1
UITVOERINGSOVEREENKOMST Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de sector Waterrecreatie en de Kunststoffen en Houten jachtbouw
INHOUDSOPGAVE Artikel 1. Verplichtingen van de werkgever 2. Verplichtingen van de Stichting 3. Algemene bepalingen 4. Aanmelden van de werknemers 5. Vaststelling en betaling van de premie 6. Procedure bij betalingsachterstand 7. Procedure opstellen en wijzigen van de pensioenovereenkomst 8. Toeslagen 9. Onvoorziene omstandigheden 10. Beslechting van klachten en geschillen 11. Inwerkingtreding en duur van de uitvoeringsovereenkomst 12. Tussentijdse beëindiging van de overeenkomst
Bijlagen: 1. 2.
Pensioenreglement Startbrief
04042012 H259 BPF Watercreatie Uitv.OVK 1-1-2008
2
Ondergetekenden: NAAM, gevestigd te PLAATS, hierna te noemen "de werkgever", en Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de sector Waterrecreatie en de Kunststoffen en Houten jachtbouw, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen "de Stichting", nemen in aanmerking dat: -
-
-
de werkgever niet krachtens de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000, hierna te noemen “de Wet”, verplicht is tot naleving van het bij of krachtens de statuten en het pensioenreglement van de Stichting bepaalde; de werkgever met zijn werknemers of een groep van zijn werknemers pensioenovereenkomsten wenst te sluiten dan wel heeft gesloten die inhoudelijk overeenstemmen met de pensioenregeling van de Stichting, hierna te noemen “de pensioenregeling”, zoals verwoord in de startbrief van de Stichting die als bijlage bij deze uitvoeringsovereenkomst is opgenomen; de werkgever ten aanzien van de betreffende werknemers door het bestuur van de Stichting, hierna te noemen “het bestuur”, is aanvaard als aangesloten werkgever;
en verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1
1
Verplichtingen van de werkgever
De werkgever verklaart: dat de loonontwikkeling bij de werkgever tenminste gelijk is aan die in de bedrijfstak waarin de Stichting werkzaam is en de werkgever deelneemt in de sociale fondsen van deze bedrijfstak, ofwel dat er sprake is van een groepsverhouding tussen de werkgever en een andere werkgever die onder de werkingssfeer van de Stichting valt, zoals omschreven in de statuten van de Stichting. Deze verklaring kan achterwege blijven indien de vrijwillige aansluiting plaatsvindt aansluitend aan een periode waarin de werkgever onder de werkingssfeer van de Stichting viel, zoals omschreven in de statuten van de Stichting.
2
De werkgever verbindt zich jegens de Stichting om met de werknemers die in dienst van de werkgever zijn en de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt tijdens de looptijd van deze uitvoeringsovereenkomst een pensioenovereenkomst te sluiten die gelijk is aan de inhoud van de startbrief. De startbrief is als bijlage aan deze uitvoeringsovereenkomst gehecht. De werkgever verbindt zich om de bovengenoemde werknemers conform artikel 4 ‘Aanmelden van de werknemers’ ter verzekering aan te melden om als deelnemer te worden opgenomen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2 lid 1.
3
Waar in het vervolg van deze uitvoeringsovereenkomst wordt gesproken van deelnemer, wordt bedoeld de deelnemer genoemd in het pensioenreglement. Het pensioenreglement is als bijlage aan deze uitvoeringsovereenkomst gehecht.
4
De werkgever is verplicht om de premie tijdig aan de Stichting te betalen conform artikel 5 ‘Vaststelling en betaling van de premie’.
04042012 H259 BPF Watercreatie Uitv.OVK 1-1-2008
3
5
Elk kalenderjaar, steeds in het eerste kwartaal, zendt de werkgever aan de Stichting een opgave van de (gewijzigde) pensioengevende jaarsalarissen van de bestaande deelnemers.
6
Daarnaast is de werkgever verplicht om de Stichting onmiddellijk schriftelijk op de hoogte te brengen als één van de volgende situaties zich voordoet: a. wijziging van arbeidstijd van een deelnemer; b. beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een deelnemer voor de pensioendatum. De werkgever verbindt zich jegens de Stichting om met betrekking tot de in lid 2 bedoelde werknemers regelmatig en tijdig zoals beschreven in deze uitvoeringsovereenkomst en de bijbehorende bijlagen alle correcte informatie te verschaffen die de Stichting nodig heeft voor de vaststelling van de krachtens de pensioenovereenkomst toe te kennen pensioenen.
7
Indien de werkgever naar het oordeel van het bestuur niet, niet juist of niet volledig aan de in dit artikel genoemde verplichting voldoet, is het bestuur bevoegd de verschuldigde premie en de benodigde gegevens naar beste weten vast te stellen. De betrokkenen zijn aan deze vaststelling gebonden. Indien de werkgever niet voldoet aan de in dit artikel genoemde verplichtingen is het bestuur bevoegd de uitkeringen waarvoor de Stichting aansprakelijk wordt gesteld, op de in gebreke gebleven werkgever te verhalen.
8
De werkgever verschaft de Stichting inzage in zijn administratie, voorzover deze met betrekking tot de uitvoering van deze uitvoeringsovereenkomst en het pensioenreglement voor haar van belang is.
9
De werkgever machtigt de Stichting om haar voor de uitvoering van deze uitvoeringsovereenkomst en het pensioenreglement te vertegenwoordigen voorzover zij als partij optreedt in kwesties tegenover andere instanties.
Artikel
2
Verplichtingen van de Stichting
1
De Stichting verplicht zich tegenover de werkgever de aangemelde werknemers als (aspirant-)deelnemer in de pensioenregeling op te nemen. Opname in de pensioenregeling is alleen mogelijk indien de werkgever voor alle werknemers in zijn dienst die tot eenzelfde groep behoren, toelating verzoekt.
2
De Stichting verstrekt aan de in artikel 1 genoemde werknemer binnen drie maanden na de aanvang van de pensioenovereenkomst een startbrief, mits de werkgever de werknemer tijdig heeft aangemeld volgens artikel 4 ‘Aanmelden van de werknemers’.
3
De Stichting verstrekt aan de (gewezen) deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden de informatie die door de Pensioenwet wordt voorgeschreven op de daarin bepaalde wijze.
Artikel
3
Algemene bepalingen
1
De bij deze uitvoeringsovereenkomst behorende bijlagen maken integraal deel uit van dit uitvoeringsovereenkomst.
2
De aanspraken uit de startbrief kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan voorzien in de gevallen bij of krachtens de Pensioenwet.
04042012 H259 BPF Watercreatie Uitv.OVK 1-1-2008
4
Artikel 1
4
Aanmelden van de werknemers
De werkgever meldt de in artikel 1 genoemde werknemers als deelnemers aan de pensioenregeling aan binnen dertig dagen na aanvang van de pensioenovereenkomst. De werknemers dienen schriftelijk bij de Stichting te worden aangemeld.
2
Bij iedere aanmelding van een werknemer verstrekt de werkgever de volgende gegevens aan de Stichting: de naam, het adres, de geboortedatum en het geslacht van de werknemer; het burgerservicenummer van de werknemer; het pensioengevend salaris van de werknemer op basis van een voltijd dienstverband; het deeltijdpercentage van de werknemer; de datum waarop de pensioenovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer is ingegaan; de naam en geboortedatum van de partner; de na(a)m(en) en geboortedatum(s) van het (de) kind(eren).
3
Op de aanmelding van de werknemers door de werkgever zijn de bepalingen van artikel 5 ‘Aanvaarding van pensioenaanspraken' van het pensioenreglement van toepassing.
Artikel
5
Vaststelling en betaling van de premie
1
De werkgever is voor iedere deelnemer een premie aan de Stichting verschuldigd. De premie voor het ouderdoms-, partner- en wezenpensioen bedraagt een percentage van de per 1 januari geldende pensioengrondslag van de desbetreffende deelnemer en wordt per kwartaal per de eerste dag van ieder kalenderkwartaal geïncasseerd. Dit percentage zal jaarlijks door het bestuur van de Stichting bekend worden gemaakt.
2
De werkgever voldoet uiterlijk binnen een maand na afloop van elk kwartaal de werkgeverspremie en de op het loon van de werknemer ingehouden werknemerspremie die over dat kwartaal verschuldigd zijn aan de Stichting. Wordt zijn bijdrage na afloop van een langere termijn dan een kwartaal vastgesteld, dan moet hij binnen een maand na afloop van elk kwartaal het vierde gedeelte van zijn geschatte jaarbijdrage voldoen, met dien verstande dat hij zijn jaarbijdrage in haar geheel binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar moet hebben betaald.
Artikel 6
Procedure bij betalingsachterstand
1. Bij niet-tijdige of niet-volledige betaling van de premie als bedoeld in het vorige artikel binnen dertig dagen na aanmaning per aangetekende brief is het bestuur bevoegd over het verschuldigde bedrag de wettelijke rente, als bedoeld in artikel 6:119 jo. 6:120 van het Burgerlijk Wetboek, vanaf de premievervaldatum te vorderen. De hoogte van de wettelijke rente wordt bepaald op de datum waarop de werkgever in gebreke is. Voorts is de Stichting bevoegd een volledige vergoeding van de aanmaningskosten te vorderen, onverminderd de kosten van vervolging verschuldigd volgens de wet. De verschuldigde bedragen zullen worden ingevorderd door middel van een dwangbevel, overeenkomstig artikel 21 van de Wet. 2. Ingeval van wanbetaling is het bestuur bevoegd een bedrag gelijk aan de premies, welke naar schatting in totaal over het gehele lopende jaar verschuldigd zullen zijn, in rechte te vorderen. Tegen zodanige vordering kan de werkgever bezwaren inbrengen bij het bestuur binnen 14 dagen, nadat zij de vordering heeft ontvangen. 3. Het bestuur informeert elk kwartaal schriftelijk de deelnemersraad en bij het ontbreken daarvan de (aspirant-)deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, wanneer sprake is van een premieachterstand ter grootte van minimaal 5% van de totale door de
04042012 H259 BPF Watercreatie Uitv.OVK 1-1-2008
5
Stichting te ontvangen jaarpremie en tevens niet voldaan wordt aan de bij of krachtens wettelijke bepalingen geldende eisen inzake het minimaal vereist eigen vermogen van de stichting. Gedurende de vorige volzin bedoelde situatie informeert de Stichting tevens elk kwartaal de ondernemingsraad van de werkgever die nog premie aan de Stichting verschuldigd is.
Artikel
7
Procedure tot vaststellen en wijzigen van het pensioenreglement
Het bestuur stelt het pensioenreglement vast overeenkomstig de procedure voor besluitvorming zoals verwoord in de statuten van de Stichting. Voor het geval dat sprake is van een tekort aan middelen, is in de statuten van de Stichting een bepaling opgenomen dat het pensioenreglement wordt aangepast.
Artikel
8
Toeslagen
1. Het bestuur beslist jaarlijks of de ingegane en premievrije pensioenen en de al ingekochte pensioenrechten van de actieve deelnemers per 1 januari met een toeslag zullen worden verhoogd. Deze toeslag wordt van jaar tot jaar door het bestuur vastgesteld. Er wordt geïndexeerd met het procentuele verschil van de afgeleide Consumentenprijsindex per 1 oktober - voorafgaande aan de datum van verhoging - en 1 oktober daaraan voorafgaand. 2. Indexatie vindt slechts plaats voor zover de middelen het toelaten. De indexatie is een voorwaardelijke indexatietoezegging gekoppeld aan een vooraf bepaalde maatstaf en valt onder categorie D1 van de indexatiematrix. De omschrijving van D1 ‘financiering van de indexatie uit overrendementen’ van de indexatiematrix luidt: ‘De voorwaardelijke indexatie wordt gefinancierd uit de overrendementen. De premie bevat dus geen opslag voor indexatie. In het financieringsbeleid moet omschreven zijn op welke wijze de indexering wordt toegekend. Aangetoond moet worden dat de toekenning realistisch is’. De door het bestuur vooraf bepaalde maatstaf is in dit artikel opgenomen en tevens in het pensioenreglement. 3. De verhoging van (ingegane) pensioenen is mede afhankelijk van de op marktwaarde gebaseerde dekkingsgraad van de Stichting op 1 oktober van enig jaar voorafgaande aan de datum van de verhoging. Is de dekkingsgraad lager dan 105% dan vindt er geen verhoging plaats. Bij een dekkingsgraad tussen de 105% en 110% wordt het pensioen verhoogd met de helft van de toeslag. Bij een dekkingsgraad van 110% of hoger wordt het pensioen verhoogd met de toeslag zoals die voor enig jaar is vastgesteld. De dekkingsgraad op 1 oktober van enig jaar wordt vastgesteld op basis van negenmaandcijfers.
Artikel
9
Onvoorziene omstandigheden
Indien zich omstandigheden voordoen die ten tijde van het opstellen van dit reglement niet voorzienbaar waren en de nakoming van de verplichtingen uit dit reglement substantieel beïnvloeden, zullen de aangesloten werkgever(s) en de Stichting in gezamenlijk overleg en naar redelijkheid en billijkheid een oplossing proberen te vinden, die recht doet aan de belangen van alle betrokken partijen. Artikel
10
Beslechting van klachten en geschillen
Alle klachten of geschillen met betrekking tot uitleg of toepassing van deze overeenkomst zullen behandeld worden overeenkomstig de klachten- en geschillenprocedure van de Stichting.
04042012 H259 BPF Watercreatie Uitv.OVK 1-1-2008
6
Artikel 11
Inwerkingtreding en duur van de uitvoeringsovereenkomst
Deze uitvoeringsovereenkomst treedt in werking op DATUM; zij wordt gesloten voor de duur van 10 jaar en zal dus gelden tot DATUM. Zij zal geacht worden telkens voor een periode van 10 jaar te zijn gecontinueerd, tenzij zij ten minste zes maanden voor het verstrijken van een contractperiode door een der partijen schriftelijk is opgezegd.
Artikel 12
Tussentijdse beëindiging van de overeenkomst
In afwijking van het in artikel 11 bepaalde en met inachtneming van het terzake bepaalde in het pensioenreglement van de Stichting kan de Stichting deze overeenkomst en de aansluiting van de werkgever bij de Stichting tussentijds beëindigen: a indien de werkgever in staat van faillissement verkeert of in liquidatie is getreden; b indien met inachtneming van de statutaire bepalingen ter zake tot opheffing van de Stichting is besloten; c indien de werkgever geen werknemers meer in dienst heeft en er geen uitzicht bestaat dat nieuwe werknemers worden aangesteld; d indien de werkgever niet meer voldoet aan een van de in artikel 1 lid 1 genoemde voorwaarden. In afwijking van het in de vorige alinea bepaalde, eindigt deze overeenkomst van rechtswege op de dag, dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de deelname in de pensioenregeling van de Stichting, op grond van artikel 3 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000, verplicht stelt. Indien deelneming in de pensioenregeling verplicht wordt gesteld, blijft de overeenkomst tussen de Stichting en de werkgever van kracht met betrekking tot de werknemers die niet onder de verplichtstelling vallen.
Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend,
Woudsend,
Amsterdam,
NAAM
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de sector Waterrecreatie en de Kunststoffen en Houten Jachtbouw
Datum:
Datum:
Handtekening:
Handtekening:
04042012 H259 BPF Watercreatie Uitv.OVK 1-1-2008