UITVOERINGSREGELS VOORRANGSBEPALING STADSGEWEST HAAGLANDEN
Uitvoeringsregels als bedoeld in artikel 31, vijfde lid, van de Regionale Huisvestingsverordening stadsgewest Haaglanden 2005
Vastgesteld door het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden bij besluit van 6 februari 2008
3
DEEL I : Uitwerking voorrangsregels
INHOUDSOPGAVE Inleiding..................................................................................................................... 4 1. Uitgangspunten..................................................................................................... 5 1.1. Uitgangspunten voor de werkwijze .......................................................................................... 5 1.2. Uitgangspunten (cumulatief) voor het beoordelen van een aanvraag ......................................... 5
2. Uitwerking voorwaarden........................................................................................ 6 2.1 Leeftijd................................................................................................................................... 6 2.2 Bindingseisen.......................................................................................................................... 6 2.3 Rechtmatig verblijf in Nederland .............................................................................................. 8 2.4 Buiten eigen schuld en toedoen ............................................................................................... 8 2.5 Voorafgaande zoektermijn ....................................................................................................... 8 2.6 Geen andere oplossing mogelijk............................................................................................... 9
3. Uitwerking voorrangscriteria (art. 31, lid 1, onder b en lid 2) ............................ 10 3.1 De sociaal / medisch levensbedreigende of levensontwrichtende woonsituatie.......................... 10 3.2 Woonkostentoeslag............................................................................................................... 12 3.3 Herstructureringkandidaat ..................................................................................................... 13
4. Uitwerking zoekprofiel (art. 31, derde lid).......................................................... 14 4.1 Zoekprofiel herstructureringskandidaten ................................................................................ 14 4.2 Zoekprofiel aanleunwoning.................................................................................................... 14 4.3 Woningtypen en bereikbaarheden (niet limitatief, maar indicatief)........................................... 15
5. Voorrangsverklaring (algemeen) ........................................................................ 16 5.1 Voorrangsverklaring met beperkt zoekgebied......................................................................... 16 5.2 Duur en geldigheid van de voorrangsverklaring...................................................................... 16 5.3 Verlenging van de voorrangspositie (art. 31, lid 4, onder c) .................................................... 16 5.4 Weigering van een passende woningaanbieding..................................................................... 17 5.5 Tweede aanvraag voor een voorrangsverklaring .................................................................... 18
6. Hardheidsclausule (art. 60, lid 1)......................................................................... 19 6. 1 Afwijken van bindingseisen.................................................................................................. 19 6.2 Afwijken van zoekgebied ...................................................................................................... 19 6.3 Afwijken van geldigheidsduur ............................................................................................... 20
BIJLAGE 1 : Registraties gezamenlijke huishouding................................................ 21 BIJLAGE 2 : Geldige verblijfstitels ........................................................................... 22
4
Inleiding Hoofdstuk 4 van de Regionale Huisvestingsverordening stadsgewest Haaglanden 2005 bevat de bepalingen over het verkrijgen van voorrang bij het verkrijgen van woonruimte in de regio Haaglanden. In de toelichting op dit hoofdstuk is het volgende aangegeven:
“Binnen het kader van het aanbodmodel wordt gestreefd naar een beperking van voorrangsposities aan woningzoekenden die in een dusdanige situatie verkeren dat zij op korte termijn (3 maanden) andere passende woonruimte behoeven en die niet tijdig op eigen kracht kunnen krijgen of op andere wijze hun noodsituatie kunnen oplossen. Een voorrangspositie dient in principe alleen gericht te zijn op de oplossing van de noodsituatie en niet op het anderszins maken van een stap in de wooncarrière. Artikel 31 bevat derhalve de mogelijkheden om: - op grond van een individuele beoordeling de noodzaak van een voorrangspositie te bepalen, - de voorrangspositie te beperken tot categorieën woonruimte waarmee enkel de noodsituatie kan worden opgelost, en - een strikte beperking van verlengingsmogelijkheden tot die situaties waarin de woningzoekende gezien het woningaanbod zijn voorrangspositie niet heeft kunnen benutten. De op grond van artikel 31 verleende voorrangsposities zijn geldig in de gehele regio Haaglanden.” In artikel 31, vijfde lid, van de huisvestingsverordening is bepaald dat het dagelijks bestuur nadere regels kan stellen. De voorliggende Uitvoeringsregels is een nadere uitwerking van de bepalingen in de huisvestingsverordening om een uniforme beoordeling van de aanvragen voor (verlenging van) een voorrangsverklaring binnen de stadsregio mogelijk te maken. Overeenkomstig artikel 3, tweede lid, van haar Reglement draagt de stadsgewestelijke adviescommissie voorrangsbepaling (SAV) zorg voor het opstellen en onderhouden van de Uitvoeringsregels Voorrangsbepaling. Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden stelt de (wijzigingen van de) Uitvoeringsregels vast nadat de stadsgewestelijke adviescommissie voorrangsbepaling hierover advies heeft uitgebracht.
5
1. Uitgangspunten 1.1. Uitgangspunten voor de werkwijze
Alle actoren in het proces van intake tot vaststelling van de voorrangsverklaring werken in overeenstemming met de regels van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp); Er wordt gewerkt met formulieren waarin de belangrijke aspecten van de intake als leidraad zijn opgenomen; De problematiek kan, met instemming van de aanvrager geverifieerd worden bij de betrokken hulpverleners (huisarts, specialist, maatschappelijk werk e.d.). Eveneens kan alleen met instemming van de aanvrager gebruik gemaakt worden van eerder verzamelde gegevens bij de GGD in het kader van onderhavige regeling of van een andere regeling; Bij de beoordeling van de aanvraag kan het sociaal netwerk van de kandidaat van belang zijn evenals overige omgevingsfactoren. Zonodig worden deze factoren betrokken bij het onderzoek; De doorlooptijd van een aanvraag voor een voorrangsverklaring is zo kort mogelijk. Over de aanvraag voor een voorrangsverklaring moet binnen 8 weken door of – in het geval de bevoegdheid is gemandateerd aan de toetsingscommissie - namens burgemeester en wethouders een beslissing worden genomen. Deze termijn kan zonodig met maximaal 4 weken worden verlengd indien advies is gevraagd bij een externe instantie. Over de verlenging wordt de aanvrager schriftelijk geïnformeerd (artikel 33, tweede lid, Huisvestingsverordening). Het advies en het besluit tot het verlenen van de voorrangsverklaring kenmerken zich door een logische en heldere opbouw en een consistente argumentatie (artikelen 3:46 t/m 3:50 Awb). Indien wordt afgeweken van het advies dat in sociale of medische rapportages wordt gegeven (preadvies), dan zal het besluit goed moeten worden gemotiveerd.
1.2. Uitgangspunten (cumulatief) voor het beoordelen van een aanvraag
De persoonlijke situatie is uitgangspunt voor de beoordeling van de aanvraag voor een voorrangsverklaring; De problematische situatie komt rechtstreeks voort uit de woonsituatie; verhuizing naar (andere) woonruimte moet een essentiële oplossing voor de problematiek betekenen; Een aanvraag is alleen aan de orde wanneer er een noodsituatie is; Bij een aanvraag op sociaal/medische gronden moet sprake zijn van de volgende factoren (cumulatief): - de bedreiging voor de gezondheid en het sociaal/maatschappelijk functioneren van betrokkenen moet evident zijn; - de huidige situatie heeft redelijkerwijs geen uitzicht op verbetering in zich: ook nader onderzoek, behandeling, therapie of begeleiding geven geen uitzicht op verbetering; - voorliggende voorzieningen brengen geen oplossing; Een aanvraag is alleen aan de orde, wanneer de financiële draagkracht en zelfredzaamheid van de aanvrager zodanig is dat deze niet zelfstandig binnen 3 maanden (artikel 31, eerste lid onder b) respectievelijk 12 maanden (artikel 31, tweede lid) voor zichzelf een woning kan bemachtigen door middel van koop of (particuliere) huur; Een voorrangsverklaring is gericht op het oplossen van de problematiek; het is niet gericht op een positieve stap in de wooncarrière. De aanvrager kan niet het recht ontnomen worden een aanvraag voor een voorrangsverklaring in te dienen, ook al is hem dat ontraden. De voorwaarden (artikel 31, eerste lid, onder a), de voorrangscriteria (artikel 31, eerste lid, onder b), het zoekprofiel (artikel 31, derde lid) en het toepassen van de hardheidsclausule (artikel 60. tweede lid) worden hierna nader toegelicht en uitgewerkt.
6
2. Uitwerking voorwaarden Burgemeester en wethouders verstrekken een voor de gehele stadsregio geldende voorrangsverklaring indien aan cumulatieve voorwaarden is voldaan die in artikel 31, eerste lid, onder a, worden opgesomd. Voordat getoetst wordt of de aanvrager voldoet aan de voorrangscriteria (zie paragraaf 3) zal worden nagegaan of de aanvrager voldoet aan de in artikel 31, eerste lid, onder a, van de huisvestingsverordening gestelde voorwaarden.
2.1 Leeftijd
Om in aanmerking te komen voor een huisvestingsvergunning moet de woningzoekende 18 jaar of ouder zijn (artikel 12, eerste lid, onder a). Om met voorrang in aanmerking te komen voor een woning is dan ook dezelfde voorwaarde gesteld (artikel 31, eerste lid, onder a).
Uitzondering
Minderjarige (tiener)moeders kunnen met diverse problemen te maken krijgen zoals inkomen, werk/opleiding en huisvesting. Indien opvang/huisvesting van minderjarige tienermoeders door familie niet mogelijk is, dan zijn er mogelijkheden zoals kamer(ver)huur of vormen van met begeleid-wonen-trajecten. Ingevolge artikel 21 van de huisvestingsverordening kunnen deze (tiener)moeders zich als woningzoekende inschrijven om zodoende inschrijvingsduur op te bouwen waarmee zij als starter op de woningmarkt een (geringe) voorsprong hebben op andere starters zodra zij 18 jaar zijn. Er zijn diverse vormen van begeleid wonen. Over het algemeen huurt een instelling woonruimte voor de tienermoeder of stelt deze aan haar beschikbaar met schriftelijke afspraken over zorg en te bewijzen zelfstandigheid. Nadat de moeder heeft bewezen gedurende de proefperiode zelfstandig te kunnen wonen, zou de woning vervolgens zelfstandig kunnen worden gehuurd. Burgemeester en wethouders kunnen in het geval dat de verhuurder bereid is met de minderjarige (al dan niet met toestemming van de wettelijke vertegenwoordiger) een huurovereenkomst te sluiten met toepassing van de hardheidsclausule een huisvestingsvergunning verlenen. In het geval dat een instelling zelf geen woonruimte ter beschikking heeft of kan huren, kunnen burgemeester en wethouders bij hoge uitzondering ook een voorrangsverklaring verlenen. Bij de afweging moet dan ook uitdrukkelijk de rapportage van de instelling worden betrokken. Een uitzondering op het leeftijdsvereiste geldt uitsluitend voor: - een minderjarige tienermoeder met één of meer aan haar toegewezen kind(eren), die - heeft bewezen zelfstandig te kunnen wonen, en - opvang/huisvesting op andere wijze (familie/kamers/etc.) is niet mogelijk. Een voorrangsverklaring wordt echter pas verleend indien ook aan de andere voorwaarden is voldaan en na een toets op de voorrangscriteria.
2.2 Bindingseisen
De a. b. c.
voorrangsverklaring kan slechts worden verleend als de belanghebbende: een economische of maatschappelijke binding heeft met de regio, óf ingezetene van de regio is, óf in de positie verkeert als bedoeld in art. 13c van de Huisvestingswet.
Het voldoen aan de bindingseisen betekent NIET bij voorbaat dat men voldoet aan de voorrangscriteria. Het NIET voldoen aan de bindingseisen sluit toekenning van de voorrangsverklaring - met toepassing van de hardheidsclausule - niet uit. Indien de aanvrager niet voldoet aan de bindingseisen dan zal toch onderzoek gedaan moeten
7
worden naar de aard en mate van de woonproblemen om in het advies van de Toetsingscommissie te kunnen vaststellen dat de toepassing van de bepalingen in de regionale Huisvestingsverordening niet leidt tot een bijzondere 'hardheid' voor de aanvrager. ad. a. Van een economische binding is sprake als de aanvrager voor de voorziening in zijn bestaan afhankelijk is van het duurzaam verrichten van werk of duurzaam studerende is in een regiogemeente. Van het duurzaam verrichten van arbeid (incl. op basis van een regeling in het kader van werkgelegenheidsprojecten) is sprake indien de aanvrager op basis van een arbeidsovereenkomst met een minimum van 16 arbeidsuren per week ten minste 50% van zijn inkomen verwerft binnen of vanuit de regio. Hetzelfde aantal uren geldt voor degenen die een meerjarige dagopleiding in de regio volgen indien zij niet op grond van bovengenoemde norm als economisch gebonden aan een andere regio beschouwd kunnen worden. Het gaat hierbij dus om het volgen van een duurzame opleiding en niet het volgen van een (korte) cursus. Een maatschappelijke binding is aanwezig als de aanvrager een redelijk met de plaatselijke samenleving verband houdend belang heeft om zich in de regio te vestigen. Een maatschappelijke binding is altijd (Huisvestingswet: 'in elk geval') aanwezig als de aanvrager gedurende de afgelopen 10 jaren ten minste zes jaar onafgebroken ingezetene van de regio is geweest. ad. b. Van ingezetenschap is sprake als de aanvrager gedurende de termijn van minimaal één jaar opgenomen is in de basisadministratie in één of achtereenvolgend meer gemeenten van de stadsregio en feitelijk in de regio hoofdverblijf heeft in een voor permanente bewoning aangewezen woonruimte. ad. c. Art. 13c van de Huisvestingswet In de Huisvestingswet is een aantal categorieën van woningzoekenden opgenomen waaraan geen bindingseisen mogen worden gesteld, namelijk: 1. degenen waarvan 'redelijkerwijs' niet of niet meer verwacht kan worden dat zij door het duurzaam verrichten van arbeid in hun bestaan voorzien, zoals: gepensioneerden, ernstig invaliden en langdurig werklozen (in beginsel degenen die 2½ jaar aaneengesloten bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) als werkzoekende staan ingeschreven (geen volledige opsomming!); 2. remigranten (Nederlanders in den vreemde die terugkeren naar Nederland); 3. vluchtelingen die o.g.v. de Vreemdelingenwet 2000 zijn toegelaten dan wel degenen die om klemmende humanitaire redenen zijn toegelaten dan wel anderen die in het bezit zijn van een verblijfsvergunning (als bedoeld in de wet) indien zij vanwege die omstandigheid woonruimte nodig hebben[m.a.w.: degene die als vluchteling / vreemdeling inmiddels in het land zelfstandige woonruimte heeft verkregen, geldt niet (meer) als de vluchteling / vreemdeling zoals hierboven genoemd], inclusief vluchtelingen zonder verblijfsvergunning maar die van rijkswege benoemd zijn tot het in aanmerking komen voor een huisvestingsvergunning; 4. gescheidenen (evt. van tafel en bed) die in verband daarmee dringend woonruimte behoeven; voor de regio Haaglanden geldt: binnen zes maanden na de rechterlijke uitspraak; 5. degenen die een scheidingsprocedure aanhangig hebben gemaakt én een voorlopige voorziening hebben verkregen en in verband daarmee dringend woonruimte behoeven; voor de regio Haaglanden geldt: binnen zes maanden na de rechterlijke uitspraak in het kader van de voorlopige voorzieningen.
Nadere uitwerking categorie 4: Gescheidenen (ongehuwd samenwonenden)
Een ongehuwde die met een ander een gezamenlijk huishouden voert/heeft gevoerd wordt gelijkgesteld aan een gehuwde.
8
Van een (voormalig) gezamenlijk huishouden wordt uitgegaan indien dit door middel van een rechtsgeldig samenlevingscontract aangetoond kan worden, dan wel door middel van een vorm van registratie van de gezamenlijke huishouding zoals genoemd in het "Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding". Deze registraties zijn opgenomen in bijlage 1.
Noodopvang en vrouwenopvang
Er worden geen bindingseisen gesteld aan woningzoekenden die in een erkend adres voor noodopvang of vrouwenopvang in de regio Haaglanden verblijven.
2.3 Rechtmatig verblijf in Nederland
De aanvraag om een voorrangsverklaring wordt niet in behandeling genomen indien de leden van het huishouden niet in het bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit dan wel niet beschikken over een geldige verblijfstitel in Nederland. In bijlage 2 wordt een opsomming gegeven van de soorten verblijfsdocumenten. Ten aanzien van de in het buitenland verblijvende leden van het huishouden ten behoeve waarvan in het kader van gezinshereniging voorrang wordt gevraagd geldt deze voorwaarde niet c.q. pas na het toewijzen van een woning. De leden van het huishouden dienen in het bezit te zijn van een machtiging tot voorlopig verblijf.
2.4 Buiten eigen schuld en toedoen
De woningzoekende komt niet in aanmerking voor een voorrangsverklaring als hij zelf verantwoordelijk gesteld kan worden voor zijn problematische woonsituatie. Een denkbare situatie is die waarin de aanvrager van de voorrangsverklaring overlast (heeft) bezorgd aan zijn 'omgeving'. De vraag zal daarbij moeten zijn: waaruit bestaat de overlast en staat de reactie vanuit de omgeving in verhouding tot de mate van overlast? Reageert de omgeving onevenredig hard op de overlast dan zal daarmee - in het belang van de aanvrager - rekening gehouden moeten worden.
2.5 Voorafgaande zoektermijn
Kan de aanvrager zichzelf binnen drie maanden helpen door zonder voorrang te reageren op de in de regio, in het kader van het aanbodmodel, geadverteerde woningen in de regio? Als ingeschat wordt dat de woningzoekende binnen redelijke termijn (drie maanden) zonder voorrangspositie woonruimte zal kunnen vinden indien hij zich op het voor hem juiste deel van de woningmarkt in de regio richt, dan: - wordt hem dit meegedeeld en - aangeraden eerst die kansen te benutten en - eventueel daarna alsnog de voorrangspositie aan te vragen. Voor situaties waarvan vooraf duidelijk is dat binnen drie maanden geen passende woning beschikbaar zal komen - denk aan rolstoelwoningen en grote woningen - dan wel dat om medische of sociale redenen behandeling van de aanvraag geen langer uitstel duldt, dan wordt de aanvraag direct ingenomen en behandeld. De aanvrager die op grond van het criterium 'woonkostentoeslag' om de voorrangsverklaring verzoekt, behoeft eveneens niet eerst drie maanden zonder voorrang te hebben gereageerd op het vrijkomende woningaanbod. Het weigeren van passende woningen dan wel het niet reageren op het beschikbaar gekomen woningaanbod in de periode vanaf het ontstaan van de woonproblemen tot het moment van aanvragen van de voorrangspositie en de periode van de behandeling van de aanvragen zal de Toetsingscommissie bij haar oordeel betrekken.
9
2.6 Geen andere oplossing mogelijk
Bij de toets aan deze voorwaarde worden de volgende vragen gesteld: - Welke stappen heeft aanvrager ondernomen om het woonprobleem op te lossen? - Is bemiddeling tussen partijen mogelijk indien sprake is van overlast? - Zijn er goede alternatieven voorhanden die binnen redelijke termijn oplossingen kunnen bieden, bijvoorbeeld woningaanpassing of begeleiding bij de besteding van het huishoudinkomen (budgettering), etc.?
10
3. Uitwerking voorrangscriteria (art. 31, lid 1, onder b en lid 2) Er • • •
zijn drie criteria, namelijk: de sociaal / medisch levensbedreigende of levensontwrichtende woonsituatie de woonkostentoeslag herstructureringskandidaat
3.1 De sociaal / medisch levensbedreigende of levensontwrichtende woonsituatie
Hiervan is sprake indien de woonsituatie op medische en/of sociale gronden levensbedreigend of levensontwrichtend is. De definitie in de verordening (art. 31, eerste lid, onder b) is als volgt:
'een woonsituatie [die] naar het oordeel van burgemeester en wethouders door sociale en/of medische omstandigheden zodanig is verstoord dat levensgevaar voor één of meer leden van het huishouden dreigt dan wel dat één of meer leden van het huishouden zodanig geestelijk, emotioneel en/of lichamelijk belast is, dat volledige ontwrichting uit het geheel waar betrokkene deel van uitmaakt, optreedt en zelf niet in staat is dit op te lossen'. De aanvrager van de voorrangsverklaring dient aan te tonen dat de sociale en/of medische problemen direct samenhangen met de huidige woonsituatie en dat hij er alles aan heeft gedaan om de situatie te voorkomen of te verbeteren. Wijziging in de woonsituatie moet een essentiële oplossing voor de problematiek/noodsituatie zijn. In art. 31, lid 1, onder b, wordt gesproken over 'sociale en/of medische omstandigheden'. Met andere woorden de voorrangspositie kan worden verkregen vanwege: • een sociaal levensbedreigende dan wel levensontwrichtende woonsituatie óf • een medisch levensbedreigende dan wel levensontwrichtende woonsituatie óf • een combinatie van een sociaal levensbedreigende of levensontwrichtende én een medisch levensbedreigende of levensontwrichtende woonsituatie. Van levensbedreiging of levensontwrichting is sprake wanneer de aanvrager (of een van de leden van zijn huishouden), in samenhang met ernstige woonproblemen, niet meer in staat is zelfstandig te functioneren in gezin (of als alleenstaande) en/of werk. Het niet zelfstandig functioneren zal kunnen blijken uit het feit dat aanvrager de regie van zijn dagelijks leven niet meer (alleen) kan bepalen; wanneer betrokkene gewone dagelijkse zaken niet meer weet op te pakken, niet meer voor zijn eten zorgt of kan zorgen, hyperactief wordt dan wel apathisch, enzovoort. Het gaat daarbij overigens niet om vaststaande symptomen. Beoordeling vindt steeds per geval plaats. De opsomming van symptomen die van belang kunnen zijn bij de beoordeling van aanvragen om voorrang is niet uitputtend. Alle relevante symptomen zullen worden gedocumenteerd. Aanwijzingen kunnen tevens zijn de aard en mate van hulp die hij van derden (deskundigen) nodig heeft en/of bijvoorbeeld de noodzaak bepaalde medicijnen te gebruiken. De rapporteur zal dergelijke aanwijzingen/meetpunten duidelijk onder woorden moeten brengen. Alle aanvragen ingediend onder de noemer van levensbedreigende of levensontwrichtende omstandigheden - ook waar sprake is van een nijpende inwoonsituatie of het zelfstandig maar te klein wonen - dienen op de wijze als hiervoor genoemd beoordeeld te worden. Steeds zal daarbij een weging moeten plaatsvinden op grond van het draaglast/draagkrachtprincipe.
11
Tot de levensbedreigende of levensontwrichtende woonsituatie worden o.a. gerekend: a. het (noodgedwongen) verblijf in de noodopvang; b. relatiebeëindiging waarbij kinderen in het geding zijn c. het onvermogen zonder hulp/voorrang tot gezinshereniging te komen; d. dwingende financiële redenen Steeds zal er sprake zijn van een individuele beoordeling van de woonomstandigheden en het onvermogen om zonder voorrangspositie binnen drie maanden zelfstandig andere woonruimte te kunnen vinden. Ad a De noodopvangkandidaat. Dit is degene die verblijft in een van gemeentewege erkend (te)huis voor noodopvang. Het gaat daarbij om het huishouden met minderjarig(e) kind(eren) dat, op grond van registratie in de Gemeentelijke Basisadministratie, langer dan drie maanden in de noodopvang verblijft; (zie toelichting in de regionale Huisvestingsverordening op artikel 31, eerste lid, onder b 1.) De aanmelding van deze kandidaten vindt plaats door de door burgemeester en wethouders bevoegd verklaarde instantie(s). Ad b Relatiebeëindiging met gedeelde zorg voor minderjarige kinderen (co-ouderschap) Met co-ouderschap wordt een regeling aangeduid tussen de ouders over de zorg voor de kinderen. Dat beide partijen co-ouderschap overeenkomen, maar dit voorlopig nog niet kunnen uitvoeren wegens onvoldoende woonruimte, behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van beide partijen en is geen grond voor het verlenen van een voorrangsverklaring. In het geval dat één van beide ouders in de huidige woning kan blijven wonen, wordt in geval van co-ouderschap geen voorrangsverklaring verleend aan de andere ouder. In het geval dat beide ouders noodgedwongen de huidige woonruimte moeten verlaten, zal slechts aan één van beide een voorrangsverklaring kunnen worden verstrekt om te voorkomen dat kinderen dakloos worden of in een woonsituatie terecht komen waarbij zij als leden van het huishouden dusdanig geestelijk en emotioneel worden belast dat ontwrichting uit het geheel dreigt. Ad c De gezinshereniger. Dit is degene die zijn in het buitenland verblijvende gezinsleden (partner en minderjarige kinderen) naar Nederland wil laten komen, maar over onvoldoende woonruimte beschikt. Ingevolge artikel 15, tweede lid, van de Huisvestingsverordening is het verboden woonruimte te betrekken met of toe te staan dat woonruimte wordt betrokken door meer personen dan is toegestaan op grond van bepalingen in de Bouwverordening van de gemeente waarin de woonruimte is gelegen. Procedure bij aanvraag om voorrang in geval van gezinshereniging: 1) toekenning MVV (machtiging tot voorlopig verblijf bij VD of Justitie/IND) 2) aanvraag voorrangsverklaring op basis van de toegekende MVV 3) eerste controle: woonsituatie 4) voorrangsverklaring op basis van aantal personen in MVV 5) woning zoeken 6) selectie/acceptatie woning 7) a. afsluiten huurovereenkomst b. toekennen huisvestingsvergunning (met ruime termijn voor ingebruikneming) 8) over laten komen van familieleden 9) tweede controle (verblijfsdocumenten)
Toelichting op de procedure gezinshereniging
12
Een periode van een half jaar is doorgaans voldoende om de gezinsleden over te laten komen naar Nederland. De gebruikelijke opmerking in de huisvestingsvergunning dat deze wordt ingetrokken indien niet binnen 30 dagen de woning in gebruik genomen wordt (door het huishouden waarvoor de aanvraag werd ingediend) kan ten behoeve van gezinshereniging aangepast worden naar een termijn van zes maanden. De regeling is bedoeld om de burger, die gezinshereniging wenst, tegemoet te komen. Indien verwacht wordt dat de periode die gemoeid is met het over laten komen van gezinsleden veel langer dan een half jaar gaat duren, zal aan de aanvrager van de voorrangsverklaring voorgelegd worden het daadwerkelijk toekennen van de voorrangsverklaring op een later moment te laten plaatsvinden. Zou de voorrangsverklaring direct in werking treden en de aanvrager binnen de voorrangstermijn de voor zijn gezin passende woonruimte zou vinden, dan wordt de woning gedurende lange tijd (wellicht drie/kwart jaar) uitsluitend bewoond door aanvrager. Uit het oogpunt van doelmatige woonruimteverdeling en met het oog op het aanvragen van huurtoeslag is dat een ongewenste situatie. Daarom kan indien het over laten komen van gezinsleden lang kan gaan duren in overleg met de aanvrager afgesproken worden de voorrangsverklaring op een later moment in te laten gaan, bijvoorbeeld na een half jaar. De aanvrager wordt schriftelijk bevestigd dat hij in beginsel voldoet aan de criteria voor het toekennen van de voorrangsverklaring, maar dat inwerkingtreding op een later moment plaatsvindt. De aanvrager zal vervolgens vooruitlopend op de toekenning alles al in het werk stellen om zijn gezinsleden over te laten komen. Vervolgens wordt op enig moment de voorrangsverklaring van kracht en reageert de aanvrager op het beschikbaar komende aanbod. Ad d Geen nadere toelichting
3.2 Woonkostentoeslag
Hiervan is sprake indien de woningzoekende een woonkostentoeslag ontvangt die hoger is dan het maximaal toegestane huurtoeslagbedrag op grond van de Wet op de huurtoeslag. Het geldt niet voor degene die tijdelijk geen recht heeft op huurtoeslag. Voor degene die alleen huurtoe-
slag ontvangt is dit criterium niet van toepassing.
Voorbeeld: degene met een huur van boven de huurprijsgrens heeft een forse onvoorziene inkomensdaling (tot bijvoorbeeld het minimuminkomen) en ontvangt op grond daarvan een woonkostentoeslag. De woonkostentoeslag wordt in beginsel verstrekt voor de periode van één jaar. Het gaat hier steeds om een uitzonderlijk hoge woonlast in verhouding tot het inkomen van de woningzoekende. Een voorrangspositie gericht op het op korte termijn verkrijgen van woonruimte met een huurprijs die beter past bij het inkomen van aanvrager is om die reden gerechtvaardigd. Bij deze aanvraag wordt NIET getoetst of men zichzelf ZONDER voorrangspositie binnen drie maanden kan helpen door het reageren op het aanbodmodel. De aanvrager van de voorrang dient zonodig een afschrift van de beschikking (van burgemeester en wethouders) te overleggen waaruit blijkt dat hij de hiervoor bedoelde hoge woonkostentoeslag ontvangt en voor welke periode alsmede dat daaraan de verplichting verbonden is de voorrangsverklaring als woningzoekende aan te vragen ter verkrijging van woonruimte met een bij het inkomen passende huurprijs.
13
Niet aan iedereen wordt de verplichting gesteld om te zien naar andere woonruimte. Indien namelijk valt te voorzien dat de ontvanger van de woonkostentoeslag slechts tijdelijk een laag/lager inkomen heeft c.q. uitzicht heeft op een hoger inkomen - bijvoorbeeld vanwege het aanvaarden van een baan - dan zal de genoemde verplichting niet worden gesteld.
Samengevat: bij dit criterium dient sprake te zijn van • •
een definitieve (lagere) inkomenssituatie de verplichting tot verhuizen bij het toekennen van de woonkostentoeslag c.q. het aanvragen van de voorrangsverklaring
3.3 Herstructureringkandidaat
Hiervan is sprake wanneer iemand moet verhuizen omdat de huidige woning wordt gesloopt of ingrijpend gerenoveerd in het kader van stadsvernieuwing. De aanvraag om voorrang wordt ingediend en verzorgd door de voor uitplaatsing verantwoordelijke corporatie of gemeente. De werkwijze kan per gemeente in de regio verschillen. De beschikking aan de belanghebbende maakt melding van een voorrangsperiode van twaalf maanden die ingaat op het moment van actiegebied aanwijzing. De brief over de aanwijzing als actiegebied en toekenning van de voorrangspositie worden gelijktijdig aan de herstructureringskandidaat toegezonden. Indien nodig vindt actieve bemiddeling plaats door de corporaties. Indien in de periode van actieve bemiddeling woningen onterecht zijn geweigerd dan wel de kandidaat geen medewerking verleent aan het tijdig verhuizen zal een ontruimingsprocedure worden gestart. De aanvragen worden feitelijk (maar niet zonder de handtekening van de kandidaat) ingediend door de uitplaatsende corporatie.
14
4. Uitwerking zoekprofiel (art. 31, derde lid) De voorrangssystematiek voor woonruimte in de regio Haaglanden is gebaseerd op het uitgangspunt dat via een voorrangsverklaring geen stap voorwaarts gedaan mag worden op de wooncarrièreladder. In artikel 31, derde lid, van de regionale Huisvestingsverordening is bepaald dat een voorrangsverklaring alleen geldt voor aangegeven categorieën woonruimte waarmee enkel de situatie van de woningzoekende die aanleiding is voor een voorrangsverklaring kan worden opgelost. Aan de voorrangspositie is dus tevens een zogenaamd zoekprofiel toegevoegd. Het zoekprofiel geeft de woningtypen aan waarvoor de voorrangspositie geldig is. Indien nodig kan het zoekprofiel worden gewijzigd (art. 31, vierde lid, onder c). Voor een aantal aanvragers met voorrang zal gelden dat zij om medische (soms sociale) reden dienen te verhuizen naar een woning die zonder trappen of met enkele treden of met lift te bereiken is of naar een bepaald woningtype (rolstoelwoning). Dit bereikbaarheidsadvies wordt gekoppeld aan het zoekprofiel, waarbij de voorrangskandidaat - met inachtneming van de passendheidsnormen van de huisvestingsverordening en de eventuele nadere labeling van de woning - zal kunnen reageren op de in de voorrangsverklaring genoemde woningtypen. Voorrangskandidaten zonder zo'n bereikbaarheidsadvies zullen kunnen reageren op de in de voorrangsverklaring aangegeven woningen die met trappen te bereiken zijn.
Zoekprofielen (kunnen) verschillen per regiogemeente.
De meeste woningzoekenden met een voorrangspositie zoeken in hun eigen omgeving een andere woning. Het door een gemeente af te geven zoekprofiel is daardoor primair afgestemd op de lokale woningvoorraad. Een voorrangspositie is echter regionaal geldig en het bijbehorende zoekprofiel moet ook door de overige gemeenten zonder meer geaccepteerd [en gehonoreerd] worden. Het kan voorkomen dat woningzoekenden hun voorrangspositie in een andere gemeente verzilveren en in de 'eigen' gemeente een krapper of juist ruimer zoekprofiel hebben meegekregen dan de gemeente waarnaar zij wensen te verhuizen aan in gelijke omstandigheden verkerende eigen ingezetenen zou hebben afgegeven.
4.1 Zoekprofiel herstructureringskandidaten
Aan het zoekprofiel voor herstructureringskandidaten wordt het woningtype “eengezinswoning” toegevoegd indien de met voorrang te verlaten woning een eengezinswoning betreft, of het huishouden van de hoofdbewoner bestaat uit 4 personen of meer personen, waarvan ten minste 2 kinderen jonger dan 12 jaar. Het woningtype “benedenwoning / gelijkvloers of traploos bereikbaar” wordt toegevoegd indien een van de bewoners van het huishouden 65 jaar of ouder is.
4.2 Zoekprofiel aanleunwoning
Volgens de definitie in Bijlage I van de Huisvestingsverordening zijn aanleunwoningen getypeerd als woningen in een wooncomplex voor ouderen waarbij het onderscheidende kenmerk is dat deze fysiek verbonden zijn met een verzorgingshuis of verpleeghuis. Bij aanleunwoningen liggen de vertrekken op dezelfde woonlaag en de woningen dienen in beginsel te voldoen aan de normen van aanpasbaar bouwen. De bewoners van aanleunwoningen kunnen een beroep doen op de zgn. aanleunfuncties van het verzorgingshuis en/of verpleeghuis. Voorzieningen zoals maaltijden aan huis, huishoudelijke hulp en hulp bij verpleegkundige handelingen kunnen ook worden geleverd door een thuiszorginstelling en staan op zich los van het woningtype. Datzelfde geldt ook voor alarmering en achterwacht. Deze zijn in ieder woningtype
15
mogelijk hetgeen inhoudt dat als men is aangewezen op bijvoorbeeld maaltijden aan huis dit gegeven op zich geen voorrangsverklaring kan opleveren voor een aanleunwoning. Aanleunwoningen onderscheiden zich (ten dele) van andere woningen. Dat onderscheid wordt vertaald naar materiële aspecten en naar immateriële of psychosociale aspecten zoals: - gevoelens van veiligheid, waarbij het gaat om aspecten van sociale veiligheid, - gevoelens van zekerheid, waarbij het gaat om de aanwezigheid van (para- )medische voorzieningen, - contacten met leeftijdgenoten, - inactiviteit; behoefte aan ondersteuning. Bovenstaande aspecten worden steeds in samenhang met beperkte mobiliteit beoordeeld. Een aanleunwoning is alleen aangewezen indien meerdere aspecten van toepassing zijn of anders gezegd, wanneer het een meervoudige vraag betreft. Voor een voorrangsverklaring zal er sprake moeten zijn van een woonsituatie die door sociale en/of medische omstandigheden zodanig is verstoord, dat levensgevaar dreigt voor betrokkene dan wel at hij/zij zodanig geestelijk emotioneel en/of lichamelijk belast is of binnen afzienbare tijd dreigt te worden, dat volledige ontwrichting uit het geheel(samenlevingsverband) waar hij/zij deel van uitmaakt, optreedt.
Duur en geldigheid van de voorrangsverklaring met zoekprofiel aanleunwoning
Een voorrangsverklaring op sociaal en/of medische gronden is drie maanden geldig (artikel 31, vierde lid, onder a) en kan éénmaal worden verlengd indien de voorrangsverklaring binnen de gestelde termijn aantoonbaar niet kon worden benut. Bij het besluit tot intrekking van het Protocol Indicering Aanleunwoningen d.d. 26 oktober 2005 heeft het dagelijks bestuur tevens bepaald dat het mogelijk is de geldigheidstermijn van een voorrangsverklaring met zoekprofiel aanleunwoningen op ten hoogste één jaar te stellen. Met de mogelijkheid van de eenmalige verlenging met eenzelfde termijn komt de maximale geldigheidstermijn overeen met de geldigheidstermijn van een indicatie voor een aanleunwoning zoals deze voorheen werd toegekend volgens het Protocol Indicering Aanleunwoningen. De verruiming van de geldigheidstermijn is afhankelijk van de (lokale) situatie in het zoekgebied zoals aangegeven in de af te geven voorrangsverklaring.
4.3 Woningtypen en bereikbaarheden (niet limitatief, maar indicatief) Rolstoelwoning: een woning die ten minste voldoet aan de normen van aanpasbaar bouwen en
tevens binnenshuis volledig geschikt (te maken) is voor permanent rolstoelgebruik.
Obstakelvrije woning: een woning die binnenshuis geen drempels of andere verhogingen kent
die het lopen voor een gehandicapte belemmert. Ook degene die zich schuifelend of met een looprekje, stok of ander hulpmiddel voortbeweegt moet zonder beperkingen van de woning gebruik kunnen maken. De drempelhoogte van voordeur naar straat mag niet meer zijn dan 2,5 cm. De woningen dienen tevens zonder trap of treden (evt. met lift) te bereiken te zijn. Obstakel vrij te maken woningen worden nogal eens geadviseerd voor kandidaten die buitenshuis gebruik maken van een elektrische rolstoel of scootmobiel. Een obstakelvrije woning biedt niet per definitie ruimte om een scootmobiel te stallen. Degene die buitenshuis gebruik dient te maken van een (elektrische) rolstoel of scootmobiel moet de woning zonder beperkingen kunnen bereiken. Voor het obstakelvrij maken van een woning kan een beroep gedaan worden op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Obstakelvrij (te maken woning): hieronder valt ook de woning die volstrekt traploos te bereiken is. Traploos (evt. met lift): hieronder valt ook de woning die met een enkele opstap te bereiken is. Nagenoeg alle parterre gelegen woningen zijn obstakelvrij te maken. Voor flats met lift is dit meestal niet het geval.
16
5. Voorrangsverklaring (algemeen) 5.1 Voorrangsverklaring met beperkt zoekgebied
De voorrangsverklaring is geldig voor de gehele regio. Het zoekgebied betreft dan ook de gehele regio. Reageren in een beperkt gebied van Haaglanden is altijd mogelijk. Indien de aanvrager verzoekt om een voorrangsverklaring met een beperkt zoekgebied, heeft dat uiteraard ook zijn terugslag op de periode (sinds het ontstaan van de woonproblemen) voorafgaande aan de aanvraag om voorrang. Tevens is het van invloed op de beoordeling van een evt. verzoek om verlenging van de voorrangspositie. De reden om de voorrangspositie met toepassing van de hardheidsclausule voor een beperkt gebied te laten gelden, kan samenhangen met sociale en/of zorgnetwerken waarvan de aanvrager (of leden van zijn huishouden) afhankelijk is. Ook zou er sprake kunnen zijn van de noodzaak tot een specifieke medische behandeling dan wel specifieke sociale, maatschappelijke begeleiding vanuit een daartoe toegeruste instantie in één van de regiogemeenten. Er is hier niet sprake van een volledige opsomming!
5.2 Duur en geldigheid van de voorrangsverklaring
geldigheidsduur: drie maanden (sociaal/medisch/woonkostentoeslag) resp. 12 maanden (herstructureringskandidaat) (art 31, lid 4, onder a/b en art. 31, lid 1, onder a) vervallen: van rechtswege na afloop geldigheidsduur (art. 35, lid 3)
Degene die een voorrangspositie heeft verkregen zal ook moeten reageren op de woningen die elders in de regio (dus niet alleen in de eigen gemeente) in het kader van het aanbodmodel worden aangeboden, indien het voor hem noodzakelijke woningaanbod in de eigen gemeente binnen de voorrangstermijn niet beschikbaar komt. Indien de voorrangspositie wordt toegekend dan geldt deze voor drie maanden. Daarna komt deze automatisch (zonder nader bericht) te vervallen. In die drie maanden zal degene die de voorrangspositie heeft verkregen zelf moeten reageren op het in Haaglanden vrijkomende woningaanbod.
Duur en geldigheid van de voorrangsverklaring met zoekprofiel aanleunwoning
Bij het besluit tot intrekking van het Protocol Indicering Aanleunwoningen d.d. 26 oktober 2005 heeft het dagelijks bestuur tevens bepaald dat het mogelijk is de geldigheidstermijn van een voorrangsverklaring met zoekprofiel aanleunwoningen op ten hoogste één jaar te stellen. Met de mogelijkheid van de eenmalige verlenging met eenzelfde termijn komt de maximale geldigheidstermijn overeen met de geldigheidstermijn van een indicatie voor een aanleunwoning zoals deze voorheen werd toegekend volgens het Protocol Indicering Aanleunwoningen. De verruiming van de geldigheidstermijn is afhankelijk van de (lokale) situatie in het zoekgebied zoals aangegeven in de af te geven voorrangsverklaring.
5.3 Verlenging van de voorrangspositie (art. 31, lid 4, onder c)
De verlenging van de voorrangspositie dient aangevraagd te worden binnen twee weken nadat de oude is verlopen. De verlenging wordt aangevraagd en ingenomen door een intaker van een van de corporaties of van de gemeente. De aanvrager ontvangt een van datum voorzien afschrift van zijn aanvraag als bewijs van indiening. De woningzoekende dient aan te tonen dat de voorrangspositie niet binnen de gestelde termijn kon worden benut. De aanvrager van de verlenging dient aan te tonen dat in de regio voor hem geen passend woningaanbod is geadverteerd in de periode dat hij een voorrangspositie had. Ook is het mogelijk
17
dat er wél passend aanbod is geadverteerd, maar dat de aanvrager van de verlenging, na het reageren, het de betreffende woonruimte niet aangeboden heeft gekregen. Wanneer de aanvrager (in het geheel) niet gereageerd heeft op het in de voorrangsperiode beschikbaar gekomen passende woningaanbod en daarvoor geen juridisch houdbaar excuus heeft (bijvoorbeeld ernstige ziekte of ongeval) dan zal de voorrangspositie niet worden verlengd. Bij de analyse van de reacties op het aanbodmodel wordt rekening gehouden met de volgende aspecten: • zoekprofiel • (eventueel) bereikbaarheidsadvies • voorrangsperiode • huishoudensamenstelling en -grootte • leeftijd aanvrager • huishoudinkomen
5.4 Weigering van een passende woningaanbieding Artikel 31, lid 4, onder c, luidt als volgt:
Indien de woningzoekende kan aantonen dat de voorrangspositie niet binnen de termijn waarvoor de voorrangspositie geldt kon worden benut én er geen sprake is van een (of meer) weigeringen van een passende woningaanbieding, kan de duur van de voorrangspositie ten hoogste één maal worden verlengd. Bij de verlenging kunnen burgemeester en wethouders de op grond van lid 3 aangegeven woonruimte wijzigen. Anders gezegd: •
•
degene die een voorrangspositie heeft kan binnen de drie voorrangsmaanden zo vaak een woningaanbieding weigeren als hij wil. Vervalt de voorrangspositie van rechtswege dan zijn daarmee zijn kansen om met voorrang geholpen te worden verkeken. indien daarna een verlenging van de voorrangspositie wordt gevraagd zullen eerdere weigeringen bij de beoordeling worden betrokken.
Wanneer woningen geweigerd zijn die voldoen aan het zoekprofiel respectievelijk het eventuele advies over (de medisch noodzakelijke) bereikbaarheid van de woning en passend zijn conform de passendheidscriteria van de huisvestingsverordening zal de voorrangspositie niet worden verlengd. Woningweigeringen vanwege onvoldoende ruimte voor een scootmobiel (of ander invalidenvoertuig) zijn ontvankelijk om aangemerkt te worden als terechte weigeringen. Deze situatie lijkt zich alleen voor te kunnen doen wanneer de betreffende vrijkomende woningen verkeerd gelabeld zijn in de woonkrant, interactieve teletekst of internet of wanneer onjuiste actieve bemiddeling heeft plaatsgevonden ten behoeve van bijvoorbeeld herstructuringskandidaten in het kader van stadsvernieuwing.
Bewijs van weigering
De weigerende kandidaat dient de reden van weigering en zijn handtekening te vermelden op de aanbiedingsbrief dan wel een daartoe bestemd weigeringsformulier. In het geval dat telefonisch een (schriftelijk) aangeboden woning wordt geweigerd, wordt de weigering, inclusief de reden(en) van weigering bij voorkeur schriftelijk bevestigd onder vermelding van een reactietermijn van 14 dagen indien de reden van weigering, naar de mening van de kandidaat-huurder, niet juist weergegeven is. Kandidaten die in het geheel niet reageren op een (schriftelijk) aangeboden woning krijgen een schriftelijke bevestiging van hun niet-reageren.
18
5.5 Tweede aanvraag voor een voorrangsverklaring Binnen 1 jaar na afloop van de geldigheidsduur
Het indienen van een tweede aanvraag voorrang binnen 1 jaar na afloop van de (verlengde) geldigheidsduur van de voorrangsverklaring, zonder dat sprake is van nieuw gebleken feiten en veranderde omstandigheden, zal niet kunnen leiden tot een nieuwe voorrangsverklaring. Het ontbreken van nieuwe feiten en omstandigheden, in samenhang met de redenen van het aflopen van de (verlengde) geldigheidsduur van de voorrangsverklaring (geen gebruik van gemaakt, onjuist reactiepatroon op aanbod, woningweigeringen) wordt de aanvrager een jaar lang toegerekend. Op de aanvraag zal een gemotiveerde afwijzende beschikking dienen te worden geadviseerd en te volgen.
Langer dan 1 jaar na afloop van de geldigheidsduur
Een herhaalde (tweede) aanvraag ten minste 1 jaar na afloop van de (verlengde) geldigheidsduur van de voorrang wordt in behandeling genomen zonder dat de ‘historie’ van de eerste aanvraag bij beoordeling wordt betrokken. De herhaalde (tweede) aanvraag wordt dan beschouwd als een nieuwe aanvraag om voorrang en ook als zodanig in behandeling genomen en beoordeeld.
19
6. Hardheidsclausule (art. 60, lid 1) Het niet voldoen aan voorwaarden of bindingseisen sluit toekenning van de voorrangsverklaring - met toepassing van de hardheidsclausule - niet uit. In artikel 60, tweede lid, van de regionale Huisvestingsverordening is bepaald dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn om in gevallen waarin de toepassing van de verordening naar hun oordeel leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening. Het toepassen van de hardheidsclausule is onder andere mogelijk met betrekking tot: • de voorwaarden • de bindingseisen • de voorrangscriteria • het zoekprofiel • het meer dan één maal verlengen van de voorrangspositie Indien de aanvrager niet voldoet aan bijvoorbeeld de bindingseisen dan zal toch onderzoek gedaan moeten worden naar de aard en mate van de woonproblemen om in het advies van de Toetsingscommissie te kunnen vaststellen dat de toepassing van de bepalingen in de regionale Huisvestingsverordening niet leidt tot een bijzondere 'hardheid' voor de aanvrager. Het advies tot al dan niet toepassen van de hardheidsclausule wordt gemotiveerd in de rapportage van de sociaal rapporteur, in het verslag van de vergadering van de Toetsingscommissie, en in het advies van de Toetsingscommissie. De motivering wordt in ieder geval in de beschikking opgenomen indien de aanvrager er expliciet een beroep op heeft gedaan.
6. 1 Afwijken van bindingseisen
Indien met toepassing van de hardheidsclausule afgeweken wordt van de bindingseisen zal expliciet moeten worden aangegeven waarom de noodsituatie eventueel alleen in de regio Haaglanden kan worden opgelost. Drie aspecten zijn van belang: - het woonverleden (was men in het verleden woonachtig in de stadsregio Haaglanden en hoelang); - waarom ligt de oplossing voor de woonproblematiek alleen in de stadsregio Haaglanden (afhankelijkheid hulp/opvang familie t/m tweede graad, wie en waarom); - beroep op familie elders, in andere gemeenten (heeft men alleen familie hier of kan men ook bij anderen terecht, mogelijkheden in vorige woon-/verblijfplaats(en), situatie woonmarkt in regio van herkomst, etc.).
6.2 Afwijken van zoekgebied
De voorrangsverklaring heeft een regionale kracht van werking. Indien de aanvrager van de voorrang verzoekt om met de voorrangspositie slechts in een deel van Haaglanden te mogen reageren, heeft dat uiteraard ook zijn terugslag op de periode voorafgaande (sinds het ontstaan van de woonproblemen) aan de aanvraag om voorrang. Tevens is het van invloed op de beoordeling van een evt. verzoek om verlenging van de voorrangspositie. De reden om de voorrangspositie tot een beperkt gebied te laten gelden kan samenhangen met sociale en/of zorgnetwerken waarvan de aanvrager (of leden van zijn huishouden) afhankelijk is. Ook zou er sprake kunnen zijn van de noodzaak tot een specifieke medische behandeling dan wel specifieke sociale, maatschappelijke begeleiding vanuit een daartoe toegeruste instantie in één van de regiogemeenten. Er is hier niet sprake van een volledige opsomming!
20
6.3 Afwijken van geldigheidsduur
De hardheidsclausule kan worden gebruikt in gevallen dat het absoluut noodzakelijk is om vaker dan de (volgens artikel 31, eerste lid 4, onder c) toegestane één maal de voorrangspositie te verlengen. Bij de beoordeling van een eventueel verzoek om verlenging van de voorrangspositie wordt onderzocht of de kandidaat regionaal actief is geweest met het reageren op het vrijkomende aanbod in Haaglanden. Het is denkbaar dat ook in de periode van verlenging geen passend aanbod beschikbaar komt. Mogelijk is dat aan de orde ten aanzien van huishoudens die een rolstoelwoning of een 'grote woning' nodig hebben. Een tweede verlenging met toepassing van de hardheidsclausule behoort dan tot de mogelijkheden. Gaat het om een verzoek om verlenging voor een woningtype waarvoor niet al te lange wachttijden zijn, dan wordt een tweede aanvraag om verlenging afgewezen.
21
Bijlage 1 : Registraties gezamenlijke huishouding Voormalige samenwoning Degenen die samen samenwonen of samen hebben gewoond kunnen dit aantonen door middel van een rechtsgeldig samenlevingscontract. Indien daarvan geen sprake is kan samenwoning worden aangetoond door middel van één of meer (dit ter beoordeling aan de Toetsingscommissie) van de volgende registraties. Besluit van 24 december 1997 tot het vaststellen van nadere regels inzake registraties die worden aangemerkt als gezamenlijke huishouding (Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding 1998) Stb. 1997, 790 a. duurzame gezamenlijke huishouding op grond van: 1. de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten; 2. de Wet inkomstenbelasting 2001; 3. de Wet op de loonbelasting 1964; 4. de Wet op de studiefinanciering; 4a. de Wet studiefinanciering 2000; 5. de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945; 6. de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945; b. gezamenlijke huishouding op grond van: 1. de Wwb; 2. de Anw; 3. de AOW; 4. de Ioaw; 5. de Ioaz; 6. de TW; 7. de Wajong; 8. de WAO; 9. de WAZ; 10. de Wet WIA; 11. de Wmo; 12. de ZW; 13. de Wwik; c. duurzame gemeenschappelijke huishouding op grond van onderafdeling 3 van afdeling 5 van titel 4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; d. gemeenschappelijke huishouding op grond van: 1. de Successiewet 1956; 2. een verblijfsrecht ingevolge de Vreemdelingenwet 2000 voor verblijf bij partner; e. duurzame relatie op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Een registratie als hierboven bedoeld is aanwezig gedurende de periode waarin bij de toepassing van de in dat lid genoemde wetten op enig moment rechtsgevolgen worden verbonden aan het bestaan van een duurzame gezamenlijke huishouding, een gezamenlijke huishouding, een duurzame gemeenschappelijke huishouding, een gemeenschappelijke huishouding respectievelijk een duurzame relatie.
22
Bijlage 2: Geldige verblijfstitels Documenten die een geldige verblijfstitel inhouden zoals bedoeld in artikel 31, lid 1, onder a, van de Huisvestingsverordening stadsgewest Haaglanden.
DOCUMENT I
KORTE TOELICHTING Verblijfsvergunning voor bepaalde tijd regulier; In de regel een vergunning voor het verblijf van 1 jaar, onder beperkingen. Afhankelijk van deze beperkingen kan de vergunning ook voor drie of vijf jaar afgegeven worden.
II
Verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd regulier; Wordt afgegeven na een verblijf van minimaal 5 jaar op basis van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd regulier.
III
Verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel; Vergunning voor vreemdelingen die op basis van asielgronden verblijf wordt toegestaan. De maximale duur is drie jaar.
IV
Verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd asiel; Wordt afgegeven na een verblijf van drie jaar op basis van de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel en wanneer de betrokkene na die periode nog steeds bescherming nodig heeft.
Verblijfsdocument van een onderdaan van een lidstaat van de EU/EER-document EU of EER; Voor vreemdelingen uit landen aangesloten bij de EU of de EER.
Uit: Uitvoeringsorganisaties en de Vreemdelingenwet 2000
23
DEEL II
WERKWIJZE
INHOUDSOPGAVE 1. Behandeling van aanvragen ................................................................................ 25 1.1 Checklist.............................................................................................................................. 25 1.2 Niet in behandeling nemen van de aanvraag (art. 32, lid 3) .................................................... 27 1.3 Mutaties lopende de aanvraag .............................................................................................. 27 1.4 Nieuwe (tweede) aanvraag om voorrang ............................................................................... 27 1.5 Behandelingstermijn (art. 33, lid 1 en 2)................................................................................ 27 1.6 Hoog inkomen/vermogen ..................................................................................................... 27 1.7 Het proces van adviseren en beoordelen ............................................................................... 28
2. Rapportages/adviezen ........................................................................................ 29 2.1 Rapportages sociaal en/of medisch adviseur ......................................................................... 29 2.2 Rapportages/adviezen van andere instanties ......................................................................... 31
3. Beoordelen zoekprofiel aanleunwoning .............................................................. 32 4. Beoordelen verlenging voorrangsverklaring ....................................................... 35
Bijlage 1: Formulier aanvraag voorrangsverklaring................................................ 37 Bijlage 2: Formulier aanvraag medische voorrangsverklaring................................ 41 Bijlage 3: Formulier medische rapportage .............................................................. 43 Bijlage 4: Formulier sociale rapportage .................................................................. 44 Bijlage 5: Formulier aanvraag verlenging voorrangsverklaring.............................. 45
24
25
1. Behandeling van aanvragen Een aanvraag moet altijd in behandeling worden genomen, ook al wordt de aanvrager dit ontraden gezien de voorwaarden waaraan moet worden voldaan. Situaties waarbij een aanvraag voor een voorrangsverklaring zonder meer zou worden afgewezen: • wanneer starters voor wie geen dringende noodzaak bestaat voor zelfstandige huisvesting naar de kamermarkt (incl. onzelfstandige HAT-eenheden) verwezen kunnen worden; dit zal mede afhangen van het inkomen in relatie tot de gemiddelde huurprijs van kamers dan wel onzelfstandige HAT-eenheden; • wanneer de aanvrager een huurschuld heeft en met de betreffende woningbouwvereniging nog geen aflossingsregeling heeft getroffen; • wanneer het huishouden over een belastbaar jaarinkomen beschikt boven de maximale inkomensgrens van de huur-inkomentabel (bijlage IV regionale Huisvestingsverordening); • wanneer er alleen sprake is van inwoning of te klein wonen en er geen andere complicerende factoren c.q. sociale problemen zijn; • andere verwijtbare situatie.
1.1 Checklist Vraag
Ja / nee dan………………
1. Is voldaan aan de voorschriften voor het indienen van een aanvraag?
Ja, doorgaan naar 2
2. Alle leden van het huishouden hebben een geldige status/verblijfstitel voor Nederland.
Ja, doorgaan naar 3 Nee, afwijzen.
- art 7, juncto 9, lid 2, Hw - art 9, lid 2 en 3, HVV - art 31, lid 1a, eerste gedachtestreepje HVV
3. De aanvraag betreft een herstructurering of men heeft woonkostentoeslag gekregen.
Ja, te toetsen aan voorwaarden stadsvernieuwing.
- art. 31, lid 1b, onder 2 en lid 2 HVV
Nee, termijn stellen voor aanvulling, - artt. 4:1 t/m 4:6 Awb - art 32, lid 1 t/m 4, HVV na afloop termijn niet-ontvankelijk verklaren.
Nee, doorgaan naar 4
Ja, doorgaan naar 8 4. Aanvrager is minimaal 1 jaar aaneengesloten ingezetene van 1 of meer gemeenten in de regio Haaglanden. Nee, doorgaan naar 5 5. Aanvrager heeft een aantoonbare economische binding aan het Stadsgewest Haaglanden.
Ja, doorgaan naar 8 Nee, doorgaan naar 6
6. Aanvrager heeft een aan- Ja, doorgaan naar 8 toonbare maatschappelijke binding aan het Stadsgewest Nee, doorgaan naar 7 Haaglanden. 7. Aanvrager behoort tot de wettelijke categorieën mensen aan wie geen bindingseisen mogen worden gesteld.
regelgeving
Ja, doorgaan naar 8
Nee, afwijzen
- art 31, lid 1a, eerste gedachtestreepje HVV - art. 1 HVV - artikel 1, onder l, Hw - art 31, lid 1a, eerste gedachtestreepje HVV - artikel 1, onder m, Hw - art 31, lid 1a, eerste gedachtestreepje HVV - art. 13c, lid 1, Hw - art. 31, lid 1a, eerste gedachtestreepje HVV
26 8. Aanvrager kan elders onderdak vinden, denk ook aan (begeleide) kamerbewoning, onzelfstandige woningen e.d., of heeft inkomen of vermogen boven het gestelde maximale normbedrag.
Ja, afwijzen op grond van eigen mogelijkheden buiten het aanbodmodel. De onzelfstandige huisvesting mag op zichzelf weer niet de oorzaak zijn van een noodsituatie.
9. Aanvrager kan binnen 3 maanden zelf woonruimte vinden via de woonkrant.
Ja, afwijzen wegens eigen mogelijkheden binnen het aanbodmodel.
Nee, doorgaan naar 9
Nee, doorgaan naar 10
10. De huidige situatie is aan Ja, afwijzen op grond van eigen schuld en toedoen. de eigen schuld en/of toedoen van de aanvrager te wijten en is ook aan de aanNee, doorgaan naar 11 vrager verwijtbaar.
- art 31, lid 1a, vijfde gedachtestreepje HVV - Vermogen vanaf € ……. plus vast maandinkomen. - Inkomensgrens uit HVV, bijlage IV - art. 1, lid 1b, en lid 3 Hvw, en - art. 31, lid 1a, vierde gedachtestreepje HVV - art. 31, lid 1a, vierde gedachtestreepje HVV
11. Er is alleen sprake van verlies van huisvesting door verbreken van een duurzame relatie of door te klein wonen, zonder verdere ernstige sociaal-/medische of psychische problemen.
Ja, afwijzen, geen meervoudige pro- - art. 31, lid 1b, onder 1 HVV blematiek. tenzij de uitverhui-zende ouder (gedeeltelijke) zorgplicht heeft voor uitverhuizende kind(eren).
12. aanvrager voldoet aan de criteria voor te klein wonen, en verkeert in een noodsituatie.
Ja, advies voorrangsverklaring wegens noodsituatie.
Nee, doorgaan naar 12 - art 31, lid 1b, onder 1 HVV
Nee, doorgaan naar 13
Ja, doorgaan naar 14 13. Aanvrager verkeert in een levensbedreigende of levensontwrichtende woonsiNee, afwijzen. tuatie.
- art 31, lid 1b, onder 1, HVV
- art 31, lid 1, HVV Ja, positief advies voor voorrangs14. Verhuizen middels urgentie naar een zelfstandige verklaring. woning is een passende oplossing voor de noodsituatie. Nee, afwijzen en waar nodig verwij- - art. 31, lid 1a, derde gedachtestreepje HVV zen naar passende alternatieven, zoals begeleid wonen en de hulpverlening. 15. Hardheidsclausule in uitzonderlijke gevallen toepasbaar, ingeval afwijzing van het urgentieverzoek zou leiden tot een onaanvaardbaar hard besluit voor de aanvrager.
Toepassing van de hardheidsclausule wordt overwogen indien de aanvrager voldoet aan het onder 2, 13 en 14 gestelde, maar niet voldoet aan één of meer van de overige criteria.
- artikel 60, lid 2, HVV
Toewijzing leidt tot verlening van urgentie voor de gehele regio
Verklarende afkortingenlijst wet- en regelgeving
Awb HVV Hw
= Algemene wet bestuursrecht = Huisvestingsverordening stadsgewest Haaglanden = Huisvestingswet
27
1.2 Niet in behandeling nemen van de aanvraag (art. 32, lid 3)
Een aanvraag wordt niet in behandeling genomen indien deze niet compleet is, dat wil zeggen onvolledig ingevuld, niet ondertekend of niet voorzien van de vereiste bijlagen. Ingevolge artikel 4:5, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid binnen een bepaalde termijn de aanvraag aan te vullen. Wanneer hij daaraan niet voldoet zal de aanvraag niet in behandeling worden genomen. Een besluit om de aanvraag niet te behandelen wordt aan de aanvrager bekendgemaakt binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken (artikel 4:5, lid 4, Awb). Andere redenen om de aanvraag niet (verder) te behandelen zijn: • de aanvrager moet zijn aanvraag indienen bij een andere gemeente in de regio; • op verzoek van aanvrager; • vanwege gewijzigde omstandigheden tijdens de procedure.
1.3 Mutaties lopende de aanvraag
Van mutaties (bijvoorbeeld indien in een meerpersoonshuishouden de persoon op wie de voorrang - het meest - van toepassing is, is overleden) dient steeds te worden nagegaan of zij van invloed zijn op de genomen beslissing ten aanzien van de aanvraag om een voorrangsverklaring, dan wel op de beslissing die nog genomen dient te worden. Omtrent mutaties wordt een korte rapportage opgesteld voorzien van naam aanvrager, adres en registratienummer.
1.4 Nieuwe (tweede) aanvraag om voorrang
Het indienen van een tweede aanvraag voorrang binnen 1 jaar na afloop van de (verlengde) geldigheidsduur van de voorrangsverklaring, zonder dat sprake is van nieuw gebleken feiten en veranderde omstandigheden, zal niet kunnen leiden tot een nieuwe voorrangsverklaring. Het ontbreken van nieuwe feiten en omstandigheden, in samenhang met de redenen van het aflopen van de (verlengde) geldigheidsduur van de voorrangsverklaring (geen gebruik van gemaakt, onjuist reactiepatroon op aanbod, woningweigeringen) wordt de aanvrager een jaar lang toegerekend. Op de aanvraag zal een gemotiveerde afwijzende beschikking dienen te worden geadviseerd en te volgen. Een herhaalde (tweede) aanvraag ten minste 1 jaar na afloop van de (verlengde) geldigheidsduur van de voorrang wordt in behandeling genomen zonder dat de ‘historie’ van de eerste aanvraag bij beoordeling wordt betrokken. De herhaalde (tweede) aanvraag wordt dan beschouwd als een nieuwe aanvraag om voorrang en ook als zodanig in behandeling genomen en beoordeeld.
1.5 Behandelingstermijn (art. 33, lid 1 en 2)
De periode waarin een aanvraag om voorrang afgehandeld moet worden is 8 weken, volgens de Huisvestingsverordening. De periode kan ten hoogste 4 weken worden verlengd, waarvan de aanvrager schriftelijk bericht ontvangt. De aanvraag wordt pas in behandeling genomen op het moment dat deze compleet is (inclusief bijlagen) en door corporatie/gemeente is voorzien van een datum van ontvangst. Op dat moment gaat de behandelingstermijn in! Het einde van de behandeling is het verzenden van de beschikking.
1.6 Hoog inkomen/vermogen
Op grond van de 'huur-inkomenstabel' die in de Huisvestingsverordening is opgenomen komt een huishouden met een belastbaar jaarinkomen gelijk aan of hoger dan het in de tabel gestelde maximale jaarinkomen niet in aanmerking voor een huurwoning met een huurprijs die lager is dan de huurprijsgrens. Met andere woorden dit huishouden is niet aangewezen op de schaarste sector en heeft om die reden geen voorrangspositie nodig om snel geholpen te kunnen worden. Voor dit huishouden heeft het geen zin een voorrangsverklaring aan te vragen. Dit
28
zal tijdens de eerste aanmelding of het intake-gesprek duidelijk gemaakt moeten worden. Een dergelijk hoog inkomen kan overigens geen reden zijn een aanvraag niet in behandeling te nemen. Het advies van de Toetsingscommissie zal echter negatief zijn, omdat een andere passende oplossing mogelijk is.
1.7 Het proces van adviseren en beoordelen
Globaal ziet dit proces er als volgt uit: - individueel (intakers, sociaal/medisch rapporteurs) - team (sociaal/medisch rapporteurs) - Toetsingscommissie NB. In sommige gemeenten is er geen scheiding tussen 'team' en 'Toetsingscommissie'. Voor het inzicht van het proces is deze scheiding gehandhaafd. De fase van adviseren Eerst is er sprake van een individuele beoordeling, op basis van een persoonlijk (telefonisch spreekuur) gesprek en evt. een huisbezoek. Over de bevindingen en eigen indrukken wordt schriftelijk gerapporteerd. Het betreft een beoordeling door een medewerker die deel uit maakt van een team van onderzoekers/rapporteurs. Het team van onderzoekers is deel van het referentiekader van de rapporteur. Voor zover sprake is van een afzonderlijk 'team' vindt daarbinnen gestructureerd overleg plaats onder leiding van een leidinggevende. Bevindingen betreffende de individuele woningnood van aanvragers worden uitgewisseld. Overleg en feedback over subjectief individuele aangelegenheden vindt plaats waardoor een gezamenlijk geobjectiveerd beoordelingskader ontstaat. Gelijke omstandigheden dienen, met inachtneming van het principe van draagkracht/draaglast, op gelijke wijze gewogen te worden. Relevante aanvragen/rapportages worden gedocumenteerd en bewaard. De motivering achter de opgegeven (medische/sociale) gradaties is de volgende: • 'ernstig, maar niet levensbedreigend etc.' is ten behoeve van de aanvrager van de voorrangsverklaring een erkenning van zijn als problematisch ervaren woonsituatie, zonder dat dit echter tot de aangevraagde voorrangsverklaring leidt. • de tweedeling in medische en sociale advisering kan leiden tot tweemaal het oordeel 'ernstig, maar niet levensbedreigend etc.' en zou in bepaalde situaties aanleiding kunnen geven (cumulatie) alsnog te komen tot het oordeel 'levensbedreigend of levensontwrichtend'. De fase van beoordeling door de Toetsingscommissie. De laatste fase in het proces wordt gevormd door de Toetsingscommissie zijnde een commissie met vertegenwoordigers van corporaties, gemeente en eventueel woonconsumenten en eventueel de medisch adviseur die (overigens niet in alle gemeenten) niet direct betrokken is bij het onderzoek naar de aanvragen om voorrang. Er wordt op afstand beoordeeld. De Toetsingscommissie heeft een eigen verantwoordelijkheid en maakt haar eigen afwegingen in haar advisering aan burgemeester en wethouders. De commissie komt regelmatig bijeen en vergadert aan de hand van alle relevante documentatie per aanvraag (aanvraagformulier, correspondentie, bijlagen, sociale rapportage en een preadvies). Kortom: Hetgeen beoordeeld wordt (omstandigheden en draagkracht) en de wijze van beoordeling (individueel, team, commissie) vormen een samenhangend geheel. Er is geen sprake van standaardsituaties die tot de voorrangspositie leiden.
29
2. Rapportages/adviezen 2.1 Rapportages sociaal en/of medisch adviseur
Indien aan het begin of tijdens de beoordeling van de aanvraag blijkt dat er sprake is van medische of sociale omstandigheden die een rol spelen bij de aanvraag om voorrang wordt advies gevraagd aan een medisch of sociaal adviseur. De medisch adviseur zal rapporteren en adviseren conform het model 'medische rapportage' zoals opgenomen in bijlage 3. De sociaal adviseur zal rapporteren en adviseren conform het model 'sociale rapportage' zoals opgenomen in bijlage 4. •
Bevindingen Dit deel van de rapportage is van beschrijvende aard. Conclusies komen hierin niet aan de orde. De rapporteur zal, voor zover dat mogelijk is, zelf proberen te constateren welke problemen zich voordoen en deze beschrijven. In de medische rapportage wordt gerapporteerd op grond van het volgende begrippenkader1): stoornis, beperking en belemmeringen. Stoornis: een tijdelijk of permanent lichamelijk ongemak (verlies of afwijking) die het functioneren van het lichaam stoort. Beperking: het praktische gevolg in het dagelijks leven door een stoornis. Belemmering: een nadelige positie in sociale of maatschappelijke zin van een persoon als gevolg van stoornis en/of beperking. In
de sociale rapportage wordt weergegeven: de woonproblemen zoals de aanvrager deze ziet en ervaart; hoe de woonproblemen zijn ontstaan; wat aanvrager gedaan heeft om de woonproblemen op te lossen, wie hij daarvoor heeft ingeschakeld en met welke resultaten; hoe vaak en voor welke woningen door hem of haar woonbonnen zijn ingestuurd in het kader van het aanbodmodel sinds het ontstaan van de woonproblemen; welke verwachtingen hij heeft t.a.v. een andere woning en welke problemen zich zullen voordoen bij het uitblijven van andere woonruimte of wanneer dit lang op zich laat wachten. •
Conclusie en (pré-)advies Hier komt het oordeel van de rapporteur aan de orde ten aanzien van hetgeen in het onderdeel 'bevindingen' is vermeld. Het wordt opgemaakt op basis van deskundigheid, ervaring en vergelijking met andere aanvragen om voorrang en is daarmee de gefundeerde onderbouwing van het te geven (pré-)advies. In het kader van bezwaar en beroep kan dit oordeel niet achterwege gelaten worden. Het is de taak van de rapporteur steeds een relatie te leggen met andere zaken die hij/zij onderzocht heeft teneinde een zekere objectivering tot stand te brengen in zijn/haar oordeel. Kern van dit onderdeel is dat ingegaan wordt op de woonsituatie (draaglast) en de mate waarin aanvrager (en/of de leden van zijn huishouden) in staat is de omstandigheden aan te kunnen zonder dat levensgevaar of levensontwrichting optreedt (draagkracht). De ene aanvrager zal beter opgewassen zijn tegen bepaalde omstandigheden dan de andere. 1
Het begrippenkader is ontleend aan de International Classification of Impairments, Disabilities and Handicaps (ICIDH 1990). Het algemene (en internationale) karakter van dit begrippen-instrument biedt een eerste mogelijkheid tot samenwerking tussen indicerende instellingen in de zin van afstemming van procedures en uitwisselbaar maken van rapportages en adviezen.
30
Verwacht wordt een uitspraak over de lichamelijke belasting (de sociaal adviseur beoordeelt de geestelijke en emotionele belasting) van aanvrager en de zijnen als gevolg van de gesignaleerde woonproblemen. Iedere rapportage wordt afgesloten met een conclusie en een (pré-)advies. De medisch adviseur rapporteert en brengt (pre-)advies uit over de medische noodzaak tot verhuizen: - er is geen sprake van ernstige woonproblemen, - er is sprake van een ernstige, maar niet levensbedreigende of levensontwrichtende woonsituatie, - er is sprake van een levensbedreigende of levensontwrichtende woonsituatie; de gewenste bereikbaarheid van de te verkrijgen woning. De sociaal adviseur rapporteert en brengt (pre-)advies uit over de sociale noodzaak tot verhuizen: - er is geen sprake van ernstige woonproblemen; - er is sprake van een ernstige, maar niet levensbedreigende of levensontwrichtende woonsituatie; - er is sprake van een levensbedreigende of levensontwrichtende woonsituatie; eigen schuld en toedoen; Wanneer de aanvrager van de voorrangsverklaring door eigen schuld of toedoen in de problematische woonsituatie terecht is gekomen, mag niet verwacht worden dat de Toetsingscommissie de voorrangspositie zal adviseren. Het is de taak van de sociaal (en evt. medische) rapporteur 'eigen schuld en toedoen' van de aanvrager duidelijk te verwoorden in de rapportage, waarbij rekening gehouden moet worden dat het oordeel en conclusies van de rapporteur in een juridische procedure staande moeten kunnen blijven. Een negatief (pre-)advies mag nooit plaatsvinden op basis van alleen dossieronderzoek. In alle gevallen zal voorafgaande aan de op te stellen medische en/of sociale rapportage sprake moeten zijn van een persoonlijk (telefonisch, spreekuur, huisbezoek) onderhoud door de rapporteur met de aanvrager. Wil men negatief adviseren dan zal de aanvrager zelf gehoord (en evt. bezocht) moeten worden. In het geval van de statushouder en noodopvangkandidaat wordt het contact met betrokkene 'gevoerd' door de instanties die de indiening van de aanvragen verzorgen. •
Aanvullende rapportages Indien er omstandigheden zijn (bijvoorbeeld door eigen schuld en toedoen van de aanvrager) die afbreuk doen aan de puur medische of sociale noodzaak tot verhuizen dan maakt de adviseur daarvan, afzonderlijk en zonder een oordeel te geven, melding.
Reacties op het woningaanbod in Haaglanden
In de aanvullende rapportage (al of niet van de sociaal rapporteur) op het medisch advies wordt ook ingegaan op de reacties op het woningaanbod in Haaglanden sinds het ontstaan van de woonproblemen van de aanvrager van de voorrang. Het weigeren van passende woningen dan wel het niet reageren op het beschikbaar gekomen woningaanbod in de periode vanaf het ontstaan van de woonproblemen tot het moment van aanvragen van de voorrangspositie en de periode van de beoordeling van de aanvraag zal de Toetsingscommissie bij haar oordeel betrekken.
31
2.2 Rapportages/adviezen van andere instanties Noodopvang De door burgemeester en wethouders daartoe bevoegd verklaarde instantie(s) is/zijn voor voorrang op basis van noodopvang de adviserende instantie(s) zoals bedoeld in art. 33, lid 4 van de Huisvestingsverordening. Zij advise(ren)ert de Toetsingscommissie. In beginsel is aanvullend onderzoek niet nodig. De door deze instantie(s) op te maken rapportages geven (naast naam en adres) in ieder geval antwoord op de volgende vragen, waarbij gebruik gemaakt wordt van de daarvoor per gemeente gebruikte formulieren. • • • • • • • •
wat is de samenstelling van het huishouden? wat was het vorige adres van het huishouden? sinds welke datum verblijft men in de noodopvang? om welke reden is men opgenomen in de noodopvang? indien het huishouden komt van buiten de stadsregio Haaglanden voldoet men dan aan de bindingseisen voor het aanvragen van de voorrang (economische of maatschappelijke binding of de uitzonderingen zoals genoemd in de Wet)? om welke reden kan het huishouden NIET terugkeren naar de gemeente waar zij vandaan kwam? waarom wil men per se in de regio Haaglanden wonen? is er sprake van (huur)schulden en zo ja zijn deze gesaneerd? is er sprake van lichamelijke beperkingen op grond waarvan medisch advies (t.b.v. bijvoorbeeld een laag of traploos te bereiken woning) ingewonnen dient te worden?
32
3. Beoordelen zoekprofiel aanleunwoning Voor de beoordeling of een oudere in aanmerking komt voor het zoekprofiel aanleunwoning wordt hieronder een korte uiteenzetting gegeven. Veel mensen (niet alleen ouderen) denken bij aanleunwoningen al snel aan “zorg2)”. Daar gaat het bij een aanleunwoning echter niet om. Een aanleunwoning biedt om een aantal redenen een gevoel van bescherming. Daarom spreken we over aanleunfuncties: 1. (afgeschermd) woongebouw, fysiek gekoppeld aan een verzorgingshuis en/of verpleeghuis. 2. aanwezigheid aan de instelling verbonden personeel 3. het kunnen leggen en onderhouden van contacten met leeftijdgenoten binnen de muren van het gebouw 4. recreatieve mogelijkheden 5. "sociale" (gezamenlijk met andere ouderen te nuttigen) maaltijden 6. aanwezigheid (para) medische voorzieningen 7. aanwezigheid winkeltje, kapper, pedicure 8. alarmering en achterwacht bij alarmering 9. sociale activering + ondersteuning (door huismeester of ander personeel) Genoemde aanleunfuncties komen tegemoet aan een aantal behoeftepatronen van ouderen: • behoefte aan veiligheid (zie functies 1 en 8) • behoeft aan zekerheid (zie functies 2, 6, 7 en 8) • behoefte aan contacten met leeftijdgenoten (zie functies 3, 4 en 5) • inactiviteit, behoefte aan ondersteuning (zie functies 2 en 9) • mobiliteit Mobiliteit Daarvan is niet alleen sprake wanneer de oudere letterlijk slecht ter been is, maar ook in geval van slechte longcapaciteit (longemfyseem bijv.) of evenwichtstoornis. Het moeten traplopen kan een belangrijke factor zijn bij problemen met mobiliteit en kan misschien opgelost worden met een voorziening op basis van de WMO of verhuizing naar een traploos te bereiken woning. Bij mobiliteit gaat het steeds om de aard en de mate van de lichamelijke stoornis. Bij de vier behoeftepatronen gaat het om de aarde en de mate van beperkingen en belemmeringen als gevolg van het mobiliteitsprobleem. Veiligheid Sociale veiligheid staat hier centraal er is bijvoorbeeld angst voor inbraak of omdat de directe woonomgeving sterk aan verandering onderhevig is. Ook de invloed van de media (krant, TV) c.q. de gebeurtenissen elders in het land of de wereld kunnen van invloed zijn op gevoelens van veiligheid. Is alleen “veiligheid” aan de orde dan kan aansluiting op een goed systeem van alarmering geadviseerd worden. Zekerheid Gevoelens van onzekerheid bij oudere mensen kunnen een rol spelen als zij te kampen hebben met medische klachten die onverwacht ongewisse gevolgen kunnen hebben, zoals hartklachten, evenwichtstoornissen, benauwdheden. Het gevoel, het idee dat er snel iemand te hulp kan schieten kan het gevoel van zekerheid weer doen toenemen. Ook in deze situatie kan aansluiting op een systeem van alarmering een goede oplossing betekenen en geadviseerd worden. 2
Zorg staat voor hulp op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), zoals hulp in de huishouding (Thuiszorg), tijdelijke intramurale dagverzorging of –verpleging of hulp bij bijvoorbeeld wassen en baden of aan- en uitkleden.
33
Contacten Contacten nemen voor ouder wordende mensen vaak af met het toenemen van de leeftijd. Bekenden komen te overlijden en anderen verhuizen. Kinderen gaan hun eigen gang, kleinkinderen ook enz. Net zoals na pensionering er een nieuw ritme gevonden moet worden geldt dit hier min of meer ook. Bij de een lukt dat beter dan bij de ander en kan afhangen van verdere persoonlijke omstandigheden. Al of niet met gebruikmaking van vervoersvoorzieningen voor ouderen, kunnen ouderen vrienden, kennissen of familie bezoeken of leeftijdgenoten in wijk- en dienstencentra of elders opzoeken. Inactiviteit Er kunnen verschillende redenen (in het verleden) zijn waarom bepaalde ouderen moeite hebben dagelijks de draad weer op te pakken. Soms simpelweg omdat zij de warmte van een ander om zich heen missen. In die gevallen kunnen regelmatige bezoeken aan de ouderen vanuit een vrijwilligers- of mantelzorgorganisatie een goede uitkomst bieden al of niet met regelmatige bezoeken aan een wijk- en dienstencentrum waar activiteiten voor ouderen worden georganiseerd. Wanneer zoekprofiel aanleunwoning? Het zoekprofiel aanleunwoning is pas van toepassing als er sprake is van een mobiliteitsprobleem in combinatie met twee of meer van de behoeftepatronen en een levensbedreigende of levensontwrichtende woonsituatie. Onderstaande voorbeelden lichten dat toe. Alle denkbare varianten over mobiliteit en de vier behoeftepatronen komen samen in een beslisboom. Indien de sociaal rapporteur bij het advies over voorrangsverklaring en zoekprofiel anders dan volgens hierboven genoemd stramien tot de conclusie komt dat een aanleunwoning de beste oplossing is zal dit goed gemotiveerd moeten worden. In alle gevallen dient een oordeel over voorrang en zoekprofiel tot stand te komen op basis van de principes van draagkracht en draaglast. Voorbeeld 1: Mevrouw X. heeft reumatische klachten en moeite met o.a. temperatuurswisselingen (binnen/buiten). Vanwege de klachten heeft ze een beperkte mobiliteit. Haar dochter doet in het weekend de boodschappen. Doorgaans is ze veel alleen terwijl ze sterk behoefte heeft aan contacten met leeftijdgenoten. • Mevrouw scoort op mobiliteit en de functies zekerheid en contacten • Conclusie: zoekprofiel aanleunwoning is van toepassing Voorbeeld 2: Mevrouw Y. heeft door slijtage aan heup en knieën moeite om zich over langere afstanden te verplaatsen. Ze woont nu ver van winkels en dat maakt haar afhankelijk. Betrokkene heeft zich altijd nogal afhankelijk opgesteld van haar partner, die 1½ jaar geleden overleden is. Betrokkene heeft behoefte aan contacten met leeftijdgenoten en soms een prikkel om zich tussen de mensen te begeven. • Mevrouw scoort op mobiliteit en de functies contacten en inactiviteit • Conclusie: zoekprofiel aanleunwoning is van toepassing Voorbeeld 3: Mevrouw Z. woont in een omgeving die de laatste jaren door herstructurering sterk is veranderd. Veel leeftijdgenoten/kennissen zijn vertrokken en ze voelt zich vaak eenzaam. Mevrouw zou meer onder de mensen willen zijn en heeft een redelijk goede gezondheid. Boodschappen doen en werkzaamheden in huis doet zij zelf, zij het met enige moeite. • Mevrouw scoort op contacten. • Conclusie: zoekprofiel aanleunwoning is niet van toepassing. • Alternatief advies: mevrouw is geadviseerd te reageren op seniorenwoningen en al of niet met gebruikmaking van de wijkbus contacten met ouderen op te zoeken in soos of wijk- en dienstencentrum.
34
Beslisboom voorrangsverklaring/zoekprofiel aanleunwoning
Veel moeite met lopen of evenwicht of met ademhalen
NEE
geen voorrangsverklaring met zoekprofiel aanleunwoning
JA
VOORAL moeite om woning in en uit te gaan
Kan de toegang van de woning worden
JA
NEE
Zijn er andere problemen?
JA
JA
Advies: Aanvraag woningaanpassing
NEE
NEE
Is verhuizen naar een seniorenwoning of een andere woning een optie?
JA
Spelen gevoelens van veiligheid een rol bij de wens om naar een aanleunwoning te verhuizen?
Advies: Zoek in de Woonk-
NEE
JA = V
Spelen gevoelens over de medische situatie een rol bij de wens om naar een aanleunwoning te verhuizen?
NEE
JA = Z Zijn er voldoende contacten met leeftijdgenoten, kennissen en familie?
JA
NEE = C
Is er voldoende initiatief of voldoende moed om de deur uit te gaan en contacten te leggen of te onderhouden met anderen?
NEE = I
Is één van de volgende lettercombinaties van toepassing?
VZ – VC – VI – ZC – ZI – CI Zo ja, dan zoekprofiel aanleunwoning
JA
35
4. Beoordelen verlenging voorrangsverklaring De verlenging van de voorrangsverklaring dient aangevraagd te worden binnen twee weken nadat de oude is verlopen. De verlenging wordt aangevraagd en ingenomen door een intaker van een van de corporaties of van de gemeente. De aanvrager ontvangt een van datum voorzien afschrift van zijn aanvraag als bewijs van indiening. Gebruik dient gemaakt te worden van het 'Formulier aanvraag verlenging voorrangsverklaring'. Dit is als bijlage 5 toegevoegd. Wordt de verlenging op een later moment aangevraagd dan zal dit beschouwd worden als een nieuwe aanvraag. In dat geval dienen procedure en formulieren als bij een eerste aanvraag gevolgd en gebruikt te worden. Ter voorbereiding op het door de Toetsingscommissie uit te brengen advies analyseert de intaker de reacties van de aanvrager op het beschikbaar gekomen en - de in het kader van het aanbodmodel - geadverteerde aanbod van woningen in de regio. De intaker gaat in op de motivering van de aanvrager van de verlenging en brengt vervolgens advies uit. Advies wordt gevraagd van de intaker omdat van hem/haar voldoende kennis van de woningmarkt verwacht wordt om daarover een oordeel te geven. De voorrangsverklaring heeft een regionale kracht van werking. Degene die een voorrangspositie heeft verkregen zal ook moeten reageren op de woningen die elders in de regio (dus niet alleen in de eigen gemeente) worden aangeboden, indien het voor hem noodzakelijke woningaanbod in de eigen gemeente binnen de voorrangstermijn niet beschikbaar komt. Op grond van de Huisvestingsverordening moet de aanvrager van de verlenging aantonen dat in de regio voor hem geen passend woningaanbod is geadverteerd in de periode dat hij een voorrangspositie had. Ook is het mogelijk dat er wél passend aanbod is geadverteerd, maar dat de aanvrager van de verlenging, na het reageren, het de betreffende woonruimte niet aangeboden heeft gekregen. Wanneer de aanvrager (in het geheel) niet heeft gereageerd op het in de voorrangsperiode beschikbaar gekomen passende woningaanbod en daarvoor geen juridisch houdbaar excuus heeft (bijvoorbeeld ernstige ziekte of ongeval) dan zal de voorrangspositie niet worden verlengd. Bij de analyse van de reacties op het aanbodmodel wordt rekening gehouden met de volgende aspecten: • zoekprofiel (staat genoemd in advies Toetsingscommissie en beschikking) • (evt.) bereikbaarheidsadvies (staat genoemd in advies Toetsingscommissie) • voorrangsperiode • huishoudensamenstelling en -grootte (bijv: m/v/2k) • leeftijd aanvrager • huishoudinkomen TE ONDERZOEKEN: • alle woningen in de regio vallend binnen het zoekprofiel • adres • type • aantal kamers • huurprijs • bijzonderheden • voorwaarden (personen, inkomen) • kandidaten met voorrang die op de woningen hebben gereageerd (+ einddatum voorrang)
Aangezien degene die een negatieve beslissing op zijn verzoek tot verlenging van de voorrangspositie in bezwaar kan gaan is het van belang dat de analyse van het reactiepatroon van de aanvrager goed gefundeerd is. In het kader van beroep en bezwaar zullen de in de linkerkolom genoemde gegevens in ieder geval getoond moeten kunnen worden. Hiervoor zal dan gebruik gemaakt worden van de gegevens uit het WMS-systeem die per kwartaal opgeslagen worden.
36
Positief en negatief advies betreffende de verlenging van de voorrangspositie worden voor advies voorgelegd aan de Toetsingscommissie. De voorbereiding is in handen van de sociaal/medisch rapporteurs. Aan een negatief advies ligt een deugdelijke sociale en of medische motivering ten grondslag. Wijziging zoekprofiel Ook wanneer het noodzakelijk lijkt het zoekprofiel te wijzigen wordt de aanvraag voor advies voorgelegd aan de Toetsingscommissie. Weigering van een passende woningaanbieding Wanneer woningen geweigerd zijn die voldoen aan het eventuele advies over (de medisch noodzakelijke) bereikbaarheid van de woning en passend zijn conform de passendheidscriteria van de Huisvestingsverordening zal de voorrangspositie niet worden verlengd. Het oordeel om afwijzend te beschikken op een verzoek tot verlenging van een voorrangsverklaring moet op goede gronden tot stand te zijn gekomen. Weigeringen van passende woonruimte moeten dan ook goed gedocumenteerd worden. Een zorgvuldige procedure bij het aanbieden van woningen is van groot belang om te voorkomen dat een aanbieding terecht wordt geweigerd. Bij het aanbieden van een woning zullen in ieder geval de volgende zaken voor de kandidaat-huurder duidelijk moeten zijn: • het exacte adres • de grootte van de woning • hoe de woning te bereiken is (met of zonder trap/lift, enkele treden) • de (subsidiabele) huur van de woning en de evt. servicekosten Woningweigeringen vanwege onvoldoende ruimte voor een scootmobiel (of ander invalidenvoertuig) zijn ontvankelijk om aangemerkt te worden als terechte weigeringen. Weigering door grote huishoudens De weigering, door een groot huishouden (ouder(s) met minimaal vier kinderen) met een voorrangspositie, van een woning die niet voldoet aan de definitie van grote woning (80 m2 woonoppervlakte / 5 of meer kamers) is altijd terecht en wordt het betreffende huishouden niet aangerekend.
37
Bijlage 1: Formulier aanvraag voorrangsverklaring
Aanvraag voorrangsverklaring artikel 32, eerste lid, Regionale Huisvestingsverordening stadsgewest Haaglanden 2005 Binnen de stadsregio Haaglanden werken de volgende gemeenten samen op het gebied van de woonruimteverdeling: Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer. Het aanvragen van een voorrangsverklaring houdt geen toezegging in dat de voorrangsverklaring ook wordt verleend. Informeer vooraf [bij een woningbouwcorporatie of bij de gemeente van aanvraag] naar de mogelijkheid om in uw situatie een voorrangsverklaring te ontvangen. Onvolledig ingevulde formulieren worden niet in behandeling genomen. [Datum binnenkomst:
_ ................................................................................................................ ]
[Registratie- of dossiernummer:
_ ................................................................................................................ ]
1. Gegevens van de aanvrager a
naam en voorletters, 1e voornaam voluit _ ..........................................................................................................
M
V
Gehuwde vrouwen en weduwen moeten (ook) hun meisjesnaam vermelden. b
[geboorteland] en nationaliteit
[land ………………………]
c
straat en huisnummer ……………………………………………………..……................................. postcode en woonplaats
nationaliteit …………………………. ....
……………………………………………………………………………..
d
woont op dit adres sinds (datum) ………………………………………………………………………………... ....................................................................
e
telefoon (overdag) …………………………………………………………………………………
[f] correspondentieadres (1c invullen) ………………………………………………………………………………… [g]
geheim adres (1c niet invullen) …………………………………………………………………………………
2. Gegevens van de meeverhuizende partner van aanvrager (indien van toepassing) a
naam en voorletters, 1e voornaam voluit _ ..........................................................................................................
M
V
Gehuwde vrouwen en weduwen moeten (ook) hun meisjesnaam vermelden. b
[geboorteland] en nationaliteit
[land ………………………] nationaliteit ..........................................................
c
straat en huisnummer
…………………………………………………… ......…….................................
postcode en woonplaats
………………………………………………………… ....……………………...
d
woont op dit adres sinds (datum)
………………………………………………………… ....……………………...
e
telefoon (overdag)
………………………………………………………………………… ...………
(Verder op bladzijde 2)
Ondertekening De aanvrager verklaart dat de op dit aanvraagformulier en de op de bijlage(n) vermelde gegevens juist en naar waarheid zijn ingevuld. Ondergetekende (aanvrager) geeft toestemming aan de bij vraag 6 ingevulde huisarts en/of instantie(s) om inlichtingen te verstrekken aan de instantie die advies uitbrengt aan burgemeester en wethouders over het verstrekken van een voorrangsverklaring. Plaats ……………………………………… Datum …………………………………
Handtekening aanvrager……………………………….........
FVOVE2005/1
38
3. Gegevens over de samenstelling van het huishouden en inkomen Het inkomen van inwonende kinderen jonger dan 27 jaar is niet van belang en hoeft niet te worden meegeteld in het totale huishoudeninkomen onder 3d. a
b
Aanvrager geboortedatum
_ ............................................................................................................
(belastbaar) jaarinkomen
_ € ....................................................................................................(+)
Partner (indien van toepassing) geboortedatum
_ ............................................................................................................
(belastbaar) jaarinkomen
_ € ....................................................................................................(+)
c
Overige leden huishouden (voor zover van toepassing)
1)
naam en voorletters
_ ............................................................................................................
relatie tot aanvrager
kind
overig, nl.: _ .........................................................................
geboortedatum
_ ..........................................................................................
M
V
straat en huisnummer
_ ............................................................................................................
(belastbaar) jaarinkomen
_ € ....................................................................................................(+)
naam en voorletters
_ ............................................................................................................
relatie tot aanvrager
kind
overig, nl.: _ .........................................................................
geboortedatum
_ ..........................................................................................
M
V
straat en huisnummer
_ ............................................................................................................
(belastbaar) jaarinkomen
_ € ....................................................................................................(+)
naam en voorletters
_ ............................................................................................................
relatie tot aanvrager
kind
overig, nl.: _ .........................................................................
geboortedatum
_ ..........................................................................................
M
V
straat en huisnummer
_ ............................................................................................................
(belastbaar) jaarinkomen
_ € ....................................................................................................(+)
naam en voorletters
_ ............................................................................................................
relatie tot aanvrager
kind
overig, nl.: _ .........................................................................
geboortedatum
_ ..........................................................................................
M
V
straat en huisnummer
_ ............................................................................................................
(belastbaar) jaarinkomen
_ € ....................................................................................................(+)
naam en voorletters
_ ............................................................................................................
relatie tot aanvrager
kind
overig, nl.: _ .........................................................................
geboortedatum
_ ..........................................................................................
M
V
straat en huisnummer
_ ............................................................................................................
(belastbaar) jaarinkomen
_ € ....................................................................................................(+)
naam en voorletters
_ ............................................................................................................
relatie tot aanvrager
kind
overig, nl.: _ .........................................................................
geboortedatum
_ ...........................................................................................
M
V
straat en huisnummer
_ ............................................................................................................
(belastbaar) jaarinkomen
_ € ....................................................................................................(+)
Totaal belastbaar jaarinkomen
_ € ....................................................................................................(=)
2)
3)
4)
5)
6)
d
[e] eventueel eigen vermogen
_ € .........................................................................................................
FVOVE2005/2
39
4. Gegevens over eerdere aanvraag a heeft u al eerder een voorrangsverklaring
nee (verder bij 5)
ja,
aangevraagd in de stadsregio Haaglanden? Zo ja, wanneer/bij welke gemeente? . b
is de voorrangsverklaring verleend?
……………………………………………………………………..
nee
ja
5. Gegevens over de huidige woonsituatie a
aanvrager is:
starter (verder bij 6)
doorstromer,
Een doorstromer beschikt over zelfstandige woonruimte en laat deze leeg achter voor verkoop of verhuur. Een starter beschikt niet over zelfstandige woonruimte. b
c
huidig woningtype
hoe is de woning te bereiken?
eengezinswoning
flat met of zonder lift
benedenwoning
bovenmaisonnette
bovenwoning
benedenmaisonnette
portiekwoning
HAT-eenheid
aanleunwoning
senioren- of ouderenwoning
andere, nl.:
_.......................................................................
met maximaal 6 treden
met trappen (hoger dan 6 treden)
met lift (Meer dan één antwoord is mogelijk)
d
aantal kamers/woonoppervlakte
_ . . . . . kamers
_ . . . . . m2
e
woonlaag
begane grond
_ . . . . . e etage
f
soort woning
particuliere huurwoning
sociale huurwoning (woningbouwcorporatie)
koopwoning
g
ontvangt u woonkostentoeslag
nee.
ja, € ………………per maand
Woonkostentoeslag is niet hetzelfde als huurtoeslag. Als u huurtoeslag ontvangt, kunt u deze vraag met 'nee' beantwoorden.
6. Gegevens over de reden van de aanvraag a
motivering van de aanvraag om voorrang: _......................................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................................
Het is noodzakelijk dat u hier zelf aangeeft waarom u meent voor voorrang in aanmerking te komen.
FVOVE2005/3
40
b is ondergetekende (aanvrager) vanwege de onder 5a beschreven (nood-)situatie in behandeling bij een huisarts, specialist of een instantie op het gebied van gezondheidszorg of maatschappelijke dienstverlening? naam huisarts
…………………………………………………………….
adres
…………………………………………………………….
postcode en woonplaats
…………………………………………………………….
behandelende instantie
…………………………………………………………….
adres
…………………………………………………………….
postcode en woonplaats
…………………………………………………………….
7. Bijlagen behorend bij deze aanvraag -
afschrift van een geldig legitimatiebewijs;
-
als u niet de Nederlandse nationaliteit heeft: een afschrift van een geldig verblijfsdocument;
-
[als u niet in deze gemeente woonachtig bent:] een recent uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie van aanvrager en alle meeverhuizende personen waaruit de gezinssamenstelling blijkt;
-
kopie van de voorlopige voorziening bij echtscheiding of een andere rechtsgeldig document waarin de zorgplicht geregeld is;
-
de meest recente aanslag inkomstenbelasting danwel jaaropgave(n) danwel inkomensspecificatie(s) van de werkgever, uitkeringsinstantie of pensioeninstantie, zowel van de aanvrager als van meeverhuizende personen;
-
een kopie van de laatste loonstrook, zowel van de aanvrager als van meeverhuizende personen
-
andere bijlage(n), namelijk: _......................................................................................................................................................................................... _.........................................................................................................................................................................................
totaal aantal bijlagen _ . . . . .
Heeft u het formulier ondertekend? Zie "Ondertekening" onderaan bladzijde 1.
FVOVE2005/4
41
Bijlage 2: Formulier aanvraag medische voorrangsverklaring Aanvraagformulier voorrangsverklaring om medische redenen registratienummer WMS: ………………………………………….. naam aanvrager: adres aanvrager:
Dit formulier toevoegen aan de aanvraag om een voorrangsverklaring!! De medische redenen gaan over mijzelf een ander lid van mijn huishouden, namelijk: (naam, geboortedatum) (naam, geboortedatum)
Vul hierna steeds de vragen in voor degene(n) die medische klachten heeft (hebben)! Schrijf in het kort, per persoon, op wat de medische problemen in verband met de woning zijn: Sinds wanneer zijn er medische klachten? Worden er speciale hulpmiddelen gebruikt voor het lopen of verplaatsen?
ja / nee
Zo ja, welke? Kan degene met medische klachten het spreekuur van de GGD-arts bezoeken? Wie is de huisarts?
telefoon:
Wie is (eventueel) de behandelend specialist? Adres specialist?
telefoon:
Is er voor het medische probleem al eerder een medische beoordeling gevraagd? Nee ja, in verband met een aanvraag om een voorrangsverklaring datum: ………………………….
FVOVE2005/1
ja / nee
42
ja, in verband met een aanvraag om woningaanpassing of verhuiskostenvergoeding datum: ……………………………… Moeten er trappen gelopen worden om de huidige woning te bereiken?
ja / nee
Moet er binnenshuis een trap gelopen worden naar de slaapkamer(s) ?
ja / nee
Moet er binnenshuis een trap gelopen worden naar badkamer of toilet?
ja / nee
Zijn er in de woning al aanpassingen aangebracht? Zo ja, welke?
ja / nee
Krijgt degene met de medische klachten hulp bij lichamelijke en huishoudelijke verzorging? Nee ja, van familie en/of anderen op welke manier? ja, van thuiszorg op welke manier?
Uw toestemming
Voor het gebruik van de door u ingevulde gegevens is uw toestemming nodig. Ik ga akkoord dat ten behoeve van de behandeling van mijn aanvraag om een voorrangsverklaring de hierboven genoemde gegevens en de gegevens die na onderzoek door de GGD/Indicatiebureau in het medisch advies zijn opgenomen te verstrekken aan de afdeling aan de Toetsingscommissie. 1. Ik ga akkoord dat, voor zover dat nodig is, mijn huisarts en eventueel de behandelend specialist benaderd worden voor aanvullende informatie. 2. Ik ga akkoord het door de GGD-arts op te stellen medisch advies te gebruiken bij de beoordeling van een eventueel door mij in te dienen aanvraag om verhuiskostenvergoeding op grond van de Wet maatschappelijke ontwikkeling. 3. Ik ga akkoord (voor zover van toepassing) het medisch advies, dat is opgemaakt ten behoeve van de aanvraag voor verhuiskostenvergoeding en/of aanpassing van de (toekomstige) woning op grond van de Wet maatschappelijke ontwikkeling, te gebruiken ten behoeve van de beoordeling van de medische aspecten van de aanvraag om een voorrangsverklaring. Ik verklaar tevens dat de op dit formulier vermelde gegevens juist en naar waarheid zijn ingevuld. Handtekening
Datum
FVOVE2005/2
43
Bijlage 3: Formulier medische rapportage MEDISCHE RAPPORTAGE T.B.V. AANVRAAG VOORRANG WOONRUIMTE Naam: Adres:
reg.-nr: geb. datum:
Naam partner: Aantal kinderen:
geb. datum:
Bevindingen
Conclusie en advies:
Medisch gezien is: er geen sprake van ernstige woonproblemen er sprake van een ernstige, maar niet levensbedreigende- of ontwrichtende woonsituatie er sprake van een levensbedreigende of levensontwrichtende woonsituatie Medische noodzakelijke bereikbaarheid: traploos (geen lift), gelijkvloers obstakelvrij te maken woning (zonder lift) traploos of met lift, gelijkvloers obstakelvrij te maken woning maximaal acht treden (evt. met lift), gelijkvloers maximaal eerste etage rolstoelwoning goed te saneren woning (cara) Het advies is tot stand gekomen mede op basis van huisbezoek d.d. overleg huisarts medisch advies Wmo d.d. overleg andere deskundigen, nl. .......... Opgemaakt door Datum Telefoon
bezoek op spreekuur d.d. overleg specialist dossier onderzoek
…………………………………………. …………………………………………. ………………………………………….
FVOVE2005
44
Bijlage 4: Formulier sociale rapportage SOCIALE RAPPORTAGE T.B.V. AANVRAAG VOORRANG WOONRUIMTE Naam: Adres:
reg.-nr: geb. datum:
Naam partner: Aantal kinderen:
geb. datum:
Bevindingen:
Conclusie en advies:
Sociaal gezien is er geen sprake van ernstige woonproblemen er geen sprake van ernstige woonproblemen er sprake van een ernstige, maar niet levensbedreigende of levensontwrichtende woonsituatie er sprake van een levensbedreigende of levensontwrichtende woonsituatie Het
advies is tot stand gekomen mede op basis van huisbezoek d.d. bezoekspreekuur d.d. telefonisch contact contact met derden, nl. .......... (schriftelijk/mondeling)
Opgemaakt door Datum
Telefoon
………………………………………… …………………………………………
……………………………………
FVOVE2005
45
Bijlage 5: Formulier aanvraag verlenging voorrangsverklaring registratienummer: Het verzoek om verlenging van de voorrangsverklaring dient uiterlijk gedaan te worden 14 dagen nadat de voorrangstermijn van rechtswege is vervallen. Bij het inleveren van het formulier dient u een geldig legitimatiebewijs te tonen (paspoort of rijbewijs of identificatiekaart) en de beschikking en het advies van de Toetsingscommissie betreffende de toegekende voorrangspositie mee te brengen. Gegevens van de (voormalige) houder van de voorrangsverklaring Naam, eerste voornaam (voluit), overige voorletters
voorvoegsels
----------------------------------------------------------------
------------------
Adres
geboortedatum
----------------------------------------------------------------
-------------------
Postcode en woonplaats
telefoon thuis/privé
----------------------------------------------------------------
-------------------
Evt. correspondentie-adres
geslacht man; vrouw
---------------------------------------------------------------Evt. geheim adres _____________________________________________ Is er sprake van wijziging van de (woon)omstandigheden? Motivering door aanvrager:
nee; ja
Ondertekening aanvrager Datum Handtekening
Gegevens in te vullen door intaker corporatie Datum (beschikking) voorrangsverklaring Datum ingang voorrangspositie Datum einde voorrangspositie
: -----------------------: -----------------------: ------------------------
Toegekende zoekprofiel*
A
Evt. medisch bereikbaarheidsadvies
: ------------------------
datum intake verlenging
plaats van het gesprek
B
C
D
E
naam medewerker
* omcirkelen hetgeen van toepassing is (A en B in combinatie met medisch bereikbaarheidsadvies)
FVOVE2005/1
46
Gegevens in te vullen door intaker corporatie Beoordeling reacties aanbodmodel aantal in de regio binnen het zoekprofiel en de voorrangstermijn beschikbaar gekomen woningen
:
aantal goede reacties
:
aantal foute reacties
:
evt. aantal geweigerde passende woningaanbiedingen
:
is er aanleiding het zoekprofiel te wijzigen
nee; ja
conclusies:
preadvies intaker:
Opmerkingen, nadere motivering secretariaat Toetsingscommissie
Gegevens in te vullen door secretariaat Toetsingscommissie datum behandeling door Toetsingscommissie: ADVIES: • verlenging akkoord
nee; ja
• zoekprofiel wijzigen
nee; ja
FVOVE2005/2