Uniek Jaargang 3 najaar 2014
+1.000 kg melk per koe per jaar? > Zo maken wij… biologisch voer! > Licentie ongediertebestrijding > Melkveefosfaatreferentie >
02 > agenda Hieronder vindt u een overzicht van de geplande activiteiten. U bent van harte welkom. Kijk op www.agruniekrijnvallei.nl voor meer informatie en eventuele wijzigingen.
Agenda Activiteit Landbouwdagen Intensieve Veehouderij Hardenberg Rundvee & Mechanisatie Vakdagen Hardenberg Studieavond legpluimvee > Studieavond legpluimvee > Ondernemersdag fruit > Ondernemersdag rundvee > Ondernemersdag rundvee > Rundvee & Mechanisatie Vakdagen Gorinchem
Datum 21-23 oktober
Locatie Evenementenhal, Hardenberg
28-30 oktober 4 november 6 november 13 november 19 november 21 november 25-27 november
Evenementenhal, Hardenberg Best Western Hotel Nobis, Asten Buitenlust, Voorthuizen De Schildkamp, Asperen Omgeving Werkhoven Omgeving Zelhem Evenementenhal, Gorinchem
> Studieavonden legpluimvee
> Ondernemersdagen rundvee
Het thema is ‘Uitdaging 2020: risico's beheersen’. Door toenemende schaalgrootte, maatschappelijke eisen en weten regelgeving worden de risico's steeds groter. Hoe gaan we hier als sector mee om en hoe verhouden deze extra risico's zich tot de inkomsten? Tijdens de studieavonden legpluimvee geven drie sprekers hun visie hierop. De avonden beginnen om 19.30 uur en eindigen rond 22.00 uur. U kunt zich aanmelden via onze website.
Tijdens de ondernemersdagen rundvee wordt theorie gekoppeld aan de praktijk. ’s Ochtends zijn er drie lezingen en ’s middags worden er praktische workshops georganiseerd op een melkveebedrijf. Het thema luidt: +1.000 kg melk per koe voor meer saldo. Leidt productieverhoging altijd tot extra saldo? Welke technische en praktische aspecten zijn bepalend om productieverhoging te realiseren? Naast twee sprekers uit de periferie zal ook een melkveehouder aan het woord zijn. Hij vertelt hoe hij groei en productieverhoging combineert. De ontvangst is rond tien uur en het programma wordt rond vier uur afgesloten. Het exacte programma en de locaties worden binnenkort bekendgemaakt. Aanmelden kan via onze website.
> Ondernemersdag fruitteelt Het thema tijdens de ondernemersdag is ‘Bodem en bemesting’. Alleen wanneer de bodem gezond blijft, kunt u een topkwaliteit appels/peren plukken. Vier sprekers gaan in op dit thema. De ontvangst is om 14.30 uur. Het programma is rond 20.00 uur afgelopen. Na afloop van de lezingen wordt er een stampottenbuffet geserveerd.
inhoud > 03
> Nieuws Coöperatie Voer varkens Voer pluimvee Voer rundvee Bedrijfsontwikkeling Bedrijfstechniek Plant
5 8 12 13 17, 20 25 28
> Reportages 10 18 26
Amazone Van Veldhuisen Wijnboer Diederik Beker Varkenshouders Kampman
> Uitgelicht +1.000 kg melk 15 Melkveefosfaatreferentie 20 Zo maken wij... 22 Licentie ongediertebestrijding 30
Agenda
2
Voorwoord
4
Column
23
Medewerker
24
Familie, kleurplaat
31
Inhoud 12
28
colofon Uniek is een uitgave van AgruniekRijnvallei
Editie: najaar 2014 Redactie: afdeling Communicatie & PR Redactieadres: Postbus 610, 6700 AP Wageningen, T 0317-499599,
[email protected] ©Copyright. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van AgruniekRijnvallei.
13
Voorwoord
Medewerkers ‘on tour’ In onze positionering staat dat wij dicht bij de markt willen staan. Om daar verder invulling aan te geven organiseren wij dit najaar ‘AR on Tour’ voor onze medewerkers. Tijdens AR on Tour bezoeken alle ARmedewerkers in groepen het bedrijf van een lid. De veertien ondernemers die we hiervoor benaderd hebben reageerden gelijk enthousiast. Het zijn bedrijven uit de verschillende sectoren waarin AgruniekRijnvallei actief is. Het doel van AR on Tour is om alle medewerkers uit de eerste hand kennis te laten nemen van hetgeen er leeft en speelt op de bedrijven van onze leden. Verder willen we zo ook eventuele verbeterpunten in beeld krijgen. Op deze manier willen wij onze producten, diensten en adviezen nog beter afstemmen op de verwachtingen die u van AgruniekRijnvallei heeft. Het is een investering in de beleving van onze mede werkers en daarmee in de toekomst en de continuïteit van uw bedrijf en die van AgruniekRijnvallei. De afgelopen tijd is er met de voor zitters van de districtsbesturen gesproken over de voorwaarden van ons Gedreven Ondernemersfonds. Jaarlijks hebben de vijf districts besturen een budget beschikbaar voor innovatieve, leerzame en/of leuke initiatieven van leden. Het initiatief moet een bijdrage leveren aan de kennis verbreding en kennisuitwisseling tussen leden van onze coöperatie. Het
gaat om b escheiden bedragen. Omdat het afgelopen jaar weinig beroep werd gedaan op het fonds is met de voor zitters overlegd hoe we meer initiatieven kunnen ondersteunen. Vraag uw districtsbestuursleden of onze medewerkers gerust naar de mogelijkheden die dit fonds biedt. Meer informatie over ons Gedreven Ondernemersfonds vindt u op onze site. De hectiek van de markt gaat onverminderd door. In veel sectoren staat het saldo onder druk. Wel zien we grote verschillen tussen de bedrijven. Vooral de meest recente prijsontwikkeling in de varkenssector komt hard aan. Onlangs is de legpluimveehouderij in het nieuws geweest met sombere vooruitzichten over het voortbestaan van veel legpluimveebedrijven. De diverse bedrijfsonderdelen van AgruniekRijnvallei merken ook de gevolgen van de moeilijke marktomstandigheden. Zo heeft onze dochteronderneming Verbeek het ook dit jaar niet eenvoudig. Om de rentabiliteit van dit bedrijfsonderdeel te verbeteren worden er stevige maat regelen doorgevoerd. Gelukkig lijkt de eierprijs zich voorzichtig te herstellen. In combinatie met een dalende voerprijs moet dit iets lucht geven.
Uiteraard is het voor de veehouderij een goede ontwikkeling dat grond stoffen – en daarmee het voer – goedkoper worden, maar ik realiseer mij dan ook gelijk dat akkerbouwers daar fors last van hebben. De tarweprijs is flink gedaald. In combinatie met de zeer slechte opbrengstprijzen voor aardappels en uien leidt dat tot een dramatische financiële opbrengst. Ook de fruitsector heeft, ten gevolge van de problemen met de afzet, geen vooruitzicht op goede opbrengstprijzen. Onze samenwerking binnen CropSolutions – met als doel een scherpe kostprijs in combinatie met goede kennis – is daarmee actueler dan ooit. In onze ondernemingsplannen focussen wij ons op de dingen waar wij wel invloed op hebben. In al onze a ctiviteiten willen wij een uitstekende kwaliteit combineren met een scherpe kostprijs, goede kennis en veel kunde bij onze medewerkers. Ik wens u veel succes met uw onderneming en sterkte in deze moeilijke tijd. Martin Grift Algemeen directeur
coöperatie > 05
Districtscommissie Betuco aan het woord AgruniekRijnvallei telt vijf districtscommissies. Deze commissies – Achterhoek-Liemers, Betuco, Rijn en Heuvelrug, Vallei-Zuid en Veluwe – vormen samen de districtsraad. In deze editie stellen we de districtscommissie Betuco aan u voor. Akkerbouwer en pluimveehouder Chris Noordam is voorzitter van dit district en vertelt over het district en de rol van de districtscommissie. Het bedrijf van Chris Noordam vinden we in Ophemert. Chris: “Vroeger lag het bedrijf in Varik. Na de ruil verkaveling, in 1988, hebben mijn vader en ik het bedrijf naar Ophemert verplaatst. Inmiddels run ik het bedrijf in maatschap met mijn vrouw Mea. We hebben een akkerbouwtak van 40 hectare met granen, aardappelen en bieten en een relatief kleine pluimveetak met maximaal 2.500 stuks pluimvee. Echter, door het specifieke soort pluimvee, grootouderhanen, vormt het wel een belangrijk deel van de inkomsten.”
Betrokkenheid Chris Noordam is nu twee jaar voorzitter van de districtscommissie Betuco. “Daarvoor zat ik in de sector commissie akkerbouw, een inhoudelijke klankbordgroep. Ook dat vond ik erg nuttig. Na zes jaar moet je echter plaatsmaken voor een nieuw lid. Gelukkig kon ik verdergaan in de districtscommissie. Al heeft de districtscommissie geen directe
beslissingsbevoegdheid, merk ik wel dat er serieus geluisterd wordt en dat onze inbreng meegenomen wordt. We proberen als commissie minimaal één keer per jaar samen te komen. Omdat de districtscommissie Betuco maar vijf deelnemers telt, is dat goed te regelen.”
Districtsraad Zo’n vier keer per jaar komen alle districtscommissies bij elkaar als districtsraad. Chris: “We vertegen woordigen de leden. Het gaat dan niet zo zeer om je district, maar om de c oöperatie als geheel en om het belang van de leden. Het is dan ook b elangrijk over de grote lijnen te praten en niet in details te ver zeilen. Zo is het voor veel veehouders momenteel niet makkelijk om het hoofd boven water te houden. De coöperatie merkt hier natuurlijk ook de gevolgen van. AgruniekRijnvallei gaat hier goed mee om en zet de continuïteit van de agrarische sector voorop. Dit is iets wat tijdens de
v ergaderingen met de districtsraad aan de orde komt. Ook hebben we het bijvoorbeeld over de mestwetgeving, over het reilen en zeilen van Agruniek Rijnvallei als bedrijf en over bestuurlijke zaken.”
Fonds Een actueel onderwerp is het Gedreven Ondernemersfonds. Chris: “Het is hartstikke mooi dat zo’n fonds er is, we merken alleen dat er nog vrij weinig gebruik van gemaakt wordt. Toch kan het een mooie kans zijn om net wat extra steun te krijgen bij het organiseren van een studiedag of om de landbouw beter onder de aandacht te brengen bij burgers. Het is dus belangrijk dat men weet dat dit fonds bestaat. Met de districtsraad hebben we de voorwaarden van het fonds onder de loep genomen.”
Interessant en leerzaam Voor zichzelf ziet Chris ook voordelen in deelname in de districtscommissie: “Ik ben graag betrokken bij de coöperatie en tijdens vergaderingen spreek ik mede-ondernemers uit andere delen van het land. Ook hoor je tijdens een vergadering hoe het er in andere sectoren aan toe gaat. Verder ben ik altijd benieuwd naar het personeel van AgruniekRijnvallei; zo is er recent een onderzoek gedaan naar de tevredenheid en motivatie van de medewerkers. Dat wordt dan ook teruggekoppeld naar de districtsraad. Bovendien is deelname leerzaam, onder andere door een cursus heb ik geleerd hoe besturen in elkaar zitten, hoe je mensen in hun waarde laat en hoe je conflicten oplost. Dat is ook nuttig voor het dagelijks leven!”
06 > coöperatie
Wijzigingen districtsraad De districtsraad is een bestuurlijk orgaan van coöperatie AgruniekRijnvallei en vormt een belangrijke schakel tussen de leden en het bestuur. Af en toe wijzigt er iets in de samenstelling van de districtsraad. De actuele wijzigingen hebben wij voor u op een rijtje gezet.
Van drie leden werd afscheid genomen. Zij waren alle drie vele jaren bestuurlijk actief voor onze coöperatie. > Henk van de Westeringh uit Heteren (district Betuco) > Gijsbert Meijers uit Leersum (district Rijn en Heuvelrug) > Jan Overeem uit Nijkerk (district Veluwe).
Tijdens de districtsvergaderingen zijn vijf leden voor een nieuwe zittingsperiode herkozen, te weten: > Marcel te Bogt uit Beltrum (Achterhoek-Liemers) > Bert Selman uit Aalten (Achterhoek-Liemers) > Koen Dorresteijn uit Werkhoven (Rijn en Heuvelrug) > Albert van Hell uit Putten (Veluwe) > Herry Kok uit Stoutenburg Noord (Veluwe).
Zij worden opgevolgd door: > Sven Wiggelo, 27 jaar, fruitteler en melkveehouder in Dodewaard (district Betuco) > Cees-Jan Nell, 38 jaar, melkveehouder en biologisch legpluimveehouder in Langbroek (district Rijn en Heuvelrug) > Aart-Jan Nummerdor, 54 jaar, zeugenhouder in Ermelo (district Veluwe).
Robijnen dienstjubileum Op 1 september vierde Bertus Wijnveen, manager Subli, zijn veertig jarig jubileum. Algemeen directeur M artin Grift feliciteerde Bertus met het behalen van deze bijzondere mijlpaal en verblijdde hem met het gouden AR-speldje.
Bedrijfstechniek neemt afscheid van André Hak Tijdens een receptie op 28 augustus heeft AgruniekRijnvallei afscheid genomen van medewerker André Hak uit Achterveld. Na een loop baan van ruim 43 jaar geniet André sinds 1 augustus van zijn pensioen. André Hak is als servicemonteur van Bedrijfstechniek in Barneveld bekend in de wijde omgeving. Hij begon zijn loopbaan bij de voormalige coöperatie Achterveld, later De Vallei, Rijnvallei en nu AgruniekRijnvallei. Algemeen directeur Martin Grift prees André om zijn vakmanschap, gedrevenheid en jarenlange inzet voor Bedrijfstechniek.
voer > 07
Sojaschroot: hoogwaardige eiwitbron Sojaschroot (‘soja’) is wereldwijd de belangrijkste eiwitbron voor dier voeders. Pluimvee, varkens en rundvee kunnen deze hoogwaardige eiwitbron goed omzetten in eieren, vlees en melk. Maar is sojaschroot overal ter wereld hetzelfde? In dit artikel wordt kort ingegaan op de herkomst van sojabonen, de manier van verwerken en wat dat betekent voor de veevoedkundige kwaliteit van sojaschroot. Sojabonen worden in diverse delen van de wereld verbouwd. Met name Noord-Amerika, Brazilië en Argentinië zijn belangrijke teeltgebieden. De bonen worden geteeld om er enerzijds sojaolie uit te halen en anderzijds voor het sojaeiwit. De olie wordt zowel in humane voeding als in dier voeding gebruikt als hoogwaardige energiebron. Het eiwit rijke product dat na het afscheiden van de olie overblijft, heet sojaschroot (in het Engels ‘soybeanmeal’). Sojaschroot is een waardevolle eiwitbron voor veel dieren omdat het eiwit goed verteerbaar is en veel lysine bevat. Bij een tekort aan aminozuren is lysine voor veel diersoorten hét aminozuur dat het eerst de groei en de productie beperkt.
Grote verschillen
Sojaschroot 44/7
Niet alle soorten sojaschroot zijn hetzelfde. De bonen van Noord-Amerikaanse herkomst hebben bijvoorbeeld een ander eiwitniveau dan de bonen uit Brazilië en Argentinië. Daarnaast varieert het gehalte aan ruwe celstof. Dit komt doordat het aandeel hullen – de vliezen rondom de sojaboon – sterk verschilt. Vóór de olie eruit kan worden gehaald, wordt de hul van de boon verwijderd. Deze kan aan het einde van het proces weer worden toegevoegd. Hoe hoger het aandeel hullen, hoe hoger het aandeel ruwe celstof en hoe lager het gehalte aan eiwit en energie. De soorten met geen of weinig toegevoegde hullen worden vaak ‘hipro’ genoemd. Hipro staat voor high protein wat hoog eiwitgehalte betekent. De soorten met een hoger aandeel hullen worden ‘lopro’ (low protein) of 44/7 genoemd. De getallen ‘44/7’ slaan op het aandeel eiwit en het aandeel ruwe celstof.
Voor varkens en pluimvee wordt normaal gesproken alleen hipro sojaschroot gebruikt. De 44/7-variant bevat teveel ruwe celstof. Deze ruwe celstof kan door varkens en pluimvee minder goed worden verteerd. Voor rundvee is het hogere aandeel ruwe celstof geen probleem. Rundvee breekt de ruwe celstof in de pens af.
Werkelijke gehalten Gaat u enkelvoudig sojaschroot gebruiken dan is het zeer belangrijk om te weten wat de werkelijke gehalten zijn van het product dat u aankoopt. Vooral binnen de hipro-soorten zijn er behoorlijke verschillen in het eiwitgehalte. Ook kan dit gehalte in de loop van het jaar variëren. Overleg altijd met uw voerspecialist of u de juiste kwaliteit heeft voor het doel dat u wilt bereiken.
Te koop gevraagd: CCM Voor de inname van CCM bent u bij AgruniekRijnvallei aan het juiste adres. We beschikken over innamelocaties in Doetinchem en Wageningen en betalen een markt conforme prijs. AgruniekRijnvallei neemt gedorste maiskorrels in (zonder spil en met meer dan 60% droge stof). Wanneer de partij aan de kwaliteitsnormen voldoet, wordt de CCM opgeslagen in de kuilsilo’s. Na een unieke bewerking wordt de CCM in het veevoer verwerkt.
Meer weten? Neem vrijblijvend contact op met Theo Mijnen 06-51156666 of met onze verkoopbinnendienst 0317-499520.
08 > voer
Vertering en fermentatie van biggenvoer Voor een goede groei en gezondheid is een goed functionerend maagdarmkanaal een eerste vereiste. De functie van het maagdarm kanaal is op te delen in drie functies, het opsplitsen van voer in losse voedingsstoffen, de opname van voedingsstoffen en het buiten de deur houden van micro-organismen. Het opsplitsen van voer in losse voedingsstoffen wordt in de volksmond vertering genoemd. Echter, ook fermentatie splitst het voer op in losse voedingsstoffen. Het verschil tussen deze twee processen is eenvoudig: vertering gebeurt door het lichaam zelf en vindt plaats in de maag en de dunne darm, in de dikke darm zijn het de bacteriën die zorgen voor fermentatie.
maag
dunne darm
dikke darm
Vertering = geel (maag/dunne darm) Fermentatie = groen (dikke darm)
Vertering In de maag en de dunne darm zorgen enzymen voor de vertering. Eiwitten worden hierbij afgebroken tot amino zuren, zetmeel tot suikers en vetten tot vetzuren. De eindproducten kunnen door de darm worden opgenomen. Enzymen kunnen echter lang niet alle voedingsstoffen omzetten. Zo zijn vezels slecht tot niet-verteerbaar door enzymen.
Fermentatie De voedingsstoffen die niet door enzymen afgebroken zijn, kunnen in de dikke darm alsnog door bacteriën worden afgebroken. Dit is de fermentatie. Hierbij komen rest producten vrij die de darm kan opnemen. Het varken kan deze voedingsstoffen als energiebron gebruiken. Een goede darmflora zorgt voor een betere darmgezondheid. Het nadeel is echter dat de bacteriën energie gebruiken voor onderhoud en groei. Deze manier van voer omzetten in voedingsstoffen kost dus meer energie dan de vertering door enzymen.
Balans Vertering en fermentatie staan overigens niet los van elkaar! Als de vertering niet optimaal is, zal de fermentatie ook scheef lopen. Als bijvoorbeeld de vertering van eiwit niet goed verloopt, komt er meer eiwit in de dikke darm
terecht en wordt dit gefermenteerd, met alle gevolgen van dien! Ziekteverwekkers als E. coli groeien hier goed op én bij de fermentatie van eiwit komen schadelijke stoffen als cadaverine vrij.
Darmgezondheid bij biggen Jonge biggen hebben een kort maagdarmkanaal, een minder lage pH in de maag en een beperkte enzymproductie. Dit zorgt voor een extra kritische balans tussen vertering en fermentatie. Een uitgebalanceerd biggenvoer moet enerzijds de beperkte capaciteit van de big optimaal ondersteunen. Anderzijds moet een big niet alleen leren vreten, maar zeker ook leren verteren! De hoogwaardige grondstoffen vismeel en CCM in onze voeders dragen bij aan een goede vertering. Hierdoor wordt de voedselbrij zo volledig mogelijk verteerd, komt er minder eiwit en zetmeel in de dikke darm en volgt een goede fermentatie.
Het kan nog beter Het kan echter nog beter! Zo kan de fermentatie zelf ook geoptimaliseerd worden. Uit eigen onderzoek blijkt dat vismeel en CCM gecombineerd met onze selectie van functionele vezels een positieve fermentatie bevorderen. Dit houdt in: meer melkzuurbacteriën en minder coli in de dikke darm.
voer > 09
Hoe blijf ik vleesvarkenshouder in Nederland? Op een druk bezochte Sectordag vleesvarkens gingen drie sprekers in op deze vraag. Het antwoord werd niet gevonden wel waren de sprekers het er over eens dat bovengemiddelde resultaten nodig zijn om bij de blijvers te kunnen zitten. Verder is de sector gebaat bij een betere coördinatie van vraag en aanbod gedurende het jaar. Paul Bens Paul Bens, directeur DLV, ging in op de actuele financiële situatie in de vleesvarkenshouderij. In zijn presentatie had hij de opbrengst van een kg vlees afgezet tegen de kostprijs van een kg vlees. Wanneer je deze twee met elkaar ver gelijkt zie je dat de vleesvarkenshouder de afgelopen jaren circa vier cent te weinig gebeurd heeft. De meeste varkenshouders hebben dit opgevangen door minder af te lossen dan de bedrijfseconomische afschrijving of door genoegen te nemen met geen of een te lage arbeidsvergoeding. Bens gaf als aandachtspunten aan zijn toehoorders mee: “heb kostprijs paraat en doe het 4 cent beter dan het gemiddelde. Voor een bedrijf met 3.000 vleesvarkens betekent vier cent meer een modaal inkomen.”
Marcel Schennink Hoe kun je als varkenshouder bij de top 25% draaien? Voor een hoge voerwinst moeten alle facetten kloppen volgens Marcel Schennink, voedingsexpert bij AgruniekRijnvallei. “Verschillen in huisvesting, genetica, gezondheidsstatus en voer zorgen ervoor dat de resultaten tussen bedrijven nogal variëren.” Ook de spier/spek-verhouding is van invloed op het resultaat. Met het nieuwe groeimodel van A gruniek Rijnvallei (zie afbeelding) kan ingeschat worden wat de spier- en spekaanzet is van de verschillende genetica, onder verschillende omstandigheden met verschillende voeders.
AR Groeimodel Voedingsstoffen Verteerbaar Activiteit
Groei Spek Spier Overig
Onverteerbaar Onderhoud
Mest
Addy van Rooi Addy van Rooi, van Van Rooi Meat, liet zien dat zij hun bedrijf goed op orde hebben. Slachten, afsnijden, invriezen en inpakken gebeurt op één locatie zodat er geen onnodige transportkosten gemaakt worden. “We leven in een maatschappij die snel verandert”, aldus Addy. “Banken beoordelen situaties puur zakelijk. De overheid voert controle op controle uit. Supermarkten willen van alles maar het mag niet ten koste van de marge gaan. Toeleveranciers berekenen hun kosten door en tot slot wil de consument weten hoe zijn vlees geproduceerd wordt en eist dat het vrij van antibiotica en salmonella is.” Een varkenshouder die zijn zeug insemineert levert bijna een jaar later de vleesvarkens af. Op het moment van insemineren weet hij nog niet wat de varkens opleveren en welke kosten hij moet maken. Van Rooi: “Toen DAF vrachtwagens ging produceren die nog niet verkocht waren, ging het bedrijf failliet. Om toekomst perspectief te hebben is de sector gebaat bij een beter imago en een betere coördinatie van vraag en aanbod.”
10 > reportage
Samenwerking met het paard voorop Paardrijden is haar niet met de paplepel ingegoten. Toch heeft Laura van Veldhuisen zich ontwikkeld tot een uitzonderlijke amazone, instructrice en trainster. Zelf ziet ze haar manier van lesgeven vooral als een vorm van coaching: “Het gaat om de communicatie tussen ruiter en paard. Als die goed zit heb je een stevige basis voor iedere tak van paardensport”, aldus Laura. Met haar man Jan-Willem en dochters Renske (11 jaar) en Louise (4 jaar) woont ze op een prachtige plek in het Utrechtse Renswoude. “Onze familie had in deze buurt meerdere woningen. Deze boerderij met legpluimvee houderij kwam vrij. We hoefden niet lang na te denken. Paarden aan huis was voor mij een langgekoesterde droom. In 1997 trokken we hierin en we hebben de eerste paar jaar de pluimveehouderij voortgezet.”
reportage > 11 Stap naar paarden “Door de milieuwetgeving waren er geen uitbreidings mogelijkheden voor de pluimveehouderij. We hebben van de nood een deugd gemaakt en het bedrijf in 2000 omgezet naar paarden. We hebben de boerderij gesloopt en een nieuw huis en een binnenmanege met stallen gebouwd. We waren toen een van de eersten met een manege met wind breekgaas. Ik voel graag de buitenlucht. In die tijd konden we maximaal twintig paarden houden voor fokkerij, af richting en instructie.”
“Verdiep je in het natuurlijke gedrag van het paard.” Rechtrichten
“De liefde voor paarden begon al vroeg”, vertelt Laura. “Mijn moeder zegt altijd dat ik vanaf het moment dat ik kon lopen naar paarden trok.” Laura is zoals velen begonnen bij de ponyclub. “Na de havo ben ik de instructeursopleiding in Ermelo gaan volgen. Daar heb ik me gespecialiseerd in dressuur. Doordat ik het zelf wel goed deed op wedstrijden kwam er vanzelf vraag of ik les wilde geven. Uiteindelijk heb ik meegewerkt op stallen waar op Olympisch niveau werd gereden. Zelf heb ik meerdere paarden op Z-dressuurniveau uitgebracht.”
Nog een stap verder is het rechtrichten. “Met mijn eigen paard wilde ik graag op het hoogste niveau uitkomen. Mijn paard kampte echter met veel blessures. De dierenartsen kwamen er niet uit en gooiden het op hoefkatrol (pijnlijke aandoening in de hoef). Ze konden zich alleen niet voor stellen dat alle problemen daarop terug te voeren waren. En ik ook niet. Mijn zoektocht ging verder en zo kwam ik uit bij de Vlaamse Antoine De Bodt. Hij is een van de grondleggers van het ‘rechtrichten’. Zijn filosofie: een paard hoeft geen last te hebben van hoefkatrol zolang het maar symmetrisch beweegt. Zijn kennis was zo’n enorme verrijking en aan vulling voor mij dat ik bij hem in scholing ben gegaan. Ik ben een van de weinige instructrices die gecertificeerd zijn om volgens methode ‘De Bodt’ les te geven.”
…naar de natuurlijke manier
Nabootsen natuurlijke leefomgeving
“Toch liep ik op een bepaald niveau vast”, vervolgt Laura. “Bovendien merkte ik dat ik het niet meer met kracht wilde oplossen. Daarbij wordt vaak te snel naar hulpmiddelen gegrepen. Er moest een betere en vriendelijker manier zijn. Zo kwam ik uit bij Piet Nibbelink in Arnhem. Hij leerde me dat het gaat om de communicatie met het paard. Het is niet alleen erop zitten en rijden. De basis leg je wanneer je naast het paard staat. Hij heeft me geschoold in een natuurlijke manier van communiceren met het paard. Wat Piet me ook geleerd heeft, is het effect van het harnachement (tuig van het paard) op de prestaties en het welzijn van het paard. Dat het goed moet passen, wist ik natuurlijk al lang. Wat hij me verder bijgebracht heeft, is dat het beter dan goed moet zijn. Zo kwam ik steeds een stapje verder.”
Behalve de omgang met het paard zijn ook de leefomgeving en de voeding van groot belang voor het paardenwelzijn. Laura: “Ik wilde nog meer tegemoetkomen aan de behoeften van het paard. Zo kwam ik uit bij Paddock Paradise. Daarmee kun je in een relatief klein gebiedje de natuurlijke omgeving van een paard nabootsen. Belangrijk element is een pad om het perceel. Door voer, water en beschutting strategisch te plaatsen stimuleer je het natuurlijke gedrag van paarden.”
Van standaard geschoold…
Fan van granenmix Voor de voeding vormt het ruwvoer de basis. Daarnaast voert Laura al jaren van Subli. “Ik ben fan van de granenmix. Het is een schone en pure mix en de paarden moeten er hard op kauwen. Dit is belangrijk voor een goede vertering. Daarnaast gebruik ik de Basisbrok, Merriebrok en Veulenkorrel. Teo de Vries, tevens een van mijn lesklanten, is mijn voerspecialist. Met vragen kan ik altijd bij hem terecht. We denken hetzelfde over voer en dat werkt prettig.”
Toekomst Onder andere door gezinsuitbreiding heeft Laura de af gelopen jaren haar paardenbestand flink ingekrompen en geeft ze voornamelijk nog les op locatie, traint ze enkele paarden en rijdt ze op haar eigen paard, een Haflinger. “Inmiddels Z2!”, vertelt ze. “Ik wil wel weer meer thuis gaan lesgeven en zelf rijden. Ook de trainingstak hoop ik de komende jaren uit te breiden. Daarnaast ben ik opgeleid tot sportmasseur, voor mensen. Dit vind ik ook erg leuk om te doen. Tegelijkertijd heeft dit ook mijn paardenkennis verrijkt; ik ben veel te weten gekomen over de anatomie van een paard.”
12 > voer
Voorstellen specialist pluimvee Sinds 1 augustus is Piet Bakker als specialist pluimvee in dienst bij AgruniekRijnvallei. Piet is 32 jaar en woont in Wijster, een dorp in Drenthe. Hij heeft de CAH in Dronten gevolgd (Bedrijfskunde en agribusiness) met als afstudeerrichting financieel economisch management. Daarna heeft hij gewerkt als accountmanager bij HeatPlus, een bedrijf dat biomassagestookte cv-installaties levert. De vleeskuikenhouderij heeft Piet altijd aangesproken. “In de vleeskuikenhouderij is men altijd bezig met verbeteringen, zowel technisch als financieel. Het is een sector die met volle ambitie in beweging is, hier wil ik graag in meewerken en -denken. In een gesprek met Henno van den Bruinhorst en Johan Schuttert hoorde ik dat AR Voer de vleeskuikentak ook in het noorden en oosten van Nederland wil uitbreiden. Dit zag ik direct als een mooie uitdaging!”
Walsen en walsen Bij de productie van pluimveevoer is het walsen van grondstoffen niet meer weg te denken. Pletten, vermalen en verdichten zijn synoniemen van walsen. Deze variëteit in synoniemen geeft al aan dat er verschillen zitten tussen het ene walsproces en het andere. Zo kan het gemengde product gewalst worden maar ook is het mogelijk om enkelvoudige grondstoffen te walsen. Het voordeel van enkelvoudig walsen is dat het walsproces afgestemd kan worden op de individuele grondstof. Zo wordt een scherpe, homogene structuur bereikt. Bij een optimale structuur ligt de deeltjesgrootte zoveel mogelijk tussen de 1 en 3 mm. Selectieve opname wordt hierdoor beperkt. Een kip selecteert het eten namelijk op deeltjesgrootte en op kleur.
Belang homogene structuur Een homogene structuur heeft ook invloed op de voerbenutting. Grovere delen verblijven langer in de klier- en spiermaag. Deeltjes voer bewegen op en neer tussen de spier- en kliermaag totdat ze de juiste grootte hebben om de dunne darm (duodenum) te kunnen passeren. Het op en neer bewegen van het voer tussen de klier- en spiermaag wordt ook wel de reflux genoemd. Bij een homogene structuur is de benutting beter doordat alle grondstoffen, ingrediënten gelijktijdig de dunne darm passeren. Er vindt geen eiwitverbranding plaats wanneer sprake is van een energietekort. Dit wordt ook wel de verterings synchronisatie genoemd.
Meelvorm Voor een goed ontwikkeld maagdarmkanaal verdient meelvorm de voorkeur boven de palletvorm of te fijn voer. Bij gepaletteerd voer en te fijn voer vindt minder darmprikkeling/darmwerking plaats dan bij scherp structuurmeel. De ontwikkeling van het maagdarmkanaal begint al tijdens de opfok van de hen. Met scherp structuurmeel krijgt de jonge hen een stevigere, grotere krop en spiermaag wat de voeropname bevordert. De verblijftijd van het voer in de krop en de spiermaag is bij meel langer waardoor verteringssappen beter kunnen inwerken. Hierdoor daalt de pH in de maag, wat een gunstig effect heeft op de vertering. Bovendien wordt zo de groei van ongewenste bacteriën geremd, waaronder die van de colibacterie.
Op weg naar 500 eieren De productie van de hennen stijgt ieder jaar: we zijn op weg naar 500 eieren per opgehokte hen per jaar. Verder wordt de voederconversie steeds lager en neemt de levensduur toe. Het belang van goed management en een gezonde hen die voldoende weerstand heeft, wordt groter. Een goed functionerend maagdarmkanaal is hiervoor de basis.
voer > 13
Marktaandeel biologisch fors gestegen AgruniekRijnvallei heeft in de eerste helft van 2014 een omzetstijging in biologische pluimveevoeders weten te realiseren. Het marktaandeel komt boven de 30% uit.
De omzetgroei is met name bereikt door tevreden afnemers en een uitbreiding van het klantenbestand. De korte lijnen tussen de specialist pluimvee, nutritie en productie zorgen voor een legmeel met een goede structuur en een zeer scherpe prijs-kwaliteitverhouding. Dit is de basis voor een goed technisch resultaat en daarmee een maximaal saldo. AgruniekRijnvallei produceert de legpluimveevoeders in de gespecialiseerde fabriek in Barneveld. Hoogwaardige grondstoffen worden verwerkt tot smakelijk, gezond en resultaatgericht voer. Ook voor de andere diergroepen produceert AgruniekRijnvallei in eigen beheer biologische voeders. Lees ook het artikel ‘Zo maken wij… biologisch voer!’ op pagina 22.
Actie! Jongveeopfok Het is najaar. Door meer kou en vocht betekent dit voor de kalveren een lastiger tijd. Houd hier rekening mee: maak de melk wat dikker aan en houd het klimaat onder controle. Voor wat extra warmte krijgt u dit najaar een kalverbodywarmer cadeau bij uw bestelling (700 kg kalverkorrel en 300 kg melkpoeder)!
Tijdens koude omstandigheden kost het kalveren moeite om hun lichaam op temperatuur te houden, wat extra energie kost en ten koste gaat van de groei. De eenvoudig aan te brengen kalverbodywarmer zorgt ervoor dat het kalf beter met winterse temperaturen kan omgaan.
Programma jongveeopfok AgruniekRijnvallei heeft haar Programma jongveeopfok geactualiseerd. De wens van de veehouder staat hierbij centraal. U heeft de keus uit de voerschema’s ‘Gemak’, ‘Veiligheid’ en ‘Maximale Groei’. Uw specialist rundvee kan samen met u bepalen welke strategie voor uw situatie de beste is.
Meer info
Gratis kalverbodywarmer
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw specialist rundvee of met de verkoopbinnendienst, telefoon 0317-499520.
U ontvangt de kalverbodywarmer cadeau bij 700 kg kalverkorrel en 300 kg melkpoeder. De actie loopt tot en met 31 december 2014. De kalverbody warmer wordt met de bestelling meegeleverd.
14 > voer
Topkoeien 100.000 kg melk
Beoordeling rantsoen vleesvee Voor gezond en optimaal groeiend vleesvee is een goed rantsoen een belangrijke vereiste. Hoe weet u of de rantsoenen op uw bedrijf het stempel ‘goed’ verdienen? De komende periode besteedt AgruniekRijnvallei extra aandacht aan dit thema. Hierbij wordt het team van vleesveespecialisten ondersteund door stagiair Wouter Rozendaal. Hij voert een onderzoek uit naar de rantsoenbeoordeling bij rosékalveren en roodvleesvee.
Resultaten onderzoek In een artikelenreeks in de Uniek en in de digitale nieuwsbrief gaan we in op de volgende drie hoofdpunten van de rantsoenbeoordeling: 1. Input: wat zijn de nutritionele en fysische eigenschappen van het rantsoen en de voedermiddelen waaruit het is opgebouwd? 2. Dier: wat zegt het dier ons over het rantsoen? 3. Output: wat zeggen groei, vleeskwaliteit, mest en dergelijke ons over het rantsoen?
Meedoen? Als het u interessant lijkt om deel te nemen aan het onderzoek, dan kunt u contact opnemen met uw vleesveespecialist of met Harm van Hattem, telefoon 06-30401999, e-mail
[email protected]. Wilt u de digitale nieuwsbrief ontvangen? Meld u dan aan op onze website www.agruniekrijnvallei.nl.
• 43 Ria 5, Mts. Blok-Verbeek, Nieuwdorp • Mieke 9, B. van Dijk, Woudenberg • Bella 6, Mts. Van Genderen-Van Hees, Well • Tineke 3, A. Besselsen, Ubbena • Els 95, Koskamp, Halle • Aagje 44, T.D. van Buuren, Slijk-Ewijk • Hennie 33, C. van Bommel, Est • Hennensprong Sonja 99, F.M. van Rooijen, Tricht • Ruwinkel Egberdien 4, Vof Van Ginkel, Scherpenzeel • Danielle 17, A. Vermeulen en Zn., Ophemert • Juliana 287, J.J. Blankenstijn, Ingen • Wilma 17, Veldhuizen Rundvee BV, Maarsbergen • Menkhorst Gonda 133, Mts. M. en A. te Bogt, Beltrum • Sandra 19, D.W. Wijnveen, Winterswijk • Beatrix 6, VOF Vrijweidershof, Rhenen • Hendrikje 42, Mts. G.S. en K. Kalsbeek, Zeewolde • Lentink A 1177, VOF ReindersBoschloo, Angerlo • Tonnie 37, J.C.J. Geuijen, Netterden • Betsie 47, Waterlinie Melkvee Vof, Culemborg • Dinie 31, Mts. Bakker-Kraaij, Laren • Tina 18, Fa. Wanner, Woudenberg • Rina 33, Vof A. en M. HuysmansBaartmans, Steenbergen
10.000 kg vet en eiwit • 79 Akke 101, L.G. Kalsbeek, Gaast • Marlies 586, Mts. DistelheuvelLingehoeve, Elst • Margje 430, Mts. A.B.M. en B.T.E.M. Zents, Vorden
voer > 15
1.000 kg meer melk per koe per jaar? Met de afschaffing van het melkquotum verschuift de focus van de veehouder van krachtvoerkosten per kg melk naar voersaldo per koe (melkopbrengsten minus voerkosten). Door de aangescherpte wetgeving en het systeem waarmee het melkgeld wordt betaald, levert elke kg melk na april 2015 extra saldo op!
Waarom meer melk per koe na april 2015? Hier zijn in ieder geval twee redenen voor: > Afschaffing quotum: elke extra kg melk uit de koe gaat geld opbrengen in plaats van geld kosten. > Aangescherpte wetgeving: elke extra kg zorgt voor een daling van de hoeveelheid fosfaat per kg melk. De fosfaatproductie wordt zo verspreid over meer kilogrammen.
Meer kg melk per koe: een duur grapje? Nee, meer kg melk per koe kan ook worden bereikt zonder ‘harder’ te voeren. Aanpassingen in het management kunnen al resulteren in meer melk. Dit begint al bij het jongveemanagement. In een onderzoek hebben we gekeken naar melkveebedrijven die voeren van AgruniekRijnvallei. Bij 365 melkveebedrijven is een sterke relatie te zien tussen een lagere afkalfleeftijd vaarzen en een hoger rollend jaar gemiddelde (zie grafiek). Daarnaast blijkt uit een literatuur onderzoek dat de volgende managementfactoren tot een productieverhoging van 500 tot 1.000 kg melk per koe per jaar kunnen leiden: vaker melken, goed gemengd voeren, vaker voeren en een goed inkuilmanagement. Hierbij geldt dat de veehouder zich bewust moet zijn van wat hij voert. Een extra kuilanalyse vlak voor het voeren verdient zich al snel terug.
Afkalfleeftijd vaarzen over een jaar (mnd)
Relatie melkproductie en afkalfleeftijd vaarzen bij 365 melkveebedrijven AgruniekRijnvallei 40
35
30
Zelfs als de krachtvoerprijs per kg melk hoger ligt, kan het voordelig zijn om meer te melken per koe. Alle andere vaste kosten per koe worden immers verspreid over meer kilogrammen melk. Uit een onderzoek waaraan 307 melkveebedrijven deelnamen (klanten AR Voer), blijkt dat bedrijven die voeren uit een luxere reeks, een hoger rollend jaar gemiddelde hebben (zie tabel). Ondanks de hogere prijs van de brok houden deze bedrijven gemiddeld onder de streep een hoger krachtvoersaldo over. Hierbij zijn alleen de brokken uit de Prima-, Uniek- en Maxima-reeks meegenomen waarbij de Maxima-reeks de meest luxe reeks is. B edrijven die een mineralenmengsel voeren, hebben gemiddeld een hoger rollend jaargemiddelde dan melkveebedrijven die geen mineralenmengsel voeren (8.724 tegenover 8.385 kg melk). Een luxere brok of mineralenmengsel lijkt zijn geld terug te verdienen.
Haal eruit wat er in zit! Zowel een goed management als een optimaal rantsoen zijn van belang. De eerste limiterende factor (melkquotum) voor een hogere melkproductie verdwijnt. Kortom: haal eruit wat erin zit!
25
20
15 7.500
Krachtvoersaldo
8.000
8.500
9.000
9.500
Melkproductie rollend jaargemiddelde (kg melk)
Reeks
Rollend jaargemiddelde (kg melk)
Prima
7.910
Uniek Maxima
Brok gevoerd (kg/koe/dag)
De tabel laat de hoeveelheid voer zien ten opzichte van de gerealiseerde productie. Let op, naast voer is ook management bepalend voor het resultaat.
Melkopbrengst (€/koe/dag)
Krachtvoersaldo (€/koe/dag)
4,40
8,81
7,65
8.496
4,70
9,39
8,03
9.293
4,10
10,26
8,98
16 > voer
Voorjaarskuilen 2014: hoge voederwaarde, snel verteerbaar Een groot deel van de voorjaars kuilen is geanalyseerd. Wat opvalt is hun hoge voederwaarde ten opzichte van de voorgaande jaren. Het vroege voorjaar zorgde voor hoge bodemtemperaturen, een goede stikstofmineralisatie en een snelle groei. Dit heeft geresulteerd in een hoog gehalte ruw eiwit (gemiddeld 187 gram/kg droge stof) en een goede verteerbaarheid (79,7% met 940 VEM).
Gehalte in g/kg ds
Eerste 1.000 kuilen
Eerste kuilen 2014
De kuilen zijn over het algemeen niet te droog ingekuild waardoor de conservering goed is en de gevoeligheid voor broei beperkt is. Uit de analyses blijkt dat de hoge melkzuurproductie en de lage pH een nog hogere verteringssnelheid met zich meebrengen. Doordat deze kuilen van nature al een hoge verteerbaarheid kennen, ontstaat er een risico op pensverzuring. Zorg dus voor een goede balans in het rantsoen.
2014
2013
april
mei
Droge stof (ds)
366
319
353
384
Uitgebalanceerd rantsoen
PH
4,7
4,4
4,6
4,7
Azijnzuur ds
11
15
11
11
Melkzuur ds
58
67
63
52
VEM
940
906
951
922
DVE
73
64
74
72
OEB
49
35
57
37
Ruw as
111
106
112
108
VC-OS
79,7
77,1
80,4
78,5
NH3-fractie
8,9
9,8
8,9
9
Ruw eiwit (RE)
170
150
178
159
Ruw eiwit (RE) totaal
187
166
195
174
Voor die goede balans is het belangrijk dat het rantsoen voldoende structuur en goede energiecomponenten bevat zoals maismeel, geplette gerst en pulp. Maak ook gebruik van buffers zoals natriumbicarbonaat en Rupromin Balance. Steeds meer veehouders maken gebruik van Actisaf. Met deze levende gist ondersteunt u de nieuwmelkse koeien bij de vertering. Aan het begin van de lactatie is het raadzaam om 5-10 gram per dier per dag te verstrekken. Dit stelt de koeien in staat om de hoge voederwaarde ook daadwerkelijk te benutten.
Ruw vet
40
39
40
39
Spreiding over groeiseizoen
Ruwe celstof
238
259
231
252
Suiker
74
61
73
74
NDF
456
489
441
482
NDF verteerbaarheid
77,5
73,1
78
76
ADF
255
282
246
271
ADL
17
21
16
18
P
4,2
3,9
4,4
4,2
De eerste kuilen zijn zowel in april als in mei gemaakt. Hierdoor zien we een grote variatie in voederwaarde tussen de kuilen. Het percentage droge stof varieert van 16 tot 66%. Vooral bij de april-kuilen, met een droge stofpercentage lager dan 40%, is het risico op pensverzuring groter. De drogere meikuilen (> 40% droge stof, met gemiddeld 45% droge stof) zijn
bedrijfsontwikkeling > 17 de gezondere kuilen met een hoge voederwaarde.
Tweede snede graskuil De tweede snede heeft dit jaar een uitzonderlijk hoge voederwaarde van 901 VEM per kilogram droge stof. Het is de hoogste VEM in vijf jaar tijd, zo blijkt uit de eerste 700 geanalyseerde graskuilen van BLGG AgroXpertus. De hoge VEM is te danken aan een bovengemiddelde verteerbaarheid: met 72,7% ligt dit meer dan 2% boven het vijfjarig gemiddelde van 70,5%. Echter, het ruw eiwitgehalte is met
159 gram per kg droge stof gemiddeld een stuk lager dan de eerste snede dit jaar. Volgens BLGG is dit mogelijk het gevolg van de hoge eiwitgehalten en dito opbrengsten van de eerste snede. De opgenomen stikstof voor het eiwit in de eerste snede is niet meer bruikbaar voor eiwitvorming in de tweede snede.
Ideaal voor de koe De tweede snede is gemiddeld genomen perfect voor de koe. De verteringssnelheid is optimaal en er is voldoende penseiwit beschikbaar
(WFRE). Wat verder opvalt is het hoge aandeel suiker van 111 gram per kg droge stof, dit is 13 gram hoger dan het vijfjarig gemiddelde van 98 gram per kg droge stof. Met deze gemiddeld gezonde kuilen is een goede melk productie haalbaar! De rundveespecialisten van Agruniek Rijnvallei staan u graag bij met kennis en advies, om samen met u tot een gezond, prijsbewust en productief rantsoen te komen!
Nieuwe melkveestal voor familie Van den Hengel Op vrijdag 5 september opende de familie Van den Hengel uit Achterveld de deuren van hun nieuwe, lichte en ruime ligboxenstal. Het gaat om een uitbreiding van 50 naar 100 melkkoeien, met de mogelijkheid om uit te breiden tot 130 melkkoeien. De stal is uitgevoerd met een ‘Groene Vlag-vloer’ en voldoet aan de Maatlat Duurzame Veehouderij. Voor de verkoop-aan-huis van melk en vlees is er een automaat aanwezig. Door de ramen in de voorgevel kan iedereen een kijkje nemen in de stal. Familie Van den Hengel doet zaken met AR Voer en AR Bedrijfs ontwikkeling. Laatstgenoemde bv heeft in dit project de volgende werkzaam heden uitgevoerd: > advisering bij het stalontwerp > het verzorgen van de aanvraag vergunningen Natuurbeschermingswet > het verzorgen van de melding Activiteitenbesluit milieubeheer > het verzorgen van de aanvraag omgevingsvergunning bouwen > het verzorgen van de aanvraag certificaat Maatlat Duurzame Veehouderij > advisering bij de aanbesteding. Het was een geslaagde open dag met veel belangstellenden. We wensen familie Van den Hengel veel succes met hun nieuwe stal!
18 > reportage
Jonge wijnboer op dreef in de Betuwe Druiventeler of wijnboer? “Ik noem mezelf het liefst wijnboer”, vertelt Diederik Beker. “Mijn eindproduct is wijn, het is een vorm van landbouw en ik zie mezelf graag als boer.” De wijngaard van Diederik, het Betuws Wijndomein, ligt in Erichem, vlak bij rivier de Linge. Mijn wijnen heb ik naar de Linge vernoemd, Linge Rood, Linge Wit en Linge Parel. Die laatste is een mousserende wijn.” Hoewel Diederik nog maar 30 jaar is, heeft hij inmiddels al 12 jaar ervaring in de wijnbouw en diverse binnen- en buitenlandse prijzen in de wacht gesleept met zijn wijnen. “Het is begonnen als een hobby van mijn vader. Hij maakte wijn van appels, peren, rozenbottels en suikerbieten. In 2002 gingen we naar een open dag van wijngaard De Wageningse Berg. Daar ontdekten we dat er in Duitsland en Zwitserland nieuwe druivenrassen ontwikkeld waren die vroeg rijp zijn en een hogere schimmeltolerantie hebben. Dit maakt het mogelijk om ook in een kouder en natter klimaat druiven te kunnen telen. Dat gegeven maakte me enthousiast. Eerlijk gezegd had ik op dat moment – ik was nog maar 18 jaar – niets met wijn, maar ik had wel groene vingers en zocht een bedrijfstak met toekomstperspectief. In de loop van de jaren ben ik een echte wijnliefhebber geworden.”
Een fles per stok “Na die open dag ging ik me verder verdiepen in de Nederlandse wijnbouw en in 2004 hebben we het eerste stukje druiven aangeplant. Inmiddels heb ik 6 hectare druiven, Regent voor de rode wijnen en Johanniter en Solaris voor de witte wijnen en de mousserende wijn. Alle rijen zijn noord-zuid georiënteerd. Hierdoor profiteren de druiven maximaal van de zon. In totaal zijn het 16.500 stokken. Het doel is om per stok iets meer dan één fles wijn te produceren, oftewel 20.000 flessen per jaar. Met het vroege voorjaar van dit jaar moeten we een eind in die richting
reportage > 19 komen, mits er geen erge hagelbuien komen. Ik zet de wijnen af in de wijde omgeving, bij gespecialiseerde wijnzaken, lokale horeca en enkele sterrenrestaurants. Het belangrijkste vind ik dat de wederverkopers achter het product staan.”
Romantisch beeld “Veel mensen hebben een te romantisch beeld van de wijnbouw: met een fles wijn in de zon zitten en een beetje druiven plukken. De realiteit is keihard werken. De druiventeelt is erg arbeidsintensief met veel handwerk en het is weersafhankelijk. Voor één hectare druiven moet je zo’n 500 à 600 uur arbeid rekenen. Mijn moeder ondersteunt me met allerlei hand- en spandiensten. Verder wil ik zo ambachtelijk mogelijk werken, dit betekent: wijn maken met datgene wat uit de wijngaard komt, dus met zo min mogelijk toevoegingen. Het gaat uiteindelijk om het resultaat wat in de fles zit en dat moet een zuivere wijn zijn.”
Anders dan fruitteelt De insteek van wijnbouw is anders dan bij fruitteelt. Diederik: “Bij fruitteelt ga je voor het maximale aantal kilo’s. Bij druiventeelt gaat het om maximale kwaliteit. Dit betekent dat we gedurende het seizoen opbrengst reductie toepassen. We knippen trossen weg en streven naar kleine druiven. Veel smaak zit namelijk in de schil. Veel grote druiven betekent veel
“Met de nieuwe druivenrassen kun je ook in Nederland uitstekende wijnen maken.” water. Wij willen vooral veel smaak. We oogsten de druiven pas als ze superrijp zijn. Het juiste moment kiezen luistert erg nauw en is bij wijze van spreken een dag voor de rot. Wijn maken doe je dus eigenlijk in de wijngaard. Voor een mooie wijn moet daar alles kloppen.”
Duurzame teelt Voorlichter Kees Westbroek van AR Plant bezoekt het bedrijf een paar keer per jaar. Diederik: “Hij adviseert me bij de teelt en Kees is zelf ook een wijnliefhebber. Ik probeer overigens zo min mogelijk te spuiten. Ik ben als biologische wijnboer begonnen. De focus kwam alleen te veel op handmatige en machinale onkruidbestrijding te liggen, waardoor ik minder aandacht kon besteden aan het product waar het eigenlijk om draait, de druiven. De biologische status heb ik achter me gelaten. Nu spuit ik twee keer per seizoen om de onkruiddruk onder controle te houden en 2 à 3 keer per seizoen tegen meeldauw. In vergelijking met de klassieke wijnbouw in het buitenland is dit erg weinig. Daar wordt soms 14-16 keer per seizoen tegen meeldauw gespoten. De druiven
rassen die ik hier gebruik zijn minder gevoelig voor ziekten en schimmels. Met deze sterke druivenrassen en zo min mogelijk spuiten kunnen we wel spreken van een duurzame manier van druiventeelt.”
Wijn = emotie Diederik: “Het bedrijf kent drie facetten: druiven telen, wijn maken en agrotoeristische activiteiten. Op alle drie de vlakken wil ik dolgraag uitbreiden. Wijn zorgt toch voor bepaalde emoties en daar kun je op inspelen. Wat betreft het agrotoeristische: mensen kunnen hier elke vrijdag en zaterdag terecht om wijn te kopen en het bedrijf te bezichtigen. Ook organiseer ik workshops en ieder jaar houden we in augustus een groot diner. Mensen kunnen dan in de wijngaard genieten van heerlijk eten én heerlijke wijn natuurlijk! Verder onderzoek ik de mogelijkheden voor het opzetten van een Bed & Breakfast. Ik zie veel toekomstmogelijkheden, de wijnstokken plant je voor 30 à 40 jaar en hoe ouder de stok, hoe lekkerder de wijn!”
20 > bedrijfsontwikkeling
Melkveefosfaatreferentie Na het quotumtijdperk kunnen melkveehouders meer melk produceren, maar worden aanvullende eisen gesteld aan grondgebondenheid of verplichte mestverwerking. Ondernemers krijgen daarvoor een melkveefosfaatreferentie. Melkveefosfaatreferentie is een maat voor het fosfaatoverschot op een bedrijf dat wordt veroorzaakt door de fosfaatproductie van melkvee en bijbehorend jongvee. Het referentiejaar is het kalenderjaar 2013. Vleesvee en andere diertakken worden buiten beschouwing gelaten. Als het fosfaatoverschot van het melkvee inclusief jongvee ten opzichte van die referentie groter wordt, dient dit voor 100% te worden verwerkt.
Voorbeeld In 2015 produceert een melkveebedrijf 7.500 kg fosfaat en kan zelf 4.500 kg plaatsen (= fosfaatgebruiksruimte). Het berekende bedrijfsoverschot is dan 3.000 kg. In 2013 was sprake van een overschot van 2.000 kg (= melkveefosfaat referentie). Het bedrijf zit in gebied Oost waarvoor het reguliere verwerkingspercentage 30% is. De verwerkings-
plicht over de melkveefosfaatreferentie is 600 kg. Over het restant van het overschot is de verwerkingsplicht 100%. De totale verwerkingsplicht wordt dan 1.600 kg fosfaat. Deze verwerkingsplicht kan op diverse manieren worden ingevuld (zie artikel over mestverwerking op pagina 21).
Voortgang Nadat het wetsvoorstel de beide kamers heeft gepasseerd, zal het, mogelijk met enige aanpassing, op 1 januari 2015 ingaan. Later dit jaar ontvangt u een beschikking van RVO waarin staat wat uw melkveefosfaatreferentie over 2013 wordt. Bent u het daarmee niet eens dan is bezwaar mogelijk. Voor meer informatie, vraag uw adviseur van AR Bedrijfsontwikkeling, 0317-499599 of
[email protected].
Kg fosfaat Fosfaatproductie melkvee 2015
Verwerkingsplicht (%)
Verwerkingsplicht (kg)
-2.000
30%
600
1.000
100%
1.000
7.500
Fosfaatgebruiksruimte 2015
-4.500
Berekend bedrijfsoverschot
3.000
Melkveefosfaatreferentie (2013) Melkveefosfaatoverschot
Onderneem nu actie: vergunning Natuurbeschermingswet in 2014 of 2015? Voor alle bedrijven met een veehouderijtak en/of paar den is de NBW-vergunning (Natuurbeschermingswet) een onderwerp om rekening mee te houden. Voor het ene bedrijf is het verstandig om nog dit jaar een vergun ning aan te vragen, het andere bedrijf kan beter wachten op het nieuwe beleid (PAS - Programmatische Aanpak Stikstof) dat waarschijnlijk vanaf 2015 van kracht gaat. Door wet- en regelgeving wordt het verkrijgen van de benodigde vergunningen voor een nieuwe stal steeds lastiger. Voor de vergunde rechten moet teruggekeken worden tot de jaren waarin de Natura 2000-gebieden zijn aangewezen (vaak 1994, 2000 of 2004). Het niet op orde hebben van de vergunningen kan gevolgen hebben voor de bouwvergunning, de financiering en de toeslagrechten.
Vergunningencheck Wilt u duidelijkheid en de juiste keuzes maken, laat dan uw adviseur van AR Bedrijfsontwikkeling de vergunningencheck uitvoeren, een soort APK voor al uw vergunningen. Stuur een mail met uw contactgegevens naar
[email protected] en de adviseur uit uw regio neemt vrijblijvend contact met u op. Bellen kan natuurlijk ook, telefoon 0317-499599.
bedrijfsontwikkeling > 21
AR bemiddelt bij mestverwerkingsplicht Vanaf 2014 zijn bijna alle veehouders met een bedrijfsoverschot in kg fosfaat verplicht om een deel van de mest te laten verwerken. Uitgezonderd zijn veehouders die een regionale mestafzet overeenkomst (RMO) hebben afgesloten. Ook export wordt als verwerking beschouwd. AR Bedrijfsontwikkeling heeft inmiddels veel ervaring in het adviseren over het mestbeleid en in het regelen van vervangende verwerkingsovereenkomsten (VVO) voor veehouders. Deze overeenkomst dient u vóór 31 december te hebben geregeld.
Overeenkomst verwerker/exporteur Veehouders kunnen voldoen aan de mestverwerkingsplicht door een overeenkomst met een verwerker/exporteur te sluiten en de mest hieraan te leveren. Gaat de mest via een intermediair naar de verwerker/exporteur dan is sprake van een driepartijenovereenkomst.
VVO Als een veehouder meer mest laat verwerken dan strikt noodzakelijk dan kan deze veehouder de verwerkingsplicht van een andere veehouder overnemen. Dit is de vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO).
Toekomstplannen op koers Wilt u op korte termijn een nieuwe stal bouwen? Of over weegt u over enkele jaren een bedrijfsaanpassing door te voeren? Voor een grotere slagingskans is het belangrijk om uw wensen en toekomstplannen op een rij te zetten. Zowel voor de financiële haalbaarheid als voor het aan vragen van vergunningen, hebben uw plannen meer kans van slagen als u alle aspecten goed in beeld heeft. Betrek daarbij zaken als arbeid, omgeving, vergunningen, mest beleid, bedrijfsrendement en de inzet van financiële middelen. Als het doel duidelijk is, kunt u de weg ernaartoe veel beter uitzetten en alle bedrijfsbeslissingen daarop afstemmen. Dat geeft meer houvast en een stabiele koers.
Wij denken met u mee AR Bedrijfsontwikkeling zet zich in als sparringpartner voor uw onderneming. Informeer vrijblijvend naar de mogelijk heden bij Harold Vogels, telefoon 06-55331109.
Meer info Ko van Schaik, adviseur van AR Bedrijfsontwikkeling, bemiddelt tussen veehouders. Heeft u een vraag of wilt u verwerkingsplicht aanbieden of verwerven, bel of mail dan met Ko. M 06-55851253 E
[email protected].
Melkquotum, varkens- en pluimveerechten Wilt u productierechten verwerven of aanbieden? Neem dan contact op met AR Bedrijfsontwikkeling.
> Bemiddeling melkquotum Jannes Jansen M 06-26944502 E
[email protected]
> Bemiddeling varkens- en pluimveerechten Ko van Schaik M 06-55851253 E
[email protected]
22 > voer
Zo maken wij… biologisch voer! AgruniekRijnvallei levert voor alle diercategorieën ook biologisch voer. Net als het gangbare voer gaat het naar veehouders in heel Nederland. Ook maakt AgruniekRijnvallei biologisch voer voor enkele collegamengvoerproducenten. Wim Krajenbrink (manager biologisch voer), Gerard Bruil (operator fabriek Wichmond) en Jan Engelberts (inkoper en hoofd optimalisatie en calculatie) vertellen over het bijzondere biologisch voer van AgruniekRijnvallei. AgruniekRijnvallei maakt op twee locaties biologisch voer. De fabriek in Wichmond produceert al het biologisch voer voor rundvee, varkens, geiten en paarden, in totaal 10.000 tot 12.000 ton per jaar. De fabriek in Barneveld heeft een aparte productielijn voor biologisch voer. Er wordt meel g eproduceerd, vooral voor pluimvee. In Barneveld wordt jaarlijks ongeveer 25.000 ton geproduceerd. “Vanwege de voorwaarde van gescheiden stromen en het risico van versleping gaat biologisch voer maken
eigenlijk niet in een gangbare fabriek. Het extra werk maakt het voer te duur en er blijft altijd een risico van versleping”, zegt Wim Krajenbrink. “Daarom hebben wij twee gespecialiseerde biologische fabrieken.” Als enige in Nederland verwerken de fabrieken in Wichmond en Barneveld biologische corn cob mix (CCM) in het voer. “Net als met gangbaar voer kunnen we klantspecifieke biologische voeders maken”, vertelt Jan Engelberts.
“Als enige in Nederland verwerken wij biologische CCM.”
V.l.n.r. Wim Krajenbrink, Jan Engelberts en Gerard Bruil. Foto Hans Prinsen.
column > 23 Optimum van prijs en kwaliteit Het doel bij het maken van biologisch voer is niet anders dan bij gangbaar voer, aldus Krajenbrink: “Voer maken waarmee dieren optimale prestaties kunnen leveren binnen een aanvaardbare kostprijs.” Engelberts benadrukt: “We streven niet naar de laagste prijs maar naar een optimum van prijs en kwaliteit. Bij biologisch voer heb je namelijk te maken met enkele beperkingen.” Biologisch voer mag alleen biologische grondstoffen bevatten. Genetische modificatie is uit den boze. Verder mag bij de teelt geen chemische gewasbescherming zijn toegepast en chemische bewerking van grondstoffen is taboe. Dat sluit schroten, zoals sojaschroot, uit. Schroten komen vrij bij chemisch extraheren om olie te winnen. Het alternatief is persen, waarna schilfers overblijven. Synthetische aminozuren zijn ook niet toegestaan. Voor biologisch voer gelden aanvullende eisen en controles van SKAL, naast de kwaliteitseisen en controles voor gangbaar voer. Voer voor biologische eieren die naar Duitsland gaan moet ook voldoen aan de Duitse KAT-eisen.
Regionaal geteelde grondstoffen Hoewel AgruniekRijnvallei tracht biologische grondstoffen zoveel mogelijk regionaal te betrekken lukt dat minder goed met eiwithoudende grondstoffen. Als een van de alternatieven wordt biologische soja uit China gebruikt. “Terwijl de vraag naar biologische grondstoffen toeneemt, is de beschikbaarheid regionaal afgenomen”, vertelt Jan Engelberts. “Bij de relatief hoge graanprijzen van de afgelopen jaren zijn nogal wat biologische telers overgestapt naar gangbaar. Verder is het areaal biologisch geteelde soja afgenomen door de opkomst van genetisch gemodificeerde soja en mais in met name Noord- en Zuid-Amerika. Daar staat tegenover dat in de Baltische staten en in de Oekraïne boeren zich hebben gespecialiseerd in de biologische teelt.”
Keiharde brokken In het algemeen is ook de beschikbaarheid van bio logische bijproducten beperkter dan die van gangbare. Bijvoorbeeld biologische bietenpulp is onvoldoende beschikbaar om in het voer te verwerken. Daarom worden meer traditionele grondstoffen gebruikt, met name granen zoals tarwe, gerst en mais. Dat komt de hardheid van de brok ten goede. “We persen zonder melasse en vinasse in Wichmond keiharde brokken”, zegt Wim Krajenbrink. Dat ligt volgens Gerard Bruil niet alleen aan de grondstoffen. “Met onze technische uitrusting kunnen we sowieso de beste brok maken. We gebruiken een BOA compactor die het voer voor het persen als het ware kneedt. En we kunnen tijdens het persen de weerstand traploos regelen.” Krajenbrink vertelt dat in Barneveld alle grondstoffen enkelvoudig oftewel apart worden gewalst. Daardoor kan de grofheid worden afgestemd op de specifieke grondstof. In de meeste andere fabrieken worden de grondstoffen eerst gemengd en gaan dan door de fijnmalende hamermolen. Gerard Bruil: “Hier in Wichmond kunnen we zelfs fractioneel malen. Dat geeft ons voer een betere verteerbaarheid door het dier en een hoger rendement voor de boer. ”
SecureFeed Als Topsector Agri & Food zijn wij voor de afzet en opbrengst van onze producten voor een groot deel afhankelijk van afzet naar het bui tenland. De boycot van landbouw producten door Rusland heeft dat nog eens goed duidelijk gemaakt. Het blokkeren van agrarische producten is niet nieuw, maar doorgaans zijn dierziektes of contaminanten de oorzaak. Boycotten om politieke redenen is een relatief nieuw fenomeen. Het bereiken van ‘nieuwe’ afzetgebieden is doorgaans een langdurig proces. Hoe kunnen we hier als toeleverancier een rol in spelen? Om te beginnen door ons ervan bewust te zijn dat een groot deel van de producten die onze leden produceren, de grens overgaat. Ten tweede door continue bezig te zijn met de eisen waaraan producten moeten voldoen om ze naar andere (nieuwe) landen te kunnen exporteren. Deze eisen kunnen een breed pakket aan voorwaarden bevatten op het gebied van contaminanten, herkomst van grondstoffen, gebruik van GGO-technieken, gebruik van gewasbeschermingsmiddelen etc. Het is belangrijk dat we openstaan voor deze eisen. In dit kader is het goed te kunnen melden dat de dier voedersector de krachten bundelt voor de veiligheid van voeders in SecureFeed. De sector komt tot dit initiatief omdat ze grote waarde hecht aan het vertrouwen in voedsel uit dierlijke productieketens. De nieuwe organisatie is een stichting en komt, met ingang van 1 januari 2015, in de plaats van het huidige TRUSTFEED. De scope is breder omdat SecureFeed zich richt op alle voedermiddelen en niet alleen op mengvoeders. Dit betekent dus meer deelnemers en meer producten die er onder vallen. SecureFeed ontwikkelt en beheert een programma voor collectieve monitoring en risicobeoordeling van zowel leveranciers als producten. De organisatie kan collectief bovenwettelijke actiegrenzen vaststellen voor bepaalde (natuurlijke) contaminanten, om te voorkomen dat deze ongewenste stoffen terechtkomen in voederproducten die op het erf geleverd worden. SecureFeed moet voor de diervoedersector gaan gelden als hét centrale aanspreekpunt voor overheid en ketenpartijen, met betrekking tot de borging van de voedselveiligheid. AgruniekRijnvallei mag achter de schermen op meerdere fronten meewerken aan SecureFeed en de nieuwe bor gingssystematiek, dit in het belang van voedselveiligheid en de borging van de afzet van onze agrarische producten. Ik wens iedereen goede bedrijfsresultaten. Albert Getkate Operationeel directeur
24 > medewerker
Agrubrij-bereider Mart Lamers Zelf noemt Mart Lamers (48 jaar) zich nog steeds silomedewerker hoewel hij inmiddels de meeste tijd besteedt aan de bereiding van Agrubrij. Maar omdat op het op- en overslagbedrijf van Rijnzate in Doetinchem iedereen elkaar helpt, lost hij ook nog regelmatig grondstoffen uit een schip of laadt ze vanuit de silo’s in een bulkwagen. Boerenzoon Mart volgde de LTS-richting bouw maar ging daarna meteen aan de slag bij een agrarisch loon bedrijf. Nadat hij al een paar jaar continu was verhuurd aan Agruniek kwam hij in 1998 in dienst van de coöperatie. “Eerst onder in de schepen met de Bobcat grondstoffen aanschuiven, later ook op de kraan schepen lossen”, vertelt hij over zijn eerste werkzaam heden. De laatste jaren is hij vooral bezig met de productie van Agrubrij, kant en klaar brijvoer voor zeugen en vleesvarkens. Agrubrij is een hoogwaardig mengsel van CCM en tarwe gistconcentraat. De werkdag duurt officieel van 7.00 tot 16.30 uur maar Mart drinkt om kwart voor zeven al koffie met zijn collega’s. Elke dag om 7.00 uur arriveert een vracht vloeibare grondstof en dezelfde tankauto neemt daarna een lading brij mee. Mart moet daarvoor de silo’s en ventielen openen. De voorgaande middag heeft hij de brij al voorbereid waarna die ‘s nachts automatisch is gemengd. Om kwart over zeven rijdt Mart vanuit de werkplaats naar de sleufsilo’s om de eerste lading corn cob mix (CCM) te halen. Van CCM laden tot de brij gereed is duurt 2,5 uur. Als hij ’s middags voor hij naar huis gaat de menger nog een keer vult kan hij per dag vier tankautoladingen maken.
Ook op zaterdag Tijdens het mengen schiet er soms een half uurtje over. In die tijd helpt Mart een collega met het vullen van bulkwagens bij het laadstation of vervangt hij de kraanmachinist zodat die kan pauzeren. “We proberen de schepen zo snel mogelijk leeg te maken”, geeft Mart aan. De werkdag loopt nogal eens uit en ook op zaterdagmorgen is Mart wel
Foto Hans Prinsen
“De kwaliteit van de grondstof is de basis van de kwaliteit van het voer.” eens in Doetinchem te vinden. “Ik maak soms wel lange dagen maar ik voel me erg vrij in mijn werk. Niemand kijkt me op de vingers”, zegt Mart met een glimlach. Indien nodig kan hij vanuit huis de brij mengen en de inhoud van de silo’s laten rondpompen zodat bij vorst de ventielen niet vastvriezen. Indien nodig gaat hij in het weekend naar het bedrijf om te controleren of er geen ventielen zijn vastgevroren. En zo nodig gaat hij om sneeuw van de lintmenger te verwijderen omdat anders de automatische weeginrichting niet goed werkt.
Kwaliteit is de basis “We zitten nu weer midden in de maisoogst”, zegt Mart. “In vier tot zes weken worden de reusachtige sleuf silo’s gevuld met CCM.” Rijnzate neemt gedorste maiskorrels in en verwerkt
deze tot CCM. Gedurende de maisoogst vult Mart, naast het maken van brij, de mobiele maalinstallatie met de door de loonwerker aangevoerde maiskorrels. Wekelijks loopt Mart boven langs de randen van alle sleufsilo’s om de afdekking te controleren. “De kwaliteit van de grondstof is de basis van de kwaliteit van het voer”, geeft hij aan. Als alles goed is gelopen, is voor Mart een werkdag geslaagd. Bij het maken van brij doen zich zelden grote problemen voor. Wel zijn er soms storingen bij de grondstoffensilo’s, bijvoorbeeld een klep die niet open of dicht wil of een elevator die vastloopt. “Soms moet wel twee ton voer met de hand worden weggeschept. Waar nodig helpen we elkaar”, vertelt Mart. “We gaan pas naar huis als het werk af is.”
bedrijfstechniek > 25
Onderhoud zonnepanelen Door bladval, uitwerpselen van vogels, stof en mosvorming kunnen zonnepanelen vuil worden. Een regenbui is niet altijd voldoende om al het vuil weg te spoelen. Vervuilde zonnepanelen vangen minder licht op waardoor het rendement daalt én de levensduur van de panelen korter wordt. Het is raadzaam om de panelen jaarlijks te reinigen en zo nodig technisch onderhoud uit te voeren.
Onderhoud van de installatie bestaat uit: > controle panelen > controle montagesysteem > controle bekabeling > uitlezen omvormer > reinigen van de ventilator van de omvormer.
Gasrekening drukken met warmtepomp U kunt veel energie besparen met een warmtepomp. Hiermee kunt u de warmte uit de stal gebruiken om water te verwarmen voor vloer- of naverwarming.
Reiniging van de zonnepanelen:
Met absorptiepanelen (radiatoren die warmte opnemen in plaats van afgeven) kan de warmte via het centrale afzuigkanaal naar de warmtepomp worden gebracht. Door het plaatsen van een buffervat tussen de warmtepomp en de cv-installatie kan de warmtepomp ook doordraaien op momenten dat er minder energie nodig is. Zo verhoogt u het rendement van de gehele installatie.
> reinigen zonnepanelen (indien nodig met speciaal reinigingsmiddel voor zonnepanelen).
Terugverdientijd
Meer informatie Voor meer informatie of voor het maken van een afspraak kunt u contact opnemen met Bedrijfstechniek, 0342-404850 of
[email protected].
De COP-waarde (kengetal rendement) van een dergelijke installatie kan oplopen tot 5,5. Dit betekent dat er uit iedere kilowatt elektrische energie 5,5 kilowatt thermische energie gehaald wordt. Als we dit vertalen naar gas- en stroomkosten kan een warmtepompinstallatie die het gehele jaar draait zichzelf in drie tot vier jaar terugverdienen. Afhankelijk van de situatie op uw bedrijf, kunt u kiezen voor een 10 kW- of een 20 kW-installatie.
AHP-warmtepomp Deze speciaal voor de agrarische markt ontworpen warmtepomp met rvs-behuizing behaalt een optimaal resultaat bij warmte uit de stal of het luchtkanaal van circa 20°C en bij een laagtemperatuur-verwarmingssysteem (vloerverwarming of paneelverwarming). Met name voor bedrijven die het hele jaar door warmte nodig hebben, zoals fokbedrijven, is dit systeem zeer interessant.
25% korting op ATAG cv-ketel Om er warm bij te zitten heeft Bedrijfstechniek een aantrekkelijke actie: tot 31 december 2014 ontvangt u maar liefst 25% korting op de zuinige ATAG E-serie cv-ketels! Dit zijn compacte en betrouwbare cv-ketels met een groot warmwatercomfort. Cv-ketels gaan gemiddeld zo’n 10 tot 15 jaar mee. De gebreken komen dan vaak onverwachts en op een
ongelukkig moment. Heeft u een verouderde ketel of bent u toe aan een ketel met een sterk verbeterd rendement? Profiteer dan nu van onze actie. Heeft u belangstelling? Neem dan vrijblijvend contact op met Bedrijfstechniek, 0342-404850 of
[email protected].
26 > reportage
De puntjes op de i zetten Vier jaar geleden namen Alexander (28) en Suzanne (27) Kampman het vleesvarkensbedrijf over van zijn ouders in het Overijsselse Daarlerveen. Beide zijn dagelijks in de stallen te vinden. Ze gaan niet voor de massa maar voor de kwaliteit. Daarvoor proberen ze de puntjes op de i te zetten.
voer > 27 Alexander en Suzanne leerden elkaar kennen op het AOC. Hij was daarna van plan een jaar als monteur bij een transportbedrijf te gaan werken maar bleef er uiteindelijk acht jaar. De laatste twee jaar was Suzanne zelfs meer in de stallen te vinden dan Alexander. Daarvoor werkte ze als vaste medewerker elders op een varkensbedrijf. Naast de zorg voor het huishouden met hun in augustus geboren dochter Sanne komt ze ook nu dagelijks in de stallen en verzorgt ze de administratie. Sinds twee jaar geleden de bouw van een nieuwe stal voor 2.900 vleesvarkens startte werkt Alexander volledig thuis. In twee oudere stallen houden ze 1.500 vleesvarkens.
Te lage NH3-uitstoot
“De bouw van de nieuwe stal had nogal wat voeten in de aarde”, aldus Alexander. “Uitbreiden op deze locatie was aanvankelijk niet mogelijk, wel waren er mogelijkheden een paar honderd meter verderop in een LOG gebied. Dat LOG gebied werd na veel protesten geschrapt. Uiteindelijk hadden de buren geen bezwaar meer tegen de uitbreiding en konden we hier blijven.” Vanwege de uitbreiding moesten op twee stallen luchtwassers worden geplaatst. Op de nieuwste stal moet de ammoniakuitstoot 95 procent worden gereduceerd, op de andere stal 70 procent. Omdat met het oog op de toekomst twee dezelfde biologische luchtwassers zijn geplaatst wordt de ammoniakemissie uit de oudere stal meer dan 70 procent beperkt. Alexander: “Bij controle van de milieuvergunning verplichtte de gemeente ons de milieuvergunning aan te passen voor een lagere werkelijke ammoniakuitstoot.”
Opvang biggen De vleesvarkens in de stallen zijn een kruising van een TOPIGS-30 zeug met een Duitse Piétrain-beer. De huidige vermeerderaar woont op amper vijf kilometer afstand en levert sinds het gereedkomen van de stal twee jaar geleden de biggen. “We hebben graag alle biggen van dezelfde vermeerderaar”, vertelt Suzanne. Alexander en Suzanne proberen vanaf het begin de puntjes op de i te zetten. Dat begint met de opvang van de biggen in een afdeling die is voorverwarmd met vloerverwarming, met strooisel op de hellende dichte vloer en met wat voer op de vloer gestrooid. “Met het strooisel en het voer op de vloer proberen we de biggen meteen te leren waar ze moeten liggen en waar ze moeten mesten en proberen we ze zo snel mogelijk aan het vreten te krijgen”, geeft Alexander aan.
Wei op nippel Elk hok beschikt over een groepsfeeder die toegankelijk is voor twee hokken. Een keer per dag vult een computer gestuurde droogvoerinstallatie de bakken. In elke bak zitten twee nippels waarmee een mengsel van kaaswei en water wordt verstrekt. “Wei verstrekken vraagt wel wat extra werk omdat wel eens een nippel verstopt wil raken”, vertelt Alexander. Suzanne vult aan: “In de ochtend en de middag controleren we alle hokken en we kijken een paar keer per dag in de technische ruimte of de druk op de wei-installatie goed is.”
De vermeerderaar voert ook brij. Alexander: “Het voer bij de vermeerderaar en bij ons heeft ongeveer dezelfde smaak. Dat vermindert de overgangsproblemen.” De huidige kruising is volgens Suzanne tamelijk gevoelig voor veranderingen, vooral in voer maar ook in klimaat.
Corn cob mix AgruniekRijnvallei levert al meer dan tien jaar voer op dit bedrijf en al net zo lang is Marcel Schennink hun voorlichter. Ze ontvangen nu zowel startvoer als groeivoer waarin corn cob mix (CCM) is verwerkt. Met de computergestuurde droogvoerinstallatie passen ze de verhouding tussen deze twee voeders aan van de startfase, via de tussenfase naar de groeifase. Bij de aanschaf van de voerinstallatie hielden ze er al rekening mee om op termijn zelf losse CCM te kunnen voeren. Met de huidige voerkosten loont zich dat niet volgens Suzanne. Het afgelopen jaar werd 3,1 ronde vlees varkens gehouden. Ze groeiden gemiddeld 823 gram per dag, gecorrigeerd voor een traject van 25 naar 117 kilogram en realiseerden een voederconversie van 2,25 kilogram voer per kilogram groei.
Gelten en beren gemengd Net als bij de vermeerderaar blijven de gelten en de beren gemengd, 12 tot 14 per hok. “Beren vreten vaker en trekken zo de zeugen mee naar de voerbak”, weet Suzanne inmiddels uit ervaring. Bij opleg wegen de biggen 20 tot 21 kilogram. Suzanne vindt dat een ideaal gewicht. “Lichte biggen starten bij ons beter op en de eerste kilo’s kunnen wij er goedkoper aan voeren dan de vermeerderaar.” De varkens zijn bestemd voor het Duitse Westfleisch. Bij afleveren wegen ze 123 kilogram om 96 tot 97 kilogram geslacht te wegen. Met Autofom realiseren ze gemiddeld een spierdikte van 67 millimeter en 102 punten. “Ons streven is technisch zo goed mogelijk te presteren. We verdienen ons inkomen liever met het huidig aantal varkens dan dat we daarvoor enorm moeten uitbreiden”, zegt Suzanne. Alexander vult aan: “Als je een hoge groei realiseert met dezelfde voeropname krijg je een scherpe voederconversie en hoef je minder mest af te zetten. Dat is ook winst.”
28 > plant
Graag stellen wij aan u voor: Groenteam AR Plant We hebben onze diensten en advisering voor boomkwekers, groen voorzieners en hoveniers vernieuwd. Het resultaat is het Groenteam AR Plant. Met de kennis en ervaring die samenkomen in dit team wordt teeltkennis gebundeld met een diepgaande en actuele kennis van middelen en de inzet ervan. Samenwerking Van Tuijl Een van de voorlichters van het Groenteam AR Plant is Willem Vermeer. Hij werkt bij handelsbedrijf Van Tuijl. AR Plant is niet voor niets de samenwerking aangegaan met Van Tuijl en daarom stellen we dit familiebedrijf graag aan u voor.
V.l.n.r. Ruben van Kraaij, Jan van Lavieren, Cees Westbroek en Willem Vermeer.
> Advies boomkwekerij en groenvoorziening: Jan van Lavieren Jan van Lavieren gaat zich meer toeleggen op het lesgeven bij Helicon en zal hierdoor minder klanten begeleiden. Jan blijft bereikbaar via
[email protected]. Ook kunt u hem ’s ochtends tussen 7.00 en 8.00 uur telefonisch bereiken op 06-22492009.
> Advies en verkoop boomkwekerij: Willem Vermeer Willem Vermeer, medewerker van Van Tuijl uit Haaften, is het eerste aanspreekpunt voor de boomkwekerij. Hij is telefonisch (06-30736164) en via e-mail (
[email protected]) bereikbaar. Door de samenwerking met Van Tuijl kunnen we u voorzien van een compleet pakket diensten en middelen voor de boomkwekerij.
> Advies bodem en bemesting: Ruben van Kraaij Ruben van Kraaij is onze specialist bodem en bemesting. Ook met specifieke vragen over ziekten en plagen kunt u terecht bij Ruben. Vanuit de fruitteelt heeft hij hierin een brede ervaring opgebouwd. U kunt hem bereiken via 06-54384806 en
[email protected].
> Advies en verkoop hoveniers en groenvoorziening: Cees Westbroek Cees Westbroek is het eerste aanspreekpunt voor hoveniers en groenvoorziening. U kunt hem bereiken via 06-22661232 en
[email protected].
Van Tuijl is al jarenlang een bekend handelsbedrijf in de plantaardige sector en bestaat inmiddels uit drie onder nemingen: - VTH: de handel waarin potten, trays en tonkinstokken de hoofdproducten zijn. Van Tuijl heeft dealerschappen met onder andere Desh Epla, Kreuwel en Modiform. - Vatuplast: een dochteronderneming die potten produceert. - Vatustick: een dochteronderneming die de import van bamboe- en tonkinstokken verzorgt. In zeer nauwe samenwerking importeert Vatustick de tonkinstokken voor AR Plant. Van Tuijl verzorgt de inkoop en de voorraad. Mooie bijzaak is dat Van Tuijl en AR Plant in dezelfde gemeente zijn gevestigd. Van Tuijl: “Wij zien met deze goede en plezierige samenwerking met AR Plant de toekomst zeer positief tegemoet!”
plant > 29
Zilveren jubileum Antonie de Kruijff Op 11 september was teamleider fruitteelt Antonie de Kruijff 25 jaar in dienst. Tijdens een receptie op 30 oktober van 19.30 tot 22.00 uur in De Betuwe in Tiel kunt u hem hiermee feliciteren.
Loopbaan Antonie Van jongs af aan speelt fruitteelt een grote rol in Antonies leven. Antonie is opgegroeid op het fruitteeltbedrijf van zijn ouders in Tiel. Zij teelden klein- en grootfruit. Hij heeft de middelbare agrarische school gevolgd, richting fruitteelt. Na het afronden van de opleiding tot leraar Fruitteeltpraktijk is hij 3,5 jaar fulltime docent geweest in Geldermalsen. In 1989 vroeg Gerard van Leeuwen aan Antonie of hij interesse had om fruitteeltvoorlichter te worden. Hij is door Nelis van Driel en Ruud Drost aangenomen en trad op 11 september 1989 in dienst bij Rijnzate Betuco, wat later AgruniekRijnvallei is geworden. Daarnaast is hij nog ruim zeven jaar docent gebleven voor een aantal uren per week.
Op zijn lijf geschreven Antonie haalt veel plezier uit zijn werk als voorlichter. Met name de afwisseling in het werk, de sector en de teeltkant maken het interessant. De leraar in hem is er ook nog steeds: het overbrengen van kennis en het meedenken met de klant maken het werk nog mooier. Als hij nu terugkijkt op
de afgelopen jaren ziet hij dat er veel is veranderd: “De hulpmiddelen zoals een mobiele telefoon en de lap top waren er in de beginjaren niet. Vroeger werd ik veel ’s avonds gebeld. Nu ben ik de hele dag bereikbaar. Dit maakt het soms hectischer, maar tegelijkertijd kan ik zo snel reageren op een vraag van een klant.
Graandemo akkerbouw 2014 Op donderdag 26 juni vond de Graandemo plaats bij familie Den Boesterd in Neerijnen. Op het programma stonden onder andere de rassendemo granen en bieten en de fungicidenproef in granen.
Nieuw groeiseizoen Voor het nieuwe groeiseizoen heeft AgruniekRijnvallei uit eigen vermeerdering de rassen Asano, Atomic, Mediator, Tabasco en Tobak beschikbaar. Overleg met uw voorlichter wanneer u een ander ras wilt bestellen. Ook kunt u bellen met onze verkoopbinnendienst, telefoon 0418-655944.
Gratis fruit in Welkoopwinkels AgruniekRijnvallei heeft in september Nederlandse appels en peren uitgedeeld in de Welkoopwinkels die onder het beheer van AgruniekRijnvallei vallen. Dit was een oproep aan de consument om meer fruit van eigen bodem te eten en zo de fruitsector een steuntje in de rug te geven. De sector ondervindt momenteel fors hinder van de Russische boycot van Nederlands fruit.
30 > plant
Licentie ongediertebestrijding? CAF schoolt u bij! Vanaf volgend jaar veranderen de regels rondom ongediertebestrijding in de land- en tuinbouw. Dit komt door wijzigingen in het middelenpakket, ongewenste effecten van deze groep middelen (rodenticiden) in het vrije veld, ongewenste effecten op andere zoogdieren en resistentieontwikkeling van de bruine rat tegen een aantal gangbare middelen. Vanaf 1 juli 2015 worden aanvullende eisen gesteld aan personen die in de agrarische omgeving met rodenticiden werken. Hierbij worden twee groepen onderscheiden: > Personen met licentie Het betreft personen die rodenticiden toe willen (blijven) passen op het agrarische bedrijf en dit momenteel doen met hun reguliere Bewijs van Vakbekwaamheid. Deze mensen kunnen door het volgen van een éénmalige kennisbijeenkomst hun Bewijs van Vakbekwaamheid (voor 1 juli 2015) uitbreiden met het onderdeel Knaagdierbestrijding (KBA). Vervolgens kan deze met één extra bijeenkomst per vijf jaar meelopen in de reguliere verlenging van uw Bewijs van Vakbekwaamheid. Vanaf eind oktober gaat CAF deze kennisbijeenkomsten verzorgen.
> Personen zonder licentie De andere groep betreft personen die rodenticiden toe willen passen, al dan niet op hun agrarische bedrijf en tot nu toe geen enkele specifieke bekwaamheid hebben genoten voor het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen. Hierbij is het advies u te wenden tot een regionaal AOC voor specifieke opleiding en toekomstig gebruik.
Kennisbijeenkomsten CAF Recent hebben Geert van Gessel en Ferdy Tolhoek van CAF hun bevoegdheid gehaald om kennis bijeenkomsten te geven met het onderdeel Knaagdierbestrijding. Zo kunt u eenvoudig uw Bewijs van Vakbekwaamheid uitbreiden met het onderdeel KBA. CAF start dit najaar met een reeks bijeenkomsten om bestaande houders van het Bewijs van Vakbekwaamheid bij te scholen.
Meer info en aanmelden Meer informatie vindt u op www.caf.nl en www.agruniekrijnvallei.nl. A an melden kan ook via de verkoop binnendienst, 0418-655944 of
[email protected].
Gratis voederwaardebepaling tijdens maisdemo’s Tijdens de maisdemo’s in Aalten, Ochten en Ermelo konden vee houders gratis de voederwaarde van hun mais laten bepalen. Veel veehouders hadden een maisplant of maismonster bij zich. Ook konden de ‘Toprassen’ uit het maispakket van AgruniekRijnvallei bekeken worden en konden een aantal nieuwe rassen beoordeeld worden.
In samenwerking met Provimi werd ter plekke met een mobiel NIRS-apparaat de voederwaarde en het drogestof gehalte gemeten. Door deze meting kan nog beter het optimale oogstmoment worden bepaald. Te vroeg oogsten gaat ten kosten van de voederwaarde, met name het zetmeelgehalte zal lager zijn.
Oplossing zomerpuzzel De oplossing van de zomerpuzzel was: Wie is het zonnetje in huis? Uit de vele inzendingen hebben we drie winnaars getrokken:
- H. van Ravenhorst uit Woudenberg - R. Navis uit Aalten - G. Vos uit Drongelen
Van harte gefeliciteerd! De winnaars hebben hun prijs inmiddels ontvangen. Bedankt voor alle inzendingen.
familie > 31
Kat en muis Die muis hoeft zo te zien niet bang te zijn! Kleur de kleurplaat zo mooi mogelijk in en stuur ‘m op naar Redactie Uniek, Antwoordnummer 377, 6700 WB Wageningen (postzegel niet nodig). Misschien win je een leuke prijs! Zorg er wel voor dat je je naam, adres en leeftijd duidelijk vermeldt. Veel kleurplezier!
© LOOK@T BV
Hoofdkantoor Rijnhaven 14, Wageningen Postbus 610, 6700 AP Wageningen T 0317-499599, F 0317-499590
[email protected] www.agruniekrijnvallei.nl
Bedrijfstechniek Van Zuijlen Van Nieveltlaan 61, Barneveld Postbus 27, 3770 AA Barneveld T 0342-404850, F 0342-404855
[email protected]
AgruniekRijnvallei Biologisch Rijnhaven 14, Wageningen Postbus 610, 6700 AP Wageningen T 0317-499575, F 0317-499590
[email protected]
AgruniekRijnvallei Voer Rijnhaven 14, Wageningen Postbus 610, 6700 AP Wageningen T 0317-499520, F 0317-499590
AR Bedrijfsontwikkeling Rijnhaven 14, Wageningen Postbus 610, 6700 AP Wageningen T 0317-499599, F 0317-499570
[email protected]
Conabij Parallelweg 9-11, Didam T 0316-293966 / 06-53696485 F 0316-293967
[email protected] www.conabij.nl
Masters Diervoeders Marsdijk 31, Lienden Postbus 610, 6700 AP Wageningen T 0317-499540, F 0317-499590
[email protected] www.mastersdiervoeders.nl
Rijnzate Rijnhaven 14, Wageningen Postbus 610, 6700 AP Wageningen T 0317-499542, F 0317-499544
[email protected] www.rijnzate.nl
Subli Parallelweg 9-11, Didam Postbus 610, 6700 AP Wageningen T 0900-2025321
[email protected]
Verbeek Broederij en Opfok Kauwenhoven 3, Lunteren Postbus 11, 6740 AA Lunteren T 0318-578250, F 0318-482411
[email protected] www.verbeek.nl
AgruniekRijnvallei Plant Zandweistraat 20, Waardenburg Postbus 610, 6700 AP Wageningen T 0418-655944, F 0418-655940
[email protected] CAF Zandweistraat 20, Waardenburg Postbus 610, 6700 AP Wageningen T 0418-655927, F 0418-655941
[email protected] www.caf.nl
Minal Parallelweg 9-11, Didam T 0317-499520, F 0317-499590
[email protected] WMU Parallelweg 9-11, Didam T 0317-499520, F 0317-499590
[email protected]
Welkoopwinkels van AgruniekRijnvallei •B arneveld, Van Zuijlen van Nieveltlaan 75 T 0342-424500 •D idam, Parallelweg 17 T 0316-228820 •E lst, Einsteinweg 10 T 0481-351544 •G eldermalsen, Rijnstraat 10 T 0345-573222 •P utten, Hoge Eng Oost 18 T 0341-362267 • Veenendaal, Groeneveldselaan 27 T 0318-512094 • Wijk bij Duurstede, Langbroekseweg 3 T 0343-591470 •W oudenberg, Parallelweg 4 T 033-2866040 •W ageningen, Rijnhaven 10b T 0317-421371 •Z altbommel, Van Voordenpark 3 T 0418-684260
AgruniekRijnvallei Rijnhaven 14, Postbus 610, 6700 AP Wageningen, T 0317-499599, F 0317-499590
[email protected], www.agruniekrijnvallei.nl