Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 2099 Antwerpen X - n° BC 6379
Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
België-Belgique P.B. 2099 Antwerpen X PB 8/1779
erkenning: p303221
11 juni 2 0 0 8 | nr 10 | 19 de j aa r g ang | w w w. k ul e uv e n .be / c k /
t i jdschrif t va n de k .u.l eu v en
Adoptiepapa’s onder de loep prijs voor project [3]
Schilderijen: over de prijs valt te praten doctor andus onderzoek t prijsevoluties ze ventiende-eeuwse schilderijen [4]
Neemt je seksuele geaardheid een loopje met je tred? Boekenchirurg Lieve Watteeuw buigt zich over de imposante openingsminiatuur van de Anjou-bijbel.
(© Rob Stevens)
congres rond seksonderzoek [5]
Uniek bijbelmanuscript Rector Vervenne krijgt opknapbeurt blikt terug “Overweldigend, subliem, absolute topkwaliteit…” Professor Jan Van der Stock praat in superlatieven over de prachtig geïllustreerde Anjou-bijbel. Een conservatieproject moet het veertiende-eeuwse manuscript klaarmaken voor een kennismaking met het grote publiek. Reiner Van Hove “Het handschrift ontstond in het begin van de veertiende eeuw aan het hof van Robert I van Anjou, koning van Napels”, vertelt Van der Stock, wetenschappelijk coördinator van het project. “De geschiedenis van het manuscript – vol intriges aan het hof – leest als een filmscenario, dat je zo zou kunnen verkopen aan Hollywood.” Het handschrift was bedoeld als een huwelijksgeschenk van Robert aan zijn troonopvolger Andreas, die vermoord werd voor hij de kroon op zijn hoofd kon zetten. De bijbel bleef in koninklijke kringen circuleren, tot hij rond het begin van de zestiende eeuw via de bisschop van Arras in het Leuvense Arrascollege terechtkwam. In 1970 gaf het Mechelse Grootseminarie het manuscript in depot aan de Maurits Sabbebibliotheek van de Faculteit Godgeleerdheid. Sindsdien is het één van de parels van het universitaire patrimonium, een status die begin dit jaar bevestiging kreeg met een opname in de topstukkenlijst van de Vlaamse Gemeenschap. Naast geschiedkundig belang
heeft het manuscript ook – en vooral – kunsthistorische waarde. De 338 folio’s van het handschrift bevatten twee volbladminiaturen en meer dan 160 initiaalversieringen en kleinere miniaturen die alluderen op de bijbelse teksten en gebeurtenissen in het koningshuis. Ze zijn het werk van meerdere Napolitaanse kunstenaars. Van der Stock: “Het meest overweldigend is de openingsminiatuur: een allegorie waarop de koning staat afgebeeld temidden van de deugden die aan hem worden toegeschreven. Maar eigenlijk zijn alle miniaturen subliem, echt absolute topkwaliteit. De tekst zelf heeft trouwens ook zijn belang gehad: Christoffel Plantijn gebruikt de Anjou-bijbel als één van de basisteksten voor zijn Polyglot-bijbel.” Wie na deze lofzang nog niet overtuigd is van de waarde van het handschrift, wacht misschien nog op een financiële vertaling ervan: “Het manuscript wordt geschat op 15 miljoen euro. In de bibliotheek van de Faculteit Godgeleerdheid wordt het veilig bewaard, in een leeszaal die eigenlijk een kluis is. Je kunt het handschrift uiteraard
Verschijningsdata Campuskrant 2008-2009
Visie op het voorBije academiejaar [6]
Onderwijs krijgt globaal goede score resultaten DOCENTENe valuatie [8]
niet zomaar opvragen, ‘om het eens te zien’. Onderzoekers die de nodige documenten voorleggen, geven we soms wel de gelegenheid om het in te kijken.”
Uit de band Ondanks de rijkdom van het handschrift is het bijna nooit aan het publiek getoond en nooit degelijk onderzocht, omdat de bewaaromstandigheden verre van ideaal zijn. Van der Stock: “In het begin van de twintigste eeuw is het de laatste keer ingebonden, maar op een foute manier. De band zit te strak, waardoor je het manuscript moeilijk kan openen. Bovendien zitten er plooien in het perkament en vertonen de pigmenten en het bladgoud lacunes.” Daarom ging onlangs een conservatieproject van start: “De praktische uitvoering is in handen van ons Studiecentrum voor Miniatuurkunst Illuminare, dat hiervoor samenwerkt met het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. Specialiste dr. Lieve Watteeuw van Illuminare zal de folio’s één voor één uit de band halen, scannen, onderzoeken en reinigen.” pagina 2
Nr. 1 – 24 sep 2008
Nr. 2 – 22 okt 2008
Jurist en journalist Christophe Deborsu
“In Leuven was ik een hardwerkende Vlaming” Le ven na Leuven [12]
“We moeten af van het normstudent-denken” diversiteitspl an associatie [17]
Mix je eigen Messias studiedagen rond nieuwe verlossers en spirituele meesters [18] Nr. 3 – 19 nov 2008 nr. 4 – 17 dec 2008 nr. 5 – 28 jan 2009
2 Nieuws colofon Campuskrant Maandelijks tijdschrift van de K.U.Leuven
Redactie Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen
Redactieadres Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven T 016 32 40 18, F 016 32 40 14 E
[email protected]
Adreswijzigingen (personeel en externen) Campuskrant T 016 32 40 18 E
[email protected]
Adreswijzigingen (oud-studenten) Erik Gobin T 016 32 40 02 E
[email protected]
Losse medewerkers Tine Bergen, Jelle De Mey, Joke Depuydt, Lien Lammar, Ines Minten, Jaak Poot, Katrien Steyaert, Wim Troch, Benedict Vanclooster, Tim Vuylsteke
Grafisch ontwerp Catapult, Antwerpen
Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen
Fotografie Rob Stevens, Michael De Lausnay
Cartoons Joris Snaet
Reclameregie Wouter Verbeylen T 016 32 41 46 E Wouter.Verbeylen@dcom. kuleuven.be
campuskrant
Veelbelovende longkankertherapie Vaccineren met het MAGE-A3-antigen lijkt een veelbelovende behandeling bij de meest voorkomende vorm van longkanker. Net als chemotherapie beperkt de vaccinatie de kans op hervallen na chirurgie maar de bijwerkingen voor de patiënt zijn veel milder. Dat blijkt uit een studie onder leiding van professor Johan Vansteenkiste van de Afdeling Pneumologie. De meest voorkomende vorm van longkanker is niet-kleincellig longcarcinoom. Het gaat om een agressieve kanker met een hoge sterftegraad. Een operatie heeft alleen zin als de tumor in een vroeg stadium ontdekt wordt. Patiënten bij wie de tumor verwijderd wordt, krijgen daarna in principe chemotherapie om de kans op hervallen te verkleinen. Maar dan nog blijft er een redelijke kans op hervallen en bovendien verdraagt niet iedereen de bijwerkingen van chemotherapie na een zware longoperatie. Vaccinatie met een antigen lijkt nu een veelbelovend alternatief voor of aanvulling bij chemotherapie. De patiënten krijgen daarbij injecties die hun immuunsysteem stimuleren om specifiek de longkankercellen aan te vallen daar waar bij chemotherapie meer
pagina 1
Uniek bijbelmanuscript krijgt opknapbeurt “Met verschillende geavanceerde technieken worden vervolgens de picturale lagen, het bladgoud en de inkt gestabiliseerd. We nemen ook hogeresolutiefoto’s van de folio’s om het manuscript te digitaliseren. Tot slot zullen de folio’s een nieuwe conservatieband krijgen. De financiering voor het project – 80.000 euro – komt van het Fonds InBev- Baillet Latour.” In 2011 krijgt het grote publiek de kans om de miniaturen in vlees en bloed – of beter: in perka-
ment en pigment – te zien: “Dan plannen we een tentoonstelling in het nieuwe Leuvense Stedelijk Museum M. De bezoeker krijgt de mooiste miniaturen te zien en kan via touch screen door een integrale digitale versie bladeren. De rijke en spannende geschiedenis van het manuscript komt dan vanzelfsprekend ook uitgebreid aan bod.” De evolutie van het project is te volgen via de website van Illuminare: http://www.illuminare.be
dan alleen de kankercellen geraakt worden. Professor Vansteenkiste coordineerde een studie met 182 patiënten, die na hun operatie het MAGE-A3-vaccin kregen of een placebo. Na een vervolgonderzoek van bijna vier jaar bleken de patiënten die de vaccinatietherapie kregen minder kans op hervallen te hebben. Als ze toch hervielen, duurde het meestal langer voor dat gebeurde. De bijwerkingen van de vaccinatietherapie waren bovendien minimaal. Volgens Vansteenkiste lijkt vaccinatietherapie vooral veelbelovend voor lange-termijnbehandelingen: “Zeker bij oudere patienten of mensen die verzwakt zijn door de zware operatie waarmee we de tumor verwijderen.” De therapie wordt nu verder in een wereldwijde studie getest om bevestiging van de resultaten te krijgen.
Oplage
(© Rob Stevens)
58.000 ex.
Drukwerk Verheyen Graphics, Deurne
Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven
Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op 24 september. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/
Vlaamse Marco Polo begint tweede leven in cyberspace Enkele jaren vóór Marco Polo trok de Vlaamse monnik Willem van Rubrouck al naar Mongolië. Het Maerlantcentrum lanceert nu een website gewijd aan deze ontdekkingsreiziger van eigen bodem. De fraai ogende site is het werk van velen, maar het is alumni-secretaris Erik Gobin die de teksten schreef in zijn vrije tijd. Jelle De Mey Reeds in 2001 werd Gobin door zijn toenmalige promotor, professor Raf De Keyser, aan boord gehaald van dit project. Het reisverslag van een dertiende-eeuwse Vlaamse franciscaan die op missie trok naar Centraal-Mongolië, sprak hem onmiddellijk aan. Al die tijd heeft Gobin rustig aan de analyse gewerkt, na zijn werkdag bij Alumni Lovanienses. Vanwaar die interesse voor een middeleeuwse pater? Erik Gobin: “Van Rubrouck heeft een aartsmoeilijke opdracht vol fysieke ongemakken tot een goed einde gebracht. Ik werd geboeid door zijn emoties tijdens deze beproeving. Maar niet alleen de historische fi-
guur, ook de mentaliteit in de dertiende eeuw interesseert me. Een religieuze samenleving, waarin de bijbel centraal stond. En toch formuleerde Van Rubrouck her en der kritische bedenkingen, als een verre voorloper van onze huidige westerse benadering van religie.” Volgens Gobin zijn er verschillende redenen waarom Willem van Rubrouck weinig bekend is terwijl bijvoorbeeld Marco Polo wereldberoemd werd: “Van Rubrouck ging nuchter en empirisch te werk. Marco Polo was een fantast, zo is gebleken. Zijn reisverhaal, geschreven in een mengtaaltje van Frans en Italiaans, was veel leesbaarder dan dat van Van Rubrouck. Die stelde zijn verslag,
dat bestemd was voor de Franse koning, in het Latijn op. Bovendien heeft Italië Marco Polo volop gepromoot toen het land, na zijn eenmaking in de negentiende eeuw, op zoek was naar eigen helden.” “Nochtans bestaan er vele Engelse en Franse sites over de figuur van Rubrouck. Maar ze zijn zelden van goede kwaliteit. Onze informatie heeft de historische toets doorstaan van een team onder leiding van professor De Keyser. Daarnaast verricht een DuitsMongools team van archeologen opgravingen in Karakoroum, een stad in Centraal-Mongolië die werd gesticht door de directe opvolger van Djenghis Khan, maar die in de zestiende eeuw opnieuw
werd verlaten. De Mongolen leefden semi-nomadisch in de dertiende eeuw en hadden tijdens het koude seizoen een vaste verblijfplaats nodig. Van Rubrouck was in Karakoroum toen deze stad haar hoogdagen beleefde. Zijn reisverslag is dus een zeer waardevolle bron.” Van Rubrouck is geen alleenstaand geval volgens Gobin: “Er zijn nog monniken vanuit onder meer Italië en Frankrijk naar het Mongoolse rijk gereisd. Wat mij vooral boeit, zijn de contacten tussen de Oosterse volkeren en West-Europeanen in een tijd dat er heel weinig kennis bestond over elkaar. Een erg boeiende materie om verder uit te diepen!” http://www.willemvanrubrouck.be
11 juni 2008
Nieuws 3
Adoptiepapa niet langer in de kou
Adoptiegezinnen komen steeds vaker voor, maar ze zijn in Vlaanderen nog niet eerder op grote schaal bestudeerd. Het Centrum voor Kinderpsychotherapie en Ontwikkelingsgerichte Interventie gaat de komende vijf jaar de relaties tussen adoptiekinderen en hun ouders in kaart brengen. Aan het onderzoek worden een website en een brochure voor adoptievaders gekoppeld. Wouter Verbeylen Het project ‘Adoptiepapa’ kreeg op 4 juni de prijs van het Fonds Hugo Van Mierlo. Dat kent elk jaar een prijs toe aan een initiatief dat de vader-kindrelatie bevordert. Doctoranda Eileen Tang van het Centrum voor Kinderpsychotherapie en Ontwikkelingsgerichte Interventie: “Ons centrum doet onderzoek naar ouderschap en kinderontwikkeling in het algemeen, en bij adoptie in het bijzonder. Voor het winnende project ‘Adoptiepapa’ krijgen we van het Fonds een beurs van 2.500 euro. De prijs werd dit jaar voor de vijfde keer uitgereikt, en het is voor het eerst dat hij naar een initiatief ging dat niet met beide voeten in de praktijk staat, maar dat onderzoek en praktijk combineert. We zijn volop geëngageerd in onderzoek naar ouderschap en kinderontwikkeling, en hoe beide mekaar beïnvloeden. In het verlengde daarvan willen we adoptievaders informeren over de sociaal-emotionele ontwikkeling van hun kind, maar evengoed willen we de samenleving sensibiliseren omtrent deze thematiek.”
Papa vs. mama ‘Adoptiepapa’ richt zich – de naam zegt het – specifiek op adoptievaders. Is er dan een groot verschil tussen vader en moeder in de omgang met hun (adoptie-) kind? Eileen Tang: “Tot nu toe bleek alvast bij natuurlijke vaders dat ze hun ouderrol gedeeltelijk anders invullen dan moeders. De moeder neemt meer de zorgtaken op zich, de vader gaat speelser, fysiek opwindender om met zijn
kinderen. Daarmee is nog niet gezegd dat dit een gevolg is van het geslacht van de ouders, het kan ook gewoon het rollenpatroon zijn – in andere culturen hebben vaders bijvoorbeeld een meer zorgende rol.” “Maar daarnaast zullen we in andere projecten ook de andere relaties in de driehoek vadermoeder-kind bestuderen. Binnen de Onderzoeksgroep Psychotherapie en Dieptepsychologie werken we de komende jaren met vijf
gelsaksische landen en in Nederland al vaker onderzoek gedaan. “Er is bijvoorbeeld een hele tijd gedacht: hoe jonger een kind geadopteerd wordt, hoe beter. Uit buitenlands onderzoek blijkt dat niet zozeer de leeftijd op zich een rol speelt, maar vooral wat het kind tijdens de jaren vóór zijn adoptie heeft meegemaakt: was er sprake van verwaarlozing, was er een context van oorlog in het thuisland enzovoort.” “Maar die resultaten mogen niet
“Vaders gaan bij ons vooral speels om met hun kinderen – in andere culturen hebben ze een meer zorgende rol.” mensen intensief rond het thema ‘adoptie’.” “We willen vooral geen vergelijkende analyse maken – welke groep ouders is ‘beter’, welke kinderen ontwikkelen zich slechter? Nee, we gaan uitzoeken wat specifiek is aan de doelgroep adoptiegezinnen. Veel adoptieouders kunnen bijvoorbeeld geen kinderen krijgen. Het zou kunnen dat ze daardoor kwetsbaarder zijn, want als koppel moeten ze dit een plaats zien te geven in hun leven. Maar net zo goed kunnen ze daardoor sterker in hun schoenen komen te staan. Bij dat soort zaken willen we dus stilstaan.” Rond adoptiegezinnen is in An-
zomaar naar Vlaanderen gekopieerd worden. De context en dynamiek van de adoptiesector verschilt sterk per land, en is dus niet automatisch vertaalbaar naar de Vlaamse situatie. In Vlaanderen zal dit het eerste grootschalige, langdurige onderzoek zijn rond adoptiegezinnen. Momenteel hebben we een goedkeuring voor vijf jaar, en we hopen stiekem dat we de mensen nog veel langer, tot zelfs twintig jaar, zouden kunnen volgen.”
Stigma Het project ‘Adoptiepapa’ moet onder meer uitmonden in een brochure en een website. Eileen
Tang: “Met de brochure willen we vooral informeren, onze onderzoeksresultaten vertalen naar – toekomstige – adoptievaders én naar een breed publiek. De samenleving mag wat beter geïnformeerd worden over de situatie van adoptiegezinnen. Adoptiegezinnen komen net als andere, minder traditioneel samengestelde gezinnen steeds vaker voor in onze maatschappij, dus willen we de onwetendheid die erover heerst dringend doorbreken, en natuurlijk liefst met wetenschappelijke feiten. Adoptieouders hebben bijvoorbeeld nog vaak het gevoel dat ze gestigmatiseerd zijn, dat ze niet als ‘echte’ ouders worden beschouwd.” “Daarnaast komt er een website met meer dan alleen informatie: de site zal bijvoorbeeld ook een forum bieden aan adoptievaders en hun gezinnen waarop ze ervaringen met elkaar kunnen uitwisselen. De website zou operationeel moeten zijn tegen juni 2009.” “We werken voor het hele project trouwens nauw samen met een breed netwerk van kindertherapeuten, met verschillende adoptieorganisaties én met de Vlaamse adoptieambtenaar bij Kind & Gezin. Het enthousiasme in de sector is groot: mensen die al twintig jaar in de praktijk staan zeggen ons: ‘Eindelijk komt er wetenschappelijk onderzoek dat kan onderbouwen wat wij dagelijks ondervinden.’” http://users.skynet.be/papapro/ http://ppw.kuleuven.be/ psychotherapie/ kinderpsychotherapie/index.htm http://www.kbs-frb.be/
Openingsbal Hou je ogen altijd op de bal gericht: het is een ongeschreven wet in vele sporten, en blijkbaar ook in het beachvolley. Coördinator studentenbeleid professor Mart Buekers serveerde op 22 mei een openingsbal om – samen met FaBeR-decaan professor Rik Gosselink – de vijf nieuwe beachvolleybalvelden van het Universitair Sportcentrum in te wijden. Studenten, personeelsleden en derden met een geldige sportkaart kunnen een terrein reserveren. Tijdens de eerste weken maakten al heel wat zandlopers van die mogelijkheid gebruik: beachvolley is duidelijk hot – nu het weer nog. (© ingezonden)
Geciteerd
Stewardessstress Het Nieuwsblad, 24.5.2008
“Wat is het meest belastende aan het werk als stewardess? Het is een vraag die ik mijn studenten elk jaar stel”, vertelt hoogleraar arbeidspsychologie Hans De Witte. “Natuurlijk komen dan eerst antwoorden als jetlag of onregelmatige uren. Terwijl het enige juiste antwoord is: altijd vriendelijk moeten zijn.” (…) “Je eigen emoties onderdrukken belemmert je functioneren en veroorzaakt stress. Van zo’n tandpastaglimlach zal je niet sterven, maar het kan wel problemen geven.” En dus is dit iets wat luchtvaartmaatschappijen best zouden weten, willen ze hun stewards en stewardessen gezond houden? “Inderdaad”, zegt De Witte. “Zodat ze manieren kunnen creëren waarop die werknemers hun echte emoties kunnen ventileren. Ze moeten hun gal kunnen spuwen, mocht dat nodig zijn. Sociale steun van collega’s kan hierbij een rol spelen. Het is in elk geval een probleem dat een landbouwer niet vlug zal hebben. Die kan vloeken op zijn koe zoveel hij wil.”
Spieken en slikken De Standaard, 27.5.2008
Wie tijdens het examen betrapt wordt op spieken, krijgt daarvoor een gepaste straf. Waarom dan niet ook de studenten die ‘doping’ gebruiken, uitsluiten? Een goed idee, vindt dokter Rikka De Roy van het Medisch Centrum voor studenten van de K.U.Leuven: “Veel studenten vragen om een pilletje. Dat lijkt een makkelijke oplossing. De druk op studenten is heel hoog, vanuit ouders en de rest van de omgeving. Gebruik van medicijnen kan daarbij een oneerlijk voordeel geven. Wie niet gebruikt, heeft minder kansen. Het resultaat is dat studenten die dat anders niet zouden doen, ook naar middelen grijpen.”
Spitszondig Het Nieuwsblad, 29.5.2008
Negentien procent meer verplaatsingen met personenwagens dan de 9,5 miljard verplaatsingen die we hadden in 2005. Die drukte krijgen we tegen 2030 te verwerken, leert een prognose. De toename is nog veel spectaculairder in het vrachtvervoer. De gereden vrachtkilometers (alle vervoermiddelen) zouden met liefst de helft toenemen, vooral internationaal. “Deze verkeerstoename kan er echt niet meer bij in de spits”, analyseert verkeersdeskundige Chris Tampère. “Het zal ertoe leiden dat ook de daluren dichtslibben en de secundaire wegen eveneens vol zitten. De files zullen vroeger beginnen en de hele dag duren. Veel van dat recreatieve verkeer zal toch in de spits terechtkomen. En ik vrees dat de files erger zullen zijn dan de nog optimistische scenario’s. Het beleid moet inzetten op meer capaciteit, ook op de weg, en op een verschuiving naar alternatieven voor het wegtransport en op rekeningrijden. Maar dit zal niet volstaan. Drastische, andere oplossingen moeten bestudeerd worden zoals automatische containermovers, desnoods ondergronds, vanuit de havens.”
4 Nieuws Nieuwe programma’s Vanaf volgend academiejaar organiseert de Subfaculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen aan de K.U.Leuven Campus Kortrijk een nieuw schakelprogramma master in de educatieve studies en een vernieuwd verkort academisch bachelorprogramma onderwijskunde. Via het éénjarig schakelprogramma kan je rechtstreeks doorstromen naar de master in de educatieve studies. Via het verkorte bachelorprogramma onderwijskunde (duur equivalent aan anderhalf jaar voltijdse studie) kan je een academisch bachelordiploma verwerven, dat toegang geeft tot verschillende masteropleidingen. Beide programma’s kunnen voltijds gevolgd worden, maar kunnen ook gespreid worden over meerdere jaren. Het is ook mogelijk om slechts één of een paar afzonderlijke opleidingsonderdelen uit de programma’s te volgen. http://www.ppw.kuleuven.be/ mes
Nieuw trappenhuis in de prijzen De nieuwe ontsluiting aan de Universiteitshal werd zowel door de de vakjury als door de ambtenarenjury uitgeroepen tot winnaar van de vierjaarlijkse Architectuurprijs Leuven 2008. Het gaat om een project van VBM Architecten, inmiddels gesplitst in Bogdan & Van Broeck Architects en Lava Architecten.
Thriller in UZ
Na hun debuut Het intieme verlangen, een thriller die zich op en rond de universiteit van Leuven afspeelt, hebben de auteurs Willy en Steven Bogaerts nu een opvolger klaar. De politiethriller Amnesia heeft de UZ Leuven als decor.
Prijs professor De Groote uitgereikt De Prijs professor J. De Groote wordt jaarlijks toegekend aan een student geneeskunde die zich tijdens zijn of haar stage heeft onderscheiden wat betreft menselijke kwaliteiten en wat betreft inzet. Dit jaar wordt de Prijs toegekend aan Len Verbeke.
Babyvriendelijk UZ De UZ Leuven hebben het certificaat ‘Babyvriendelijk ziekenhuis’ behaald. De diensten verloskunde en neonatologie streven al jaren een goed borstvoedingsbeleid na, maar deden de voorbije twee jaar extra inspanningen terzake. Er werd een borstvoedingsbeleid op papier gezet op basis van de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie en Unicef.
campuskrant
Zeventiende-eeuwse schilderijen: soms hot, soms not “De prijsevoluties die bepaalde schilderijen de afgelopen eeuwen hebben doorgemaakt, is een fenomeen dat me al lang intrigeert”, zegt Peter Carpreau, doctorandus kunstwetenschappen, over het doctoraatsonderzoek dat hij op 16 juni zal verdedigen. Hij koppelde de veilingprijzen van 17de-eeuwse Noord- en Zuid-Nederlandse schilderijen aan historische gegevens. Ines Minten Kunst wordt vaak als een absoluut gegeven gezien. Wordt iets bestempeld als grote kunst, dan zal dat tot in de eeuwigheid zo blijven, denkt men dan. “Dat klopt helemaal niet”, corrigeert Peter Carpreau. “Smaken veranderen en daarmee verandert ook een oordeel over kunst. Bepaalde schilders hebben een paar eeuwen geleden roem en torenhoge prijzen gehaald met hun werk, maar zijn nu compleet vergeten. Met anderen liep het net omgekeerd.” Zo vierde in de 18de eeuw het classicistische ideaal hoogtij. In de 19de hield men doorgaans meer van romantische, nationalistische taferelen. Dat heeft zo zijn invloed op de veilingprijzen in die perioden. Carpreau beschouwt de fluctuerende veilingprijzen dan ook als een goede maatstaf om de smaak voor kunst in een bepaalde tijd na te gaan. “Uiteraard heb ik ze nooit los van de historische context bekeken. Wat schreven eigentijdse kunstcritici over de werken in kwestie? Wat gebeurde er in de salons en op tentoonstellingen in die perioden?” Tijdens zijn onderzoek stuitte Peter Carpreau op uiteenlopende tendensen. “Er zijn schilders, zoals Rubens, Van Dijck en Te-
Een vergeten meester: Gérard de Lairesse, Triomphe de Paul-Emile dit “le Macédonique”, ca. 1670
niers, die altijd duur zijn gebleven, soms met een opstoot omdat ze in een bepaalde periode in de mode waren. Vaak zijn dat bekende kunstenaars van wie ook veel geweten is.” Een bewijs dat roem ook vergankelijk kan zijn, levert Gérard De Lairesse. Rinkelt er een belletje? Nee? “Dat zegt genoeg, hè?” stelt Carpreau. “De Lairesse had in het begin van de
18de eeuw bijna een goddelijke status. Zijn schilderijen haalden erg hoge veilingprijzen en het kunstpubliek droeg hem op handen. Tegen het eind van de 18de eeuw begonnen de prijzen te kelderen en in de 19de eeuw is zijn reputatie als meester-schilder compleet ten onder gegaan. Nu kent niemand hem nog.” Peter Carpreau kijkt uit naar de
(© ingezonden)
verdediging van zijn proefschrift. “Uiteraard is het een bron van stress, maar ik sluit er ook een hoofdstuk mee af. Ik ben negen jaar met mijn onderzoek bezig geweest. Ik voerde het volledig in mijn vrije tijd – ik heb ook nog een job in het Museum van Leuven. Na al die jaren heb ik zin om die tijd eens in iets anders te kunnen steken.”
Jongeren zijn ‘burger-omnivoren’ In heel wat democratische landen dagen steeds minder jonge mensen op in de stemhokjes. Politieke partijen hebben het moeilijk om jonge leden te rekruteren. Op 4 en 5 juli zoekt het congres Youth and politics: strange bedfellows? Comparative Perspectives on Political Socialization uit hoe het zit met de relatie tussen jongeren, politiek en engagement in het algemeen. Ines Minten Het interesseert hen niet, ze zijn te egoïstisch of te apathisch... er worden uiteenlopende redenen aangehaald waarom de jeugd van tegenwoordig het op politiek vlak lijkt te laten afweten. En hoe zit het met sociaal en burgerlijk engagement? Neemt ook dat af of verkiezen jongeren gewoon andere vormen om met dergelijke materie bezig te zijn? Misschien begrijpen we gewoon nog niet goed hoe een nieuwe generatie wijs probeert te raken uit de hedendaagse sociale trends? En hoe belangrijk zijn de rol van nieuwe media zoals internet en diverse vormen van doe-het-zelf activisme? Dat soort vragen staat centraal tijdens het tweedaagse
congres in Brugge. Lesley Hustinx, verbonden aan het Centrum voor Sociologisch Onderzoek van de K.U.Leuven en haar collega Lucas Meijs van de Erasmusuniversiteit in Rotterdam zullen het onder de titel ‘De opkomst van de burgeromnivoor?’ hebben over het participatiegedrag van universiteitsstudenten in Vlaanderen en Nederland. Volgens hen zijn een aanzienlijk deel van de jongeren burger-omnivoren. Eerder onderzoek toonde aan dat ze doorgaans niet van al te zeer geïnstitutionaliseerd engagement houden, maar lossere, meer informele betrokkenheid verkiezen. Velen exploreren bijvoorbeeld liever de wereld van de online petities of het zogenaamde ‘checkbook acti-
vism’ dan zich levenslang aan te sluiten bij een sociale vereniging of politieke partij. Ook typisch is het boycotten van bepaalde producten om politieke of ethische redenen. Er is dus geen sprake van ‘minder’ maar wel van ‘ander’ engagement. “Het probleem met dit soort bevindingen is dat ze ervan uitgaan dat het oude model van geïnstitutionaliseerd engagement volledig vervangen is door het nieuwe en dat beide elkaar dus ook uitsluiten”, vindt Lesley Hustinx. “Wij argumenteren dat beide vormen kunnen samengaan. We zien een evolutie naar meer gediversifieerde vormen van burgerlijk engagement. De jonge generaties vermijden institutionele participatiekanalen niet per se: de ge-
vestigde vormen van engagement worden veeleer uitgebreid met nieuwe, zodat er mengvormen ontstaan. Zo kunnen burgers net hun actieradius uitbreiden.” De burger-omnivoor wordt dus getypeerd door een gemengde en vloeiende burgerlijke smaakzin waarbij het verschil tussen oude en nieuwe vormen van participatie vager wordt. Dat is al een heel ander verhaal dan dat over apathische of egoïstische generaties... Het congres wordt georganiseerd door het project ‘Comparative Youth Survey’ van de K.U.Leuven in samenwerking met de McGill Universiteit in Montreal en de Babes-Bolyai Universiteit in Roemenië. http://www.kuleuven.be/ citizenship/Bruges/
11 juni 2008
Nieuws 5
Seks(onderzoek) op het hoogste niveau De International Academy of Sex Research (IASR) houdt in juli zijn prestigieuze jaarlijkse meeting in Leuven. Een schare internationale academici buigt zich er over de laatste inzichten op het vlak van seksonderzoek. Katrien Steyaert “Homoseksualiteit, forensisch en sociologisch onderzoek, het komt allemaal aan bod tijdens dit inspirerende congres”, zegt professor Paul Enzlin. Enzlin is verbonden aan het Leuvense Instituut voor Familiale en Seksuologische Wetenschappen (IFSW) en organisator van de 34ste meeting van de IASR: “Het is een hele eer dat België dit jaar, voor het eerst, gastland is. We verwachten tussen 9 en 12 juli een honderdtal deelnemers, waaronder vele grote namen in de seksuologie.” Ruim 25 sprekers lichten een recent onderzoek of thema toe. Campuskrant kreeg alvast antwoord op twee intrigerende vragen.
afdoende te behandelen. Velen wijten het aan een arme erotische verbeelding; bewuste erotische fantasieën zouden immers een van de belangrijkste motors zijn voor het verlangen om deel te nemen aan seksuele activiteiten.” En wat stimuleert beter de verbeelding dan een goed boek? “Bibliotherapie wordt al langer met goed gevolg ingezet bij het behandelen van psychologische problemen – het gaat dan zowel om fictie als om poëzie en autobiografieën. Studies bogen zich ook al over de kracht van erotische literatuur in de hulpverlening maar kampten met metho-
dologische zwakheden, zoals een gering aantal proefpersonen. Wij werken nu aan een zeven maanden durend, methodologisch streng uitgevoerd onderzoek naar het effect van bibliotherapie bij vrouwen met HSDD. Definitieve cijfers zijn er nog niet maar ze zullen in de lijn liggen van eerder onderzoek; we stelden al vast dat 78,8 procent van de onderzochte mannen met voortijdige ejaculatie na de lectuur hun opwinding beter konden controleren. Een algemene studie bij vrouwen toonde dan weer aan dat 73,5 procent na het lezen seksueel verlangen voelde. Dat stemt ons hoopvol.”
Helpt bibliotherapie vrouwen met een verminderd seksueel verlangen?
nen en vrouwen, zoals lichaamsvorm en beweging, en hoe dat sociale oordelen beïnvloedt.” Onder de titel ‘Walk This Way. How Gait Communicates Sexual Orientation’ zal Johnson in Leuven haar meest recente onderzoek toelichten, waaraan driehonderd mensen deelnamen. “Om verschillende redenen wandelen heteroseksuele mannen en vrouwen niet op dezelfde manier. In mijn onderzoek focus ik op de heupen schouderbewegingen. Wan-
Eerste tweetalig jeugdparlement in de startblokken Dit najaar vindt de eerste editie plaats van het tweetalige JeugdParlement-Jeunesse. Een week lang simuleren een honderdtal jongeren parlementaire zittingen, waarbij ze fungeren als minister, vertaler, parlementslid of journalist. De vier jeugdige federale ministers (twee Franstalige en twee Nederlandstalige) zijn verkozen en bereiden hun dossiers voor. Tijdens de herfstvakantie zullen hun wetsvoorstellen aan het jeugdparlement worden voorgelegd. De onderwerpen? Het statuut voor prostituees, een verplichte burgerdienst, abortus en een hervorming van de senaat. Studente politieke wetenschappen Annelies Livens zorgt mee voor de organisatie: “We willen
“Nee, er is geen bewegingspatroon dat op de hele bevolking kan worden toegepast. Ons onderzoek helpt ons wel begrijpen welke gendered cues (gendergerelateerde aanwijzingen - red.) mensen gebruiken om de seksuele geaardheid van anderen te beoordelen”, zegt Kerri Johnson, assistent-professor aan het Departement Communicatiestudies van de University of California, Los Angeles (UCLA). Ze staat aan het hoofd van het UCLA SoCom Lab, dat de productie en perceptie van gendered cues onderzoekt. “Zo buig ik me al enkele jaren over de manier waarop mensen omgaan met cues die verschillen bij man-
delende vrouwen bewegen hun heupen zijwaarts en verticaal – in verhouding tot mannen, terwijl mannen hun schouders van voor naar achter en zijwaarts bewegen – in verhouding tot vrouwen. We maakten tijdens het onderzoek vooral gebruik van computeranimaties omdat we zo de parameters – lichaamsvorm en –beweging – goed konden controleren. De combinatie van vijf niveaus van lichaamsvorm en evenveel van lichaamsbeweging leverde vijfentwintig animaties op.” Wat bleek? “De proefpersonen gebruikten gender typicality – of het gebrek daaraan – als aanwijzing om de seksuele geaardheid van anderen te beoordelen. Als ze bijvoorbeeld op basis van de lichaamsvorm aannamen dat het om een vrouw ging, waren ze meer geneigd om die als he-
“De proefpersonen gebruikten heup- en schouderbewegingen als aanwijzing om de seksuele geaardheid van anderen te beoordelen.”
“Wellicht wel”, zegt Alexandra Hubin, als seksuologe verbonden aan het Institut d’Etudes de la Famille et de la Sexualité in Louvain-la-Neuve dat al jaren rond het thema werkt. Hubin komt een lans breken voor het gebruik van bibliotherapie bij Female Hypoactive Sexual Desire Disorder (HSDD), ofte verminderd seksueel verlangen bij vrouwen. “De seksuologische en psychologische interesse voor het onderwerp groeit. HSDD wordt omschreven als een permanent of terugkerend tekort aan of de afwezigheid van interesse voor seksuele activiteiten. Het probleem komt vaak voor: op consultatie maakt het tot 30 procent uit van de klachten van vrouwelijke patiënten. De meeste dokters en onderzoekers denken aan psychologische en psychosociale factoren om HSDD te verklaren en
Ines Minten
Verraadt je tred je seksuele geaardheid?
de jongeren op een interactieve manier tonen hoe het parlement werkt, hoe een wetsvoorstel tot stand komt, een debat gevoerd wordt en zo meer. Het gaat om een federaal parlement, zodat jongeren uit Vlaanderen en Wallonië samen kunnen discussiëren. Die ontmoetingen vinden we belangrijk. Jonge mensen uit beide landsdelen kennen elkaar en elkaars leefwereld immers niet steeds goed. Zoals in het echte parlement zullen we werken met tolken en vertaalapparatuur, zodat ieder in zijn
eigen taal kan communiceren. Tijdens de discussies leren de deelnemers hun visie te formuleren en nuanceren, hun ideeën te verdedigen en te toetsen aan die van anderen.” Kandidaten van 18 tot 25 jaar konden zich inschrijven tot eind mei. “In juli maken we bekend wie kan deelnemen. Motivatie is daarbij het belangrijkste criterium.” Het Jeugd-Parlement-Jeunesse vindt plaats van 26 tot 31 oktober. http://www.jeugdparlementjeunesse.be
MOSAIC geopend Op Campus Gasthuisberg werd het Molecular Small Animal Imaging Center of MOSAIC geopend. Het gaat om een preklinische onderzoekseenheid voor moleculaire, functionele en anatomische beeldvorming. Er staan diverse soorten ‘scanners’, onder meer micro-PET, micro-MRI, NMR-spectroscopie en micro-CT. Dat maakt het centrum wereldwijd uniek in zijn soort. MOSAIC verenigt specialisten uit de afdelingen nucleaire geneeskunde, radiologie, radiotherapie, endocrinologie en cardiologie. Het centrum werkt nauw samen met ingenieurs van het Departement Elektrotechniek en de Afdeling Radiofarmacie. Het centrum zorgt voor een interdisciplinaire link tussen de UZ Leuven en verschillende experimentele onderzoeksgroepen voor on-
teroseksueel te bestempelen als ze met vrouwelijke heupbewegingen wandelde, terwijl ze als homoseksueel overkwam als ze wandelde met mannelijk schuddende schouders. Ook mannen worden op basis van hetzelfde principe beoordeeld, bij hen werken de cues nog sterker. Zo’n inzicht in hoe mensen hun sociale oordelen vormen, kan helpen begrijpen waarom mensen soms ongenadig beoordeeld worden.” http://www.iasr2008.org cologie, cardiologie, neurowetenschappen, musculoskeletale ziekten en het Stamcelinstituut Leuven.
Audiokrant
De K.U.Leuven, Sensotec en Braillekrant vzw hebben de Audiokrant ontwikkeld. Dat is een ‘gesproken’ krant – via spraaksynthese – waarin mensen met een leesbeperking kunnen ‘bladeren’ door middel van een aangepast navigatiesysteem, zonder dat ze daarvoor een computer nodeg hebben. Voorlopig doen enkel de kranten van de Coreliogroep mee aan het project. http:// www.audiokrant.be
Olympiadezegen De Landelijke Interuniversitaire Mathematische Olympiade in Leiden werd gewonnen door het Leuvense team, The knights who say pi.
6 Interview
campuskrant
“Er wordt hard gewerkt én met resultaten. Dát is wat mij drijft!”
“Het is een boeiend jaar geweest”, zegt rector Vervenne. “Een jaar met complexe dossiers en belangrijke nieuwe initiatieven. Dankzij de grote inzet en het enthousiasme van de bestuursploeg – en in de eerste plaats van de hele universitaire gemeenschap – hebben we op vele vlakken vooruitgang geboekt.” Ine Van Houdenhove Het Gebu is net terug van het jaarlijkse ‘conclaaf’. Een week om te brainstormen, om de neuzen in dezelfde richting te zetten. Min of meer een afsluitingsritueel ook voor het voorbije academiejaar. Rector Vervenne kijkt met een gevoel van tevredenheid terug op de afgelopen maanden: “Het is een zwaar jaar geweest, waarin ingewikkelde dossiers aan de orde waren, intern en extern. Maar tegelijk een jaar waar ik met voldoening op terugblik, omdat er resultaten zijn geboekt.” “Als ik kijk naar de positie die de K.U.Leuven vandaag bekleedt, in Vlaanderen en internationaal, dan denk ik dat we tevreden mogen zijn. We hebben een concrete en positieve inbreng gehad bij het tot stand komen van het Financieringsdecreet. In de Commissie Soete, die zich bezighoudt met de rationalisering van het hoger onderwijs, leveren we een solide en cruciale bijdrage. Na een trage start is dat een forum geworden waar het hoger onderwijsbeleid grondig kan worden doorgepraat. In overleg met de Vlaamse overheid staan we mee aan de wieg van het plan voor het opstarten en financieren van de tenure track als loopbaantraject voor beginnend ZAP, dat interessante perspectieven biedt voor de loopbaan van
jonge onderzoekers. Een andere belangrijke verwezenlijking is de samenwerking tussen de universiteiten voor het verwerven van de supercomputer.” “En zonder te hoog van de toren te willen blazen: ook internationaal doet de universiteit het goed. Al zijn rankings niet alleenzaligmakend, toch mag gezegd dat de K.U.Leuven voortreffelijk scoort: wij zijn de hoogst genoteerde Vlaamse universiteit en scharen ons bij de twintig beste Europese universiteiten, op onderzoeksvlak staan we zelfs in de top tien. Met onze score van vijf
van masterstudenten, zowel van andere Belgische universiteiten als uit het buitenland. Een recent uitgevoerde internationale benchmarking toont trouwens aan dat de tevredenheid van buitenlandse studenten over de kwaliteit van ons onderwijs en onderzoek erg groot is.”
Netwerk “Als ik de voorbije maanden overloop, dan zie ik een reeks realisaties waar we trots op mogen zijn. Op het vlak van de Associatie bijvoorbeeld. Het Kennisen Competentienetwerk dat we
de academisering van de partnerhogescholen. Ik ben mij bewust van de bijkomende belasting die dat meebrengt, maar ook van de noodzaak om dat proces nog beter te ondersteunen. In 2012 moet de academisering voltooid zijn. We zijn in nauw overleg met de partners van de Associatie een nieuwe structuur aan het uittekenen – het Leuvens Universitair Systeem of L.U.S. – waarbij elke instelling van onze Associatie in haar eigenheid wordt erkend en tegelijk de rol van de universiteit wordt versterkt.” “Ook inzake samenwerking met
“Ik ben positief verrast door de maturiteit van de studenten als medebestuurders en door de voorbeeldige manier waarop ze omgaan met vertrouwelijke informatie.” ERC Starting Grants – subsidies van de Europese Onderzoeksraad – bekleden we de zesde plaats in Europa.” “Een en ander vertaalt zich ook in de inschrijvingscijfers. De definitieve telling in februari van dit jaar toonde aan dat het aantal generatiestudenten blijft stijgen. Er is ook een toenemende instroom
begin 2007 hebben gelanceerd, krijgt steeds meer vorm. De geïntegreerde en geassocieerde faculteiten zijn verder uitgebouwd en er is een statuut dat docenten van onze partnerhogescholen de kans biedt actief te participeren aan het onderzoek en te kandideren voor onderzoeksmiddelen. De faculteiten werken hard aan
andere universiteiten is er beweging. Er is natuurlijk de nauwe band met onze zusteruniversiteit, de UCL, die in tal van facultaire initiatieven concreet vorm krijgt en die we volgend jaar luister bijzetten met een gezamenlijk patroonsfeest. Met Tsinghua University is een strategisch akkoord afgesloten, de banden met onze
institutionele partners in de Verenigde Staten zijn versterkt en er zijn stappen gezet om ook in India samenwerking te ontwikkelen. Een dergelijk akkoord geeft ons meteen toegang tot het netwerk van de partner. Zo zijn er sterke banden tussen Tsinghua en Berkeley, waar wij in de toekomst ook van kunnen profiteren.” “In Vlaanderen is er de groeiende samenwerking met de Universiteit Hasselt. Een samenwerking die de eigenheid van de partnerinstelling erkent en zich laat inspireren door de overtuiging dat we samen sterk staan. Het strategische principe daarbij is dat we samenwerken als bevoorrechte partners met exclusiviteit voor bepaalde domeinen. Het is de bedoeling om de samenwerking uit te breiden tot de beide associaties.”
Eenheid in diversiteit “Ook binnen onze universiteit zijn nieuwe ontwikkelingen van start gegaan en andere op kruissnelheid gekomen. Zoals de participatie van de studenten in het beleid. Als medebestuurders ervaren ze de spanning tussen wat wenselijk en wat haalbaar is. Ik ben positief verrast door hun maturiteit en door de voorbeeldige manier waarop ze omgaan met vertrouwelijke informatie.” pagina 7
Trein op tijd en trip op maat De dienstregeling die Pieter Vansteenwegen ontwierp, vermindert de totale wachttijd voor treinreizigers met 40 procent – toch had de NMBS er geen oren naar. In het tweede deel van zijn doctoraat ontwierp Vansteenwegen algoritmes waarmee een elektronische reisgids op basis van uw profiel een trip op maat kan samenstellen. Reiner Van Hove
(© Rob Stevens)
“Mijn uitgangspunt was simpel: de service voor treinreizigers moét beter kunnen”, zegt Pieter Vansteenwegen (Centrum voor Industrieel Beleid). “Uit gegevens die ik bij de NMBS opvroeg, bleek dat sommige treinen tijdens de piekuren systematisch enkele minuten vertraging hebben. Pas-
sagiers die daardoor een aansluiting missen, zitten natuurlijk meteen met een grotere vertraging.” Vansteenwegen besloot zich op die overstappen te richten. Hij bekeek de passagiersaantallen van het volledige IC-netwerk en koos op basis daarvan de tien belangrijkste aansluitingen: “Daarvoor ging ik vervolgens de ideale tijds-
buffer berekenen: extra tijd die je een trein in de dienstregeling geeft om op tijd aan te komen. Ik hield rekening met verschillende soorten passagiers: reizigers die vertrekken, aankomen, overstappen of blijven zitten. Op een grafiek kan je de ‘kost’ van een bepaalde buffer voor elk van die groepen uitzetten en op basis daarvan een ideale buffer bepalen. Die is voor elke overstap verschillend, maar ligt tussen de één minuut en vier minuten: de impact op de totale reistijd valt dus heel goed mee.” In een tweede stap integreerde Vansteenwegen de buffertijden in de dienstregeling: “Als je het hele netwerk bekijkt, is het niet altijd mogelijk of wenselijk om alle buffertijden zomaar toe te voegen. Er zijn allerlei beperkingen: je wilt bijvoorbeeld vermijden dat er twee treinen op een enkel spoor tegenover elkaar komen te rijden.” pagina 7
11 juni 2008
Interview 7
pagina 6 “Een ander domein dat dit jaar een grote vlucht genomen heeft, is het diversiteitsbeleid. Er is gewerkt aan digitale toegankelijkheid, we doen inspanningen voor werkstudenten. Maar er is nog een lange weg te gaan, onder meer om doeltreffend beleid te ontwikkelen voor studenten en personeel van allochtone herkomst. Specifieke doelgroepen vergen een eigen benadering. In het kader van het Aanmoedigingsfonds zijn een aantal projecten goedgekeurd die heel concrete oplossingen trachten te zoeken (zie artikel op pagina 17 – red.).” “Op het vlak van onderwijs vestig ik graag de aandacht op de geslaagde toepassing van het nieuwe online docentenevaluatiesysteem (zie artikel op pagina 8 – red.). We bouwen verder aan een kwaliteitscultuur voor onderwijs. Ik denk in dat verband ook aan de onderwijsondersteuners die binnen elke faculteit zijn ingezet om docenten bij te staan. Daarnaast werkt de Onderwijsraad flink door aan moeilijke dossiers, zoals dat van de diplomaruimte.” “Een belangrijke ontwikkeling voor het academisch personeel is het loskoppelen van benoemingen en onderwijsopdrachten. Dat betekent dat onderwijsopdrachten flexibel worden toegekend op het niveau van faculteit en departement. Daarnaast hebben we werk gemaakt van het oprichten van een onderzoekskader, waarbij onderzoekers een BAPcontract van onbepaalde duur krijgen, zonder lesopdracht.” “Onze onderzoekers in de drie wetenschapsgroepen doen het trouwens uitstekend, ik vermeldde zonet al de internationale rankings. Ons aandeel in wetenschappelijke publicaties en hun visibiliteit nemen toe. Dit jaar zijn voor onderzoek verschillende nieuwe initiatieven genomen. Binnen het Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF) geven we meer kansen aan jonge onderzoekers en de regels voor samenwerking van aanvragers zijn versoepeld. Het aantal doctoraten stijgt aanzienlijk terwijl de
pagina 6 “Door gebruik te maken van lineair programmeren kon ik rekening houden met die beperkingen bij het plannen van de aansluitingen. Eenvoudig gezegd gaf ik het programma de opdracht om het wachten en te laat aankomen van passagiers te minimaliseren. Het eindresultaat was een nieuwe dienstregeling.”
Puzzelen Die vergeleek Vansteenwegen via een simulatie met de huidige dienstregeling: “Het percentage gemiste aansluitingen tijdens de piekuren daalde van 9 naar 3 procent, en de totale wachttijd van de passagiers verminderde met 40 procent. Bovendien bracht ik ook het aantal lange aansluitingen – langer dan 20 minuten wachten – terug van 50 naar 20 procent. Het is dus niet zo dat ik de overstaptijden verleng om ze haalbaar te maken: ik plan ze gewoon beter.” “Deze man = de man van m’n
(© Rob Stevens)
kwaliteit gehandhaafd blijft. De doctoraatsscholen, die vorig jaar zijn opgericht, zijn goed op gang gekomen. Wat mij ook opvalt, is hoe er steeds meer dwarsverbindingen ontstaan over de grenzen van de groepen heen, tussen faculteiten, departementen, instituten. Ik denk onder meer aan de oprichting van het Medical Imaging Center of aan de samenwerking tussen Archeologie en het Geo-Instituut. Die dwarsverbanden proberen we bewust te stimuleren. Het is niet omdat de drie groepen meer dan vroeger een eigen beleid voeren, dat de universiteit haar eenheid verliest. Integendeel. ‘Eenheid in diversiteit’ noem ik het graag.” “In dat verband hamer ik op het
leven”, zo reageerde een treinreizigster op de site van StuBru nadat de onderzoeker op die zender zijn mooie cijfers had voorgesteld. Verrassend genoeg kwam er van de NMBS geen gelijkaardige liefdesverklaring toen de onderzoeker zijn resultaten daar een tijd geleden voorstelde: “Ze vonden de resultaten wel interessant, maar zij willen de reizigers vooral zo kort mogelijke reistijden beloven. Als je die tijden in de helft van de gevallen niet haalt, lijkt me dat een foute keuze.” “Er is bij de NMBS overigens geen aparte afdeling die de dienstregeling opstelt en er komt ook geen technologie aan te pas: ze verzamelen een aantal mensen rond tafel en beginnen te puzzelen. De Nederlandse spoorwegen werken wel al enkele jaren intensief samen met onderzoekers en gebruiken software om de dienstregeling op te stellen. Ze zijn er sindsdien qua stiptheid op vooruit gegaan en – zo bleek uit een
belang van ontmoetingen binnen de universiteit. Er is nood aan een forum waar onderzoekers op informele wijze met elkaar van gedachten kunnen wisselen, elkaar hun lopend onderzoek kunnen presenteren. Ik heb me door een initiatief van de rector van Oxford laten inspireren en ben van plan om in de loop van volgend jaar op regelmatige basis een ontbijt te organiseren waarop een kleine groep van studenten of onderzoekers elkaar ontmoeten.”
Gouden bedrijf “Mijn gevoel van voldoening beperkt zich niet tot de ontwikkelingen en prestaties op het gebied van onderzoek en onderwijs. Bij de Personeelsdienst is een
studie onlangs – scoren stukken beter dan België.” Na de publieke verdediging van het doctoraat en de daarmee gepaard gaande media-aandacht nam de NMBS wel contact op met Vansteenwegen om de resultaten opnieuw onder de loep te nemen.
Gepersonaliseerde trip In het tweede deel van zijn doctoraat ontwikkelde Vansteenwegen algoritmes voor een draagbare gePersonaliseerde Elektronische Toeristengids (PET): “Er zijn al prototypes van gidsen die bijvoorbeeld de kortste route berekenen als je een lijst met attracties ingeeft. Wat nog niet bestaat, is een gids die op basis van jouw interesses automatisch de aantrekkelijkste attracties selecteert: een trip op maat dus.” De gebruiker van de gids geeft zijn profiel in via trefwoorden of scores voor categorieën (architectuur, moderne kunst, archeolo-
beweging van professionalisering aan de gang, afgestemd op de behoeften van de universitaire gemeenschap in haar diverse onderdelen. De financiële diensten hebben op hun beurt een gigantische en complexe klus aan de invoering van de bedrijfsboekhouding, maar volgen dat zeer goed op. Ook de Technische Diensten verrichten mooi werk; het nieuwe trappenhuis hier in de Universiteitshal heeft net een architectuurprijs gewonnen. Op cultureel vlak was het een vruchtbaar jaar, met de eerste musicians in residence, met het in gebruik nemen van een nieuwe theaterzaal, met 5.400 verkochte cultuurkaarten K.U.Leuven. De website van de universiteit is vernieuwd: bezoekers worden nu in verschillende talen verwelkomd waaronder het Chinees en het Japans. We openden samen met de UCL een kantoor in China, onder meer om beloftevolle studenten te rekruteren voor onze beide universiteiten. Bij de hoogtepunten van dit jaar reken ik ook de opening van het volledig vernieuwde gebouw van Computerwetenschappen en de opening van het Geo-Instituut, dat twee voormalige departementen samenbrengt en overkoepelt.” “En ik mag zeker de UZ niet vergeten, zopas in Jobat nog uitgeroepen tot ‘Gouden bedrijf’. K.U.Leuven R&D blijft groeien en vervult ook internationaal een voortrekkersrol op het gebied van kennisvalorisatie. Die ondersteuning blijft niet beperkt tot de domeinen van Wetenschap & Technologie en Biomedische Wetenschappen, maar ook binnen Humane Wetenschappen worden initiatieven opgezet.” “Al die mooie resultaten hebben we te danken aan de inzet van onze professoren en onderzoekers, van het administratief en technisch personeel, van de medici en paramedici. Er wordt hard gewerkt hier. Dát is wat mij drijft om een positieve en stimulerende omgeving te trachten op te bouwen, al is het niet altijd gemakkelijk. Het gaat allemaal te traag, er
zijn middelen te kort, er zijn problemen die niet opgelost geraken. Zo ben ik me ervan bewust dat er nog steeds veel administratieve belasting is, dat sommige veranderingen – en zelfs verbeteringen – op hun beurt weer overlast genereren. Er is al veel gerealiseerd – ik denk aan het elektronische individueel dossier, de e-sollicitatie, het Kufka-meldpunt …– maar er is nog veel werk. We proberen ook het aantal vergaderingen terug te dringen, maar het is niet eenvoudig om een dam op te werpen tegen de vergaderitis.” “Een belangrijke realisatie in dat verband, die tegen de zomer moet zijn afgerond, is het eenvoudiger en transparanter maken van het organiek reglement – zowat de statuten van de universiteit. Een werkgroep heeft alle beleidsorganen nader bekeken aan de hand van de wie-doet-wat-vraag. Het belangrijkste principe daarbij is subsidiariteit: beslissingen worden decentraal genomen tenzij kan worden aangetoond dat het beter is om het centraal te doen. De besluitvorming komt daardoor dichter bij de plaats van uitvoering. Daarnaast zal de Academische Raad – dat is het orgaan dat het meest representatief is voor de universitaire gemeenschap omdat het naast de decanen ook vertegenwoordigers van het AP, het ATP en de studenten omvat – meer beslissingsbevoegdheden toegewezen krijgen. Het Gebu wordt omgedoopt tot College van Bestuur. Die aanpassingen zullen voelbaar zijn in de diverse bestuursorganen. De doorlooptijd van beslissingen zal drastisch afnemen.” “Afgelopen week hebben we ons met het Gebu teruggetrokken om het voorbije jaar te evalueren en vooruit te kijken naar het volgende academiejaar. Het is een goed jaar geweest en ik verwacht dat we er in het nieuwe academiejaar opnieuw volop tegenaan kunnen gaan. Collectief, want het beleid aan deze universiteit is het werk van een ploeg. In de stijl die we tot nu steeds hebben gehanteerd: open, met grote bereidheid tot luisteren. Maar ook: kordaat en besluitvaardig.”
gie…) en levert enkele gegevens over de trip: start- en eindpunt, beschikbare tijd… De nodige informatie over de attracties kan van toeristische diensten of bestaande reisgidsen komen. Vansteenwegen ontwikkelde algoritmes die vervolgens alle gegevens bliksemsnel kunnen verwerken tot één oplossing: “Exacte methodes hebben daarvoor een vijftal minuten nodig, met mijn algoritmes krijg je binnen een seconde het resultaat. Kanttekening daarbij is dat de oplossing niet gegarandeerd de optimale is, maar ze wijkt er gemiddeld slechts twee procent vanaf. Toch een zeer goede score dus, vooral omdat die snelle rekentijd belangrijk is: als er iets wijzigt in je trip – je bent wat langer in een museum gebleven of het is beginnen regenen – kan de gids in een mum van tijd een alternatief plannen.” Een toepassing voor gsm of Blackberry zal nog enkele jaren op zich laten wachten, maar
binnenkort komt er alvast een tripplanner voor Leuven op het internet: “Je kan er aanduiden in welke mate je interesse hebt voor acht standaardcategorieën – aangevuld met enkele typisch Leuvense items zoals kerken en begijnhoven – en vrij trefwoorden ingeven. Vervolgens vul je enkele tripgegevens in: de datum van je bezoek, je vertrek- en eindpunt… Het resultaat is een kaartje dat je de route toont langs de attracties die de gids geselecteerd heeft. Daarnaast krijg je beschrijvingen van de gekozen bezienswaardigheden én een lijstje met de tien attracties die het net niet gehaald hebben, zodat je die desgewenst alsnog kan opnemen in je trip. De gids is ook gekoppeld aan de cultuurdatabank, zodat we ook eenmalige evenementen kunnen opnemen in de trip.” De tripplanner is vanaf september (onder voorbehoud) beschikbaar via de site van de stad Leuven http://www.leuven.be.
Vergaderitis
8 Onderwijs
campuskrant
Onderwijs geslaagd Leerkrediet: Onderwijs veronderstelt dialoog en samenwerking tussen docenten en studenten. Werken aan het behoud en de verbetering van de onderwijskwaliteit is dus ondenkbaar zonder interactie. De docenten doen hun best, maar slagen ze ook in hun opzet? Dat werd gevraagd aan de studenten. De resultaten van een grootschalige online onderwijsevaluatie werden onlangs bekendgemaakt. Ludo Meyvis Grootschalig is inderdaad het juiste woord, onderstreept Coördinator Onderwijsbeleid Ludo Melis. “Maar liefst 232.790 vragenlijsten werden ingevuld, door 16.181 studenten. Dat betekent dat zowat de helft van de studenten ingegaan is op het verzoek om deze bevraging in te vullen, en dat is véél. We zijn er blij om dat de oproep zo massaal is beantwoord.” “We hebben nu zicht op 1.806 opleidingsonderdelen, van 1.157 docenten. Het gaat eerst en vooral om alle bachelorvakken. Daarnaast kwamen ook negen schakelprogramma’s, vier masters en één manama aan bod. Het ging om vragenlijsten die nauwelijks vijf tot tien minuten invultijd vergden, met erg eenvoudige instructies. Wellicht heeft dat er ook toe bijgedragen dat de respons zo groot was.” “De bevraging werd facultair georganiseerd. Ook de vragen werden per faculteit opgesteld. Dat betekent enerzijds wel dat er verschillen tussen de vragenlijsten bestaan, maar anderzijds werd toch een voldoende groot aantal gemeenschappelijke elementen door alle lijsten behandeld, zodat enige vergelijking over de faculteiten heen toch wel mogelijk is.” “Het belangrijke van die bevraging is dat we nu een kwantitatief beleidsinstrument hebben. Vroeger hadden we wel de cijfers van de visitaties, maar die werden in principe slechts om de acht jaar geactualiseerd, ze zaten minder systematisch in elkaar, en ze waren niet universiteitsbreed beschikbaar. Uiteraard mogen we de huidige cijfers alleen gebruiken als indicatoren, niet als determinanten, maar het is echt wel een zinvol en belangrijk instrument geworden.”
systematische gegevens. Elke docent krijgt nu precieze informatie over de waardering van wat hij of zij doet. Vroeger zullen ze daar ook wel een indruk van gehad hebben, maar die kunnen ze nu toetsen aan cijfermateriaal. Dat leidt wellicht ook tot meer genuanceerde inzichten.
positieve correlatie bestaat tussen goede onderzoeks- en goede onderwijsprestaties: een goede onderzoeker is meestal ook een goede lesgever. Dat lijkt me toch een relevant en alleszins bemoedigend resultaat, dat ertoe moet aansporen om zowel onderzoek als onderwijs sterk te blijven on-
“Elke docent krijgt nu precieze informatie over de waardering van wat hij of zij doet. Vroeger kreeg je ofwel klachten, ofwel pluimpjes, vaak in zwart-wit.”
Vroeger kreeg je ofwel klachten, ofwel pluimpjes, vaak in zwartwit.” “Die individuele cijfers, met commentaar van de docent, zijn verder ook de basis van een waardering die door de Onderwijscommissie wordt geformuleerd en de basis is voor verdere gesprekken met de docenten. Indien er een aanleiding was tot remediëring, is die inmiddels al gerealiseerd. Belangrijk is dat die eventuele remediëring lokaal aangestuurd wordt, in interactie tussen de docent en wie onmiddellijk betrokken is bij het onderwijs en niet van op afstand, als ware het een politionele ingreep.” “De individuele cijfers maken ook deel uit van het personeelsdossier van de betrokken docent, en ze worden effectief verrekend in bevorderingsaanvragen. Terwijl vroeger alleen de onderzoeksresultaten echt in cijfers konden worden uitgedrukt, worden nu ook de onderwijsprestaties geGoede cijfers objectiveerd. Dat versterkt de rol “De cijfers zijn niet alleen nuttig van onderwijs in de personeelsvoor het beleid. Ook op individu- beslissingen aanmerkelijk. Ik eel vlak beschikken we nu over merk even op dat er blijkbaar een
dersteunen en hun onderlinge band te benadrukken.” “Globaal gezien komt het Leuvense onderwijs erg goed uit de cijfers naar voren. Het gemiddelde resultaat ligt meestal rond 4,75 op een schaal van 6. Slechts 3 procent van de docenten heeft 2 scores lager dan 3. Daar staat tegenover dat 21 procent met de helft van hun scores meer dan 5 halen, en het dus schitterend doet. De tip van de curve neigt dus sterk in de goede richting.” “Het is duidelijk dat dit geen eenmalige operatie was. Onderwijsevaluatie door de studenten maakt goed en wel deel uit van ons proces van kwaliteitszorg, en de evaluatie zal regelmatig herhaald worden.” “Ons onderwijsbeleid beschikt hiermee dus over een degelijk, objectief instrument. De individuele docent kan de kwaliteit van zijn onderwijs voortaan heel goed inschatten en bijsturen, en de studenten, degenen die het cijfermateriaal moeten leveren, hebben enthousiast aan de bevraging meegewerkt. Kan je begrijpen dat ik tevreden ben?”
kansen op maat van iedere student Iedere student start straks met een leerkrediet van 140 studiepunten. Kiest hij voor een voltijdse inschrijving? Dan zet hij 60 studiepunten van zijn leerkrediet in. Slaagt hij voor alle opleidingsonderdelen? Dan verdient hij de 60 punten terug en krijgt er de eerste keer 60 bovenop. Slaagt hij niet? Dan heeft hij nog 80 punten om te herkansen.
Verander je voor 1 december? Dan behoud je alle 140 punten als startkapitaal in de nieuwe studierichting. Schakel je over tussen 1 december en 15 maart? Dan verlies je de helft van de ingezette studiepunten. Bij een overschakeling na 15 maart ben je alle ingezette studiepunten kwijt. Wie elk jaar slaagt, eindigt met een saldo van 200 studiepunten. Bij iedere student die een initieel diploma hoger onderwijs behaalt, vermindert de overheid het resterende krediet met 140 studiepunten. De punten die de student overhoudt, kan hij of zij gebruiken om een nieuwe initiële bachelor- of masteropleiding te volgen.
Jaak Poot
Tweede kans
Op 1 september treedt het nieuwe financieringsdecreet voor hoger onderwijs in werking. De regeling biedt een extra voordeel voor wie zijn studies meteen met succes op gang trekt, maar garandeert ook voldoende kansen voor wie zich heroriënteert of eens een jaartje – gedeeltelijk – niet slaagt. Iedere student aan hogeschool of universiteit vertrekt met een rugzak van 140 studiepunten. Een succesvol eerste jaar met voltijdse inschrijving brengt je score op 200, want je verdient de ingezette 60 studiepunten terug, en krijgt een bonus van 60 punten. Slaag je maar voor de helft van het programma? Dan komt je totaal op 170, want je krijgt toch een bonus op de 30 punten die je terugverdient. Wordt het jaar een mislukking? Dan behoud je 80 punten om je jaar over te doen of je te heroriënteren. Eventueel meer, want je verdient de punten terug van elk vak waarvoor je wel bent geslaagd. Word je voor één of meer onderdelen gedelibereerd? Dan verdien je die studiepunten niet terug. Misschien merk je al tijdens het eerste bachelorjaar dat je de verkeerde keuze maakte.
Neem nu Karen. Ze schreef zich tweemaal voltijds in voor de bachelor wiskunde, maar faalde telkens voor alle vakken. Met een resterend leerkrediet van 20 studiepunten wil ze daarna een professionele bachelor als leraar behalen. Daarvoor heeft ze toestemming nodig van de hogeschool. Want die krijgt alleen subsidies voor 20 van de 60 studiepunten. Ze mag voor de overige 40 een verhoogd inschrijvingsgeld vragen. Slaagt Karen voor het eerste jaar van de nieuwe studierichting? Dan verdient ze 60 studiepunten en houdt er 80 over om door te gaan. Ook wie zijn eerste initiële opleiding eindigt met minder dan 60 studiepunten, kan verder studeren. Maar misschien betaal je dan wel een hoger inschrijvingsgeld. Of je wacht enkele jaren, want je krijgt jaarlijks 10 studiepunten cadeau tot een maximum van 60. Leerkrediet is niet van toepassing op bachelor-na-bachelor, master-na-master of postgraduaatsopleidingen, en evenmin op schakel- of voorbereidingsprogramma’s of de lerarenopleiding. Voor meer details en concrete voorbeelden: http://www. kuleuven.be/leerkrediet.
11 juni 2008
Nieuws 9
Meten en weten op expo Gemma Frisius Er zijn vele redenen om de vijfhonderdste verjaring van de geboorte van Gemma Frisius (Dokkum 1508 – Leuven 1555) niet onopgemerkt te laten voorbijgaan. Niet enkel binnen de geschiedenis van de Leuvense universiteit en van de wetenschap in onze gewesten is deze wiskundige, kosmograaf en medicus een centrale figuur. In zijn eigen tijd speelde de humanistisch geïnspireerde geleerde een rol op Europees niveau. Frisius bedacht nieuwe methoden voor topografische triangulatie, schonk daarmee de cartografie een wiskundige basis en legde met zijn eigen werk – waaronder een wereldkaart – de grondslag voor de befaamde cartografische school van de Lage Landen. Hij maakte ook school met de globes en andere observatie- en meetinstrumenten die hij vervaardigde. Tot een halve eeuw na zijn dood werden zijn werken over heel Europa gelezen, gebruikt en herdrukt. Ze
muntten uit door hun pedagogische aanpak, wat tot uiting kwam in rijkelijke illustraties. Zo legde Frisius uit hoe geografische lengtemeting en oriëntatie op zee mogelijk zijn. Zijn handboek voor rekenkunde kende een tachtigtal edities en was daarmee het meest verspreide van de zestiende eeuw. Frisius was een aandachtige lezer van Copernicus en was één van de eersten om zich bij diens wereldvisie aan te sluiten. Ronkende namen als Vesalius, Mercator en Dodoens behoorden tot zijn eigen leerlingen. Op de overzichtstentoonstelling in de Centrale Bibliotheek zullen vooral Frisius’ eigen publicaties centraal staan, maar pronkstuk van de expo is ongetwijfeld zijn persoonlijk exemplaar van Copernicus’ Over de omlopen van de hemellichamen. ‘Gemma Frisius 1508-2008’, nog tot 10 juli in de Centrale Bibliotheek, ma-do 9-22u, vr 9-17u30, za 9-12u30. Vanaf 1 juli slechts tot 17u30, zaterdag gesloten.
(© Rob Stevens)
Nieuw inzicht in ontstaansproces Alzheimer
Wetenschappers van de K.U.Leuven en het VIB hebben een link ontdekt tussen de ziekte van Alzheimer en het ontstaan van de typische plaques in de hersenen van Alzheimerpatiënten. Daarmee is een nieuwe stap vooruit gezet in de strijd tegen de aandoening. “Het echte belang ervan zullen we pas over vijf jaar zien,” zegt professor Bart De Strooper. Lien Lammar Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie in de Westerse wereld. De cijfers liegen er niet om: ons land telt naar schatting 85.000 Alzheimerpatiënten, en elk jaar komen er nog eens twintigduizend bij. ‘De ziekte van de eeuw’ is een degeneratieve aandoening die langzaam de hersencellen vernietigt. “Alzheimer komt voor in twee vormen: de erfelijke vorm – die heel zeldzaam is – en de frequente vorm, goed voor 99,9 procent van de gevallen”, verduidelijkt professor Bart De Strooper, departementsvoorzitter van het Centrum Menselijke Erfelijkheid aan de K.U.Leuven en wetenschappelijk directeur van het VIB-departement Ontwikkelings- en Moleculaire Genetica. “Van de genetische vorm van Alzheimer weten we dat gemuteerde eiwitten aan de oorzaak liggen. Dat proces hebben we in het verleden al ontrafeld. De vraag was dan: hoe kunnen die eiwitten verstoord geraken als er géén sprake is van een genetische fout? Daar hebben wij nu een aanwijzing voor gevonden.” De publicatie van De Strooper en zijn onderzoeksteam is in verschillende opzichten belangrijk: “We hebben voor de eerste keer aangetoond dat microRNA’s – kortere stukken RNA die de aanmaak van eiwitten reguleren – veranderen bij het verouderen en zo een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van Alzheimer. Dat is een nieuw inzicht. Bij een grote groep Alzheimerpatiën-
ten vallen bepaalde microRNA’s weg die normaalgezien BACE1 of gamma-secretase onderdrukken, een eiwit dat een cruciale rol speelt bij de erfelijke vorm van Alzheimer. Daardoor is er een toename van dat eiwit in de hersencellen, wat kan bijdragen tot de vorming van plaques in de hersenen. Door deze bevinding kunnen we nu ook zeker zijn van een duidelijke link tussen het mechanisme dat we eerder al bij
de erfelijke, zeldzame vorm van Alzheimer ontdekt hebben en het mechanisme bij de frequente vorm.”
Hypothese Hoe belangrijk de onderzoeksresultaten ook zijn, het woord ‘doorbraak’ neemt De Strooper niet graag in de mond. “Het is niet zo dat we nu plots alles kunnen oplossen. We hebben wel een grote stap voorwaarts gezet, maar
wanneer dat zich gaat vertalen in medicatie en in diagnose, kan ik niet zeggen. Het gaat om een hypothese waar we nu de eerste experimentele bewijzen voor hebben. De volgende vraag is of we onze resultaten met nieuwe experimenten verder kunnen bevestigen. Over vijf jaar zullen we zien hoe belangrijk onze bevindingen écht zijn.” Zal Alzheimer ooit te genezen zijn? “Bij onze eerste belangrijke
ontdekking geloofde ik dat we binnen de vijf jaar een oplossing zouden vinden. We zijn nu tien jaar verder en zitten in de fase dat de eerste medicatie getest wordt. Alzheimer kunnen genezen is natuurlijk het uiteindelijke doel, maar wanneer we dat zullen bereiken, is moeilijk te zeggen. Maar we zijn op de goede weg.” Wie vragen heeft over dit of ander medisch onderzoek, kan mailen naar
[email protected]
Fruitvlieg opent perspectieven voor behandeling zenuwletsels VIB-wetenschappers verbonden aan de K.U.Leuven zijn er in geslaagd met behulp van de fruitvlieg een eenvoudig model te ontwikkelen dat de studie van beschadigd hersenweefsel mogelijk maakt. Het onderzoek biedt perspectieven voor patiënten met totnogtoe onomkeerbare zenuwletsels. Jaarlijks worden één miljoen Europeanen geconfronteerd met letsels van de hersenen of het ruggenmerg, meestal als gevolg van een verkeersongeval. Deze patiënten zijn vaak blijvend geheel of gedeeltelijk verlamd aangezien de zenuwen in beschadigd ruggenmerg niet of nauwelijks te herstellen zijn. VIBwetenschappers verbonden aan de K.U.Leuven zijn er in geslaagd een techniek te ontwikkelen die het mogelijk maakt fruitvlieghersenen gedurende een langere periode in vitro in leven te houden. Dat maakt het mogelijk om met behulp van microchirurgie
letsels toe te brengen aan bepaalde zenuwbanen en die vervolgens te bestuderen. De Drosophila melanogaster of fruitvlieg fungeert vanwege de grote – 60% – genetische gelijkenis met de mens al langer als modelorganisme, zowel bij het ontrafelen van neurologische processen als voor de studie van bepaalde neurodegeneratieve ziektes zoals de ziekte van Alzheimer. De fruitvlieg is een goedkoop, gebruiksvriendelijk model dat snelle, grootschalige genetische analyses mogelijk maakt. Voor de studie van letsels aan het zenuwstelsel deed
men tot voor kort echter alleen beroep op modelorganismen die behoren tot de gewervelde dieren, zoals de muis. Fruitvlieghersenen zijn immers moeilijk toegankelijk door hun extern skelet en laten daardoor reproduceerbare, fysieke manipulaties op de levende hersenen niet toe. Derya Ayaz, Maarten Leyssen en collega’s ontwikkelden – onder leiding van VIB-onderzoeker Bassem Hassan en in samenwerking met buitenlandse experts – echter een nieuwe techniek waarbij volledige fruitvlieghersenen in cultuur kunnen worden overgebracht. Daardoor
wordt het mogelijk om levende fruitvlieghersenen te manipuleren en op te volgen. De onderzoekers bestudeerden het nieuwe model om te onderzoeken welke moleculaire processen het herstel van beschadigde zenuwbanen zouden kunnen stimuleren. Die zouden de basis kunnen vormen voor nieuwe behandelingen bij patiënten met een totnogtoe onherstelbaar zenuwletsel. Ze toonden alvast aan dat activatie van een bepaalde signaalweg het herstel van zenuwbanen positief beïnvloedt.
[email protected]
10 Universiteitsfonds
campuskrant
Glazen bol voor chirurgen in de maak Hoe goed zullen patiënten na een knie- of heupoperatie nog functioneren? Voor artsen en chirurgen is het vooralsnog onmogelijk om hierover een nauwkeurige voorspelling op lange termijn te maken. In het kader van een nieuwe leerstoel werken Leuvense onderzoekers alvast aan een glazen bol. Benedict Vanclooster Problemen met het beendergestel vereisen idealiter een aan de patiënt aangepaste behandeling. “Iedereen heeft een ander lichaamsgewicht, de afmetingen van de beenderen verschillen van persoon tot persoon, de spieraanhechtingspunten en de spierkrachten zijn anders. Als artsen een optimale operatie willen uitvoeren wanneer ze bijvoorbeeld een knie- of heupprothese plaatsen, dan zouden ze die interventie op maat van de patiënt moeten kunnen plannen en voorbereiden”, aldus Jos Vander Sloten van de Afdeling Biomechanica en Grafisch Ontwerpen. De professor is titularis van de nieuwe Materialise Leerstoel ‘Patiëntspecifieke en Beeldgebaseerde Biomechanica’. “Het is de bedoeling om biomechanische modellen te ontwikkelen waarmee artsen kunnen berekenen welke behandeling voor iedere orthopedische patiënt afzonderlijk het meest geschikt zou zijn. Zo’n model is een ‘eindige elementen formulering’, en ziet eruit als een driedimensionaal computerbeeld van het beendergestel.” De ontwikkeling van dit biomechanisch model moet niet van nul worden opgestart. “We hebben intussen bijna tien jaar expertise opgebouwd in dit domein”, zegt Vander Sloten. “Het model willen we nu verder patiëntspecifiek maken door zoveel mogelijk individuele parameters in te brengen. Per patiënt zullen de beenderafmetingen kunnen ingevoerd worden, de stijfheid en sterkte van de botmaterialen en de belasting op de beenderen. Bovendien is er kennis over de manier waarop bot zal reageren op mechanische stimuli. Bot is immers een levend materiaal dat verdwijnt als het weinig belast wordt, zoals in de ruimte, en aangroeit als het meer belast wordt.”
Stap voor stap De onderzoekers baseren zich voor het ontwerp van hun biomechanisch model op medische beeldinformatie. “Uit röntgenfoto’s, maar ook modernere technieken zoals computertomografiescans of magnetische resonantiebeelden komen we te weten hoe het inwendige van een patiënt eruitziet. Het beeldmateriaal vragen we op bij de diensten radiologie van de ziekenhuizen waarmee we samenwerken en bij het klinische netwerk van onze sponsor Materialise.” Aan de hand van het model dat met de middelen van de Leerstoel tot stand zal komen, kunnen artsen de verschillende behandelingstechnieken met elkaar vergelijken en oordelen wat voor de functionaliteit van de patiënt op lange termijn de beste ingreep zou zijn. “Als ze een biomechanisch model hebben, kunnen ze inschatten hoe
de beenderen na de operatie zullen evolueren onder invloed van krachten of inspanningen”, zegt Vander Sloten. Toch wil de professor niet te vroeg victorie te kraaien. “Ik vrees dat onze glazen bol misschien nooit helemaal af zal zijn. De functionele voorspelling hangt immers af van zoveel individuele parameters en er ontbreken nog veel stukken van de puzzel. Het hele genoom en alle hormonale
informatie biologisch modelleren is niet voor morgen. Maar we gaan stap voor stap vooruit.” Met de financiering van de leerstoel – 260.000 euro gespreid over vier jaar – onderstreept Materialise het vertrouwen dat het stelt in het Departement Biomechanica. “We werken al achttien jaar intens samen met de universiteit”, zegt Fried Vancraen, CEO van Materialise. “De leerstoel drukt de dank uit voor die wisselwerking
en schept een kader om ermee door te gaan.” “Materialise is actief op verschillende medische markten als fabrikant van patiëntspecifieke producten. Onze software maakt het mogelijk chirurgische ingrepen te plannen en de implantaten en instrumenten ervoor te ontwikkelen. Zo levert Materialise de software voor de helft van de hoorapparaten die aangepast zijn aan een individu-
eel oor. Ongeveer zevenduizend oraal implantologen gebruiken onze software om op basis van CT-beelden hun ingrepen te plannen voor elke individuele patiënt. Een soortgelijk systeem wordt momenteel samen met Biomet gelanceerd voor het plaatsen van knie-implantaten. Het onderzoek in de leerstoel geeft Materialise de kans om zijn software en ontwerpen van implantaten verder te perfectioneren.”
EU en China ontmoeten elkaar in leerstoel De Tibetaanse kwestie maakt het nog maar eens duidelijk: inzake democratie, mensenrechten en persvrijheid lijkt China voor Europeanen wel een wereld apart. Toch kunnen we ook veel van de Chinezen leren. Met dat doel brengt een nieuwe leerstoel de EU en China bijeen. Benedict Vanclooster
vergelijking van de politieke dynamiek in beide gebieden veel geleerd worden.” Om het onderzoek onder de aandacht te brengen van studenten, academici, practici en de publieke opinie zullen in het kader van de leerstoel conferenties, lezingen, seminars en workshops georganiseerd worden. “In december vindt een internationale conferentie plaats over de nieuwe mededingingswet die later dit jaar van kracht wordt in China en geïnspireerd is op de Europese wetgeving terzake”, zegt Wouters. “In het voorjaar van 2009 volgt dan een inaugurele conferentie, in samenwerking met de UCL.”
Net als aan de K.U.Leuven schenkt het Fonds InBev-Baillet Latour immers ook 300.000 euro – gespreid over drie jaar – voor een afzonderlijke leerstoel aan de zusteruniversiteit in Louvainla-Neuve. “We zullen streven naar een maximale synergie”, zegt professor Tanguy de Wilde, titularis van de EU-China leerstoel aan de UCL. “Uiteraard zullen we onze kennis en ideeën uitwisselen. Personaliteiten die naar Leuven gehaald worden, zullen ook in Louvain-la-Neuve welkom zijn en vice versa. Ook het gemeenschappelijke bureau in Peking dat beide universiteiten in september willen openen, zal dienstdoen als informatiepunt over en voor de leerstoelen.”
sen beide regio’s”, zegt De Wilde, verwijzend naar hun tegengestelde buitenlandpolitiek. “De EU is erop gericht om waarden uit te dragen, terwijl China een Realpolitik voert. De Chinezen nemen dan wel deel aan operaties van vredehandhaving, in de VNVeiligheidsraad zijn ze terughoudend als de internationale druk op Soedan – waar ze een belangrijk deel van de olievoorraden exploiteren – verhoogd wordt.” De rol van China in Afrika is een van de topics die verder uitgediept worden in vier nieuwe opleidingsonderdelen vanaf volgend academiejaar in Leuven. Het gaat om China and Global Politics (Sociale Wetenschappen), Chinese Law from a European Perspective (Rechtsgeleerdheid), Economics of China (Letteren en Economie) en Taoism (HIW). “Deze vakken worden voor de helft vanuit de leerstoel gefinancierd en voor de ander helft vanuit de betrokken faculteit”, aldus Wouters. “Misschien een aanzet om op termijn een interdisciplinaire cluster ‘China’ in de Leuvense masteren manama-opleidingen te vormen.”
In 2000 wijdde Michail Gorbatsjov aan de K.U.Leuven en UCL de Leerstoel EU-Rusland in, waarvoor het Fonds InBev-Baillet Latour nog tot 2011 optreedt als sponsor. Intussen ondertekende ditzelfde Fonds, genoemd naar Realpolitik de graaf die ruim dertig jaar beWouters en De Wilde stellen vast stuurder was bij de Artois Broudat de EU en China in toenemenwerijen, een nieuwe samenwerde mate de onderlinge gelijkekingsovereenkomst met beide nissen en verschillen erkennen universiteiten, ditmaal om de in belangrijke domeinen zoals betrekkingen tussen de Europese duurzame ontwikkeling, collecUnie en China voor het voetlicht tieve veiligheid, internationale te brengen. De EU-China Leerhandel, mensenrechten en de stoel gaat van start vanaf het korechtsstaat. “Maar we zijn zeker mende academiejaar. niet blind voor de wrijvingen tus“De leerstoel ondersteunt in de eerste plaats interdisciplinair onderzoek naar de relaties tussen de EU en China. Alle disciplines van de humane wetenschappen worden daarbij betrokken, van economie tot theologie. Daarom is de leerstoel ondergebracht in het Leuven Centre for Global Governance Studies”, zegt professor Jan Wouters, directeur van het Centre. De leerstoel zal de mobiliteit van Leuvense onderzoekers en docenten naar China bevorderen en vice versa. “Een vergelijkende studie tussen de EU en China kan in veel domeinen vruchtbaar zijn,” aldus Wouters, “zelfs waar dit niet voor de hand ligt. Zoals bekend zijn de politieke systemen van beide regio’s sterk verschillend. In Europa luidt het devies ‘eenheid in verscheidenheid’, terwijl het in China veeleer gaat om ‘verscheidenheid in eenheid’. Tussen het centrale gezag en het regionale niveau bestaan zowel in de EU als in China complexe spannings- Professor Jan Wouters (uiterst links) en professor Tanguy de Wilde (uiterst rechts) bij de ondertekening van (© Rob Stevens) velden. Mogelijk kan er uit een de door het Fonds InBev Baillet-Latour ondersteunde leerstoelen EU-China aan de UCL en de K.U.Leuven.
11 juni 2008
Personeel 11
www.kuleuven.be/triptrap
[13] gelijke noemers
Benoemd of onderscheiden
Ilse Frederickx
Ooit al tot uw grote verbazing moeten vaststellen dat u niet de enige Jan Pieters of Piet Janssens bent aan onze universiteit? En vraagt u zich dan ook al jaren af wie die illustere collega die dezelfde naam draagt als u wel mag zijn? Tine Bergen Dit keer ontmoeten Ilse Frederickx en Ilse Frederickx elkaar. De eerste werkt bij de Dienst Communicatie, de tweede vindt u terug in de Faculty Club. Wat is jullie functie aan de K.U.Leuven? Communicatie-Ilse: “Ik werk voor de Cel Wetenschapscommunicatie. Wij doen aan wetenschapspopularisering, vooral naar kinderen toe. Aan de ene kant werk ik mee ideeën uit, aan de andere kant zorg ik ook voor de coördinatie, de logistiek …” Faculty-Ilse: “Vroeger werkte ik hier bij de verkoop, nu zit ik meer achter de schermen: ik volg de debiteuren op en doe de personeelsadministratie.” Hadden jullie elkaar al eerder ontmoet? Faculty-Ilse: “Nee, maar we krijgen wel regelmatig mails van elkaar. Zeker toen ik nog bij de verkoop werkte, heeft Ilse regelmatig bevestigingsmails van mijn klanten gekregen. Tijdens haar bevallingsverlof ontving ik ook heel wat mailtjes met vragen en afspraken over vergaderingen die niet voor mij bedoeld waren.” Communicatie-Ilse: “Toen ik op een keer een telefoontje kreeg met een vraag over het menu van de Faculty Club, wist ik dat er iets niet klopte. Tot 2000 werkte ik hier als assistent, daarna ben ik een aantal jaren als journalist gaan werken voor ik hier terug terechtkwam. Toen ik in 2000 vertrok, had ik Ilse een mailtje ge-
stuurd: vanaf nu ben je de enige Ilse.” Komen jullie uit dezelfde streek? Communicatie-Ilse: “Ik ben eigenlijk afkomstig van Herentals, maar de familie van mijn vader komt van Scherpenheuvel.” Faculty-Ilse: “En dat is vlak bij Rillaar, waar ik vandaan kom. Ik weet dat er ooit stamboomonderzoek naar de naam gedaan is en alle Frederickxen zijn op de een of andere manier familie van elkaar.” Wat zijn jullie hobby’s? Communicatie-Ilse: “Ik heb twee kleine kinderen!” Faculty-Ilse: “Ik heb er ook twee. En ik volg tegenwoordig een cursus buikdansen: een aanrader! Verder hebben we twee katten, hoewel ik eigenlijk allergisch ben voor dierenhaar.” Communicatie-Ilse: “Toen ik kind was, moest de hond weg omdat ik er allergisch voor was. Heb jij in de kleuterschool ook spuitjes gekregen tegen je allergie?” Faculty-Ilse: “In de lagere school zelfs nog. En het gekke is: nu ben ik bang van naalden!” Zijn jullie tevreden met jullie naam? Communicatie-Ilse: “Mijn ouders hebben ook Hilde overwogen, het moest in elk geval een naam met de klinkers e en i zijn, net zoals mijn achternaam.” Faculty-Ilse: “Mijn ouders wilden mij eerst Tjella noemen. Mijn grootoom was missionaris in Kongo en daar kregen kinderen vaak een naam die verwijst naar
Faculty-Ilse (links) en communicatie-Ilse.
de manier waarop ze geboren worden. Tjella staat voor stuitligging. Het is uiteindelijk toch Ilse geworden, omdat de gynaecoloog tegen mijn ouders zei: ‘Tjella, wat is dat nu voor een naam? Noem haar toch Ilse!’ Ilse was toen een heel populaire naam. Ik heb op een gegeven moment in de klas gezeten met vier Ilses en drie Elsen, dat was niet meer leuk.” Communicatie-Ilse: “Er is nog minstens één Ilse Frederickx in België. Ik krijg op mijn thuisadres regelmatig mail voor haar. We zijn overigens gedoemd eeuwig uit te leggen hoe onze naam geschreven wordt.” Faculty-Ilse: “Soms moet ik ook randactiviteiten organiseren voor mensen die hier opleidingen volgen en daar zijn regelmatig Engelstaligen bij. Die maken van Ilse hele rare dingen: Ailsa, of Isle. Maar de post komt toch al-
(© Rob Stevens)
tijd aan.” Communicatie-Ilse: “Ik heb een tijd in Tanzania gewerkt en toen heb ik er gewoon gelijk Elisabeth van gemaakt, anders was het hopeloos.” Zouden jullie met elkaar willen wisselen? Faculty-Ilse: “Ik zit hier eigenlijk wel goed. Het zou misschien fijn zijn als Ilse de klanten die niet tijdig betalen zou willen overnemen. Maar aan de andere kant geeft het ook voldoening als ze dan na een telefoontje van mij wel betalen.” Communicatie-Ilse: “Ik heb in mijn opleiding ooit wel boekhouden gehad, maar dat zit heel ver. Onze dienst is afhankelijk van subsidies en in die zin moet ik wel rekening houden met financiën, maar ik ben blij dat het daartoe min of meer beperkt blijft.”
Laurens Cherchye en Bram De Rock, verbonden aan de Subfaculteit Economie en Bedrijfwetenschappen Campus Kortrijk, wonnen samen met coauteur Frederic Vermeulen de tweejaarlijkse VVE-PRIJS van de Vereniging voor Economie (VVE). De VVE is de koepelvereniging van de alumniverenigingen van de economische faculteiten en departementen van Vlaamse universiteiten en hogescholen. De prijs, die werd uitgereikt op 23 mei, werd hen toegekend voor de paper ‘The revealed preference approach to collective consumption behavior: testing, recovery and welfare analysis’. Professor Eric Dirix, verbonden aan de Onderzoekseenheid Privaatrecht van de Faculteit Rechtsgeleerdheid, heeft op 15 mei een eredoctoraat in de rechtsgeleerdheid ontvangen van de Radboud Universiteit te Nijmegen. Professor Dirix is nauw betrokken bij het onderwijs en het onderzoek van de Nijmeegse Faculteit der Rechtsgeleerdheid, met name het Onderzoekscentrum voor Onderneming en Recht (OO&R). Professor emeritus Eric Ponette van de Afdeling Radiologie van de UZ Leuven heeft op 31 mei in het provinciehuis in Antwerpen de Erepenning van de Marnixring ontvangen. De Marnixring is een internationale serviceclub die de verdediging van de Nederlandse Taal en Cultuur centraal stelt. Professor Ponette kreeg de onderscheiding voor zijn inzet voor de Vlaamse Beweging. Professor Geert Verbeke, verbonden aan het Biostatistisch Centrum van de Faculteit Geneeskunde, werd benoemd tot voorzitter van de Editorial Advisory Committee van de International Biometric Society voor een periode van twee jaar. Deze commissie is verantwoordelijk voor alle redactionele aspecten van de tijdschriften uitgegeven door de vereniging.
Ontdek eenvoud, begin bij uw administratie www.kuleuven.be/kufka
12 Leven na Leuven
campuskrant
jurist en wetstraatjournalist
Christophe Deborsu “Eindelijk Waals geld in Vlaamse handen!” Het was het eerste dat Christophe Deborsu (43) te horen kreeg van een Vlaamse medestudent toen hij als Waal rechten kwam studeren aan de K.U.Leuven. Vandaag kan de tweetalige RTBFjournalist – in Vlaanderen vooral bekend sinds Leterme de Marseillaise voor hem zong – er hartelijk om lachen. “België is een fantastisch avontuur!”
“Zonder mijn dagelijkse kick word ik depressief” (© Rob Stevens)
Interview Katrien Steyaert “Nu, het hoogtepunt uit mijn carrière is nu!”, zegt Christophe Deborsu enthousiast tijdens ons gesprek aan de Reyerslaan. “De personages in deze politieke crisis zijn ongelofelijk goed gecast. Er gebeurt altijd iets.” Het publiek lijkt stilaan de buik vol te hebben van het Wetstraattheater, niks daarvan bij de RTBF-journalist. “Zelfs het urenlang wachten vind ik boeiend, al was het maar omdat ik mijn collega’s beter leer kennen. Heel leuk om aan Hertoginnedal te luisteren naar de onvermoeibare babbelaars van RTL, een potje te voetballen of testpubliek te zijn voor de politieke show Sois Belge et tais-toi van mijn collega Baudouin Remy.” Deborsu stond enkele weken buitenspel – een val van een ladder bezorgde hem in april een hersenschudding. De klap heeft hem niet spaarzamer gemaakt met woorden, grappen en joviale begroetingen, laat staan dat zijn werklust zou zijn getaand. “Als kleine jongen wilde ik al journalist worden. Ik zou daarom rechten en communicatiewetenschappen studeren. Tijdens mijn jeugd in Jambes zag ik Vlamingen naar de universiteit van Namen komen en ik dacht: ‘Waarom niet het omgekeerde doen en van de Vlamingen profiteren om mijn Nederlands bij te schaven?’”, lacht hij. En dus trekt de jonge Deborsu, grootgebracht in de geest van de Jezuïeten, in 1983 naar de K.U.Leuven. “Wereldkampioen van jezelf worden, ook in Leuven werd het gepredikt. Makkelijker gezegd dan
gedaan! Ik kende niemand die het mij had voorgedaan. Op straat had ik hallucinaties; ik dacht dat ik mensen herkende maar het bleken volstrekte vreemden. Op 52 km van huis waande ik me in Venezuela.”
Oud-strijder “Ik had zoveel stress dat ik elke ochtend overgaf. Nederlands is mijn tweede taal maar van de lessen Romeins recht van professor Verstegen verstond ik maandenlang geen woord. In het eerste trimester heb ik maar een halve dag niet gestudeerd, toen ik naar American Gigolo ging kijken. Ach, sommigen hebben voor hetere vuren gestaan”, zegt hij relativerend. “Maar ik wilde mezelf absoluut bewijzen, vermijden dat ik in mijn streek op hoongelach zou worden onthaald.” Gelukkig zijn er de vrienden. “In abdij Keizersberg, een heel speciale plek, woonden nog vijf eerstejaars rechten. Hun solidariteit en steun ontroeren me nu nog. Met een van hen, mijn goede vriend Peter, ga ik binnenkort naar een concert van Johnny Hallyday.” “Toen ik hoorde dat ik geslaagd was, waren dat de meest intense vreugdeminuten van mijn leven, bijna beter dan vader worden. Ik voelde me de koning van de wereld! Ik dacht dat geen enkele vrouw me zou weerstaan, maar dat draaide anders uit”, schaterlacht hij. “De Vlaamse meisjes zijn de mooiste van de wereld, dat meen ik. Jammer dat ik er in Leuven veel te weinig van dichtbij heb leren kennen. Ik ben heel trouw. Ik ben al 14 jaar getrouwd. Mijn vrouw heeft Vlaamse roots
maar spreekt geen woord Nederlands.” Dat doet Deborsu zelf intussen als de beste. “Mijn oudste zoon zit op kostschool in Mechelen. Ik was echt ontroerd toen hij daar vorig jaar zijn lagereschooldiploma kreeg. Waw, ik ben emotioneel vandaag”, zucht hij. “Via mijn zoon herleef ik mijn verleden. Ik genoot van de Leuvense gastvrijheid maar associeer de stad ook met zwoegen. Ik was een hardwerkende Vlaming.” Deborsu combineert ijverig zijn derde licentie rechten met de eerste licentie communicatiewetenschappen in Louvain-la-Neuve. Ondertussen slaagt hij voor het journalistenexamen van de RTBF. “Ik begon in april 1988 en nam verlof voor mijn rechtenexamens
thiek man, doe hem veel groeten. Tijdens de Golfoorlog maakte ik reportages voor Televox. Ik ben drie dagen aan het front geweest, weliswaar op 700 kilometer van de brandhaard, maar toch. Ik voel me een oud-strijder maar ben daar nooit voor erkend”, knipoogt hij.
Perte totale “Ik wist al heel vroeg dat ik de binnenlandse politiek op televisie wilde verslaan”, zegt Deborsu over zijn jaren bij het RTBF-journaal die volgen. “Ik bewonder politici, het zijn buitengewone mensen met een roeping. Hun job zou te zwaar zijn voor mij. Laat mij ze maar observeren, dat doe ik dolgraag. Maar in een ‘lange’ carrière heb je afwisseling no-
“Ik associeer Leuven met zwoegen. Ik was een hardwerkende Vlaming.” in juni. Ik was al weer aan het werk toen ik rechtssociologie bij professor Huyse aflegde, dat was goed te doen”, lacht hij. Communicatiewetenschappen maakt hij nooit af, zijn droomjob is binnen. Die onderbreekt hij alleen voor zijn legerdienst. Ronny Vandenbroele, hoofd van de Dienst Communicatie van de K.U.Leuven, is dan zijn baas. “Een zeer sympa-
dig; anders word je een maniak.” In 1995 volgt een kort intermezzo als presentator van Mise au Point, de Waalse tegenhanger van De zevende dag. “Al snel kon ik het niet meer aan. Ik ben een spurter; langere reportages of discussies zijn niet aan mij besteed. Aan mijn studies hield ik het verlangen naar de opwinding van een examen over. Ik wil elke dag mijn
examen afleggen, wat een ongelooflijke kick!” Ook aan de zuidelijke kant van de taalgrens wil hij gewerkt hebben. “Dankzij vijf jaar in het RTBFcentrum in Charleroi leerde ik de stad beminnen. In het begin wilde ik als hevige Standardsupporter dat Sporting Charleroi verloor. Maar na een tijd bleek het een toffe stad met behulpzame inwoners vol zelfrelativering. Een beetje zoals alle Belgen. Nee, ik ben geen belgicist, ik stel gewoon vast dat Vlamingen en Walen verschillen maar ook veel gemeen hebben.” In 2004 graaft de joviale journalist, tot voor kort kapitein in De Tabel van Mendelejev op één, zich dieper in Wallonië in. “In Bergen presenteerde ik op Vivacité, de Waalse Radio 2, het ochtendjournaal. De vroege kick bekocht ik bijna met mijn leven. Ik jakkerde naar het werk en reed mijn auto perte totale.” Hij verkast naar Namen, waar hij twee jaar verslag uitbrengt van de Waalse politiek, voor hij in 2007 naar de hoofdkwartieren terugkeert voor zijn passie: de Wetstraat. “Ik ben geen journalist die de wereld wil verkennen. België is een fantastisch avontuur dat mijn stoutste verwachtingen overtreft. Alleen jammer dat ik elk jaar meer stress krijg. Ik geloof dat het eigen is aan veertigers, van wie de maatschappij heel veel verwacht. Je hebt geen excuses meer om niet altijd op je best te zijn. En je hebt een soort voorbeeldfunctie. Bij RTBF ben ik een van de oudste journalisten op het terrein.” pagina 13
11 juni 2008
Kamerbreed 13
Ontdek jezelf. Kom naar de extra infodag op 6 september 2008. www.kuleuven.be/infodag
pagina 12
Brel Ook televisiekijkend België verwacht veel van de goedgeluimde verslaggever. Op 21 juli 2007 schrijft hij geschiedenis door Leterme naar de Brabançonne te vragen. Het vervolg is gekend. “Het was toeval”, vergoelijkt Deborsu. “Leterme heeft de vraag wellicht onbewust verkeerd vertaald. Ik puur er geen trots uit maar kon zo’n dankbaar stukje televisie niet laten liggen. Ik werd zelfs voor het eerst – en ongetwijfeld het laatst – geïnterviewd door de Russische televisie en TF1, Europa’s eerste zender.” Is de Waalse scepsis over onze flaterende premier al wat afgenomen? “Ja, gelukkig maar. Men wacht af. Ik hoop voor hem dat hij slaagt, hij heeft er de kwaliteiten voor.” Zegt de man die eind 2006 in de controversiële RTBF-uitzending Bye Bye Belgium de onafhankelijkheid van Vlaanderen aankondigt voor diens parlement. “Ik sta achter die denkoefening, die gebaseerd was op het feit dat ruim een derde van de Vlaams parlementariërs de Vlaamse onafhankelijkheid niet ongenegen zijn. Het enige waar ik spijt van heb, is dat Vlaanderen zich belachelijk gemaakt voelde. Dat was niet de bedoeling. Respect is het wachtwoord, altijd.” Ik kan Deborsu niet op straffe uitspraken over Belgiës toekomst betrappen. “Geen enkel land heeft de verzekering eeuwig te bestaan. Wat gebeuren moet, zal gebeuren. En het zal goed zijn. België is geen land van rampen. Ik zou het wel jammer vinden mocht ik die dag verlof hebben!” Zijn vrije tijd brengt Deborsu met zijn gezin door. “Mijn zonen zijn 12, 11 en 6. Ze spelen net als ik basketbal. Jammer dat ik mijn vrouw niet kan overtuigen, anders vormden we een ploeg! Basketbal is zo’n complete sport, vol intensiteit en explosiviteit. De veteranen kunnen nog lang op me rekenen. Ik speel slecht maar ik speel graag.” Op sportieve titels hoopt de nuchtere Waal niet meer, professionele dromen koestert hij nog wel. “Ik wil één keer het nieuws van 19u30 presenteren. Ik behoor niet tot het selecte clubje van professionele ankers; misschien gunnen ze het mij de dag voor mijn pensioen.” Hij denkt even na. “Op 12 augustus 2032!” Vrolijk zet hij een toepasselijk stukje Brel in. “Het gaat over schoon zijn – dat word ik nooit –, maar het gevoel klopt.” Hij zingt: “Être une heure une heure seulement, être une heure une heure quelquefois, être une heure rien qu’une heure durant, beau beau beau et con à la fois.”
Kamer breed
(© Rob Stevens)
Om de vier weken belt onze man in de straat aan bij een willekeurig Leuvens – of Kortrijks – studentenkot, en onderwerpt een kamer én haar bewoner aan een grondig onderzoek. Deze keer hielden we halt in het Groot Begijnhof, maar wees op je hoede, want onze reporter verlegt voortdurend zijn terrein. Volgende keer belt hij misschien wel bij jou aan!
DE KAMER
DE BEWONER Naam
Ik speel al tien jaar hoorn, maar nog maar twee jaar in een orkest. We komen meestal één keer per week Leeftijd samen, al lukt dat niet altijd. Daar21 jaar naast ben ik ook actief in jong ACW Leuven, waar veel van mijn vrije tijd Studierichting naartoe gaat. Naast de vergaderinEerste master rechten (major inter- gen gaan we ook regelmatig iets nationaal en Europees recht) drinken. Katrien Van Kriekinge
Woonplaats
Hoezo dit kot?
Rillaar
Ik was de mankementen aan mijn vorig kot, zoals de tochtgaten aan mijn raam, meer dan beu. Toen bovendien heel wat kotgenoten afstudeerden, was ik bang dat de sfeer minder zou worden. Een vriend vertelde me over de kamers van het Groot Begijnhof en wat ik precies moest doen om een kamer toegewezen te krijgen. Ik ben hier nu al twee jaar, en ben hier heel tevreden. Ook volgend jaar zou ik hier nog graag blijven. De mooie en rustige omgeving is echt een pluspunt. Alleen moet je er wel de nieuwsgierigheid bijnemen van de toeristen, die soms nogal ongegeneerd binnenkijken. Het begijnhof is echt een eiland in de stad. De ring rond Leuven is hier vlakbij en toch hoor je niets. Je woont ook in het centrum van de stad, en toch is er veel groen.
Lief Momenteel niet
Adres
Geslaagd?/!
Groot-Begijnhof 23a/001
Toen ik op de middelbare school zat, was ik lid van de leerlingenraad. Daar werd, vooral tijdens het laatste jaar, vaak over studiekeuze gepraat. Door eliminatie kwam ik terecht bij politieke en sociale wetenschappen of rechten, maar medeleerlingen overtuigden me om rechten te studeren. Nu ben ik best wel blij dat ik voor rechten heb gekozen, want de maatschappij draait toch voor een groot deel om recht. Door mijn studie zijn bijvoorbeeld de binnenlandse politieke gebeurtenissen makkelijker te volgen, al bestudeer ik het liefst de internationale materie. Na mijn masteropleiding zou ik graag een jaar notariaat volgen, om daarna nog drie jaar aan de balie stage te lopen als advocate.
Ligging In het Spaans Kwartier van het Groot Begijnhof
Grootte 22 m 2
Huurprijs 250 euro per maand
Aantal studenten Vier per huisje, in totaal ongeveer 95
Inboedel Bed, twee staande lampen, zetel, salontafel, drie ladekastjes, tv met digitale decoder, twee boekenrekken, twee tafels, bureaustoel, pc, witbord, stoel, kapstok, linosnede
Hobby’s
op die manier hebben we toch wel geregeld contact met elkaar. De major domussen, zeg maar de verantwoordelijken van elk afzonderlijk huisje, organiseren af en toe ook eens een gezamenlijke activiteit, zodat we bijvoorbeeld eens kunnen praten met de Erasmusstudenten. Hier op het Groot Begijnhof vind je studenten van allerlei komaf. Er is een goede mix van land van origine, studierichting, geslacht, enzovoort.
Uitgaansleven Het liefst van al ga ik gewoon in een cafeetje iets drinken met vrienden en vriendinnen. Dat vind ik leuker en gezelliger dan echt fuiven. Soms ga ik wel eens naar een TD of naar een ander feestje, maar niet zo vaak. Maar er is elke week wel iets te doen…
Linosnede
Als er hier één voorwerp is waar ik een speciale band mee heb, dan is het wel deze linosnede. Die heb ik cadeau gekregen van mijn secundaire school bij het afstuderen. Iedere leerling kreeg zo’n genummerd exemplaar uit een gelimiteerde oplage van tweehonderd. Ik heb het laten inkaderen in een tijdloze lijst, waardoor ik er nog lang van zal kunnen genieten. Wie er op staat afgebeeld weet ik niet, maar ik vind het wel mooi. Op de achterkant staat Kotleven het gedicht Weggaan van Rutger We zitten per vier in een huisje, wel Kopland gedrukt. Het is een mooi met ieder zijn eigen kamer. Per veer- aandenken aan mijn middelbare tien studenten is er een keuken, en schoolcarrière. (wt)
14 Emeritus
campuskrant
Het emeritusexamen Volgens het emeritibeleid van onze universiteit mag elke ZAP’er die minstens vijfentwintig academische dienstjaren heeft, de extra titel van emeritus voeren wanneer hij of zij met pensioen gaat. Campuskrant maakt voor enkele professoren een uitzondering. Als tegenprestatie voor alle examens die ze tijdens hun carrière hebben afgenomen, worden ze door ons nog één keer zelf op de rooster gelegd. Pas dan willen ook wij hen emeritus noemen. geklasseerd, niet wetend dat het enkele jaren later het voorwerp zou worden van doorgedreven onderzoek en als het Japanse just-in-time productiesysteem ook in het westen populair zou worden. We hadden dus de kans om onze tijd vooruit te zijn, maar die hebben we jammer genoeg gemist.”
Gezin of carrière?
(© Rob Stevens)
economist
Willy Herroelen Bijdrage aan de wetenschap? “Mijn specialisatiegebied is projectplanning: het plannen van projecten binnen een productiecontext of de dienstverlenende sector, rekening houdend met de volgorde- en de capaciteitsbeperkingen die worden opgelegd door het aantal inzetbare arbeidskrachten en machines. Concreet komt het erop neer dat we algoritmen en oplossingsmethoden ontwikkelen die daarna in een computerprogramma worden verwerkt. De Leuvense modellen genieten internationale erkenning , en daar ben ik best trots op.”
“Als ik terugkijk op mijn carrière, moet ik vaststellen dat ik vaak roofbouw heb gepleegd op mijn gezinsleven. Soms gebeurde het dat ik op vrijdagavond tot negen uur in Leuven moest lesgeven in het kader van het postgraduaat bedrijfskunde, en op zaterdagochtend om halfnegen diezelfde cursus doceerde in Kortrijk. Eén van de redenen waarom ik sinds dit academiejaar bijzonder emeritus ben, is dan ook dat ik wat wilde ‘onthaasten’. Ik ben nog steeds actief bezig met mijn job – ik geef nog een vak in het eerste trimester, begeleid enkele doctoraten en zetel in de editorial boards van enkele tijdschriften – maar die belastende tijdsdruk is verdwenen. Nu kan ik doen wat ik graag doe, zowel thuis als op het werk.” (tv)
Onderwijs of onderzoek? “Ik heb beide steeds graag gedaan. Gelukkig is een evenwicht tussen onderwijs en onderzoek nu ook perfect mogelijk. Toen ik begon, moest ik zoveel doceren dat er bijna geen tijd meer overbleef voor doorgedreven onderzoek. Al vind ik niet alle evoluties even positief. Ik heb bijvoorbeeld de indruk dat er – met al die evaluaties – op het vlak van onderwijs tegenwoordig veel meer aandacht gaat naar de wijze waarop iemand doceert dan naar wat hij zegt. Cru gesteld, kan een prof op die manier eigenlijk de grootste wetenschappelijke onzin verkopen; zolang hij het maar op de juiste manier doet, is het mogelijk dat er geen haan naar zal kraaien.”
Ooit een fout gemaakt? “Echte fouten kan ik mij niet herinneren, maar ik heb natuurlijk wel een aantal stommiteiten begaan op het vlak van onderzoek in de loop van mijn carrière. Zo keerde ooit één van mijn medewerkers terug van een congres in Japan, met een artikel geschreven door Taiichi Ohno, die voor een zeer beperkt aantal toehoorders en met behulp van onleesbare kartonnen kaartjes zijn Ohno-systeem had voorgesteld. Dat hebben wij toen verticaal
ideaal zou zijn dat er een soort van aflossing in de tijd mogelijk is. Met andere woorden, dat iemand de kans krijgt om eerst tien jaar de klemtoon te leggen op onderzoek, en zich daarna tien jaar voornamelijk te wijden aan onderwijs.” “Overigens vind ik dat elke academicus naast docent en onderzoeker ook wetenschappelijk en maatschappelijk dienstverlener moet zijn. Elke academicus – ook in de humane wetenschappen – heeft de plicht zich dienstbaar op te stellen, zowel binnen de universiteit als ten opzichte van zijn relevante praktijkveld.”
Mentor “Ik heb veel mentoren gehad, maar ik zal er voor dit interview een tweetal uitkiezen. De eerste was professor Robrecht Verwilghen. Mede door hem ben ik als student in de ’s Meiersstraat en in de sociale studentenorganisaties terechtgekomen. Dat verklaart ook mijn latere engagement als verantwoordelijke voor studentenaangelegenheden, en zelfs de richting die mijn academische carrière uiteindelijk is uitgegaan.” “De tweede mentor die ik zeker wil noemen is ere-rector Roger Dillemans. Reeds als student werkte ik met hem samen, en later heb ik hem opnieuw ontmoet in het universiteitsbeleid. Hij is een zeer inspirerend en stimulerend man geweest in elke functie die hij bekleedde aan de universiteit: als docent, als onderzoeker, als beleidsman en rector, maar ook als geëngageerd persoon in zeer uiteenlopende organisaties buiten de universiteit.”
Vrije tijd?
(© Rob Stevens)
arbeidsgeneesheer
Raphaël Masschelein Onderzoek of onderwijs? “Beide, want ik weiger te kiezen. Ik vind dat zowel onderwijs als onderzoek behoort tot de kerntaken van de universiteit als instelling en van de academicus als persoon. Ik plaats ze ook op dezelfde hoogte – het één is niet belangrijker dan het ander – wat niet betekent dat iedereen op dezelfde manier moet presteren in beide disciplines. Het evenwicht moet vooral op groepsniveau gerealiseerd worden. Iedereen zal op bepaalde momenten in zijn carrière tijdelijk voorrang geven aan onderwijs of onderzoek. Het
“Ik zeg vaak dat ik op 30 september zal stoppen met lopen – op mijn ‘loop-baan’. En even vaak voeg ik er lachend aan toe dat ik vanaf dan ga wandelen. Ik zie het emeritaat – en het pensioen in het algemeen – graag als een verandering in de manier waarop iemand aan de samenleving deelneemt. ‘Participatie’ is voor mij een sleutelbegrip, waarmee je heel wat mechanismen in de maatschappij kunt uitleggen. Een emeritus stopt niet plots met participeren, alleen heeft hij een andere relatie met zijn universiteit en met de samenleving. Op hun eigen, iets vrijere en vooral minder gereguleerde wijze gaan emeriti door en blijven ze hun universiteit en de gemeenschap van dienst zijn. Toch wil ik ook echt tijd maken voor mijn familie en mijn hobby’s. Ik wil vermijden een druk bezette gepensioneerde worden die constant met zijn agenda zwaait, ik wil mezelf geen onnodige druk opleggen.” (tv)
ren te bannen.” “Ik heb altijd gezocht naar een visiefundering, een weg die me kon bevrijden van het dogmatisch denken uit mijn jeugd. En ik heb die gevonden in het wetenschappelijk onderzoek. Zin ligt voor mij in het meer kennen en beter begrijpen. Deze visie heeft me meer vrede gebracht dan de kerk me ooit gegeven heeft.”
Mentor “Na mijn verblijf aan Rockefeller University waar Bruce McEwen voor mij een fantastische leer(© Rob Stevens) meester was, hielp Paul Janssen me in Leuven ‘acclimatiseren’. Biomedisch Hij was een man die oprecht inonderzoeker teresse toonde, tijd nam om te discussiëren, een echte morele steun. Van mijn promotor, professor De Moor, leerde ik hoe beOnderzoek of onderwijs? langrijk strategisch werken is in “Fundamenteel onderzoek was onderzoek.” voor mij aanvankelijk prioritair. Achterhalen hoe iets in elkaar Eigengereid of zit, geeft een enorme voldoening. gezagsgetrouw? Maar toen ik twaalf jaar geleden “Ik zie de vrijheid van denken in afdelingshoofd werd van Farma- mijn werk als een enorm privicologie, ben ik me intensiever lege. Ik heb het moeilijk gehad gaan bezighouden met het onder- met de hervormingen van rector wijs en met de studenten. Ik heb Oosterlinck, waarbij bijvoorde cursus farmacologie grondig beeld veel gezag werd gelegd hervormd, met minder nadruk bij de departementsvoorzitters. op blokken en meer op begrijpen. Er werd meer nadruk gelegd op En ik heb uit mijn contacten met de regelende functie die de unide studenten ook zeer veel vol- versiteit had en ik vond dat niet nodig. Ik bewaar echter goede doening gehaald.” herinneringen aan de momenBijdrage aan de wetenschap? ten waarop ik met de ere-rector “In het domein van de neuro- heb gediscussieerd. Uiteindelijk endocrinologie heb ik als eerste mocht je ook altijd je gedacht het belang duidelijk gemaakt zeggen en dat maakt de balans van de lokale communicatie tus- positief.” sen de cellen van de hypofyse. Het bleek dat de regulatie in ons Mooiste herinnering organisme niet zo hiërarchisch “Kerstavond 1982. Ik had me is als oorspronkelijk gedacht voorgenomen nog snel iets te werd. Dat impliceert dat het heel gaan checken in het labo omdat moeilijk is om een cellulair pro- ik zat te wachten op een spances selectief te beïnvloeden – om nend resultaat. Dat resultaat te genezen- door het toedienen moest mijn hypothese bevestivan een bepaalde substantie, gen. En dat deed het. Ik herinner omdat zoveel andere factoren me dat ik tijdens het naar huis mee het evenwicht bepalen. rijden, het had zelfs gesneeuwd, Mijn onderzoek heeft bijgedra- een heel bijzonder gelukzalig gegen tot een betere conceptuele voel had.” benadering voor de opbouw van een therapie door erop te wijzen Gezin of carrière? dat je een cocktail van systemen “Mijn gezin en mijn werk heb moet beïnvloeden, meerdere ik nooit als twee aparte werelfactoren samen moet aanpak- den gezien. Mijn vrouw heeft me steeds enorm gesteund. Mijn ken.” vier kinderen gingen al eens mee Kerk en wetenschap? naar het labo net zoals ik ze ook “Als kind al voelde ik dat er ach- meenam naar kwekerijen waar ter de catechismus niets dan ik planten koos voor de tuin. Ze angst zat. Mettertijd ben ik gaan hebben bijzonder veel invloed beseffen dat de waarheid in de gehad op mij. Als zij kritiek hadnatuur zelf ligt. Gemoedsrust den, schoof ik dat nooit terzijkun je vinden door te berusten de.” in wat de natuur is en wat de na- “Het emeritaat geeft mij een tuur brengt. Om Max Ehrman te aangenaam gevoel van ‘het hoeft citeren: ‘no doubt the universe is niet meer’. De competitie is weg. unfolding as it should.’ Wat niet Maar ik zal me zeker nog bezigwegneemt dat we onheil en leed houden met mijn vakgebied.” zoveel mogelijk moeten probe(jdp)
Carl Denef
11 juni 2008
Maatschappij 15
Mei ’68: Tussen waarheid en mythe (2) Veertig jaar na mei ’68 blikken we in twee delen terug op de periode van het Leuvense studentenprotest vanuit linkse, Vlaamse, filosofische en feministische hoek. We noteerden vier verschillende verhalen van bevoorrechte getuigen uit die tijd. In dit deel: feministe Liliane Versluys en PVDA’er Kris Merckx. Wouter Verbeylen Op 16 mei organiseerde Animo Leuven samen met Historia, Politika, de Nieuwe Filosofische Kring en Comac Leuven een de-
bat over mei ’68. Vier van de spre- Merckx van Geneeskunde voor kers komen in Campuskrant aan het Volk. het woord: in het vorig nummer U kunt de eerste aflevering naleCD&V’er Jozef Dauwe en filosoof zen op de website van CampusHerman De Dijn, in dit nummer krant: http://www.kuleuven.be/ feministe Liliane Versluys en Kris ck/archief.html
Kris Merckx
factoren aanwezig zijn die vergelijkbaar zijn met ’68 dan tien of twintig jaar geleden. In ’68 was er onder meer Vietnam, jobonzekerheid, armoede in de Derde Wereld, nu is er Irak, delokalisaties van bedrijven, de kredietcrisis in de VS en de gestegen voedselprijzen. Maar daarbovenop heb je nu ook de milieuproblematiek en de migratiestromen met bijhorend racisme en discriminatie. De voedingsbodem voor het linkse verhaal is vandaag rijker dan hij de voorbije veertig jaar geweest is…”
medeoprichter Geneeskunde voor het Volk en PVDA “In ’68 zat ik in mijn zesde jaar geneeskunde en was ik preses van Medica. Mijn familieleden waren onderwijzers en boeren, ik behoorde tot de eerste lichting studenten die konden genieten van de democratisering van het onderwijs. Aan de unief botsten veel gewoontes met het praktische milieu waaruit ik kwam: de lessen werden bijna uitsluitend ex cathedra gegeven, ik ijverde als preses van het derde jaar onder meer voor een verpleegstage van een aantal weken, die er niet veel later effectief zou komen. Maar echt links kon je me toen nog niet noemen.” “De eerste studentenrevolte in ’66 was nog heel Vlaams-nationalistisch, rechtstreeks gericht tegen het mandement van de bisschoppen, die hadden beslist dat van een splitsing van de universiteit geen sprake kon zijn. In ’68 kreeg het allemaal een meer linkse, anti-autoritaire inslag, onder studentenleiders als Paul Goossens, Ludo Martens en Walter De Bock. Goossens is er in geslaagd de Vlaamse thema’s in een links-sociaal verhaal te integreren, en de studenten rond die thema’s te verzamelen. Als preses van de studenten geneeskunde stond ik achter de eisen van de studentenleiders, vooral dan achter de eis voor een democratische universiteit ten dienste van de bevolking. In april ’68 was de revolte rond ‘Leuven Vlaams’ voorbij – de regering was erover gevallen, de universiteit zou splitsen.”
Kapitalisme maakt ziek “Eind ’68 stelde ik me de vraag: wat moest ik doen na mijn studie? Een salonrevolutionair worden? Of in de praktijk stappen, zelf arbeider worden, zoals sommige van mijn medestudenten: die waren als advocaat in de fabriek gaan werken. In ’69 ben ik dan toch ‘gewoon’ NFWO-aspirant geworden.” “Maar in ’70 brak een wilde staking uit van de Limburgse mijnwerkers tegen de sluiting van Zwartberg. De staking werd niet erkend door de vakbonden, dus iemand moest de leiding op zich nemen. Een aantal linkse studentenleiders zijn daarheen getrokken om de boel mee te organiseren. Ikzelf ging als arts bij de mijnwerkersgezinnen werken.
Kris Merckx
(© Michael De Lausnay)
Daar werd ik voor het eerst geconfronteerd met stoflong. Aan de menselijke implicaties van deze ziekte werden in onze cursus hooguit twee lijntjes besteed: ‘Ondergrondse mijnwerkers hebben gemiddeld een lagere levensverwachting’. Maar daar zag ik wat het betekende al als vijftiger te sterven aan silicose. Dat was een openbaring voor mij, een erg letterlijke vertaling van de slogan ‘Het kapitalisme maakt ziek’.” “Toen later de scheepsbouwers van Cockerill Yards in Hoboken in staking gingen, heb ik de unief definitief vaarwel gezegd. Ik ben daarheen getrokken. Bij de scheepsbouwers stelde ik longziekten als asbestose vast en bij de non-ferro-arbeiders van Umicore verregaande loodvergiftiging. We hebben toen Geneeskunde voor het Volk opgericht: gratis geneeskunde in combinatie met linkse actie binnen Amada, dat nadien de PVDA werd.”
Sarkozy “Ik schat het belang van mei ’68 hoog in. Het heeft mijn persoonlijk leven in een politieke plooi gelegd. En natuurlijk zijn de uitgesproken radicaal-linkse ideeën bij velen in de loop der jaren verwaterd, maar toch heeft die periode een blijvende progressieve stempel gedrukt op tienduizenden jonge mensen, die de rest van hun leven zouden opkomen tegen onrecht, tegen oorlog, tegen racisme.” “Ik verwachtte niet veel van deze zoveelste herdenking, maar ik ben verbaasd hoeveel pit er ditmaal bij de jongeren aanwezig is. In Frankrijk bijvoorbeeld zette Sarkozy de jongeren op scherp door te beweren dat ze door de permissieve geest van ‘68 niet meer zouden weten wat goed en slecht is. Ik denk dat er nu meer
Liliane Versluys advocate en feministe
Liliane Versluys kwam pas eind september ’68 in Leuven aan om rechten te studeren. “Alles stond er op zijn kop, maar dat verbaasde me niet echt, het was al een paar jaar aan de gang, in het hele land. Toen ik nog in de humaniora in Brussel zat, kregen we van de school zelfs toestemming om mee te gaan betogen voor ‘Leuven Vlaams’. Zelf mocht ik niet mee van mijn ouders, wij waren thuis tweetalig.” “Maar ’68 was voor mij dus geen verrassing, geen opstand die uit het niets kwam. We hadden de dood van Kennedy gehad, het Tweede Vaticaans Concilie, Martin Luther King, we zongen allemaal ‘Go tell it on the mountain’…” “In mijn beleving is het allemaal heel geleidelijk gegaan, van armen over elkaar in de kleuterklas naar debatteren met elkaar in de retorica. Er werd in die periode
Een sit-in in Alma II met Paul Goossens (links) en Jozef Dauwe. Leuven, 5 februari 1968. (© Universiteitsarchief - Collectie J. Dauwe)
breder leefde dan bij de roepers, bij de jeugd alleen. Onze ouders zaten heimelijk te applaudisseren omdat we zo hard schopten tegen het systeem.”
Bourgeois-toestand “Ik ging bijna nooit mee betogen – de eerste week in Leuven was er een betoging voor meer inspraak, dat vond ik wel de moeite om mee te lopen. Tot iemand de ruit van een bank ingooide: wat had dat nu met meer inspraak te maken? Maar je kon er niet aan ontsnappen: overal werd over politiek gesproken. Mijn generatie rechtenstudenten was ook de wetswinkel-generatie, gratis juridische bijstand voor wie het nodig had. Maar ook daar had ik weinig mee te maken. Ikzelf dacht in die tijd vooral aan uitgaan en plezier maken.” “Ik was toen ook nog totaal niet feministisch: ik vond dat feminisme een bourgeois-toestand. Pas in 1978, tien jaar later, ben ik bekeerd tot het feminisme via mijn engagement in het Vluchthuis van Leuven. Bij de studentenrevolte sprongen de vrouwen ook niet meteen in het oog – maar dat is ook vandaag niet het geval, het zijn nog steeds niet de vrouwen die de grote politiek bepalen. Vrouwen waren toen meer bezig met het persoonlijke in de politiek, met anticonceptie, baas in eigen buik enzo.”
Liliane Versluys: “In ‘68 waren we in de grond even ‘flauw’ als de studenten nu. Zeg nu zelf: elke vrijdag ambras gaan maken in de cinema, wat was daar geëngageerd aan?” plots heel hard geroepen, maar “Maar de vrouwen wáren er dat was de tijdsgeest: wij riepen wel: bij de intellectuele groep voor alles hard. Ik denk trouwens Universitas zaten bijna evenveel dat dat gevoel van rebellie veel vrouwen als mannen. Universi-
Liliane Versluys
(© Rob Stevens)
tas schreef in die tijd trouwens een artikel met uitleg over anticonceptie, en riskeerde daarmee een correctionele veroordeling: reclame voor anticonceptiva was strafbaar tot in ’73. Het feminisme heeft veel te danken aan de anticonceptie. Je kan je niet voorstellen hoe bepalend de angst om zwanger te raken is geweest in mijn jonge leven. Onze generatie was de eerste bij wie die angst wegviel.”
Jeans “Wat heeft de periode van ‘68 opgeleverd? Eerlijk gezegd vond ik het vooral jammer dat door de splitsing de meeste tweetaligen, de Franstalige Afrikanen, de Amerikanen die vooral in het Frans les volgden, uit Leuven gingen verdwijnen.” “En wat de bredere beweging betreft: ik dacht niet dat ik na ’68 nog ooit iemand in een uniformpakje achter een toog zou zien staan. Toen was het al jeans wat je zag, maar nu zie je de jongeren toch weer zonder probleem uniformen aantrekken. Ze zoeken weer meer naar verbindingen dan naar het individuele, en daar is op zich niets mis mee.” “Zijn de studenten nu minder geëngageerd? Ik weet het niet. Het was in ‘68 ook gewoon mode om geëngageerd te zijn, hè. Volgens mij waren we in de grond even ‘flauw’ als de studenten nu. Zeg nu zelf: elke vrijdag ambras gaan maken in de cinema, wat was daar geëngageerd aan?”
16 Onderwijs
campuskrant
Voorkennis toetsen en bijspijkeren Studenten starten niet met een ‘leeg blad’ aan een opleiding. Maar niet iedereen beschikt bij aanvang over dezelfde inzichten, theoretische achtergrond en vaardigheden. Daarom gaat er steeds meer aandacht naar die voorkennis, met instaptoetsen en introductieprogramma’s. Twee initiatieven in de kijker. Jaak Poot
Test legt vinger op gebrek aan oplossingsstrategieën De chemiekennis van de studenten in het eerste bachelorjaar Farmaceutische Wetenschappen is heel heterogeen. Daarom ontwierp professor Lucien Viaene zes jaar geleden een instaptoets waarbij de studenten hun kennis kunnen meten. Wie onvoldoende hoog scoort, kan deelnemen aan een monitoraatssessie. Daar krijg je uitleg bij de moeilijkste vragen, en extra oefeningen. “Feitenkennis scoort bij de meeste studenten het hoogst. Ze halen minder resultaten bij de andere helft van de vragen: die toetsen het redeneervermogen en de strategieën om een concept toe te passen op nieuwe situaties,” zegt Viaene. “Te veel studenten hebben wel hele brokken chemie uit het hoofd geleerd, maar falen als ze de kennis in de praktijk moeten vertalen.” De cursus chemie in het eerste semester van Farmaceutische Wetenschappen herneemt de leerstof van het middelbaar onderwijs vanaf nul. “Een goede voorkennis helpt een pak om dat in dertien weken onder de knie te krijgen. Met de voorkennistoets kunnen studenten zich positioneren tegenover onze verwachtingen,” legt Viaene uit. “Want er zijn heel grote verschillen. Dat hangt voor een deel samen met de studierichting die ze in het middelbaar volgden, maar ook met hun leraren. De ene legt binnen de wetenschappen meer nadruk op chemie dan de andere. Maar vooral gaat het nog te vaak om het aanleren van theorie. En wij vinden precies het redeneervermogen en de vertaalslag naar de praktijk het belangrijkste.”
Weg naar monitoraat Tijdens de eerste les verwijst Lucien Viaene zijn studenten naar de voorkennistoetsen (vijf sets van tien vragen per deelthema). Ze krijgen één week om die online op Toledo in te vullen. Aan het einde van elk deel krijgt de student een individuele score en de juiste antwoorden. Lucien Viaene: “De gemiddelde score ligt rond 60 procent en 68 procent van de studenten is geslaagd. Samen met de eindscore krijgt iedere student die minder dan 65 procent scoort, een – meer of minder dringend – advies om deel te nemen aan een remediërende monitoraatssesie.” Dan neemt Katja Ver Heyen van het Monitoraat Wetenschappen over: “Gemiddeld legt 80 procent van de studenten de toets af – bissers doen het meestal geen tweede keer. De overgrote meerderheid volgt daarna onze sessie. Ik krijg de globale scores per vraag en
kan me dus concentreren op uitleg bij de onderdelen die de studenten onvoldoende beheersen. De slechtste resultaten noteren we elk jaar voor stoichiometrie (de verhouding waarin chemische verbindingen met elkaar reageren – red). Daar maak ik dan ook nog extra oefeningen bij. Trouwens, de studenten kunnen ook tijdens het semester online oefeningen blijven maken per hoofdstuk.” Katja Ver Heyen: “Een positief neveneffect van de toets? Studenten leren meteen bij de start van hun eerste academiejaar de weg naar het monitoraat kennen. Wie het echt nodig heeft, komt daarna gemakkelijker terug voor extra hulp. Zo voorkomen we een aantal mislukkingen.”
Hoe leesbaar is mijn academisch Engels? De masterjaren van het internationale programma Godgeleerdheid kennen elk jaar een grote instroom van buitenlandse studenten. Een aantal beheerst de Engelse taal onvoldoende om een kwaliteitsvolle verhandeling op papier te zetten. Daarom test de faculteit de Engelse kennis. Die evaluatie gebeurt zowel bij de inschrijving als met een toets tijdens de eerste lesweek. Wie onvoldoende scoort, krijgt het advies om zijn taalkennis bij te spijkeren, met een cursus aan het ILT of een aantal specifieke seminaries onder leiding van professor Brian Doyle. Wie een serieuze achterstand heeft, krijgt een language mentor toegewezen. “Precies omdat we zo’n grote en heterogene groep zijinstromers hebben, organiseerden we twee jaar geleden een brede bevraging van de studenten”, vertelt studietrajectbegeleider Luc De Saeger. “Daaruit bleek onder meer dat drie kwart geen native speaker Engels is. Van die groep zegt bijna een derde dat ze moeilijkheden hebben met Engels. Om alle studiebarrières weg te werken zetten we een veelzijdig actieplan op. Dat richt zich vooral op het opsporen en remediëren van tekorten in kennis, methodologische vaardigheden en – voor de masterjaren – op Engelse taalbeheersing.” “Een minderheid van de masterstudenten komt uit een Engelssprekend land: Groot-Brittannië, de Verenigde Staten of Canada”, vertelt native speaker Brian Doyle in vlekkeloos Nederlands. “Veel studenten komen uit Afrika en India. Recent is er ook een groei-
ende instroom uit Centraal- en Oost-Europa. Vanwege die grote variëteit vragen we dat elke masterstudent bij inschrijving een attest voorlegt dat hij slaagde voor een internationale test – TOEFL of IELTS –, en een paper die hij in het Engels schreef.” “Omdat we beseffen dat een tekst op zich onvoldoende is als
denten krijgt op basis van deze proef vrijstelling van het seminarie. Wie grote tekorten vertoont, adviseren we een langer lopende cursus aan het ILT. De anderen kunnen bij mij twee uur per week extra sessies volgen waar ik inga op een aantal grammaticale punten waar niet-native speakers frequent over struikelen. Tijdens
“Voor studenten die het echt moeilijk hebben, proberen we een English language mentor aan te stellen. Daarvoor doen we een beroep op gepensioneerde leraren Engels.” referentie, organiseren we een bijkomende test in de eerste sessie van ons nieuwe Thesis Writing Seminar”, vult Brian Doyle aan. “Ik schrijf een stelling op bord en de studenten moeten daar op een kwartiertje een spontane reactie op schrijven. Zo krijgen we een frisse kijk op hun schrijfvaardigheid rond een inhoudelijk theologisch thema. Samen met Luc De Saeger evalueer ik die teksten. En we toetsen de resultaten af op onze beoordeling van hun ingestuurde paper.”
Bijsturing op maat “Ongeveer een kwart van de stu-
de rest van het seminarie worden ze verder begeleid door mezelf en een team van doctoraatsstudenten uit de verschillende theologische disciplines – want
elke discipline heeft zijn eigen methodologie voor academische teksten.” In het tweede semester biedt Brian Doyle nog meer oefen- en bijschoolmomenten aan: “Ik zit wekelijks rond tafel met een kleine groep studenten. We bespreken dan telkens een halve A4 per student. De week erna geef ik een aantal regels over fouten die ze vaak maken. Voor studenten die het echt moeilijk hebben, proberen we een English language mentor aan te stellen. Daarvoor doen we beroep op gepensioneerde leraren Engels.” “Bachelorstudenten moeten vertrekken van een degelijke voorkennis. Daarom bieden we hen een omvattend en interdisciplinair opleidingsonderdeel Introduction to Theology aan”, vult Luc De Saeger aan. “In het eerste semester krijgen ze een introductie in christendom, theologie en theologische methodiek. In het tweede semester begeleidt een team van professoren hen bij het schrijven van een eerste paper.” Voor meer info: https://www.kuleuven.be/duo-icto/steekkaarten of
[email protected]. be, (t) 016 32 65 59.
In Memoriam
De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: Professor Pierre GOUBAU Ere-buitengewoon docent aan de Faculteit Geneeskunde geboren op 14 januari 1917 en overleden op 25 mei 2008
11 juni 2008
Diversiteit 17
Associatie heeft diversiteitsplan klaar De stuurgroep Diversiteit van de Associatie K.U.Leuven heeft haar diversiteitsplan klaar. De acties richten zich in een eerste fase op allochtone studenten, studenten met een functiebeperking of met een atypische vooropleiding. Volgend jaar volgt een plan om de man-vrouwverschillen in een aantal opleidingen te verkleinen. Jaak Poot
de universiteiten en hogescholen met cijfers en documenten staHet plan is niet alleen een lei- ven wat ze ondernemen en welke draad voor het diversiteitsbeleid vooruitgang ze boeken.” in de partnerinstellingen van de Associatie. Het geeft ook richting Normstudent aan de beheersovereenkomst “Een diversiteitsbeleid is niet die iedere instelling met de over- vanzelfsprekend”, vult onderheid afsluit in het kader van het voorzitter Jo Bastiaens (CIMIC, Aanmoedigingsfonds. Dat fonds expertisecentrum voor interculmaakt deel uit van het nieuwe fi- turaliteit aan de KHMechelen) nancieringsdecreet voor het ho- aan. “Er leeft nog sterk het idee: ger onderwijs en wil de deelname ‘de student moet zich aan de invan kansengroepen aan het ho- stelling aanpassen’. Docenten ger onderwijs bevorderen (zie ook hebben een ‘normstudent’ in het hoofd en willen daar niet van artikel hieronder – red.). “Vorig jaar legden we de ba- afwijken, ‘want dat tast de kwalisis voor het beleid: We willen teit aan’. Niets is minder waar. In meer aandacht voor diversiteit feite is het een verhaal dat sterk op alle beleidsniveaus. In eerste vergelijkbaar is met de eerste instantie werken we doelgroep- democratiseringsgolf in de jaren gericht”, zegt stuurgroepvoorzit- zestig: ook nu ligt hoofdzakelijk ter, professor Sabine Van Huffel sociaal-economische achterstand (K.U.Leuven). “Als je kansenon- aan de basis van ondervertegengelijkheid procesmatig wilt weg- woordiging in hoger onderwijs. werken, moet je eerst werkbare Dat geldt zeker voor de doelgroep definities hebben. Pas dan kun van allochtone studenten.” je de studenten correct registre- De instellingen van de Assoren en de groepen meten. Onze ciatie K.U.Leuven zetten heel teksten vormen trouwens de ba- wat acties op. Zo loopt er aan de sis van het advies dat de Vlaamse KHMechelen bijvoorbeeld een Onderwijsraad (VLOR) recent pu- cursus academisch Nederlands, bliceerde over de registratie van voor allochtonen en studenten met een atypische vooropleiding studentengroepen.” “Minister Frank Vandenbrou- zoals beroepsonderwijs. Aan de cke hecht veel belang aan een KHKempen helpen studenten alpositieve aanpak van diversiteit. lochtone leerlingen om de stap Hij noemt het de basis voor de van middelbaar naar hoger ontweede democratiseringsgolf. derwijs te zetten. Ook de andere Daarom nam hij een aanmoedi- associatie-instellingen pakken gingsfonds voor diversiteit op in uit met initiatieven. zijn financieringsdecreet. De in- Een nieuwsbrief en een blog dividuele instellingen leggen in helpen het draagvlak verbreden. een beheersovereenkomst met de Docenten kunnen er ervaringen overheid hun doelgroepgerichte uitwisselen. Jo Bastiaens: “Er geacties voor de volgende drie jaar beurt heel wat, maar vaak geïsovast. Bij de beoordeling moeten leerd. Initiatieven als de blog en
de nieuwsbrief helpen docenten om zich aan het voorbeeld van collega’s op te trekken en de impact te bestendigen. Ze zijn ook een prima communicatiekanaal naar de achterban die het belang van de uitdaging vaak nog niet inziet.”
Geen blauwdruk “Het diversiteitsplan is geen blauwdruk”, zegt Sabine Van Huffel. “De instellingen kiezen vrij hun klemtonen. Daarnaast stellen we ook een ‘diversiteitsbarometer’ ter beschikking. Die meet wat medewerkers concreet doen en hoe ze het beleid van hun instelling beoordelen.” Veel aandacht gaat naar studenten met een opleiding die hen niet direct voorbereidt op hoger onderwijs, of die willen overstappen van een professionele naar een academische opleiding. “Er is de steeds grotere groep werkstudenten, die onderwijs met een deeltijdse of zelfs volledige opdracht combineren. Dat geldt bijvoorbeeld in opleidingen voor knelpuntberoepen zoals verpleger en leraar. Voor die studenten moet je cursussen organiseren ’s avonds en in het weekend. Ze vragen ook een andere examenspreiding.” Er zijn richtlijnen voor toegankelijkheid van gebouwen voor mensen met fysieke beperkingen. Digitale leerplatformen helpen studenten met visuele of auditieve beperkingen. En er is aandacht voor de groep van studenten met leerstoornissen als dyslexie en psychologische problemen als faalangst, depressie, anorexia …. De genderproblematiek is even vooruit geschoven. “Daar beginnen we volgend jaar aan”, zegt Sa-
Sabine Van Huffel en Jo Bastiaens
(© Rob Stevens)
bine Van Huffel. “We willen wat pedagogie.” doen aan de lage instroom van http://associatie.kuleuven.be/ meisjes in ingenieurs-, weten- docu/diversiteitsplan_publiek.pdf. schaps- en informaticaopleidin- Schrijf u in op de diversiteitsgen. Maar evenzeer aan de lage nieuwsbrief van de Associatie instroom van jongens in de lera- K.U.Leuven of volg de blog renopleidingen en de faculteit http://diversitijd.khm.be/
Aanmoedigingsfonds ondersteunt gelijke kansen en diversiteit Terwijl de Vlaamse overheid het heeft over het Decreet van 14 maart 2008 betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en de universiteiten in Vlaanderen, houden wij het bij het Financieringsdecreet. Dat bepaalt voor een groot gedeelte waar uw universiteit de komende jaren financieel aan toe is. Eén van de originele luiken bestaat in de creatie van het Aanmoedigingsfonds. Ludo Meyvis Ludo Melis, Coördinator Onderwijsbeleid, licht toe. “Het Aanmoedigingsfonds dient voor de financiering van beleidsspeerpunten. Voor Vlaanderen bedraagt dit in 2008 3 miljoen, in 2009 6 miljoen euro. Voor de K.U.Leuven komt het voor een periode van drie jaar neer op 1.500.000 euro, namelijk 300.000 in het eerste jaar en dan telkens 600.000 euro. We matchen dat met hetzelfde bedrag uit eigen middelen, zodat we beschikken over 3.000.000 euro. We verbinden er ons in een beheersovereenkomst toe om die middelen in te zetten voor projecten die
de instroom en doorstroom bevorderen van studenten uit bevolkingsgroepen die ondervertegenwoordigd zijn in het hoger onderwijs. Gelijke kansen en diversiteit, dat is dus de gemeenschappelijke noemer. De K.U.Leuven heeft al behoorlijk wat initiatieven in die richting genomen. Deze financiering erkent die inspanningen, en breidt tegelijk de mogelijkheden sterk uit.” “De middelen voor het eerste jaar werden toegekend op basis van een projectoproep, die plaatsvond in maart. Uiteindelijk werden zes projecten weerhouden, gericht op drie doelgroepen.” “Bart Raymaekers is promotor
van een project dat de leeromgeving voor ‘niet-traditionele’ studenten Wijsbegeerte moet optimaliseren. Met ‘niet-traditioneel’ bedoelen we studenten die een aangepast filosofieprogramma volgen in combinatie met hun job of met een hoofdstudie. Iets vergelijkbaars loopt bij Psychologie, onder leiding van Eddy Van Avermaet, maar dan specifiek gericht op een samenwerking tussen de Open Universiteit en de K.U.Leuven.” “Twee projecten zijn op allochtone studenten gericht. Piet Verhesschen start een ‘zalmprogramma’ op voor de overgang van secundair naar hoger onderwijs, met bijzondere aandacht voor al-
lochtone leerlingen uit het TSO en BSO. Jo Huys van de Dienst Communicatie stuurt een project dat de instroom van allochtone studenten wil bevorderen via het aanspreken van specifieke netwerken en kanalen voor allochtone jongeren. Informatieverstrekking is daarin van prominent belang.” “De derde doelgroep, studenten met een functiebeperking, worden benaderd met een project onder leiding van Koen Neyens, dat de stageproblematiek aanpakt, een uiterst belangrijk deel van de opleiding waar studenten met een functiebeperking niet altijd even vlotte toegang toe hebben. Het zesde project, ten slotte, ook
gepiloteerd door Koen Neyens, gaat over de digitale toegankelijkheid van de K.U.Leuven, met bijzondere aandacht voor studenten met dyslexie.” “Daarnaast willen de projecten de academische gemeenschap ook vormen en haar attenderen op de specifieke problemen van deze drie doelgroepen. Het is evident dat we blij zijn met deze extra mogelijkheden, die ons in staat stellen een essentieel gedeelte van ons beleid verder vorm te geven, en om uiteindelijk te komen tot universitair onderwijs dat buiten het talent en de inzet van de student géén andere toegangsdrempels meer heeft.”
18 Alumni Alfagen kiest Alumnus van het Jaar Alfagen en de Faculteit Geneeskunde hebben professor emeritus Marc Verstraete, erevoorzitter van de alumnivereniging, verkozen tot alumnus van het jaar 2008. Verstraete geniet algemene waardering in het domein van de interne geneeskunde en vooral in het hematologisch en vasculair onderzoek. Hij was jarenlang een gedreven opleider en zette ook de alumnibeweging duidelijk op de kaart van de universitaire wereld. De laatste jaren is hij vooral bekend voor zijn actief zoeken naar sponsoring voor leerstoelen waarbij de universiteit dankzij de hulp van de industrie haar onderzoekspallet en onderwijsaanbod kan uitbreiden.
Nieuwe opleiding ‘sociale bemiddeling in organisaties’ Het groeiend aantal arbeidsconflicten en de toenemende interesse voor conflictbemiddeling motiveerde de K.U.Leuven en de KHLeuven, partners in de Associatie K.U.Leuven, om volgend academiejaar samen een nieuwe opleiding aan te bieden: ‘Sociale bemiddeling in organisaties. Werken met arbeidsconflicten tussen individuen en in teams’. De opleiding is praktijkgericht en multidisciplinair, een bundeling van academische en professionele expertise van de K.U.Leuven (Sociale Wetenschappen, Psychologie, Rechtsgeleerdheid) en de KHLeuven (Departement Sociale School). Het doel is professionals op te leiden die inzicht hebben in arbeidsverhoudingen en –conflicten en die beschikken over de attitude en de basisvaardigheden van een bemiddelaar zodat zij dreigende conflicten kunnen herkennen, analyseren en oplossen. http://www.associatie.kuleuven. be/socialebemiddeling
Voor jobstudenten (en hun werkgevers) De Jobdienst K.U.Leuven biedt een informatief platform aan voor zowel jobstudenten als werkgevers. Alle Leuvense studenten hoger onderwijs kunnen daarenboven beroep doen op een databank met een ruim aanbod aan studentenjobs dat dagelijks geüpdatet wordt. Daarnaast kunt u met uw vragen terecht bij de adviseurs van de Jobdienst. • Jobdienst K.U.Leuven, Van Dalecollege, Naamsestraat 80, 3000 Leuven (t) 016 32 44 34, (f) 016 32 44 39,
[email protected] http://www.kuleuven.be/ jobstudent • jobdatabank: http://www.kuleuven.be/ studentenjobs • Spreekuur: elke werkdag van 14-17u of na afspraak
campuskrant
Mix je eigen Messias ‘Wil er iemand mijn Messias zijn?’ is de vraag die centraal staat in de VlieberghSencie leergangen op 19 en 20 augustus. Eigenlijk zijn we niet zozeer op zoek naar verlossing, maar wel naar onszelf. En we ‘knutselen’ zelf een Messias in elkaar die ons daar bij kan helpen. Dat blijkt uit een gesprek met Henk Tieleman en Ruard Ganzevoort, twee van de sprekers. Tine Bergen Volgens professor Ruard Ganzevoort (Vrije Universiteit Amsterdam) zijn mensen zijn niet meer zoals vroeger bezig met de verlossing van schuld en zonde: “Het is eerder verlossing uit de ‘gewoonheid’ waar ze vandaag naar zoeken. Ze willen bijzonder zijn en de alledaagsheid overstijgen.” Professor Henk Tieleman (Universiteit Utrecht): “Ik denk dat het woord verlossing ook beter vervangen kan worden door ‘zoektocht’. Het doel is trouwens vaak die zoektocht zelf. Mensen willen hun leven niet meer in dienst stellen van een geloof, maar zien het eerder als een project waar ze voortdurend over reflecteren. De moderne religiositeit weerspiegelt de moderne samenleving waarin mensen ook voortdurend keuzes moeten maken. Kijk bijvoorbeeld maar naar de vele ‘zwevende kiezers’ die er vandaag zijn. Dus willen mensen een klankbord, een gesprekspartner die hen helpt tijdens hun zoektocht.”
Knutselen “De god van de dogmatiek is veel te ver weg en te ingewikkeld, daarom maken mensen eigen heiligen
Agenda Alumni Ekonomika Brussel Lunchcauserie met Geert Noels (Petercam) • 20 juni, 12u, Suez, Troonplein 1, 1000 Brussel • Info:
[email protected], (t) 02 501 13 01, (f) 02 501 13 10 http://www.ekonomika-alumni.be Ekonomika Reünieweekend handelsingenieurs promotie 2003 • 21 en 22 juni, Moerashuis, Oudenaarde • Info: stefaan_decorte@hotmail. com, (t) 0478 802 167 http://www.ekonomika-alumni.be
– echte ‘verlossers’ kan je het niet noemen – als een tussenstapje, een aanspreekpunt. Ze willen geen tussenkomst meer van een priester, maar communiceren zelf rechtstreeks met hun heilige. Omdat mensen helemaal zelf kiezen wie zij als heilige of idool willen zien, zijn er heel veel – tijdelijke – heiligen in alle soorten en maten. Binnenkort komen er bijvoorbeeld ongetwijfeld weer heel wat voetbalidolen aan. Elk jaar zijn er meer dan een half miljoen mensen die het graf van Elvis Presley bezoeken. Het verhaal van Jezus stopt vandaag niet meer bij zijn dood. Jezus wordt nu gezien als iemand die je in je hart hebt, een vriend.” “Mensen gaan ook steeds vaker wisselen van idool,” weet Ganzevoort. “In elke fase van het leven zoeken ze een ander idool dat hen verder kan helpen. Dat heeft zijn zwakke kanten, want je hebt zo minder basis om op te bouwen. Maar aan de andere kant kan je zo tegenstrijdigheden wel makkelijker samenbrengen in een geheel.”
“Mensen zitten veel minder consistent in elkaar dan wij wetenschappers soms denken. Ze willen gewoon graag een mooi ritueel dat ze kunnen beleven en daarom trouwen ze bijvoorbeeld in de kerk. Zonder dat ze het dogma dat daarbij hoort er ook bij nemen, laat staan de moraal.” Ganzevoort: “Er is inderdaad een duidelijke verschuiving van de inhoudelijke overtuiging naar het beleven. Dat mensen zich goed voelen bij wat ze geloven, vinden ze nu veel belangrijker dan dat alles waar ze in geloven ook een perfect samenhangend geheel vormt.” “Het leven is een zoektocht en mensen willen die ook zelf maken,” besluit Tieleman. “Ze laten zich daarbij niet meer zomaar door iemand vertellen hoe ze die zoektocht moeten aanpakken. Als ze al iemand ‘volgen’, kiezen ze die persoon heel bewust uit. Om hem een tijd later zonder probleem voor iemand anders in te wisselen.” De leergangen vinden plaats in college De Valk op 19 en 20 Beleven augustus. “Het interesseert mensen trou- http://www.kuleuven.ac.be/ wens niet echt of het hele verhaal admin/al/niv3pbis/nascholingen/ perfect klopt,” aldus Tieleman. CA19.htm
Ekonomika - 5 Young Generations Reünie Promotie 2007, barbecue en afsluitend feestje in Café Manger • 27 juni, vanaf 18u30, terras van Alma 1, Tiensestraat te Leuven. • http://www.ekonomika-alumni.be Farmaleuven en Alfagen Op zondag 23 november nodigen Farmaleuven en Alfagen u uit op een uniek concert met Trio Cassiman • 23 november, Aula PDS, 16u • Info:
[email protected]; elke voormiddag, niet op vrijdag: (t) 016 32 34 56 Alumnireis naar Extremadura Van 11 november tot 16 november organiseert Alumni Lovanienses een reis naar de Spaanse regio Extremadura, de historische
cultuurstad Toledo en de Spaanse hoofdstad Madrid. Naast een bezoek aan Guadalupe, Logrosán en Trujillo omvat de reis ook een bezoek aan de historische cultuursteden Mérida, Badajoz en Cáceres. Ook de plaatsjes Plasencia, Yuste, Jarandilla en Plasencia komen aan bod. De reis besluit met een bezoek aan Madrid, waarbij we onder meer focussen op het prachtige Prado-museum. We overnachten in viersterrenhotels. De richtprijs bedraagt 1.775 euro per persoon bij minimum 20 personen en daalt naargelang het aantal deelnemers stijgt (supplement van 220 euro voor éénpersoonskamer). • Info: Inschrijven via Avatours nv, Koning Albertstraat 86, 8500 Kortrijk, (t) 056 21 50 00, (f) 056 22 39 00,
[email protected]. http://alum.kuleuven.be/reizen/ extremadura
Brochure permanente vorming De brochure Permanente Vorming 2008-2009 is uit. Daarin vind je een overzicht van de langere vormingsprogramma’s, de postgraduaten en de lezingenreeksen die de faculteiten en centra tijdens het komende academiejaar organiseren. Je kan een exemplaar aanvragen bij de Dienst Permanente Vorming of downloaden op de website (zie verder). Daar vind je ook informatie over studiedagen, seminaries en workshops. Dienst Permanente Vorming, Krakenstraat 3, 3000 Leuven Infolijn 016 32 84 84, (f) 016 32 84 87,
[email protected] http://www.kuleuven.be/ permanentevorming
Winnaar databaseactie bekend
De afgelopen maanden corrigeerden verschillende oudstudenten vijftien of meer adressen uit onze alumnidatabank. Ze ontvingen als dank een cd-bon van 20 euro. Uit alle deelnemers heeft een onschuldige hand nu een winnaar aangeduid: Lilly en Davy Mahieu-Borremans mogen binnenkort een reiswaardebon van 500 euro in hun brievenbus verwachten. Marie Eveline Van Parys en Karen Stals stuurden elk meer dan vijftien adressen in en ontvangen een cd-bon van 20 euro. Alumni Lovanienses dankt alle deelnemers van harte voor hun medewerking! http://www.alum.kuleuven.be
11 juni 2008
doctoraten Godgeleerdheid 29 mei - Godelieve Uyttenhove Triniteit bij Jan van Ruusbroec: tekstanalyse, vergelijkend cultuurhistorisch onderzoek en gesprek met hedendaagse theologen 30 mei - Frederik Glorieux Het theologisch pluralisme uitgedaagd: Een onderzoek naar het statuut van waarheid binnen de theologie van de religies
Hoger Instituut voor Wijsbegeerte 27 mei - Katrien Schaubroeck Normativity and Motivation. The Analytical Debate on Practical Reasons 29 mei - Stéphane Symons Traces of Truth, Images of Hope. Walter Benjamin and the Messianic
Economie en Bedrijfswetenschappen 20 mei - Catherine Schaumans Entry, regulation and economic efficiency: essays on health professionals 21 mei - Karen Crabbé Essays on corporate tax competition in Europe 30 mei - Sarah Gelper Economic time series analysis: Granger causality and robustness
Sociale Wetenschappen 19 mei - Wouter Vandenabeele Towards a public administration theory of public service motivation 23 mei - Katrien Pype The Making of the Pentecostal Melodrama. Mimesis, Agency and Power in Kinshasa’s Media World (DR Congo) 27 mei - Tom Delreux The European Union negotiates multilateral environmental agreements: an analysis of the internal decisionmaking process 30 mei - Katrien Hertog Religious Peacebuilding: Resources and Obstacles in the Russian Orthodox Church for Sustainable Peacebuilding in Chechnya
Letteren 16 mei - Helena Wille De albums van Karel van Sint Omaars. Een aristocratisch natuurobservator uit de Renaissance 23 mei - Pieter Verstraeten In alle gestalten van leven begrepen. Literaire kritiek in Vlaanderen tijdens het interbellum: Joris Eeckhout, Urbain van de Voorde, Paul de Vree 28 mei - Maarten Depourcq Roland Barthes en het Griekse verlangen: tragedie, filosofie, schrijven 28 mei - Pieter Mannaerts A collegiate church on the divide: chant and liturgy at the church of Our Lady in Tongeren (10th-15th c.) 29 mei - Toon Van Hal Moedertalen en taalmoeders. Methodologie, epistemologie en ideologie van het taalvergelijkend onderzoek in de Renaissance, met bijzondere aandacht voor de bijdrage van de humanisten uit de Lage Landen 30 mei - Ine Jacobs De zorg voor het stedelijke landschap in Klein-Azië van de 4de tot de 7de eeuw n.Chr. Een bijdrage tot de discussie over de ‘transformatie’ of ‘ondergang’ van de antieke stad 31 mei - Hilde Hanegreefs Los verbos de percepción visual. Un análisis de corpus en un marco cognitivo
Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 26 mei - Pieter Verstraete Disability history: A Foucauldian perspective
Ad Valvas 19 26 mei - Simon De Deyne Proximity in Semantic Vector Space 27 mei - Katleen Bogaerts Medically Unexplained Symptoms: A symptom perception perspective 27 mei - Jeremy Pacht Selection mechanisms in visual word recognition
Wetenschappen 19 mei - Hye-Kyoung Moon Systematic studies in Mentheae (Lamiaceae): morphology, evolutionary aspects, phylogeny 20 mei - Spyridoula Tsonaka Models for handling coarsening and non-monotone missingness in clinical trials 20 mei - Dimitrios Rizopoulos Joint modelling of longitudinal and survival data 20 mei - Malgorzata Pawlak Ni-silicides as gate electrode materials for scaled CMOS technologies 22 mei - Sandra Deschamps An algebraic approach to simply transitive and crystallographic NIL-affine actions and the generalized Auslander conjecture 23 mei - Steven Verpoort The geometry of the second fundamental form: curvature properties and variational aspects 23 mei - Claude Belpaire Pollution In Eel. A cause of their decline? 26 mei - Tom Janssen Discovery and functional analysis of a pigment dispersing factor (PDF) and a cholecystokinin/gastrin-like signaling system in Caenorhabditis elegans 28 mei - Tadesse Dejenie Haile The ecology of reservoirs in the semiarid highlands of Tigray, Northern Ethiopia, with special reference to zooplankton 29 mei - Jorinde Sprong Reconstruction of climatic change and sea-level fluctuations during the late Danian and early Selandian (~62-60 Ma) in Egypt and Tunisia: quantitative benthic foraminiferal studies 30 mei - Gopakumar Gopinadhanpillai Computational Studies of Doped Germanium Nanoclusters
Ingenieurswetenschappen 16 mei - Nathalie Geebelen Structure-Borne Sound Sensitivity of Building Structures – Assessment of the Acoustic Performances of Multilayered Structures by Simulation and Measurement Techniques 19 mei - Mark Moonen Stochastische modellen voor patrouillering en interventieactiviteiten bij de lokale politie 20 mei - Pieter Vansteenwegen Planning voor toerisme en het openbaar vervoer – Selectie van attracties door een gepersonaliseerde elektronische toeristengids en het plannen van treinaansluitingen 21 mei - Jeroen Boydens Locatieonafhankelijkheid en transacties als volwaardige concepten in objectgerichte programmeertalen 22 mei - Vaidyanathan Subramanian Study of Analog and RF Performance of Multiple Gate Field Effect Transistors for Future CMOS Technologies 26 mei - Kristel Gysemans Profound Analysis and Development of Growth/No Growth Interface Models: Effect of Inimical Conditions on Listeria Monocyptogenes in Various Contamination Levels 26 mei - Jozefien De Keyzer Thermodynamic Modeling of the Fe-Ni-Ti System: A Multiple Sublattice Approach 26 mei - Jeroen Van Ham Design and Instrumentation of Implants for Force Sensing and Actuation 27 mei - Kasper Claes Gestructureerd licht voor 3D program-
matie van een robotarm 27 mei - Esam Awad Horizontal Turbulent Mixing in 3D Hydrodynamic Modelling 28 mei - Ben Vandenbroucke Selective Laser Melting of Biocompatible Metals for Rapid Manufacturing of Medical Parts 30 mei - Stijn François Niet-lineaire modellering van de respons van gebouwen ten gevolge van trillingen in de grond
Bio-ingenieurswetenschappen 19 mei - Philip Breugelmans Multi-species bacterial consortia degrading the phenylurea herbicide linuron and their spatial organization on solid surfaces 19 mei - Stijn Spaepen Characterization of the Azospirillum brasilense indole-3-pyruvate decarboxylase: structure, function and physiological role 23 mei - Luc Alaerts Application of metal-organic frameworks in catalysis and adsorption 30 mei - Eric Breynaert Vorming, gedrag en stabiliteit van eigencolloïden 30 mei - Thanh Vo Tan Model based control of the 3D temperature and humidity distribution in drying processes
Geneeskunde 15 mei - Christophe Dooms FDG-PET and biological aggressiveness of operable non-small cell lung cancer: What is the relation to outcome and the impact of induction chemotherapy in stage IIIA-N2 NSCLC 16 mei - Katie Van Geyte Inactivation or knockdown of the oxygen sensor PHD1 induces hypoxia tolerance by reprogramming basal metabolism in mice 19 mei - Yingmei Feng Human apo A-I transfer attenuates transplant arteriosclerosis via enhanced incorporation of bone marrow-derived endothelial progenitor cells 21 mei - Armando De Palma Novel strategies to inhibit enterovirus replication 23 mei - Peter Van Loo Systems biology: identification of regulatory regions and disease causing genes and mechanisms 23 mei - Liesbeth Lenaerts Mouse adenovirus as a model for adenovirus pathogenesis and tropism 27 mei - Ilse Vranken Cardiac Valve Tissue Engineering: A new approach to stem cell seeding for in vivo recellularization 28 mei - Walter De Wever Role of Integrated PET/CT in the Staging of Non-Small Cell Lung Cancer 28 mei - Sandra Van den Velde Gas Chromatography as differential tool for diagnosis of halitosis 30 mei - Griet Verstappen Function of the transcriptional repressor Sip1/Zfhx1b and its binding domains for protein partners during cell type specification and stem cell differentiation
Farmaceutische Wetenschappen 23 mei - Sitaramaraju Yarramraju Application of Mass Spectrometry in Headspace Gas Chromatographic Analysis of Pharmaceuticals 29 mei - Sofie Celen Synthesis and Evaluation of Radiolabelled Galactose Derivatives for In Vivo Visualization of LacZ Reporter Gene Expression using Positron Emission tomography
RECHTgezet Prutsen apen in elkaars pels om vlooien te vangen? Reiner Van Hove “Ook apen betalen voor seks”: bij het lezen van die krantentitel dachten we spontaan aan chimpansees die bananenschijfjes als, eh, steekpenningen gebruiken. Maar het ging om een studie bij Javaan-apen die uitwees dat de mannetjes voor seksuele avontuurtjes ‘betalen’ met langere vlooisessies voor de vrouwtjes. Hebben die arme beesten dan zoveel last van bijtend ongedierte in hun pels? Dat valt best mee, zegt professor Rudi D’Hooge van het Laboratorium voor Biologische Psychologie. De term ‘vlooien’ blijkt niet nauwkeurig, of toch minstens een beetje te eng: “Het is vachtonderhoud in bredere zin: af en toe zullen ze wel eens een parasiet vangen, maar meestal gaat het om korstjes, huidschilfers en loszittende haartjes.” “Elk dier met een vacht of een verenkleed besteedt een groot deel van de tijd aan de verzorging daarvan. Dat zogenaamde groomen is essentieel om infecties te voorkomen en gezond te blijven. Ratten en muizen zijn er 30 tot 40 procent van hun wakkere tijd mee bezig, sommige vogels zelfs nog meer: 50 tot 60 procent. Natuurlijk is het handig als je voor de moeilijk te bereiken plaatsjes hulp krijgt van een vriend: if you scratch my back, I’ll scratch yours.
[conclusie]
Wederzijds groomen zie je bijvoorbeeld bij paarden, die soms in elkaars manen knabbelen.” Maar bij primaten krijgt het vachtonderhoud dus een extra lading: vlooien is vleien. D’Hooge: “Het vlooien is essentieel voor de cohesie binnen een groep: voor de apen is het een manier om hun contacten te onderhouden. Vergelijk het met gebabbel of geroddel bij mensen – wij praten ook niet altijd alleen om informatie over te brengen. Uit het vlooigedrag kan je veel afleiden over de sociale organisatie van een groep primaten. Bij de meeste soorten heeft die de vorm van een single male unit: één dominant mannetje met ondergeschikte mannetjes, vrouwtjes en jongen. De leider zal je zelden zien vlooien, omdat hij dat gevlei niet nodig heeft.” De hogere apensoorten gebruiken vlooien zelfs als wiedergutmachung. D’Hooge: “Ik heb ooit een student begeleid die dat onderzocht bij bavianen. Als ze gevochten hebben, gaan ze het destabiliserende effect van dat conflict achteraf neutraliseren in hun gedrag. Vlooien speelt daarbij een cruciale rol. Dat is echt supergesofisticeerd gedrag: het toont aan dat apen zich bewust zijn van hun sociaal netwerk en plannen kunnen maken om erop in te grijpen.”
Al pelsplukkend pluizen primaten vooral hun sociaal netwerk uit.
20 Buitenkant
campuskrant
(© Rob Stevens)
Schaduwdansen
Voor de derde keer deed het Ladeuzeplein op 14 mei dienst als dansvloer extra large. Het BeiaardfestiBal speelde ook dit jaar in op de Boombal-hype, met succes. Ook tijdens de zomer zullen de Ladeuze Bells weerklinken: elke zaterdag in juli en augustus zijn er beiaardconcerten om 21u. Voor wie daar niet bij kan zijn, en voor wie er niet genoeg van krijgt, namen universiteitsbeiaardier Luc Rombouts en het duo The Bells’ Angels een cd op met vijftien bewerkingen van klassieke en populaire werken. Info en programma concerten : http://www.ladeuzebells.be. Cd University Bells, 10 euro + 2 euro verzendingskosten, te bestellen via (t) 016 32 46 99 of
[email protected]
500 woorden
“Ik sta te popelen om in Leuven te beginnen” Interview Ines Minten “Op 24 mei vond de prijsuitreiking plaats van de Olympiades voor biologie, chemie en natuurkunde. Ik had stiekem gehoopt om te winnen, maar durfde er vooraf toch niet hardop over te dromen. Uiteraard ben ik enorm blij met mijn resultaat. De eerste twee laureaten in elke categorie mogen in de zomer naar de internationale Olympiade. Voor biologie is dat in Mumbai, in India. Daar kijk ik erg naar uit. Vooral de cultuurverschillen zullen een hele belevenis worden, vermoed ik.” “De proeven voor de Vlaamse Olympiade waren best moeilijk en vergden behoorlijk zware voorbereidingen. Ik heb er toch heel wat tijd in gestopt. Zeker in de laatste week voor de finale ben ik er veel mee bezig geweest. We hadden dan ook dikke bundels stof te verwerken gekregen en moesten ons voorbereiden op een praktisch en een theoretisch gedeelte. Het was allemaal erg spannend. Ik ben mijn lerares, Anniek Segers, van
Sint-Augustinus in Bree, waar ik les volg, heel dankbaar dat ze me zo goed heeft geholpen. De dagen voor de finale zat ik elke middagpauze in het biologielokaal. Dan kon ik nog wat vragen stellen of deden we enkele extra proeven. Het heeft zeker bijgedragen tot mijn resultaat.” “De examens op school zitten er nu ook aan te komen. Die heb ik zeker niet verwaarloosd voor de Olympiade. School is altijd prioritair gebleven. Uiteindelijk heb ik vooral de tijd die ik anders besteed aan computergames en chatten voor de voorbereiding uitgetrokken. Zo heb ik niet hoeven te beknotten op mijn hobby’s. Elke woensdag en zondag ben ik blijven badmintonnen en ook uitgaan met vrienden heb ik er niet voor opgegeven.” “In september ben ik van plan om ingenieurswetenschappen te gaan studeren in Leuven. Ingenieur worden is een kinderdroom, waarvan ik hoop dat hij nu zal uitkomen. Ingenieurs zie ik toch als mensen die allerlei dingen uitvinden en bijdragen leveren tot de wetenschap. Dat hoop ik op een
dag ook te kunnen doen.” “Ik heb al een kot gevonden, vlakbij het Arenbergpark, dus ik hoef niet ver te gaan voor de lessen. Ik sta echt te popelen om in Leuven te beginnen. Ik heb ook al zoveel gehoord over de stad, de universiteit en het studentenleven... Ik kies voor de K.U.Leuven omdat ze een goede reputatie heeft en omdat de omgeving me ook aangenaam lijkt. En met al die studenten kan het niet anders dan dat ik er heel wat leuke mensen ga ontmoeten.” “Maar voor het zover is, heb ik natuurlijk nog drie maanden vakantie voor de boeg. De eerste week van juli trek ik met een hoop vrienden naar de zee. Daarna volgt India en in augustus wil ik een studentenjob – beetje geld verdienen, hè... Mijn studie zal niet meteen op biologie gericht zijn, maar ik heb mezelf met de Olympiade toch bewezen dat ik grote hoeveelheden stof kan verwerken. Het zegt nog niets over hoe het bij ingenieurswetenschappen zal verlopen, maar ik voel me toch al een tikje steviger in mijn schoenen staan.”
(© Rob Stevens)
Abituriënt Bram Weytjens (17), winnaar van de Vlaamse Olympiade voor Biologie