Uitvoeringsprogramma Friese Meren 2011-2015 Versoberen, investeren, verzilveren en borgen Provincie Fryslân Versie 15-12
CONCEPT
Samenvatting en conclusies Conclusie na 10 jaar Friese Merenproject De afgelopen 10 jaar zijn er door alle participanten in Het Friese Merenproject omvangrijke investeringen gedaan in Fryslân. Deze hebben een positief effect gehad op de kwaliteit van het Friese vaargebied en de watersportvoorzieningen. Fryslân heeft haar concurrentiepositie als toeristische (watersport)bestemming en de economische positie van haar watersportsector in de afgelopen 10 jaar zeker verbeterd. Een meerjarig consistent uitgevoerd beleid loont. Met dank aan de politiek van de provincie Fryslân, die drie statenperiodes haar steun en vertrouwen heeft uitgesproken in Het Friese Merenproject en met dank aan alle partners. Er is een flinke slag gemaakt, maar we zijn nog niet klaar. De bestedingen van watersporters staan onder druk en de concurrentie zit niet stil. De komende periode kan sterker worden ingezet op het verzilveren van de gedane investeringen. Bovendien is het zaak om deze investeringen en de bereikte kwaliteitsverbetering voor de toekomst te borgen. De schaarser wordende middelen vragen om bijstelling van de koers, vooral door de infrastructurele programmalijn “Grenzeloos varen” te versoberen en door meer focus te leggen op het economische deel van het programma en daardoor bestedingen te bevorderen. Deze koerswijziging is ook noodzakelijk omdat als gevolg van recente kostenramingen voor de vaarverbinding Drachten – Groningen/Drenthe, de programmabegroting van € 495 mln. overschreden dreigt te worden (€ 584 mln.) Om beide genoemde redenen is een opsomming gemaakt van geplande projecten waarmee we willen stoppen in verband met geen of onvoldoende financieringsmogelijkheden, een te laag investeringsrendement, te hoge kosten of een te geringe bijdrage aan de programmadoelen. Dit is uitgewerkt onder de koers “versoberen”. Voorgesteld wordt om voor een totaal van € 138,4 miljoen uit het uitvoeringsprogramma 2011-2015 te schrappen. Koers voor de komende 5 jaar In de laatste 5 jaar van Het Friese Merenproject zal worden ingezet op: Het Het Het Het
versoberen van de restopgave in voornamelijk het infrastructurele deel. investeren in de restopgave van het programma met de focus op economie. verzilveren van de kwaliteitsverbetering door in te zetten op rendement. borgen van het beheer van basisvoorzieningen voor de lange termijn.
Versoberen Sober: “geen nieuwe doelen en projecten en afbouwen infrastructurele programmadeel” Er worden geen nieuwe doelen en projecten meer in het programma gebracht, ondanks dat de markt of onze partners hierom vragen. Bovendien voeren we een versobering door in het uitvoeringsprogramma. Aan Provinciale Staten (PS) zal worden voorgesteld voornamelijk infrastructurele projecten te schrappen voor een totaalbedrag van € 138,4 mln. Dit betreft:
Nieuwe verbinding Drachten – Groningen /Drenthe Opwaarderen verbinding Workum – Hindeloopen Nieuwe verbinding Balk – De Fluezen Verbinding Sleattemer Mar – De Fluezen Verminderen wachttijden Sluis Kornwerderzand Verhogen bruggen Broeresleat/Vierhuistervaart
€ 105,6 mln. € 15,4 mln. € 11,0 mln. € 2,5 mln. € 2,0 mln. € 0,9 mln.
Instellen Taskforce Regelgeving Evenementenbureau Prijsvraag watersportactiviteitencentrum
Totaal
€ 0,5 mln. € 0,3 mln. € 0,2 mln. ------------------€ 138,4 mln.
De restopgave van € 349 mln. wordt zo verlaagd tot € 210,6 mln. Hierdoor wordt de totale programmabegroting € 445,6 mln. (oorspronkelijk financieel kader € 495 mln.). De begroting en financiering van de restopgave is als volgt: Programmabegroting Restopgave 2011-2015 : € 210,6 mln. In uitvoering : € 45,7 mln. -----------------Geplande projecten : € 164,9 mln.
Financieringsbegroting Geplande projecten : € 164,9 mln. Gefinancierd : € 98,4 mln. ------------------Financieringstekort : € 66,5 mln.
De hiervoor benodigde provinciale bijdrage bedraagt ca. € 22 mln. en is niet in de begroting opgenomen. De middelen zijn noodzakelijk voor gemeentelijk baggerwerk, watersportkernen Bolsward, Leeuwarden, Dokkum, Franeker en toegangspoort Makkum, de opwaardering van de Turfroute, mitigatie ecologie en voorbereidingskosten. Met de vaststelling van de evaluatie 2000-2010 is het plan van aanpak uit 2000 afgesloten. Het uitvoeringsprogramma 2011-2015 is een versobering en aanscherping van het plan van aanpak uit 2007. In het definitieve uitvoeringsprogramma 2011-2015, dat aan de nieuwe Staten wordt voorgelegd, zal een voorstel worden gedaan voor de herijking van de doelen, effecten en resultaten en een prioriteitstelling van de projecten. Investeren Terug naar de basis: “basisvoorzieningen en vaargebied op orde, focus op economie” Het oorspronkelijke programma uit 2000, gericht op verbetering van de kwaliteit van het vaargebied, is nog niet compleet afgerond. Ondernemers en gemeenten hebben kenbaar gemaakt dat investeren in de basisvoorzieningen belangrijker is dan nieuwe projecten. De sluis Stavoren staat met stip bovenaan, de vaarwegen moeten op diepte zijn en blijven, de pauzes in de brug- en sluisbedieningstijden moeten worden afgeschaft en er is behoefte aan meer passantenplaatsen. Lopende projecten zoals het Polderhoofdkanaal en de Noordelijke Elfstedenvaarroute worden afgemaakt. Daarnaast zijn nog enkele knelpunten op te lossen, zoals de aanpassing van de sluizen in Workum en Makkum. Focus op economie: “nu investeren in toegangspoorten en waterfronten” In 2007 is vastgesteld dat het soms moeilijk was om de watersportdorpen en steden te bezoeken. Er zijn onvoldoende passantenplaatsen in het waterfront van de historische kernen. Ook de verrommeling van de historische water- en havenfronten met allerlei nieuwe voorzieningen en gebouwen, verbergt vaak het waterfront en verbreekt het visuele contact tussen het water en de historische watersportkern. De oevers zijn in veel gevallen niet meer openbaar toegankelijk. De watersportkernen moeten weer visueel en functioneel “aan het water” komen te liggen zodat de watersporter meer gestimuleerd wordt om aan de wal te stappen. Watersporters kunnen veel besteden, maar zij moeten wel de gelegenheid krijgen.
Het IJsselmeer en de Waddenzee zijn de meest populaire watersportgebieden. Waar het aantal motorboten in Fryslân maar licht is gegroeid, liggen hier groeikansen. De IJsselmeer- en Wadzeilers, moeten door verfraaiing van de waterfronten en de uitbreiding van de sluiscapaciteit, gestimuleerd worden om de dorpen en steden aan het IJsselmeer en de Waddenkust te bezoeken en “grenzeloos” door te kunnen varen naar de dorpen en steden in het Friese binnenland. Stavoren is de meest gepasseerde en strategische invalspoort voor de lange termijn, want het potentieel van de nationale vloot ligt vooral in Flevoland, Noord- en Zuid-Holland en Zeeland en komt vanaf het IJsselmeer via Stavoren Fryslân binnen of bezoekt de andere toegangspoorten langs de kust. De opwaardering en versterking van 7 toegangspoorten (Stavoren, Harlingen, Workum, Lemmer, Harlingen, Lauwersoog en Makkum) en 10 watersportkernen (Heeg, Woudsend, IJlst, Langweer, Earnewald, Lemmer, Bolsward, Joure, Balk en Leeuwarden) is een strategisch speerpunt in het programma. Verzilveren Marketing en promotie: “waterrijk Fryslân nu nog sterker en gerichter gaan promoten” Het water en het watertoerisme in Fryslân kan nog sterker en gerichter worden gepromoot om de investeringen beter te verzilveren. In de promotie moeten land- en waterrecreatiemogelijkheden in Fryslân beter worden verbonden. De meren en vaarten vormen in het weidse Friese landschap ook een prachtig decor voor fietsers en wandelaars. Nederland en Duitsland zijn onze belangrijkste doelgroepen, maar in de mediakeuze kan wellicht nog gerichter worden gedifferentieerd en meer onderscheid worden gemaakt in massa- en beïnvloedingscommunicatie. Goed gastheerschap: “vriendelijke begeleiding & voorlichting, Fryske bevolking is ambassadeur” Uit onderzoek is gebleken dat de keuze van de toerist voor het bezoeken van een gebied of het kiezen van een vakantie het meest wordt bepaald door internet (ervaringsforums), gevolgd door meningen van familie, vrienden en bekenden. Ook is gebleken dat de watersporter grote waarde hecht aan een vriendelijke bevolking en gelukkig de Fryske bevolking daarin zeer positief heeft beoordeeld. Goed gastheerschap is randvoorwaardelijk voor het verzilveren van de investeringen in de watersport en het trekken van toeristen naar onze provincie. De mensen die het directe contact hebben met de toerist, zoals havenmeesters, brug- en sluiswachters en natuurlijk de Fryske ondernemer zelf, zijn onze ambassadeurs. Maar ook de Fryske bevolking moet zich de ambassadeur van zijn provincie voelen. Het stimuleren van het “Frysk gastheerschap” past in de merkcampagne “Fan Fryslân”.
Verzilveren van decor: “kansen verzilveren in natuur en landschap” Het Friese Merenproject heeft in 2008 de visie op de uitvoering verscherpt door de investeringen economisch en ecologisch duurzaam in balans te brengen. Toen is gebleken dat mitigatiemaatregelen noodzakelijk zijn om drukverhoging op te vangen en te compenseren. Inmiddels zijn locaties voor natuurmaatregelen en kansen bekend en kan in samenwerking met Staatsbosbeheer en It Fryske Gea een uitvoeringsprogramma worden opgesteld. Fryslân is in juni 2010 door de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (VNC) uitgeroepen tot de mooiste provincie van Nederland, omdat de oorspronkelijke historische natuur en landschapswaarden het meest en best zijn behouden. Het water en de natuurlijke inrichting van het weidse en gevarieerde landschap vormen het even fraaie als onmisbare decor voor recreatie en toerisme. Het Fryske landschap is in feite de economische drager voor recreatie en toerisme. Verzilveren betekent daarom ook investeren in natuur, landschap en nieuwe vormen van landschapsbeheer. Borgen Beheer van basisvoorzieningen: “Vaarwegbeheer, aanlegplaatsen, fiets- en wandelpaden” Op tweederde van het programma is het goed om erbij stil te staan op welke wijze de behaalde resultaten voor de toekomst kunnen worden geborgd. Het Friese Merenproject is mede gestart om een inhaalslag te maken. Een inhaalslag die vooral het gevolg is geweest van gebrekkig onderhoud, te weinig prioriteit en te weinig middelen in de voorafgaande periode. Het grote aantal partijen dat een bijdrage dient te leveren aan het beheer en onderhoud, het verbeteren van voorzieningen en ook een versnipperde aanpak, is een belangrijke oorzaak geweest van de achteruitgang. De winst van Het Friese Merenproject is dat alle partijen uiteindelijk gefocust zijn op hetzelfde doel en maatregelen uitvoeren met een grote mate van samenhang en integraliteit. Er moet worden voorkomen dat de vele miljoenen die zijn geïnvesteerd, ons de komende jaren tussen de vingers doorglippen en we door gebrek aan focus langzaam weer achteruit varen. Uit de interviews blijkt dat de participanten zich zorgen maken over het borgen van de resultaten. Er is veel geïnvesteerd in de kwaliteit van de infrastructuur en de voorzieningen. Daar komt bij dat er tot 2015 als gevolg van versnipperde aandacht nog een opgave resteert om achterstallig onderhoud weg te werken. Er ligt dan ook een flinke bestuurlijke uitdaging om een vorm te vinden waarin alle belanghebbende partijen blijven samenwerken en het belang onderschrijven van een goed beheer, onderhoud en de blijvende aanpassing van de publieke voorzieningen. Het agenderen hiervan, het formuleren van een koers en het inzichtelijk maken van de benodigde jaarlijkse middelen is een uitdaging voor de komende jaren. Wij zijn voornemens de mogelijkheden hiertoe te verkennen, de verschillende alternatieven op een rij te zetten en met PS in overleg te gaan over de meest geëigende beheersvorm. De invoering van de Waterwet en de noodzakelijke herschikking van het Friese vaarwegbeheer kan hierbij dienen als een belangrijke aanleiding.
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
INHOUD
Samenvatting en conclusies
1
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Tien jaar Friese Meren 1.2 Nut en noodzaak uitvoeringsprogramma 1.3 Tussenstand van Het Friese Merenproject 1.4 Leeswijzer
6 6 6 6 7
Hoofdstuk 2 Trends en ontwikkelingen 2.1 Toerisme en watersport 2.2 Doelgroepkenmerken watersporters
8 8 9
Hoofdstuk 3 Aanscherping programma 3.1 Visie en missie 3.2 Koers 3.3 Doelstellingen 3.4 Programma 2011- 2015
13 13 16 20 21
Hoofdstuk 4 Resultaten en projecten 4.1 Programmalijn Grenzeloos Varen 4.2 Programmalijn Bestedingen aan de wal 4.3 Programmalijn Mitigatie ecologie en duurzaamheid
23 23 28 31
Hoofdstuk 5
Samenwerking, organisatie en communicatie
35
Hoofdstuk 6
Kosten en financiering
37
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
5/45
1 2 3 4
Bronverantwoording Betrokkenen Overzicht projecten en resultaten Grenzeloos Varen Financieel overzicht projecten
39 41 42 44
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding Tien jaar Het Friese Merenproject Fryslân is met haar uitgestrekte merengebied, de vele kanalen en vaarten en haar ligging aan IJsselmeer en Wad een omvangrijk watersportgebied binnen WestEuropa. Samen met het prachtige Friese landschap en de vele karakteristieke dorpen en (elf)steden maakt dit een unieke combinatie waar veel binnen- en buitenlandse toeristen en recreanten op afkomen. Het is dan ook niet voor niets dat recreatie en toerisme belangrijke economische pijlers zijn geworden voor de provincie Fryslân. Investeren in deze sector is investeren in werkgelegenheid voor de toekomst. Maar het betekent ook investeren in leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Eind jaren 90 stond de marktpositie van de Friese Meren onder druk. De watersport liet teruglopende bezoekersaantallen zien, concurrerende watersportgebieden waren in opkomst en de kwaliteit stond onder druk vanwege vele knelpunten en verouderde voorzieningen. Dit heeft geleid tot de start van Het Friese Merenproject op 20 december 2000, vanuit de gedachte dat economische structuurversterking gebaat is bij een meerjarige en consistente aanpak. Nu is het moment om de resultaten van Het Friese Merenproject over de afgelopen 10 jaar te evalueren en de koers voor de komende 5 jaar te bepalen.
1.2
Nut en noodzaak aanscherping uitvoeringsprogramma De evaluatie wijst uit dat de ingezette koers en acties juist zijn geweest. Er is veel bereikt en het merendeel van de gestelde doelen is behaald. Op een aantal punten is nog aanscherping wenselijk. Dit blijkt ook uit consultatie van gemeenten en de private sector, de trends en ontwikkelingen in de toeristisch-recreatieve sector en is ook nodig vanwege schaarser wordende middelen. Voor de komende periode is het zaak te versoberen, de gedane investeringen af te ronden, te verzilveren en te borgen. Met de Evaluatie FMP 2010 wordt de 1e fase verantwoord en afgesloten. Het Uitvoeringsprogramma Friese Meren 2011-2015 geeft aan welke koers de komende jaren wordt gevaren, welke bijstellingen noodzakelijk zijn, waar de prioriteiten liggen en welke financiering daarvoor nodig is. Het uitvoeringsprogramma Friese Meren 2011-2015 is onder meer tot stand gekomen in samenwerking met vertegenwoordigers in de toeristisch-recreatieve sector binnen en buiten de provincie Fryslân. In plenaire bijeenkomsten met bestuurders, ambtenaren, ondernemers en brancheorganisaties en de andere participanten zijn de resultaten besproken, meningen en opvattingen uitgewisseld en ideeën naar voren gebracht over de aan te scherpen koers die de provincie de komende jaren moet varen. Via deze interactieve aanpak is waardevolle kennis en ervaring uit het werkveld benut.
1.3
Tussenstand van Het Friese Merenproject Het oorspronkelijke beleidskader is vastgesteld met het Plan van Aanpak Friese Meren (PvA 2000). Op basis van tussentijdse evaluatiemomenten heeft een bijstelling plaatsgevonden, opgenomen in het Plan van Aanpak „Koers op Fryslân‟ 2e fase (PvA 2007). Een volgende aanscherping van het beleidskader Friese Meren is neergelegd in de „Herijking, prioritering en programmamanagement 2e fase‟ (Herijking 2008). Het hoofddoel van het programma zoals dat in 2000 is geformuleerd spitst zich toe op een verbetering van de kwaliteit van het Friese merengebied en een versterking van de marktpositie in de sector recreatie en toerisme. Op basis van de evaluatie kan geconcludeerd worden dat de doelstellingen van het aflopende beleidskader 2002-2010 in belangrijke mate bereikt zijn:
6/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
1. Werkgelegenheidsgroei van 30% in de watersport in Fryslân aan het einde van de looptijd (2015). In de periode 2000-2009 is er mede dankzij Het Friese Merenproject een werkgelegenheidsgroei in de Friese watersport bereikt van 22,7%. Dit is positief ten opzichte van de gemiddelde landelijke groei van de totale werkgelegenheid die 16,4% bedraagt. Deze doelstelling van Het Friese Merenproject ligt dus goed op koers. Voor 2010 wordt door de economische omstandigheden wel een werkgelegenheidsdaling verwacht. 2. Bestedingsgroei van 150% per persoon per dag in de watersport in Fryslân aan het einde van de looptijd (2015). Vanaf 2000 tot en met 2005 zijn de bestedingen in het watertoerisme van watersporters in Fryslân sterk gegroeid van € 41 naar € 59 per persoon per dag. Dit was aanleiding om te streven naar een bestedingsgroei van 150% aan het einde van de looptijd. De recente kredietcrisis heeft de toeristische bestedingen echter zwaar onder druk gezet. In 2009 zijn de bestedingen in het watertoerisme uitgekomen op € 41. Dit is exact het bestedingsniveau ten tijde van de start van Het Friese Merenproject in 2000. Bestedingscijfers en signalen uit de markt wijzen op een sterke teruggang van vooral de consumptieve bestedingen in de horeca. Deze bestedingsdaling is enigszins strijdig met de werkgelegenheidsgroei. Dit wordt verklaard doordat de horeca in de werkgelegenheidsindeling geen onderdeel uitmaakt van de watersportsector. 3. Een minimaal gelijkwaardige groei van het watertoerisme als in de Duitse watersportgebieden. De afgelopen 10 jaar is gebleken dat de groei in het watertoerisme in de Duitse watersportgebieden – vertaald naar MecklenburgVorpommern en Brandenburg - groter is geweest dan in Fryslân, maar op een aantal punten scoort Fryslân beduidend beter. Fryslân is de meest populaire watersportbestemming en blijkt marktleider te zijn. De beide Duitse gebieden zijn groeimarkten en een groeivergelijking valt meestal uit in het nadeel van gevestigde markten of producten. De Friese concurrentiepositie staat niet onder druk, maar de Duitse Oostzee wordt wel steeds meer een populair zeilgebied en vormt concurrentie voor het IJsselmeer en het Wad. Hierbij moet in ogenschouw worden genomen dat toerisme en recreatie bij uitstek een sector is waar exogene factoren op van invloed zijn, zoals economische en sociale trends en ontwikkelingen. Deze exogene factoren maken het behalen van doelen niet afdwingbaar. De afgelopen toeristisch-recreatieve beleidsperiode kenmerkt zich door een omvangrijke impact vanuit dergelijke mondiale exogene factoren (aanslagen en economische crisis) en dit is merkbaar in de resultaten. 1.4
Leeswijzer Hoofdstuk twee licht de relevante trends en ontwikkelingen toe. Het derde hoofdstuk beschrijft de visie voor de komende vijf jaar. Dit gaat gepaard met koersaccenten en benoemt de wijze waarop de komende jaren met de doelstellingen en programmalijnen wordt omgegaan. Hoofdstuk vier benoemt welke projecten uit spoor 1 komen te vervallen, en welke projecten onderdeel uit (blijven) maken van spoor 2. Hoofdstuk vijf geeft een blik op de beoogde organisatie, werkwijze en samenwerking voor de toekomst. Hoofdstuk zes ten slotte gaat in op de kosten, de financiering en de financieringsverhoudingen. Een samenvatting en conclusies zijn opgenomen aan het begin van dit rapport. In het rapport wordt in het vervolg ten behoeve van de leesbaarheid gesproken over PvA 2000, PvA 2007 en Herijking 2008. Wanneer het andere documenten betreft worden deze specifiek genoemd. Daar waar gesproken wordt over „FMP‟, wordt Het Friese Merenproject bedoeld.
7/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Hoofdstuk 2
Trends en ontwikkelingen Dit hoofdstuk belicht de voor de toekomst van de watersport relevante trends en ontwikkelingen. Ook worden inzicht gegeven in de doelgroepkenmerken van zowel Nederlandse als Duitse watersporters.
2.1
Toerisme en watersport De belangstelling voor watersport in Fryslân groeit nog steeds. Niet alleen de Nederlanders weten Fryslân als watersportbestemming goed te vinden, ook de internationale grenzen vormen steeds minder een belemmering voor de watersport. De grote bekendheid van de Friese watersport in de ons omringende landen biedt daardoor kansen voor meer buitenlandse watersportgasten in Fryslân. Voor de binnenlandse watersportmarkt betekent deze toenemende internationalisering echter ook meer concurrentie door het aanbod van goedkope zon(vlieg)vakanties in het buitenland. De huidige recessie biedt hier ook kansen, omdat Nederlanders nu meer dan voorheen kiezen voor een vakantie in eigen land. De recessie heeft een aantal ontwikkelingen in gang gezet: consumenten gaan minder vaak en korter op vakantie, men boekt later en kiest bestemmingen dichterbij huis. Ook besteedt men minder tijdens de ondernomen vakanties. Na een aanvankelijke groei vanaf 2000 tot 2005 wordt er de laatste jaren weer minder uitgegeven door watersporters, waardoor het uitgavenpatroon weer terug is op het niveau van 2000. Voor 2010 wordt verwacht dat er een lichte krimp van het aantal vakanties in Nederland plaatsvindt. Dit wordt mogelijk veroorzaakt door de dalende koopkracht en oplopende werkloosheid. De economische recessie zal naar verwachting ook in 2011 nog zijn weerslag hebben op het toerisme in Fryslân. Daarnaast zullen demografische ontwikkelingen nieuwe kansen en opgaven bieden. De reislustige senior wordt een steeds belangrijkere doelgroep: zij hebben geld te besteden en gaan meerdere keren per jaar op vakantie, ook buiten het hoofdseizoen. Ze hebben oog voor kwaliteit en comfort en stellen hier eisen aan. Door de toenemende vergrijzing in de markt zal naar verwachting op de middenlange termijn binnen de pleziervloot een verschuiving plaatsvinden naar een groter aandeel motorboten. Ook zal door de vergrijzing meer behoefte aan de combinatie van zorg en toerisme ontstaan, wat ook als marktkans kan worden gezien. Door de toenemende „ontgroening‟ in de markt dreigt de nieuwe aanwas van watersporters op termijn te stagneren en de totale watersportmarkt kleiner te worden. Dit maakt de jeugd van nu een belangrijke doelgroep. De belangstelling bij de jeugd voor watersport staat echter onder druk door een toenemende concurrentie van andere vrije tijdsactiviteiten en goedkope buitenlandse vakanties. De verhuurmarkt voor vooral open zeilboten heeft het daardoor al jaren moeilijk. De jeugd is vooral gevoelig voor uitdagende sporten en belevenissen met veel actie, iets wat ze te weinig in de huidig aangeboden watersportvormen in Fryslân herkennen1. Ook is voor hen de koppeling tussen water- en landrecreatie van belang. Ook ‟s avonds en bij slechter weer moet er immers „iets te beleven‟ zijn. Deze trends en ontwikkelingen vragen om een strategische aanpak om deze bedreiging te keren, bijvoorbeeld door een aantrekkelijk watersportaanbod voor de jeugd en de werving van nieuwe aanwas via het stimuleren van schoolzeilen. Watersportondernemers geven aan dat hun gasten ongeacht hun leeftijd niet alleen maar willen varen, maar in toenemende mate variatie en afwisseling zoeken in hun 1
Marktontwikkelingen watersport in Fryslân, ISM 2006
8/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
watersportvakantie. Dit vraagt om een verbreding van het watersportaanbod, waarbij ook koppelingen met landgebonden voorzieningen, (cultuurhistorische) bezienswaardigheden, attracties en slechtweervoorzieningen nodig zijn om in te kunnen spelen op deze veranderende marktvraag. De toeristische markt wordt steeds meer een belevingseconomie, waarbij gedenkwaardige, unieke en onvervangbare concepten gretig aftrek vinden. De consument voert een zoektocht uit naar intensieve ervaringen, wil deze ervaringen delen en is bereid te experimenteren met ICT. Dit vraagt om voortdurende innovatie en productontwikkeling op recreatief-toeristisch gebied. Een andere ontwikkeling is dat er minder met de boot gevaren wordt dan vroeger. Brug- en sluistellingen laten de laatste jaren een daling van het aantal recreatievaartpassages zien, terwijl het aantal boten in Fryslân de afgelopen 10 jaren wèl behoorlijk is gegroeid. Zo is het aantal boten in jachthavens met 12% toegenomen. Ook zijn er veel woonwijken aan het water bijgekomen met vaak een boot bij huis. Signalen uit de markt geven aan dat het “weer” een steeds meer bepalende factor is geworden. Men vaart nu vooral bij mooi (zeil)weer, waardoor de recreatiedruk op het water zich in toenemende mate toespitst op piekmomenten. Ook in de IJsselmeerhavens is het aantal boten de afgelopen 10 jaren gegroeid met maar liefst 20%. Deze groei heeft echter uitsluitend plaatsgevonden in de jachthavens van Noord-Holland en Flevoland. De sluispassages op het IJsselmeer laten de afgelopen 10 jaren eveneens een groei zien (Den Oever 30%, Kornwerderzand 10%), al hoewel hier de laatste jaren sprake is van stabilisatie. Voor Fryslân is het de uitdaging om met een gericht maatregelenbeleid te profiteren van deze belangrijke watersportmarkt. De termen authenticiteit en duurzaamheid zijn niet weg te denken uit de toeristische beleidsplannen en projecten. Ook in Fryslân speelt deze tendens; het bevorderen van elektrisch varen en aandacht voor duurzaam toerisme zijn hiervan voorbeelden. Ons klimaat is aan het veranderen, de zomers worden warmer en langer. Experts hebben berekend dat Nederland vanaf 2020 een interessant alternatief is voor zonaanbieders ten opzichte van het Middellandse Zeegebied. Dit kan het Friese watersportseizoen op termijn verlengen en intensiveren. Ten slotte, demografische veranderingen leiden naast vergrijzing en ontgroening op termijn tot een afname van de bevolkingsomvang. Dit brengt nieuwe herstructureringsopgaven van woningen, gebouwen en voorzieningen in dorpen en steden met zich mee. Toerisme kan als groeisector een invulling bieden voor vrijkomende gebouwen en voorzieningen en daarmee een bijdrage leveren aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit van onder meer de watersportkernen.
2.2
Doelgroepkenmerken watersporters Doelgroepkenmerken Nederlandse watersporters Vrouwen ondernemen relatief vaker een bootvakantie met een eigen boot in Fryslân (51%) dan in de rest van Nederland (44%). De grootste leeftijdsgroep bij bootvakanties met een eigen boot in Fryslân zijn de 55-plussers. Deze categorie is in Fryslân iets oververtegenwoordigd (53%) vergeleken met bootvakanties in heel Nederland (50%). De jongere leeftijdscategorieën 18-24 jaar (3%) en 26-34 jaar (9%) zijn veel minder vertegenwoordigd.
9/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
De meeste bootvakanties met een eigen boot worden ondernomen door personen uit huishoudens zonder kinderen (60%); bij bootvakanties van huishoudens met kinderen betreft dit vooral kinderen tussen de 13 en 17 jaar (23%). Vergeleken met de Nederlandse bevolking worden bootvakanties in Fryslân ondernomen door personen uit de hogere sociale (klassen A en B-boven 66% t.o.v. 48% landelijk). Vooral de laagste sociale klasse is hierbij sterk ondervertegenwoordigd (klasse C/D 15% tegen 35% landelijk). De meeste huurbootvakanties2 in Fryslân worden ondernomen door mannen (62%). De leeftijdscategorieën 25-34 jaar (26%) en 45-54 jaar (22%) zijn de grootste groepen, maar ook de groep 18 – 24 jaar scoort goed (20%). De oudere leeftijdsgroep 55+ huurt in veel mindere mate een boot (15%). De meeste huurbootvakanties in Fryslân worden ondernomen door huishoudens met kinderen (58%), het betreft hier vooral de groep met kinderen tussen de 13 en 17 jaar. Ook boothuurders komen voor het grootste deel uit de hogere sociale klassen ( A en B-boven 71%). Bij bootvakanties in Fryslân zijn “rust en ontspanning” de belangrijkste kenmerken (45%), daarna volgen “natuur” en “sportief / actief bezig zijn” (20%), wellness en zorg spelen (nog) geen rol (0%). De Nederlandse watersporters waarderen de Friese watersportdorpen en stadjes met een ruime voldoende, namelijk een 7.8. Voor de oriëntatie op een vakantie met een huurboot in Nederland zijn “internet” en “familie en vrienden” de belangrijkste informatiebronnen (55%). “Radio, tv of beurzen” spelen daarbij nauwelijks een rol (2%). Bijna de helft van alle boekingen voor een huurboot gaat inmiddels via het internet, bijna eenderde pakt daarvoor de telefoon. Binnen Fryslân is het Friese merengebied de regio waar het meeste internet wordt geraadpleegd voor een vakantie (27% ten opzichte van 17% voor geheel Fryslân). De meest geraadpleegde websites voor deze regio zijn in volgorde: google.com, bedandbreakfast.nl, dagjeuit.nl, vaartips.nl, beleeffriesland.nl en sneekweek.nl. De informatiebehoefte van watersporters tijdens hun bootvakantie betreft vooral het wee (77%). Daarna volgen informatie over vaarroutes en brug- en sluisbediening (beide 47%). Ook zoekt men informatie over leuke tips(43%). Nederlandse watersporters ergeren zicht het meest aan het dumpen van afval (48%), te hard varen (44%), te veel alcoholgebruik (27%) en het niet kennen van de vaarregels (26%). Als de watersporters het voor het zeggen hadden, zouden ze als eerste het dumpen van afval aanpakken, vervolgens werken aan natuurbehoud, alcoholcontroles aanscherpen en milieuvriendelijk varen bevorderen. Meest gelezen door de bootbezitters zijn de Telegraaf en het NRC Handelsblad. Door boothuurders wordt het Algemeen Dagblad het meest gelezen. Bij hen komt het NRC Handelsblad ook op de 2e plaats. Belangrijkste activiteiten van verblijfstoeristen in het Friese merengebied zijn: fietsen (17%), zwemmen en zonnen (12%), toervaren (10%), zeilen, surfen, wandelen, vissen (allen 10%, wat voor vissen relatief erg hoog is). Voor de IJsselmeerkust zijn de belangrijkste ondernomen activiteiten door verblijfstoeristen: zwemmen en zonnen (16%), stadswandelingen (13%), uit eten gaan en natuurwandelingen (beide 10%). Sinds 2005 zijn de watersportactiviteiten zwemmen en zonnen e n het toervaren in Fryslân toegenomen, terwijl er sindsdien minder wordt gezeild en gesurft.
de hier gehanteerde cijfers hebben betrekking op Nederland, maar zijn als schatting toepasbaar op Fryslân, als zijnde de belangrijkste huurprovincie binnen Nederland 2
10/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
11/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Doelgroepkenmerken Duitse watersporters3 Voor de potentiële markt voor bootvakanties met een kajuitzeilboot in Fryslân is de verhouding man/vrouw ongeveer 60/40; voor motorbootvakanties is deze verhouding 70/30. De meeste bootvakanties van Duitsers in Fryslân worden ondernomen met een kajuitzeilboot (60%). De rest (40%) gaat met een motorboot (40%). De potentiële markt voor zeilvakanties in Fryslân bestaat voor het grootste deel uit jongeren met een marktaandeel van 30% in de leeftijdsgroep 18 – 24 jaar en 25% in de categorie 25-34 jaar; bij vakantiegangers met een motorboot is het potentiële marktaandeel in de leeftijdsgroepen 35-44 jaar en 55+ het grootst (beide 24%). De meeste potentiële bootvakantiegangers naar Fryslân komen uit huishoudens zonder thuiswonende kinderen (ca. 38%)
potentiële markt voor zeilvakanties
motorbootvakanties
18-24 jr
30%
35-44 jr
24%
25-34 jr
25%
55+
24%
Het IJsselmeer is voor Duitsers het meest aantrekkelijke vaargebied in Nederland. Vooral de goede aanlegmogelijkheden, bootverhuur mogelijkheden, kwaliteit van jachthavens en mooie vaarmogelijkheden scoren hoog. Alleen de stranden en zwemmogelijkheden van de Wadden scoren hoger dan het IJsselmeer. Duitsers met een kajuitzeilboot oriënteren zich voor een bootvakantie voor 79% op het internet naar onder meer de ervaringen van andere watersporters. Duitsers die zich oriënteren op een motorbootvakantie in Fryslân gebruiken dit medium iets minder vaak (69%).
3
de hier gehanteerde cijfers hebben betrekking op Nederland, maar zijn als schatting toepasbaar op Fryslân, als zijnde de belangrijkste huurprovincie binnen Nederland
12/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Hoofdstuk 3
Aanscherping programma Dit hoofdstuk benoemt de visie op de toekomst van de Friese watersport. Ook wordt de missie van de provincie Fryslân en Het Friese Merenproject beschreven. De ontwikkelingen in de markt en maatschappij en de signalen van ondernemers en partners zijn bepalend geweest voor de koers van het uitvoeringsprogramma 20112015. Samenvatting De vanaf de start van Het Friese Merenproject in 2000 ingezette koers zal de komende jaren in grote lijnen worden gevolgd. Op basis van nieuwe inzichten uit onderzoeken en evaluaties worden er echter belangrijke accenten gelegd. Het credo voor de komende 5 jaar luidt: versoberen, investeren, verzilveren en borgen. Versoberen Afbouwen van het infrastructurele deel van het programma, onderhanden projecten afronden. Geen nieuwe doelen en projecten. Investeren Terug naar de basis: de basisvoorzieningen en het vaargebied op orde maken (vaarwegdiepte, brugbediening, passantenplaatsen). Focus op economie: juist nu investeren in extra bestedingen aan de wal (met focus op de watersportkernen en toegangspoorten). Verzilveren Marketing en promotie: waterrijk Fryslân sterker en gerichter gaan promoten. Goed gastheerschap: vriendelijke begeleiding & voorlichting, de Friese bevolking is onze ambassadeur. Verzilveren van decor: kansen verzilveren in natuur en landschap (mitigatie ecologie en duurzaamheid). Borgen Beheer van voorzieningen: vaarwegbeheer, aanlegplaatsen, fiets- en wandelpaden.
3.1
Visie en missie Fryslân staat bekend als het meest aantrekkelijke watersportgebied van Noordwest Europa en is uniek door haar omvangrijke aaneengesloten vaarnetwerk en de vele levendige, pittoreske dorpen en historische steden zijn gemakkelijk bereikbaar. Varen in Fryslân is een beleving in een prachtig decor van schoon water, riet en open landschap; Fryslân, een ideale plek om te zeilen, varen en recreëren in een veilige, gastvrije en gezellige sfeer'. De provincie Fryslân wil de Friese wateren optimaal economisch te gelde maken, door het aanbieden van een compleet en veilig vaarnetwerk met behoud en ontwikkeling van natuur en landschap, ten behoeve van toerisme en recreatie voor bedrijven, bewoners en bezoekers van Fryslân. De provincie Fryslân is daarbij regisseur op netwerkniveau om de bovenlokale belangen op het gebied van de toeristisch-recreatieve ontwikkelingen van de watersport voor Fryslân efficiënt en integraal te behartigen.
13/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Het Friese Merenproject levert door middel van kwaliteitsverbeteringen in de watersportinfrastructuur van Fryslân, een strategische bijdrage aan de economische ontwikkeling van recreatie en toerisme. Daarbij staat voorop dat het speciale open karakter van het typische Fryske landschap, de natuurlijke omgeving en de bijzondere karakteristieken van de dorpen en steden, wordt behouden. Investeren in deze sector is investeren in werkgelegenheid voor de toekomst. Maar het betekent ook investeren in leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Naast een belangrijke bron van werkgelegenheid is het voor de eigen inwoners een gewaardeerde vorm van vrijetijdsbesteding. Toerisme integraal verbinden met andere thema’s, programma’s en streekagenda’s De Friese beleidsinspanningen, projecten en maatregelen op het gebied van recreatie en toerisme zijn de afgelopen periode actief opgepakt, samen met de lagere overheden en de toeristische sector. Vrijwel elke gemeente heeft toerisme en recreatie als speerpunt in haar beleid, als zijnde een belangrijke kans in relatie tot bijvoorbeeld duurzaamheid, leefbaarheid, werkgelegenheid, demografische ontwikkelingen, ruimtelijke kwaliteit, natuur, water, landschap enz. Ook zijn de merkcampagne Fan Fryslân en culturele hoofdstad 2018 programma‟s op provinciale schaal, waarmee verbindingen kunnen worden gemaakt. De middelen om dit beleid uit te voeren worden de komende jaren schaarser door de bezuinigingen op de overheidsfinanciën. Het is zaak de middelen van overheid en ondernemers te bundelen binnen een integrale aanpak in samenwerking met de toeristische sector, de Friese gemeenten en Wetterskip Fryslân als belangrijke partners voor de provincie Fryslân. Duurzaamheid verankerd in beleid De ambities van Fryslân ten aanzien van duurzaamheid zijn recentelijk stevig verankerd in provinciaal beleid (Koepelnota Fryslân Duurzaam, 2009). Hierin is vastgelegd dat duurzaamheid voortaan het centrale uitgangspunt is bij het opstellen en uitvoeren van elke provinciaal beleidsplan, programma of project. Duurzaamheid staat hierbij voor de gelijktijdige ontwikkeling van Minsken (sociale samenhang), Wurk (economie) en Omjouwing (ecologie). De provincie kiest vóór duurzaamheid in combinatie met innovatie, en tegen elke vorm van afwenteling. In de komende periode versterken we de verbinding die het provinciale toerismebeleid al heeft gelegd tussen economische, ecologische en sociale ontwikkeling. Ruimtelijke kwaliteit Een kwalitatief aantrekkelijke omgeving is van groot belang voor het slagen van toeristisch-recreatieve doelstellingen. Het Friese landschap en de cultuurhistorische kwaliteiten van de steden en dorpen zijn misschien wel de belangrijkste (voor)waarden van het recreatief toeristisch product. Het behoud en de versterking van het landschap om en nabij recreatieve programma‟s is een opgave, die de komende jaren samen met het provinciaal ruimtelijk kwaliteitsteam wordt opgepakt.
14/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Interviews ondernemers, gemeenten, experts, brancheorganisaties Belangrijke bijdrage aan het uitvoeringsprogramma is geleverd door watersportondernemers, gemeenten (ambtelijk en bestuurlijk), brancheorganisaties, belangenorganisaties en experts. Geïnterviewden geven aan veel waardering te hebben voor de tot nu toe geboekte resultaten van Het Friese Merenproject. Zij geven de volgende prioriteiten aan voor de inzet van Het Friese Merenproject voor de komende periode: Infrastructuur en productverbetering. Structurele aandacht voor het baggeren van vaarwegen en meren en bereikbaarheid van aanlegplaatsen (ook regelen in gemeentelijke begrotingen) Verruiming en uniformering van brug- en sluisbediening, met op zijn minst afschaffing pauzes als zijnde het grootste knelpunt. Verbeteren van de bereikbaarheid van het Friese watersportgebied (goede toegangspoorten: vooral verruiming sluis Stavoren). Verbeteren waterfronten watersportkernen (mensen bij elkaar brengen, dit zorgt voor gezellige sfeer). Verbeteren van de koppeling water – landrecreatievoorzieningen (o.a. overstappunten, aansluiting fietsknooppunten/wandelroutes). Meer slechtweervoorzieningen, attracties en evenementen nodig en onderlinge koppeling (om dreigend oubollig imago te voorkomen). Meer aandacht voor jeugd (de watersporters van de toekomst): speciale gebieden voor hen aanwijzen, per watersportkern ruimte voor hen creëren. Bij bezuinigingen inzetten op “houden wat je hebt” (behoud unieke diversiteit Fryslân). Voorkomen aantasting van de weidsheid, het vrije zicht van het centrale merengebied door dreigende verbossing bij (goedkoper) moerasbeheer. Stimuleren elektrisch varen door ontwikkeling van exclusieve vaarroutes in nog niet toegankelijk water (overige voorzieningen overlaten aan de markt). Beter benutten kleine vaarwegen en opvaarten naar vaarroutes. Borgen van gerealiseerde resultaten voor de toekomst via bestuurlijke afspraken. Marketing en promotie. Fryslân promoten als één geheel “schoon water” gebied met veel diversiteit en koppelingen tussen productonderdelen. Inzetten op “belevingen vanaf het water” als attractie. Naast Duitsland is Engeland een kansrijke watersportmarkt voor Fryslân (met Fryslân Marketing oppakken). Cursus gastheerschap brug- en sluiswachters (stewards functioneren goed). Klompje niet gebruiken als betaalwijze, maar als promotiemiddel (bruggeld innen via vaarvignet). Geen prioriteit voor Duurzame energieneutrale jachthavens, wèl bij nieuwe investeringen aandacht voor duurzaamheid en zorg (bijv. invalidensteigers bij haveninrichtingsplannen). Informatievoorzieningen (o.a. ICT), taak Fryslân Marketing. Jachtbouw; overlaten aan de markt. Seizoensverbreding (alleen kerstmarkten lijken kansrijke trekker voor met name Duitsers).
15/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
3.2
Koers De koers van het uitvoeringsprogramma voor de periode 2011-2015 is gericht op: Versoberen Investeren Verzilveren Borgen Binnen deze koers worden specifieke accenten gelegd. Versoberen “Geen nieuwe doelen en projecten en afbouwen van het infrastructurele programmadeel”. Er worden geen nieuwe doelen en projecten meer in het programma gebracht, ondanks dat de markt of onze partners hierom vragen. Bovendien voeren we een versobering door in het uitvoeringsprogramma ondanks dat het primaire programma om de kwaliteit van het vaargebied te verbeteren nog niet is afgerond. Er is onvoldoende investeringsruimte om alles af te ronden. Dat betekent dat de focus moet worden gelegd op een aantal basale voorzieningen, het afronden van projecten die al onder handen zijn en het schrappen van de overige projecten op het gebied van de vaarweg infrastructuur. De algemene opvatting van ondernemers en gemeenten is dat de laatste extra vaarweg er voor het watersportproduct Fryslân niet meer toe doet, en dat voorrang moet worden gegeven aan basisvoorwaarden als voldoende diepgang en ruimere brugbediening. We stellen daarom voor te stoppen met de volgende projecten:
Nieuwe verbinding Drachten – Groningen /Drenthe Opwaarderen verbinding Workum – Hindeloopen Nieuwe verbinding Balk – De Fluezen Verbinding Sleattemer Mar – De Fluezen Verminderen wachttijden Sluis Kornwerderzand Verhogen bruggen Broeresleat/Vierhuistervaart Instellen Taskforce Regelgeving Evenementenbureau Prijsvraag watersportactiviteitencentrum Totaal
€ 105,6 mln. € 15,4 mln. € 11,0 mln. € 2,5 mln. € 2,0 mln. € 0,9 mln. € 0,5 mln. € 0,3 mln. € 0,2 mln. ---------------€ 138,4 mln.
Aan PS zal worden voorgesteld de bovengenoemde infrastructurele projecten te schrappen voor een totaalbedrag van € 138,4 miljoen. Het project “nieuwe verbinding Drachten - Groningen/Drenthe” behoeft nadere toelichting. Zoals is afgesproken in de statenbehandeling van de Herijking 2008 is onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van deze verbindingen. Dit heeft uitgewezen dat de kosten hoog zijn: het voorkeursalternatief Drachten - Groningen kost ca. € 105 miljoen, het tracé van Drachten naar Drenthe zelfs ca. € 132 miljoen. Aan bestedingen zullen de tracés niet meer genereren dan ca. € 1 á 2 miljoen per jaar. Aldus kan geconcludeerd worden dat de investeringen hoog zijn en het rendement laag. Bovendien is er bij beide tracés sprake van risico op aantasting van hoge ecologische waarden. Het is daarom niet realistisch dit project voort te zetten. De restopgave van € 349 miljoen wordt zo verlaagd tot € 210,6 miljoen. Hierdoor wordt de totale programmabegroting € 445,6 miljoen (oorspronkelijk financieel kader € 495 miljoen.).
16/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
De begroting en financiering van de restopgave is als volgt: Programmabegroting Restopgave 2011-2015 : € 210,6 mln. In uitvoering : € 45,7 mln. -----------------Geplande projecten : € 164,9 mln.
Financieringsbegroting Geplande projecten : € 164,9 mln. Gefinancierd : € 98,4 mln. ----------------Financieringstekort : € 66,5 mln.
Uitgaande van een derde provinciale bijdrage is nog ca € 22 mln. aan provinciale middelen noodzakelijk, welke niet in de begroting zijn opgenomen. De middelen zijn noodzakelijk voor gemeentelijk baggerwerk, watersportkernen Bolsward, Leeuwarden, Dokkum, Franeker en toegangspoort Makkum, de opwaardering van de Turfroute, mitigatie ecologie en voorbereidingskosten. De infrastructurele deelprojecten uit spoor 1 (2e fase) die nog worden afgerond, worden onderdeel van projecten in het uitvoeringsprogramma 2011-2015. Investeren Terug naar de basis: “basisvoorzieningen en vaargebied op orde, focus op economie” Het oorspronkelijke programma uit 2000, gericht op verbetering van de kwaliteit van het vaargebied, is nog niet compleet afgerond. Ondernemers en gemeenten hebben kenbaar gemaakt dat investeren in de basisvoorzieningen belangrijker is dan nieuwe projecten. De sluis Stavoren staat met stip bovenaan, de vaarwegen moeten op diepte zijn en blijven, de pauzes in de brug- en sluisbedieningstijden moeten worden afgeschaft en er is behoefte aan meer passantenplaatsen. Lopende projecten zoals het Polderhoofdkanaal en de Noordelijke Elfstedenvaarroute moeten worden afgemaakt. Daarnaast zijn er nog enkele knelpunten op te lossen, zoals de aanpassing van de sluizen in Workum en Makkum. De belangrijkste projecten die onder handen zijn in uitvoering: Drempelverlaging sluis Workum Recreatiegeulen Grutte Brekken Fietspad Zwette Afronden waterfront Grou De belangrijkste projecten die nog onder handen zijn in voorbereiding: Uitbreiden Sluiscapaciteit Stavoren Heropenen Polderhoofdkanaal Verhoging van brug Jirnsumersyl Drempelverlaging sluis Makkum Uit de extra inspanning van het Pva 2007 (spoor 2), de programmalijn “Grenzeloos varen” zijn de maatregelen ten aanzien van de toegangspoorten overgegaan naar de programmalijn “bestedingen aan wal”. Het knelpunt Leeuwarden in de Staandemastroute is bij de Herijking 2008 al door PS uit het programma geschrapt. De volgende projecten resteren nog: Afronden Noordelijke Elfstedenvaarroute. Turfroute realiseren toeristische informatiepunten (TRIP‟s). Opwaardering Turfroute als alternatief voor verbinding DrachtenGroningen/Drenthe. En ten slotte het behalen van de gewenste resultaten die volgens gemeenten en ondernemers als basisvoorwaarden worden gezien (back to basic): Baggerprogramma afmaken volgens de bijgestelde doelen.
17/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Realisatie van nieuwe en verbeterde aanlegplaatsen afmaken, vooral passantenplaatsen. Afschaffen van de pauzes in de brug- en sluisbediening realiseren. Focus op economie: “Nu investeren in toegangspoorten en waterfronten” Uit onderzoek is gebleken dat het IJsselmeer en de Waddenzee de meest populaire watersportgebieden zijn. Waar het aantal motorboten in Fryslân maar licht is gegroeid, liggen hier de kansen. De IJsselmeer- en wadzeilers, moeten door verfraaiing van de waterfronten en de uitbreiding van de sluiscapaciteit, gestimuleerd worden om de dorpen en steden aan het IJsselmeer en de waddenkust te bezoeken of “grenzeloos” door te kunnen varen naar de dorpen en steden in het Friese binnenland. Stavoren is de strategische invalspoort voor de lange termijn, want het potentieel van de nationale vloot ligt vooral in Flevoland, Noord- en Zuid Holland en Zeeland en komt vanaf het IJsselmeer via Stavoren Fryslân binnen. Op basis van de rendementsprognose (bron: Ecorys, 2008) voor de maatregel „versterken toegangspoorten‟ blijkt dat dit een van de meest renderende maatregelen is uit het PvA 2007. We stellen daarom voor deze maatregel een hoge prioriteit te geven, mede in het licht van de gebleken groeipotenties van de watersport op het IJsselmeer en het Wad. We vertalen dit naar het uitvoeringsprogramma door de prioriteit te leggen bij de toegangspoorten. Om meer focus aan te brengen beperken wij het aantal toegangspoorten tot 7. In volgorde van belangrijkheid zijn dit: Harlingen Stavoren Lemmer Workum Zuidoever Tjeukemeer als toegangspoort vanuit Overijssel Lauwersoog Makkum Binnen Fryslân worden de water- en havenfronten van de watersportdorpen en – steden opgewaardeerd. In een eerder stadium onderscheidden we circa 20 op te waarderen watersportkernen. Hier worden in het uitvoeringsprogramma prioriteiten gesteld en wordt meer focus aangebracht door niet alle watersportkernen in Fryslân te verbeteren, maar alleen de tien watersportkernen met de meeste potentie. In volgorde van belangrijkheid zijn dit: Joure Balk Earnewâld Heeg Woudsend Leeuwarden Bolsward Dokkum IJlst Franeker We willen ons focussen op de basisvoorzieningen en voorkomen dat het programma uitdijt tot een alles omvattend watersportprogramma. In de evaluatie is al gemotiveerd dat wij niet overtuigd zijn van de effectiviteit van een aantal projecten en ook de rol en positie van de provincie als overheid niet in alle gevallen vanzelfsprekend vinden. Daarom willen wij met de volgende projecten stoppen: Het organiseren van een prijsvraag ter bevordering van een watersportactiviteitencentrum.
18/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Het stimuleren van een evenementenbureau via Fryslân Marketing. Verder is gebleken dat we er niet in zijn geslaagd om samen met de brancheorganisaties vorm te geven aan het instellen van een Taskforce regelgeving toeristisch bedrijfsleven, bedoeld om het bedrijfsleven te ondersteunen bij het verkrijgen van de benodigde vergunningen voor uitbreiding of kwaliteitsverbetering. Wij zien dit echter niet als een provinciale taak. Overwogen kan worden deze taak onder te brengen bij het Ekonomyhûs Fryslân i.o. We willen wel prioriteit geven aan de ontwikkeling van een watersportpas ondanks het feit dat de introductie van een watersportpas een vorm van productontwikkeling is die niet bij de provincie thuis hoort. Uit een eerste inventarisatie is gebleken dat een pas alleen gericht op de watersport een te smalle basis is voor een door de markt gedragen servicepas. Het doel is die zin bijgesteld dat nu gewerkt wordt aan de introductie van een algemeen toeristische servicepas zoals bijvoorbeeld de “I Amsterdam Card” of “de Schouwen Duivenland pas”. Een dergelijke kaart zou geladen kunnen worden met een breed scala aan diensten waaronder typische watersportproducten. Verzilveren Marketing en promotie: “Waterrijk Fryslân nu nog sterker en gerichter gaan promoten” Waterrijk Fryslân kan nog sterker en gerichter worden gepromoot en de investeringen kunnen daardoor beter worden verzilverd. Uit de gevoerde gesprekken komt naar voren dat met een goede promotie nog veel valt te winnen. Een van de onderwerpen die aandacht behoeft is een centraal punt waar routekaarten worden gemaakt en beheerd. Dat gebeurt nu op een groot aantal plaatsen variërend van Landschapsbeheer Fryslân, ondernemers, speciale routesites die betrekking hebben op een deel van de provincie en Fryslân Marketing. Hierop dient een stevige regie gevoerd te worden. Fryslân Marketing lijkt ons hiervoor de aangewezen organisatie. De provincie en andere overheden en instanties kunnen hierbij een belangrijke toeleverende en stimulerende rol spelen. Ook is een verscherping in de doelgroepdefinitie van Fryslân Marketing – nu gericht op gezinnen met jonge kinderen en koppels senioren - naar in ieder geval motor- en zeilbootgebruikers noodzakelijk. Uit onderzoek blijkt dat de potentiële markt voor zeilvakanties voor een relatief groot deel uit jongeren tussen de 18-24 jaar bestaat en het aantal senioren (55+) in verhouding groot is onder de potentiële vakantiegangers met een motorboot (NBTC, 2010). Voor de watersportpromotie kan het gebruik van de mediakanalen nog specifieker worden gericht op deze (internationale) product-markt-combinaties. Watersporters lijken één doelgroep, maar hierbinnen kan onderscheid worden gemaakt in huur- en eigen bootbezitters, zeil en motorboten en Nederlandse en Duitse watersporters, omdat deze in voorkeuren voor vaargebieden nogal verschillen. In de promotie is het zeker zinvol om meer aandacht te schenken aan internet en sociale media. Daarnaast zou de promotie ten behoeve van massacommunicatie of imagocreatie wellicht nog frequenter kunnen plaatsvinden. Goed gastheerschap: “professionele en vriendelijke begeleiding & voorlichting, Fryske bevolking is ambassadeur” Duitse bezoekers komen graag naar Fryslân en zijn over het algemeen tevreden over de gastvrijheid. Toch kan hier nog veel gewonnen worden omdat onze mensen in de “frontoffice” het niet altijd goed doen. Het zich welkom voelen is een belangrijke promotiefactor die niet via een folder of website kan worden uitgedragen. Als we ons realiseren dat een belangrijk deel van onze gasten hier naar toe komen op basis van mond tot mond reclame of via beoordelingsfora op internet, dan is dit een beslist
19/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
een punt van aandacht. Havenmeesters, brugwachters, sluismeesters en horecapersoneel zijn de eersten die hierin een belangrijke rol kunnen spelen. Gastheerschap en klantvriendelijkheid zijn daarbij de sleutelbegrippen. Het stimuleren van het Frysk gastheerschap past in de merkcampagne “Fan Fryslân”. Verzilveren van decor: “kansen verzilveren in natuur en landschap” Het Friese Merenproject heeft in 2008 de visie op de uitvoering verscherpt om de investeringen in economisch en ecologisch opzicht duurzaam in balans te brengen. Er is onderzoek gedaan naar mitigatiemogelijkheden en extra kansen voor natuur en duurzame ontwikkelingen zijn in kaart gebracht. Inmiddels zijn hiervoor locaties bekend en is vooral het elektrisch varen op het gebied van innovatie en duurzaamheid een kansrijke ontwikkeling. Toerisme in Fryslân is een belangrijke en groeiende branche die zeker verder moet worden ontwikkeld. Fryslân is de mooiste provincie van Nederland gebleken, omdat de oorspronkelijke historische natuur en landschapswaarden het meeste en beste zijn behouden. Water, natuur en het weidse en gevarieerde landschap vormt het fraaie onmisbare decor voor recreatie en toerisme en is in feite de economische drager. Verzilveren betekent daarom ook investeren in natuurmitigatie en nieuwe vormen van landschapsbeheer om de openheid te behouden. Borgen Beheer basisvoorzieningen: “Vaarwegbeheer, aanlegplaatsen, knooppuntensysteem, fiets- en wandelpaden” Op tweederde van het programma is het goed om erbij stil te staan hoe de behaalde resultaten voor de toekomst kunnen worden geborgd. Het Friese Merenproject is mede gestart om een inhaalslag te maken. Deze is vooral het gevolg geweest van gebrekkig onderhoud, te weinig prioriteit en te weinig middelen in de voorafgaande periode. Het grote aantal partijen dat een bijdrage dient te leveren aan het beheer, het onderhoud en het verbeteren van voorzieningen is een belangrijke oorzaak geweest van de achteruitgang. De winst van Het Friese Merenproject is dat alle partijen uiteindelijk zijn gefocust op hetzelfde doel en maatregelen uitvoeren met een grote mate van samenhang en integraliteit. Voorkomen moet worden dat de vele miljoenen die zijn geïnvesteerd de komende jaren door de vingers glippen en dat we langzaamaan door gebrek aan focus weer achteruit varen. Er ligt dus een bestuurlijke uitdaging om een vorm te vinden waarin alle belanghebbende partijen blijven samenwerken en het belang onderschrijven van een goed beheer, onderhoud en de blijvende aanpassing van de publieke voorzieningen. Het agenderen hiervan, het in bespreking brengen met een groot aantal actoren, het formuleren van een koers en het inzichtelijk maken van de benodigde jaarlijkse middelen is een uitdaging voor de komende jaren. Wij zijn voornemens de mogelijkheden hiertoe te verkennen, de verschillende alternatieven op een rij te zetten en met PS in overleg te gaan en over de meest geëigende beheersvorm. De invoering van de Waterwet en de noodzakelijke herschikking van het Friese vaarwegbeheer kan hierbij dienen als een belangrijke aanleiding. 3.3
Doelstellingen Het Friese Merenproject heeft als doel om in alle opzichten een kwaliteitsverbetering in de watersport in Fryslân te realiseren. Daarmee willen we bereiken dat onze provincie zijn marktpositie in de sector recreatie en toerisme versterkt. De prestaties uit 2008 zijn als volgt geformuleerd: Werkgelegenheidsgroei van 30% in de Friese watersport (over de planperiode 2000-2015). Bestedingstoename van (bijvoorkeur) 150% per persoon per dag in de Friese watersport (over de planperiode 2000-2015).
20/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Groei watertoerisme in Friesland even groot als in de Duitse watersportgebieden.
Voorgesteld wordt de eerste twee onverkort te behouden en de laatste als doel te schrappen. Het vergelijken van een groeimarkt (Duitse watersportgebieden) met de positie van een marktleider (Fryslan) is een vergelijking die niet zinvol is. Wel wordt voorgesteld de ontwikkelingen te blijven monitoren, maar toch vooral de vergelijking te maken met andere gevestigde Nederlandse watersportgebieden. De marktgegevens van Nederlandse provincies zijn ook beter beschikbaar. Na besluitvorming over de investeringsomvang van het programma zullen de te behalen doelen hiermee in relatie worden gebracht, dit kan leiden tot bijstelling. 3.4
Programma 2011- 2015 Geen sporen meer, wel programmalijnen In het PvA 2007 is onderscheidt gemaakt in Spoor 1 en Spoor 2, met als doel te markeren welke onderdelen uit het PvA 2000 doorliepen in de 2e fase na 2007. Met de evaluatie is Spoor 1 voor een groot deel uitgevoerd en zijn de uitgevoerde projecten afgesloten en verantwoord (Evaluatie FMP, 2010). Enkele nog lopende projecten worden meegenomen naar het Uitvoeringsprogramma 2011-2015. Het restant aan projecten voornamelijk uit de 2e fase van Spoor 1 wordt niet meer uitgevoerd, tenzij expliciet benoemd in dit uitvoeringsprogramma. Voor de laatste fase 2011-2015 wordt de indeling in sporen verlaten en worden alleen nog de drie programmalijnen gebruikt: Grenzeloos varen Bestedingen aan de wal Mitigatie ecologie en duurzaamheid Wel wordt de invulling van de programmalijnen aangescherpt, op grond van de in de in de vorige paragraven genoemde overwegingen. Programmalijn Grenzeloos varen In de periode 2000-2010 is veel geïnvesteerd in verbetering van de kwaliteit van het recreatief netwerk. Knelpunten zijn opgelost, nieuwe verbindingen zijn gelegd, er is een begin gemaakt met het inhalen van de achterstand in het baggerwerk en er zijn veel aanvullende voorzieningen voor de recreatievaarder gerealiseerd. Vanaf 2006 is de focus meer gericht op het verzilveren van de investeringen door de watersporter te verleiden aan de wal te komen om daar bestedingen te doen. In de periode 20102015 verschuift de focus nog meer naar de investeringen in de programmalijnen “Bestedingen aan de wal” en “Mitigatie ecologie en duurzaamheid”. In de programmalijn Grenzeloos varen ligt de focus op het afronden van de projecten, die in de afgelopen periode in gang zijn gezet. Programmalijn Bestedingen aan de wal Deze programmalijn is gericht het verzilveren van de eerder gedane (infra) investeringen uit spoor 1. Door versterking van de toegangspoorten worden meer watersporters naar Fryslân getrokken. Zij worden vervolgens verleidt om langer te blijven en meer geld uit te geven. Hiervoor zijn ondermeer aantrekkelijker watersportkernen nodig. Per toegangspoort en per watersportkern wordt gekeken welke projecten het meeste bijdragen aan de gewenste versterking. In een masterplan wordt de onderbouwing hiervoor gegeven. Speerpunten daarbij zijn de beleving, de gebruiksmogelijkheden en de duurzaamheid van de betreffende plaatsen. Na het opstellen van het masterplan volgt de periode waarin een uitvoeringsprogramma en een uitvoerings- en financieringsovereenkomst wordt opgesteld. Vervolgens kunnen de geselecteerde projecten uitgevoerd worden.
21/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Programmalijn Mitigatie ecologie en duurzaamheid In deze programmalijn worden maatregelen genomen om negatieve effecten van projecten te voorkomen en de bestaande natuur voor specifieke soorten te versterken. Dit als mitigatie voor recreatieve drukverhoging door meer vaarbewegingen als gevolg van maatregelen als de capaciteitsverhoging van sluizen aan de IJsselmeerkust. Uit de evaluatie is gebleken dat inmiddels belangrijke stappen zijn gezet. Vooral het onderdeel “opvangen drukverhoging en cumulatie” en “zonering en creëren rustgebieden” in de Friese boezem vraagt om een gezamenlijke aanpak van een groot aantal partijen. Er is inmiddels een nadere verkenning opgesteld over de invulling en locatie van de maatregelen. Deze maatregelen zijn randvoorwaardelijk voor de uit te voeren projecten die leiden tot meer vaarbewegingen. Een eventuele bijstelling van de investeringsomvang en het schrappen van bepaalde maatregelen in het programma voor 2011 – 2015 kan leiden tot een bijstelling van het mitigatiepakket. Dat is echter mede afhankelijk van welke maatregelen doorgaan en welke worden geschrapt. Het schrappen van de verbinding van Drachten naar Groningen/Assen zal leiden tot minder flankerende mitigerende maatregelen ter plaatse, maar naar verwachting weinig invloed hebben op de maatregelen in de Zuidwesthoek. Na vaststelling van het definitieve uitvoeringsprogramma 2011-2015 zal vervolgens het mitigatiepakket bijgesteld worden en kunnen de financiële effecten in beeld worden gebracht. Met betrekking tot de duurzaamheiddoelen en maatregelen is een nadere aanscherping niet voorzien. Wel is een nadere explicitering van de maatregelen gewenst. Daarvoor is in de evaluatie al een belangrijke aanzet gegeven. Deze wordt in het volgende hoofdstuk uitgewerkt.
22/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Hoofdstuk 4
Resultaten en projecten Dit hoofdstuk benoemt de resultaten en projecten per programmalijn voor de periode 2011-2015 en is daarmee het concrete uitwerkingsresultaat van de overwegingen uit de voorgaande hoofdstukken en de evaluatie over de periode 20002009 (Evaluatie FMP 2010).
4.1
Programmalijn Grenzeloos Varen Voor de programmalijn Grenzeloos Varen ligt de focus voor periode 2010-2015 op het afmaken van de lopende projecten en het oplossen van een enkel resterend knelpunt. Gewenste resultaten Grenzeloos varen 1. Afronden projecten opwaardering bestaande en nieuwe verbindingen (NER, PHK, Luts, Turfroute) 2. Verbeteren capaciteit en drempeldiepte sluizen (Stavoren, Workum, Makkum) 3. Oplossen resterende knelpunten in vaarnetwerk 4. Afschaffen van pauzes brug- en sluisbediening en afschaffen bruggeld 5. Wegwerken achterstallig baggeronderhoud: o 103 km provinciaal PVVP (einddoel 435 km) o 39 km gemeente PVVP (einddoel 140 km) o 34 km gemeente Taheakke (einddoel 80 km) Effect: Belangrijkste recreatieve netwerk op orde. Onderstaand worden per beoogd resultaat de projecten voor de periode 2010-2015 benoemd, per resultaat in volgorde van belangrijkheid. Bijlage 2 bevat een overzichtstabel.
1. Afronden projecten opwaardering bestaande en nieuwe verbindingen Noordelijke Elfsteden Vaarroute (NER) (in uitvoering, financiering rond) De NER is volop in uitvoering; de voltooiing is gepland in 2013. Recreatiegeulen Grutte Brekken (in uitvoering, financiering rond) Scheiding van beroeps- en recreatievaart is één van de doelstellingen van Het Friese Merenproject. In het najaar 2010 is gestart met de realisatie van twee nevengeulen in de Grutte Brekken naast het Prinses Margrietkanaal. Polderhoofdkanaal (in uitvoering, financiering moet opnieuw worden geregeld) Uitvoering van het Polderhoofdkanaal is gestart in 2005. Door een schorsing liggen de werkzaamheden stil. Er zijn aanvullende compenserende natuurmaatregelen ontwikkeld en op basis daarvan zijn er nieuwe ontheffingen aangevraagd, die op dit moment in behandeling zijn bij het ministerie van EL&I (voorheen LNV). De kosten zijn gestegen tot een geraamd bedrag van € 16 mln., waardoor nieuwe samenwerkingsovereenkomsten gesloten moeten worden. Omdat er sprake is van een nieuwe situatie met een hogere provinciale bijdrage zal de “doorstart” van dit project aan Provinciale Staten worden voorgelegd.
23/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Lutscomplex (plan is gereed, financiering nog niet rond, bestuurlijk committent) De Luts is een bestaande vaarweg, maar het project “Lutscomplex” omvat meer dan het opknappen van de bestaande vaarweg. In de evaluatie is vastgesteld dat niet meer wordt gestreefd naar verruiming van het profiel en verhoging van de bruggen. De bestaande route wordt vanwege de kwetsbare natuur niet geschikt gemaakt voor grotere schepen. Het is wel de bedoeling om de op dit moment niet toegankelijke zijvaarten weer toegankelijk te maken en mogelijkheden voor de watersporter te scheppen. Zo kan vanuit die zijvaarten aan wal worden gegaan om de recreatieve mogelijkheden van het unieke gebied te beleven (wandelen, fietsen, kamperen, golf, natuur, landschap en cultuur). Tevens wordt in dit project veel natuurvriendelijke oever gerealiseerd en is sprake van aanzienlijke boezemuitbreiding. Doelgroep is vooral de waterrecreant met wat kleinere boten. Gemeente, Wetterskip Fryslân en provincie zijn met elkaar in gesprek over planafbakening en bijdrageverdeling. Middelseeroute afronden (Fietspad Swette) Onderdeel van het traject Middelseeroute uit de eerste fase is een recreatief fietspad langs De Swette tussen Mantgum en Scharnegoutum. De Middelseeroute is op het water al afgerond, maar het fietspad is nog niet uitgevoerd omdat grondaankoop via de ruilverkaveling Baarderadeel moest plaatsvinden. Nu dat is gebeurd, kan het fietspad worden aangelegd. Turfroute (alternatieve verbinding naar Drenthe) Voorgesteld wordt de verbindingen naar Groningen en Drenthe vanuit Drachten te schrappen. Hierdoor blijft de Turfroute over als één van de weinige alternatieve vaarverbindingen naar Drenthe. De kwaliteit van de Turfroute is vooral het unieke gebied waar men doorheen vaart. Het is een dynamisch landschap tussen vier Nationale Parken en is geheel anders van karakter dan het open en vlakke landschap in Zuidwest Fryslân. Probleem van de Turfroute is het wat oubollige imago van de route, de beperkte afmetingen en onvoldoende voorzieningen. Het project Turfroute is opgedeeld in twee deelprojecten, met als doelstelling een verdubbeling van het aantal bezoekers: a. Verbeteren aanleg- en overstapvoorzieningen: omdat de kwaliteit van de Turfroute vooral is gelegen in de mogelijkheden van het achterland (wandelen, fietsen, cultuurbeleving, natuurbeleving) zijn in acht kernen verbeteringen gepland van de aanleg- en overnachtingsvoorzieningen. Tevens wordt op deze locaties toeristische informatie aangeboden, die de watersporter moet verleiden tot het van boord gaan en het gebied in te trekken. De kosten zijn geraamd op circa € 0,6 mln. b. Profielverruiming: de Turfroute is nu toegankelijk voor schepen met een maximale diepgang tot 1,10 meter. Het is wenselijk om dat te vergroten naar 1,30 meter, de motorbootklasse Dm. Dat zou betekenen dat een grotere doelgroep wordt bereikt; vooral een groot deel van de huurvloot kan dan ook de Turfroute varen. Omdat daardoor niet alleen wordt verdiept, maar ook veel beschoeiingen moeten worden vervangen is er sprake van een aanzienlijke investering (nu geraamd op ca. €10,9 mln.) Door het bedenken van slimme oplossingen en een combinatie met het planmatig onderhoud, zal samen met de gemeenten in het gebied worden getracht de kosten verder te reduceren en te spreiden. 2. Verbeteren capaciteit en drempeldiepte sluizen Sluis Stavoren (wordt aanbesteed, financiering rond mits instemming PS) De sluis in Stavoren kampt met een groot capaciteitsprobleem op drukke dagen. Watersporters moeten soms meerdere uren wachten. Omdat Stavoren dé invalspoort van Fryslân moet zijn berokkent dit veel schade aan het imago van de provincie als meest aantrekkelijke watersportprovincie. Hoewel het aantal dagen per
24/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
jaar waarop zich lange wachttijden voordoen beperkt zijn, zijn het wel de cruciale dagen waarop je als provincie je gastheerschap waar moet maken bij een groot aantal watersporters. In 2010 is een aanbestedingsprocedure gestart waarbij de markt (aannemers en adviesbureaus) wordt uitgedaagd om te komen met creatieve oplossingen voor het capaciteitsprobleem. In juni 2011 zal de beoogde oplossing aan Provinciale Staten worden voorgelegd om te kiezen voor het uitvoeren van een kale versoberde variant of voor een variant waarbij extra aandacht is besteed aan duurzaamheid, ecologie en publieksparticipatie. Sluis Workum (plan gereed, financiering rond) Het recreatief netwerk achter de sluis in Workum is toegankelijk voor schepen met een diepgang van 1,90 meter (IJsselmeerzijlers, klasse Bzm). De drempeldiepte in de sluis laat die diepgang echter niet toe. Daarom zijn plannen ontwikkeld om de sluis dieper te maken. Gebleken is dat volstaan kan worden met het weghalen van de deurdrempel. Dit is een veel beperktere ingreep. Schepen tot een diepgang van 1,90 meter kunnen dan bijna altijd gebruik maken van deze sluis. Sluis Makkum (plan gereed, financiering niet rond) Het Van Panhuyskanaal voorbij Makkum is toegankelijk voor schepen met een diepgang van 1,90 meter (IJsselmeerzijlers, klasse Bzm). Ook hier laat de drempeldiepte in de sluis die diepgang niet toe en zijn plannen ontwikkeld om de sluis dieper te maken. Ook hier is gebleken dat volstaan kan worden met het weghalen van de deurdrempel. De vaart in de bebouwde kom van Makkum (De Grutte Sylroede) zal ook uitgediept moeten worden. De aansluitende vaarwegstructuur naar het merengebied (Van Panhuyskanaal, Warkemer Trekfeart) zijn reeds op diepte gebracht. Sluis Lauwersoog (concept gebiedsvisie gereed, nog geen plan, nog geen financiering) De schutsluis in Lauwersoog is niet eerder als knelpunt erkend. Gebleken is dat ook in Lauwersoog soms sprake is van lange wachttijden en oncomfortabele situaties. Op korte termijn wordt gezocht naar enige verlichting door het aanpassen van de wachtvoorzieningen en organisatorische maatregelen. Voor de langere termijn wordt door de provincies Groningen en Fryslân een gebiedsontwikkeling voor de gehele locatie Lauwersoog ontwikkeld, omdat er nog meer ingrepen spelen: Dijkversterking, realisatie grootschalig gemaal en de aanpassing van de spuisluizen. Daarbij staat de vorm en locatie van de schutsluis ook ter discussie. Deze aanpassing is geen onderdeel van Het Friese Merenproject. 3. Oplossen resterende knelpunten in vaarnetwerk Brug Jirnsumersyl (bestuurlijk overeenstemming, financiering rond, plan in hoofdlijn gereed) De route Grou-Jirnsum-Akkrum via de Rjochte en Kromme Grou, de Boarn en de Kromme Knilles is een recreatief alternatief voor het Prinses Margrietkanaal. Het is de bedoeling deze route op te waarderen tot motorbootklasse Dm (doorvaarthoogte 2,5 meter). Met de gemeente Boarnsterhim zijn afspraken gemaakt over de afronding van het traject H+. De brug Jirnsumersyl maakt daar onderdeel van uit. Brug Sylroede te Lemmer (initiatieffase, financiering gedeeltelijk gereserveerd) De beweegbare brug over de Sylroede te Lemmer is één van de resterende locaties waar de interactie tussen wegverkeer en scheepvaartverkeer een knelpunt is. De drukke en strategisch belangrijke N359 kruist hier de druk bevaren Sylroede. Dit leidt tot veel wachttijd en ergernis voor beide verkeersstromen. Realisatie van een aquaduct zou de beste oplossing zijn, maar vanwege de beperkte ruimte moeilijk realiseerbaar.
25/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
In programma 2 (V&V) is € 15 mln. gereserveerd voor dit knelpunt. Voor een definitieve oplossing is dat onvoldoende, waardoor ook een bijdrage van andere belanghebbenden nodig zal zijn. Brug Skarster Rien in de A6 (initiatieffase, geen financiering) De A6 kruist bij het knooppunt Joure de Skarster Rien, een drukke vaarweg en de enige toegang naar het Overijssels merengebied voor staande masten. Hier zou een aquaduct een adequate oplossing zijn om een betere doorstroming te krijgen. Het grootste belang van een ongestoorde doorstroming is voor het autoverkeer. Daarom is ons standpunt dat het aan het Rijk is de financiering van een aquaduct mee te nemen in het project Knoop Joure. Het Rijk is daartoe vooralsnog niet bereid. Het project maakt geen deel uit van Het Friese Merenproject. 4. Afschaffen van pauzes brug- en sluisbediening en afschaffen bruggeld Belangrijk in het Friese Merengebied is het gevoel welkom te zijn. Goed gastheerschap is daarvoor de basis. Naast verruiming van de brug- en sluisbedieningstijden wordt gestreefd naar afschaffing van de bruggelden. Een gesloten brug op de onhandige “marrekritetijden” (van 12:00-13:00 en 16:15-17:15) is geen goed gastheerschap. Evenals het moeten betalen voor brugpassages (en dan ook nog overal op een andere wijze en andere bedragen). Basis voor het vaststellen van de gewenste bedieningstijden is het recreatieve vaarnetwerk zoals dat is gedefinieerd in het PVVP. Het PVVP is onlangs geëvalueerd, en daaruit is gebleken dat er behoefte is aan een nieuwe indeling en classificatie van het recreatieve netwerk. Deze (nog niet vastgestelde) classificatie gaat uit van de volgende doelgroepen: Beroepsvaart Rivercruises en grote rondvaartboten Chartervaart (bruine vloot) IJsselmeerzeilers (Azm-Bzm) Toerzeilers (t/m Czm) Toervaarders (Cm, Dm) Realisatie van het afschaffen van pauzes kan op twee manieren: Meer personeel inzetten. Omdat het gemeentelijke bruggen betreft, zal dit een moeilijke weg zijn. De meeste gemeenten zijn hiertoe niet bereid of ontbreekt het aan de mogelijkheden. Het voornemen is om samen met de gemeenten en andere instanties te onderzoeken of de inzet van extra personeel mogelijk is via werkgelegenheidsprojecten of andere constructies die het mogelijk maken extra personeel in te zetten tegen lage kosten en zo extra werkgelegenheid te creëren. Realisatie van afstandsbediening. Door meerdere bruggen op afstand te bedienen kan worden bespaard op personeelskosten. Gebleken is dat gezamenlijk realiseren van afstandsbedieningprojecten met gemeentes niet budgettair neutraal te realiseren is. De provincie onderzoekt op dit moment realisatie van een netwerkstructuur ten behoeve van het op afstand bedienen van de provinciale bruggen over de hoofdvaarwegen. Indien dit netwerk vorm krijgt zal opnieuw onderzocht worden in hoeverre het mogelijk is gemeentelijke bruggen aan te haken. Binnen het programma Friese Meren is een investeringsbudget gereserveerd van € 10,6 mln., bedoeld voor de automatisering en afstandsbediening van gemeentelijke en provinciale bruggen budget. Voorgesteld wordt dit budget voorlopig te reserveren en pas in te zetten als aan PS een nieuw voorstel wordt aangeboden voor de verruiming van de bedieningstijden en dan vooral het afschaffen van de pauzes.
26/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
5. Wegwerken achterstallig baggeronderhoud Dit betreft het inlopen van achterstallig onderhoud van provinciale vaarwegen, het stimuleren van gemeentes en haveneigenaren en het verdiepen van meren. De doelstelling voor het wegwerken van achterstallig baggeronderhoud is nog niet gehaald. Vooral in de gemeentelijke vaarwegen en in particuliere jachthavens wordt te weinig voortgang geboekt. Belangrijkste oorzaak van het achterblijven van gemeenten is het feit dat baggeren geen wettelijke taak is. Tot nu toe hebben we als provincie ingezet op een aanjagende en coördinerende rol. Onderdeel van het aanjagen is ook de baggersubsidie, waar gemeenten en jachthavens sinds 2004 een beroep op kunnen doen en circa 25% provinciale subsidie kunnen krijgen. Voor de niet prioritaire vaarwegen blijft de bestaande subsidieregeling van kracht. Het is aan de gemeenten en jachthavens of ze er gebruik van willen maken. Om de doelen te kunnen halen is een andere aanpak nodig. Deze is gericht op gebieden met de hoogste prioriteit: de belangrijke watersportgebieden en vaarroutes. We benaderen de betreffende gemeenten en jachthavens actief en stellen hen voor om in gezamenlijkheid tot een uitvoeringsprogramma te komen. Om deze gemeenten daadwerkelijk te interesseren voor deze aanpak is een hogere provinciale bijdrage nodig. De afspraken worden vastgelegd in een bestuurlijke overeenkomst. De rol van aanjager zetten we dus om in de rol van regisseur/ projectleider. Uitgangspunt is een gemeenschappelijke projectmatige aanpak, onder regie van het projectbureau Friese Meren. We denken met deze aanpak meer zekerheid te krijgen over de uitvoering van de prioritaire opgave. Tevens verwachten we (door schaal-, aanbestedings- en synergievoordeel) aanzienlijk te kunnen besparen op de totale maatschappelijke kosten, waardoor een besparing op de uitvoeringskosten kan worden bereikt. Het huidige beschikbare budget is vooralsnog toereikend. Als voorbeeld kan worden genoemd dat wij samen met een groot aantal partijen aan een project werken om te komen tot een baggeraanpak voor het Nationaal Park de Alde Feanen. Een belangrijk deel van de baggeropgave van de gemeente Boarnsterhim ligt in dit gebied. Hier wordt gezocht naar integratie van doelen op het gebied van watersport, natuur en Kaderrichtlijn Water doelen. Doel is om op deze wijze in aanmerking te komen voor Europese middelen. Prioritering Voor de programmalijn “Grenzeloos varen” is een prioritering gemaakt aan de hand van drie criteria die onderstaand worden toegelicht. Een uitzondering is gemaakt voor de projecten die al in uitvoering zijn of waarvoor harde bestuurlijke afspraken zijn gemaakt. Die zijn in een aparte categorie geplaatst ,omdat ze in principe niet meedoen in de afweging. Rentabiliteit. Bij de Herijking 2008 is door Ecorys een berekening gemaakt van het rendement van de diverse deelprojecten. Nieuwe doelen. In hoeverre sluit een project aan op de nieuwe doelen: o Voltooien waar we mee zijn begonnen. o Focus op bestedingen; investeren in toegangspoorten en watersportkernen, waarbij toegangspoorten hoge prioriteit hebben. o Versoberen: geen projecten meer die niet nodig zijn voor de basisdoelstelling van Het Friese Merenproject: werkgelegenheidsgroei in de watersportsector. o Goed gastheerschap: prioriteit aan projecten die de watersporter het gevoel geven welkom te zijn. o Kansen voor natuur meepakken. Projectfase. Hoe verder in de fasering, des te moeilijker is het om een project niet uit te voeren. Bij projecten in de initiatief- of definitiefase is er nog erg veel vrijheid om te besluiten het project niet uit te voeren. Aandachtspunt daarbij is wel in hoeverre er informeel al toezeggingen zijn gedaan naar andere partners.
27/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Een project waar al harde bestuurlijke afspraken over zijn gemaakt (en dus de financiering ook al rond is) zou in theorie nog gestopt kunnen worden, maar dat zou de provincie een onbetrouwbare partner doen lijken (of zijn). Zonder zwaarwegende reden is stoppen van zo‟n project niet aan de orde. Een project, dat al volop in uitvoering is kan feitelijk niet meer worden stopgezet zonder aanzienlijke kosten en gezichtsverlies. Dat wordt in dit kader dan ook niet overwogen. Bij een project waar door veranderde bestuurlijke of financiële omstandigheden voortzetting heroverwogen moet worden, moet een aparte afweging plaatsvinden. 4.2
Programmalijn Bestedingen aan de wal De programmalijn „Stimuleren bestedingen aan de wal‟ is gericht op het verzilveren van de eerder gedane investeringen uit fase 1 door meer mensen naar Fryslân trekken en de bezoekers te verleiden langer te blijven en meer uit te geven. Resultaten Bestedingen aan de wal 1. De aantrekkingskracht van 7 toegangspoorten versterkt (gebruik, beleving, duurzaamheid en 3 sluizen) 2. De aantrekkingskracht van 10 watersportkernen versterkt (gebruik, beleving, duurzaamheid) 3. Realisatie 500 nieuwe of verbeterde passantenplaatsen 4. Minimaal 3 innovatie pilots in de watersport: o Realisatie en vermarkting nieuwe digitale vaar- en dieptekaart gestimuleerd (aanscherping) o Waterwegennavigator: van Interegg project met pilots naar werkelijke introductie o Aanbesteding recreatie servicepas (watersportpas) Effecten Er wordt meer geld uitgegeven door de watersporter De aantrekkelijkheid van de waterfronten en toegangspoorten is verbeterd De kwaliteit van bestaande watersportvoorzieningen is verbeterd Onderstaand worden per beoogd resultaat de projecten voor de periode 2010-2015 benoemd. 1. De aantrekkingskracht van 7 toegangspoorten naar Fryslân versterkt De versterking van toegangspoorten is gericht op het verhogen van de bestedingen aan de wal. Extra dimensie ten opzichte van de masterplannen voor watersportkernen is om nieuwe bezoekers naar Fryslân te trekken, door de groei van de watersport die zich vooral op het IJsselmeer en langs de Waddenkust voordoet. Watersporters moeten door een versterking van de toegangspoorten verleidt worden om naar Fryslân te komen. Het rendement van het versterken van de toegangspoorten is gemiddeld 10,6% (Ecorys 2008). Daarom staat het versterken van de 7 toegangspoorten als 1e prioriteit genoemd binnen deze programmalijn. Duurzaamheid is voortaan het centrale provinciale uitgangspunt bij het opstellen en uitvoeren van elke provinciaal beleidsplan, programma of project. Door expliciet te kiezen voor duurzaam toerisme beschermen én versterken we de aantrekkingskracht van Fryslân als toeristisch gebied. En tegelijkertijd biedt een expliciete keuze voor duurzaam toerisme kansen om Fryslân nóg sterker te profileren. Om hieraan invulling te geven ontwikkelde de provincie in 2010 criteria voor een Duurzame Watersportkern. In deze criteria zijn ruimtelijke kwaliteit en andere aspecten van duurzaamheid vertaald in praktische aandachtspunten die
28/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
gebruikt kunnen worden bij het opstellen en uitwerken van masterplannen voor zowel watersportkernen als toegangspoorten. Na opstelling van een masterplan volgt de periode waarin een uitvoeringsprogramma en een uitvoerings- en financieringsovereenkomst wordt opgesteld. Vervolgens kunnen de geselecteerde projecten uitgevoerd worden. De daarmee gepaard gaande overheidsinvesteringen zijn gericht op verbeteringen in de openbare ruimte. Hiermee worden voorwaarden gecreëerd om marktpartijen het private deel van de toegangspoort van een investeringsimpuls te voorzien. De totale opwaardering van een toegangspoort, zowel het publieke als het private deel, leidt tot een toename van de bestedingen aan de wal. Naast onderstaande lijst van 7 toegangspoorten kan ook Hindeloopen als toegangspoort worden aangemerkt. De sluis in Hindeloopen wordt echter minimaal gebruikt om Fryslân binnen te varen. De haven in Hindeloopen is vooral voor IJsselmeervaarders. Daarnaast is er in Hindeloopen nu al sprake van goede voorzieningen en ruimtelijke kwaliteit en zal het met extra investeringen moeilijk zijn om dezelfde toename van de bestedingen aan de wal te genereren als in de andere toegangspoorten. Om die reden wordt Hindeloopen niet versterkt. Planning en prioritering Voor de toegangspoorten Harlingen, Lemmer en Zuidoever Tsjûkemar zijn masterplannen in concept klaar (eind 2010). Hierover worden begin 2011 bestuurlijke afspraken gemaakt waarna de uitvoering opgepakt kan worden. Eind 2010 is ook het opstellen van het masterplan voor toegangspoort Makkum opgestart. Bij het opstarten van masterplannen voor de overige toegangspoorten zal de prioriteit bij de toegangspoort Stavoren liggen, vervolgens Workum en als laatste Lauwersmeer.
Toegangspoort 1 2 3 4 5 6 7
(in voorbereiding) Harlingen Stavoren Lemmer Workum Zuidoever Tjeukemeer Lauwersmeer Makkum
€ € € € € € €
5,0 2,0 3,7 2,0 7,5 1,0 2,0
Bijdrage provincie [mln.]
Geraamd investeringsvolume [mln.] PvA 2007
Bij de volgorde voor uitvoering van deze masterplannen is vooral het strategische belang van Harlingen als toegangspoort vanaf het Wad van belang. Deze moet daarom prioriteit boven de andere poorten krijgen. De volgorde is vervolgens op basis van de rendementsprognose (Ecorys 2008): Stavoren (22%), Lemmer (17%), Workum (16%), Zuidoever Tsjûkemar(13%), Lauwersoog (13%) en Makkum (5%).
€ € € € € € €
1,7 0,7 1,2 0,7 1,0 0,3 0,7
2. De aantrekkingskracht van 10 watersportkernen versterkt De opwaardering van watersportkernen is ook gericht op het verhogen van de bestedingen aan de wal. Watersporters moeten door een opwaardering van het haven- en waterfront van watersportkernen verleidt worden om langer in Fryslân te verblijven en om per verblijf meer geld uit te geven. Het rendement van het
29/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
opwaarderen van de watersportkernen is geschat op gemiddeld 6,5% (bron: Ecorys 2008). Daarom heeft het opwaarderen van watersportkernen binnen deze programmalijn een lagere prioriteit dan het versterken van de toegangspoorten. In het PvA 2007 werd gesproken van het opwaarderen van „de belangrijkste watersportkernen‟. Een analyse van de potenties van alle watersportkernen heeft een lijst met 10 watersportkernen op geleverd waarvoor een masterplan opgesteld gaat worden. In onderstaande lijst zijn deze 10 watersportkernen genoemd. Deze zijn niet één op één met „de belangrijkste watersportkernen‟ zoals genoemd in het PvA 2007. Sneek, Langweer, Sloten en Grou zouden bijvoorbeeld ook tot de belangrijkste watersportkernen genoemd mogen worden, maar deze zijn erbuiten gelaten om uiteenlopende redenen (geen rendement omdat een kern al „af‟ is, of het ontbreken van gemeentelijke financiële bijdrage). Ook bij deze masterplannen wordt gebruik gemaakt van bouwstenen waarbij de speerpunten ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid en functionaliteit voor de watersporter centraal staan. De overheidsinvesteringen zijn gericht op verbeteringen in de openbare ruimte. Hiermee worden voorwaarden gecreëerd om marktpartijen het private deel van de watersportkern van een investeringsimpuls te voorzien. De totale opwaardering van een watersportkern, zowel het publieke als het private deel, leidt tot een toename van de bestedingen aan de wal. Het realiseren van een vooraf bepaald aantal strandjes, speelvoorzieningen en passantenplaatsen is niet langer een doel op zich, maar een middel om het bestedingendoel te verwezenlijken.
Investeringsvolume [mln]
Watersportkern 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
(in uitvoering) Heeg Woudsend IJlst (in voorbereiding) Joure Balk Earnewâld Leeuwarden Bolsward Dokkum Franeker
Bijdrage provincie [mln]
Planning en prioritering Voor de masterplannen Heeg, Woudsend en IJlst zijn de afspraken over de uitvoering en financiering vastgelegd in de „Bestuurlijke afspraken Het Friese Merenproject 2e fase, gemeente Wymbritseradiel‟. Momenteel wordt de uitvoering van projecten uit deze bestuursovereenkomst voorbereid. De uitvoering en financiering van de masterplannen Earnewâld en Bolsward worden begin 2011 in bestuurlijke afspraken vastgelegd. Het opstellen van de masterplannen voor Franeker, Dokkum, Joure en Balk is in 2010 gestart. In 2011 zal gestart worden met het opstellen van het (laatste) masterplan voor de watersportkern Leeuwarden.
€ 3,2 € 2,2
€ 1,2 € 0,5
€ 1,0
€ 0,3
€ € € € € € €
€ € € € € € €
1,3 1,3 3,8 1,3 1,3 1,3 1,3
0,4 0,4 1,1 0,4 0,4 0,4 0,4
3. Realisatie 500 nieuwe of verbeterde passantenplaatsen
30/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
In het PvA 2000 is het realiseren en/of verbeteren van passantenplaatsen als één van de te behalen resultaten genoemd. De teller staat momenteel op ruim 1600. In de resterende jaren van Het Friese Merenproject willen we nog eens 500 passantenplaatsen realiseren. Waar we, in samenwerking met De Marrekrite, de passantenplaatsen in de eerste fase van het FMP veelal in het buitengebied hebben gerealiseerd, willen we de focus nu op de bebouwde gebieden leggen. We willen de passanten daarmee dicht bij de plaatsen brengen waar besteed kan worden, dus in de oude stads- en dorpskernen. De realisatie van de passantenplaatsen wordt in de meeste gevallen gekoppeld aan de opwaardering van een watersportkern of de versterking van een toegangspoort. 4. Minimaal 3 innovatie pilots in de watersport Uit de interviews blijkt dat er veel behoefte is aan betrouwbare en digitaal beschikbare informatie. Wij zijn van mening dat hiervoor primair de verantwoordelijkheid ligt bij de markt, Fryslân Marketing en het servicebureau van de VVV structuur i.o. Wel zien we een bescheiden taak voor de overheid om dit proces te bevorderen in samenwerking met genoemde partijen. Het betreft de volgende initiatieven: Het stimuleren van een nieuwe digitale vaar- en dieptekaart voor de Friese meren en vaarwegen. Het gaat hier om het beschikbaar stellen van provinciale data die zijn verzameld in het kader van de eerder genoemde baggerevaluatie en die na bewerking of aanvulling geschikt zijn te maken voor het maken van een digitale dieptekaart door marktpartijen. Op dit moment is de informatievoorziening over de vaardiepte in Fryslân zeer gebrekkig en achterhaald. Het stimuleren van de overdracht van de resultaten van het project “waterwegennavigator” aan marktpartijen na de afronding als Interegg project. Dit pilotproject streeft naar de ontwikkeling van digitale informatieontsluiting voor watersporters met betrekking tot nautische en toeristische data. In de eindfase zullen extra inspanningen worden gedaan om de resultaten beschikbaar te stellen aan marktpartijen voor doorontwikkeling naar een commercieel product. Introductie van een recreatie servicepas (watersportpas). De ontwikkeling van een watersportpas is geen overheidstaak, er wordt gezocht naar een commerciële partij die dit in samenwerking met bijvoorbeeld de VVVs zou willen ontwikkelen. Alleen een pas voor de watersport is een te smalle basis voor een door de markt gedragen servicepas. Het doel is die zin bijgesteld dat gewerkt wordt aan de introductie van een algemeen toeristische servicepas zoals bijvoorbeeld de “I Amsterdamcard” of “de Schouwen Duivenland pas”. Een dergelijke kaart zou geladen kunnen worden met een breed scala aan diensten waaronder typische watersportproducten. De volgende stap die actueel is, is het selecteren van een marktpartij die de ontwikkeling van een dergelijke pas ter hand wil nemen, waarbij de provinciale taak beperkt blijft tot initiatiefnemer, organisator van het proces en het bepalen van de randvoorwaarden in samenwerking met Fryslân Marketing en het beschikbaar stellen van een financiële bijdrage in de startkosten van maximaal 0,2 mln. Daarmee wijkt deze aanpak aanzienlijk af van de voorgestelde aanpak in 2007 met een investeringsvolume van € 12 mln. 4.3
Programmalijn Mitigatie ecologie en duurzaamheid De programmalijn Mitigatie en ecologie en duurzaamheid richt zich op het nemen van maatregelen om negatieve effecten van projecten te voorkomen en op een duurzame ontwikkeling. Resultaten Mitigatie ecologie en duurzaamheid 1. Mitigatie ecologie
31/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Op korte termijn 2 mitigatiepilots uitvoeren. Mitigatiepakket aanscherpen, uitvoeringsprogramma opstellen en overeenkomst sluiten met terreinbeheerders. 2. Duurzaamheid Van 50% naar 80% hergebruik van baggermateriaal. Duurzame materialen en werkwijzen als eis meegenomen in aanbestedingstrajecten. 100% van de nieuw in te richten openbare havens zijn duurzaam. Uitvoering van voorbeeldproject duurzaamheid op het gebied van energie, materiaalgebruik en vuilwaterafvoer. Alle steigers De Marrekrite duurzaam vormgegeven. Elektrisch varen: consument en PR o Elektrisch varen bij de consument bekend gemaakt en geaccepteerd. o Van ca. 200 (2010) naar 3000 elektrisch aangedreven boten in 2015 in Fryslân. Elektrisch varen: Laadinfrastructuur o Oplaadinfrastructuur elektrisch varen verbeterd en uitgebreid met 225 „publieke‟ oplaadpunten (waarvan 45 op krachtstroom) en 1000 oplaadpunten in de private sector. Elektrisch varen: Kwaliteit en innovatie o Bevorderen dat de kwaliteit van toegepaste systemen bij elektrisch varen geborgd is en innovatie stimuleren. o Realisatie en vermarkting van minimaal 3 unieke (“electric only”) vaarroutes/vaargebieden. Effecten Kwaliteit en robuustheid van bestaande natuur, landschap en water zijn verbeterd (mitigatie). Fryslân is dé ontwikkeltuin en voorbeeldregio voor elektrisch varen binnen NW Europa. Versterken van een duurzaam watersportgebied. Onderstaand worden per beoogd resultaat de projecten voor de periode 2010-2015 benoemd. 1. Mitigatie ecologie De afgelopen periode is aandacht gegeven aan het een deel van het mitigatiepakket opvangen drukverhoging en cumulatie en zonering en creëren rustgebieden in de Friese boezem. Deze maatregelen zijn een voorwaarde voor het uitvoeren van projecten die leiden tot meer vaarbewegingen. Het accent ligt daarbij op maatregelen die negatieve effecten op vooral eenden- en ganzensoorten compenseren in het vooren naseizoen omdat in deze periode het risico op verstoring het grootst is. De meest effectieve maatregelen daarbij zijn inrichtings- en zoneringsmaatregelen in en nabij bestaande natuurterreinen die in beheer zijn van IFG of SBB. Door een verbeterde inrichting, bijvoorbeeld door aanpassing van de waterhuishouding, kunnen bestaande gebieden beter gaan functioneren. Hierdoor ontstaan robuustere natuurwaarden. Dit biedt compensatie voor eventuele verstoringen op de meren zelf. Het gaat hierbij dus niet primair om de verwerving van nieuwe hectares ten koste van landbouwgrond, maar om het beter laten functioneren van bestaande natuurgebieden. In enkele gevallen zal echter uitbreiding van het areaal toch een praktische oplossing zijn. Bijvoorbeeld wanneer de aankoop van een laatste landbouwperceel binnen een gebied, dat verder reeds geheel voor de EHS verworven is, het toch mogelijk maakt de noodzakelijke aanpassingen aan de waterhuishouding door te voeren.
32/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Overzicht van uitvoering mitigatiepakket FMP 2 e fase Geringe aanpassingen en mitigatie op locatie (50)
Grotendeels budgetneutraal
Mitigerende en compenserende maatregelen bij projecten met duidelijke effecten (27)
2-4 mln.
Opvangen drukverhoging en cumulatie Alde Feanen en Snitsermar (nazomer) resp. optimaliseren beheer natte graslanden
2-4 mln.
Parallelle ecologische verbindingszones
3-4 mln.
Zonering en creëren rustgebieden in de Friese boezem
Totaal orde grootte
1 mln.
8-13 mln.
Uit overleg met alle betrokken patijen, waaronder SBB, IFG en Wetterskip Fryslân, blijkt dat de beste kansen voor de uitvoering van het mitigatiepakket liggen bij de Fluezen of de Snitser Mar. Binnenkort worden deze voornemens omgezet in een uitvoeringsprogramma op basis waarvan afspraken gemaakt worden over de planvorming, financiering en planning van het programma. It Fryske Gea en SBB spelen hierin een belangrijke rol als eigenaars en beheerders. Bij de uitwerking van de maatregelen wordt aangesloten bij de programmering en uitvoering van de maatregelen die nodig zijn in het kader van de Natura 2000 beheerplannen, realisatie van de EHS, de verbetering van de waterkwaliteit(KRW) en uitbreiding van de waterberging (WB21). In de huidige meerjarenbegroting is een bedrag van € 3 mln. opgenomen. Het overgrote deel van de dekking (ca € 10-14 mln.) is nog niet geregeld en zal aan de orde komen in het kader van de begroting 2012 en de jaren daarna. De volgende resultaten worden nagestreefd: Twee mitigatiepilots uitvoeren in 2011. Mitigatiepakket aanscherpen, uitvoeringsprogramma opstellen en overeenkomst sluiten met terreinbeheerders. 2. Duurzaamheid De watersport is een gebied waar de transitie naar elektrisch transport op relatief korte termijn kan plaatsvinden. Daarmee kan enerzijds een bijdrage geleverd worden aan de milieudoelstellingen, en anderzijds aan de transitie in groter verband, hetgeen niet geldt voor het wegverkeer als gevolg van de afwezigheid van het aanbod (elektrische auto‟s) als van de benodigde infrastructuur. Een overgang naar een duurzame vorm van watersport biedt kansen voor de Friese economie, en daarmee ook voor de landelijke. Deze kansen liggen op het gebied van innovatie, omzet en werkgelegenheid, en daarmee de internationale positie van de Nederlandse maritieme industrie. De visie van veel ondernemers en experts op dit gebied is dat deze kans zich nú voordoet, en niet meer over een paar jaar.
33/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Fryslân heeft de ideale uitgangspositie om een dergelijk transitie naar elektrisch varen als eerste te verwezenlijken. Er is een goede water –infrastructuur, een goed ontwikkeld en georganiseerd bedrijfsleven, kennisinstellingen met een focus op de watersport en overheden die de wil hebben hierin te investeren. Tegelijkertijd is de schaal beheersbaar genoeg om hier met alle partijen een programma uit te voeren, dat gezien kan worden als een strategisch transitie experiment. Met het bevorderen van elektrisch varen willen we een bijdrage leveren aan de transitie naar elektrisch transport. Het bevorderen van elektrisch varen wordt in samenwerking met het provinciale programma Duurzame energie opgepakt. In november 2010 is door ons een uitvoeringsprogramma vastgesteld waarin de belangrijkste maatregelen voor de komende jaren zijn vastgelegd. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor de Stifting Elektrysk Farre Fryslân (SEFF). We streven naar de volgende resultaten: Elektrisch varen: consument en PR o Elektrisch varen bij de consument bekend gemaakt en geaccepteerd. o Van circa 200 (2010) naar 3000 elektrisch aangedreven boten in 2015 in Fryslân. Elektrisch varen: Laadinfrastructuur o Oplaadinfrastructuur elektrisch varen verbeterd en uitgebreid met 225 „publieke‟ oplaadpunten (waarvan 45 op krachtstroom) en 1000 oplaadpunten in de private sector. Elektrisch varen: Kwaliteit en innovatie o Bevorderen dat de kwaliteit van toegepaste systemen bij elektrisch varen geborgd is en innovatie stimuleren. o Realisatie en vermarkting van minimaal 3 unieke (“electric only”) vaarroutes/vaargebieden. De andere aspecten van duurzaamheid naast elektrisch varen vragen om doorlopende aandacht om werkmethoden, materiaalgebruik en aanbestedingswijze te verduurzamen. Daarnaast kan ervaring worden opgedaan met voorbeeldprojecten en pilots binnen de planvorming van de masterplannen voor de toegangspoorten en watersportkernen. De volgende resultaten willen we bereiken: Van 50% naar 80% hergebruik van baggermateriaal. Duurzame materialen en werkwijzen als eis meenemen in aanbestedingstrajecten. 100% van de nieuw in te richten openbare havens zijn duurzaam ingericht. Uitvoeren van voorbeeldproject duurzaamheid op het gebied van energie, materiaalgebruik en vuilwaterafvoer. Alle steigers van De Marrekrite duurzaam vormgegeven.
34/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Hoofdstuk 5
Samenwerking, organisatie en communicatie Dit hoofdstuk schetst de visie op samenwerking, organisatie en communicatie voor de komende vijf jaar. Uitgangspunten Voor de laatste periode voor het Friese Merenprogramma gelden de volgende uitgangspunten, die in belangrijke mate ook hebben gegolden in de 1e fase: Het vervullen van een regierol door de provincie om de inhoudelijke samenhang van de toerismeontwikkeling in Fryslân te versterken. Een werkwijze die samenwerking van alle relevante participanten als uitgangspunt neemt. Integraliteit is het uitgangspunt bij visie, planvorming en uitvoering, met als doel een hoger maatschappelijk rendement en werk met werk maken bij de uitvoering. Streven naar synergie en samenwerking bij planvorming en uitvoering van inrichtingsmaatregelen op het gebied van natuur, water en recreatie en toerisme, zowel intern als extern (Wetterskip Fryslân) en streven naar samenwerking en wellicht integratie van projectorganisaties. Organisatie De trekkersrol blijft bij de provincie Fryslân die rollen vervult als regisseur, aanjager, coördinatiepunt, adviseur en medefinancier. Het projectbureau FMP blijft het regie- en coördinatiepunt om op programmaniveau doelen, resultaten en financiën te managen en rapportages te verzorgen richting GS en PS. Deze rol wordt door de partners hoog gewaardeerd en in vele gevallen zelfs als noodzakelijk genoemd. Bij de introductie van het werken met streekagenda‟s, zoeken we naar passende organisatievormen met behoud van doelen en maatregelen. Een deel van de bestuurlijke besluitvorming en coördinatie die nu nog in stuurgroepen plaats vindt kan te zijner tijd aangesloten worden op een eventuele nieuwe bestuurlijke organisatie. De provinciale stuurgroep wordt omgevormd naar een bestuurlijke klankbordgroep, waarin naast de investerende overheden, de gebruikers, de beheerders van natuur, water en landschap ook de ondernemers die moeten zorgen voor het creëren van werkgelegenheid, rechtstreeks zijn vertegenwoordigd. Voorgesteld wordt de klankbordgroep samen te stellen uit de volgende partijen: Wetterskip Fryslân, LTO, recreatieschap De Marrekrite, Rijkswaterstaat (Wad, IJsselmeer en Wadden), het Watersportverbond, Staatsbosbeheer, It Fryske Gea, en een aantal watersportondernemers als vertegenwoordigers van het Toeristisch platform Zuidwest Fryslân i.o. of via de Stichting Varen in Fryslân. Het accent zal in de laatste fase immers liggen op het verzilveren van de eerdere investeringen en de noodzakelijke mitigatie ecologie. De provinciale ambtelijke projectgroep FMP wordt opgeheven. Afstemming met beleidsafdelingen en andere provinciale programma‟s vindt plaats via de programmaraad i.o. De samenwerking met andere provinciale programma‟s zoals op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, duurzame energie (elektrisch varen) en Topattractie zal worden verstevigd door het leggen van geformaliseerde verbindingen met deze programma‟s. Bij de uitvoering van het mitigatiepakket Friese Meren wordt zowel bij de planvorming als bij de uitvoering integratie nagestreefd met doelen voor natuur,
35/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
landschap en water. Er is een project lopende om in beeld te brengen voor welke doelen dit geldt en welke organisatie en werkvorm daarvoor het best in aanmerking komt. Ook Wetterskip Fryslân wordt hierin betrokken, omdat er in de praktijk veel raakvlakken zijn bij planvorming en uitvoering. Om aansluiting te vinden met de rijksagenda‟s wordt gewerkt aan samenwerking en integratie van provinciale en rijksdoelen op het gebied van leefbaarheid, R&T, klimaatadaptatie, water en natuur onder de titel “blauwgroene gordel”. Dit thema is inmiddels opgenomen in de Noordelijke gebiedsagenda en vastgesteld door het Bestuurlijk Overleg MIRT. In 2011 vindt er een nadere uitwerking plaats voor Zuidwest Fryslân onder de titel “meer met Friese Meren” als voorverkenning voor een formele MIRT verkenning. Communicatie De huidige overkoepelende communicatiestrategie heeft voor de hoge naamsbekendheid onder de verschillende doelgroepen gezorgd. Deze naambekendheid moet goed onderhouden worden omdat er promotionele waarde vanuit gaat voor de provincie en Fryslân als totaal. Blijft de huidige strategische alliantie tussen de provincie, gemeenten en andere partijen bestaan, dan is het belangrijk om vast te houden aan de communicatiestrategie om als eenheid naar buiten te treden. Daarom wordt vast gehouden aan een centraal communicatie coördinatiepunt. Het Friese Merenproject blijft het gezamenlijk “voertuig” en de communicatie-uiting wordt hierop afgestemd. Het “Merk Fryslân” wordt in 2011 geïntegreerd in de communicatie gericht op doelgroepen buiten Fryslân.
36/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Hoofdstuk 6
Kosten en financiering Uitvoeringsprogramma 2011- 2015 De totale programmabegroting voor de versobering van het uitvoeringsprogramma 2011-2015 bedraagt € 583,9 mln. Hiervan is in de periode 2000-2010 € 235,4 mln. uitgevoerd. De kostenraming van de restopgave voor 2011-2015 bedraagt € 348,5 mln. De voorgestelde versobering (zie tabel 6.1) bedraagt in totaal € 138,4 mln. Tabel 6.1 Versoberingsvoorstel
Versobering Actuele kostenraming Workum – Hindelopen Balk - De Fluezen Sleatermermar - De Fluezen Bruggen Broeresleat (Vierhuistervaart) Drachten – Groningen Sluis Kornwerderzand Evenementenbureau Prijsvraag watersportcentrum Taskforce regelgeving Totale versobering Totaal aangescherpt programma
€ € € € € € € € € €
Totaal € 348,5
15,4 11,0 2,5 0,9 105,6 2,0 0,3 0,2 0,5 138,4
€ 138,4 € 210,1
Het uitvoeringsprogramma 2011-2015 kent na versobering een totale kostenraming van € 210,1 mln. In het uitvoeringprogramma 2011-2015 is € 45,7 mln. in uitvoering. De kostenraming van de geplande werken is €164,4 mln., hiervan is € 99 mln. gefinancierd. Er rest een financieringstekort van € 65,4 mln. (31,1%). Tabel 6.2 Programmabegroting (exploitatie en investering)
Uitvoeringsprogramma 2011-2015
In uitvoering
Gepland
Totaal
€ 45,7
€ 164,4
€ 210,1
Bedragen in Miljoenen Tabel 6.3 Financieringsbegroting
Uitvoeringsprogramma 2011-2015 Bedragen in Miljoenen
37/45
Provincie
Gemeenten
Overige derden
Te financieren
Totaal
€ 86,0
€ 20,3
€ 38,3
€ 65,4
€ 210,1
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Tabel 6.4 Financieringsverhouding (bedragen in Miljoenen)
Provincie
Gemeenten Overige Derden
Te financieren
Totaal
Exploitatie € 45,0 29,1% € 18,3 11,8%
€36,9 23,9% € 54,5 35,2% € 154,7 100%
Investering € 41,0 74,1% € 2,0 3,6%
€ 1,4
Totaal
38/45
€ 86,0 40,9% € 20,3 9,7%
2,6% € 10,9 19,7% € 55,4
100%
€ 38,3 18,3% € 65,4 31,1% € 210,1 100%
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Bijlage 1 Bronverantwoording Bij de totstandkoming van de Evaluatie 2000-2010 en het concept Uitvoeringsprogramma 2011-2015 is gebruik gemaakt van de volgende bronnen: Plan van aanpak Friese Merenproject (december 2000) Streekplan Kwaliteit fan de Romte (2006) Beleidsnota recreatie en toerisme 2002-2010 (Verrassend Fryslân) Programma Friese Meren Tussenbalans 2006 (augustus 2006) Tussentijdse evaluatie beleidsnota recreatie en toerisme 2002-2010 (maart 2006) Koers op Fryslân, Friese Meren Project 2e fase (2006-2013) (21 februari 2007) Fryslân toeristische topattractie in Nederland (2007) Fryske Fiersichten, provinsje Fryslân (25 juni 2008) Toerismebrief, Holland meesterwerk aan het water (juli 2008) Rompnotitie „Herijking, prioritering en programmamanagement tweede fase Friese Merenproject (16 september 2008) Beleidsvisie recreatietoervaart Nederland BRTN 2008-2013 Evaluatie en plan van aanpak oplossen knelpunten baggerevaluatie (28 oktober 2008) Fryslân vanaf het water, kwantitatief en kwalitatief onderzoek en ideeënbundel (februari 2008) Koepelnotitie „Meer met Friese Meren‟ (3 maart 2009) Verslag expertmeeting Fryslân, toeristische topattractie in Nederland, Weusthuis en Partners (19 maart 2009) Destinatie Holland 2020, toekomstvisie inkomend toerisme (NRIT) Konsept Programmaplan Fryslân Toeristyske Topattraksje (23 april 2009) De Friese Wouden (authentiek, inspirerend, aangenaam, actief), Grontmij/Vandertuuk (22 september 2009) Ontwikkeling watersport IJsselmeergebied, deelrapportage Friese IJsselmeerkust 2009, Waterrecreatie Advies (december 2009) Strategisch meerjarenplan Fryslân Marketing 2009-2013 en eindafrekeningen 2007-2009 Nota Krimp & Groei (januari 2010) Evaluatie baggerinspanning recreatief vaarnetwerk 2000 t/m 2007 (11 februari 2009) Plan van aanpak, oplossen knelpunten baggerevaluatie (11 februari 2009) Notitie “Provincie Fryslân, Elektrisch (er)varen!” en Uitvoeringsagenda Elektrisch varen 2010-2011 (28 september 2010) En van de volgende onderzoeken: Onderzoek vaargedrag Fryslân en Leeuwarden, Het Friese Merenproject en Waterrecreatie Advies (oktober 2007) Economische en ecologische effectmeting Friese Merenproject, Ecorys Altenburg & Wymenga (2008) Effectmeting marketing profiel Fryslân, Grontmij Marktplan (9 juni 2009) Recreatiecijfers bij de hand, kenniscentrum recreatie (november 2008) Het Nationale Watersportonderzoek, YPCA (augustus 2009) Botenpanelonderzoek, NBTC NIPO Research (maart 2010) Consumentenonderzoek Toerisme 2010 (april 2010) Onderzoek Toerisme in Cijfers over 2009 (juli 2010)
39/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
De Friese Meren vergeleken, Benchmark met twee Duitse watersportgebieden, kenniscentrum recreatie (2010) Water als recreatie, gezamenlijke uitgave van Rijkswaterstaat Programma Waterinnovatie (WINN), Deltares en het Kenniscentrum Recreatie Toekomst van de Friese Watersport voor verkenning innovatieve voorbeelden in Europa, kenniscentrum Recreatie (april, 2010) Onderzoek positie van Nederland op de Duitse markt van bootvakanties 2009, NBTC (2010) Trendrapporten van het NRIT Toerdata Noord, Consumentenonderzoek 2009 Toerdata Noord, Toerisme in cijfers 2010 LISA, het werkgelegenheidsregister van Nederland NBTC-NIPO: onderzoek naar bootvakanties van Nederlanders (2010) NBTC-NIPO: onderzoek naar bootvakanties op de Duitse markt (2010) Kenniscentrumrecreatie: De toekomst van de Friese watersport (een quickscan van innovatieve voorbeelden in europa) (2010) Kenniscentrum Recreatie: De Friese meren vergeleken ( een benchmark met twee Duitse watersportgebieden (2010) Alterra: Recreatietoevoervaart: 9 jaar later (2002) Waterrecreatieadvies: Watersportmonitor IJsselmeergebied (2009) Waterrecreatieadvies: Onderzoek aantal recreatievaartuigen Nederland (2005) Evaluatieonderzoek naar de communicatie van Het Friese Merenproject, Camerik Voortman communicatie- en pr-adviseurs (2008) Marktontwikkelingen Watersport in Fryslan, ISM (2006) De Landelijke R&T standaard. Notitie over bepalen bestedingen en werkgelegenheid in de vrijetijdssector op provinciaal niveau, IPO (2009)
40/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Bijlage 2 Betrokkenen Bijeenkomst Stuurgroep Friese Merenproject Staatsbosbeheer, mevrouw Kiestra Watersportverbond, de heer De Jong en de heer Van der Meer Recreatieschap De Marrekrite, de heer Van den Berg HISWA, de heer Ybema RECRON, mevrouw Ellens Bijeenkomsten ondernemers De Drijfveer en Tusken de Marren, de heer Bosma TROEF, p/a Camping It Wiid, de heer Bleckman Friese Rondvaart Ondernemers, de heer en mevrouw Koopmans Jachthaven Lunegat Dokkumer Nieuwe Zijlen, de heer Meijer Vinea Vakanties, de heer Snijders Blok Sailing Actief, de heer Dijkstra Maran Yachtcharter bv, de heer Gubbels Ottenhome Heeg BV, de heer Alberts Hotel Jachthavens Galamadammen, de heer Haitsma Jachthaven De Kuilart, de heer De Jong SkipsMaritiem b.v. mevrouw De Vries De Haas Marine Services, de heer De Haas Jachthaven de Boei, de heer Ten Veen Jachthaven Enjoy Sailing, de heer Dijkstra Stichting Electrisch Varen, de heer Schaap Bijeenkomst gemeentelijke bestuurders Gemeente Skarsterlân, burgemeester Kuiper Gemeente Lemsterland, wethouder Van der Pal Gemeente Wymbritseradiel, wethouder Gerbrandy Gemeente Boarnsterhim, wethouder Van Beek Gemeente Sneek, wethouder Metz Gemeente Gaasterlân-Sleat, wethouder Bonnema Bijeenkomst gemeenten ambtelijk Gemeente Skarsterlân, de heer De Jong Gemeente Weststellingwerf, de heer Dijkhof Gemeente Wymbritseradiel, mevrouw Schuurmans Gemeente Opsterland, de heer Blauw Gemeente Sneek, mevrouw Verduren Gemeente Wûnseradiel, mevrouw Heeres Bijeenkomst experts «Begroetingsregel», de heer Elzinga Altenburg & Wymenga, de heer Wymenga Waterrecreatie Advies, de heer Steensma Bijeenkomst Provincie Fryslân intern De heer van der Bij Mevrouw Stijnen De heer Zwart De heer Ietswaart De heer Schriemer Mevrouw Hulshoff Mevrouw van Assen
41/45
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2001-2015
Bijlage 3 Overzicht projecten en resultaten Grenzeloos Varen PROGRAMMALIJN GRENZELOOS VAREN VOOR DE PERIODE 2010-2015 PROJECT
FASE
RENTABILITEIT
AANSLUITING DOELEN GERAAMDE KOSTEN
Revitaliseren en aanleggen Nieuwe verbindingen Noordelijke Elfsteden Varroute Polderhoofdkanaal Recreatiegeulen Grutte Brekken Middelseeroute afronden (Fietspad De Swette) Lutscomplex
Reeds in Uitvoering Reeds in Uitvoering (geschorst) Reeds in uitvoering Aanbesteding gestart. Definitiefase, gedeeltelijk gedekt
Klasse DM, minder dan 5000 boten/jr
Turfroute overstap- en informatiepunten
Definitiefase, gedeeltelijk gedekt
Kleiner dan klasse Dm, ca. 2000 boten/jr
Turfroute Profielverruiming
Initiatieffase, niet gedekt
Verbeteren doorvaartdiepte en capaciteit sluizen Capaciteitsverbetering sluis Ontwerpfase. Financiering Stavoren gedekt (mits instemming PS) Drempelverlaging Workum Reeds in uitvoering (besteksvoorbereiding) Drempelverlaging Makkum Ontwerpfase. Financiering gedeeltelijk gedekt Sluis Lauwersoog, beperkte maatregel aanpassen voorhavens
Initiatieffase. Niet gedekt
Verbeteren netwerk door opheffen knelpunten Brug Jirnsumersyl Bestuurlijk afgesproken. Financiering gedekt.
42/45
€ € € €
28,32 mln. 17 mln. 0,69 mln. 3.29 mln.
€ 2,9 mln.
Kleiner dan klasse Dm. Ca. 2000 boten/jr. Streven naar verdubbeling
Sluit goed aan (Versterkt watersportkern Balk, versterkt natuurbeleving) Sluit goed aan (poort naar Drenthe, vervangt Drachten/Groningen) Sluit goed aan (poort naar Drenthe, vervangt Drachten/Groningen)
Groot. Grote boten (Azm). Zeer hoge intensiteit.
Sluit optimaal aan op alle doelen
€ 29,4 mln. (gereserveerd) streven naar lagere kosten. € 0,55 mln.
MIddel: Grote boten (t/m Bzm), lage intensiteit (ca. 3000 boten/jaar) Groot; Grote boten, hoge intensiteit
Onderdeel van poort en basisnetwerk. Versterkt gastheerschap Onderdeel van poort en basisnetwerk. Versterkt gastheerschap
€ 0,61 mln. (Sluisdrempel) € 0,25 mln. (kanaal)
Klasse Dm, verwachting meer dan 5000 boten/jaar
Versterkt basisnetwerk
€ 2,3 mln.
€ 0,586 mln. € 10,6 mln.
Niet bekend.
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2001-2015
Brug Sylroede te Lemmer
Initiatieffase. Financiering gedeeltelijk gedekt in programma 2 (€ 15 mln.) Brug Skarster Rien in de A6 Initiatieffase. Geen financiering. Rijk werkt niet mee Verruiming Brug- en sluisbedieningstijden Verruiming brug- en Initiatieffase. Financieel niet sluisbediening door inzet gedekt. goedkopere arbeidskrachten.
Groot; Klasse Czm, meer dan 15.000 boten/jaar Staande mastroute. Meer dan 15.000 boten/jaar Op de kleinere rustiger vaarwegen. Betreft meestal gemeentelijke bruggen.
Verruiming Brug- en sluisbedieningstijden door afstandsbediening . Aanhaken Meinesleatbrêge en Weidlansbrêge Akkrum
Definitiefase. Financiering beschikbaar.
Aanhaken 10 bruggen Wymbritseradiel
Initiatieffase. Nog niet gedekt. Alle vaarwegen minimaal Gezamenlijk project met drie Czm. Soms druk, soms rustig provinciale bruggen is niet haalbaar gebleken
Baggeren bestaand netwerk 101 Km provinciale vaarwegen PVVP-netwerk (excl. Turfroute) 58 Km gemeentelijke vaarwegen PVVP-netwerk
Op de grotere vaarwegen en drukke wegen. Nautische deskundigheid vereist. Initiatieffase. Nog niet gedekt. Tot en met Czm, meer dan 15.000 boten/jaar
Lopend programma. Financiering gedekt Lopend programma. Financiering gedeeltelijk gedekt
34 Km Taheakke gemeentelijke Lopend programma vaarwegen. Financiering gedekt Jachthavens Legenda Belang is groot Normaal belang Belang is beperkt Uitvoering gestart, geen discussie meer over belang
43/45
Onderdeel Toegangspoort. Versterkt basisnetwerk en gastheerschap. Versterkt basisnetwerk
Ca. € 30 mln., moet nog verder geraamd.
Meestal onderdeel netwerk toerzeilers en toervaarders. Voorwaarde voor goed gastheerschap. Bruggen meestal onderdeel basisnetwerk. Voorwaarde voor goed gastheerschap Versterkt basisnetwerk. Is basisvoorwaarde voor goed gastheerschap Versterkt basisnetwerk. Is basisvoorwaarde voor goed gastheerschap
Kan gestimuleerd worden door instelling subsidieregeling.
Onderdeel basisnetwerk en ontsluiting toegangspoorten. Kansen voor natuurontwikkeling in de oevers. Inzetten op prioritair netwerk. Onderdeel basisnetwerk. Meestal Czm. Intensiteit tussen 5.000 en 15.00 boten/jaar Meestal DM-routes, Meestal ontsluiting lokale doorgaans minder dan 5.000 kernen. boten/jaar.
Niet geraamd. Kans op werk met werk tijdens uitvoering knoop A7/A6
€ 11 mln. (investering) Nog niet geraamd. Nog niet geraamd.
Prioritair netwerk t/m Azm. Intensiteit doorgaans groter dan 15.000 boten/jr
Nieuwe subsidieregeling 50%
Bestaande subsidieregeling 25%.
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2001-2015
Totaal
financiering
Bestedingen aan wal
Toegangspoort Harlingen
initiatieffase
5,00
5,00
Bestedingen aan wal
Watersportkern Franeker
initiatieffase
1,33
1,33
Bestedingen aan wal
Toegangspoort Lauwersmeer
initiatieffase
1,00
1,00
Bestedingen aan wal
BO Lemsterland
initiatieffase
6,92
6,92
Bestedingen aan wal
Toegangspoort Makkum
initiatieffase
2,00
2,00
Bestedingen aan wal
Toegangspoort Stavoren
initiatieffase
2,00
2,00
Bestedingen aan wal
Watersportkern Balk
initiatieffase
1,33
1,33
initiatieffase
0,20
0,20
overig
fase
provincie
Projectnaam
gemeente
programmalijn
nog te financieren
Bijlage 4 Financieel overzicht projecten
Toegangspoort Zuidoever Tjeukemeer Bestedingen aan wal
(deel Weststellingwerf) Toegangspoort Zuidoever Tjeukemeer
Bestedingen aan wal
(deel Skarsterlân)
initiatieffase
0,20
0,20
Bestedingen aan wal
Watersportkern Bolsward Fase 2
initiatieffase
1,33
1,33
Bestedingen aan wal
Watersportkern Dokkum
initiatieffase
1,33
1,33
Bestedingen aan wal
BO Tytsjerksteradiel
initiatieffase
3,80
3,80
Bestedingen aan wal
Watersportkern Leeuwarden
initiatieffase
1,33
1,33
Bestedingen aan wal
Toegangspoort Workum
initiatieffase
2,00
2,00
Bestedingen aan wal
Watersportpas
initiatieffase
Bestedingen aan wal
BO Wymbritseradiel Fase 2
definitiefase
3,70
Bestedingen aan wal
Project Stevenshoek Langweer
voorbereiding
0,18
Bestedingen aan wal
BO Boarnsterhim waterfront
initiatieffase
1,00
Bestedingen aan wal
regionale beeldverhalen
uitvoering
0,07
2,98
0,20
0,18
0,20 9,60
13,30
0,18
0,54 1,00
0,08
0,15
Mitigatie & compensatie van Ecologie en Duurzaamheid
maatregelen op locatie
initiatieffase
0,02
3,00
Ecologie en Duurzaamheid
Parallelle ecologische verbindingszones
initiatieffase
5,00
5,00
Ecologie en Duurzaamheid
Opvangen drukverhoging
initiatieffase
3,00
3,00
Ecologie en Duurzaamheid
Zonnering en creeren rustgebieden
initiatieffase
1,00
1,00
Ecologie en Duurzaamheid
Electrisch varen
initiatieffase
Grenzeloos varen
Turfroute Overstapplaatsen
initiatieffase
Grenzeloos varen
Revitalisering lauwersmeer
voorbereiding
0,10
0,28
0,59
2,43
0,40
1,53
0,40
0,89
0,41
1,29
0,17
0,58
0,83
1,80
Sneek waterstad elfstedenroute Grenzeloos varen
Oosterpoortbrug
voorbereiding
Grenzeloos varen
Baggeren: provinciale vaarwegen
initiatieffase
Grenzeloos varen
Opwaardering Luts
initiatieffase
Grenzeloos varen
Sluis Makkum
initiatieffase
Grenzeloos varen
Gemeentelijk baggerwerk
initiatieffase
Grenzeloos varen
Birstumer Rak
initiatieffase
Grenzeloos varen
fietspad langs de Swette
initiatieffase
Grenzeloos varen
onderhoudsbijdrage spoorbrug Akkrum
initiatieffase
0,15
Grenzeloos varen
optimalisatie brugbediening SMR
initiatieffase
0,32
Grenzeloos varen
Noordelijke Elfstedenroute
uitvoering
44/45
3,93 0,90
0,88
1,05
4,22
4,36 0,04
2,00
3,97 2,90
2,57
0,61
0,61
21,56
25,01
0,48
0,34
0,82
1,41
0,83
3,29
8,43
0,15 0,32 15,67
28,32
fase
provincie
overig
financiering
Grenzeloos varen
Polderhoofdkanaal
uitvoering
4,60
4,90
6,50
Grenzeloos varen
Verdiepen Langwarder Wielen
uitvoering
0,29
0,29
Grenzeloos varen
Brug Jirnsum
definitiefase
1,57
16,00 0,58
0,73
2,30
voorbereidingskosten 2011tm 2015
3,00
2,5
5,50
financiering in begroting provincie
7,67
-7,67
0,00
financiering in begroting provincie
2,35
-2,35
0,00
Totaal Exploitatie percentage
18,34
44,99
36,92
54,50
154,75
11,85%
29,07%
23,86%
35,22%
100,00%
Grenzeloos varen
Verruiming brug en sluisbediening
initiatieffase
Grenzeloos varen
Turfroute Profielverruiming
initiatieffase
Grenzeloos varen
Wellebrug Woudsend
initiatieffase
Grenzeloos varen
Sluis Stavoren
initiatieffase
Grenzeloos varen
Sluis Workum
initiatieffase
0,66
Grenzeloos varen
Recreatiegeulen Grutte Brekken
uitvoering
0,69
Totaal Investering Percentage Totaal uitvoeringsprogramma
percentage
45/45
Totaal
Projectnaam
nog te financieren
programmalijn
gemeente
MTR UITVOERINGSPROGRAMMA 2001-2015
12,20
12,20 10,90
1,50 2,00
25,96
10,90 1,50
1,44
29,40 0,66 0,69
2,00
41,01
1,44
10,90
55,35
3,61%
74,09%
2,60%
19,69%
100,00%
20,34
86,00
38,36
65,40
210,10
9,68%
40,93%
18,26%
31,13%
100,00%