fly-drive Galicië
Fly-drive noordwest Spanje
‘...Un Canto a Galicia...’
14 |
fly-drive Galicië
Diepe fjorden en groene valleien. jawel, je kunt Galicië gerust ‘het andere Spanje’ noemen. als je hier toeristen tegenkomt zijn het meestal Spanjaarden of pelgrims. ‘Kunt u bewijzen dat u van een katholiek tijdschrift bent?’ Tekst: Hans Bouman | Fotografie: Désiré Weststrate
DAG 1
Alvedro Airport - La Coruña (8KM) ‘Burp!’ Daar zitten we dan met onze voormalige eetlust, gezellig op het terras van Meson O Galego, in de binnenstad van La Coruña. ‘Tapas’, zei het menu, en tapas bestelden we. Om te beginnen maar eens vier stuks, want iedereen weet dat tapas kleine hapjes zijn. De prijzen – tussen de vijf en zeven euro – leken dit te bevestigen. Totdat camarero Julio, zoals we hem voor het gemak zullen noemen, met de schalen aankwam. De ensaladilla, waar wij ons een licht bijgerecht bij hadden voorgesteld, blijkt een complete maaltijd. De croquetas ook en de tortilla en zorza, gemarineerd varkensvlees met friet, kunnen gezamenlijk een compleet stierenvechtersgezin voeden, en dan blijft er nog genoeg over voor de stier ook. Als wij na een half uur de moed opgeven, haalt Julio diep teleurgesteld de schalen weer op. ‘Ze zijn er, madre de Dios, niet eens aan begónnen!’, schampert hij, terwijl hij terugsjokt naar de keuken. ‘¡Que me fan chorare!’ (‘Ik kan wel janken!’, aldus Google Translate.) Het idee om de avond te besluiten met een biertje laten we maar varen. Geen plek meer! Stevige avondwandeling om de boel te laten zakken en dan naar bed. De wijze les: lage prijzen betekent in Galicië geen kleine porties. Lage prijzen betekent gewoon dat Galicië, net als heel Spanje, aangenaam goedkoop is. En zo slapen we, Hollanders als we zijn, toch nog lekker in.
Oudste vuurtoren ter wereld
Ciudad Cristal oftewel Glazen Stad, dat is de bijnaam die La Coruña heeft in Spanje. Het komt door de glazen erkers, die veel gevels van de
16 |
gebouwen sieren. Ze werden ontworpen om een goed uitzicht te bieden op de haven en het waren dan ook de zeelieden die de naam Glazen Stad verzonnen. La Coruña is rijk gezegend met uitzicht op het water. Het is gebouwd op een schiereiland dat via een landtong met het vastland is verbonden. Overal klotst de zee. De stad wordt omzoomd door Europa’s langste boulevard. Waar de rest van de regio Galicië wat in zichzelf is gekeerd, is hoofdstad La Coruña traditioneel sterk op de buitenwereld gericht. Dat heb je met havensteden. Het beroemdste bouwwerk van de stad is dan ook een vuurtoren: de Torre de Hércules, persoonlijk door Hercules gebouwd. Anders had hij toch niet zo geheten? Toegegeven, er zijn historici die menen dat de Romeinen een handje hebben gehad in de constructie van het gebouw, maar die zijn wel zo fideel toe te geven dat hij uit de tweede eeuw stamt en daarmee de oudste nog werkende vuurtoren ter wereld is. Ze zijn trouwens in heel Galicië trots op hun rijke geschiedenis. Het schijnt dat La Coruña al genoemd wordt in oeroude Ierse mythen over de held Breogán, en de meeste Galiciërs zijn ervan overtuigd dat ze van Keltische oorsprong zijn. In elk geval heeft de regio zijn eigen taal en heet La Coruña in het Galicisch A Coruña.
Foto’s pagina 14 en 15: Cabo Ortega en Cabo Fisterre. Rechterpagina: Driemaal La Coruña: > De glazen erkers van de Ciudad Cristal. > ‘Neem een leuke zeester-tattoo! > Twee van de stranden onderaan de boulevard.
fly-drive Galicië
Dag 2
La Coruña - Ferrol - Cedeira - Cabo Ortegal - La Coruña (243 km) In Pontedeum doen de vissers nog wat ze horen te doen, als ze aan land zijn. Netten boeten. En terwijl ze dat doen, bewaren ze het diepste stilzwijgen. Een visser praat niet, en zeker geen Engels. Hij houdt het net in zijn ene hand en een mesje in zijn andere, pielt wat, kijkt er bedachtzaam bij, onderbreekt zijn werk om een melancholieke blik richting het water te werpen – niemand zal ooit weten wat er op dat moment door hem heen gaat – en pielt weer verder. Zo is het altijd gegaan en zo zal het altijd blijven gaan. Naïef de journalist die meent dat hij op dat moment, met zijn Hoe & Wat, Spaans? in de hand, een vraag moet stellen. Wat verderop, op de brug over de Ria de Ferrol, gaat het geheel anders toe. Hier staat iemand te vissen, maar dat maakt hem nog geen visser. Nee, dit is een kletsmajoor, die elke vijf woorden een onwelvoeglijke Engelse term bezigt die begint met een ‘f’ en eindigt met ‘ing’. Hij drinkt er een flesje Estrella de Galicia bij, het lokale bier, en lijkt rond koffietijd al aardig in de lorum. De man, die we voor het gemak Julio zullen noemen en wiens taalgebruik om een bescheiden kuising vraagt, heeft jarenlang op een (piep) boorplatform gewerkt, maar daar maakte hij zulke (piep) lange dagen dat hij er (piep) gek van werd. Gelukkig betaalde het wel (piep) goed. Rond lunchtijd arriveren we bij Cedeira, een aardig plaatsje dat wordt doorsneden door een goeddeels drooggevallen getijdenrivier. Een mooie plek voor een broodje en een kop koffie. Vanuit luidsprekers van ons eettentje klinkt een droefgeestig lied: ‘Teño moriña, hey. Teño saudade.’ We laten ons uitleggen dat saudade niet alleen in het Portugees ‘heimwee’ en ‘melancholie’ betekent, maar ook in het Galicisch.
Mull of Kintyre-gevoel Dan begint het mooiste deel van onze tocht vandaag. Door een bergachtig maar groen landschap rijden we naar de noordkust. Dit is de Serra de Capelada, een gebied met ijzingwekkend steile kliffen. Wat heet, het zijn de hoogste van Europa. Op een uitgesproken fotogeniek punt bevindt zich het twaalfde-eeuwse Monasterio de San Andrés de
Teixido. Op weg ernaartoe passeren we hele kuddes wilde paarden. Het klooster blijkt een geliefd pelgrimsoord. Sommige pelgrims gooien broodkruimels in een bron die onder het kerkaltaar stroomt en doen een wens. Als de kruimels blijven drijven, komt de wens uit. We rijden door naar de landtong Cabo Ortegal. Dwars over de weg drijven mistflarden die het landschap een mysterieus aanzien geven. Wow, een Mull of Kintyre-gevoel in Spanje! Af en toe komen we, bij wijze van prozaïsch contrast, grote rijen windturbines tegen. Cabo Ortegal zelf voldoet echter weer aan alle eisen: een roodwitte vuurtoren, een reeks rotseilandjes die de scheiding tussen de Atlantische Oceaan en de Cantabrische Zee markeren, en een toeristenbus met bejaarden die net wegrijdt als wij aankomen.
Dag 3
La Coruña - Cabo Fisterra (127 km) Kijk, dat is een benaming waar je mee aan kunt komen: de Costa da Morte, Kust des Doods. Hij begint bij Cabo San Adrián en je kunt hem via een web van kleine weggetjes voor een groot deel volgen. Dat is minder gevaarlijk dan de naam doet vermoeden, want de dood die hier door de eeuwen heen steeds op de loer heeft gelegen, bedreigde vooral de zeelui. De rotskust is zo verraderlijk, en de wind en de stromingen zo onvoorspelbaar, dat hier heel wat schepen te pletter zijn geslagen. Hier en daar staan stenen kruisen langs de kust, die de verdronken bemanningen gedenken. Ze maken het toch al spectaculaire landschap alleen nog maar indrukwekkender. Langs kronkelwegen die telkens weer naar nieuwe fraaie uitzichten voeren, zakken we langzaam verder zuidwaarts, om uiteindelijk uit te komen bij Cabo Fisterra, ook wel Finisterra genoemd, het Einde van de Wereld. De naam is afkomstig van de Romeinen, die dachten dat hier de wereld ophield. Moderne geografen kunnen je niet alleen vertellen dat dit
Van boven met de klok mee: > Tussen Ferrol en Cedeira. > Nevelflarden rollen vanuit zee het land in. > ‘Altijd welkom señor, siempre serás bienvenido’ > De sint-jacobsschelp is het symbool van de pelgrimstocht.
| 19
fly-drive Galicië
‘De Serra de Capelada kent de hoogste kliffen van Europa.’
20 |
fly-drive Galicië
niet waar is, maar dat de kaap zelfs niet het meest westelijke puntje van Spanje vormt. Want dat is Cabo de la Nave, vijf kilometer noordelijker.
Verbrande schoenen Cabo Fisterra blijkt geweldige aantrekkingskracht te hebben, want als we er aankomen staan er rijen auto’s en zelfs enkele bussen geparkeerd. Iedereen die in deze streek komt wil er even geweest zijn. Ook blijkt de kaap een soort officieus eindpunt van de camino: pelgrimsroute naar Santiago de Compostela. Vele wandelaars lopen, na in Santiago te zijn aangekomen, nog ‘even’ door naar Fisterra. Iets voorbij de vuurtoren zien we een jonge Spanjaard, die we voor het gemak Julio zullen noemen, zijn schoenen uittrekken en verder weg op de rotsen gooien. Het is een traditie die door veel pelgrims wordt gevolgd: je wandelschoenen of andere kleding achterlaten of verbranden op Cabo Fisterra. We logeren op een toplocatie, namelijk in het vuurwachtershuis, waarin tegenwoordig een klein hotel is gevestigd. Samen met vele tientallen anderen wachten we op de zonsondergang. We raken in gesprek met een Engelse vrouw. Ze is een maand geleden in het Franse Roncevalles aan de pelgrimstocht begonnen en dolblij dat het er nu op zit. Vergissen we ons of heeft ze een, gezien haar leeftijd en sportiviteit, onverwacht buikje? ‘Ik ben vier maanden zwanger en beschouw mijn pelgrimstocht als een laatste daad van vrijheid’, zegt ze plechtig. ‘Ik hoop dat mijn kind een jongetje wordt. Dat kan ik hem James noemen, naar Sint Jacobus. Of Santiago, zoals hij in Spanje heet.’
Dag 4
Cabo Fisterra - Santiago (144 km) Via de Cascada de Ézaro, de waterval waarmee de rivier de Xallas in zee uitmondt, rijden wen naar het dorpje Carnota, vooral bekend omdat het de grootste hórreo van Spanje huisvest. Een hórreo is een graanschuur, in deze streek traditioneel van steen en staand op pootjes, zodat ratten en ander ongemak, zoals vocht, niet bij de inhoud kunnen. Die van Carnota stamt uit 1760 en is 34 meter lang. O ja, en hij heeft 42 pootjes. Op het plein voor de kerk zit een groep oude mannetjes ruzie te maken. Tenminste, zo klinkt het in Nederlandse oren. Een grijsaard met een zwarte baret, die in zijn jonge jaren een bekwaam schilder moet zijn geweest en die we voor het gemak Julio zullen noemen, spreekt misprijzende woorden. ‘Je moet je kleindochter eens wat beter in de gaten
22 |
houden, Ramon. Ik heb haar vanmorgen niet in de kerk gezien. Verklaar je nader!’ Verderop, op een uitbundig kerkhof, zetten oude in het zwart geklede dametjes verse bloemen op de graven.
Beroepspelgrims Op het heetst van de dag rijden we Santiago de Compostela binnen. Waar andere Spaanse steden op dat uur uitgestorven zijn, is het op het plein voor de Catedral del Apóstol een drukte van belang. Voortdurend komen er groepjes wandelaars en fietsers aan, die zich voor de barokke façade van de kathedraal laten fotograferen. Bijna allemaal hebben ze een verhaal, afwisselend vrolijk en tragisch. Sommigen hebben hun baan, hun partner of een kind verloren, anderen hebben een ziekte onder de leden en willen nog eenmaal een daad stellen. Ze contempleren al wandelend of fietsend over het leven, de toekomst, spiritualiteit, religie, wat al niet. Iedereen roemt de onderlinge kameraadschap, de vriendschappen voor het leven, het respect van de plaatselijke bevolking. Op een slimme overdekte plek zingen twee tenoren uitbundig toppertjes uit de muziekliteratuur, van Schuberts ‘Ave Maria’ tot Verdi’s ‘La Donna è Mobile’. Voor een tientje kopen we hun cd ‘Voces del Camino’. Er bevinden zich ook ‘beroepspelgrims’ in het bonte gezelschap. We spreken met Patrick uit Tsjechië, die in het gezelschap is van een bebaarde man in een witte pij, en een moeizaam lopende hond met verbonden poten. Hij noemt de man in de witte pij ‘een van de bekendste pelgrims van Europa’. ‘Hij komt uit Slowakije en was een paar weken geleden nog in Fátima.’ De man zelf wil alleen tegen betaling met ons praten. Tenzij we kunnen bewijzen dat we voor een katholiek tijdschrift werken.
Dag 5
Santiago - Pontevedra (91 km) Soms heb je zo’n dag waarop het een beetje tegen zit. Om te beginnen is het nu maandag. Er zijn heel wat liedjes waarin die dag wordt bezongen, maar
Van boven met de klok mee: > Monforte de Lemos: muurschildering van de vroeg gestorven Galicische dichter Lois Pereiro (1958-1996). > Catederal del Apóstol in Santiago. > Tevreden pelgrim: Cabo Fisterre bereikt!
fly-drive Galicië
zelden met veel enthousiasme. Verder is het bewolkt en dreigt er regen. In Cambados worden we door drie verschillende mensen, waaronder een politieman, telkens een andere kant opgestuurd als we het VVV-kantoor zoeken. We vinden het niet. We bezoeken op de bonnefooi een tweetal bodega’s, maar hoe vriendelijk we er ook worden ontvangen: ze blijken nogal modern en sfeerloos. In Combarro hebben we meer geluk. Hier staan verschillende stenen graanschuurtjes direct aan zee, en dat is een aardig gezicht. Ook einddoel Pontevedra is een positieve verrassing. In de fraaie parador waar we overnachten, worden we ontvangen door een hartelijke Nederlander op de receptie, Reinier Schipper, die ons tips geeft voor de volgende dag. En de charmante oude binnenstad van Pontevedra blijkt ook op maandagavond uiterst levendig. Er wordt op gezwollen toon gezongen: ‘Os teus ollos tristes, que me fan chorare’. Iets met treurige ogen die je doen huilen. Galiciërs zijn dol op melancholie. We zijn inmiddels experts geworden in het bestellen van de juiste hoeveelheid tapas, zodat er ruimte overblijft voor wat Estrella de Galicia. Zelfs het weer knapt op.
Dag 6
Pontevedra-Ourense (138 km) Gouden tip van Reinier: het klooster van de Heilige Johannes in Poio, vier kilometer buiten Pontevedra. Jaloersmakend gelegen, duizend jaar geschiedenis, beeldende mozaïeken op de muren, machtige kloostergangen langs binnenplaatsen. Via een route door heuvelachtig landschap, waar links en rechts druiven groeien, koersen we naar Ribadavia. Een redelijk Engels sprekende voorbijganger, die we voor het gemak Julio zullen noemen, raadt ons aan beslist een bezoek te brengen aan een bijzonder Joodse bakkerij in de oude stad. Ook weet hij te vertellen dat Ribadavia ooit de belangrijkste Joodse nederzetting van heel Galicië was, en dat zelfs toen het katholieke koningspaar Isabel en Ferdinand in 1492 de Moren had verslagen en in één moeite door ook alle Joden Spanje uitjoeg, ze in dit plaatsje konden blijven wonen. Als we het bakkerijtje, na een speurtocht door de met kinderkopjes bestrate steegjes en pleintjes, hebben gevonden, kunnen we een glimlach niet onderdrukken. Het blijkt een nogal,
Van boven met de klok mee: > Beeld van Jacobus boven het hoogaltaar. > Joodse deegspecialiteiten in Ribadavia. > Architectuur en badcultuur in La Coruña.
tja... bescheiden zaakje, half winkel, half bakkerij, en stikdonker. Dan beseffen we dat we hier wel the real thing bij de hand hebben: niet een of ander popperig, voor het toerisme opgesmukt Hans & Grietje-huisje.Het bejaarde winkeldametje haalt uit gammele houten kastjes haar selectie Joodse deegspecialiteiten tevoorschijn. Een piepklein foldertje legt uit wat wat is. De koekjes en cakejes hebben afwisselend Jiddische en Spaanse namen: kamischbroit, kupferlin, mamul, ma’amul, bocadiños de dátiles, masiñas de mapoulas, ghorayebah...
Dag 7
Ourense-Cañon do Sil-Lugo (152 km) Het van oorsprong Romeinse Ourense is gelegen aan de Minho, die verderop naar het westen de grens tussen Spanje en Portugal markeert. Nog altijd bevinden zich in de omgeving van de rivier warmwaterbronnen, constateren we als we de volgende dag de stad uitrijden. Naar goed Romeins voorbeeld, hebben de Spanjaarden hier hun eigen badcultuur gevestigd. We zullen de dag straks ook in Romeinse sferen afsluiten, want we zijn op weg naar Lugo. Die stad kan pochen op de best bewaarde Romeinse muren van heel Spanje, waarschijnlijk van de hele wereld. Twee kilometer lang en vijftien meter hoog ommuren ze de hele binnenstad. En een sfeervolle, historische, verkeersluwe binnenstad, mag ik daaraan toevoegen. Wie van Ourense naar Lugo rijdt, doet dat via de Cañon do Sil: een traject van 45 kilometer door een fraai dal dat is uitgesleten door de rivier de Sil. Terwijl we langs de zuidoever van de rivier rijden, kloosters zien opduiken en weer verdwijnen, constateren we dat we eigenlijk een helikopter nodig hebben. We hebben luchtfoto’s gezien die er niet om liegen. Ineens vraagt de autoradio onze aandacht. ‘Un canto a Galicia, hey terra do meu pai Un canto a Galicia, hey miña terra nai’ We wisten dat we er niet onder uit zouden komen. De vader van Julio Iglesias, ook Julio Iglesias geheten, werd geboren in Ourense. In 1972 bezong Julio jr. het land van zijn vader – uiteraard in het Galicisch – in zijn grootste hit: ‘Un canto a Galicia’. Tweeënveertig jaar later zingt het lied nog altijd in het hart van elke Galiciër. De geest van Julio is overal in de streek aanwezig. Sterker: diep van binnen huist in elke Galiciër een Julio. Als je het maar wilt zien. •
| 25
fly-drive Galicië
Hoe kom je er? Auto: tussen Utrecht en La Coruña ligt 1912 kilometer snelweg. Zie: route.anwb.nl/routeplanner/ Vliegen: prijsvechter Vueling (www.vueling.com) vliegt twee keer per week tussen Schiphol en La Coruña, retour v.a. € 130. Bij Sunny Cars (www.sunnycars.nl) huur je op Coruña Alvedro Airport v.a. € 144 per week een Citroën C1 of een vergelijkbaar model. REIZ&-abonnees krijgen € 25 korting (bij 3 dagen autohuur of meer), zie www.reizen.nl onder ‘magazine’.
6x Slapen • La Coruña: Hotel NH Atlantico****, Jardines de Méndez Núñez, nh-hotels.com. Comfortabel, modern en in centrum, 2-pk v.a. € 75. • Cabo Fisterra: Hotel O Semáforo**, osemaforo.com. Klein (5 kamers), eenvoudig en sfeervol, in vuurwachtershuis aan het eind van de wereld, 2-pk v.a. € 95. • Santiago: San Francisco Hotel Monumento****, Campiño de San Francisco 3, sanfranciscohm.com. Toppertje in voormalig klooster, combineert stijl met historie, 2-pk v.a. € 100. • Pontevedra: Parador de Pontevedra****, Rúa de Barón 19, parador.es. Nog meer stijl en historie, zoals je dat bij een parador verwacht, 2-pk v.a. € 80. • Ourense: Hotel NH Ourense****, Rúa Celso Emilio Ferreiro 24, nh-hotels.com. Modern en comfortabel, hip ingerichte kamers, in het centrum, 2-pk v.a. € 65. • Lugo: Gran Hotel de Lugo****, Av. Ramón Ferreiro, gh-hoteles.es. Ademt ‘jaren zeventig’-sfeer, maar comfortabel en op wandelafstand van de Romeinse muur, 2-pk v.a. € 56. Alle deze hotels beschikken over gratis wi-fi. Zie ook de filmpjes over de diverse hotelkamers op www.reizen.nl.
Galicië
Reisgidsen, kaart & leesvoer ANWB Goud Spanje noord & midden (408 pag., € 18,95). Alles wat je weten wilt over kunst, cultuur, landschap en natuur, plus veel praktische info. Rik Zaal: Spanje, een reisgids (672 pag., tweedehands via bol.com va. € 10). Eigenzinnige gids, geschreven door een gepassioneerde Spanje-kenner. Michelin ‘Côte de Galice’, 141, Espagne, 1 :150.000 (€ 9,50). Prettige en gedetailleerde kaart van de regio. Willem van de Geer: Ik ben even wandelen. Santiago voor zwerfjongeren (Sigma, € 18,95). Over een Rotterdamse ondernemer die zich, wandelend naar Santiago, het lot van zwerfjongeren aantrekt. Paulo Coelho: De pelgrimstocht naar Santiago. Dagboek van een magiër (Arbeiderspers, € 15). De Braziliaanse auteur wijst naar waar- en wijsheid, terwijl hij de camino aflegt.
vlees 6x Eten & drinken vis & vega
Galicië is een kustregio: vis en zeefruit staan bovenaan de menukaart, met inktvis (pulpo) als beroemdste voorbeeld. Schaaldieren als scheermessen (navajas) en mosselen (mexillons) zijn populair, net als de sardientjes (xoubiñas) en zeebaars (robalo). Carnivoren wees gerust: Galicisch rundvlees is befaamd. Wij aten smakelijk en betaalbaar in: > Meson O Galego, C/Franja 56, La Coruña: hartje stad, kleine prijsjes, grote porties, bestel niet teveel > Alco da Vella, Fisterra: verse inktvis, maar ook vleesgerechten > Hotel O Semaforo, Fisterra: iets duurder, maar culinair beste optie van de streek. Vlees, vis & vega > Restaurante Trebol, C/Raiña 16, Santiago: smakelijke scheermessen, fijne dorade > Restaurante Rianxo, Praza da Leña 6, Pontevedra: prima boerenkeuken voor rond een tientje > A Nosa Terra, Rúa Nova 8, Lugo: tapas, vlees, vis, zeefruit... maar de inktvis is terecht het beroemdst.
Informatie via internet • www.spain.info/nl, portal van het Spaans Toeristenbureau voor Nederland. • www.galiciaguide.com, informatieve Engelstalige site over o.m. de belangrijkste steden, cultuur, gastronomie, stranden en de route naar Santiago. Plus accommodatie-tips. • www.turgalicia.es, site van de toeristische organisatie Tur Galicia, in vier talen.
26 |