UITVOERINGSOVEREENKOMST BEDRIJVENINVESTERINGSZONE (BI-zone) DE HOOGERWERF Gemeente Oud-Beijerland 2015
De ondergetekenden: 1.
De Ondernemersvereniging De Hoogerwerf, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar bestuur, t.w. de heer K. Ammerlaan, voorzitter en de heer E.P. Klop , penningmeester, hierna aan te duiden als “de vereniging”;
en
2.
De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Oud-Beijerland, te dezer zake krachtens het bepaalde in artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H.A. Kievit, wethouder Economische Zaken, daartoe door de burgemeester gemachtigd bij besluit van 31 maart 2015, hierna te noemen “de gemeente”;
Ondergetekenden 1 en 2 hierna tezamen te noemen “partijen”.
Overwegende: -
Op grond van de Experimentenwet BI-zones hebben partijen op 23 november 2010 een uitvoeringsovereenkomst gesloten met het oog op een eerder door de vereniging vastgesteld BIZ-plan Bedrijventerrein De Hoogerwerf november 2010.
-
Op 14 december 2010 heeft de raad van de gemeente Oud-Beijerland de Verordening Bedrijveninvesteringszone (BI-zone) De Hoogerwerf Oud-Beijerland 2011 vastgesteld.
-
Nadat uit een draagkrachtmeting was gebleken dat binnen de beoogde BI-zone De Hoogerwerf onder de bijdrageplichtigen hiervoor voldoende steun bestond is door de gemeente het in werking treden van deze verordening bekend gemaakt.
-
Op basis van het voorgaande heeft de BI-zone De Hoogerwerf vanaf 2011 activiteiten ontplooid die gericht waren op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van deze BI-zone.
-
Op 1 januari 2015 is de Wet op de bedrijveninvesteringszones (wet van 19 november 2014) in werking getreden. De Experimentenwet BI-zones is daarbij ingetrokken.
-
De vereniging heeft te kennen gegeven ook onder de nieuwe wet werkzaamheden te willen blijven ontplooien in de openbare ruimte en op het internet, die gericht
zijn op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling in de BI-zone De Hoogerwerf. -
De vereniging heeft met het oog op het voorgaande ter zake van haar plannen in het kader van de Wet op de bedrijveninvesteringszones een vernieuwd BIZ-plan opgesteld.
-
Partijen wensen een overeenkomst als bedoeld in artikel 7, lid 3 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones en artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te sluiten.
Komen het volgende overeen:
Artikel 1. In deze overeenkomst wordt verstaan onder: - Wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones - Verordening: de gemeentelijke verordening waarbij de mogelijkheid wordt gegeven om binnen de BI-zone De Hoogerwerf een BIZ-bijdrage te heffen en waarbij de vereniging wordt aangewezen als de vereniging als bedoeld in artikel 7 van de Wet - BI-zone: het bij de Verordening vast te stellen gebied (bijlage 1) - BIZ-bijdrage: hetgeen daaronder in de Wet wordt verstaan - BIZ-subsidie: de op basis van de Wet en de Verordening te verlenen subsidie - BIZ-periode: De periode van 5 jaar, genoemd in artikel 10 van de Verordening. Deze periode kan korter zijn indien de verordening op grond van het bepaalde in artikel 6, lid 1 van de Wet of artikel 4, lid 3 van deze overeenkomst wordt ingetrokken. - BIZ-plan: Het document waarin de vereniging ten behoeve van het instellen Van de BI-zone uiteenzet wat haar voornemens en ambities voor de komende BIZ-periode zijn (bijlage 2 bij deze overeenkomst) - Statuten; de in bijlage 3 bij deze overeenkomst neergelegde statuten van de vereniging. Artikel 2. De vereniging staat ervoor in dat zij voldoet en zal blijven voldoen aan de eisen van de Wet en de Verordening, met name aan de vereisten , neergelegd in de artikelen 7 en 8 van de Wet en dat zij geen andere activiteiten zal ontplooien dan in artikel 4 vermeld. Artikel 3. De vereniging stelt voor de komende BIZ-periode een BIZ-plan vast. Dit plan bevat een begroting van inkomsten en uitgaven. De vereniging bericht de gemeente onverwijld over voorgenomen wijzigingen in haar Statuten en in het BIZ-plan. Dergelijke wijzigingen behoeven de voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente.
Artikel 4. 4.1 De vereniging staat ervoor in dat de BIZ-subsidie wordt aangewend voor de hierna genoemde activiteiten, voor zover die activiteiten en de daaraan gebonden uitgaven in overeenstemming zijn met de wet, de Verordening, de Statuten en deze overeenkomst.
4.2. De Vereniging rubriceert de door haar voorgenomen activiteiten per thema: schoon, heel, veilig en bereikbaar. De uitvoering van deze activiteiten vindt, voor zover het betreft de inrichting van de openbare ruimte, uitsluitend plaats in overeenstemming met de vooraf door de gemeente gestelde randvoorwaarden en uitgangspunten en verder pas na voorafgaande goedkeuring van de gemeente. Thema’s: Thema Schoon
Doel: een net, attractief bedrijventerrein Middel: Beoordelen waar het standaard onderhoudsbeleid van de gemeente dient te worden aangevuld/uitgebreid en waar nodig actie ondernemen.
Thema Heel
Doel: voorkomen inbraken, overlast Middel: Onderhoud en verdere optimalisatie van het inmiddels geplaatste camerasysteem. Middel: Nauw overleg met gemeente en politie over overlastsituaties.
Thema Veilig
Doel: veilige verkeerssituatie op de Hoogerwerf Middel: weren van scholieren middels afbakenen terrein en overleg met instanties.
Doel: vindbaar maken van reeds aanwezige defibrillatoren Middel: Toevoegen van symbolen op de bewegwijzering van bedrijven die zo een apparaat in huis hebben.
Thema Bereikbaar
Doel: goede fysieke en digitale bereikbaarheid van De Hoogerwerf Middel: onderzoek naar mogelijkheden glasvezelnetwerk Middel: onderzoek naar verbetering mobiele netwerk
4.3 De vereniging is verplicht de activiteiten daadwerkelijk uit te voeren, behoudens voor zover het (volledig) uitvoeren daarvan in redelijkheid niet van de vereniging kan worden gevraagd, bijvoorbeeld omdat de werkelijke kosten daarvan hoger blijken dan begroot en daardoor het totaal de verstrekte BIZ-subsidie te boven gaat. Indien de vereniging niet aan haar verplichtingen voldoet kan de Verordening worden ingetrokken, onverminderd de overige voor de gemeente uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten. Artikel 5. 5.1 Ten behoeve van een goede uitgangspositie voor het verbeteren van de openbare ruimte door de gemeente verplicht de gemeente zich gedurende de looptijd van de overeenkomst de kwaliteit van de openbare ruimte conform de Koepelnota Openbare Ruimte 2012-2022 op het niveau van basiskwaliteit te handhaven. De Koepelnota is als bijlage 4 bij deze overeenkomst gevoegd. De kwaliteitsniveaus zijn met behulp van normstellende foto’s vastgelegd in kwaliteitsmeetlatten (bijlage 5). Deze zijn vastgelegd voor civieltechnische kunstwerken, openbare verlichting, groen, speelvoorzieningen, straatreiniging (onkruid), straatreiniging (zwerfvuil), verhardingen, verkeersvoorzieningen en water. 5.2 Vertegenwoordigers van de gemeente en de vereniging houden tenminste één maal per jaar een schouw, waarbij getoetst wordt of het niveau in voldoende mate wordt gehaald en naar aanleiding waarvan partijen afspraken zullen maken over het herstel van eventuele tekortkomingen en binnen welke termijn deze zullen plaatsvinden. De vereniging kan tussentijds bij de gemeente tekortkomingen aanmelden. Wanneer deze aanmeldingen gerechtvaardigd blijken te zijn worden de desbetreffende tekortkomingen binnen gerede termijn opgelost. 5.3 De gemeente verplicht zich ingeval van gladheid deze conform het Beleidsplan Strooibeleid 2011-2014 (bijlage 6) en de in dat verband door de gemeente (jaarlijks) vastgestelde strooiroutes te bestrijden. Bij herziening van dit beleidsplan wordt van de laatst vastgestelde versie uitgegaan.
5.4 Met het hiervoor in 5.1, 5.2 en 5.3 opgenomen afspraken wordt voldaan aan het artikel 7, lid 5 van de Wet, waarin is vastgelegd dat partijen schriftelijke afspraken maken over het minimale niveau van dienstverlening van de gemeente voor de periode waarvoor de BIZ-bijdrage wordt ingesteld. Artikel 6. 6.1 De vereniging stelt gedurende de periode waarvoor de BIZ-bijdrage is ingesteld jaarlijks op basis van de onderstaande begroting vóór 1 mei van het voorafgaande jaar een jaarplan vast.
Dit jaarplan maakt duidelijk welke activiteiten de vereniging het komende jaar zal ontplooien en welke kosten daarvoor begroot worden. Het jaarplan moet door de gemeente worden goedgekeurd. De gemeente toetst daarbij het jaarplan aan het BIZ-plan, aan de Wet, de Verordening, de Statuten en aan deze overeenkomst.
Begroting volgens BIZ-plan
Uitgaven
2016
2017
2018
2019
2020
Thema Schoon
€
2.500
2.550
2.601
2.653
2.706
Thema Heel
€
6.500
6.630
6.763
6.898
7.036
Thema Veilig
€
4.000
4.080
4.162
4.245
4.330
Algemene kosten
€
1.950
1.989
2.029
2.069
2.111
Vervangingsinvestering
€
10.000
10.000
10.000
10.000
10.000
Onvoorzien
€
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Totaal
€
26.950
27.249
27.555
27.865
28.183
2016
2017
2018
2019
2020
Uitgaven
€
26.950
27.249
27.555
27.865
28.183
Overschot 2010-2015
€
-/- 20.000
-/- 20.000
-/- 20.000
-/- 20.000
-/- 20.000
Exploitatieresultaat
€
610
311
5
-/- 305
-/- 623
Bijdrage
€
7.560
7.560
7.560
7.560
7.560
6.2 Na goedkeuring van het jaarplan keren burgemeester en wethouders voorschoten uit aan de vereniging. Deze voorschotten worden in twee termijnen in de maanden januari en juli uitbetaald van ieder 50% van de te verwachten BIZ-bijdrage.
6.3 Burgemeester en wethouders verlenen geen voorschotten op de subsidie zodra zij kennis hebben genomen van het ontbinden van de vereniging, conservatoir beslag op (een deel van) het vermogen van de vereniging, een ten aanzien van de vereniging verleende surseance van betaling dan wel uitgesproken faillissement. 6.4 Burgemeester en wethouders kunnen het verlenen van voorschotten opschorten indien de vereniging naar hun oordeel niet in voldoende mate de aan de toekenning van de subsidie verbonden verplichtingen nakomt. 6.5 De vereniging legt jaarlijks uiterlijk op 1 april verantwoording af aan de gemeente door het overleggen van een jaarrekening en een verslag van de uitgevoerde activiteiten. De vereniging geeft desgevraagd alle inlichtingen die voor de beoordeling van de uitvoering van deze overeenkomst van belang kunnen zijn, en stelt de gemeente uit eigen beweging onverwijld op de hoogte van bijzondere ontwikkelingen en onvoorziene knelpunten, die relevant zijn voor de uitvoering van de overeenkomst. De gemeente toetst de verantwoording aan het BIZ-plan, aan de Wet, de Verordening, de Statuten en aan deze overeenkomst. 6.6 Het indienen van de verantwoording, genoemd in het vorige geldt als verzoek de subsidie vast te stellen. 6.7 Burgemeester en wethouders stellen de subsidie definitief vast binnen 13 weken nadat het verzoek daartoe is ingediend. Artikel 7. 7.1 Indien aan het eind van het subsidiejaar een deel van de op dat jaar betrekking hebbende BIZ-subsidie niet is besteed, kunnen burgemeester en wethouders toestemming geven dat deel te verschuiven naar het volgende jaar. 7.2 Indien op enig moment geen BIZ-subsidie meer wordt verstrekt, zal de vereniging het bedrag dat aan het einde van het laatste jaar waarover subsidie is verstrekt niet is besteed, na aftrek van alle door de burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten, aan de gemeente restitueren. De gemeente zal dit bedrag naar rato terugbetalen aan de bijdrageplichtigen die voor de laatste BIZ-periode de BIZ-bijdrage hebben betaald. Op dit bedrag worden alle met terugbetaling gemoeide kosten in mindering gebracht. 7.3 Onder door burgemeester en wethouders goed te keuren kosten als bedoeld in artikel 7.2 worden in ieder geval verstaan de kosten van beheer, onderhoud en vervanging van het camerabewakingssysteem wanneer dat dit wordt overgedragen aan een daarmee te belasten instantie. Artikel 8. Deze overeenkomst is rechtens afdwingbaar en wordt -behoudens verplichtingen die naar hun aard eerder ingaan- aangegaan onder de opschortende voorwaarde dat de Verordening wordt vastgesteld en in werking is getreden.
Artikel 9. Deze overeenkomst eindigt, behoudens schriftelijke verlenging, na afwikkeling van alle rechten en plichten van partijen op 30 juni 2020.
Artikel 10. Deze overeenkomst laat onverlet het over subsidies bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 11. De vereniging stemt ermee in dat in de Verordening artikel 1, lid 4 van de Wet wordt toegepast. Dit betekent dat, indien een onroerende zaak, terzake waarvan krachtens de Verordening een BIZ-bijdrage wordt geheven, bij het begin van een kalenderjaar niet in gebruik is, deze bijdrage wordt geheven van de eigenaar.
Vereniging:
Gemeente: