioren hebben soms moeite met moderne technieken, zoals het omgaan met een pc en met internet. ABN AMRO (afdelingen Sustainability en Interne Communicatie Nederland) en de biblio theken organiseren daarom samen workshops voor senioren. De workshop vindt plaats in de bibliotheek en wordt telkens gegeven door twee bankvrijwilligers: één actieve medewerker en één gepen sioneerde medewerker. Afgelopen jaren zijn ruim 80 (oud)collega’s als begeleider actief geweest. Ook in 2009 worden de workshops gegeven. Op Banknetnieuws vind je tezijnertijd meer informatie.
16
‘Een boek lezen is voor mij letterlijk een tweede wereld betreden. Ik vind lezen heerlijk. Daarom wilde ik leeshulp worden. Wanneer ik slechts één kind heb besmet met het leesvirus, is het project wat mij betreft al geslaagd. Een groot aantal kinderen op De Polsstok heeft niet zozeer een lees achterstand, maar een concentratieprobleem. Leeshulp zijn betekent ook daar mee omgaan. Ze willen ieder moment naar de wc, ze zijn druk. De meeste kinderen op De Polsstok zijn een stuk gecompliceerder dan de gemiddelde scholier in Nederland maar als je hoort dat een kind geen verjaardagscadeau heeft gekregen omdat de ouders er niet aan hebben gedacht, dan snap ik dat wel. Ze verheugen zich enorm op onze komst. Het komt voor dat een leerling met zijn hoofd op mijn schouder meeleest. Een andere leerling springt na
afloop altijd op m’n rug. Ze geven je hoofdpijn èn een heel goede dag. Ik wil hen het gevoel geven dat lezen leuk is. Dat half uurtje wil ik dus ook zo leuk mogelijk maken. Om de concentratie te bevorderen doe ik spelletjes: om de beurt twee zinnen foutloos lezen en als je niet weet waar we zijn gebleven, word je overgeslagen. Dan gaan ze opeens heel alert rechtop zitten, haha! Ik ben nog de enige leeshulp van de eerste lichting. Al jaren wacht ik wekelijks op het busje dat mij en mijn collega-leeshulpen ophaalt bij de bank en naar school brengt. Een oud volkswagenbusje, een man met keppel en baard achter het stuur. Elke week denk ik weer: dat ’ie het nog doet!’ 17
De Uitdaging sinds 2007 t/m 2008
75 vrijwilligers
300 kinderen/ sociale dromen
18
Eind 2008 hebben zich 105 collega’s aangemeld om in februari 2009 als coach van De Uitda ging aan de slag te gaan.
Oranje Fonds Groeiprogramma en De Uitdaging
‘De Uitdaging gaf me kippenvel’ een leerling
19
Oranje Fonds Groeiprogramma en De Uitdaging
John van den Wildenberg, oprichter van De Uitdaging, en Maurits Bouwdijk Bastiaanse, regiodirecteur Risk Management Zuid, kwamen elkaar, bij toeval, op twee verschillende plekken tegen. De eerste keer is bij een bijeenkomst van de Ronde Tafel van ‘sHertogenbosch. Maurits, lid van de Ronde Tafel, luisterde naar een gastlezing van John, die enthousiast vertelde over het schoolproject waarmee hij de Nationale Onderwijsprijs had gewonnen: De Uitdaging. Maurits raakt direct geïnspireerd. Niet verwonderlijk. Als John eenmaal op zijn praatstoel zit, kan hij ‘iedereen’ enthousiast krijgen. Maurits: ‘De man heeft een visie. Hij kan een vonk overbrengen’. Maurits besluit het project van John bij ABN AMRO te introduceren. Sindsdien werken medewerkers van ABN AMRO als coach voor De Uitdaging. Enige tijd later komt John in contact met het Oranje Fonds Groeiprogramma, een programma dat maatschappelijk betrokken ondernemers in staat stelt hun lokale project landelijk uit te breiden. De ondernemers worden geholpen door ervaren zakenmensen uit het bedrijfsleven. Maurits was een van die zakenmensen. Natuurlijk werd hij de coach van John. Maurits stond immers dubbel en dwars achter De Uitdaging.
John van den Wilgenberg, oprichter van
De Uitdaging
‘Ik was laatst op een school in Maastricht, waar ze een jaar geleden De Uitdaging hebben uitgevoerd. De leerkracht zei me dat de klas zo is vooruitgegaan. De kinderen waren volgens hem echt in sociaal opzicht veranderd. De leerlingen noemden De Uitdaging nog steeds “de mooiste dagen van mijn leven”. Waarom? vroeg ik hen. “Omdat er zoveel tijd en aandacht voor ons was. De mensen van de bank stelden ons heel veel vragen en luisterden echt naar ons.” Een jongen vertelde dat hij kippenvel had gekregen van De 20
De ondernemer: ‘Kinderen noemden De U itdaging nog steeds “de mooiste dagen van mijn leven”. Waarom? vroeg ik hen. “Omdat er zoveel tijd en aandacht voor ons was”.’
Uitdaging. Wanneer dan precies, vroeg ik hem. Ga eens terug naar dat moment. “We hadden een dagje uit geregeld voor uit huis geplaatste kinderen”, vertelde hij. “In de speeltuin stond ik onderaan de glijbaan en zag die kinderen schreeuwend van blijdschap bovenaan staan. Toen dacht ik: die kinderen zijn hier omdat ik dit heb geregeld. Dat gaf me kippenvel.” Geloof me, zo’n verhaal doet ook iets met de coaches. Het mes snijdt aan zoveel kanten. De Uitdaging heb ik ontwikkeld toen ik nog op een basisschool werkte. Ik merkte dat kinderen hele mooie, maatschappelijk betrokken dromen hebben, maar dat ze niet weten hoe ze die kunnen uitvoeren. Zonder
Leerlingen wassen auto’s. Ze willen geld verdienen om middelen voor de school te kopen.
hulp van volwassenen kunnen die dromen helemaal niet uitkomen. De Uitdaging wil kinderen met een ‘sociale droom’ verder helpen. Het effect van dit project is enorm. Kinderen krijgen de ervaring dat de wereld om hen heen (deels) maakbaar is. Ze leren dat ze dingen voor elkaar kunnen krijgen, ook bij volwassenen. Ik noem dat kam pioenservaringen. Die zijn heel waardevol voor de rest van hun leven. De mix met het bedrijfsleven vind ik ook zo bijzonder. Dat is een hele belangrijke stap geweest. Met ABN AMRO komt er een compleet andere energie naar binnen. Maurits begeleidt mij bij de landelijke uitrol van De Uitdaging. Ik maak dankbaar gebruik van zijn netwerk. Vraag hem hoe ik een gesprek met een eventuele investeerder moet aanpakken. Maurits wijst me erop dat ik meer op de lange termijn moet denken. Met een investering voor een jaar ben ik er nog niet. Inderdaad. De Uitdaging gaat nog jaren door.’ www.deuitdaging.info
21
Oranje Fonds Groeiprogramma en De Uitdaging
John van den Wilgenberg (l.) met coach Maurits Bouwdijk Bastiaanse. Maurits: ‘John heeft mij er direct van overtuigd dat De Uitdaging een project was waar ABN AMRO iets mee moest doen.’
De coach: ‘Deze kinderen overkomt het leven een beetje.’
Maurits Bouwdijk Bastiaanse, regiodirecteur Risk Management Zuid
Alternatief coachingsprogramma
ICT KidZZ
De ICT KidZZ Academy is een mentorproject dat kinderen in groep acht van de basisschool en in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs een steuntje in de rug geeft. Twee uur per week, twee jaar lang, worden jongeren in kleine groep jes opgevangen bij een bedrijf. Onder begelei ding van een coach gaan de jongeren aan de slag met simpele ICT-vaardigheden en -toepassingen. Doel van de ICT KidZZ Academy is het voorko men van schooluitval in het eerste en tweede schooljaar van het voortgezet onderwijs. ICT is de kapstok, maar het belangrijkste is dat de coaches een vertrouwensrelatie opbouwen met de kinde ren en als rolmodel fungeren. Het project is gestart in 2008 en loopt door in 2009. Voor meer informatie kun je contact opnemen met de afdeling Sustainability.
22
‘Af en toe is John echt iets te enthousiast. Hij heeft zoveel ideeën. Hij is zo creatief. Die creativiteit heeft ‘m veel gebracht. Hij heeft mij er in ieder geval direct van overtuigd dat De Uitdaging een project was waar we iets mee moesten, terwijl de plannen voor De Uitdaging toen nog in de kinderschoenen stond. Ik zag dat dit project meerdere doelen diende. De kinderen die aan De Uitdaging mogen meedoen, zitten in groep zeven en acht van basisscholen in vaak wat mindere wijken. De kinderen overkomt het leven een beetje. De Uitdaging geeft hen de ervaring dat ze invloed hebben op hun eigen leven. Dat ze dingen kunnen veranderen door bijvoorbeeld de telefoon te pakken. Door maatschappelijke dromen ontwikkelen ze ook nog eens oog en oor voor de medemens. De ABN AMRO medewerker die tot Uitdaging-coach wordt opgeleid, leert op een andere manier naar mensen kijken. Die vaardigheid kun je ook in klantgesprekken en gesprekken met collega’s gebruiken. En het valt me op dat medewerkers die de kans grijpen iets voor de bank te doen, meer plezier hebben in hun dagelijks werk. De trots op hun werkgever groeit. Als je tussen de kinderen zit, joh, dat is zo vermakelijk. Ik hoorde de plannen van een groepje leerlingen: hun eerste droom was geen oorlog en geen wapens meer. Vrede voor iedereen. Tja. Samen met de
de coach hebben ze een meer uitvoerbaar plan bedacht. Een ander groepje wilde het leven van demente bejaarden leuker maken. Na ideeën over een hond of breedbeeld TV voor al deze mensen heeft het groepje uiteindelijk besloten een gezellige dag te organi seren voor demente bejaarden. Eén van de deelnemers, Rachid, belde naar een bejaardenhuis en vraagt de directeur: “Hoeveel gekken heeft u?” Die directeur was de moeilijkste niet. Hij vertelde dat hij er wel 300 had en dat ze van harte welkom waren. De kinderen denken dat hun droom buiten hun macht ligt, en dan komen ze erachter dat ze dingen toch kunnen realiseren. Het is een kwestie van gewoon doen. Als een kind deze kampioenservaring heeft gehad smaakt dit naar meer en kan het de toekomst van dit kind wezenlijk beïnvloeden.’ 23
Kids in Bizz 2006 t/m 2008
248 vrijwilligers
€78.191 omzet
4960 kinderen
Dit bedrag is namens de scholen geschonken aan verschillende goede doelen.
24
kids in bizz
‘Van dit project word ik zo blij’
Ruud Gommers, ddz Tilburg
25
Kids in Bizz
De stichting: ‘Dit is dé manier om jongeren enthousiast te maken voor het ondernemerschap.’
Henk Vink, directeur Stichting Jong Ondernemen
‘Dit project is dé manier om jongeren enthou siast te maken voor het ondernemerschap. Nederlands ondernemerschap blijft achter bij dat van de rest van Europa en dat van de Verenigde Staten. Stichting Jong Ondernemen, waar Kids in Bizz onderdeel van is, wil dit veranderen. ABN AMRO is mede-oprichter van de stichting, sinds drie jaar is de bank middels financiering en vrijwilligers betrokken bij Kids in Bizz. Daar zijn we erg blij mee want wij willen dit programma laagdrempelig aan de scholen aanbieden. Als het ze geld kost, is de animo mee te doen minder groot. Toen we startten met Kids in Bizz, gaf ik de e erste proefles zelf. Je moet toch weten wat je bij anderen neerlegt. Ik zag wat het de kinderen deed: zelf inkopen doen, werken met echt geld, met echte klanten, een eigen website maken, in het winkelcentrum een eigen kraampje regelen. Achteraf horen we niets anders dan: “wat cool” en “het was te kort”.’ 26
Kids in Bizz
Soms komen ze vanzelf boven, maar vaak helpt een steuntje in de rug om te ontdekken waar je talenten liggen. Dat geldt ook voor ondernemend gedrag. Niet iedereen is een Bill Gates, maar heel veel mensen hebben wel ondernemerskwaliteiten. Kids in Bizz helpt die kwaliteiten al jong te herkennen en te ontwikkelen. Met als uiteindelijke doel te erva ren dat ondernemend gedrag leuk is, dat je er zelf beter van wordt en dat het een perfecte springplank is voor je onder nemende carrière. De kinderen doen marktonderzoek, kopen zelf Fair Trade spullen in en zorgen zelf voor een goede omzet. De winst gaat naar een goed doel dat de leerlingen zelf uitkiezen.
27
Kids in Bizz
De begeleider: ‘Toen ik De Prooi las, schrok ik: ben ik er daar ook een van? Nu ik dit project doe, merk ik dat het vrijwilligerswerk een kans is om op een subtiele manier weer positief over ABN AMRO te praten.’
Overige ondernemersprojecten
Summerschool
De Summerschool Onder nemerschap is een samen werkingsverband tussen ABN AMRO en het hoger onderwijs. In 2006 voor de eerste keer georganiseerd samen met de VU Amsterdam en inmiddels uitgegroeid tot een evenement waar veertien onderwijsinstellingen aan mee werken. Doel is het stimuleren van ondernemerschap bij hoogopgeleide jongeren. De studenten werken op de eigen locatie hun businessideeën uit tot een succesvol business plan, daarbij intensief begeleid door de onderwijsinstellingen, ABN AMRO en andere profes sionals. Ook in 2009 wordt weer een Summerschool georganiseerd. De afdeling Sustainability heeft meer infor matie.
Spark*
Samen met de Jeugdraad, de landelijke koepel van jonge renorganisaties, coachten in 2007 zo’n 50 medewerkers van ABN AMRO jonge startende ondernemers bij het opzetten van een bedrijf. Ze hielpen hen bij het schrijven van een goed en realistisch bedrijfsplan. Ook marketing en PR kwamen in workshops aan bod. De winnaar won EUR 5000 om in de eigen onderneming te investeren.
28
Ruud Gom mers: ‘Als ik weet dat ik de volgende dag weer een Kids in Bizzles geef, denk ik: nou, kom op, nog even een paar uur buffelen. Morgen gaan we weer echt wat leuks doen.’
Ruud Gommers, districtsdirecteur Zaken
Tilburg
‘Als ik terugrij na zo’n Kids in Bizz-les, denk ik: het leven is echt geweldig. Van dit project word ik zo blij. Als ik daarna een klantgesprek heb, is die positieve energie er nog steeds. Ik ben altijd trots geweest op ABN AMRO. Ik vond het een prachtig bedrijf. Toen ik De Prooi las, schrok ik: ben ik er daar ook een van? Nu ik dit project doe, merk ik dat het vrijwilligerswerk een kans is om op een subtiele manier weer positief over ABN AMRO te praten. Dat bij-effect schoot even door mijn hoofd voordat ik met Kids in Bizz begon, maar in de praktijk blijkt dat effect vele malen groter dan ik dacht. Mijn gevoel van trots groeit er door. Ik vond dit direct een gaaf initiatief. Ik heb zelf kinderen in de basisschool leeftijd, heb er plezier in kinderen wat bij te brengen. En dingen die je in het hart raken, maken je werk leuk. In mijn dagelijks werk zit ik achter een beeldscherm. Moet ik ervoor zorgen dat kosten dalen en verkopen stijgen. Dat moet inderdaad allemaal, maar de wereld wordt er nou niet direct beter van. Als ik weet dat ik de dag erna weer een Kids in Bizz-les geef, denk ik: nou, kom op, nog even een paar uur buffelen. Morgen gaan we weer echt wat leuks doen. Ik ben nu eenmaal een people manager. Ik wil mensen verder helpen. Die kinderen leren veel.
Het gaat echt ergens over. Ze moeten marktonderzoek doen om erachter te komen welk product het meeste oplevert, ze leren in rollenspellen hoe ze moeten verkopen, ze moeten met elkaar overleggen naar welk goed doel hun winst gaat. Vorig jaar hebben we een deel van Kids in Bizz voor de zomervakantie gedaan en een deel erna. Het eerste dat de kinderen vroegen toen ze na de zomer weer op school kwamen was: wanneer beginnen we weer met Kids in Bizz? Mij kost het betrekkelijk weinig tijd. Ik lees me in, bereid me voor en ga vijf keer naar de school. Een school waar ik normaliter niet snel zou komen. Veel laag-opgeleiden, veel allochtonen. Ik ken die wereld nauwelijks, maar het is wel de maatschappij.’
29
Ster van Noord 2002 t/m 2008
360 vrijwilligers
Vrijwilligers project van het jaar in
2005!
1670 kinderen
90 workshops
30
Ster van Noord
‘Elk seizoen staan er weer 240 kinderen te trappelen’ Herbert Bos, business analist
31
Ster van Noord
‘Hoewel er veel relatief kans arme kinderen op Ster van Noord afko men, loopt iedereen er warm voor.’
32
Maarten Okx, coördina tor activiteiten en projecten stichting Speeltuinen in Noord (SPIN) ‘Wij beperken ons niet tot het hek van de speeltuin. We organiseren activiteiten die gericht zijn op leefbaarheid en integratie en hebben veel aandacht voor talentontwikkeling. Kinderen hebben zoveel talent, maar ze moeten wel de kans krijgen het te ontwikkelen. In Amsterdam-Noord is de groep kansarme kinderen relatief groot. Juist voor hen maken we Ster van Noord zo toegankelijk mogelijk. Dit project is na zeven jaar echt een begrip geworden. De kinderen weten nu dat ze in het voor- en najaar op drie woensdagmiddagen van alles kunnen doen aan sport en creativiteit. De laatste woensdag is de slotdag en komt een jury beoordelen wat de kinderen hebben gemaakt of gedaan. De winnaar mag een jaar lang lid worden van een club naar zijn keuze. Dat winelement is in het begin belangrijk, dat trekt ze over de streep. Maar zodra de clubjes zijn gevormd, verdwijnt die competitie naar de achtergrond. In de groepjes zitten kinderen van verschillende scholen bij elkaar, dat is altijd spannend. Er is een docent en een begeleider van ABN AMRO. Die laatste is heel belangrijk voor het creëren van de sfeer. Die heeft alle ruimte om aandacht te geven aan de kinderen en sociale verbindingen te
Stichting SPIN: ‘Een jongen won het lidmaatschap van de fietsclub. Hij is vanaf dat moment serieus gaan fietsen. Laatst kwam ’ie in sponsortenue op school’.
leggen. De sfeer is eigenlijk altijd goed. De kinderen reageren op een heel leuke manier op elkaars prestaties. Hoewel er veel relatief kansarme kinderen op Ster van Noord afkomen, loopt iedereen er warm voor. Ook de kinderen uit de middenklasse van de Nieuwendammerdijk. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, mixen zij met de andere kinderen. Dat maakt de sfeer ook zo bijzonder. Ik vind de prijs, een jaar lidmaatschap of een zelf-doe-pakket betaald door ABN AMRO, echt fantastisch. Daarmee geef je kinderen echt een kans. Na zo’n jaar is het vaak nog maar kijken of de kinderen door kunnen gaan. Een euro kunnen mensen, vooral in deze buurt, maar één keer uitgeven, maar daar is vaak wel een oplossing voor te vinden. Een van de kinderen won een paar jaar geleden het lidmaatschap van de fietsclub. Hij is vanaf dat moment serieus gaan fi etsen. Laatst kwam ’ie in sponsortenue op school. Hij was overal al geweest. Deze jongen is echt goed op weg professioneel fietser te worden. Typisch voorbeeld van iemand die een kans heeft gekregen en gegrepen en daarmee zijn talent heeft ontdekt en ontwikkeld.’ 33
Ster van Noord
De vrijwilliger: ‘Ik had niet veel ervaring met de begeleiding van kinderen, werd meegesleept door collega’s. Maar ik heb sinds het allereerste begin geen jaar meer gemist.’
Ster van Noord
Dit project bestaat al vanaf het moment dat het vrijwilligers werk een beetje begon te leven binnen ABN AMRO. De nadruk die zowel stichting SPIN als ABN AMRO legt op talentontwikkeling, maakt de twee partijen goede partners. Van alles kunnen de kinderen doen: graffiti, theatersport, streetdance, schilderen. Er is begonnen met zes actviteiten, het aanbod is inmiddels uitge breid tot 17. De finaledag wordt serieus aangepakt met een jury waarin een vertegen woordiger van ABN AMRO zit en een wethouder van Amsterdam. De kunstwerken van de kinderen zijn een keer tentoongesteld in het voor malige bankkantoor aan de Amsterdamse Vijzelstraat en in het stadskantoor Amsterdam Noord.
34
Herbert Bos, business
analist
‘Er doen nu zo’n 37 scholen mee. Elk seizoen staan er weer 240 kinderen te trappelen. Ze vinden het allemaal zo gewéldig. Dat vind ik prachtig om te zien. Ik had niet veel ervaring met de begeleiding van kinderen, werd meegesleept door collega’s. Maar ik heb sinds het allereerste begin geen jaar meer gemist. De reactie van de kinderen, van de (groot)ouders op wat ze hebben gemaakt: dat is zo mooi. Na zo’n woensdagmiddag ben je gevloerd, het kost veel energie. Je staat de hele dag op je benen, bent continu kleine probleempjes aan het oplossen. Maar het is ontzettend leuk. Volgende week zitten we weer met stichting SPIN om de tafel om een en ander voor volgend seizoen te regelen. We merken wel dat het steeds moeilijker is om voldoende begeleiders vanuit de bank te krijgen, terwijl het aantal k inderen dat mee wil doen, stijgt. Maar zonder die helpende handjes redden we het niet. Zoveel tijd hoeft het niet te kosten. Je kunt als vrijwilliger één, twee of drie woensdagmiddagen meedoen. Dat kost je vier uur per keer. Dat is te overzien.’
Herbert Bos: 'Na zo'n woensdag middag ben je gevloerd, het kost veel energie. Maar het is zo leuk.'
Andere programma’s waarbij het ontwikkelen van talent centraal staat
Voetbalkamp
Collega Gerard van Zalinge organiseert sinds 2006 iedere zomervakantie een voetbal kamp voor zo’n 44 pubers van 15 tot 19 jaar. Allemaal jongens van de straat en van verschillende nationaliteiten. De cultuurbarrières door breken is elk jaar weer lastig, maar na vijf dagen kamp vormen de jongens ook elk jaar weer een hechte groep. Die band blijft na het kamp bestaan. Ze zoeken elkaar, begeleid, op het voetbalveld op. Dit jaar gaat Gerard weer. Meer weten? Bel of mail hem.
Timmerdorp
Elk jaar organiseert de scouting in Maarssen het Timmerdorp. Hier kunnen kinderen van zeven tot twaalf hutten bouwen met hout en spijkers. Sinds 2007 is collega Bas Verwaaijen als begeleider bij het project betrokken. De kinderen leren in het timmer dorp onder andere om met elkaar samen te werken. Wil je deze zomer meehelpen met timmeren? Neem dan contact op met Bas.
35
KidsRights
kidsrights (vanaf 2006)
‘Twee giebelende pubers. Maar ondertussen...’ Corrina Schoordijk, medewerker Sustainability
36
1116 vrijwilligers 18.809
donateurs
E1.277.192 opbrengst
37
KidsRights
Nobelvredesprijswinnaar Desmond Tutu reikte op 4 december 2008 in de Ridderzaal de Kindervredes prijs uit aan de Braziliaanse Mayra Avellar Neves.
De stichting: ‘ABN AMRO gaf autoriteit aan ons idee. Mede daardoor nam de Kindervredesprijs een hoge vlucht.’
Marc Dullaert, geestelijk vader en voor zitter van KidsRights
KidsRights
KidsRights is in 2005 opgericht door de Nederlan der Marc Dullaert. KidsRights reikt jaarlijks de Kin dervredesprijs uit, zogezegd een ‘Nobelprijs voor de Vrede’ voor kinderen. De eerste uitreiking vond plaats in het Capitool in Rome, sinds 2006 wordt de prijs in de Ridderzaal in Den Haag uitgereikt. De winnaars tot nu toe: Nkosie Johnson (postuum) uit Zuid-Afrika voor zijn strijd voor de rechten van kinderen met HIV/Aids, Om Prakash Gurjar uit India voor zijn strijd tegen kinderarbeid, Thandiwe Chama uit Zambia voor haar strijd voor goed onderwijs en Marya Avellar Neves uit Brazilië voor haar inzet tegen het extreme geweld in de slop penwijken van Rio de Janeiro, dat jaarlijks aan dui zenden kinderen het leven kost. KidsRights organi seert ook wereldwijd kleinschalige hulpprojecten
38
voor de meest kwetsbare kinderen. Die projecten financieren ze middels donateurs, gala’s en de ver koop van een eigen product: de knuffel Zep. Deze worden gemaakt door bewoners van de townships van Johannesburg die nauwelijks zicht hebben op een baan omdat ze besmet zijn met HIV of aids hebben en daarom door de gemeenschap worden verstoten. De winst uit de verkoop van de Zeps wordt geïnvesteerd in de kinderprojecten van Kids Rights. De fabriek The Cuddle Company waar de Zeps worden gemaakt, is mede mogelijk gemaakt door financiële steun van ABN AMRO. Het Kerst sterrencircus waar veel bekende Nederlanders aan meewerken, wordt elk jaar rond Kerst uitgezonden en is de avond waarop de meeste nieuwe dona teurs voor KidsRights zich aanmelden.
‘Medewerkers van ABN AMRO hebben een mentaliteit van mouwen opstropen. Daar hou ik van. We hebben een zakelijk contract met ze, maar ook een contract met het hart. Ze offeren in de kerstvakantie hun vrije avond op, ontvangen urenlang mensen in de Ridderzaal. Vorig jaar werd het Kerststerrencircus uitgezonden op Eerste Kerstdag. De call centers moesten die avond dus ook bemand zijn. Was geen enkel probleem, de vrijwilligers van ABN AMRO namen gewoon hun familie mee. Ik vind het ontroerend om de betrokkenheid op die manier geconcretiseerd te zien. Sowieso voel ik een hele sterke betrokkenheid vanuit de bank. We zijn niet sponsorproject nummer 17. Ik wilde een Nobelprijs voor de Vrede speciaal voor kinderen. Ik hoorde zoveel kleine heldenverhalen van kinderen die zichzelf overstijgen en hele bijzondere dingen doen, ook voor andere kinderen. Die kinderen wilde ik niet alleen lauweren voor hun moedige daden, maar vooral middels hen de rechten waar ze voor strijden, op de agenda en in de spotlights krijgen. Deze kinderen zijn een voorbeeld voor ons allemaal en roepen ook ons op de wereld in beweging te zetten. Daar is de Kindervredesprijs uit geboren. Mijn idee kreeg autoriteit doordat de eerste Kindervredesprijs, in 2005, is uitgereikt door Michael Gorbatsjov, voorzitter van het jaarlijkse topover-
leg tussen de Nobelvredesprijswinnaars. Maar ook ABN AMRO gaf autoriteit. Daardoor neemt zo’n idee, zo’n prijs, een hoge vlucht. We hebben de prijs nu vier keer uitgereikt en hij is niet meer weg te denken uit de maatschappij. Er is zoveel aandacht voor vanuit de media. Ook, en vooral, in de landen waar de winnaars vandaan komen. Dankzij die aandacht gebeurt er echt iets. Om Prakash, de Indiase oud-kindslaaf die strijdt tegen de kinderarbeid in India en in 2006 de Kindervredesprijs won, haalde alle voorpagina’s in zijn land. Daarop heeft de Indiase regering het bestaan van kindslavernij erkend en plannen gemaakt voor een effectieve bestrijding. Gordon Brown, de premier van Groot-Brittanië, was in die tijd als minister van Financiën in India. Hij hoorde en las het verhaal en zegde 200 miljoen pond toe voor onderwijs in India.’ 39
KidsRights
Corrina Schoordijk: ‘KidsRights doet exact wat wij met onze maatschappe lijke betrokken heid beogen.’
Andere programma’s waarbij kinderen een hart onder de riem wordt gestoken
De coördinator: ‘Met gevaar voor eigen leven verbeteren zij de levens omstandigheden van duizenden kinderen.’
Sinterklaas bestaat Corrina Schoordijk,
Sustainability/Maatschappe lijke betrokkenheid
‘Stichting KidsRights valt zo duidelijk binnen ons kader. De focus op kinderen, de focus op meer mogelijk maken voor anderen, de focus op eigen kracht: dat is exact wat wij met onze maatschappelijke betrokkenheid beogen. Het is ons grootste project. En het meest zichtbare. De uitstraling van de Ridderzaal, het Kerststerrencircus: het Journaal besteedt er elk jaar aandacht aan. Maar het is vooral het onderwerp, kinderrechten, dat veel collega’s aanspreekt. In 2008 hadden we binnen een week 350 aanmeldingen. In totaal hebben 500 collega’s op 20 december telefoontjes aangenomen van kijkers die na het zien van het Kerststerrencircus op RTL4 die avond, donateur wilden worden. Daarnaast werkten er nog eens 25 collega’s achter de schermen om alles mogelijk te maken, van techniek tot het verzenden van de brieven naar 40
Hoewel ze het wel zouden wil len, kunnen sommige gezinnen in ons land geen Sinterklaas vieren. Door geldgebrek, problemen thuis of ziekte zit pakjesavond er niet in. Zo’n 25 collega’s hebben in 2008 een dag meegeholpen cadeaus in te pakken en zakken te vullen voor het Sinterklaasfeest van Stichting Sinterklaas. Ook in 2009 willen we weer veel gezinnen blij maken met een goed gevulde zak van Sinterklaas. Hou Banknetnieuws in de gaten voor meer informatie.
Bouw je eigen website In 2005 namen twaalf collega’s van Business Services het initiatief om persoonlijke web sites te bouwen voor en met jonge patiënten van het Emma Kinderziekenhuis. De collega’s wilden graag iets doen op hun vakgebied. Het bleek een goede keus. Om de kinderen, zonodig in bed, bezig te zien met hun eigen website, was prachtig.
de donateurs. De opbrengst van dit jaar: 7.000 nieuwe donateurs die in totaal, op jaarbasis, een half miljoen euro overmaken. Deze stichting wordt alleen maar groter en wij zijn er vanaf het begin bij betrokken. Dat is iets om trots op te zijn want KidsRights is een heel transparante, overzichtelijke stichting die allerlei kleine projecten in derde wereldlanden in eigen beheer uitvoert. KidsRights is een heel helder verhaal. Als coördinator van het project ben ik verantwoordelijk voor de interne organisatie van alle evenementen rondom de Kindervredesprijs. De winnaressen van 2007 en 2008, Thandiwe Chama uit Zambia en Mayra Avellar Neves uit Brazilië, zag ik in december samen in de Amsterdamse metro zitten. Twee giebelende pubers. Maar ondertussen: met gevaar voor eigen leven verbeteren zij de levensomstandigheden van duizenden kinderen.’ 41
5 jaar vrijwilligerswerk in perspectief
5 jaar vrijwilligerswerk in perspectief
jaar vrijwilligerswerk
‘Change is coming’. De dag voor zijn inauguratie was Barack Obama aan het klussen in een tehuis voor dak loze jongeren. Het was 19 januari en Martin Luther King Day. Een dag waarop van oudsher veel vrijwilligerswerk wordt gedaan. Obama onderstreepte dit nog eens. Hij riep mensen op van Martin Luther King Day ‘Community Day’ te maken. De tijd van Me, Myself and I is voorbij. In Nederland mag Make A Difference Day, de grootste vrijwilligersactie van Nederland, zich verheugen in ongekende belangstelling van bekende en niet bekende Nederlanders. Op 20 en 21 maart vindt MADD 2009 plaats en het aantal deelnemers is weer groter dan vorig jaar. Anderen helpen zonder ervoor betaald te worden, begint wereldwijd een belangrijke waarde te worden. Nederland is koploper in Europa. Een op de drie Nederlanders
doet vrijwiliggerswerk. De school, de sportclub, het hospice, het kankerfonds, de wijkkrant: ze leunen en draaien op vrijwilligers. De reden waarom we vrijwilligerswerk doen, is even plat als legitiem: omdat wij er zelf (ook) beter van worden. Iets doen voor een ander voelt goed. Mits ‘die ander’ geen familie of vriend is, in dat geval steekt de morele plicht de kop op. Steun voor familie en vrienden brengt niet zo’n prettig gevoel met zich mee als de onbaatzuchtige en altruïstische inzet voor onbekenden. Maar, vrijwilligerswerk biedt meer dan dat. We leren van het werk en de mensen die we ontmoeten. We worden er rijker door, in mentaal opzicht en wat vaardigheden betreft. Bovendien is vrijwilligerswerk doen een teken van karakter. Geen hang-avonden op de bank, nee, fluiten voor de hockeydames of om de tafel met het schoolbestuur. Daar kun je mee aankomen bij vrienden, collega’s en klanten. Twintgers van nu zijn veel meer bezig met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), duurzaamheid en ‘de ander’ dan voorgaande generaties ooit hebben gedaan. Verbanden van verenigingen en kerken maken plaats voor digitale communities. Sociale netwerken op internet stijgen in aantal en kennen steeds meer deelnemers. We zoeken elkaar (weer) op. Contact is belangrijk mits er voldoende ruimte blijft voor de eigen individualiteit. Een volgende stap is: elkaar opzoeken om samen dingen te doen en dat is precies wat nu gebeurt. Ook bedrijven kunnen er niet meer om heen. MVO, met als belangrijke lokale component Maatschappelijke Betrokken Ondernemen (MBO), ofwel medewerkersvrijwilligerswerk, is de nieuwe norm in het bedrijfsleven. Althans, dat was eind jaren negentig de hoop van velen. Tien jaar later constateert de ene deskundige dat nog maar weinig bedrijven maatschappelijk verantwoord ondernemen en de andere beweert dat bedrijven het zich niet langer kunnen permitteren MVO links te laten liggen. Wat de stand van zaken ten aanzien van dit onderwerp nu precies is, is lastig aan te geven. Dat komt deels door de brede definitie van MVO. Het is een containerbegrip geworden. Misschien biedt een internationale standaard om maatschappelijk verantwoord ondernemen te duiden uitkomst. In 2010 wordt de MVO-norm ‘ISO 260000’ gepubliceerd. En na vijf jaar heeft MVO, eindelijk, een duidelijke plaats gekregen in de code-Tabaksblat, de Nederlandse gedragscode voor beursgenoteerde bedrijven. Maar ‘dat biedt geen garantie dat MVO door bedrijven op een juiste manier wordt geïntegreerd in de bedijfsvoering’, schrijven organisatieadviseurs Wouter Scheepens en Robert Rinnooy Kan in januari 2009 in het Financieele Dagblad.
Dat is jammer. In een crisistijd als dit lijkt MVO belangrijker dan ooit. Scheepens en Rinnooy Kan beweren in het genoemde artikel ook dat de huidige kredietcrisis en de gevolgen ervan, roepen om verantwoord ondernemen. Veel bedrijven hebben het vertrouwen verloren van klanten, aandeelhouders en andere belanghebbenden. Het is cruciaal dat vertrouwen terug te winnen. Zonder vertrouwen is er geen ‘license to operate’. Zonder vertrouwen heeft een onderneming in de ogen van de samen leving geen bestaansrecht en dan is het mis. De enige manier om dat bestaansrecht terug te krijgen, is door aandacht te geven aan de klant, de medewerker en de maatschappelijke context waarin de onderneming opereert. Interactie met meerdere belang hebbenden vraagt om een andere opstelling van bestuurders en dat vraagt weer om tijd. Lucas Meijs, bijzonder hoogleraar vrijwilligerswerk, civil society en ondernemen aan de Rotterdam School of Management, borduurt op dezelfde gedachte voort en wijst erop dat ‘bedrijven, juist in een tijd als deze waarin de financiële sector onder vuur ligt, absoluut niet met vrijwilligerswerk moeten stoppen. Als je zelf in een moeilijke tijd zit, moet je niet de mensen die op jouw steun rekenen, laten vallen. Je moet er zijn en blijven.’ ‘Bovendien’, voegt hij toe, ‘hoop ik niet dat er voor medewerkersvrijwilligerswerk een standaard komt. Zo’n ISO-norm zorgt ervoor dat een bedrijf zich helemaal niet meer kan onderscheiden, terwijl dat vrijwilligerswerk ideaal is om je als bedrijf neer te zetten.’ ABN AMRO is nooit expliciet naar buiten toegetreden met haar vrijwilligersprojecten. Een bedrijf als ABN AMRO dat zich expliciet maatschappelijk verantwoord opstelt, heeft het stempel
‘window-dressing’ snel te pakken en de bank wil haar integriteit niet te grabbel grooien. ABN AMRO realiseert zich goed dat zij niet de enige is die zich inzet voor mens, milieu en maatschappij. Laten we eerlijk zijn: de bank is alles behalve de enige instelling die zich bezighoudt met MVO. Maar ABN AMRO neemt wel haar verantwoordelijkheid. De bank stelt niet alleen de eigen business veilig, maar zorgt ook zo goed als mogelijk voor medewerkers, het milieu en de maatschappij omdat het bedrijf weet dat het niet op zichzelf staat. ‘We werken en leven met elkaar. We investeren graag in de samenleving en in samenwerking’, zei Jan Peter Schmittmann, voormalig CEO van de BU NL, bij de uitreiking van de Kindervredesprijs in de Ridderzaal in december (zie pagina 36). ABN AMRO wil midden in de maatschappij staan. Om die reden past het de bank goed kinderen in achterstandswijken te helpen bij het leren lezen (zie pagina 12), terwijl dat ver af staat van ABN AMRO’s core business. Vrijwilligersprojecten als deze en anderen zijn waardevolle aanvullingen op de manier waarop de bank haar kernactiviteiten vervult. Ruim vijfenhalf jaar terug, op 20 juni 2003, was er muziek, drank en eten voor alle medewerkers van ABN AMRO in het Arnhemse Gelredome. Het was feest, onder de noemer: Vanuit het hart. De directie van de bank wilde haar medewerkers die avond een hart onder de riem steken. ABN AMRO had een reorganisatie achter de rug en de bank wilde haar medewerkers laten voelen dat er veel vertrouwen in hen was. ‘Vanuit het hart’ werd ook de titel van een nieuw project, beter gezegd: een wedstrijd. In 2003 had de bank het Bureau Maatschappelijke Betrokkenheid opgezet. Deze afdeling moest, de naam zegt het al, de maatschappelijke
b
altijd
26%
meestal
ort
clu
69%
sp
k ie lit po ere and es ati anis
inf
orm
ele
hu
lp
In 2007 deden 5,6 miljoen Nederlanders van 18 jaar en ouder vrijwilligerswerk. Dat komt over een met 44 procent van de volwassenen. (Bron: Trouw, 23 juli 2008)
van de Nederlandse volwassenen deed in 2007 vrijwilligerswerk
lub byc hob lturele org. leve cu nsbe scho uwin ar g be id so rg .
org
Vrijwilligerswerk in Nederland
ing, verzorg ing verpleg
ho sc
erk
gd w
jeu
44%
ol
Plezier in het vrijwilligerswerk?
4%
1%
soms
zelden
Waar besteden we het aan? Driekwart van het vrijwilligerswerk wordt gedaan in georganiseerd verband. Een kwart is zogenoemde ‘informele zorg’, ook wel mantel zorg genoemd. (Bron: CBS, 15 december 2008)
betrokkenheid van ABN AMRO concreter vorm geven. In de aanloop naar het feest in het Gelredome werden medewerkers uitgedaagd een vrijwilligersproject op poten te zetten rondom het maatschappelijke thema van de bank: jeugd, talent en achterstand. De bank wil kinderen in achterstandssituaties de kans geven zich te ontwikkelen. Het Bureau Maatschappelijke Betrokkenheid heeft het geweten. Tweehonderd projecten werden ingestuurd, drieduizend medewerkers stonden te popelen aan de slag te gaan. Tijdens het feest werden drie projecten verkozen tot winnaar. Maar alle ingezonden projecten konden rekenen op steun. Het Vanuit het hartfeest was de concrete aanleiding van een nieuwe fase in de maatschappelijke betrokkenheid van ABN AMRO. Vrijwilligerswerk werd al volop gedaan door medewerkers, in de eigen tijd. Maar in 2003 kwam er meer focus, meer begeleiding en vooral meer tijd: in de CAO werd opgenomen dat iedere medewerker recht had op 36 uur vrijwilligersverlof, op basis van een full-time functie. Het vrijwilligerswerk nam hierdoor een hoge vlucht. Begin 2009 blikt de afdeling Sustainability, zoals het Bureau Maatschappelijke Betrokkenheid inmiddels heet, terug en ziet meer dan 1.000 vrijwilligersprojecten uitgevoerd door meer dan 10.000 collega’s. Ruim vijf jaar vrijwilligerswerk stemt tot trots en tevredenheid. Maar niet tot achterover leunen. De maatschappelijke betrokkenheid van de bank is, net als elk ander thema, volop in ontwikkeling. Na drie jaar komt er, naast het thema Jeugd, talent en achterstand, een tweede thema bij: Duurzaam Ondernemen. Daarbij zien niet alle leidinggevenden nut en noodzaak in van het vrijwilligerswerk waardoor het voor sommige collega’s lastig
wordt deel te nemen aan projecten. MVO is geen onderdeel van ieders Persoonlijke Performance Plan hoewel de bank er wel van overtuigd is dat MVO een belangrijk onderdeel is van de wijze waarop ABN AMRO zaken doet. Als in het najaar van 2007 duidelijk wordt dat ABN AMRO fuseert met Fortis en veel mensen dubbelgevulde agenda’s krijgen, wordt het echt moeilijk. Sommige projecten die zich al jaren mogen verheugen in grote aantallen enthousiaste vrijwilligers, zien de aanmeldingen van vrijwilligers teruglopen. Dat is schrijnend want veel projecten hebben hun toegevoegde waarde voor de kinderen, de medewerkers en de bank zelf al lang en breed bewezen. Aan de andere kant: het wordt juist in deze periode binnen en buiten de bank duidelijk hoe wijd en diep ABN AMRO vertakt zit in de maatschappij. Robert Charlier, directeur HR, zegt in een interview op pagina 4 van dit boek dat ‘we ons nog meer bewust zijn van de manier waarop we opereren in de maatschappij. Onze medewerkers zijn meer dan ooit bezig geweest met klanten en hun netwerk. De voorbeeldrol van ABN AMRO is alleen maar duidelijker geworden.’ Dit zegt de directeur. Het opvallende is dat het vrijwilligerswerk van begin af aan vooral een zaak van de medewerkers zelf is geweest. Waar mogelijk werd tijd vrij gemaakt voor vrijwilligersprojecten, ongeacht de vraag ‘of dat wel kon’ in verband met de strategie, fusie of anderszins. Deze houding komt overeen met het uitgangspunt van de bank dat de maatschappelijke betrokkenheid van ABN AMRO vooral iets van het bedrijf zelf moet zijn. Dus krijgt het vrijwilligerswerk vrijwel geen exposure, terwijl er wel veel over te vertellen valt.
Project Ster van Noord
3881
Project Bankshop Vlissingen
Project Prinses Wilhelminaschool
Project Voedselbank
2286 1800
1618
1000
Medewerkers Aantal medewerkers: 10.585 in totaal. Dit zijn de collega’s die vrijwilligerswerk hebben gedaan en zijn geregistreerd bij de afdeling Sustainability. Er zijn ook heel veel collega’s actief geweest waarvan we geen gegevens hebben.
Vrijwilligertrofee
2003/2004
2005
2006
2007
2008
2005
2006
2007
2008
Ieder jaar wordt een aantal collega’s genomineerd voor ‘Vrijwilliger van het jaar’. De collega’s stemmen wie de uiteindelijke winnaar wordt. Hij of zij ontvangt de wisseltrofee.