Uitvoeringsagenda Jeugdhulp September 2014

Uitvoeringsagenda Jeugdhulp 2014-2015

September 2014

Uitvoeringsagenda Jeugdhulp gemeente Enschede

Inhoud uitvoeringsagenda

1.

INLEIDING ..................................................................................................................................................................................................................................................................... 5

2.

BESLISPUNTEN ............................................................................................................................................................................................................................................................ 6 2.1 2.2 2.3 2.4

3.

TUSSENTIJDSE EVALUATIE VAN HET NIEUWE JEUGDHULPSTELSEL.................................................................................................................................................................................................. 6 GEMEENTELIJKE VERORDENING JEUGDHULP EN UITVOERINGSBESLUIT JEUGDHULP ................................................................................................................................................................... 6 INDELING BESCHIKBARE BUDGET .......................................................................................................................................................................................................................................................... 7 SYSTEEM VOOR MONITORING, VERANTWOORDING EN TOEZICHT .................................................................................................................................................................................................... 8 UITWERKINGSPUNTEN ............................................................................................................................................................................................................................................ 9

3.1

3.2

3.3

INRICHTING VAN HET JEUGDSTELSEL .................................................................................................................................................................................................................................................... 9 3.1.1 Participatie, preventie, eigen kracht en sociale omgeving .................................................................................................................................................................................... 9 3.1.1.1 Vroegtijdig signaleren en preventief handelen jeugdgezondheidszorg ................................................................................................................................................ 9 3.1.1.2 Samenwerkingsafspraken wijkteams, kindcentra en onderwijs ........................................................................................................................................................... 10 3.1.1.3 Samenwerking wijkteams en verenigingen .................................................................................................................................................................................................... 10 3.1.2 De wijkteams en toegang tot ondersteuning, hulp en zorg ................................................................................................................................................................................ 11 3.1.2.1 Inrichting wijkteams ................................................................................................................................................................................................................................................. 11 3.1.2.2 Aanbod van voorliggende en specialistische voorzieningen is inzichtelijk ..................................................................................................................................... 12 3.1.2.3 Afspraken met (huis)artsen gericht op vroegsignalering en een juiste doorverwijzing ............................................................................................................ 12 3.1.2.4 Afspraken aanpak jeugdoverlast en -criminaliteit ....................................................................................................................................................................................... 13 3.1.3 Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling ................................................................................................................................................................................................... 14 3.1.3.1 Oprichting Veilig Thuis ............................................................................................................................................................................................................................................. 14 3.1.3.2 Afspraken met de Raad voor de Kinderbescherming ................................................................................................................................................................................. 14 3.1.3.3 Afspraken met de gecertificeerde instellingen, Jeugdreclassering en JeugdzorgPlus: gedwongen opname ..................................................................... 15 3.1.3.4 Regionale crisisdienst operationeel ................................................................................................................................................................................................................... 15 FINANCIËN, STURING EN BEKOSTIGING .............................................................................................................................................................................................................................................. 16 3.2.1 Regionale voorbereiding en raamovereenkomsten inkoop Jeugdhulp ........................................................................................................................................................ 16 3.2.2 Subsidies voor preventie, vroegsignalering en versterken eigen kracht ..................................................................................................................................................... 16 3.2.3 Toezicht op en handhaving oneigenlijk pgb-gebruik ............................................................................................................................................................................................ 17 3.2.4 Inrichting kwaliteits- en klachtensysteem Jeugdhulp .......................................................................................................................................................................................... 17 3.2.5 Voorstel met activiteiten om burgers/cliënten bij beleidsvorming te betrekken ................................................................................................................................... 18 COMMUNICATIE ..................................................................................................................................................................................................................................................................................... 19


4

1.

Inleiding

Vanaf 2012 bereiden we ons voor op de nieuwe jeugdhulptaken die naar ons toekomen. Dit doen we zowel in lokaal als in regionaal verband. In aanloop naar 1 januari 2015 is op 30 juni 2014 het Beleidsplan Jeugdhulp 2015 – 2018 door de raad vastgesteld, waarin het nieuwe Jeugdhulpstelsel samenhangend is beschreven. Dit plan is richtinggevend voor de inrichting en geeft de samenhang weer van eerder vastgestelde kaders en uitgangspunten. Een aantal uitvoeringspunten is nog niet helder en moet de komende tijd verder uitgewerkt worden. Deze punten zijn in het beleidsplan beschreven als ‘uitwerkingspunten’. Met de raad is bij de vaststelling van het beleidsplan afgesproken dat hiervan een beknopte uitvoeringsagenda wordt opgesteld. In deze agenda zijn die uitwerkingspunten en ook de beslispunten uit het beleidsplan, voor zover die uitwerking behoeven, kort omschreven met een bijbehorend tijdspad voor de uitvoering. Na vaststelling van de uitvoeringsagenda door het college, gaat deze ter informatie naar de raad. In de kwartaalrapportages Sociaal Domein brengt het college vervolgens periodiek verslag uit aan de raad over de voortgang op de uitwerkingspunten. In oktober volgt nog een voorstel voor vaststelling van de verordening Jeugdhulp door de raad. De verordening zal worden aangevuld met een Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp dat voor medio december door het college wordt vastgesteld met daarin een uitwerking van onderdelen uit de verordening, zoals de periodiek te actualiseren tarieven voor pgb’s. Leeswijzer In deze uitvoeringsagenda houden we de structuur aan van het beleidsplan; waarbij er onderscheid wordt gemaakt in regionale en lokale uitwerkingspunten.


5

2.

Beslispunten

In het beleidsplan is een viertal beslispunten opgenomen: uitvoering van een tussenevaluatie, opstellen van de gemeentelijke verordening, de financiële verantwoording en de inrichting van een monitoringssysteem.

2.1

Tussentijdse evaluatie van het nieuwe Jeugdhulpstelsel

Het nieuwe Jeugdhulpstelsel gaat per 1 januari 2015 van start. De verschillende onderdelen van het nieuwe Jeugdhulpstelsel worden vóór 1 maart 2016 geëvalueerd. Deze tussenevaluatie gaat over (de samenwerking tussen) het lokale en regionale deel van het stelsel, de contractering en bekostiging, de kwaliteit en monitoring. De evaluatie wordt uitgevoerd aan de hand van rapportages en het voeren van gesprekken en wordt voorzien van conclusies en aanbevelingen. Resultaat

Een rapportage van de tussenevaluatie op de beoogde inrichting, doelen en resultaten, voorzien van conclusies en aanbevelingen

Bestuurlijke besluitvorming

2.2

B&W

1e kwartaal 2016

Raad

medio 2016

Gemeentelijke verordening Jeugdhulp en Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp

De verordening Jeugdhulp (artikel 2.9 van de Jeugdwet) wordt vastgesteld op basis van het beleidsplan Jeugdhulp 2015 – 2018. Hierin zijn de vrij toegankelijke voorzieningen opgenomen en zijn de voorwaarden voor de toegang tot specialistische jeugdhulp en -ondersteuning en toewijzing van het persoonsgebonden budget (pgb) beschreven. Ook de functie en rol van de vertrouwenspersoon, de bezwaar- en beroepsprocedure, de kwaliteitseisen en de verplichte ouderbijdrage komen aan de orde in de verordening. De ontwerp verordening is door het college vastgesteld en lag tot 3 september ter inzage. Bepaalde onderdelen van de verordening worden nog nader uitgewerkt in het Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp.


6

Resultaat

De verordening Jeugdhulp met regels over toegang, toekenning en toewijzing van voorzieningen en pgb’s.


B&W

23 september 2014

Stedelijke commissie

6 oktober 2014

Behandeling

Raad

20 oktober 2014

Vaststelling

Resultaat

Het uitvoeringsbesluit Jeugdhulp met een nadere uitwerking op enkele onderdelen van de verordening


B&W

2.3

december 2014

Vaststelling

Indeling beschikbare budget

De uitgaven op het gebied van Jeugdhulp en de Wmo moeten passen binnen het beschikbare budget vanuit het Rijk. Vanaf 2016 gaat gewerkt worden met een sociaal deelfonds. Voor Jeugdhulp komt lokaal ca. 47 miljoen beschikbaar in 2015. Om de uitgaven in de Jeugdhulp en de voorliggende voorzieningen inzichtelijk te houden wordt momenteel, mede n.a.v. de opheffing van het programma Opgroeien & Ontwikkelen, een nieuwe begrotingsindeling voor het hele sociale domein uitgewerkt. Om te kunnen sturen op resultaten willen we de begroting ontschot en wijkgericht indelen. Wijkteams krijgen budgetverantwoordelijkheid om op wijkniveau te sturen op resultaten. Deze begroting is onderdeel van de programmabegroting 2015 – 2018 en de verantwoording gaat mee in de reguliere planning en control cyclus. Resultaat

De begroting Jeugdhulp is opgenomen in de programmabegroting 2015-2018. De verantwoording op de begroting Jeugdhulp wordt onderdeel van de reguliere planning & control cyclus.


Conform de geplande reguliere planning & control cyclus


7

2.4

Systeem voor monitoring, verantwoording en toezicht

We ontwikkelen een systeem voor het monitoren van onder andere kwaliteit, klanttevredenheid en budget. De kwaliteitseisen voor jeugdhulp zijn vastgelegd in de Jeugdwet en het bijbehorende Besluit Jeugdhulp. Voor de sturing op resultaten sluiten we aan bij de ontwikkeling van de landelijke beleidsmonitor, aangevuld met een jeugdindex op wijkniveau. De kern van het systeem is het verzamelen van informatie voor, door en over de wijkteams (informatiesysteem voor de wijkteams). De gegevens die opgenomen moeten worden in het systeem hebben betrekking op Jeugd. Bij de ontwikkeling zijn verschillende partijen en kennisinstellingen betrokken, om zo een goed systeem te creëren waar de wijkteams zelf, het management en het bestuur/de raad informatie uit kunnen halen. Het nieuwe informatiesysteem voldoet aan de privacy regels die van kracht zijn. Bij de ontwikkeling van de monitor betrekken we gemeenteraad en de Wmo-raad. In de programmabegroting 2015-2018 worden de belangrijkste indicatoren opgenomen. Resultaat

Een informatiesysteem voor de wijkteams en een systeem voor monitoring en verantwoording is voor 1 januari 2015 beschikbaar.


N.v.t.


8

3.

Uitwerkingspunten

Hierna zijn de uitwerkingspunten uit het beleidsplan beknopt toegelicht, omschreven als resultaat en voorzien van een planning. Onderscheid wordt gemaakt in lokale en regionale uitwerkingspunten. De uitwerkingspunten hebben betrekking op de inrichting van het jeugdstelsel, financiën, sturing en bekostiging en tot slot de communicatie.

3.1

Inrichting van het jeugdstelsel

De focus in de komende maanden ligt in belangrijke mate bij de inrichting van het jeugdstelsel dat in januari operationeel moet zijn. De wijkteams vormen daarin de spil. Zo gaat het om de wijkteams als lokale toegang en de implementatie van een integrale werkwijze. Het gaat ook om samenwerkingsafspraken tussen wijkteams en belangrijke partners in de wijk als het onderwijs, huisartsen en politie, gericht op preventie, participatie, inzet eigen kracht en vroegsignalering maar ook om de inzet van en afstemming met specialistische zorg. Tot slot zijn de uitwerkingspunten gericht op de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling.

3.1.1 Participatie, preventie, eigen kracht en sociale omgeving 3.1.1.1 Vroegtijdig signaleren en preventief handelen jeugdgezondheidszorg De signaleringsrol is een belangrijke taak van de jeugdgezondheidszorg (JGZ), vooral als het om jonge kinderen gaat. Binnen het nieuwe basistakenpakket van de JGZ dat met de nieuwe Wet publieke gezondheid van kracht wordt, is er ruimte om flexibeler te handelen. Hierdoor wordt het mogelijk om meer op maat te werken wanneer er risico’s of juist geen risico’s geconstateerd worden. Op basis van goede werkafspraken kunnen de wijkteams en JGZ teams samenwerken aan vroegtijdige signalering en preventief handelen. De wijkteams en JGZ-teams ‘oefenen’ in de tweede helft van 2014 met werkafspraken. Resultaat

Werkafspraken op het gebied van kennisdelen, huisbezoeken doen, specialisten inschakelen etc. zijn gemaakt en geborgd voor 1 januari 2015.


9

Resultaat regionaal

Medio 2016 zijn afspraken gemaakt met de JGZ over een flexibele uitvoering van het basispakket met ruimte voor meer risicogericht werken.


N.v.t.

3.1.1.2 Samenwerkingsafspraken wijkteams, kindcentra en onderwijs De wijkteams, het onderwijs en de kinderopvang in Enschede gaan samenwerken aan preventie, vroegsignalering en normalisering. De verschillende partijen maken afspraken over een gezamenlijke zorgstructuur. Hiertoe is in 2014 een pilot Zorgstructuur gestart om de regie en samenwerking handen en voeten te kunnen geven. De implementatie van de samenwerkingsafspraken komt aan de orde in het periodieke “op overeenstemming gericht overleg” (OOGO) van gemeente en onderwijs. Resultaat

De samenwerkingsafspraken tussen wijkteam, het onderwijs en de kinderopvang gericht op normaliseren, vroegtijdig signaleren en preventief handelen zijn voor 1 januari 2015 vastgelegd en geborgd in een nieuwe zorgstructuur met het onderwijs en kindcentra.


N.v.t.

3.1.1.3 Samenwerking wijkteams en verenigingen Wijkteams kunnen verenigingen in de wijk ondersteunen bij de omgang met (complexe) jeugdigen en verenigingen kunnen bijdragen aan vroegsignalering. We gaan met diverse verenigingen in gesprek over de samenwerking en welke rol zij kunnen spelen in vroegsignalering. De prioriteit bij de wijkteams ligt in het najaar 2014 bij operationeel zijn op 1 januari 2015. In het eerste kwartaal 2015 is duidelijk welke afspraken met verenigingen haalbaar zijn. De borging ervan (handelen naar) is voor medio 2015 gerealiseerd. Resultaat

Samenwerkingsafspraken tussen wijkteams en verenigingen gericht op ondersteuning van de verenigingen bij omgang met (complexere) jongeren en vroegsignalering zijn geborgd voor 1 april 2015.


N.v.t.


10

3.1.2 De wijkteams en toegang tot ondersteuning, hulp en zorg 3.1.2.1 Inrichting wijkteams De negen wijkteams bestaan uit professionele wijkcoaches, die het centrale aanspreekpunt zijn voor gezinnen met problemen (één huishouden, één plan). De coaches bieden lichte hulp en ondersteuning en kunnen doorverwijzen naar specialistische zorg. Hiertoe start een implementatietraject “wijkteams nieuwe stijl”. Belangrijke onderwerpen als privacyregelgeving worden hierin meegenomen. De wijkteamorganisatie krijgt budgetverantwoordelijkheid om te sturen op resultaten. Daarnaast komt er een incidentenprotocol. Dit wordt ook gebruikt om incidenten te evalueren en hiervan te leren. Wijkcoaches werken daarbij samen met partners in de wijk. Met partners in de wijk zijn diverse pilots gestart om de regie en samenwerking verder vorm te geven. Bij complexe problematiek kunnen de wijkteams terugvallen op de onafhankelijke experts (georganiseerd) via de OZJT, de nieuwe regionale Organisatie voor Zorg en Jeugd Twente. Deze deskundigen ondersteunen lokale wijkteams/wijkcoaches bij probleemanalyse, de besluitvorming over en de inzet van specialistische zorg. Een doelgroep van de wijkteams die bijzondere aandacht vraagt is de groep 18-23 jarigen. Als een cliënt 18 jaar wordt en nog zorg nodig heeft moet er een naadloze overgang zijn van jeugdhulp naar de Wmo (of een andere zorgvoorziening). Dat betekent dat tijdig, bijvoorbeeld 6 maanden voor het bereiken van de 18e verjaardag, gemeld moet worden dat de zorg en ondersteuning naar verwachting gecontinueerd moet worden. De financiering verandert, maar de hulpverleningsrelatie blijft bij voorkeur in stand. Dit is met name relevant voor jongeren in het gedwongen kader en jongeren met een beperking. Resultaten

- De lokale zorgstructuur met in de hoofdrol de wijkteams is ingericht en op 1 januari 2015 operationeel, ook in hun regierol t.a.v. de inzet van specialistische hulp en de toepassing van de verordening Jeugdhulp. - Het incidentenprotocol is gereed en geborgd voor 1 januari 2015. - De wijkteams hebben vanaf 1 januari 2015 de beschikking over een pool van experts voor consultatie en advies. - De wijkteamorganisatie krijgt vanaf 1 januari 2015 budgetverantwoordelijkheid. - Er zijn sluitende (ook financiële) afspraken gemaakt over de doelgroep 18-23 jaar die verlengde jeugdhulp nodig hebben. - De naadloze aansluiting is vanaf 1 januari 2015 concreet vormgegeven. - Januari 2017 wordt gekozen voor de definitieve organisatievorm voor de wijkteams.


11


B&W

Voortgangsrapportage samenwerking SMD – gemeente

september 2014

Raad

Budget wijkteams en subsidie SMD

15 november 2014

B&W

Definitieve organisatievorm wijkteams

januari 2017

3.1.2.2 Aanbod van voorliggende en specialistische voorzieningen is inzichtelijk De wijkteams, maar ook de medisch specialisten, jeugdartsen en huisartsen zullen vanaf 1 januari gaan doorverwijzen naar alle vormen van jeugdhulp. Hiertoe hebben zij een overzicht nodig van het beschikbare aanbod aan interventies. Het overzicht aan voorliggende en specialistische voorzieningen moet informatie bevatten over de specifieke voorziening, de aanbieder, de kostprijs en de toegangsvorm. Het regionaal inkooptraject bepaalt de inhoud van het overzicht van specialistische jeugdhulp. Voorliggende voorzieningen worden veelal lokaal gesubsidieerd. Resultaat

Een handzaam overzicht van algemeen toegankelijke voorliggende voorzieningen en van specialistische jeugdhulp en – ondersteuning (sociale kaart voor jeugdhulp) is beschikbaar voor wijkcoaches, huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten is beschikbaar voor 1 november 2014.


N.v.t.

3.1.2.3 Afspraken met (huis)artsen gericht op vroegsignalering en een juiste doorverwijzing In de nieuwe Jeugdwet kunnen huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten doorverwijzen naar alle vormen van jeugdhulp. We maken afspraken met huisartspraktijken hierover voor 1 januari 2015. Deze zijn gericht op het faciliteren van de artsen in vroegsignalering en een juiste doorverwijzing en sluiten aan bij de wensen van huisartsen en bij de lokale zorgstructuur met de wijkteams en hun methodiek. Met pilots worden diverse varianten uitgetest. Indien efficiënt en effectief kan de wijkcoach en/of praktijkondersteuner lichte ondersteuning bieden in de huisartsenpraktijk. De samenwerking is niet verplicht; we stimuleren deze artsen om deze faciliteiten te gebruiken. Om inzicht te krijgen in de doorverwijzing van huisartsen zullen we vanaf 1 januari deze doorverwijzingen naar jeugdhulp gaan monitoren. Artsen beschikken voor 1 december 2014 t.b.v. de doorverwijzing over een handzaam overzicht van door de gemeente gecontracteerde jeugdhulp en van voorliggende preventieve voorzieningen.


12

Resultaat

- Met artsen zijn voor 1 januari 2015 afspraken gemaakt over de verwijzing naar jeugdhulp. Deze zijn gericht op het faciliteren van de artsen in preventie, vroegsignalering en juiste doorverwijzing. - Artsen beschikken voor 1 december 2014 over een overzicht van voorliggende voorzieningen en specialistische hulp. - De verwijzing naar specialistische zorg door artsen en wijkteams wordt vanaf 1 januari 2015 gemonitord.


N.v.t.

3.1.2.4 Afspraken aanpak jeugdoverlast en -criminaliteit We maken werkafspraken met de politie, het Veiligheidshuis, Stadsdeelmanagement, de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) en Jeugdreclassering gericht op het voorkomen en tegengaan van jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit. In Enschede Zuid ontwikkelen wijkteams, het onderwijs, jongerenwerk, de politie en jeugdreclassering een preventieve aanpak van probleemgroepen jongeren en individuele leden van die groepen. De samenwerkende partijen kiezen per situatie een groepsaanpak en individuele (gezins)aanpak. Daarbij zijn ook broertjes en/of zusjes van de jongeren in beeld, en dat heeft een sterke preventieve werking. Resultaat

- De samenwerkingsafspraken tussen wijkteams en politie, Stadsdeelmanagement, Veiligheidshuis, RvdK, jeugdreclassering over o.a. zorgmeldingen en het omgaan met jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit zijn voor 1 januari 2015 geborgd. - De pilot jeugdaanpak Zuid is geëvalueerd in augustus 2014. Uitrol voor 1 januari 2015 van de jeugdaanpak in Zuid in de relevante wijken.


B&W

Evaluatie en uitrol resultaten pilot jeugdaanpak Zuid

augustus 2014


13

3.1.3 Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 3.1.3.1 Oprichting Veilig Thuis Besloten is om het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMHK), waarin het huidige Steunpunt Huiselijk Geweld en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling samen gaan, op Twents niveau onder opdrachtgeverschap van de OZJT te organiseren. Het AMHK zal onder de nieuwe naam: “Veilig Thuis” in het 4e kwartaal 2014 operationeel zijn. De uitgangspunten en werkwijze van Veilig Thuis leggen we met de regiogemeenten vast in de regiovisie ‘Aanpak huiselijk geweld’ en in het beleidsplan ‘Vrouwenopvang’ van de centrumgemeenten. Uitgangspunt is dat Veilig Thuis kennis en expertise heeft op elk vlak van huiselijk geweld, zoals eer gerelateerd geweld, oudermishandeling of partnergeweld. Het wordt een snelle, systeemgerichte benadering, die inzet op zowel pleger als slachtoffer. Veilig Thuis gaat lokaal samenwerken met wijkteams en met de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). We maken lokaal samenwerkingsafsprakentussen wijkteam en Veilig Thuis over meldingen en eventuele doorgeleidingen naar de Raad voor de Kinderbescherming. Resultaat

De samenwerkingsafspraken tussen wijkteams, Veilig thuis en de RvdK zijn geborgd voor 1 januari 2015.

Resultaat regionaal

Veilig Thuis is voor 1 januari 2015 volledig operationeel.

Regionale besluitvorming

Bestuurlijk overleg Samen 14

Juridische rechtsvorm en financiële afspraken Veilig Thuis

3e kwartaal 2014

3.1.3.2 Afspraken met de Raad voor de Kinderbescherming De gemeente en de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) maken voor 1 december 2014 een samenwerkingsprotocol. In dit protocol worden de afspraken tussen de belangrijkste partijen in de jeugdstrafrechtketen zoals de jeugdreclassering, het veiligheidshuis, de wijkteams en de RvdK vastgelegd, zoals de afspraken over meldingen, afstemming met Veilig Thuis/wijkteams en eventuele doorgeleidingen. De toegang tot de jeugdbescherming en jeugdreclassering wordt bepaald door de kinderrechter, het OM en de directeur van de Justitiële Jeugdinrichting. Resultaat

Een protocol is vastgesteld met daarin lokale afspraken met de Raad voor de Kinderbescherming voor 1 december 2014.


N.v.t.


14

3.1.3.3 Afspraken met de gecertificeerde instellingen, Jeugdreclassering en JeugdzorgPlus: gedwongen opname Als de Kinderrechter een maatregel neemt regelt de gecertificeerde instelling de juiste hulp. Het kan onder andere gaan om pleegzorg, gezinshuizen en logeerhuizen maar ook om jeugdreclassering als er sprake is van een strafbaar feit. Jongeren die een gevaar vormen voor zichzelf of hun omgeving kunnen bij machte van de rechter in een gesloten inrichting worden geplaatst. De gemeente is verplicht om de rechterlijke uitspraak uit te voeren (leveringsplicht) en te bekostigen. Dit gebeurt in een samenwerking tussen de wijkteams, gecertificeerde instellingen en JeugdzorgPlus leveranciers. Door het specifieke karakter van JeugdzorgPlus en de leveringsplicht is de gemeente deels afhankelijk van landelijke partijen, zoals VNG, andere regio’s en het ministerie van Veiligheid en Justitie. Resultaat

De samenwerkingsafspraken tussen wijkteams, de gecertificeerde instellingen en instellingen die JeugdzorgPlus leveren zijn in het 4e kwartaal vastgelegd.


n.v.t.

3.1.3.4 Regionale crisisdienst operationeel De Regio Twente organiseert een regionale crisisdienst voor crisissituaties. De OZJT bij de regio heeft het opdrachtgeverschap en de taak dit voor te bereiden, in samenhang met Veilig Thuis. De crisisdienst zet in op een integrale aanpak; in geval van nood moet de crisisdienst direct in actie kunnen komen om de situatie te stabiliseren en de regie daarna over te dragen aan het wijkteam. Hiertoe moeten ook samenwerkingsafspraken gemaakt worden. Resultaat

De samenwerkingsafspraken tussen wijkteams de crisisdienst zijn vastgelegd en geborgd voor 1 januari 2015.

Resultaat regionaal

Vanaf 1 januari 2015 is de crisisdienst operationeel.

Regionale bestuurlijke besluitvorming Bestuurlijk overleg Samen14

besluitvorming inrichting crisisdienst/Veilig Thuis


voor 30 oktober 2014

15

3.2

Financiën, sturing en bekostiging

Naast de inkoop van jeugdhulp en de subsidiering van voorliggende voorzieningen zijn in dit hoofdstuk uitwerkingspunten opgenomen die zijn gericht op het monitoren en borgen op kwaliteit, kosten en klanttevredenheid.

3.2.1 Regionale voorbereiding en raamovereenkomsten inkoop Jeugdhulp De Twentse gemeenten kopen als ‘Samen14’ in regionaal verband specialistische zorg in en sluiten in regionaal verband raamovereenkomsten af. Waar nodig maken we afspraken met zorgaanbieders over het verbeteren van de financiële en bedrijfseconomische gezondheid van hun organisatie. De kwaliteitseisen waaraan aanbieders moeten voldoen zijn vastgelegd in de Jeugdwet. Deze zijn aangevuld met lokale standaard inkoopvoorwaarden. Resultaat

Voor 1 januari 2015 is de inkoop van specialistische zorg afgerond en vastgelegd in raamovereenkomsten met de aanbieders. De specialistische zorg is vanaf 1 januari 2015 beschikbaar.

Regionale bestuurlijke besluitvorming B&W

Jeugd AWBZ en Jeugd GGZ

voorgenomen gunning

21 oktober 2014

voorgenomen gunning

31 oktober 2014

Specialistische Jeugdhulp, JeugdzorgPlus, Jeugdbescherming/-reclassering

3.2.2 Subsidies voor preventie, vroegsignalering en versterken eigen kracht De gemeente subsidieert nu de lokale activiteiten en algemene voorzieningen op het gebied van versterken burgerkracht, preventie, vroegsignalering en het vergroten van eigen kracht bij burgers. In het najaar volgt een voorstel voor de concretisering van de nog in te boeken bezuinigingstaakstelling op de budgeten “versterken burgerkracht” en de borging van de regie van de stadsdelen op deze budgeten. Voor 2015 handhaven we de financieringswijze via subsidies. We onderzoeken of de subsidierelatie met die instellingen waar de gemeente vanaf 1 januari 2015 ook een raamovereenkomst mee aangaat, naast die raamovereenkomst kunnen blijven bestaan of dat het wenselijk is om vanuit het oogpunt van eenduidigheid deze voortaan in de raamovereenkomsten mee te nemen. Relevant hierin is dat in het kader van de transformatie de komende jaren toegewerkt wordt naar een betere aansluiting van voorliggende voorzieningen en specialistische jeugdhulp.


16

Resultaat

- Verlening van subsidies voor 31 december 2014 op basis van de aanvragen voor 2015. De bezuinigingstaakstelling voor 2015 is hierin verwerkt. - Onderzoek en standpuntbepaling over continuering van de subsidierelatie met aanbieders waarmee tevens een raamovereenkomst is afgesloten is voor 1 okt0ber 2015 afgerond.


Raad

Bezuinigingsvoorstel “Versterken burgerkracht”

okt 2014

3.2.3 Toezicht op en handhaving oneigenlijk pgb-gebruik De financiering van Jeugdhulp gaat vanaf 1 januari 2015 zowel via zorg in natura (zin), als meer vraaggericht via het persoonsgebonden budget (pgb). De gemeente ontwikkelt een werkwijze om steekproefsgewijs te controleren op eventueel oneigenlijk gebruik van pgb’s. Aan de hand van de analyse van meer gedetailleerde gegevens over de huidige verstrekking van pgb’s, bepalen we of aanvullende voorwaarden nodig zijn voor verstrekking van pgb’s. Resultaat

Het steekproefsgewijs toezicht en handhaving op (oneigenlijk) gebruik van pgb’s (zowel jeugdhulp als Wmo) is organisatorisch belegd vanaf 1 januari 2015 en wordt vanaf dan uitgevoerd. De resultaten van dit steekproefsgewijs toezicht, op oneigenlijk gebruik en kwaliteit in relatie tot kostenbeheersing, worden in de tussentijdse evaluatie van het nieuwe jeugdstelsel gerapporteerd.


N.v.t.

3.2.4 Inrichting kwaliteits- en klachtensysteem Jeugdhulp De kwaliteitseisen voor jeugdhulp zijn landelijk vastgelegd in weten regelgeving. Bovendien hebben cliënten recht op een vertrouwenspersoon, komt er in het kader van de verordening Jeugdhulp een bezwaarmogelijkheid voor de verlening van individuele beschikkingen en tot slot moeten een goede klachtenregeling van zowel zorgaanbieders als de wijkteams van kracht zijn. De algemene klachtenregeling van de gemeente is beschikbaar om op terug te vallen. Op grond van een inventarisatie van de bestaande klachtenregeling van zorgaanbieders bepalen we of er aanpassingen nodig zijn.


17

Resultaat

De wijkteams beschikken voor 1 januari 2015 over een klachtenregeling. De gemeente kent de bestaande klachtenregelingen bij zorgaanbieders. In het 1e kwartaal 2015 zijn de klachtenrapportages van zorgaanbieders geanalyseerd en ligt er een advies voor bijstelling van de inkoopvoorwaarden 2016.


N.v.t.

3.2.5 Voorstel met activiteiten om burgers/cliënten bij beleidsvorming te betrekken De wet bepaalt dat burgers en cliënten (jeugdigen en hun ouders) een rol moeten hebben bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. De Wmo-raad vervult lokaal een belangrijke rol bij onder meer de besluitvorming, de voortgang en de toetsing van beleid. De afstemming met de Wmo-raad is een continu proces waar werkafspraken voor zijn gemaakt. Daarnaast willen we regionaal afspraken maken over de versterking van cliëntbetrokkenheid. Resultaat

Voor 1 januari 2015 is vastgelegd op welke wijze ouders en jeugdigen geraadpleegd worden over lokale ondersteuning.

Regionaal resultaat

In regionaal verband Samen14 is voor 1 januari 2015 bepaald hoe cliënten betrokken worden bij o.a. contractbeheer en monitoring.

Regionale Bestuurlijke besluitvorming Bestuurlijk overleg Samen14

Regionaal voorstel cliëntparticipatie


december 2014

18

3.3

Communicatie

Aanvullende communicatieaanpak wijkteams en Jeugdhulp(taken) Enschede maakt de wijkteams tot het eerste aanspreekpunt voor ondersteuning en jeugdhulp. Ook (huis)artsen kunnen nog steeds doorverwijzen. Dit najaar start een communicatietraject om stakeholders - zoals scholen, huisartsen, cliënten en burgers - te informeren over hoe en van wie zij vanaf 1 januari 2015 ondersteuning en jeugdhulp kunnen krijgen. Deze aanpak is onderdeel van de al bestaande overkoepelende communicatie rondom de veranderingen in het Sociaal Domein. De communicatie start uiterlijk op 1 november 2014 met een looptijd van 2 jaar met periodieke herhaalmomenten. Resultaat

Burgers, cliënten en partners zijn voor 1 januari 2015 geïnformeerd over de veranderingen en over de lokale nieuwe zorgstructuur. Deze communicatie wordt via verschillende kanalen en ook na 1 januari 2015 periodiek herhaald zodat cliënten en partners de weg weten te vinden naar het wijkteam.


N.v.t.


19

Uitvoeringsagenda Jeugdhulp September 2014

Recommend Documents