Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân Vastgesteld door het college van Gedeputeerde Staten van Fryslân 30 november 2010
30 november 2010
Inhoud
HOOFDSTUK 1
Wat is er gebeurd in 2010
3
HOOFDSTUK 2
2012: Het perspectief
7
HOOFDSTUK 3 De acties voor 2011 Invoering van het Centrum voor Jeugd en Gezin Snellere ketens De zorg die werkt Minder bureaucratie Een nieuw financieel kader Cliëntenbeleid
11 11 14 16 20 22 23
HOOFDSTUK 4 Financiën Financiële verantwoording 2009 Budgetteringsdeel voor t-1 en t Kwalitatieve beschrijving gesubsidieerde activiteiten
25 26 30 35
Leeswijzer De basis voor dit Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 is het provinciale Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 en het Addendum Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 waarin de hoofdlijnen van het beleid voor deze periode zijn vastgelegd. Dit Uitvoeringsprogramma is een vervolg op het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2010.
2 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
HOOFDSTUK
1
Wat is er gebeurd in 2010
De vraag naar jeugdzorg in 2010 Om een indicatie te geven van de vraag naar provinciale jeugdzorg wordt - conform het Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 - gekeken naar het aantal meldingen bij het Advies- en Meldpunt kindermishandeling (AMK) en de instroom bij Stichting Jeugdhulp Friesland. In onderstaande tabellen staan de gegevens tot en met het 2e kwartaal 2010. Aantal minderjarigen gemeld bij AMK, bron IKP Jeugd
Instroom Jeugdhulp Friesland, bron IKP Jeugd
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 3
Uit de tabel blijkt dat de instroom in de jeugdzorg stabiliseert en nog boven het niveau van voorgaande jaren ligt. Het aantal meldingen bij het AMK is licht gestegen en is gelijk aan het niveau van 2e kwartaal 2009. De wachtlijsten in de jeugdzorg die langer dan 9 weken moeten wachten op jeugdzorg staat per 1 juli 2010 op 18. De provincie is alert op het voorkomen van wachtlijsten en de doelstelling is dat de wachtlijst op nul staat. Een (lage) wachtlijst wordt acceptabel geacht, mits blijkt dat het verantwoord is dat de betreffende jongeren langer dan 9 weken wachten. Dit is conform de afspraken binnen het Afsprakenkader jeugdzorg 2010-2011 tussen het Rijk en het Interprovinciaal overleg (IPO). De landelijke prognose is een stijging van de wachtlijsten. Een relatie wordt gelegd met het feit dat de doeluitkering niet evenredig meegroeit met de stijging in de vraag naar jeugdzorg. De verwachting is wel dat dit op termijn zal gebeuren.
Afsprakenkader jeugdzorg 2010-2011 Op 11 november 2009 is er tussen de voormalig minister voor Jeugd en Gezin en het IPO het Afsprakenkader jeugdzorg 2010-2011 overeengekomen over de aanpak en financiering van de jeugdzorg in 2010 en 2011. Doel van het Afsprakenkader is om in 2010 en 2011 de groeiende instroom in de geïndiceerde jeugdzorg te verminderen. Op langere termijn wordt gestreefd naar een daling van de vraag naar geïndiceerde zorg. Dit vraagt gezien de huidige beperkte financieel-economische omstandigheden een kanteling in de aanpak. Sleutelwoorden in deze trendbreuk in de zorg voor jeugd zijn onder meer: • Jeugdige/ gezin meer centraal; • Hulp rondom jeugdige/gezin organiseren als doorgaande lijn; • Eigen kracht jeugdige/ gezin versterken; • Inzet hulp die het best en het snelst werkt voor de cliënt; • Andere cultuur op de werkvloer met meer ruimte voor professionals; • Provincies en gemeenten hebben hierin eigen taak. In dit kader zijn er kwalitatieve en kwantitatieve afspraken gemaakt. In de bijlage volgt een rapportage over de uitvoering van het Afsprakenkader. Dit is conform de afspraak met het programmaministerie van Jeugd en Gezin.
Woodbrookers officieel geopend Het behandelcentrum Woodbrookers is op 24 juni 2010 officieel geopend door voormalig minister Rouvoet. Woodbrookers is een nieuw behandelcentrum in Kortehemmen bij Drachten en is een initiatief van Stichting Jeugdhulp Friesland en het Poortje Jeugdinrichtingen. Woodbrookers is een besloten en half open behandelvoorziening voor jongeren in Friesland met een meervoudige gedrags- of psychiatrische problematiek van 12 – 18 jaar. Het behandelcentrum is vanaf januari 2010 operationeel en is specifiek bedoeld voor Friese jongeren die anders buiten de provincie jeugdzorg zouden ontvangen of met een te complexe problematiek in andere jeugdvoorzieningen in Fryslân zouden verblijven.
4 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
Medisch Orthopedagogische Dagbehandeling (MOD) Dokkum De provincie Fryslân, de gemeente Dongeradeel en Stichting Jeugdhulp Friesland hebben gezamenlijk geïnvesteerd om in Dokkum een MOD te openen. Op 17 november 2009 is deze voorziening tijdelijk gehuisvest in de voormalige school van het AZC in Dokkum. Het is de bedoeling dat de MOD over anderhalf tot twee jaar definitief wordt gevestigd naast het politiebureau in Dokkum. Hiermee is de doelstelling bereikt om zorgaanbod in Noordoost-Fryslân te realiseren en is een ‘witte’ vlek in de keten van jeugdzorg in Noordoost-Fryslân ingevuld.
Projectplan Vlielandgroep: ‘Versterkt naar verbinding. Kiezen voor jeugd: van dromen, naar durven naar doen’. In januari 2010 is op uitnodiging van de provincie een aantal spelers in het veld van de jeugdzorg in Fryslân bij elkaar geweest. Tijdens deze tweedaagse conferentie op Vlieland hebben Bureau Jeugdzorg Friesland, CIZ, GGZ Friesland-Kinnik, Stichting Jeugdhulp Friesland, Zorgverzekeraar en Zorgkantoor De Friesland, de gemeente Leeuwarden, MEE Friesland, Talant en Tjallingahiem (1e en 2e lijns ketenpartners) geformuleerd wat zij in de keten van jeugdzorg graag willen verbeteren ten gunste van de cliënt. Het gewenste en na te streven beeld van de keten van jeugdzorg in Fryslân is: ‘het kind en gezinssysteem ontvangen na de eerste melding tijdig de juiste hulp en zorg, waar nodig integraal en met continuïteit in de begeleiding. Altijd zonder belasting van de cliënt door het herhaald verstrekken van dezelfde informatie. Alle betrokken partijen zijn gecommitteerd aan het inzetten van het continuüm van hulp en zorg. Het kind en gezinssysteem staan centraal. Daarbij wordt toegewerkt naar het zoveel mogelijk weer in eigen kracht en regie zetten van ouders en kind’. In juni 2010 is een projectplan vastgesteld met hierin voorstellen voor de uitvoering van pilots. In het najaar van 2010 worden twee pilots voorbereid die in 2011 zouden kunnen starten. Dit project is een onderdeel van het experiment Frieslab. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de provincie Fryslân, de Friese gemeenten en de Friesland Zorgverzekeraar proberen met dit experiment knelpunten in de zorg en dienstverlening te signaleren, te analyseren en te zoeken naar oplossingen. Het gaat hierbij om de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de Wet op de jeugdzorg (Wjz) en de Wet publieke gezondheid (Wpg).
Ontwikkelingen jeugdzorg Evaluatie Wet op de jeugdzorg In opdracht van het ministerie van VWS en Justitie heeft BMC een evaluatie uitgevoerd naar de Wet op de jeugdzorg (Wjz). Deze wet is in 2005 van kracht geworden met als doel een meer cliëntgerichte en samenhangende jeugdzorg. De onderzoekers concluderen in hun eindrapport (november 2009) dat er geen fundamentele knelpunten naar voren zijn gekomen, die om een aanpassing van de Wjz
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 5
vragen. Wel is een aantal knelpunten geconstateerd zoals de wacht- en doorlooptijden, het zicht op effectieve methoden, en het contact tussen bureau jeugdzorg en de voorliggende voorzieningen waaronder de jeugdgezondheidszorg. Er zijn vijftien aanbevelingen gedaan waaronder: het doorontwikkelen van de indicatiestelling jeugdzorg, nader onderzoek over de financiering, betere ordening van lokaal aanbod en het ontwikkelen van coördinatie van zorg voor multi-problemgezinnen. Kabinetsvisie op de toekomst van de zorg voor jeugd Het (demissionair) kabinet heeft in april 2010 een visie opgesteld over de toekomst van de zorg voor jeugd. Centraal in deze visie staat het ondersteunen van ouders en kinderen om gezond en veilig op te kunnen voeden en op te groeien. Kernwoorden hierbij zijn: versterken van eigen kracht, meer ondersteuning van ouders, zorg van hoge kwaliteit die snel en dichtbij beschikbaar is en eenvoudige bestuurlijke verantwoordelijkheid. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) wordt in de visie van het (demissionair) kabinet de spil van alle hulp en zorg voor jeugd. Antwoorden op opvoedvragen en lichte hulp biedt het CJG. Voor zwaardere zorg schakelt het CJG specialisten in, bijvoorbeeld vanuit instellingen voor jeugdzorg of de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Het gedwongen kader (gezinsvoogdij en jeugdreclassering) gaat niet naar het CJG om het laagdrempelige karakter te behouden. Het kabinet heeft deze visie gepresenteerd, zodat het volgende kabinet en de nieuwe Tweede Kamer erover kunnen beschikken bij het nemen van besluiten.
Werkgroep toekomstverkenning Jeugdzorg: ‘Jeugdzorg dichterbij’ In mei 2010 heeft de parlementaire werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg haar rapport ‘Jeugdzorg dichterbij’ gepresenteerd. De werkgroep heeft onderzoek gedaan naar de brede problematiek van de jeugdzorg en heeft zich ingespannen om een analyse te maken van de oorzaken van de problemen in de jeugdzorg. Alsook te komen tot een gezamenlijke visie op verbeteringen in de jeugdzorg. Belangrijke bevindingen van de werkgroep zijn bijvoorbeeld: een steeds geringere acceptatie van risico’s en afwijkend gedrag van jongeren door de samenleving en ouders, de wens voor één financieringsstroom voor het huidige preventieve beleid, de vrijwillige provinciale jeugdzorg, de jeugd LVG en jeugd GGZ, de twijfels over nut en noodzaak van indicatiestellingen, gezinnen en omgeving moeten beter in staat worden gesteld problemen op te lossen door laagdrempelige hulp en advies, ook voor lichtere vormen van jeugdhulpverlening, inclusief jeugd LVG en jeugd GGZ.
6 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
HOOFDSTUK
2
2012: Het perspectief (uit Beleidskader Jeugdzorg 2009-2012)
Inleiding De provincie Fryslân vindt kwaliteitsverbetering en het maken van efficiencyslagen zeer belangrijk. Dit impliceert dat de provincie continue kritisch kijkt naar welke verbeterslagen in het belang van de hulp aan de jeugdige/ het gezin in de keten van de jeugdzorg mogelijk zijn. Deze verbeterslagen hebben als doel dat de hulp snel beschikbaar is, dichtbij huis gegeven kan worden en organisch rond het kind/ gezin georganiseerd wordt, waardoor de jeugdige zo lang mogelijk thuis kan blijven wonen. Hulp vanuit de 1e en 2e lijn dient naadloos in elkaar over te gaan, waarbij geldstromen efficiënt worden ingezet. Partijen zijn zelf verantwoordelijk voor de financiering van hun eigen deel. Lichte vormen van hulp dienen zo snel mogelijk gegeven (te kunnen) worden. De CJG’s kunnen hierin een rol spelen. De provincie wil met de schaarse financiële middelen de hulp zo efficiënt en integraal mogelijk regelen. Centraal hierbij staat de behoefte aan hulp van het kind/ gezin en welke organisatie deze hulp het beste kan leveren. Uitgangspunt is niet het stelsel en/of de structuur. Deze zijn volgend op de behoefte van de jeugdige/ het gezin.
Accentverschuiving Met de ontwikkeling van Jong in Fryslân (JIF) zijn de eerste stappen gezet op het versterken van de structuur in de keten van jeugdzorg tussen gemeenten en de geïndiceerde jeugdzorg. Door het inzetten op de koersaccenten CJG (2009-2010) is er een stevige stap voorwaarts gezet in het faciliteren en ondersteunen van gemeenten op de inhoudelijke ontwikkeling van CJG’s. Zo is er een convenant met alle Friese gemeenten opgesteld over een eenduidig basismodel CJG en worden de Verwijsindex en de methodiek Triple P provinciaal ingevoerd. Ook is de deskundigheidsbevordering in de 1e lijn (kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en basisonderwijs) in het signaleren van kindermishandeling gestimuleerd.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 7
De volgende stap is dat de CJG’s meer regie nemen op cliëntniveau, zodanig dat de geïndiceerde jeugdzorg daar op kan aansluiten en zodra dat mogelijk is de regie ook weer kunnen terugleggen bij het CJG. Dit betekent dat de provincie meer gaat faciliteren en stimuleren dat de CJG’s deze regierol op cliëntniveau kunnen uitvoeren en dat de geïndiceerde jeugdzorg haar deskundigheid met de CJG’s gaat delen. Een andere stap is dat er betere afstemming komt tussen het aanbod in de CJG’s (veelal begeleiding en licht ambulante hulp) en het specialistische aanbod in de 2e lijn. Een belangrijk onderdeel in het proces om de CJG’s meer regie op cliëntniveau te geven, is het creëren van randvoorwaarden waardoor op termijn taken mogelijk kunnen verschuiven van de 2e naar de 1e lijn. Een rol voor de provincie in dit traject wordt het objectiveren van beleidsinformatie en onderzoeksgegevens om binnen de 1e en 2e lijns zorg inzicht te krijgen in de problematiek, het gewenste aanbod en de gewenste afstemming tussen zorgprogramma’s in de 1e en 2e lijn. Dit wel met behoud van de wettelijke verantwoordelijkheid voor de geïndiceerde jeugdzorg. Dit zou vorm kunnen krijgen in een expertisecentrum, bijvoorbeeld gekoppeld aan het Informatie- en Kennispunt (IKP) Jeugd en Gezin. Het expertisecentrum richt zich op het bundelen en verwerken van informatie voor het opstellen van beleid. Deze ontwikkeling zou op termijn kunnen leiden tot een verschuiving van taken van de 2e naar de 1e lijn, mocht aantoonbaar blijken dat de randvoorwaarden hiervoor aanwezig zijn. Met het projectplan ‘Vlielandgroep’ en onze inzet op de aansluiting tussen CJG’s en Bureau Jeugdzorg Friesland is er al een stap gezet naar het snel, dichtbij huis en organisch organiseren van hulp. Het Afsprakenkader past ook binnen de ingezette ontwikkeling en biedt voldoende ruimte om onze visie en missie vorm te blijven geven.
Visie en missie Onze visie en missie is: “Jeugdigen in Fryslân groeien in een goede en veilige leef- en leeromgeving op tot sociale en zelfredzame burgers”. Genoemde visie staat in het Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 en is ook zo beschreven in de Friese Sociale Agenda 2008 – 2011. Specifiek voor die groep jeugdigen en hun omgeving die extra ‘zorg’ nodig hebben levert de jeugdzorg een bijdrage aan deze overstijgende visie. Zorg die gericht moet zijn op het perspectief om te kunnen leven en leren en uiteindelijk een plek te vinden in deze maatschappij. Als missie voor de provinciale jeugdzorg wordt aangehaakt bij de landelijk omschreven missie in het kader van de prestatie-indicatoren in de jeugdzorg: “Belemmeringen (risico’s en problemen) in de ontwikkeling van jeugdigen en hun opvoeding oplossen, verminderen of compenseren, zodat een gezonde, evenwichtige uitgroei van jeugdigen tot volwassen plaatsvindt, die zij zelfstandig of met steun van basisvoorzieningen kunnen volbrengen”.
8 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
De kerndoelen hierin zijn: • De hulpvragen van cliënten zijn beantwoord; • De autonomie van cliënten is versterkt; • De veiligheid van de jeugdige is hersteld; • De jeugdige vormt geen bedreiging voor de veiligheid van de samenleving.
Samenwerking in de geïndiceerde jeugdzorg Uitgangspunt voor samenwerking in de keten van de geïndiceerde jeugdzorg blijft dat zorg altijd zo optimaal mogelijk aansluit op de behoefte van het kind/gezin. Er is behoefte aan nieuwe vormen van intersectorale zorgprogrammering in de jeugdzorg. De provincie neemt hierin het standpunt in dat de beste resultaten hierin kunnen worden bereikt door samenwerking binnen de keten van jeugdzorg. Vormen van marktwerking/concurrentie kunnen daarbij tot versnippering leiden en zijn geen stimulans voor deze vormen van vernieuwing. De provincie stelt zich daar dan ook terughoudend in op. Dit laat onverlet dat er ruimte wordt geboden aan het samenwerken met cq. inkopen van specialistische deskundigheid. De provincie maakt afspraken met het jeugdzorgaanbod om in hulpvragen binnen het orthopedagogische domein te voorzien. Daarnaast moeten afspraken gemaakt worden binnen de zorgketen ten aanzien de LVG doelgroep (IQ: 70-80), GGZ-jeugd (beiden vallend onder de AWBZ) en de preventieve kant die onder de werkingsfeer van de WMO valt. De provincie maakt hierbij sterk onderscheid tussen de orthopedagogische hulpvraag in een systeem (provinciale jeugdzorg) en bijvoorbeeld LVG/GGZ problematiek (AWBZ/Zvw) of (preventieve) trainingen en cursussen. Met dit laatste aanbod wordt niet naar de orthopedagogische hulpvraag van het systeem gekeken, maar veel meer naar een deel van de problematiek gekeken zoals preventie op het gebied van verslaving, loverboy problematiek en fysieke weerbaarheid van meiden, lotgenoten groepen etc. (WMO of AWBZ/Zvw). De verantwoordelijkheden van deze sectoren mogen niet worden afgewenteld op de provinciale jeugdzorg. Kwaliteit binnen de geïndiceerde jeugdzorg staat voor de provincie voorop. Eén van de eerst aangewezen organisatie voor het (achteraf) toetsen van en het rapporteren over de kwaliteit van het zorgaanbod is de Inspectie Jeugdzorg. De provincie stelt daarnaast de voorwaarde dat zorgaanbieders HKZ gecertificeerd zijn. De belangrijkste vraag voor het toelaten van nieuwe vormen van zorgaanbod is of dit voldoet aan de orthopedagogische doelstelling, zoals bedoeld in de wet. Daarnaast moet er uiteraard een meerwaarde zijn ten opzichte van het beschikbare aanbod (vraagbehoefte, kostenbesparend en/of kwalitatief beter). De provincie gaat hierbij uit van één brede orthopedagogische zorgaanbieder, waarbij naar behoefte mogelijk andere vormen van zorgaanbod in de vorm van onderaannemerschap kunnen worden ingezet. De provincie kiest hierbij voor de beschikbaarheid van een zo breed mogelijk integraal en systeemgericht aanbod. In het geval er wel sprake is van nieuw jeugdzorgaanbod hebben de provincies en de Inspectie Jeugdzorg een aantal afspraken vastgelegd in een protocol. Op basis hiervan hebben provincies een provinciaal toetsingskader kwaliteit nieuwe zorgaanbieders vastgesteld.
9 Van recht naar praktijk; Fries in Fryslân; taal tussen mensen
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 9
Vanuit bovenstaande visie ontstaat een overzichtelijk aanbod in de brede keten van jeugdzorg, waarbij er voldoende ruimte is voor samenwerking en de inzet van bijvoorbeeld niche organisaties zoals zorgboerderijen en ‘kleine’ GGZ aanbieders e.d. (als onderaannemers, waarbij de verantwoordelijkheid voor de aanvullende behandeling en de kwaliteit bij de jeugdzorgaanbieder blijft).
10 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
HOOFDSTUK
3
Acties voor 2011
3.1 ■ Invoering van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) De invoering van het CJG is één van de pijlers van het beleid dat voormalig minister Rouvoet heeft ingezet. Elke gemeente in Nederland moet in 2011 beschikken over minimaal één CJG. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de invoering van het CJG. De provincie heeft belang bij een goede ontwikkeling van het CJG vanuit de gedachte dat door preventief te werken voorkomen kan worden dat problemen uit de hand lopen en alleen nog met inzet van specialistische hulp kunnen worden opgelost. Er liggen kansen om het CJG te benutten in de keten van jeugdzorg (bijvoorbeeld bij voorzorg en bij de terugkeer/ nazorg naar en van de gemeente wanneer de geïndiceerde jeugdzorg is afgerond). 3.1.1 Aansluiting tussen Bureau Jeugdzorg Friesland (en de geïndiceerde jeugdzorg) en het CJG Doel Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 In 2012 heeft Bureau Jeugdzorg Friesland met alle CJG’s afspraken vastgelegd over de aansluiting tussen Bureau Jeugdzorg Friesland en de CJG’s. Terugblik In 2010 hebben 24 gemeenten een CJG en zijn er drie CJG’s in oprichting. Bureau Jeugdzorg Friesland is bij elk CJG als partner/deelnemer betrokken. Daarnaast heeft Bureau Jeugdzorg Friesland een start gemaakt met het registreren van haar cliënten in de Verwijsindex in Fryslân. Bureau Jeugdzorg Friesland heeft intern een model ontwikkeld en geïmplementeerd voor de coördinatie van zorg voor multi-problemgezinnen. Met ketenpartners uit de 1e lijn wordt, in aansluiting op de Verwijsindex, gewerkt aan de
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 11
implementatie van het plan van aanpak zorgcoördinatie 1e en 2e lijn. Tot slot heeft Partoer in 2010 een monitor uitgevoerd over de stand van zaken rond de ontwikkeling van de CJG’s en Verwijsindex in Fryslân. Actiepunten 2011 • Met de overblijvende gemeenten die in 2011 starten met een CJG (zie monitor 2010) maakt Bureau Jeugdzorg Friesland afspraken over de te leveren inzet (o.a. over koppeling Centrale Toegang en terugkoppeling van cliënttrajecten). • Een voorstel ontwikkelen over de samenwerking met de Friese gemeenten, passend bij de accentverschuiving in het beleid van de provincie (onder meer hierin meenemen inzicht in inrichting gespecialiseerde zorg, beleidsuitgangspunten, randvoorwaarden decentralisatie, risico-analyse en kwaliteitskader). • Alle cliënten van Bureau Jeugdzorg Friesland worden geregistreerd in de Verwijsindex (VIF ZiZeo) in Fryslân. De mate waarin bovenstaande doelen gehaald kunnen worden hangt af van: • Randvoorwaarden waarop de CJG’s in Fryslân worden vormgegeven; • De wijze waarop andere financiers sturen als het gaat over het zorgaanbod in de jeugd GGZ, jeugd LVG, de gesloten jeugdzorg (tot 2013 bij het programmaministerie Jeugd en Gezin) en de Justitiële Jeugdinrichtingen. De inzet is wel ook deze vormen van aanbod bij het CJG te betrekken de provincie heeft hierin geen sturende rol. 3.1.2 Provinciale bijdrage aan de ontwikkeling van het CJG in Fryslân Doel Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 De provincie levert de komende periode een actieve bijdrage aan de (inhoudelijke) ontwikkeling van het CJG in Fryslân (o.a. op het gebied van de aanpak kindermishandeling, opvoedingsondersteuning, zorgcoördinatie, de verbinding tussen het CJG en het onderwijs, verwijsindex risicojongeren en (crisis)opvang voor jongeren en het Veiligheidshuis). Terugblik De provincie zet in op de ontwikkeling van het CJG vanuit de Sociale Agenda 20082011 alsook op basis van koersaccenten CJG. Deze koersaccenten vormen een belangrijk onderdeel van het convenant tussen de provincie en alle Friese gemeenten rond de ontwikkeling van CJG’s. In dit proces speelt de provincie een stimulerende en coördinerende rol, specifiek gericht op de noodzakelijke inhoudelijke ontwikkeling van het CJG en het eenduidig invoeren van bovenlokale instrumenten/ methodieken. Op basis van de Sociale Agenda zijn in 2010 de volgende acties ondernomen: • De samenwerking CJG – Veiligheidshuis is nader uitgewerkt en beschreven in een samenwerkingsmodel; • In 2010 zijn tien gemeenten gestart met een pilot rond de Verwijsindex. Verder is in een provinciaal plan van aanpak de gefaseerde invoering van de Verwijsindex voor Fryslân beschreven. De provincie heeft een coördinerende rol gespeeld. Belangrijk resultaat is dat gemeenten unaniem hebben gekozen voor een
12 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
•
eenduidige uitvoering van de Verwijsindex (functioneel beheer en contract MULTIsignaal); De provincie heeft in overleg met de Friese gemeenten geïnvesteerd in Verwijsindex-TV, waarbij er een Nederlands en Friestalige animatie is gemaakt, die ouders en verzorgers uitleg geeft over de Verwijsindex.
Op basis van de koersaccenten CJG zijn in 2010 de volgende acties ondernomen: • In het kader van de subsidieregeling Zorgcoördinatie hebben 27 van de 31 Friese gemeenten, die daarvoor een aanvraag hadden ingediend in 2010, subsidie ontvangen. Doel van deze regeling was een eenduidige werkwijze rondom het regiemodel Verwijsindex; • De driejarige pilot ‘Positief Opvoeden’ (Triple P) heeft in vier gemeenten (Nijefurd, Leeuwarden, Tytsjerksteradiel en Smallingerland) gedraaid en is geëvalueerd. Met de Hulpverleningsdienst (HVD) Fryslân zijn subsidieafspraken gemaakt voor de provinciale invoering vanaf 2010; • In samenwerking met de gemeente Leeuwarden is provinciaal de eerste fase van het programma ‘RAAK’ (aanpak kindermishandeling) uitgevoerd. In 26 Friese gemeenten zijn professionals in kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en basisonderwijs getraind in het signaleren van kindermishandeling; • Het éénjarige, intersectorale programma ‘Jeugdcoach en opvang’ van Stichting Jeugdhulp Friesland en Zienn (maatschappelijke opvang) gericht op een provinciaal aanbod voor crisisopvang is uitgevoerd, geëvalueerd en wordt een regulier aanbod binnen Stichting Jeugdhulp Friesland. Het project richt zich op jongeren die door hun gedrag en problematiek groepsongeschikt zijn. Hiervoor is een individueel traject ontworpen, waarbij individuele begeleiding gecombineerd wordt met onderdak. Er zijn in totaal 16 cliënten geholpen en/of nog in zorg. Dit was 200% van de afgesproken capaciteit: het project voldoet in ruime mate aan de doelstelling; • De gemeenten hebben er unaniem voor gekozen om hun advies- en informatiefunctie CJG vorm te geven door middel van DCJG. Aansluiting op deze landelijk ontwikkelde website maakt het mogelijk dat burgers op elk moment digitaal vragen kunnen stellen over opvoeden en opgroeien; • In juni 2010 is in samenwerking met de Vereniging Friese Gemeenten (VFG) een provinciale bijeenkomst georganiseerd om de mijlpalen in de CJG-ontwikkelingen te belichten en na te gaan wat er aanvullend nog gewenst is; • Partoer CMO Fryslân heeft in opdracht van de provincie gerapporteerd over de tussenevaluatie koersaccenten CJG. De conclusie uit het rapport is dat er, met de door Provinciale Staten (PS) beschikbaar gestelde autonome gelden, veel ontwikkelingen in gang zijn gezet die provinciebreed zijn uitgevoerd. Deze ontwikkelingen dragen bij aan de deskundigheid van professionals in de 1e lijn als het gaat om het vroegtijdig signaleren van problemen en het inzetten van adequate hulp; • In 2009 is de uitvoering gestart van de koersaccenten CJG. Verschillende uitvoeringsorganisaties voeren deze koersaccenten uit, waarbij de provincie in de vorm van subsidie een bijdrage verleend. Voorbeelden zijn Triple P (HVD Fryslân), Raak (gemeente Leeuwarden), onderwijs-jeugdzorg (Gedragswerk) en crisisopvang Stichting Jeugdhulp Friesland. Hiervoor zijn in 2009/2010 verplichtingen aangegaan die doorlopen naar 2011. Met deze inzet worden de koersaccenten gerealiseerd.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 13
Actiepunten 2011 Realiseren en afronden van de speerpunten CJG uit de Sociale Agenda 2008 – • 2011 en de koersaccenten CJG. Uitvoeren en evalueren van de pilot CJG – Veiligheidshuis. • Een voorstel ontwikkelen over de samenwerking met de Friese gemeenten, • passend bij de accentverschuiving in het beleid van de provincie (onder meer hierin meenemen inzicht in inrichting gespecialiseerde zorg, beleidsuit gangspunten, randvoorwaarden decentralisatie, risico-analyse en kwaliteitskader).
3.2 ■ Snellere ketens De beschikbaarheid van voldoende middelen is een belangrijke randvoorwaarde om de jeugdzorg zo te kunnen organiseren dat de keten snel en soepel werkt. Naast voldoende geld zijn er ook andere factoren die daarbij een rol spelen. Hieronder worden maatregelen beschreven die bijdragen aan het verbeteren en versnellen van de jeugdzorgketens.
3.2.1 Vraagontwikkeling in de jeugdzorg Doel Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 Vanaf 2009 presenteert Bureau Jeugdzorg Friesland jaarlijks onderzoeksgegevens over de vraag naar jeugdzorg op korte, middellange en lange termijn. Terugblik Bureau Jeugdzorg Friesland heeft in 2010 haar 2e onderzoek naar kernvragersproblematiek gepresenteerd. Daarnaast zijn er actuele gegevens rond de vraagontwikkeling beschikbaar gekomen vanuit de databanken ’Eén Friese wachtlijst, jeugdstrafrechtketen en jeugdbeschermingsketen’. Dit heeft onder meer concreet geleid dat Bureau Jeugdzorg Friesland en Stichting Jeugdhulp Friesland een nadere analyse hebben kunnen maken van de cliëntenstroom tussen beide organisaties, om te komen tot een efficiëntere afstemming en prognose van de in- en uitstroom. Actiepunten 2011 Verdere ontwikkeling van instrumenten om de vraag naar jeugdzorg in Fryslân • in beeld te brengen, te analyseren en om te zetten in ´beleid´. 3.2.2 Weten wat er speelt Doel Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 Partoer CMO Fryslân beheert en ontwikkelt de database ‘Eén Friese wachtlijst,’ in samenwerking met de ketenpartners in de jeugdzorg. Terugblik In 2010 wordt een start gemaakt om de database ‘Eén Friese wachtlijst’ (www.ikpjeugdengezin.nl) te koppelen aan de CJG’s. Doel hiervan is meer inzicht te krijgen in het zorgcontinuüm (in-, door- en uitstroom) in de keten van jeugdzorg
14 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
met gemeenten, specifiek de relatie tussen de instroom in de geïndiceerde jeugdzorg met de voor- en nazorg door gemeenten. Dit is een belangrijke voorwaarde om in het kader van het Afsprakenkader (zie hoofdstuk 1) de instroom in de geïndiceerde jeugdzorg terug te dringen. Daarnaast onderzoeken Bureau Jeugdzorg Friesland en Stichting Jeugdhulp Friesland de knelpunten in de uitstroom. Ook heeft er in september 2010 een gezamenlijke bijeenkomst van de drie databases plaatsgevonden. De verschillende databanken worden per kwartaal geactualiseerd. Actiepunten 2011 • De provinciale databank toespitsen op de 1e lijn zorg (gemeenten) vanwege voor- en nazorg. • Per kwartaal publiceren van wachtlijst/cliëntstroomgegevens in de Friese keten van jeugdzorg. • De drie databanken qua informatie op elkaar af laten stemmen via gezamenlijke bijeenkomsten.
3.2.3 Verbeteren Indicatiestelling Bureau Jeugdzorg Friesland Doel Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 Bureau Jeugdzorg Friesland verleent vanaf 2010 95% van de indicaties binnen de wettelijke termijn en conform het Handboek Verbetering Indicatiestelling Bureaus Jeugdzorg. Terugblik Bureau Jeugdzorg Friesland werkt conform de methodiek Verbetering Indicatiestelling Bureaus Jeugdzorg. Vooral de doorlooptijd in het afgeven van indicaties blijft hoog. Belangrijke oorzaken zijn de sterke groei en druk binnen de organisatie op het AMK en de jeugdbescherming. De focus is om daar waar mogelijk de inzet van Bureau Jeugdzorg Friesland op het afgeven van indicaties zo veel mogelijk terug te brengen en/of bijvoorbeeld over te dragen aan organisaties in de 1e lijn. In 2009 zou een nieuw screeningsinstrument LVG worden geïmplementeerd. Dit is echter nog niet beschikbaar gesteld. Er wordt gewacht op voorstellen van het ministerie.
Veiligheid Voor Bureau Jeugdzorg Friesland is veiligheid een kernbegrip. Rond indicatie en de verdere begeleiding van cliënten staat de veiligheid centraal. Risicotaxaties zijn een standaard onderdeel in het werkproces en indien nodig is er direct ‘actie’. In onveilige situaties zijn wachtlijsten/wachttijden niet aan de orde.
Actiepunten 2011 • Bureau Jeugdzorg Friesland verleent 95% van de indicaties binnen de wettelijke termijn en conform het Handboek Verbetering Indicatiestelling Bureau Jeugdzorg Friesland. • Invoeren van integrale indicatiestelling voor jeugdzorg en speciaal onderwijs (Renn4).
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 15
3.2.4 Doorstroom en uitstroom in de keten van jeugdzorg Doel Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 De provincie Fryslân initieert in 2009 een pilot, waarbinnen het realiseren van integrale zorgtrajecten worden aangepast en ingezet ten gunste van de vraag van de cliënt. Terugblik Op initiatief van de provincie hebben de provinciale aanbieders van 2e lijns geïndiceerde jeugdzorg (op grond van de Wjz, Zvw en AWBZ) samen met financiers, tijdens een tweedaagse conferentie op Vlieland een aantal doelen vastgesteld om de keten van 2e lijns jeugdzorg zodanig te verbeteren dat deze goed en snel kan aansluiten op de vraag vanuit de 1e cliënt • De vier voorgestelde verbeterlijnen zijn: • Ontwikkeling van één integraal diagnostisch kader. Vanuit de betrokken organisaties met daarin alle benodigde expertise om in één keer de diagnose te kunnen stellen inclusief de benodigde (integrale) zorg. • Werken met integrale zorgprogramma’s. Op basis van het diagnostisch kader wordt aan het begin van het zorgtraject bepaald en afgesproken wie wanneer welke zorg levert. • Continue casemanagement. Bij complexere en langdurige inzet van behandeling is het belangrijk dat cliënten één aanspreekpunt hebben. • Cliënt heeft regie over dossier. Uitgangspunt is dat de cliënt eigenaar is van zijn dossier, dat dit samen met hem wordt gevormd en dat organisaties dit ook kunnen delen. In juni 2010 is het projectplan opgesteld en in het najaar van 2010 worden twee pilots voorbereid, die in 2011 van start kunnen gaan. Actiepunten 2011 Uitvoeren van twee pilots. •
3.3 ■ De zorg die werkt De afgelopen jaren is er door de geïndiceerde jeugdzorg veel geïnvesteerd om de groeiende vraag naar jeugdzorg op te vangen. De volgende stap is energie te steken in de inhoud van de verschillende zorgvormen. Dragen bestaande programma’s voldoende bij aan de kerndoelen van de jeugdzorg? Welke nieuwe programma’s kunnen voor Fryslân een bijdrage leveren aan jeugdzorg die werkt? Verder zijn er allerlei (landelijke) ontwikkelingen gaande, die het jeugdzorgaanbod moeten versterken. 3.3.1 Invoering prestatie-indicatoren Doel Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 De provincie Fryslân subsidieert vanaf 2011 Bureau Jeugdzorg Friesland en het zorgaanbod op basis van een vereist prestatieniveau, gekoppeld aan de landelijke prestatie-indicatoren. Terugblik Het project rondom de invoering van de prestatie-indicatoren binnen Bureau
16 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
Jeugdzorg Friesland loopt nog steeds. Met Stichting Jeugdhulp Friesland zijn afspraken gemaakt over welke gegevens er voor de prestatie-indicatoren rondom de doelrealisatie worden aangeleverd. Verder wacht Bureau Jeugdzorg Friesland op een nieuwe release van IJ, het automatiseringssysteem, waardoor de overige prestatie-indicatoren kunnen worden ingevoerd. Naar verwachting is dit eind van 2010 gerealiseerd. Actiepunten 2011 • Uitvoeren plan van aanpak voor de invoering van de landelijke set van prestatie-indicatoren in de jeugdzorg. 3.3.2 Nieuwe / effectieve methodieken Doel Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 De provincie Fryslân stimuleert de ontwikkeling en inzet van nieuwe / effectieve methodieken in de keten van jeugdzorg. In 2009 is van 90% van de provinciaal gefinancierde jeugdzorg het niveau van doeltreffendheid inzichtelijk. Vanaf 2010 worden programma’s die niet doeltreffend zijn beëindigd of ingeruild voor programma’s die dat wel zijn. Terugblik Het benodigde onderzoek heeft in 2010 nog niet plaatsgevonden. Een aantal residentiële behandelplaatsen worden bijvoorbeeld in 2010 omgebouwd naar ambulante trajecten die ‘evidence based’ zijn, te weten: Parent Management Training Oregon (www.pmto.nl en Multi Dimesionele Familie Therapie (www.mdft.nl). Op verzoek van de provincie is Stichting Jeugdhulp Friesland wel gestart met een transitie. Actiepunten 2011 • Onderzoek naar doeltreffendheid van de provinciaal gefinancierde jeugdzorg.
3.3.3 ■ Ontwikkelingen binnen de jeugdzorg Terugblik Op verschillende onderdelen zijn ontwikkelingen gaande in de jeugdzorg als het gaat om voorzieningen, methodieken en aanbod. Een aantal voorbeelden: Gesloten jeugdzorg Sinds 1 januari 2008 is opname in gesloten jeugdzorginstellingen mogelijk voor jongeren met ernstige opgroei- of opvoedproblemen. De instellingen vallen tussen 2008 en 2013 onder de directe verantwoordelijkheid van de programmaminister voor Jeugd en Gezin. In 2013 wordt deze verantwoordelijkheid overgedragen aan de provincies.
17
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 17
Beeld provincie Fryslân Voor Noord-Nederland is de aanbieder voor gesloten jeugdzorg ’t Poortje, in Groningen. Voor Fryslân is er tussen de provinciale jeugdzorgaanbieder Stichting Jeugdhulp Friesland en ’t Poortje een samenwerking gerealiseerd rond de nieuwe jeugdvoorziening “De Woodbrookers”. Hierin is een combinatie gerealiseerd van provinciaal gefinancierde jeugdzorg, AWBZ vormen van jeugdzorg en gesloten jeugdzorg. De Woodbrookers is op 24 juni 2010 officieel door voormalig minister Rouvoet geopend. Deltaplan Gezinsvoogdij. De invoering van het deltaplan Gezinsvoogdij is in 2009 met succes afgerond. De gezinsvoogd werkt gericht aan veranderingen in de opvoedingssituatie met als doel de bedreiging voor het kind weg te nemen, zodat de maatregel kan worden beëindigd. Provincies zullen blijvend toezien op het behoud van het Deltaplan in de uitvoeringspraktijk. Beeld provincie Fryslân Het onderwerp komt in het reguliere overleg met Bureau Jeugdzorg Friesland nog regelmatig aan de orde. Gezinscoach Stichting Jeugdhulp Friesland voert sinds 2008 de pilot ‘Gezinscoach’ uit. Deze pilot betreft het coachen van (multi-problem) gezinnen waar sprake is van ernstige problematiek en een verscheidenheid van hulpverleners die betrokken zijn bij het gezin. Het gezin blijft intact en uiteindelijk worden kosten bespaard, omdat geen gebruik wordt gemaakt van (dure) residentiële voorzieningen. Uit de tussenevaluatie in 2009 is gebleken dat de pilot aantoonbaar ‘uithuisplaatsingen’ kan voorkomen en daarmee ook kosten bespaart. Beeld provincie Fryslân Ook in 2011 voert Stichting Jeugdhulp Friesland de pilot ‘Gezinscoach’ uit. Doel is dat de gezinscoach een regulier aanbod wordt binnen Stichting Jeugdhulp Friesland. Eigen kracht Als een gezin met kinderen problemen heeft, kan het al dan niet een beroep doen op geïndiceerde hulpverlening. Een andere mogelijkheid is het houden van een ‘Eigen Kracht conferentie’. De kern van een EKC is dat een getrainde vrijwilliger het netwerk van een gezin mobiliseert en dat het gezin zelf bepaalt in hoeverre een beroep wordt gedaan op hulp van familie, buren en eventueel professionals. Beeld provincie Fryslân Bureau Jeugdzorg Friesland maakt sinds een paar jaar succesvol gebruik van het model. De provincie stimuleert gemeenten en zorgaanbieders eveneens gebruik te maken van de methodiek van ‘Eigen Kracht’. Tot en met 2010 zijn er in Fryslân in totaal ruim 100 EKC’s gehouden. In 2011 gaan Jeugdgezondheidszorg (0-19 jaar) (JGZ) en Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) bij wijze van experiment actief EKC’s aanbieden in CJG’s. De provincie neemt in 2011 nog de kosten voor de EKC’s voor haar rekening. Ook cliënten met een jeugdzorgindicatie kunnen op verzoek een ‘Eigen Kracht’ conferentie krijgen.
18 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
Gedragsbeïnvloedende maatregel Op 1 februari 2008 is de Wet verruiming mogelijkheden gedragsbeïnvloeding jeugdigen in werking getreden. Deze wet wijzigt het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg. Beeld provincie Fryslân In 2010 zijn er tot en met oktober 11 gedragsbeïnvloedende maatregelen gestart. Van drie aanvragen zijn na vooronderzoek en analyse niet doorgezet naar een maatregel. Het proces loopt verder goed. De Raad van de Kinderbescherming, het Openbaar Ministerie en Bureau Jeugdzorg jeugdreclassering weten elkaar goed te vinden, voornamelijk de twee specialisten bij Bureau Jeugdzorg Friesland die ingezet worden als vraagbaak. Bij de uitvoering verloopt de samenwerking met de politie goed. Pilot nazorg ex-gedetineerde jeugd Landelijk is afgesproken dat vanaf april 2009 geen enkele jongere meer een Justitiële Jeugdinrichting verlaat zonder een passend aanbod aan nazorg. Beeld provincie Fryslân Het trajectberaad voor ex-gedetineerde jeugd functioneert goed in Fryslân. Vanaf september 2010 kunnen alle netwerk- en trajectberaden gebruik maken van de ICT applicatie voor ondersteuning van hun beraad. Al tijdens de detentie werken Justitiële Jeugdinrichtingen, Jeugdreclassering, Raad voor de Kinderbescherming en gemeente van herkomst aan een passend aanbod van nazorg. Pleegzorg Het programma ministerie voor Jeugd en Gezin onderschrijft het grote belang van pleegzorg als zorgvorm in de jeugdzorg. Netwerkpleegzorg moet de komende periode meer aandacht krijgen. Beeld provincie Fryslân De vraag naar pleegzorg is ook in 2010 weer gestegen. De capaciteit is gegroeid naar 560 plaatsen (+25). Om in 2010 de instroom van nieuwe pleeggezinnen te vergroten en te versnellen is de werving en voorbereiding door Stichting Jeugdhulp Friesland sterk verbeterd. Zo is er gestart met een nieuwe manier van werven: de ‘warme’ werving. Dit staat voor het werven van ambassadeurs binnen het bestaande pleegouderbestand die in hun netwerk (sociaal, werk, enz. enz.) pleegzorg voor het voetlicht brengt en op deze wijze nieuwe pleegouders aandraagt. Van de nieuwe aanmeldingen is al 1/3 deel aangebracht via deze nieuwe vorm van werving. Daarnaast is in 2010 gestart met een nieuwe manier van selectie. Er wordt competentiegericht geworven. Op basis van de aangemelde kinderen wordt specifieker naar bijpassende pleeggezinnen gezocht en deze gezinnen worden ‘op maat’ ondersteund. Dit heeft tot resultaat dat pleegouders nu binnen vier in plaats van negen maanden op worden geleid. Hierdoor neemt de wachttijd af en de kwaliteit toe.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 19
Zwerfjongeren Het programmaministerie voor Jeugd en Gezin stuurt erop dat provincies met gemeenten sluitende afspraken maken over de samenhang en afstemming van het beleid voor zwerfjongeren. Beeld provincie Fryslân De provincie Fryslân voert regelmatig overleg met de gemeente Leeuwarden (Friese centrumgemeente voor Maatschappelijke Opvang) over het beleid ten aanzien van zwerfjongeren. De provincie subsidieert het Huis voor Jongeren in Leeuwarden, een specifiek aanbod voor opvang en begeleiding van zwerfjongeren, waarin opvang wordt gecombineerd met begeleiding en nazorg. Ook voor 2011 wordt deze provinciale inzet voorgesteld. Het provinciale standpunt ten aanzien van zwerfjongeren is dat de opvang en begeleiding (bijvoorbeeld opleiding of schuldsanering) primair een verantwoordelijkheid is van gemeenten in het kader van maatschappelijke opvang. Vaak is er ook sprake van jeugdzorggerelateerde problematiek (indicatie bureau jeugdzorg). Een integrale aanpak is daarom ook noodzakelijk. Scheiding en omgang Uit onderzoek is bekend dat een scheiding van ouders tot ernstige opgroei- of opvoedproblemen kan leiden. Wanneer het niet gaat om gemeentelijk gefinancierd aanbod, maar om provinciaal gefinancierde jeugdzorg moeten de provincies ervoor zorgen dat deze vraag wordt omgezet in een adequaat aanbod. Beeld provincie Fryslân De provincie heeft Stichting Jeugdhulp Friesland een aanvullende subsidie verleend in (2009) voor een proef met de opzet van een Omganghuis Plus. Stichting Jeugdhulp Friesland heeft in september 2010 dit omgangscentrum opgericht, genaamd TomTom, voor ouders die in een ‘vechtscheiding’ verwikkeld zijn en vrijwillige begeleiding weigeren. TomTom is bedoeld voor kinderen van twee tot twaalf jaar en hun ouders die een indicatie van Bureau Jeugdzorg Friesland hebben. Hierin verschilt TomTom met het omgangshuis dat vier jaar geleden onder andere door Humanitas is opgericht. TomTom is een proef tot medio 2011.
3.4 ■ Minder Bureaucratie Bureaucratie is nodig om de jeugdzorg goed te organiseren. We gaan ons pas storen als het gaat om onnodige bureaucratie. Bijvoorbeeld als verantwoording zich stapelt op verantwoording, als regels geen doel hebben en je van alles moet registreren zonder dat dat nut heeft. Onnodige bureaucratie moet dus verdwijnen.
3.4.1 Beter Anders Minder Doel Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 Vanaf 2009 leveren Bureau Jeugdzorg Friesland en de zorgaanbieders op een eenduidige en minder tijdrovende manier de beleidsinformatie aan over de provinciale jeugdzorg
20 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
Terugblik Het IPO en voormalig minister Rouvoet zijn eind 2007 het project ‘Beter Anders Minder’ (BAM) gestart. Een voorbeeld is de invoering van het nieuwe rapportageformat beleidsinformatie bureaus jeugdzorg. Binnen deze format hoeft minder te worden geregistreerd en er is een verbeterslag doorgevoerd in de informatie die wel wordt gevraagd. Actiepunten 2011 • Implementeren van de landelijke afspraken in het kader van ‘Beter Anders Minder’ bij Bureau Jeugdzorg Friesland en Stichting Jeugdhulp Friesland. 3.4.2 Vermindering regeldruk Doel Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 De regeldruk in de keten van jeugdzorg in Fryslân is in 2012 met 25% gedaald. Terugblik In het Bestuurlijk Platform Jeugd Friesland van mei 2010 is met vertegenwoordigers van de Friese keten van jeugdzorg het opstellen van een plan van aanpak verminderen ‘ervaren’ regeldruk besproken. Dit heeft geleid tot het vaststellen van het Fries actieplan ‘Verminderen ervaren regeldruk 2010-2011’. Dit plan is begin juli 2010 aan het programmaministerie van Jeugd en Gezin toegestuurd. Het programmaministerie heeft verder een ambtelijk werkbezoek gebracht aan Fryslân met als gesprekspunt het verminderen van de ‘ervaren’ regeldruk. Actiepunten 2011 • Implementeren Fries actieplan ‘Vermindering ervaren regeldruk’.
3.4.3 Rechtmatigheid Doel Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 Bureau Jeugdzorg Friesland en Stichting Jeugdhulp Friesland laten hun jaarrekeningen controleren conform bijlage 1 van de Rijkssubsidieregeling Jeugdzorg. De accountants geven een oordeel op basis van de in het protocol vastgelegde toetsen op rechtmatigheid en getrouwheid. Terugblik Het nieuwe provinciale controleprotocol voor gesubsidieerde stichtingen en aanbieders van jeugdzorg is in 2009 van kracht geworden. De provincie heeft dit protocol voor het eerst gehanteerd bij de verantwoording van het jaar 2009. Het protocol dient om duidelijkheid te scheppen over de aspecten waar de accountant zijn controle op dient te richten en voldoet aan de controleprincipes van SISA. Actiepunten 2011 Bureau Jeugdzorg Friesland en Stichting Jeugdhulp Friesland voldoen aan de controleprincipes van SISA, inclusief het protocol accountantscontroles voor gesubsidieerde stichtingen en aanbieders van jeugdzorg.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 21
3.5 ■ Een nieuw financieel kader 3.5.1
Nieuwe financieringssystematiek
Doel Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 Invoeren van de nieuwe financieringssystematiek vanaf 2009. Terugblik In de huidige systematiek ontvangen provincies een doeluitkering jeugdzorg van het Rijk. Dit is een historische gegroeide doeluitkering. Voor Fryslân is deze doeluitkering niet meer toereikend. Dit komt deels door het ontbreken van een realistische loon- en prijscompensatie en vooral door de sterk gestegen structurele vraag naar jeugdzorg, die tot nu toe slechts deels is gecompenseerd door het Rijk. Om het verschil tussen de kosten en de doeluitkeringen jeugdzorg inclusief de structurele en incidentele aanvullingen te kunnen opvangen, is in 2008 een bedrag ter hoogte van € 4,2 miljoen en zowel in 2009 en 2010 van € 5,3 miljoen door de provincie voorgefinancierd. Rijk en IPO hebben het initiatief genomen om tot een nieuwe systematiek te komen gebaseerd op het rapport van Kaiser. Een systematiek die op macroniveau uitgaat van de vraagontwikkeling en het benodigde budget voor de jeugdzorg in Nederland. Dit wordt vervolgens verdeeld over de provincies, waarbij provincies de opdracht en de vrijheid hebben de jeugdzorg binnen dat financiële kader te organiseren. In 2009 heeft het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) de eerste versie van een vraagramingsmodel gepubliceerd voor de jeugdzorg. Dit is echter nog onvoldoende onderbouwd voor de totale raming van de vraag naar jeugdzorg in Nederland en moet nog verder worden doorontwikkeld. Conclusie is dat er vorderingen worden gemaakt, maar dat de geplande invoering vertraagd plaats vindt. Voor 2011 betekent dit dat het Rijk en IPO op basis van overleg moeten komen tot een macrobudget voor de jeugdzorg in Nederland. Deze onderhandelingen hebben in 2009 geleid tot afspraken over de doeluitkering jeugdzorg voor 2010 en 2011 (vastgelegd in het Afsprakenkader). Actiepunten 2011 • Een bijdrage leveren aan de totstandkoming van een landelijk vraagramingsen verdeelmodel, met daarin voldoende aandacht voor de Friese kenmerken (bijvoorbeeld opleidingsniveau en inkomenspositie).
22 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
Cliëntenbeleid en cliëntenparticipatie Doel Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 De provincie streeft ernaar cliënten zoveel mogelijk naar tevredenheid te helpen, in de zin dat het aanbod aansluit op de vraag van de cliënt, de cliënt respectvol wordt bejegend en de autonomie van de cliënt wordt versterkt. Terugblik Vooralsnog zijn er in 2010 31 (peildatum september 2010) klachten binnengekomen bij Bureau Jeugdzorg Friesland. Hiermee is een lichte tendens te zien naar juridisering van de buitengerechtelijke klachtenprocedure: cliënten laten zich vaker vertegenwoordigen door een advocaat. Van de 31 klachten tot nu toe, hebben 26 betrekking op jeugdbescherming en het AMK. Bureau Jeugdzorg Friesland speelt hier op in door extra aandacht in de vorm van gesprekken en het aanbod van een goed behandelplan. Het gaat bij de aard van de klachten relatief vaak om echtscheidingsproblematiek. Klachten over informatie voorziening vanuit de hulpverlening, samenwerking, frequentie van huisbezoeken, inhoud van rapportage komen regelmatig voor. Bureau Jeugdzorg Friesland heeft naar aanleiding daarvan intern de communicatie, de bereikbaarheid onder de loep genomen. Omdat deze problematiek zich vaak afspelen in het gedwongen kader, is niet 100% van deze klachten te ondervangen. In 2010 zijn er tot nu toe zes klachten bij de Klachtencommissie van Stichting Jeugdhulp Friesland binnengekomen. Over één van de zes klachten is een hoorzitting geweest. De Raad van Bestuur heeft vervolgens het advies van de commissie gedeeltelijk overgenomen. De klachtencommissie heeft in 2010 geadviseerd over een klacht, die eind 2009 speelde. Een aantal klachten kon niet in behandeling worden genomen, omdat de aangeklaagde niet bij Stichting Jeugdhulp Friesland in dienst was. Andere klachten konden door middel van een gesprek tot tevredenheid van de klager worden afgehandeld. Volgens de Wet op de jeugdzorg moet de provincie over een onafhankelijke cliëntvertrouwenspersoon (cvp) beschikken. De cvp’s blijken in een behoefte te voorzien. In het bijzonder ouders die gedwongen met jeugdzorg te maken krijgen, hebben baat bij een cliëntvertrouwenspersoon waar ze hun verhaal en emoties kwijt kunnen. Dat kan behulpzaam zijn bij het uiteindelijk accepteren van de situatie en vervolg. De cvp voor jeugdigen is in 2008 in dienst getreden en in 2010 is de functie geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat er veel is geïnvesteerd in het opbouwen van contact met Stichting Jeugdhulp Friesland en het geven van bekendheid aan deze nieuwe functie. Op grond van de positieve ervaringen en de duidelijke behoefte die blijkt uit het aantal keren dat een beroep wordt gedaan op de cvp, is besloten deze functie te continueren. Zorgbelang Fryslân heeft in samenwerking met Partoer CMO Fryslân, in opdracht van de provincie, een digitale Friese cliëntenroute jeugdzorg ontwikkeld. Ondanks de verschillende financieringsstromen bij de Woodbrookers was er geen financiering geregeld voor de cvp-functie. Het ministerie van VWS neemt nu de
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 23
financiering van de cvp’s voor de gesloten plekken met terugwerkende kracht vanaf 2010 over. Bij wijze van proef heeft de cvp-jeugd in 2010 ook als contactpersoon gefungeerd voor de cliënten van de Woodbrookers. Actiepunten 2011 • Verbreding digitale cliëntroute jeugdzorg naar GGZ-J, LVG en CJG. • Uitvoering activiteitenplan Cliëntenparticipatie jeugd.
24 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
HOOFDSTUK
4
Financiën
Inleiding Voor de bekostiging van de uitvoering op de Wet op de jeugdzorg, ontvangt de provincie van het Rijk een doeluitkering jeugdzorg. Deze doeluitkering is bedoeld om de vrijwillige taken van Bureau Jeugdzorg Friesland te bekostigen en voor het subsidiëren van het zorgaanbod. De doeluitkering bestaat voor een deel uit een structurele bijdrage. Daarnaast heeft het Rijk de afgelopen jaren een aantal keer een incidentele uitkering verstrekt. De provincie ontvangt tevens een uitkering van het Rijk voor justitietaken. Deze uitkering is gebaseerd op het aantal cliënten en kan gedurende het jaar worden bijgesteld, als de verwachting gedurende het jaar is dat de omvang van de uitkering onvoldoende is om de wettelijke taken uit te voeren. De provincie heeft een aanzienlijk bedrag voorgefinancierd voor onder andere het wegwerken van de wachtlijsten, de invoering van de CJG’s, het invoeren van de Verwijsindex, Tripple P en RAAK. Het (ontwerp) Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 dient als aanvraag richting het Rijk voor de uitkering van het komende jaar (t). In de Regeling bekostiging jeugdzorg 2009 is een verplicht model opgenomen voor de uitwerking van de bovenstaande punten (bijlage 2 van de Regeling). Dit model wordt voor het eerst in dit ontwerp Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 als basis gebruikt voor de financiële toelichting in dit hoofdstuk.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 25
4.1 ■ Financiële verantwoording 2009 Met ingang van het jaar 2007 valt de doeluitkering onder de zogenaamde SISA-systematiek (single audit single information) tussen Rijk en provincie. De accountantsverklaring over de rechtmatigheid van de bestedingen in het jaar 2009 voor jeugdzorg in Fryslân is in februari 2010 uitgevoerd en heeft geleid tot een goedkeurende verklaring. Hierbij zijn een tweetal opmerkingen gemaakt. Bij de vaststelling van de subsidie 2008 is een belangrijk aandachtspunt de aanwezigheid van een geldige indicatiestelling voor verleende zorg bij instellingen en de tijdigheid van de afgegeven indicatiebesluiten. De provincie heeft zich hieraan geen consequenties verbonden voor de vaststelling. De accountant kan zich vinden in de argumenten die hieraan ten grondslag liggen. Als tweede betreffen de opgenomen aantallen inzake de indicatoren bureau jeugdzorg voor het jaar 2008. Op basis van de correspondentie tussen het programmaministerie van Jeugd en Gezin en de provincie is dit naar de mening van de accountant juist. De tabellen in deze paragraaf zijn opgesteld conform deel A van bijlage 2 van de Regeling bekostiging jeugdzorg 2009. Eerst worden de verleende en vastgestelde subsidies weergegeven aan Bureau Jeugdzorg Friesland. Daarna wordt een overzicht gegeven van de verleende en vastgestelde subsidies aan het zorgaanbod. Als laatste worden de inkomsten en de stand van de overlopende passiva behandeld. De in de tabellen opgenomen bedragen bevatten structurele en mogelijk incidentele subsidies. In de toelichting wordt ingegaan op de belangrijkst incidentele toekenningen.
26 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
Uitgaven doeluitkering Bureau Jeugdzorg 2009 Tabel 1 I. De stichting, die een bureau jeugdzorg in stand houdt 1
subsidieverlening 2009
(v)OTS < 1 jaar OTS overig voorlopige voogdij voogdij jeugdreclassering centrale overhead financiële taken en KR pleegzorg samenloop ITB harde kern ITB Criem STP Gbm - Gbm advies - Gbm uitvoering netwerk en trajectberaad Gesloten plaatsingen Subtotaal justitietaken Ova Extra bijdrage caseload 1 op 15 - OTS < 1 jaar - OTS overig totaal Justitie taken indicatiestelling advies- en meldpunt kindermishandeling - extra fte AMK casemanagement / contactpersoon consultatie / deskundigheidsbevordering voorliggende voorzieningen niet-geindiceerde ambulante zorg kindertelefoon totaal VWS taken totaal taken bureau jeugdzorg clientvertrouwenspersoon bureau jeugdzorg experimenten steunfuncties totaal overige posten 2 Subsidieverlening 2008 t.l.v. doeluitkering 2009 totaal subsidie bureau jeugdzorg
prijs per eenheid 7.420 6.272 5.196 3.704 4.453
hoeveelheid
1.256 1.684
72 18 0
0
250 455 4 141 175
subsidiebedrag 1.855.000 2.853.760 20.784 522.264 779.275 282.900 0 0 90.432 30.312 0 20.687
12.634 117.798 6.585.846 225.470 207.860
7.019.176 3.253.427 1.702.675 72.000 2.044.022 1.860.539 163.634 9.096.297 16.115.473 58.500 531.539 590.039 11.250 16.716.762
1) De subsidievaststelling voor Bureau Jeugdzorg Friesland is in concept conform de verlening. Definitieve vastgestelde bedragen kunnen nog afwijken van de verleende bedragen. 2) Deze subsidies zijn ten laste van de doeluitkering 2009 gekomen, terwijl ze betrekking hadden op 2008.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 27
Bureau Jeugdzorg Friesland De omvang van de subsidie aan Bureau Jeugdzorg Friesland is in 2009 hoger dan in 2008. Dit komt door een stijging van het aantal cliënten in het gedwongen kader, een stijging in het aantal onderzoeken AMK en een stijging in aantallen casemanagement. De provincie heeft aan Bureau Jeugdzorg Friesland bijna € 1 miljoen meer aan subsidie verstrekt dan aan doeluitkering werd ontvangen. Deze subsidie is vooralsnog door de provincie voorgefinancierd. Cliëntvertrouwenspersoon Aan Zorgbelang Fryslân is in 2009 € 143.913 aan subsidie verleend voor de cliëntvertrouwenspersoon. Hiervan wordt als voorschot € 59.913 aan de doeluitkering Bureau Jeugdzorg toegerekend. Zie tabel I uitgaven BJZ en tabel II uitgaven Zorgaanbod. Experimenten De post ‘Experimenten’ bevat voornamelijk de kosten die gemaakt worden in het kader van de aansluiting tussen het gemeentelijke jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg. Het betreft hier subsidies in het kader van ‘Jong in Fryslân’, de Week van de jeugdzorg en ‘Eigen Kracht conferenties’.
Uitgaven doeluitkering Zorgaanbod 2009
Tabel II. Zorgaanbod subsidieverlening 2009 subsidiebedrag 1 dag- en nachthulp pleegzorg dagbehandeling totaal verblijf
15.170.706 5.941.371 8.476.793 29.588.870
jeugdhulp totaal jeugdhulp
5.611.130 35.200.000
provinciale cliëntenorganisatie cliëntvertrouwenspersoon voor zorgaanbieders experimenten steunfuncties huisvesting totaal overige posten totaal subsidies zorgaanbod
76.287 54.000 1.154.993
1.285.280 36.485.280
1) De subsidievaststelling voor het zorgaanbod is in concept conform de verlening. Definitieve vastgestelde bedragen kunnen nog afwijken van de verleende bedragen.
28 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
Zorgaanbod totaal Aan het zorgaanbod werd in 2009 meer subsidie verleend dan in 2008. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een structurele capaciteitsuitbreiding om het op peil houden van de doelstellingen van het aanvalsplan op de wachtlijsten in de afdelingen 24-uurszorg en bij de Pleegzorg. Ook de vraag naar dagbehandeling is licht gestegen. De kosten van het aanbod bleken in 2009 ruim € 6,2 miljoen hoger dan de doeluitkering. Deze subsidie is vooralsnog door de provincie voorgefinancierd en gedekt uit de middelen voor 2009 en eerder jaren waar nog geen beroep op was gedaan. Provinciale cliëntenorganisaties Onder de post ‘Provinciale cliëntenorganisaties’ zijn de subsidies aan de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (NVP) en de Stichting Minderjarigen Noord Nederland opgenomen (SMNN). De NVP verzorgt de belangenbehartiging van de pleeggezinnen. De SMNN ondersteunt cliënten vooral met uitvoerende werkzaamheden. Daarnaast is er een subsidie aan Zorgbelang Fryslân toegekend om cliëntenparticipatie te bevorderen. De functie ‘cliëntvertrouwenspersoon’ voor het zorgaanbod wordt uitgevoerd door Zorgbelang Fryslân. Deze stichting voert ook de functie cliëntvertrouwenspersoon bureau jeugdzorg uit. Aan Zorgbelang Fryslân is in 2009 € 143.913 aan subsidie verleend voor het uitvoeren van deze functie. Hiervan wordt als voorschot € 54.000 aan de doeluitkering voor het zorgaanbod toegerekend. Zie tabel I uitgaven BJZ en tabel II uitgaven zorgaanbod. Experimenten Uit de post ‘Experimenten’ is een subsidie verleend voor het voorbereiden van de komst van de Woodbrookers en het MOD in Dokkum. Daarnaast zijn incidentele subsidies verstrekt voor de projecten ‘Verslavingszorg’, het ‘Omgangshuis plus’ en ‘Kamertraining’.
Egalisatiereserve Jeugdzorg Bedrag Stand ultimo 2008
379.804
Ontvangen uitkering J&G -deel Ontvangen uitkering Justitiedeel Totaal ontvangen uitkeringen Vastgestelde subsidies en verleende voorschotten Saldo ontvangen uitkering en vastgestelde subsidie Toegevoegde rente
-53.202.042 -7.232.018 8.546
Inbreng autonome middelen provincie (De Deal) Stand ultimo 2009
38.323.785 7.646.239 45.970.024
2.377.844 -4.465.825
Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat in 2009 de uitgaven groter zijn geweest dan de inkomsten. Dit komt doordat de vraag naar jeugdzorg hoger is geweest dan de groei van de doeluitkering. Het saldo van de overlopende passiva is gezakt naar een negatief bedrag. Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 29
De nieuwste prognose voor de ontwikkeling van de overlopende passiva is dat deze nog verder zal zakken. De provincie is daardoor genoodzaakt om deze tekorten vooralsnog voor haar rekening te nemen. Het verloop van de overlopende passiva laat zien dat de doeluitkering structureel te laag is om de vraag naar de jeugdzorg in Fryslân te kunnen opvangen. Zonder de ruime voorfinanciering van de provincie zullen er grote problemen ontstaan bij de zorgaanbieder en Bureau Jeugdzorg Friesland. Protocol accountantscontroles voor stichtingen en zorgaanbieders Bijlage 1 van de Rijkssubsidieregeling Jeugdzorg omschrijft het protocol voor accountantcontroles voor Bureau Jeugdzorg Friesland en de zorgaanbieders. De provincie heeft voor het jaar 2009 Bureau Jeugdzorg Friesland en Stichting Jeugdhulp Friesland gewezen op de verplichting de accountant te laten werken volgens het genoemde protocol. Voorafgaand aan de jaarcontrole 2009 voerde de provincie overleg met de betrokkene instellingen en hun accountants. Medio 2009 is het nieuwe controleprotocol voor instellingen en de stichting ontvangen en verstuurd naar Bureau Jeugdzorg Friesland en Stichting Jeugdhulp Friesland. Met ingang van de controle over het jaar 2009 wordt dit protocol gebruikt door de instellingen.
4.2 ■ Budgetteringsdeel voor 2010 en 2011 In deze paragraaf worden conform de Regeling bekostiging jeugdzorg de verwachte c.q. begrote uitgaven voor de jaren 2010 (t-1) en 2011 (t) weergegeven. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van bijlage 2, onderdeel A Inrichting activiteitenverslag en inzet van middelen van de Regeling bekostiging jeugdzorg 2009. Allereerst wordt de verwachte subsidie voor 2010 en begrote subsidie voor 2011 voor Bureau Jeugdzorg Friesland behandeld. Daarna worden de verwachte subsidie voor 2010 en begrote subsidie 2011 voor het Zorgaanbod behandeld. Tenslotte wordt er een overzicht over subsidiestromen voor 2010 gegeven. Net als in vorige paragraaf wordt bevatten de tabellen 1 en 2 structurele en mogelijk incidentele subsidies. In de toelichting wordt ingegaan op de belangrijkste incidentele toekenningen.
30 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
Verwachte en begrote uitgaven doeluitkering Bureau Jeugdzorg I. De stichting, die een bureau jeugdzorg in stand houdt Begrote subsidie 2011
Subsidieverlening 2010
(v)OTS < 1 jaar OTS overig voorlopige voogdij voogdij jeugdreclassering centrale overhead financiële taken en KR pleegzorg samenloop ITB harde kern ITB Criem STP Gbm - Gbm advies - Gbm uitvoering netwerk en trajectberaad Gesloten plaatsingen Subtotaal justitietaken Extra bijdrage caseload 1 op 15 - OTS < 1 jaar - OTS overig totaal Justitie taken indicatiestelling advies- en meldpunt kindermishandeling - extra fte AMK casemanagement / contactpersoon consultatie / deskundigheidsbevordering voorliggende voorzieningen niet-geindiceerde ambulante zorg kindertelefoon totaal VWS taken totaal taken bureau jeugdzorg clientvertrouwenspersoon bureau jeugdzorg experimenten steunfuncties totaal overige posten
prijs per eenheid
hoeveelheid
subsidiebedrag
Prijs per eenheid
hoeveelheid
subsidieBedrag (1)
7.650 6.466 5.357 3.818 5.094
294 516 6 154 216
2.249.100 3.336.456 32.142 587.972 1.100.304 338.010
7.650 6.466 5.357 3.818 5.094
345 560 6 160 230
743 1.263 1.694
7 60 9
1.694 1.263 1.694
15 73 10
2.227 4.935
5 4
5.201 75.780 15.246 0 0 11.134 19.740 4.040 122.784 7.897.909
2.639.250 3.620.960 32.142 610.880 1.171.620 370.785 0 25.410 92.199 16.940
2.058 4.559
8 4
305 297
294 516
89.646 153.278 8.140.833
2.947.661 1.964.275
16.000 2.332.023
0 2.362.023
1.435.582
1.285.582
140.459 9.116.000
140.459 8.700.000
17.256.833
17.449.382
61.552 298.947
61.552 100.000
360.499
161.552
2 Subsidieverlening 2009 t.l.v. doeluitkering 2010
totaal subsidie bureau jeugdzorg
8.749.382
3.227.661 1.964.275
16.460 18.236 4.500 130.000 8.749.382
679.710
18.297.042
17.610.934
(1). De begrote subsidie voor de justitiële taken van Bureau Jeugdzorg Friesland is gebaseerd op de groeiprognoses van Bureau Jeugdzorg Friesland. De subsidie voor het vrijwillige deel van € 8,7 miljoen is als taakstelling opgelegd aan Bureau Jeugdzorg Friesland. De onderverdeling van de subsidiebedragen is onder voorbehoud van de gesprekken met Bureau Jeugdzorg Friesland. 2) Deze subsidies komen ten laste van de doeluitkering 2010, terwijl ze betrekking hebben op 2009.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 31
Bureau Jeugdzorg Friesland 2010 Naar verwachting zal de doeluitkering voor het gedwongen kader ruim € 1,1 miljoen lager zijn, dan de verwachte kosten die hiervoor worden gemaakt. Door de aanhoudende groei van de instroom zal het verschil tussen doeluitkering en subsidies door de provincie voorgefinancierd moeten worden. De provincie brengt dit bij elke gelegenheid onder de aandacht bij het ministerie. Het verschil ontstaat tevens doordat de normprijzen voor OTS al enkele jaren te laag blijken. Daarnaast voert Bureau Jeugdzorg Friesland de gedwongen plaatsingen uit, waar het ministerie geen budget voor beschikbaar stelt. Bureau Jeugdzorg Friesland 2011 De verwachte kosten voor 2011 zijn gebaseerd op de meest recente groeiprognoses en de taakstellende gesprekken met Bureau Jeugdzorg Friesland. In mei 2010 heeft de provincie bij het programmaministerie van Jeugd en Gezin de meest recente ontwikkelingen voor het gedwongen kader bij het Rijk aangekaard. De hierin opgenomen berekening zijn geactualiseerd op basis van ontwikkelingen in 2009 en 2010. Subsidieplafond Bureau Jeugdzorg 2011 De in tabel Verwachte en begrote uitgaven doeluitkering Bureau Jeugdzorg (zie vorige bladzijde) opgenomen bedragen zijn hoger dan de op dit moment ter beschikking staande doeluitkering Bureau Jeugdzorg Justitieel en Vrijwillig Kader (J/GJ-2982342, d.d. 26 -01-2010) en het resterende saldo in de voorziening doeluitkering jeugdzorg. Op basis van artikel 6.4 uit de Subsidieverordening Bureau Jeugdzorg Fryslân vermelden wij hierbij dat de bedragen uit deze tabel niet gelijk staan aan het subsidieplafond maar op dit moment nog lager liggen. Het totale subsidieplafond Bureau Jeugdzorg Friesland 2011 bedraagt € 16.103.449 inclusief ‘Overige Posten’ en inclusief de genoemde taakstelling. Onder voorbehoud van onder andere de volumebijstelling (2011 t -1) voor het justitiële kader door het programmaministerie voor Jeugd en Gezin, kan de provincie dit subsidieplafond aanpassen. Kostprijsmethode Voor het jaar 2009 zijn de subsidieafspraken met Bureau Jeugdzorg Friesland gebaseerd op de kostprijsmethode PxQ. Voor het justitiegedeelte betreft dit een voortzetting van de reeds gehanteerde financieringssystematiek. Voor de Jeugd en Gezintaken is deze financieringssystematiek betrekkelijk nieuw. Eenheid per prijs is een geleverd product aan een jeugdige. Zorgbelang Fryslân De cliëntvertrouwenspersoon is ondergebracht bij Zorgbelang Fryslân. Deze vertrouwenspersoon werkt zowel voor cliënten van Bureau Jeugdzorg Friesland als voor het zorgaanbod. In de tabel is € 61.552 ten laste gebracht van de doeluitkering bureau jeugdzorg. Het overige deel van de subsidie komt ten laste van de doeluitkering zorgaanbod. Uit de post ‘Experimenten’ worden subsidies verstrekt op het gebied de week van de jeugdzorg.
32 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
Verwachte en begrote uitgaven doeluitkering zorgaanbod Tabel II. Zorgaanbod subsidieverlening 2010
Begrote subsidie 2011
subsidiebedrag
(1) subsidiebedrag
dag- en nachthulp pleegzorg dagbehandeling totaal verblijf
13.956.302 7.365.932 8.964.268 30.286.501
13.000.000 7.500.000 8.250.000 28.750.000
jeugdhulp totaal jeugdhulp
5.713.499 36.000.000
6.250.000 35.000.000
30.000
30.000
54.000 76.385
54.000 290.000
160.385
384.000
36.160.385
35.374.000
provinciale cliëntenorganisatie cliëntvertrouwenspersoon voor zorgaanbieders experimenten steunfuncties huisvesting totaal overige posten totaal subsidies zorgaanbod
(1) De totale begrote subsidie van € 35 miljoen is als taakstelling opgelegd aan de zorgaanbieder. De onderverdeling van de subsidiebedragen is onder voorbehoud van de gesprekken met de zorgaanbieder. Stichting Jeugdhulp Friesland 2010 In 2010 ontvangt Stichting Jeugdhulp Friesland naar verwachting een subsidie van € 36 miljoen voor het uitvoeren van haar zorgaanbod. Dit bedrag kan niet geheel worden gefinancierd uit de doeluitkering. De provincie zal vooralsnog ruim € 4,7 miljoen voorfinancieren. Stichting Jeugdhulp Friesland 2011 Voor 2011 heeft Stichting Jeugdhulp Friesland van de provincie een taakstelling opgelegd gekregen om haar zorgaanbod kritisch te bekijken, waardoor het ondanks een verwachte groei van het aantal cliënten met een subsidie van € 35 miljoen toe kan. Het totaal gevraagde budget kan niet geheel worden gefinancierd uit de doeluitkering van het Rijk en wordt daarom gefinancierd uit de toegezegde middelen van de provincie.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 33
Subsidieplafond Zorgaanbod 2011 De in tabel Verwachte en begrote uitgaven Zorgaanbod (zie boven) opgenomen bedragen zijn gelijk aan de op dit moment ter beschikking staande doeluitkering zorgaanbod jeugdzorg (J/GJ-2982342, d.d. 26 -01-2010). Het resterende saldo zal vooralsnog worden voorgefinancierd door de provincie. Het totale subsidieplafond Zorgaanbod Jeugdzorg Fryslân 2010 bedraagt € 32.585.953 inclusief ‘Overige Posten’ en inclusief de genoemde taakstelling. Kostprijsmethode De afspraken in de subsidiebeschikking zijn gemaakt op basis van kostprijzen. Eenheid per prijs is een capaciteitsplaats waarbij afspraken worden gemaakt over zowel de bezetting als ook het aantal behandelde jeugdige per jaar. De verantwoordelijkheid voor financiële gevolgen van onder- of (dreigende) overbezetting liggen daardoor bij de zorgaanbieder. Onder de post ‘Provinciale cliëntenorganisaties’ staan de verwachte subsidies voor 2010 en 2011 aan de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (NVP) en Stichting minderjarigen Noord Nederland (SMNN). De NVP verzorgt de belangenbehartiging van de pleeggezinnen. De SMNN ondersteunt cliënten vooral met uitvoerende werkzaamheden. Daarnaast ontvangt Zorgbelang Fryslân in dit kader subsidie voor het verder ontwikkelen van het provinciale cliëntenbeleid op het gebied van de jeugdzorg. De cliëntvertrouwenspersoon is ondergebracht bij Zorgbelang Fryslân. Deze vertrouwenspersoon werkt zowel voor cliënten van Bureau Jeugdzorg Friesland als voor het zorgaanbod. In de tabel is € 54.000 ten laste gebracht van de doeluitkering bureau jeugdzorg, de overige subsidie komt ten laste van de doeluitkering zorgaanbod Uit de post ‘Experimenten’ worden in 2010 en 2011 onder andere een subsidie verleend voor de Verwijsindex en de Week van de jeugdzorg.
Subsidiestromen provincie 2011
Te verstrekken subsidies
1 Bureau Jeugdzorg
2 Zorgaanbod
1+2 Totaal
Te verstrekken subsidies op basis van beschikbare Middelen Begrote subsidies Gevraagde uitkering
16.103.449 17.610.934 17.610.934
32.585.953 35.374.000 35.374.000
48.689.402 52.984.934 52.984.934
De totaal te verstrekken subsidies voor 2011 voor de Stichting, die een bureau jeugdzorg in stand houdt, en het zorgaanbod, wordt vastgesteld als subsidieplafond. De subsidie kan worden aangepast waneer de doeluitkering wordt aangepast als gevolg van de ontwikkeling van de lonen en/of de prijzen of door overige maatregelen van het Rijk.
34 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
4.3 ■ Kwalitatieve beschrijving gesubsidieerde activiteiten In onderstaand overzicht worden conform de Regeling bekostiging jeugdzorg 2009, onderdeel b, de gesubsidieerde activiteiten beschreven. I. Uit de doeluitkering Bureau Jeugdzorg gesubsidieerde activiteiten a. Activiteiten geleverd en te leveren door de stichting Indicatiestelling Het algemene startpunt voor een indicatietraject is de afdeling Centrale Toegang binnen Bureau Jeugdzorg Friesland. Naast de toegang tot het vrijwillige kader is hierin ook het AMK geïntegreerd. Indicaties in het vrijwillige kader worden afgegeven door de afdeling Indicatie en Casemanagement. Sinds 1 juni 2009 werkt Bureau Jeugdzorg Friesland met het nieuwe landelijke uniforme indicatietraject VIB. In deze systematiek wordt onderscheid gemaakt tussen VIB1 en VIB 2. Bij VIB 1 is er sprake van enkelvoudige problematiek, terwijl er bij VIB 2 sprake is van meervoudige problematiek. Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Bureau Jeugdzorg Friesland werkt vanaf 2008 met de ORBA-methode (Onderzoek Risicotaxatie en Besluitvorming AMK’s). Hierdoor wordt er veel aandacht geschonken aan de veiligheid en het inschatten van risico’s bij meldingen. Ondanks de stijging van het aantal AMK-onderzoeken werkt het AMK zonder wachtlijst. De stijging het aantal AMK-onderzoeken wordt vermoedelijk veroorzaakt door de publiekscampagne van begin 2009 en de aandacht voor signalen van kindermishandeling (RAAK) in het voorliggende veld. Consultatie en deskundigheidsbevordering voorliggende voorzieningen Bureau Jeugdzorg Friesland participeert vanuit de Centrale Toegang in een aantal onderwijs- en zorgnetwerken in de provincie waar casusoverleg plaats vindt. Daarnaast zet Bureau Jeugdzorg Friesland netwerkconsulenten in ten behoeve van de aansluiting met het voorliggende veld. De netwerkconsulenten werken hierin nauw samen met de procesmanagers CJG, die in het kader van de CJG ontwikkeling op lokaal niveau actief zijn om de ketensamenwerking te bevorderen. Niet geïndiceerde zorg / ambulante zorg Bureau Jeugdzorg Friesland verleent in de provincie geen ambulante zorg. Er wordt wel een project ‘Eigen Kracht conferentie’ uitgevoerd. Kindertelefoon De Kindertelefoon geeft informatie en advies aan jeugdige bellers. De Kindertelefoon registreert en genereert beleidsinformatie voor zowel intern gebruik als omgeving.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 35
b. Overige activiteiten Vertrouwenspersoon bureau jeugdzorg De functie ‘cliëntvertrouwenspersoon’ is ondergebracht bij Zorgbelang Fryslân. Beide vertrouwenspersonen werken zowel voor cliënten van Bureau Jeugdzorg Friesland als voor het zorgaanbod. In de tabel is € 54.000 ten laste gebracht van de doeluitkering bureau jeugdzorg, de overige subsidie komt ten laste van de doeluitkering zorgaanbod. Experimenten Er wordt vanuit deze post een bijdrage geleverd aan de CJG ontwikkeling. De provincie en gemeenten investeren samen in dit project om een goede aansluiting tussen het lokale jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg te realiseren. Steunfuncties Op het terrein van kennis en informatie en projecten in het kader van jeugdbeleid en jeugdzorg neemt de provincie producten af van Partoer CMO Fryslân. II. Uit de doeluitkering zorgaanbod gesubsidieerde activiteiten a. Activiteiten geleverd en te leveren door zorgaanbieders Dag- en Nachthulp In verband met de groeiende vraag is de residentiële capaciteit in Fryslân uitgebreid. Verder is in 2008 besloten een (semi)residentiële voorziening te realiseren voor jongeren met ernstige problematiek die nu in Landelijke Werkende Instellingen worden geplaatst (of op de wachtlijst staan). Deze voorziening, de Woodbrookers, is per 1 januari 2010 in gebruik genomen. Pleegzorg Het aantal pleegzorgplaatsen wordt verder uitgebreid. Binnen de pleegzorg zijn verschillende varianten als weekendpleegzorg, vakantiepleegzorg en 7x24 uurs pleegzorg. In de begeleiding wordt gekozen voor een ‘terug naar huis’ methodiek of wordt ingezet op ‘long stay’. Dit zijn verschillende vormen van begeleiding die voor de cliënt, ouders en pleeggezinnen meer duidelijkheid geeft over het perspectief. Dagbehandeling De behandeling sluit zoveel mogelijk aan bij de eigen kracht en competenties van de jeugdige en zijn omgeving. Deze systeembenadering is de afgelopen tijd in gang gezet en geldt ook voor de pleegzorg, dag- en nachthulp en de residentiële zorg. Jeugdhulp De afgelopen jaren is fors geïnvesteerd in de capaciteit van de ambulante zorg. De capaciteit voor gezins- en ouderbegeleiding wordt uitgebreid.
36 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
b. Overige activiteiten Cliëntorganisaties Onder de post ‘Provinciale cliëntenorganisaties’ staan de verwachte subsidies voor 2010 en 2011 aan de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (NVP) en Stichting minderjarigen Noord Nederland (SMNN). De SMNN ondersteunt cliënten vooral met uitvoerende werkzaamheden. Daarnaast ontvangt Zorgbelang Fryslân in dit kader subsidie voor het verder ontwikkelen van het provinciale cliëntenbeleid op het gebied van de jeugdzorg. Deze zaken komen ten laste van de doeluitkering zorgaanbod. De NVP verzorgt de belangenbehartiging van de pleeggezinnen. De kosten hiervan komen ten laste van de doeluitkering bureau jeugdzorg. Vertrouwenspersoon zorgaanbieders De functie ‘cliëntvertrouwenspersoon’ is ondergebracht bij Zorgbelang Fryslân. Beide vertrouwenspersonen werken zowel voor cliënten van Bureau Jeugdzorg Friesland als voor het zorgaanbod. In de tabel is € 61.552 ten laste gebracht van de doeluitkering zorgaanbod, de overige subsidie komt ten laste van de doeluitkering bureau jeugdzorg. Experimenten De provincie subsidieert een project gericht op de doelgroep dak- en thuisloze jongeren. Steunfuncties Op het terrein van kennis en informatie en projecten in het kader van jeugdbeleid en jeugdzorg neemt de provincie producten af van Partoer CMO Fryslân.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 37
BIJlAGE
1
Rapportage over stand van zaken uitvoering Afsprakenkader jeugdzorg 2010-2011
1. Provincies maken op basis van het Afsprakenkader z.s.m. in 2010 resultaatafspraken met hun gemeenten en instellingen jeugdzorg over de inzet in de eerste lijn (WMO/ CJG), de tweede lijn (jeugdzorg) en op het raakvlak daarvan. Er is op 19 december 2008 een convenant opgesteld tussen alle 31 Friese gemeenten en de provincie over de eenduidige ontwikkeling van de CJG. De looptijd van het convenant is de periode 2009 tot 2011. Dit is aansluitend op de initiatieven die de provincie en gemeenten daarvoor hebben ontwikkeld in het kader van ‘Jong in Fryslân’. Daarnaast is in de jaren 2009 en 2010 extra autonoom provinciaal geld (€ 1 miljoen per jaar) ingezet op het bereiken van vijf speerpunten. Dit gaat om extra inzet in de 1e lijn waarvoor gemeenten én provincie aanvullende middelen beschikbaar hebben gesteld. 1. continuering ‘Jong in Fryslan’ (o.m. aansluiting BJZ en CJG’s/ Veiligheidshuis/ zat’s) 2. inzet Triple P, 3. actieplan kindermishandeling (RAAK), 4. aansluiting onderwijs-jeugdzorg 5 crisisopvang. In juni 2010 is een tussenevaluatie opgesteld over de bereikte resultaten van deze speerpunten. Daarnaast is op basis van de Sociale Agenda 2008-2011 ingezet op het stimuleren dat in 2011 minimaal 20 gemeenten beschikken over een CJG en dat 25 gemeenten gebruik maken van de subsidieregeling Zorgcoördinatie. Partoer CMO Fryslân ondersteunt de gemeenten met diverse producten in het ontwikkelen van CJG’s (inclusief Verwijsindex). Jaarlijks worden de bereikte resultaten gemonitord via de ‘monitor CJG’. De monitor CJG Fryslân 2010 is in juli 2010 uitgebracht. De inzet van Bureau Jeugdzorg Friesland (BJZ) en Stichting Jeugdhulp Friesland (JHF) in 2011 in de 1e lijn, 2e lijn en raakvlakken daarvan worden vastgelegd in de beschikkingen voor 2011. Een aandachtspunt wordt het bevorderen van de effectiviteit van gezins- en opvoedingsondersteuning (GOO) door inbedding in het zorgcontinuüm (doorgaande lijn) tussen de 1e en 2e lijn en vice versa.
38 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân
2. Provincies dragen bij aan het stimuleren van de aanpak met netwerkondersteunende methodieken door het inzetten van het aansluitingsbudget voor deskundigheidsbevordering van medewerkers in de eerste lijn. De provincie maakt dit mogelijk. Sinds 2007 wordt er door Bureau Jeugdzorg Friesland gewerkt met netwerkconsulenten die de verbinding leggen in het voorliggende veld (1e lijn). 3. Provincies kunnen via regionale afspraken jeugdzorgbudget beschikbaar stellen voor eerstelijnszorg, bijvoorbeeld door gemeenten die een lagere instroom realiseren (gedeeltelijk) financieel te compenseren op basis van inverdieneffecten in de jeugdzorg. In de voorbereiding voor de activiteiten van JHF in 2011 wordt gekeken naar de inzet in de 1e lijn op de gebieden deskundigheidsbevordering en consultatie. Gezien de tendens dat de groei naar geïndiceerde jeugdzorg vooralsnog blijft stijgen – ondanks de te maken resultaatafspraken met gemeenten – vindt de provincie het op dit moment niet opportuun om een deel van de doeluitkering over te hevelen naar 1e lijn zorgaanbieders. Uitgangspunt voor de provincie is dat de wettelijke taak om kwalitatief aanbod in de geïndiceerde jeugdzorg te realiseren niet in gedrang mag komen. 4. Provinciale aanbieders van geïndiceerde ambulante zorg worden door de provincie in staat gesteld tegen betaling door gemeenten indien gemeenten daar behoefte aan hebben lichte pedagogische hulp ten behoeve van gemeenten uit te voeren. Deze mogelijkheid bestaat nu al en wordt gestimuleerd. Belangrijk aandachtspunt voor de provincie is dat er geen concurrentie(vervalsing) komt van 2e lijnsorganisaties in de 1e lijn. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat naast de beschikbaarheid van ambulante hulp er ook niet ambulante vormen van jeugdzorg beschikbaar blijven, die tegemoet komen aan de behoefte. 5. Provincies maken het mogelijk dat zorgaanbieders door tussenkomst van bureau jeugdzorg ambulante jeugdzorg zonder indicatiebesluit leveren. Hiermee wordt experimenteerruimte gerealiseerd waarbinnen deze ambulante jeugdzorg in samenhang kan worden gebracht met lichtere vormen van pedagogische begeleiding zoals deze in het kader van de WMO wordt geboden. Doel hiervan is het ontwikkelen van vernieuwend, laagdrempelig en intersectoraal ambulant zorgaanbod op het raakvlak van lokale en provinciale jeugdzorg om het beroep op zwaardere vormen van geïndiceerde jeugdzorg te beperken. Hierover maken provincies en gemeenten concrete afspraken voor 2010 en 2011. Dit punt is een onderdeel binnen het kader van het projectplan Vlielandgroep, getiteld ‘Versterkt door verbinding. Kiezen voor jeugd: van dromen naar durven naar doen’. Het project Vlieland behelst alle 2e lijn zorgorganisaties en financiers. Zij hebben in januari 2010 het startsein gegeven voor het ontwikkelen van een intersectorale aanpak aansluitend op de 1e lijn: integrale diagnostiek (vanuit de deelnemende organisaties), ontwikkelen zorgprogramma’s, ontwikkelen casemanagement
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 39
(gericht op continuïteit) en dossiervorming waarbij de cliënt de regie heeft en organisaties digitaal gegevens uitwisselen. In 2011 zouden 2 pilots kunnen starten. Er wordt gekeken naar mogelijkheden voor een pilot binnen een CJG gericht op de wijk Schieringen/ Heechterp in Leeuwarden, en naar een pilot binnen een regionaal zorgadviestam (zat). Dit project is een onderdeel van het experiment Frieslab. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de provincie Fryslân, de Friese gemeenten en de Friesland Zorgverzekeraar proberen met dit experiment knelpunten in de zorg en dienstverlening (AWBZ, Zvw, Wmo, Wjz en Wpg) te signaleren, te analyseren en te zoeken naar oplossingen.
Monitoring vindt plaats via een nog te ontwikkelen monitor. Deze monitor zal dit najaar worden ontwikkeld. Daarnaast is een projectaanvraag ingediend door de gemeente Leeuwarden in samenwerking met onder meer het Friesland College, Stichting Jeugdhulp Friesland en Bureau Jeugdzorg Friesland getiteld ‘School als werkplaats’. Doel van dit (driejarig) project is rechtstreekse inzet van de 2e lijn in de 1e lijn op de school (vindplaats) en een dalende instroom in de 2e lijn. Dit effect zal worden meegenomen in de subsidievoorwaarden. Een onderdeel van het project is om jaarlijks de resultaten via een tussenmeting te monitoren. 6. Op basis van de uitkomsten van de inventarisatie door IPO en J&G van de kwalitatieve en kwantitatieve knelpunten bij de uitstroom uit de geïndiceerde jeugdzorg maken provincies concrete afspraken met gemeenten over de beschikbaarheid van de noodzakelijke vormen van nazorg in het gemeentelijke veld. In Fryslân hebben we drie databanken te weten de vrijwillige jeugdzorg, de jeugdbeschermingsketen en de jeugdstrafrechtketen. Deze vallen onder de noemer databank ‘Één Friese wachtlijst’. Hiermee wordt de gehele keten rond de jeugd integraal in beeld gebracht. Deze gegevens worden per kwartaal gepubliceerd op het Informatie- en kennispunt (IKP) Jeugd en Gezin en in de Jeugdmonitor. De deelnemende partijen kijken naar het efficiënter prognosticeren (wat komt er op de partijen af qua dossiers) en kijken naar bottlenecks waarom doorstroom niet lekker loopt. Een nieuw onderdeel in 2010 wordt het kijken naar de gegevens in het kader van nazorg bij gemeenten. Gemeenten kunnen dan informatie krijgen over cliënten die terugkomen uit behandeling. Nazorg wordt een thema in bestuurlijke overleggen tussen gemeenten en de provincie. Monitoring vindt plaats via het agenderen in bestuurlijke overleggen op basis van gegevens uit database ‘Één Friese wachtlijst’. 7. Provincies stimuleren in samenspraak met gemeenten dat tussen instellingen die verantwoordelijk zijn voor het eerstelijnsaanbod (WMO/CJG) en aanbieders van geïndiceerde jeugdzorg afspraken worden gemaakt over de onderlinge samenwerking bij beëindiging van geïndiceerde jeugdzorg en doorgeleiding
40 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2010 Provincie Fryslân
Op dit moment vindt er nog ad hoc afstemming plaats over nazorg tussen 1e lijn en geïndiceerde jeugdzorg. In de tweede helft van 2010 zal dit onderdeel nader uitgewerkt worden conform de provinciale visie in het ontwerp Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 (hoofdstuk 2). In de beschikking met JHF zal nazorg en het maken van afspraken met 1e lijnsaanbod worden meegenomen en gemonitord. In de database ‘1 Friese wachtlijst’ wordt in de 2e helft van 2010 een plan van aanpak opgesteld om deze database aan CJG’s te koppelen. 8. De problemen bij de doorstroming worden aangepakt met de inzet van ‘logistieke’ deskundigheid en het organiseren van persoonlijke overdracht van cliënten op alle schakelpunten. Dossiervorming is één van de vier programmalijnen in het projectplan Vlielandgroep: ‘Versterkt naar verbinding. Kiezen voor jeugd: van dromen, naar durven naar doen’. 9. Provincies en stadsregio’s doen een uiterste inspanning om bovenop de efficiencyverbetering van gemiddeld 17% die in de afgelopen drie jaar is behaald over 2010 en 2011 per jaar nog een verdere efficiencywinst te behalen In de onderhandelingen over de begroting van 2010 is al een forse efficiencywinst gerealiseerd. Voor 2011 zijn begrotingen in voorbereiding. Er wordt gestreefd naar een efficiencywinst (financieel) van rond de 5%, rekening houdend met groeiende instroom. De doelstelling blijft om geen wachtlijsten te laten ontstaan, waardoor de feitelijke efficiencywinst hiermee eigenlijk hoger is. 10. Provincies en instellingen spannen zich in om meer omschakeling van (dure) residentiële zorg naar pleegzorg en gezinshuizen mogelijk te maken. JHF zet zich in voor deze omschakeling via het verhogen van de capaciteit binnen pleegzorg en meer accent op effectieve (evidencebased) ambulante methodieken. Voorbereidingen zijn verder in gang gezet om per 2011 de residentiële capaciteit terug te brengen. 11. Provincies stimuleren de werving van daarvoor geschikte pleeggezinnen voor uitvoering van intensieve pleegzorg, onder meer met nieuwe ‘warme’ wervingsmethoden voor pleegouders, om meer capaciteit voor intensieve pleegzorg te realiseren. Er bestaat geen vraag c.q. behoefte om als provincie hier extra op in te zetten. Op dit moment bestaat er geen tekort aan pleegouders in Fryslân. Wij blijven hierover in gesprek met JHF.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 41
12. Provincies stimuleren zorgaanbieders dat deze meer inzetten op het werken met evidence based en practise based methoden Het werken met evidencebased en practicebased methodieken is een gewenst resultaat in het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2010 en 2011 (paragraaf 4.3.2.) en wordt door JHF ingevuld. In het projectplan ‘Vlielandgroep’ wordt deze afspraak meegenomen en ook gekeken naar het inzetten op effectiviteit in de gehele keten (inclusief voor- en nazorg). 13. Samen met provincies en betrokken instellingen stimuleert de minister voor Jeugd en Gezin de ontwikkeling van zorgtrajecten voor kinderen die na of naast de jeugdzorg ook behoefte hebben aan lVG of GGZ-zorg door regionale pilots mogelijk te maken. De minister heeft de mogelijkheid gegeven om te experimenteren. Vanuit de provincie is het projectplan Vlielandgroep ingediend. Dit plan wordt in oktober 2010 met het ministerie van VWS en programmaministerie Jeugd en Gezin besproken. Ter informatie is het projectplan bijgevoegd.
42 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2010 Provincie Fryslân
BIJlAGE
2
Rapportage prestatieafspraken Afsprakenkader jeugdzorg 2010-2011
Rapportage prestatieafspraken Afsprakenkader jeugdzorg 2010-2011 Rapportageformat A Uiterste rapportagedatum aan het Rijk: 1 oktober 2010 respectievelijk 1 oktober 2011
Provincie: Fryslân
Prestatieafspraak 1: “aan kinderen bij wie de veiligheid in het geding is en kinderen in crisissituaties wordt direct de geïndiceerde zorg geboden.” Tabel 1: Crisissituaties
Unieke cliënten ten aanzien van wie BJZ een crisisbesluit heeft genomen en aan wie niet binnen 24 uur jeugdzorg is geboden. Cliënten in periode 1-7-2010 t/m 30-6-2011
0
Cliënten in periode 1-4-2010 t/m 30-6-2010
0
Toelichting: In tabel 1 wordt het aantal unieke cliënten weergegeven ten aanzien van wie BJZ gedurende de rapportageperiode een crisisbesluit heeft genomen ten behoeve van het vaststellen van een aanspraak op spoedeisende zorg, voor zover aan deze cliënten niet binnen 24 uur dergelijke zorg is geboden. Het betreft hier dus een stroomgegeven (alle cliënten in de rapportageperiode) en niet een standgegeven (aantal cliënten op peildatum). * Onder een “crisisbesluit” wordt verstaan de beslissing van BJZ ten aanzien van een cliënt op grond waarvan de cliënt een aanspraak krijgt op spoedeisende provinciaal gefinancierde jeugdzorg (zonder dat daarvoor een indi-
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 43
catiebesluit is vastgesteld) Dit betreft derhalve dezelfde cliënten op grond waarvan in het landelijke rapportageformat voor de reguliere beleidsinformatie bij item 2.3 het vervolg op de aanmelding van deze cliënt wordt gerekend tot de categorie “geaccepteerde aanmelding, verder met opstellen diagnostisch beeld waarbij een indicatiebesluit niet kan worden afgewacht (spoedeisende zorg)”, zijnde de 2e rij in tabel 2.3 onder aantal. • Het betreft hier alle unieke cliënten ten aanzien van wie gedurende de rapportageperiode een crisisbesluit is genomen en derhalve geen peildatumgegeven. • Onder “binnen 24 uur” wordt verstaan “binnen 24 uur nadat door bureau jeugdzorg het besluit is genomen dat voor de betreffende cliënt een indicatiebesluit niet kan worden afgewacht (zie toelichting “crisisbesluit”). • Onder “jeugdzorg” wordt verstaan: elke vorm van provinciaal gefinancierde jeugdzorg (incl. ambulante zorg -
-
die door de provincie wordt gefinancierd zonder dat hiervoor nog langer een indicatiebesluit is vereist); andere zorg waarmee de crisissituatie is opgeheven. In dergelijke gevallen is dan de crisissituatie opgeheven en kan alsnog een indicatiebesluit worden afgewacht
44 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2010 Provincie Fryslân
Prestatieafspraak 2 “de inzet is dat kinderen binnen negen weken worden geholpen. Langer wachten kan als dat volgens BJZ inhoudelijk verantwoord is.” Tabel 2: Langer wachten op hulp dan negen weken Aantal cliënten op peildatum - dat langer dan negen weken wacht op provinciaal gefinancierde geïndiceerde jeugdzorg - die geen enkele vorm van provinciaal gefinancierde jeugdzorg ontvangen en - ten aanzien van wie bureau jeugdzorg heeft vastgesteld dat langer wachten dan negen weken niet verantwoord is 1 september 2010
1 september 2011
0
0
Aantal cliënten
Toelichting Definitie: a) Unieke cliënten b) Met een indicatie voor provinciaal gefinancierde jeugdzorg c) Die langer dan 9 weken wachten na datum inwerkingtreding van het indicatiebesluit d) Welke geen enkele vorm van provinciaal gefinancierde jeugdzorg ontvangen e) Waarvan bureau jeugdzorg heeft vastgesteld dat langer wachten dan negen weken niet verantwoord is Dit betreft derhalve cliënten op de netto-wachtlijst zoals deze ook in 2008 en 2009 ook werd uitgevraagd, maar alleen voor zover door bureau jeugdzorg is vastgesteld dat langer wachten dan negen weken niet verantwoord is. * * *
*
*
De tabel heeft betrekking op een standgegeven, cliënten op peildatum. De wachttijd wordt gerekend vanaf datum inwerkingtreding indicatiebesluit. Cliënten die wachten op geïndiceerde zorg door een landelijk werkende zorgaanbieder (LWI’s) worden meegeteld. De betreffende wachtlijstgegevens worden door de LWI’s geleverd aan het bureau jeugdzorg in de provincie van herkomst van de cliënt. De penvoerende provincies maken over deze levering afspraken met de LWI’s en de bureaus jeugdzorg zien erop toe dat deze de betreffende gegevens tijdig aanleveren. Cliënten die wachten op geïndiceerde jeugdzorg die niet door de provincie wordt gefinancierd, zoals jeugd-GGZ of jeugd-LVG, worden hier dus niet meegeteld. Niet meegeteld worden de cliënten die wel reeds een vorm van provinciaal
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Provincie Fryslân 45
•
gefinancierde jeugdzorg ontvangen. Hieronder wordt voor zover aan de orde tevens verstaan ambulante door de provincie gefinancierde jeugdzorg waar voor niet langer een indicatiebesluit is vereist. De bureaus jeugdzorg stellen vast of cliënten met een indicatie voor provinciaal gefinancierde jeugdzorg al dan niet verantwoord langer dan negen weken kunnen wachten op een vorm van provinciaal gefinancierde zorg. De beoordeling hiervan behoort tot de professionele verantwoordelijkheid van het bureau jeugdzorg. In deze rapportage wordt alleen weergegeven het aantal cliënten ten aanzien van wie bureau jeugdzorg heeft vastgesteld dat langer wachten niet verantwoord is.
landelijk werkende instellingen (lWI’s) leveren deze gegevens aan het bureau jeugdzorg van de provincie van herkomst. Tevens leveren zij de NAW-gegevens over de cliënten op deze wachtlijst aan het betreffende bureau jeugdzorg, conform de daarover tussen door de provincie met hen en het bureau jeugdzorg gemaakte afspraken.
46 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2010 Provincie Fryslân
Colofon
Uitgave Provincie Fryslân Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden e-mail:
[email protected] Foto’s Stockfotografie Provincie Fryslân Vormgeving Tjitse Zijlstra, Provincie Fryslân